Wij Vrouwen 2012-2

Page 1

Afgiftekantoor Gent 1 P003831 Toelating gesloten verpakking B/43

BelgiĂŤ/Belgique P.B. Gent 1 3/6085

Driemaandelijks tijdschrift 37e jaargang april-mei-juni 2012 V.U. Martien Bode - Bennesteeg 2 - 9000 Gent

Het Forum van

Vlaamse Vrouwen FVV VZW


Woord vooraf De zomermaanden staan voor de deur: traditioneel twee maanden waarin de Vlaamse Beweging zich tracht te manifesteren. In juli zijn er de plaatselijke 11–julivieringen die steevast het nodige gepalaver opleveren. Vele gemeentebesturen bestaan het immers om die dag enkel Engelstalige muziek te programmeren. De vzw Vlaanderen-Europa spaart nochtans kosten noch moeite om de betekenis en inhoud van 11 juli diets te maken aan Jan en Mien met de pet. Om het knuffelgehalte van de Vlaamse leeuw kracht bij te zetten werd zelfs een pluchen leeuw aangekocht waarmee jong en oud die dag op de foto kan. Benieuwd ook wat de wedstrijd “Grote prijs minister-president van Vlaanderen 2011-2012” zal opleveren? Het “nieuw symbool” wordt op 29 juni, start van de 11-daagse “Vlaanderen Feest”, door minister president Kris Peeters hemzelve voorgesteld aan het publiek. Eind augustus is het dan tijd voor de laatste IJzerbedevaart op ouwe leest en de jaarlijkse IJzerwake … dit jaar zowaar op dezelfde dag … Meer dan ooit zal dit de tweedracht in de Vlaamse Beweging illustreren … intriest is dat …

FVV • 2

De moderne Vlaamse Beweging met tegenwoordig als onverwachte spreekbuis: de op dit moment meest invloedrijke filosoof van onze contreien, Etienne Vermeersch is van oordeel dat beide bedevaarten passé zijn en behoren tot de koekendozenromantiek. Ikzelf, nochtans een verwoed verzamelaarster van oude blikken koekendozen, treed hem daar volledig in bij. De slachtoffers van ‘den grooten oorlog’ kan je ook op een andere manier eren, bijvoorbeeld met een jaarlijkse intieme klaprozenhulde, met mooie vredespoëzie en een streepje stijlvolle muziek. Ook Bart De Wever heeft trouwens al herhaaldelijk laten verstaan dat de Vlaamse Beweging zich niet mag blijven wentelen in het eigen roemrijke verleden, hij en veel van zijn partijgenoten schitteren trouwens door afwezigheid op de bedevaarten. ‘Het nationalisme in Vlaanderen is dood’, zo poneerde Vermeersch een jaar geleden in Knack … en in zekere zin heeft de man gelijk. Mensen liggen al lang niet meer wakker van de ijzerbedevaartromantiek en het is een utopie te denken dat dit nog ooit zal terugkomen. Dat de N-VA ongeziene scores behaald heeft tijdens de vorige verkiezingen heeft volgens hem niets met nationalisme an sich te maken, wel met de jarenlange ongebreidelde geldstromen van Vlaanderen naar Wallonië. Het kan niet genoeg gezegd: per Vlaming gaat jaarlijks 1 1800 naar Wallonië. De mensen hebben dat jarenlang getolereerd, maar beginnen eindelijk aan hun eigen portemonnee te denken… en dat heeft niets vandoen met romantiek, integendeel! Stel dat er volgend jaar transfers zouden zijn van Wallonië naar Vlaanderen … hoe lang zou het duren voor het land gesplitst is, denkt u? Martien


FVV is 20 jaar meter

p. 12

Opwijk Folkwijk

n ACTIEF

n Reportages Homo Ludens, Homo Universalis FVV is 20 jaar meter Mildreda kwam van over het water naar Vlaanderen 25 jaar Marguerite Yourcenar

4 12 16 18

HOP met de beentjes Stampen en rollen 26 mei: Opwijk Folkwijk Binnenkort bij het Forum van Vlaamse Vrouwen

42 44 46 48

n Voor u gelezen en beluisterd

n ACTUA Marissa, ervaringen van een Chileense in Vlaanderen Vlaanderen - Nederland (deel 2) Vrouwen ten tijde van Mercator Uitgavenkloof Vlaanderen-Wallonië wordt nog groter in de ziekteverzekering! Edgar Tinel 1854 – 1912

p. 46

20 23 26

Slaap nu Ninette - Slaapliedjes van bij ons Jan Frans Willems Vader van de Vlaamse Beweging Dirk Van Esbroeck - reiziger Land op de tweesprong

50 50 51 51

34 38

FVV • 3


‘ reportages

Homo Ludens, Homo Universalis. Een gesprek met Dirk De Keyzer. 2012 is een jubileumjaar voor het FVV. Voor de vijfde maal organiseren we tijdens de Gentse Feesten immers een totaalproject in het augustijnenklooster. Dit jaar geen hoogdravende thematiek: Voor onze feesteditie kiezen we resoluut voor een breed menselijk thema: de spelende mens, de universele mens. En voor wie konden we dit jaar beter opteren dan voor de Gentse beeldhouwer Dirk De Keyzer. De creaties van Dirk zijn pretentieloos, frivool, licht verteerbaar. Ze zijn verheven boven uiterlijke kenmerken, culturele verschillen en tijdelijke trends. Universele gegevens zoals het menselijk streven naar geluk, schoonheid en harmonie hebben een prominente rol in zijn werk. Zijn beelden laten niemand onberoerd, zijn werk doet mensen glimlachen... een hele verademing in deze tijden van economische recessie en ecologische verloedering.

FVV: Dirk, kom jij uit een creatieve, kunstzinnige familie?

Dirk: Helemaal niet, ik kom uit een arbeidersgezin. Nu, misschien dat er wel creatievellingen bij waren maar de mensen kregen in die tijd de kans niet om dat te uiten of te ontplooien hé. Er zijn wel een paar muzikale mensen in mijn familie... dat wel. Ikzelf heb in Gent vakschool elektriciteit gedaan, dat ik in een fabriek zou gaan werken was voor mijn ouders de logica zelve.

FVV • 4

FVV: En toch is het anders gelopen...

Dirk: Ja, op een mooie dag ging ik met een vriendin naar een opendeurdag in de academie van Eeklo en ik was meteen verkocht voor de richting beeldhouwen. Het oriëntatiejaar heb ik overgeslagen; dat was tijdverlies want ik wist plots perfect wat ik wilde doen: ruimtelijk werk maken, een driedimensionele vorm geven aan de dingen die mij raken of gewoonweg dingen uit mijn verbeelding.


FVV: Werken combineren met avondschool, dat was vast niet evident?

FVV: Na je opleiding begon je met een eigen atelier?

Dirk: Voor mijn opleiding in de avondschool kreeg ik als arbeider kredieturen, die bijgepast en vergoed werden door de staat. Een lovenswaardig initiatief ter bevordering van de kunst. Je moet weten, de opleiding duurde zeven jaar: een cyclus van vijf jaar en twee jaar finaliteit. Toch bleef het niet duren, ik verloor mijn job en ben dan een tijdje gaan werken bij een theatergezelschap. Ik was er verantwoordelijk voor de “son et lumière” zoals ze zeggen. Dat was wel leuk.

Dirk: Ja, al was dat niet evident. Ik heb bij wijze van spreken het warme water opnieuw moeten uitvinden, in die zin dat ik zelf een volledige gieterij heb gebouwd met alles erop en eraan: uitstookovens, smeltovens... Ik had geen geld dus was ik genoodzaakt om alles zelf te doen met recuperatiemateriaal van hier en daar. En toen de gieterij in orde was, ben ik met vallen en opstaan, beginnen gieten... ik had dat nog nooit gedaan hé... (lacht). Ook lassen was nieuw voor mij. Toen ik mijn eerste lasapparaat kocht had ik zo’n ding nog nooit van ver of van dichtbij gezien...

beelden laten niemand ‘ Zijn onberoerd, zijn werk doet mensen glimlachen...

FVV: Ik heb ergens gelezen dat je in de beginjaren ook juwelen hebt ontworpen

Dirk: Dat klopt, een beetje om den brode ontwierp ik juwelen in metaal, brons, zilver, goud... die ik dan ondermeer verkocht op de Gentse Feesten. Al bij al een verrijkende ervaring: vormpjes gieten, snijden en lassen om uiteindelijk oorbel te worden of broche, hanger, ring...

FVV: Je staat bekend als iemand die technisch zeer sterk onderlegd is.

Dirk: Moet wel, want ik laat niet graag iets aan anderen over. FVV: Binnen de bronskunst koos je voor de wastechniek, de moeilijkste techniek. Leg eens uit aan onze lezers hoe je tewerk gaat.

Dirk: Je boetseert een beeld in was, als dat wassen beeld klaar is doe je daar een vuurvaste mal rond, de klassieke methode (gemalen bakstenen of dakpannen) zodat je een blok krijgt. Die blok steek je in de oven waardoor de was verbrandt. Bijgevolg ontstaat er in het blok een holte in de vorm van het beeld. Dan smelt je het brons en giet je het brons in die holte, het brons

FVV • 5


stolt en dan kap je het blok kapot. Pas op het is veel ingewikkelder dan dat hoor, het beeld moet immers eerst voorzien worden van gietkanalen langs waar het brons er kan inlopen... De beelden moeten hol zijn want als ze vol zijn is er teveel krimp en dan trekt het oppervlak op niets. Bijgevolg moet het wassen beeld ook al hol zijn hé.

is erg belangrijk. Ik tracht in ‘ Humor mijn beelden elementen te steken

die voor iedereen belangrijk zijn om gelukkig te zijn

FVV: Wie waren je grote voorbeelden?

Dirk: Vooral Auguste Rodin uiteraard, maar ook Constantin Meunier en Georges Minne, de grote kleppers uit de 19de eeuw zeg maar. FVV: Wat zijn jouw inspiratiebronnen?

Dirk: Mijn grootste inspiratiebron is het leven zelf. Ik ga geregeld op reis, mijn beelden zijn een amalgaam van alle mogelijke culturen. Als ik te lang in mijn atelier blijf droogt mijn inspiratie op. Ik moet mensen kunnen zien... overal steek ik wel iets op. Soms zie ik ergens iets waar ik pas jaren later iets mee doe. Mijn figuren horen in geen enkele cultuur thuis... of juist wel... in alle culturen... de universele mens zeg maar. FVV: Je beelden getuigen ook van een grote fantasie: een mengeling van sprookjes en strips... een flinke dosis humor ook!

Dirk: Ja, humor is erg belangrijk. Ik tracht in mijn beelden die elementen te steken die voor mezelf, maar bij uitbreiding voor iedereen, belangrijk zijn om gelukkig te zijn. Ik zie ook wel dat er heel veel dingen fout gaan in de maatschappij en ik zit daar ook mee, net als iedereen. Maar ik kies er bewust voor die thematiek niet te verwerken in mijn beelden. Integendeel, door mijn werken tracht ik weerwerk te bieden aan al het negativisme in de wereld. ’t Is in zekere zin ook een beetje mijn eigen therapie... anders zou ik ook snel vervallen in


zwarte gedachten. Mijn beelden dragen bij tot één ieders en ook tot mijn geluk, dat is een beetje de bedoeling.

zijn in zekere zin ‘ Kunstwerken altijd een vorm van zelfportret FVV: Een genre relativering ook?

Dirk: Zeker en vast. Als je vaak reist leer je ook relativeren, dan ga je inzien dat wij hier in het Westen vaak problemen maken van volslagen onbenullige dingen. FVV: Je bent niet zoals vele kunstenaars een “getormenteerde ziel”?

Dirk: Daar wil ik me absoluut tegen wapenen! FVV: Moet kunst volgens jou per se een boodschap hebben?

Dirk: Neen, ik wil een beeld maken dat de mensen toucheert... meer moet dat niet zijn. Let op, ik heb het over “toucheren” en niet over “choqueren” want dat lijkt zo stilletjes aan de trend te worden. FVV: Jouw figuren hebben meestal kleren aan, soms zijn ze suggestief maar nooit volledig naakt...

Dirk: Klopt, ik hou ervan om kleedjes te maken (lacht). Als ik aan het boetseren ben in was of ik klei ben ik altijd benieuwd hoe een bepaalde structuur zich zal vertalen naar brons. Soms verwerk ik zelfs echte stoffen in de was, of leder, ik heb ook al koekjes verwerkt... louter omwille van de structuur. FVV: Uw beelden hebben vaak uw gelaatstrekken, is dat bewust?

Dirk: Neen, helemaal niet... ik kan dat eigenlijk niet uitleggen. Ik denk dat kunstwerken in zekere zin altijd een vorm van zelfportret zijn... Zeker en vast van het innerlijke maar vaak ook van het uiterlijke. FVV: Je legt bij wijze van spreken je hart en ziel in je kunstwerken.

Dirk: Zo is dat.

FVV: Hoe verklaar je dat de kunstpausen in ons land kunstenaars zoals jij en Sweetlove negeren, in zekere zin minachten?

Dirk: Tja, weet je... dat zijn allemaal mensen die ook iemand willen zijn in de maatschappij. En door kunstvormen of kunstwerken, waarvan iedereen zich afvraagt “is dit kunst?!”, te gaan ophemelen, forceren zij een nieuwe norm. En diegene die kan bereiken dat werken, waarvan velen zich vertwijfeld afvragen of het wel degelijk kunst is, tot kunst kan verheffen, dat is dan een grote man: een zogenaamd “toonaangevend” kunstkenner. Mij zien ze inderdaad niet staan. Als je veel verkoopt krijg je bovendien het etiket “commercieel” opgeplakt en word je bij wijze van spreken op dezelfde voet geplaatst als een schlagerzanger die veel plaatjes verkoopt. Weet je, ik ben mijn eigen weg gegaan, ik heb deze mannen niet nodig.

‘ Kunst moet voor zich spreken FVV: Wat denk jij over “Track” het groots opgezette kunstproject dat momenteel in Gent te zien is?

Dirk: Weet je, ik steek daar niks van op. Enkele jaren geleden ben ik naar de kunstbiënnale in Venetië geweest waar de kunstkenners zo mee op lopen. Welnu, was me dat een desillusie... jeetje... deprimerende boel allemaal. Neen, ik ben niet te spreken over zulke projecten, je zou er een dégout van kunst van krijgen... zo erg is het. Bij die kunstwerken krijg je steevast twee bladzijden uitleg. Dat alleen al is er teveel aan, kunst moet voor zich spreken. FVV: Toch wordt je ook gewaardeerd buiten de landsgrenzen...

Dirk: Ja, dat heb ik vooral te danken aan beurzen zoals Lineart. Daar ontmoet je mensen die je uitnodigen... en het ene geeft het andere de hand... Zo heb ik kunnen exposeren in galerijen in Nederland, Frankrijk, Zweden, Zwitserland, de Verenigde Staten en zelfs in Libanon. FVV: In Libanon of all places.

Dirk: Ja, toen ze me de eerste keer vroegen om te komen werd Beiroet net gebombardeerd door Israël... toen zat ik vast in

FVV • 7


‘ reportages

FVV • 8


Jordanië, lang verhaal... Maar de tweede poging is gelukt. Een zeer leuke ervaring. Ik was daar zowaar de grote meneer: ze kwamen me met de taxi halen om me naar de televisiestudio’s van de nationale zender te brengen voor een rechtstreekse uitzending. Die eer valt mij hier niet te beurt. In eigen land ben ik niet verder geraakt dan een korte reportage in het televisieprogramma 1000 zonnen (lacht). FVV: Geen sant in eigen land hé?

Dirk: Zeg dat wel. Bij mijn laatste tentoonstelling in Genève reed ik de boulevard op en zie ik borden staan van 4m² met foto’s van mijn beelden op... Hihi, dan heb je de neiging om uit te stappen, daar te gaan staan en te schreeuwen “Ik heb die gemaakt” (lacht). FVV: Ok, we hebben het begrepen, we zullen deze zomer barnum reclame maken voor je. Wat verwacht je eigenlijk van de tentoonstelling tijdens de Gentse Feesten?

Dirk: Ik ben vooral blij dat jullie mij de kans geven om eens uit de wereld van de galerijen te treden. In galerijen zijn de ruimtes beperkt. In het klooster zullen mijn beelden in een heel ander daglicht komen te staan, het ruimtegevoel zal heel anders zijn. Ik zal mij, bij wijze van spreken, kunnen permitteren om een ruimte te vullen met bijvoorbeeld 1 beeld... Ha, ik kijk er echt heel erg naar uit! FVV: Wij nog meer Dirk! Bedankt voor dit gesprek.

Martien

Bekijk ons Gentse Feesten programma op www.forumvlaamsevrouwen.be FVV • 9


‘ reportages

mijn werken ‘ Door tracht ik weerwerk te bieden aan al het negativisme in de wereld

FVV • 10


Het FVV Gentse Feesten programma: www.forumvlaamsevrouwen.be

FVV • 11


‘ reportages

FVV is 20 jaar meter van de kapel van De Drie Maagden in Kaaster Toen ik pas begon bij het FVV vond ik dat FVV moest inpikken op een initiatief van EH Luc Vrancxks van EUVO (Europa der Volkeren) om overal in Frans of ‘Zuid’ Vlaanderen Vlaamse huisnaamborden aan te brengen. Ondertussen hangen zowat overal, zowel aan gewone huizen als aan statige herenhuizen, boerderijen en estaminetten, leuke Vlaamse bordjes die refereren naar de vroegere bestemming van het pand. Iedereen die het wou kon ‘peter’ worden van een gebouw en een plakkaatje sponsoren. Zo werd FVV de eerste en tot hiertoe enige ‘meter’ … en dan nog van een kapel, meer bepaald van de kapel van de Drie Maagden in Kaaster. In 2012 zijn we twintig jaar meter van deze kapel. Ondertussen deden we een aanvraag om meter te worden van een tweede kapel, met name de kapel van Sente-Mulders of Sint-Mildreda in Millam. De aanvraag werd goedgekeurd voor 2013. Wat hebben beide kapellekens met elkaar gemeen? Ze zijn beiden gewijd aan vrouwen en … hun levens zijn stripverhaal-gewijs in het Nederlands (!) af te lezen van voor zich sprekende schilderijen. Schitterend!

FVV • 12


De oorsprong van de kapel van de Drie Maagden gaat terug tot de Karolingische tijd (819). De vroegste geschiedenis van de kapel is heel moeilijk na te trekken bij gebrek aan geschreven documenten. De eerste geschreven vermelding dateert pas uit 1475. Naderhand zijn we een stuk beter ingelicht over het gebouw en de merkwaardige en levendige verering van de Drie Maagden aldaar. De legende van de Drie Maagden Drie maagden, de H. Edith. H. Elfrida en de H. Sabina waren dochters van Kenulph, de koning van Mercia in Engeland. Ze weigerden een huwelijk met rijke edellieden omdat ze hun maagdelijkheid aan de Heer hadden toegewijd en deden om hun besluit kracht bij te zetten een belofte tot bedevaart naar het graf van de H. Petrus en Paulus in Rome. Ze reisden, tegen adviezen van familie in, alle drie samen. Ze kleedden zich in een grijze pelgrimsmantel, zeer sterk lijkend op kledij van de zusters van Sint-Klara, en mét de pelgrimsstaf, bedelend om te voorzien in hun levensonderhoud. Ze scheepten in aan de Engelse kust, landden in Mardijk en trokken via de Romeinse heirweg, de Steenstrate, naar Kassel. Eerst bezochten de drie maagden naar Engelse gewoonte, de Sint-Winoksabdij die toen nog gevestigd was in Wormhout, om er het ongeschonden lichaam van die Bretoense heilige te vereren. Daarna trokken ze naar Kassel om er de Sint-Salvatorkapel te bezoeken. Deze kapel werd door graaf Robrecht de Fries later omgebouwd tot de collegiale SintPieterskerk, na zijn overwinning in Kassel op Sint-Pietersdag. Volgende halte werd Eke, dat bevolkt was door een groep kluizenaars, waar de Heilige Wulmaar volgens Malbrancg werd vereerd. Ze zoenden de eeuwenoude eik achter het hoofdaltaar van de kerk, waarin de H. Wulmaar ooit z’n kluis had. Uiteindelijk kwamen ze aan in Kaaster, waar ze op een lommerrijke plaats in een bos hun maaltijd nuttigden. Ze waren achtervolgd door huurmoordenaars in opdracht van hun drie afgewezen Engelse edellieden, en werden vermoord. De legende verhaalt verder dat een blinde ridder uit de buurt van Strazele een verschijning of droom kreeg waarin 0.L.Vrouw voor hem verscheen en hem vroeg: “Wil je weer met je ogen zien? Ga daarom naar een bos waar je drie vermoorde maagden zult vinden.” Hij besteeg zijn paard en werd door krijsende vogels de weg gewezen naar de plaats waar in een plas bloed de lijken van de

drie maagden lagen. Hij wreef zijn ogen in met het bloed, en kreeg zijn gezicht terug. Hij belooft een kapel te bouwen ter ere van 0.L.Vrouw en er de drie maagden te begraven.

moord zou hebben plaats­ ‘ De gevonden op 8 december 819 Deze christelijke legende mag ons dan wel terug voeren tot de 9de eeuw, de oorsprong van een heiligdom is wellicht vele eeuwen ouder. Kaaster was in de Romeinse periode een legerkamp, gelegen aan een Romeins diverticulum. Maar het heiligdom is allicht nog stukken ouder. Het zou best kunnen dat de Drie Maagden verwijzen naar de drie nornen bij de Germanen, een verwijzing die op enkele honderden plaatsen in West-Europa terug te vinden is. Ook de verwijzing in de legende naar een Heilige Boom die ze kusten, wijst op een oud-Germaans gebruik. Bij de kerstening van de streek maakte de kerk gebruik van de bestaande oude Germaanse heiligdommen, die werden verchristelijkt. De legende bevat tal van duidelijke verwijzingen naar de Germaanse voorloper. Het volksgeloof kreeg evenwel de bovenhand en de Drie Maagden werden vereerd, terwijl ze nooit officieel door de kerk gecanoniseerd werden zoals veel andere heiligen.

door de bevolking ‘ Zeals werden martelaressen en zaligen beschouwd

Pas later, vanaf de contrareformatie, kon de kerk de cultus van de Drie Maagden in de schaduw stellen van 0.L.Vrouw. In de naamgeving van de kapel is dit zeer duidelijk. Waar men tot in 1650 steevast spreekt van de Drie Maagdenkapel zal vanaf dan meer en meer de naam van 0.L.Vrouwekapel opduiken, al werd 0.L.Vrouw er zeker al vanaf het begin vereerd. Vreemd genoeg was de devotie tot de Drie Maagden tot in Engeland verspreid. Aanvankelijk vierde men hun feestdag op 17 oktober, blijkbaar met de toestemming van Rome. Later werd hun naamdag op 8 december gevierd, de dag van hun overlijden. Thans is de hele verering sterk gericht op de naamfeesten van O.L.Vrouw, dit in overeenstemming met de grotere verering van 0.L.Vrouw van Gratie.

FVV • 13


‘ reportages Geschiedenis van de kapel Over de geschiedenis van de kapel is weinig met zekerheid gekend. Een aantal auteurs beweren dat de kapel eigendom was van de Orde van Malta, waarvan een commanderie in Kaaster (Eke) was gevestigd. Zonder een bron voor deze bewering op te geven, lijkt het er op dat ze zich baseren op het 18de eeuws plan van het hospitaaldomein, bewaard in het Rijks­ archief van Bergen, waarop inderdaad zowel het domein, de kapel, de molen en de kerk staan. Maar impliceert dat dan dat ook de kerk eigendom was van deze Orde? Het plan toont enkel de belangrijkste plaatsen van het dorp: kerk, kapel en molen. De molen was inderdaad eigendom van de Orde, maar gebouwd op grond van de parochie, want ze betaalt een jaarlijkse rente van 10 schellingen ‘pour la mote ou le molin siet’ aan de pastoor van Kaaster. Opvallend was dat in 1320 de commanderij geen eigen kapel bezat, maar wel de molen `ung molin a vent gisant en Ia paroisse de Eke assez pres de la maison’. De kapel was eigendom van de heren van Kaaster, zegt Witsoet in zijn Bewijsboek maar hij weet niet hoe dat gebeurd is. J. Malbrancq verwijst in zijn ‘De Morinis et Morinorum rebus’ uit 1647 naar een oud handschrift van rector Neufville (van voor 1450) waarin de legende zou vermeld staan. Dat handschrift is niet bewaard gebleven, zodat een archiefvermelding uit 1475 de oudste vermelding is van deze kapel. De kapel is ongetwijfeld véél ouder, daarvan getuige de ijzerhoudende zandsteen in de kapelmuur, die ons met zekerheid naar de 9de-10de eeuw brengt.

Mirakels in de 15de eeuw In de 15de eeuw zouden er, ook volgens Malbrancq, maar liefst 11 mirakels gebeurd zijn door toedoen van 0.L.Vrouw, waarbij doodgeboren kinderen weer tot leven werden gewekt. Zo werd op 5 juli 1493 het levenloze lichaam van het kind van Achilles Quabeur in de kapel gebracht

het weer tot leven ‘ waarna kwam en kon gedoopt worden FVV • 14

Deze mirakels waren geenszins een uitzondering in de streek, waar er gelijkaardige mirakels te noteren zijn in Poperinge, Krombeke, Broekburg, Bollezele, Sint-Winoksbergen. Tot op vandaag wordt de noveen gehouden als dank aan O.L.Vrouw voor de verkregen gunsten. Vroeger ging deze negendaagse door op het feest van 0.L.Vrouw Visitatie (juli). Dat verwees duidelijk naar het feit dat de blinde ridder een verschijning had gehad van O.L.Vrouw, die de plaats aanwees waar de dode lichamen van de Maagden in het bos te vinden waren. De noveen trok 1500 à 2000 gelovigen aan van alle omliggende dorpen. Later, na de afschaffing van de Jezuïetenorde werd de datum van de noveen verplaatst naar de zondag van Sint-Jan de Doper (laatste zondag van juni). Tot op heden wordt de noveen, die nog steeds op een levendige belangstelling kan rekenen, gehouden op die dag. De noveen wordt afgesloten, de eerste zondag na Sint-Jan de Doper, met een ommegang na de 11-urenmis. Het is de kortste processie uit de Westhoek die vertrekt uit de parochiekerk en trekt naar de kapel en de omliggende straten aandoet. De nachtelijke processie, op de laatste dag van de Noveen, vertrekt de tweede maandagavond van de noveen om 21u en brengt het H. Sacrament terug van de kapel naar de kerk.

Oorlogen teisteren de kapel Met de Godsdienstoorlogen wordt de kapel en de inboedel vernield door de geuzen, maar lijken de schilderijen gered. Een nieuw Mariabeeld wordt gemaakt (1576) en de devotie herleeft, zeker onder het bewind van Albrecht en Isabella. Vanaf 1635 leidden de Jezuïeten er, voor meer dan 60 jaar, de Mariadagen. De inval van de Fransen zorgt er voor dat de streek deels wordt verlaten en de devotie voor een korte tijd verdwijnt. Na de brand van de parochiekerk tijdens de Franse Revolutie wordt de kapel gebruikt als parochiekerk, maar nadien ook als legerhospitaal en legerpaardenstal. Alle inboedel gaat verloren en als de kapel met het concordaat van Napoleon weer opengaat als voorlopige parochiekerk, moet alles opnieuw aangekleed worden. Zo zou een nieuw hoogaltaar pas opgericht worden door pastoor Goris in 1851. Midden in de kapel ligt een grote witte steen waar voor de Geuzentijd een marmeren mausoleum stond met de stoffelijke resten van de drie maagden. In 1860 zou diezelfde pastoor de resten van de drie maagden opgraven, in aanwezigheid van enkele leden van de kerk en raad.


Ze vonden er inderdaad menselijke resten, dierlijk gebeente, een gesp en een gevest van een dolk, die dermate verroest was dat die uiteenviel.

vond er ook een soort ‘ Men ‘taartje’ dat doordrenkt was van

vocht en een zoete geur verspreidde, de zgn. `anijskoeke’, te zien op het derde schilderij

De oudste afbeelding van de kapel dateert uit de 18de eeuw in het archief van de Hospitaalridders. Uit deze en enkele andere afbeeldingen weten we dat er tot in de loop van de 19de eeuw nog een Romaanse toren stond waar nu de toren staat. Het oudste deel van de kapel is het huidige middendeel, met een dichtgemetselde Romaanse zijdeur met erboven een muurteken dat een Bourgondische vuurslag voorstelt. De boogvensters wijzen misschien op opgetrokken Romaanse kerkramen. De oorspronkelijke toren uit de 12de of 13de eeuw viel in puin en werd herbouwd o.l.v. architect Croin in 1887. Onder de toren vond men het skelet van een man ‘van grote gestalte’ en waarvan men denkt dat het de blinde ridder van Strazeele was. Het voorste deel van de kapel is een vergroting in gotische stijl van na de Beeldenstorm. De schilderijen in de kapel Erg opvallend in de kapel is de reeks schilderijen die de legende van de Drie Maagden uitbeelden. Er wordt aangenomen dat er reeds schilderijen waren vóór de Godsdienstoorlogen, maar toen niet verloren gingen. In 1710 worden de schilderijen vernieuwd. Maar in 1827 moet een nieuwe reeks gemaakt worden,

in 1860 reeds hersteld. Er waren zes schilderijen, waarvan er vier verloren waren. Op initiatief van de Werkgroep de Nederlanden, en dankzij de financiële steun van vele honderden Vlamingen van aan weerzijden van de Schreve. konden de twee schilderijen gerestaureerd en de vier schilderijen gereconstrueerd worden, op basis van een tekening uit 1895, behalve het zesde. De twee oude schilderijen zijn gerestaureerd door de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten uit Gent. De vier gereconstrueerde schilderijen zijn van de hand van schilderrestaurateur Bart Verbeke uit Gent. Ook de borden met de Nederlandse opschriften werden zorgvuldig gerestaureerd door heemkundige en kunstenaar J.C. Bottin. Ook op de gebrandschilderde ramen in de kapel kan men de legende aflezen. Op zaterdag 10 oktober 1992 werd aan de kapelmuur een Nederlandstalig bord onthuld dat er door de werkgroep EUVO en de Federatie van Vlaamse Vrouwen werd aangebracht. De plechtigheid werd bijgewoond door veel inwoners van Kaaster, die nog altijd bijzonder trots op en begaan zijn met hun kapel, vrienden van beide zijden van de Schreve en voorgezeten door mevrouw Demey, senator. Tijdens de 19de eeuw was het plafond van de kapel beschilderd en voorzien van Nederlandstalige teksten. Door oorlogsomstandigheden en slecht onderhoud van het dak ging deze plafondschildering verloren. Na de restauratie van de eigenlijke kapel en het dak, waarvoor het komitee van de kapel zich inzet, zal de Werkgroep de Nederlanden de plafondbeschildering weer in haar oorspronkelijke toestand trachten te brengen. Op die manier zal één van de opmerkelijkste religieuze gebouwen uit de Zuidelijke Nederlanden in al zijn glorie hersteld worden. Uit het boek: De Zuidelijke Nederlanden Een uitgave van Marnixring, Lieven Gevaert

FVV • 15


‘ reportages

MILDREDA KWAM VAN OVER HET BREDE WATER NAAR VLAANDEREN De Sente Mulderskapel te Millam, een pareltje over de Schreve

Het lieflijke Frans-Vlaamse dorpje Millam telt nauwelijk 700 inwoners en is 1236 ha uitgestrekt. Het werd in 1115 als Milham vermeld, hetgeen in het oude Germaans verwijst naar een landtong uitspringend in een overstromingsgebied. Het was een uitsprong van het vasteland in de voormalige Aa-golf, een inham van de Noordzee. Met de laatste Duinkerkse transgressie kwam het dorp diep in het vasteland te liggen. Dit overwegende landbouwdorp in het Broekburgambacht behoorde eertijds tot het bisdom Sint-Omaars. Tot laat in de jaren zeventig van de vorige eeuw sprak een kleine meerderheid nog steeds Vlamsj. Er is een gehucht in Millam, dat luistert naar de naam “Barrière de France” of “Frãnsje Barrière” in de volksmond. Het is een benaming uit de tijd van Lodewijk de 14e. In het dorp pronkt een Vlaamse laatgotische Sint-Omaarskerk (15e eeuw en 1607) met een machtige vieringtoren en een fraaie spits. De kerk werd in de 17e eeuw verbouwd met houten gewelven. Er is een 13e-eeuwse gotische kandelaar, een schilderij over het ‘Laatste Avondmaal’, een renaissance-preekstoel, een offerschaal in gedreven koper

FVV • 16


(16e eeuw), een schilderij toegeschreven aan Annibale Caracci (1560-1609) voorstellend de Heilige Maagd en haar kind die de slang pletten, voorts 17e-eeuwse altaren, waarvan één uit de abdij van Sint-Winoksbergen afkomstig is, verder nog prachtige schilderijen waaronder de “Verering van het graf van SintErkembode”, bisschop van Terwaan en abt van Sint-Bertijn, overleden in 742, alsook nog andere schatten.

Volgens een andere overlevering zou de prinses door haar vader vervolgd zijn, doch ze kon ontsnappen en vond refuge in Millam. Toen het wat rustiger werd, keerde ze terug naar Engeland, waar ze intrad in een klooster bij Ramsgate, dat kort voordien door haar moeder Ermenberge werd gesticht. In dat klooster verenigde Mildreda zeventig gezellinnen. Omstreeks het jaar 700 stierf de Heilige Mildreda.

Maar Millam is vooral bekend omwille van de Sint-Mildredakapel of Sint-Mulderskapel uit 1702. In een schilderachtig dallandschap bevindt zich dit prachtige eenbeukige bedehuis getooid met een toren aan het koor. Twee houten beelden verwijzen naar de heilige, naast beelden van Sint-Katharina en SintAgatha. Op zeer fraaie wijze wordt het leven van de Heilige Mildreda afgebeeld in zes documentaire schilderijen uit 1780 van de hand van de Duinkerkenaar Bernard Pieters. Bij elke schilderij horen mooie Nederlandse teksten.

Een tijdje kwamen bedevaarders naar de kapel om van moeraskoorts te genezen. Men putte water uit de beek. Ook werd Mildreda aanroepen door aanstaande moeders, bij koorts en bij kinderkwalen. Elk jaar op 13 juli vindt een eredienst en plechtigheid aan de kapel plaats.

Wie was Mildreda? Mildreda was een Saksische prinses uit Thanet, een eiland in de monding van de Theems in Kent. Ze was een bloedverwante van koning Ashelred, die bekend staat als de eerste christelijke koning van Engeland. Ze stak het Nauw van Kales over en verbleef in Frankrijk meer bepaald in de abdij van Chelles in de buurt van Meaux ten oosten van Parijs. Volgens bepaalde bronnen zou ze na haar verblijf in de abdij van Chelles naar Millam gekomen zijn dat toen aan een inham van de Noordzee lag. Per schip keerde ze naar Engeland terug nadat ze een kleine kluis in Millam had laten bouwen.

Oostende

Maar Sinte-Mulders staat er hopelijk nog voor eeuwen….. Leo Camerlynck

Brugge Gent

Duinkerke

Millam

Kapel van de Drie Maagden Rue de la Chapelle 59190 Kaaster, Frankrijk

Kortrijk Kaaster

Saint-Omer Lille Frankrijk

In 2010 overleed de heer De Zutter, die in het fraaie Vlaamse huisje naast de kapel met vrouw en kinderen woonde. De man sprak vloeiend Vlamsj. Hij verwelkomde mij telkens met de woorden: “Ô’ je noar Sinte-Mulders komt, zy je assan welkom mô je moet my prevenier’n.” Trots opende hij telkens de deur van de kapel en verwijzend naar de schilderijen zei hij iedere keer opnieuw: “Kykt e kè wëkken sjoone tabloos da’ zyn. En vanoender zyn er spreuk’n in ’t Vlamsj. Ek kan Vlamsj klapp’n mô ‘k en kan ’t nie leez’n. Kënje gy da leez’n, tê?”. Ik antwoordde “ja”. Waarop hij repliceerde “Ol de Belzjieksje meins’n kënnen da verstoan. ’t Es wreeë spytig dat ’t Vlamsj teniete goat in nuuze proches…”. Zijn zoon kent nog ’n mondje Vlamsj.

België

Kapel Van Sint-Mildreda Chemin de Sainte-Mulders Voie communale 15 59143 Millam, Frankrijk FVV • 17


‘ reportages

25 jaar Marguerite Yourcenar Op 17 december 1987 wandelde ik op de Zwarte Berg tijdens één van mijn talrijke bezoeken aan Frans-Vlaanderen. Plots scheurde een hevige wind door de takken van de naakte bomen van het bosrijke domein “Mont Noir”. Het was een kortstondige doch felle windstoot. Thuisgekomen vernam ik op radio en televisie dat Marguerite Cleenewerck de Crayencour op 84-jarige leeftijd overleden was op Mount Desert Island in de Amerikaanse staat Maine. Het was alsof er op die bewuste dag uitgerekend op de Zwarte Berg een signaal uit de hemel kwam. Een paar jaar voordien werd ze geëerd en gevierd in het Frans-Vlaamse Belle (Bailleul) en in het aanpalende Sint-Jans-Cappel, waar ze haar jeugd op de Zwarte Berg doorbracht, korte tijd na haar geboorte in Brussel op 8 juni 1903.

Marguerite Yourcenar en de Vlaamse schilderkunst Van 13 oktober 2012 tot en met 27 januari 2013 in het Musée de Flandre, Grote Markt te Cassel (Frans-Vlaanderen)

Een kwarteeuw geleden ging Marguerite Yourcenar van ons heen en om dat te herdenken organiseert het “Musée départemental de Flandre” in samenwerking met de “Villa départementale Marguerite Yourcenar “ een multidisciplinaire tentoonstelling, waarin literatuur en schilderkunst centraal staan.

FVV • 18


expositie wil zo op een ‘ De nieuwe manier, door de ogen

van Marguerite Yourcenar, de subtiliteit van de Vlaamse schilderkunst observeren en kennis laten maken met de hele complexiteit van een bijzondere literaire persoonlijkheid

De schilderkunst was een van de grote liefdes van Marguerite Yourcenar en een grote inspiratiebron voor haar boeken. De schilderij “De bekering van Sint-Paulus” van Pieter Bruegel de Oude, die te bewonderen is in het Brusselse Museum voor Schone Kunsten inspireerde de schrijfster om “L’Oeuvre au Noir” neer te pennen, een eerste maal in het woelige jaar 1956 en later in 1968. Marguerite Yourcenar hield ontzettend veel van de Vlaamse kunst, met name van de werken van Pieter Bruegel en Jeroen Bosch. Uitgerekend de schilderijen van deze schilders fascineerden haar. “Gedurende haar hele leven breidde zij haar kennis van de Vlaamse schilderkunst uit, door musea in de hele wereld te bezoeken en ansichtkaarten te verzamelen met de grote kunstwerken van de Vlaamse meesters”, vertrouwen de organisatoren ons toe. Uiteraard heeft deze Vlaamse sensibiliteit grotendeels te maken met de wortels van haar familie en haar jeugd op de Zwarte Berg. Het wordt door Marguerite Yourcenar gebruikt om een van haar sterkste romans te schrijven, namelijk het reeds aangehaalde “L’Oeuvre au Noir”, dat zich voor het grootste deel in het 16e-eeuwse Brugge afspeelt. Onder invloed van de grote Vlaamse schilders uit de 15e en 16e eeuw en volksprenten herschaapt ze interieurs, landschappen, scènes uit het dagelijks leven in Vlaanderen.

“Deze dialoog tussen literatuur en schilderkunst komt terug in de expositie ‘Marguerite Yourcenar en de Vlaamse schilderkunst’, die de bezoeker een nieuwe benadering biedt van de Vlaamse schilderkunst, namelijk via het prisma van de sensibiliteit en het werk van een groot schrijfster uit de 20e eeuw”, benadrukken de organisatoren.

Leo CAMERLYNCK Voorzitter Stichting Zannekin Vicevoorzitter (1989 – 1999) van het “Internationaal Documentatiecentrum Marguerite Yourcenar” (CIDMY)

FVV • 19


‘ ActUA

Marissa, ervaringen van een jonge Chileense in Vlaanderen Onze eerste ontmoeting dateert van drie jaar geleden, het was kort voor de paasvakantie: Marissa Marin, een en al zuiderse levensvreugde, vol goesting om de wereld te ontdekken, nieuwe mensen te leren kennen, ervaringen te delen… kortom iemand met zin in het leven! Op dat moment sprak ze vloeiend Engels, nu drie jaar later spreekt ze vloeiend Nederlands. In augustus ruilt ze Vlaanderen voor Zweden, reden genoeg om haar nog eens snel voor de micro te halen.

FVV: Stel jezelf eens voor aan onze lezers!

FVV: Dat was wellicht niet simpel voor je mama?

Marissa: Ik ben Marissa Marin, 34 jaar, geboren in Los Vilos in het noorden van Chili, aan de zee.

Marissa: Neen, in Los Vilos werkten mijn ouders samen in de apotheek van mijn oma. In Santiago kon mijn moeder aan de slag als hulpje in een apotheek.

FVV: Maar je hebt ook lang in de hoofdstad Santiago de Chile gewoond, niet?!

Marissa: Juist, mijn ouders zijn gescheiden toen ik tien jaar was. Dan ben ik met mijn mama, een van mijn zussen en mijn broer naar Santiago verhuisd.

FVV • 20

FVV: Toen ik je leerde kennen, konden we makkelijk communiceren omdat je vlot Engels sprak. Had je dat geleerd op school?

Marissa: In zekere zin wel, ik heb mijn laatste jaar van de middelbare school in Iowa in de Verenigde Staten gedaan, als uitwisselingsstudente… heel leuk!


was voor mij onmiddellijk ‘ Het duidelijk: ik wou Nederlands leren.

FVV: Terug in Chili ben je begonnen aan universitaire studies?

Marissa: Ja, ik heb Engels en Japans gestudeerd. FVV: Hoe komt een Chileense erbij om Japans te gaan studeren?

Marissa: De mentaliteit van de mensen. In België is iedereen heel erg op zichzelf, veel meer dan in Chili. FVV: Zou het niet kunnen dat jullie veel meer op elkaar aangewezen zijn omdat er geen sociaal vangnet is, zoals in ons land?

Marissa: Goh, ik leer erg graag talen en in Iowa had ik Japanse mensen ontmoet… vandaar mijn keuze voor Japans. Maar ik zou het nooit in mijn hoofd halen om in Japan te gaan wonen. De mentaliteit van de mensen is er zo anders, daar zou ik nooit aarden!

Marissa: Ja, wellicht wel, er is geen stempelgeld, er zijn geen uitkeringen allerhande. Maar toch… in Chili lopen mensen spontaan veel meer bij elkaar binnen dan hier bij jullie.

FVV: Wat deed je na je studies?

Marissa: Oh ja, dat is nog een van de grote verschillen. In Chili kwam ik alleen maar in contact met Chilenen. Je maakt er hooguit kennis met Peruviaanse en Boliviaanse gastarbeiders want Chili doet het economisch nog altijd beter dan haar buurlanden. In België kom je gewoon de hele wereld tegen. Heel boeiend en vooral heel verrijkend is dat!

Marissa: Na mijn studies heb ik acht jaar lesgegeven: Engels. FVV: En dan… heb je de grote stap gezet?

Marissa: Inderdaad, dan ben ik naar Vlaanderen gekomen. FVV: Waarom ons land en niet Frankrijk, Engeland, Duitsland… noem maar op…

Marissa: Oorspronkelijk wou ik alleen maar mijn mama bezoeken die in 2008 naar België kwam om er mijn broer te bezoeken. Mijn broer was een beetje het zorgenkindje van de familie, hij had niet gestudeerd en vond geen werk in Chili, vandaar dat hij in 2007 besliste om het in België te proberen. Hij is hier nog, woont in Brussel en heeft een dochtertje van vijf. Tijdens haar bezoek aan haar zoon besliste ook mijn mama om hier te blijven… en ik volgde in haar voetspoor (lacht). FVV: Was het een cultuurshock voor je?

Marissa: Neen hoor, ik kwam uit Santiago de Chile hé en daar is het leven vrij gelijkend. FVV: Wat viel je het meest op toen je hier kwam wonen?

FVV: Hoe ervaar je de multiculturele samenleving in ons land?

FVV: Zijn er ook dingen die je minder leuk vindt aan ons land?

Marissa: Ja, het gebrek aan groen tussen twee gemeenten. Jullie bouwen alsmaar door en door… gemeenten raken elkaar… binnenkort is hier volgens mij een schrijnend gebrek aan natuur… en dat is jammer. FVV: Oké, terug naar je aankomst hier, wat was het eerste wat je hier wou doen?

Marissa: Dat was voor mij onmiddellijk duidelijk: ik wou Nederlands leren. Ik heb me onmiddellijk ingeschreven voor Nederlandse lessen op het hoogste niveau. FVV: En met resultaat, je hebt echt wel een talenknobbel.

Marissa: Ja, talen zijn mijn grote passie hé.

FVV • 21


‘ ActUA Het gekke is dat toen ik na 1 jaar besliste om aan de KU Leuven antropologie te studeren, alle lessen in het Engels gegeven werden en ik mijn kennis van het Nederlands niet eens nodig had. In mijn geval was dat een meevaller.

Marissa: Neen, ik was niet meer alleen: ik was zwanger van David, een toffe peer uit Berlijn die ook op de boerderij woont. Op 25 april 2012 ben ik bevallen van mijn lieve dochtertje Amanda Olivia (glundert).

FVV: Toen je net ingeschreven was aan de universiteit kon je tijdens de Gentse Feesten 2010 studentenwerk doen bij het FVV.

FVV: Marissa, wat betekent het woord ‘identiteit’ voor iemand als jij?!

Marissa: Ja, dat was super. Bovendien was het een Japans project: ‘Titia, de eerste westerse vrouw in Japan’ waardoor ik mijn kennis van de Japanse taal kon bovenhalen (lacht). FVV: Een jaar later, in augustus 2011 besloot je een tijdje te gaan leven in een Zweeds ‘Wwoof project’. Wat is Wwoof?

Marissa: Wwoof is een wereldwijd netwerk van ecologische boerderijen, die ijveren voor een duurzame levensstijl. In ruil voor vier tot vijf uur licht vrijwilligerswerk op het land we kweken enkel groenten en kippen - krijg je kost en inwoon. FVV: De natuur en het ecologisch welzijn liggen je nauw aan het hart?

Marissa: Ja, heel erg. Ik ben al jaren vegetariër en ik ben onderlegd in Bachbloesemtherapie. FVV: Eind augustus 2011 stond je terug in Gent… maar je was niet meer alleen…

Marissa: (denkt lang na). Weet je zolang ik in Chili woonde, heb ik daar nooit bij stilgestaan. Pas toen ik naar hier kwam en ik overal werd voorgesteld als Marissa uit Chili of als ‘de Chileense’ werd ik mij bewust van mijn identiteit.

verband was het leuk dat ‘ InFVVdatFiesta Chilena’s organiseerde: Vlamingen laten kennismaken met alle aspecten van onze cultuur: klederdrachten, muziek, poëzie en vooral onze culinaire geneugtes… zalig was dat!

FVV: Wat zal identiteit betekenen voor je dochtertje?

Marissa: Tja, dat zal iets heel speciaals worden: een Chileense mama, een Duitse papa en opgroeien in Zweden… ik ben heel benieuwd. Officieel zal ze de Duitse nationaliteit hebben. FVV: Ik vrees dat deze stap toch de grootste zal zijn van alle stappen die je tot hiertoe gezet hebt!

Marissa: Ja, ik weet het: van het overbevolkte België naar een afgelegen boerderij in het noorden van Zweden. De omgeving is er prachtig, de natuur groots… de ideale plek voor Amanda om zorgeloos op te groeien… denk ik… FVV: Mag ik jullie een zalig en stressloos leven toewensen als ‘wwoofers’ in Zweden!

Martien

FVV • 22


(deel 2)

vlaanderen - nederland “Martien, wanneer is de volgende deadline?”, vraag ik, “en wat zijn de reacties op mijn vorig artikeltje?” “Positief”, antwoordt Martien, “Nederland blijft altijd een beetje vreemd voor Vlaanderen”. “Weet ik maar al te goed”, antwoord ik. Maar is dit niet aan het beteren de laatste tijd (door de economische crisis, de Belgische tweespalt, de wereld die kleiner wordt…)? Of denk ik dat maar, omdat ik zelf enthousiast ben geworden over Nederland?

EUFORIE ‘s Ochtends op Koninginnedag verschijn ik in een oranje T-shirt bij het ontbijt. Als enige. Man of dochters hebben niet eens een oranje sok of oorbel aan … teleurstellend noem ik dat! Ik zet de tv aan al was het maar om even te kijken naar prinses Maxima, Nederlands favoriete lid van de Koninklijke familie, en haar schoonfamilie. Ze draagt een mooi goudkleurig pak met een zwart lint dat refereert naar haar schoonbroer Friso die in coma ligt. Het oogt subtiel en medelevend tegelijk … oh nee, krijg ik nu ook al koningssympathieën…? Ik vermoed dat de meeste Vlamingen deze traditie niet kennen maar elk jaar op Koninginnedag bezoekt de hele Koninklijke familie één of twee Neder-

landse steden. Hier worden ze door de plaatselijke bevolking ontvangen en er worden allerlei ouderwetse dansen, ambachten en spelletjes (zoals koekhappen) opgevoerd. In ieder geval, Kees en ik trekken die middag naar Amsterdam. Dat bruist van sfeer met zijn smartlappen uit de Jordaan, grachten vol oranje feestboten en natuurlijk de creatieve kinderkraampjes. We kwamen zelfs een Vlaming tegen die voor de gelegenheid zijn hond in Belgische kleuren had gestoken… Oranje en Belgische scènes aan de grachtengordel van Amsterdam…

FVV • 23


‘ ActUA ALLEEN OP CAFÉ Vlaamse vrouwen gaan wel eens alleen op café, voor zover ik me herinner uit mijn Vlaamse tijd. Niet dat ik of andere Vlaamse vrouwen dat ook echt doen. Maar wie wil, kan wel en wordt niet scheef bekeken. Dit is anders in Nederland. Zelfs in het vrije en geëmancipeerde Amsterdam is het not done of komt het zielig over. Ik snap het niet helemaal: Nederlandse vrouwen zijn goed ‘gebekt’ (zoals men dat zegt) en zeggen geëmancipeerd te zijn. Hoort de vrijheid om alleen een drankje te drinken daar niet bij dan?

vrouwen gedragen zich ‘ Vlaamse vrouwelijker en zachtaardiger, maar zijn uiteindelijk meer geëmancipeerd: werken full time en kunnen wél alleen de bar in…

Weten jullie trouwens hoe men hier bier schenkt? Vooraf wordt het glas gespoeld met koud water om het de juiste temperatuur te geven. Om aan de klant te bewijzen dat het glas gespoeld is, gaat het bier er onmiddellijk in, met de waterdruppels nog aan

de randen. Dit is in Vlaanderen ‘not done’ en als het op bier drinken en schenken aankomt, verdienen wij als Vlamingen toch alle autoriteit, nietwaar? Het blijft een vreemd gezicht, die verdampte druppels aan de binnenkant van het glas ogen niet echt proper (of ‘schoon’ om het op zijn Nederlands te zeggen).

DWDD Ik kijk meestal Nederlandse televisie. Dat heb ik lang geleden met mezelf afgesproken: ik kijk naar het nieuws en andere programma’s uit mijn gastland. Mijn huidige favoriet is ‘De Wereld Draait Door’. Dat heeft natuurlijk te maken met die charismatische Matthijs van Nieuwkerk. Alleen al betekenis geven aan zijn orkaan aan woorden, is een uitdaging op zich. Gisteren maakte hij de nieuwe presentator van Zomergasten bekend: het wordt onze eigenste Jan Leyers! Ik kijk er naar uit!

BELGEN EN HUN AGENDA Vraag je een Nederlander hoe het met hem gaat, dan antwoordt hij steevast: ‘druk, druk, druk’. Een Vlaming antwoordt waarschijnlijk met ‘ja…het gaat’, maar zeker niet met ‘druk, druk, druk’. Heeft een Nederlander het dan echt zoveel drukker dan een Vlaming? Nee hoor. Maar ‘druk druk’ klinkt beter én belangrijker. En wie wil er nu niet belangrijk overkomen, vinden ze in Nederland. Vlamingen dus. OP SOLDENJACHT IN NEDERLAND Ze zijn hier al begonnen, de solden … Nederland heeft de uitverkoop helemaal losgelaten en de winkelier bepaalt zelf wanneer hij of zij start met 20, 30 of 50 %. Nederland is bij uitstek een land van regels, maar voor de solden (of uitverkoop) geldt een grote uitzondering. Een reden voor mijn familie uit België om naar Arnhem te komen. Het is hier sowieso al goedkoper en met de solden en vriendelijke winkeldames nu helemaal aantrekkelijk om eens in Nederland te shoppen!

FVV • 24


HOE GAAT HET MET JE? In het vorige nummer had ik het over de vrolijke manier van begroeten. Enkele dagen geleden ontmoette ik in de sportschool een kennisje die ik lang niet had gezien. “Hoe gaat het met je?”, vroeg ik. “Redelijk”, antwoordde zij. Ik schrok, er moest iets ergs zijn… Op mijn vragende blik antwoordde ze letterlijk: “Sorry dat ik je doe schrikken, maar er is kanker geconstateerd bij me”. Natuurlijk is het verschrikkelijk dat dit een levenslustige vrouw overkomt… Maar tegelijk zegt het ook hoe erg je eraan toe moet zijn voor je van de ‘vrolijke ontmoetingsregel’ af kan wijken…

MET AMERIKANEN DOOR NEDERLAND Ik ben hier een zogenaamde zzp-er. Dat staat voor zelfstandige zonder personeel. Ik organiseer toeristische uitstappen voor groepen en bedrijven en geef ook lezingen. De voorbije weken had ik Amerikaanse klanten die mij voor enkele dagen inhuurden als privé gids. Ik nam hen mee naar Amsterdam, de bloemenveiling in Aalsmeer, Keukenhof, de eeuwenoude stadjes Delft en Gouda, de polders die 5 meter onder de zeespiegel liggen, ... Het valt me iedere keer weer op hoe Nederland een duidelijke identiteit heeft voor buitenlanders: tulpen, Delfts blauw, windmolens, klompen, oranje, coffeeshops, Heineken, Ajax… Maar we kunnen ons hierbij wel de vraag stellen ‘Hoe Nederlands is Nederland eigenlijk’? Want deze symbolen zijn niet zó Nederlands zijn als men denkt... Nederlanders waren in de gouden eeuw al gewiekste handelaren en wisten tulpen en Delfts blauw wereldbekend en gewild te maken! Maar wist je dat de Gentse geleerde Clusius, toen directeur van de Hortus Botanicus, de tulpenbollenrage in gang heeft gezet? En dat een Antwerpse pottenbakker het Delfts blauw verder

ontwikkelde? En wist je ook dat de VOC schepen in de Gouden Eeuw zonder het geld, de kaarten en sterrenkundige kennis van de Vlaamse astronoom en cartograaf Pieter Plancius misschien nooit Nederlands India hadden kunnen bereiken om specerijen en Chinees porselein mee te brengen? Met andere woorden:

heeft zijn bloei tijdens ‘ Nederland de Gouden Eeuw ook te danken aan de kennis en het geld van migranten uit Vlaanderen!

Eén van mijn Amerikaanse klanten deed zaken over de hele wereld en was erg te spreken over zijn Nederlandse zakenrelaties. Tot een deal komen is even doorbijten, vertelde hij, maar als de Nederlandse klant eenmaal ‘ja’ zegt, wijkt hij er niet meer van af. Dan kan je erop vertrouwen dat er de dag nadien geen mail in de bus zit met bedenkingen of twijfels. De deal gaat door!

Heeft u naar aanleiding van dit artikel nog vragen of opmerkingen, dan hoor ik dat graag! Stuur dan een mailtje naar info@nl-xperience.com en ik beantwoord uw vragen zo snel mogelijk.

De deelnemers aan de FVVdriedaagse, in het teken van de Zeeuwse Zilte Zaligheden, kunnen op woensdag 22 augustus om 19.30 uur een lezing van Lut bijwonen. Zij zal het uitgebreid hebben over de verschillen tussen Vlaanderen en Nederland.

FVV • 25


‘ ActUA

Vrouwen ten tijde van Mercator In het kader van 2012: Mercatorjaar, vroegen we aan Wendy Serraris om een stukje te schrijven over de vrouwen ten tijde van Mercator. Net voor ze in bevallingsverlof ging mochten we van haar een tof artikel ontvangen. Wat valt er zoal over te vertellen over deze dames? Op het eerste zicht niet veel. De geschiedenis, zoals die beschreven staat in de geschiedenisboeken en kunstgeschiedenisboeken, is vaak een constructie van mannen. Tot voor kort waren het namelijk mannen die de geschiedenis optekenden. Gevolg is dat we weinig weten over vrouwen doorheen de geschiedenis. Hoe leefden vrouwen, waren er vrouwen die een belangrijke rol speelden, maatschappelijk, of bijvoorbeeld in bepaalde kunsten? Het is pas sinds de tweede helft van vorige eeuw dat we hier meer over te weten beginnen komen. Over bepaalde vrouwen is heel veel informatie verloren gegaan, omdat er bij hun leven nooit over hen is geschreven, en ze daarna zijn vergeten. Hierna volgt eerst een overzicht van hoe het leven van vrouwen in die periode er heeft uitgezien. Vervolgens worden een aantal vrouwen besproken die in deze periode hebben geleefd en een rol hebben gespeeld, op maatschappelijk vlak, of binnen één of andere kunstvorm. Dit lijstje is zeker en vast niet exhaustief.

FVV • 26


Huwelijk en gezin Meestal was men behoorlijk vrij in het kiezen van een huwelijkspartner, zolang men die keuze maar binnen de eigen sociale klassen en godsdienstige gemeenschap maakte, het leeftijdsverschil niet te groot was en de belangen van alle partijen in ere werden gehouden. Natuurlijk werd de keuzevrijheid verder beperkt wanneer er voor de familie grotere zakelijke of politieke belangen op het spel stonden. Maar toch luidde de algemene opinie dat de partnerkeuze niet al te sentimenteel, maar ook niet al te zakelijk mocht genomen worden. Ouders mochten hun kinderen niet dwingen vanuit zakelijke belangen, omgekeerd mochten kinderen niet koppig hun eigen zin willen doordrijven. Enige genegenheid voor elkaar werd wel nagestreefd. Maar dat neemt niet weg dat de families onderling vaak lang discussieerden over de materiële kant van het huwelijk. Ook bruiden hadden vaak wel wat in de pap te brokken en konden kandidaten weigeren. De meeste pasgetrouwde stellen zetten een eigen huishouden op. Dit wil zeggen dat ze bezit nodig hadden: stuk land, huis, huishoudelijke artikelen, landbouwwerktuigen, etc. Omdat een bruidschat nodig was, moesten veel vrouwen dus wachten tot haar ouders overleden waren en ze een erfenis had. Kwamen ze uit een arm gezin, dan moesten ze zelf werken voor hun bruidschat. Op 8 jaar begonnen ze dan in de huishouding te werken, tot ze rond hun 25 genoeg hadden om één en ander te kopen. De gezinnen waren in die tijd niet groot. Men trouwde laat, deed aan geboortebeperking (coïtus interruptus), de kindersterfte was hoog en de levensverwachting laag. Dit had een grote weerslag op de vrouw: een groot deel van haar gehuwde leven was zij zwanger, en dit werd vaak afgewisseld met periodes van rouw, omdat veel van haar kinderen hoogstens 5 jaar werden. Vrouwen van hogere standen werden nog vaker zwanger dan zij uit de laagste standen. Er was de noodzaak om voor een erfgenaam te zorgen, zodat het familiebezit doorgegeven kon worden. En vrouwen uit hogere klassen konden ook sneller terug zwanger worden. Dit kwam omdat voor hun zuigelingen op bevel van de echtgenoten een min werd ingeroepen. Mannen wilden namelijk niet afzien van seks, al geloofde men dat de melk hier zuur van werd. Vrouwen uit hogere standen gaven dus zelf geen borstvoeding en konden sneller terug zwanger worden.

Vrouwen die moesten werken brachten hun kinderen ook vaak naar een min, om door te kunnen gaan met hun werk en geld binnen te krijgen. Stadsvrouwen die werkzaam waren in werkplaatsen, brachten hun baby’s onder bij een min op het platteland. Het zogen gaf arme plattelandsvrouwen de kans wat geld bij te verdienen en andere vrouwen de kans om te blijven werken. Vrouwen moesten in het huwelijk gehoorzaam en onderdanig zijn aan hun man. Zo stond (en staat) het onder andere in de Bijbel, en die werd in die tijd als referentie genomen: ‘gij zult geene heerschappij gebruiken over uwen man, maar stil zijn’. Ook de klassieke humorenleer was in die tijd nog algemeen geaccepteerd. De naam is enigszins misleidend, want er was weinig om te lachen aan. De humorenleer is de belangrijkste geneeskundige leer van de middeleeuwen. Hij gaat terug op de theorie van de 4 levenssappen: bloed, gele gal, zwarte gal en slijm. Kort gezegd komt deze leer er, wat betreft sekseverschillen, op neer dat man en vrouw het spiegelbeeld zijn van elkaar. Het temperament van de vrouw is koud en vochtig, dat van de man warm en droog. Vrouwen golden als zwak, opvliegend, jaloers en leugenachtig. Mannen waren moedig, verstandig, gematigd en bekwaam. MAAR… Vrouwen moesten dan wel gehoorzaam en onderdanig zijn, mannen hadden ook hun grenzen: zij mochten niet te vaak uithuizig zijn, en werden geacht hun vrouw goed te verzorgen en met liefde te omgeven. Slaan en tiranniek gedrag waren uit den boze. Alleen vrouwen wier gedrag als volstrekt onverbeterlijk werd beschouwd, mochten worden geslagen. Maar dit pas nadat alle zachtheid en overredingskracht hadden gefaald.

zou nog tot 1976 duren voor ‘ Het gehuwde vrouwen zonder toestemming van hun echtgenoot een eigen rekening mogen openen bij een bank

FVV • 27


‘ ActUA Echtparen die eveneens een vriendschapsrelatie met elkaar hadden, belichaamden een premodern ideaal voor zowel katholieken als protestanten (in Nederland). De echtelijke relatie behoorde een toonbeeld van ‘volmaakte kameraadschap’ te zijn, waarin de partners elkaars meest intieme zorgen deelden en elkaars lasten verlichten. Maar anderzijds zagen ze de verhouding tussen man en vrouw nog steeds als patriarchaal. Ze eisten dus het onmogelijke: het vooropstaan van de wederzijdse liefde, en de absolute autoriteit van de man. Getrouwde vrouwen stonden onder voogdij van hun man. Zij konden zonder toestemming van hem dus geen goederen verkopen, of andere overeenkomsten aangaan. Vrouwen mochten alleen geld uitgeven aan gewone, dagelijkse huishouding. Deze handelingsonbekwaamheid van gehuwde vrouwen werd bij wet

pas afgeschat in 1958. Het zou nog tot 1976 duren voor gehuwde vrouwen zonder toestemming van hun echtgenoot een eigen rekening mogen openen bij een bank. In de praktijk werd er op die handelingsonbekwaamheid wel een uitzondering gemaakt, in de vorm van de ‘openbare koopvrouw’: Een vrouw die van haar man de uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming had om handel te drijven. Wilde de man dat ze hiermee stopte, dan moest hij een expliciet veto stellen. Maar zelfs al kon zij deze functies soms uitvoeren, haar identiteit werd toch steeds bepaald door haar vrouw zijn, haar moeder zijn. Echtscheiding was een zeer marginaal verschijnsel. Het kon formeel slechts ontbonden worden op grond van een paar redenen: impotentie, overspel (van de vrouw), apostasie (geloofsafval) of kwaadwillige verlating. Een andere oplossing was scheiding van tafel en bed. Het kwam echter weinig voor en meestal was het de vrouw die in de steek gelaten werd door de man.

Leven zonder man Het werd vrouwen door de autoriteiten vrijwel onmogelijk gemaakt een zelfstandig bestaan op te bouwen, zodat ze zich zoveel mogelijk gedwongen zouden voelen om te trouwen. Natuurlijk, er waren sowieso meer vrouwen dan mannen, en ze leefden meestal ook langer, dus niet alle vrouwen konden trouwen.

ging er van uit dat ‘ Men vrouwen hun lotsbestemming vonden in het huwelijk en een ongetrouwde vrouw was dus een vrouw die ‘nog niet getrouwd’ was.

Vrouw geeft geometrie aan mannen

FVV • 28

Ongetrouwde vrouwen vielen onder de voogdij van hun vader of zijn plaatsvervanger (meestal ander mannelijk familielid). De belangrijkste gedragsnorm voor een ongetrouwde vrouw was


lie, om ruzies tussen verschillende families te voorkomen. Helaas kon een hertrouwde vrouw worden gedwongen af te zien van haar rechten op het eigendom van haar overleden echtgenoot. Vrouwen die bewust kozen ongehuwd te blijven, waren in de minderheid. Zo waren er natuurlijk vrouwen die er voor kozen hun leven in dienst van het geloof te leven, en als geestelijke maagden door het leven te gaan. Ook waren er dochters uit geleerdenmilieu’s die voor een ongetrouwd leven kozen, of dochters uit gegoede families die in het kader van een humanistische opvoeding gestimuleerd werden om hun talenten te ontwikkelen. Zij zagen geen heil in een combinatie van het moederschap met hun kunstzinnige of intellectuele bezigheden. Daarnaast had je nog de dienstbodes; vrouwen die hun leven lang bij een familie inwoonden en dienden. Deze dienstbodes mag men niet verwarren met de bedienden in die tijd, die niet hun hele leven aan 1 familie gebonden waren. Van hen werd vaak verwacht dat ze aan de seksuele behoeften van hun werkgever voldeden en de zoon des huizes seksueel inwijdden. Maar als ze zwanger werden, werden ze op straat gezet en konden ze nergens meer terecht.

kuisheid. Was zij geen maagd meer, dan was ze haar eer verloren, en had ze die van haar voogd aangetast. Er stierven veel mensen, dus waren er talrijke relatief jonge weduwen met kinderen. De ideale weduwe was kuis, eerzaam en bescheiden. Dat was een lastige opgave, want ze stond er alleen voor. Ze was nu zelf hoofd van haar huishouden, en was zelf verantwoordelijk voor haar doen en laten. Alleen in strikt juridische aangelegenheden had ze nog een voogd nodig. Het kwam vaak voor dat de vrouw na de dood van haar man zijn bedrijf voortzette. In de praktijk kwam dat er op neer dat ze zich bezig hield met de bedrijfsvoering en een meesterknecht in dienst nam die de echtgenoot op de werkplek verving. Maar het gebeurde ook dat het bedrijf werd verkocht en de weduwe op haar eigen manier de kost ging verdienen. Er werd een weduwe aangeraden om snel te hertrouwen, en ze moest zich dan naar die nieuwe echtgenoot voegen. Ze diende hierbij ook in overleg te treden met haar vroegere schoonfami-

Een kwart tot een derde van de huishoudens bestond uit alleenstaande ongetrouwde vrouwen. Ze huurden kleine onderkomens en deden jobs die bijna niet verdienden (bv spinnen) en maakten in hun ‘vrije tijd’ ook nog voorwerpen om te verkopen (bv zeep, kammen, …).

Vrouwenwerk Doorheen het voorgaande werd het al duidelijk: vrouwen in de 16e eeuw zaten niet thuis, maar werkten. Vaak omdat ze voor zichzelf moesten zien te zorgen, maar zelfs als dit niet het geval was. Op het platteland hielpen ze mee met al het boerenwerk. Zelfs adellijke vrouwen namen deel aan het werk, op leidinggevend niveau dan wel, als hun man weg was (en dat was hij vaak: naar het slagveld). In de stad bestond haar job er vaak uit dat ze heel het huishouden bestierde. En vaak hielp ze daarnaast ook nog in de zaak van haar man. Vrouwen in de textiel waren tijdens de RenaisFVV • 29


‘ ActUA sance misschien wel het meest bevoorrecht. Vaak hadden ze de leiding in de familiezaak, over de werkkrachten. Er was één ‘bedrijfstak’ die bijna uitsluitend in handen van vrouwen was, en dat was de prostitutie. Het was vaak de enige optie die nog overbleef als je een onwettig kind had. Dit werk had toen geen recht van bestaan, maar ondanks alle wettelijke en morele verboden was het niet uit te roeien. Er was toen nog geen sprake van raamprostitutie, maar vrouwen boden zich aan op straat of konden in de herberg besteld worden.

Belangrijke vrouwen ten tijde van Mercator Vaak komen we doorheen de geschiedenis alleen maar mannen tegen. Het is echt ‘his story’ die geschreven wordt. Dit komt voor een stuk omdat veel vrouwen doorheen de geschiedenis weinig kansen hadden om een belangrijke rol te spelen, en dus ook weinig noemenswaardig deden. Toch zijn er heel wat meer vrouwen die wel van belang waren dan we weten. Dat we dit niet weten, komt voor een stuk doordat die geschiedenis door mannen is geschreven. Sinds de vrouwenstudies zijn ontstaan, is men moeite gaan doen om die hiaten op te vullen. Meer en meer vinden we informatie van en over vrouwen uit verschillende tijdsperiodes. Ik wil samen met jullie nu een paar van die vrouwen bekijken. Sommige van deze vrouwen, zoals Elisabeth I van Engeland, zijn zo bekend dat ik ze hier niet ga bespreken. Het lijkt me interessanter om andere, minder gekende dames, hier te vermelden.

Anna Bijns Ik begin graag met een landgenote, Anna Bijns, die leefde van 1493 tot 1575. Zij was een Antwerpse (dus eigenlijk ZuidNederlandse) refreindichteres, schoolmeesteres en non. Zij bleef les geven tot ze 80 jaar oud was en verdedigde tijdens de reformatie de katholieke ‘moederkerk’ tegen wat zij als ketterse veranderingen beschouwde. Met name Martin Luther zag zij als de baarlijke duivel. De bijzonder orthodox-katholieke Bijns dichtte in de trant van de rederijkers maar mocht geen lid van dat

FVV • 30

genootschap worden omdat zij een vrouw was. Anna Bijns was de eerste auteur in de Nederlandse literatuur die haar grote succes vooral dankte aan de drukpers. Anna was de oudste dochter, ze had nog een zus en een broer. Vader was kleermaker en het gezin leefde en werkte samen in de kleermakerswinkel ‘de cleyne wolvinne’ aan de grote markt in Antwerpen. Het was haar vader die haar de liefde voor de woordkunst bijbracht. Er is van hem ook een referein bekend en hij bewoog zich binnen rederijkerskringen. Mogelijk nam Anna zelfs anoniem deel aan onderlinge wedstrijden binnen de kamer. Na de dood van haar vader en het huwelijk van haar zus, opende Anna samen met haar broer een school in Antwerpen. Van 1536 tot 1573 was zij als katholieke non schoolmeesteres in ‘het Roosterken’ waar ze bleef lesgeven in catechese, lezen, schrijven en rekenen totdat ze 80 jaar oud was.

was een van de zeldzame ‘ Zijvrouwen die deel uit mocht maken van de broederschap van onderwijsgevenden.

De Fransiscanen moedigden haar zelfs aan om haar werk’ chambres de rhétoriques (rederijkamers) te publiceren. Ze kreeg later ook erkenning van renaissancehumanisten, die haar loofden als een van de bestverkopende Nederlandse auteurs van de 16e eeuw. Haar werk bestaat uit religieuze en moraliserende gedichten, polemische refreinen tegen Martin Luther, liefdesgedichten en verschillende satires. In Nederland werd ze beschouwd als verdedigster van de contrareformatie. Protestanten die hun eigen heil ter hand konden nemen door zelf de Bijbel te lezen en te interpreteren, bespotte ze zo: ‘schrifture wordt nu in de taveerne gelezen. In d’een hand d’evangelie, in d’ ander den pot’. Anna was een notoire tegenstander van het huwelijk, waar ze geen goed woord voor over had. ‘Wreed huwelijk’ is de uitdrukking die Anna gebruikt om de handeling van het heilige huwelijk te beschrijven dat zo vurig vereerd werd door anderen. Ze spot openlijk met de volgens haar naïeve meisjes die zich zon-


der nadenken in een huwelijk storten, en noemt hen ‘sletten’ en ‘zwervers’. Destijds werden getrouwde vrouwen gezien als rolmodellen van de maatschappij. In Anna’s visie waren zij echter de belichaming van frivoliteit en domheid. Nog groter is haar afschuw voor de mannen in de samenleving, die in haar ogen niets anders doen dan drinken en onnodig misbruik maken van hun vrouwen. Anna’s werk vertoont vele trekken van de rederijkerspoëzie en tot die rederijkers wordt zij dan ook gerekend. Overigens werden de rederijkers gekenmerkt door een levendig gezelschapsleven, maar Anna Bijns heeft zich als vrouw nooit bij een rederijkerskamer mogen aansluiten. Hoewel ik me niet kan voorstellen dat ze hier om stond te springen. Lidmaatschap was uitsluitend voor mannen toegestaan.

Gaspara Stampa Werd geboren in Padua, in 1523. Haar vader, een juweel - en goudhandelaar, stierf toen Gaspara 8 jaar was. Haar moeder verhuisde toen met de 3 kinderen, Gaspara, zus Cassandra en broer Baldassare, naar Venetië. Ze gaf haar kinderen onderwijs in verschillende kunsten, zoals literatuur, muziek en schilderkunst. Gaspara en Cassandra waren zeer bedreven in zingen en het bespelen van de luit. Hun broer werd meer en meer geroemd als dichter. Hun huis werd al snel een literaire club, die

Het is goet vrouwe syn, veel beter heere ... Al is een vrouwe noch soo ryck van goeye, sy crycht haest een boeye aen haer beene, ist dat sy trout; maer blyft sy alleene, & sy haer reene& suyver gehouwen can, sy is heere & vrouwe: beter leven geene. Ic en acht niet cleene thouwelyck; nochtan: ongebonden best, weldich wyff sonder man. Uit: Ongebonden best, weeldig wijf zonder man.- Refereinen

door bekende Venetiaanse schrijvers, schilders en muzikanten werd bezocht en waar Cassandra en Gaspare dan optraden.

zoals dit vaak gebeurd, ‘ Maar was dit wel zeer vruchtbaar voor haar schrijfsels.

Toen haar broer stierf in 1544, leed Gaspara daar erg onder, en dacht ze er even over om non te worden. Maar na een crisis kwam ze terug tot ‘la dolce vita’ en ze kreeg een affaire met graaf Collaltino di Collalto, aan wie ze de meeste van haar 311 gedichten opdroeg. De relatie brak af in 1551, doordat zijn interesse afnam, maar ook omdat hij vaak weg was uit Venetië. Gaspara was hier kapot van, maar zoals dit vaak gebeurd, was dit wel zeer vruchtbaar voor haar schrijfsels. Het resultaat was een collectie van prachtige, intelligente, en assertieve gedichten, die haar een blijvende reputatie gaven. Uiteindelijk, in de geschiedenis, wordt Collaltino alleen nog herinnerd vanwege z’n relatie met Gaspara. Hierna zou Gaspara nog een relatie hebben gehad, maar anderen geloven dat ze een courtisane zou zijn geweest. In 1550 werd Gaspara lid van de Accademia dei Dubbiosi, onder de naam Anaxilla. Er was nog even een opflakkering van haar relatie met Collaltino, maar uiteindelijk bloedde die toch helemaal dood en begon ze een relatie met Bartolomeo Zen. Tussen 1551 en 1552 had Gaspara een rustige tijd, maar daarna werd haar gezondheid slechter. Ze trok voor een paar maand naar Firenze, in de hoop dat het mildere klimaat haar gezond-

FVV • 31


‘ ActUA heid goed zou doen, maar toen ze terug in Venetië kwam, kreeg ze koorts en 14 dagen later stierf ze, op 23 april 1554. Slechts drie van haar gedichten waren gepubliceerd tijdens haar leven. In oktober van dat jaar werd haar werk postmortem gepubliceerd, geredigeerd door haar zus.

Veronica was zeer goed geschoold, en ze schreef 2 poëziebundels, in 1575 en 1580. Ze publiceerde boeken met brieven en maakte bloemlezingen van werken van bekende schrijvers. Succesvol als courtisane en literator richtte zij een liefdadigheidsinstelling op voor courtisanes en hun kinderen. Ze kreeg zelf ook 6 kinderen, waarvan er 3 jong stierven.

Veronica Franco

In 1975 moest Veronica Venetië verlaten vanwege de pest­ epidemie en ze verloor veel van haar rijkdom doordat haar huis werd geplunderd. Toen ze in 1577 terugkeerde, verdedigde ze zichzelf in een proces van de Inquisitie, die haar van hekserij beschuldigde. De aanklacht werd ingetrokken. Er zijn aanwijzingen dat haar contacten met de Venetiaanse adel bijdroegen aan de vrijspraak.

Was een Italiaanse dichteres, geboren in 1546 en gestorven in 1591. Zij leefde net als Gaspara in Venetië. Veronica was een van de meest bekende courtisanes in Venetië tijdens de Renaissance. Je had 2 soorten courtisanes: de cortigiana onesta, de intellectuele courtisane en de cortigiana di lume, die van de lagere klassen. Veronica behoorde tot de eerste, en bewoog zich in de hoogste kringen.

In datzelfde jaar stelde ze voor om een armenhuis voor vrouwen op te richten. Zij wilde het beheren, maar het voorstel werd afgewezen. Op dat moment zorgde ze niet alleen voor haar eigen kinderen, maar ook voor haar neefjes, die wees waren geworden tijdens de pest. Van haar latere leven is weinig bekend. Zij kreeg haar vrijheid maar er zijn aanwijzingen dat ze al haar rijkdom kwijtraakte. Toen haar laatste begunstiger stierf, bleef ze achter zonder financiële steun. Waarschijnlijk stierf ze in armoede.

Veronica’s moeder was ook zo’n cortigiana onesta, en Veronica leerde de kneepjes van het vak van haar moeder. Ze leerde haar natuurlijke charmes en talenten te gebruiken om een financieel aantrekkelijk huwelijk te sluiten. In haar tienerjaren huwde Veronica een rijke arts, maar dit huwelijk liep stuk. Voor haar 18e kreeg zij haar eerste kind en om hun onderhoud te voorzien, bood Veronica zich als courtisane aan bij rijke mannen. Al snel bewoog ze zich in de kringen van de hoge adel en ze had een kortstondige verhouding met Hendrik III van Frankrijk.

Een van haar beroemdste citaten is het volgende: ‘Als ook wij worden bewapend en getraind, kunnen we mannen ervan overtuigen dat we handen, voeten en harten hebben zoals die van hen. En hoewel we fijnzinnig en zacht zijn, zijn er mannen die fijnzinnig en sterk zijn. En anderen die grof en hard zijn, zijn laf. Vrouwen beseffen dit nog niet, maar als zij zouden besluiten om dat te doen, dan zouden ze in staat zijn om te vechten tot de dood. En om te bewijzen dat ik de waarheid spreek, zal ik onder zo vele vrouwen de eerste zijn die in actie kom, een voorbeeld stel voor hen om te volgen.’

Al in 1565, toen ze 20 was, werd ze opgenomen in ‘il catalogo di tutte le principale e piu honorate cortigiane di Venezia’, waarin de namen, adressen en honoraria van de belangrijkste prostituees van Venetië waren vermeld en weldra werd ze hierbinnen een van de meest prominente.

Kenau Simonsdochter Hasselaar

FVV • 32

Werd geboren in 1526 als tweede dochter in een gezin met aanzien in Haarlem. In 1544 trouwt ze, 18 jaar oud, met Nanning Gerbrantszoon Borst, telg uit een Haarlems scheeps­ makersgeslacht. Ze krijgen 3 dochters en een zoon.


ze een legertje van ‘ Zozo’nvoerde 300 vrouwen aan, die vanaf de muren de stad verdedigden. Ze schoot op de Spanjaarden en gooide met brandende pekhoepels.

Ze werd beroemd, niet alleen in Haarlem, maar in heel Nederland, als symbool voor weerbare vrouwen. In de verhalen die na het Beleg werden gepubliceerd werd haar rol steeds mooier en heldhaftiger. Een deel zal opgeklopt zijn, maar er moet wel een kern van waarheid inzitten. Kenau was zeker een vrouw die er uit sprong. Later zou ze zelfs van hekserij beschuldigd worden, net als haar dochters. Het is het beste bewijs dat ze sommige mannen zenuwachtig maakte.

Haar man sterft in 1562 en Kenau beheerde vervolgens haar mans scheepswerf. Zoals ik al vertelde in het algemene gedeelte, was dit de gewoonte. Minder gebruikelijk echter was dat zij zich heel zelfbewust ‘scheepmaexter’ liet noemen. Het beeld van haar als harde zakenvrouw wordt versterkt door de vasthoudendheid waarmee ze juridische procedures uitvocht tegen enkele schuldenaars en waarmee zij deze schuldenaars bleef achtervolgen, ongeacht oorlog en beleg. Ze moet vlak voor het beleg van Haarlem in redelijk goeden doen zijn geweest. Tijdens het beleg kwam haar bedrijf stil te liggen. Al vroeg in het beleg leverde zij aan de stad een grote hoeveelheid hout, voor de aanmaak van een galei waarmee de Spanjaarden op het Haarlemmermeer konden worden bestreden. De stad beloofde haar het geld hiervoor terug te betalen, maar deed dit nooit. Na haar terugkomst in Haarlem zou Kenau stappen ondernemen om alsnog dit geld terug te krijgen. Maar ze helpt niet alleen op deze manier tijdens het beleg. Ze gedroeg zich zeer heldhaftig.

Na de overgave van de stad aan de Spanjaarden moet zij de stad al snel verlaten. Tussen 1573 en 1578 duikt Kenau’s naam op in Delft, Arnemuiden en Leiden. In de eerste maanden na haar vertrek moet zij in Delft hebben gezeten. In september 1574 werd zij door de Staten van Holland benoemd tot beëdigd waagmeester en collecteur van de impost op turf van Arnemuiden, een betrekking die in die tijd absoluut niet gebruikelijk was voor een ongetrouwde vrouw, en waarvoor ze ook naar de rechter is moeten stappen omdat de baljuw haar benoeming eerst niet wilde accepteren. In het begin van het jaar 1579 wordt haar naam voor het eerst weer vermeld in de Haarlemse registers van scheepsbrieven, dus dan moet zij zeker weer in Haarlem teruggekeerd zijn. Kenau moet in 1588, ongeveer 62 jaar, gestorven zijn. Ze was in juni op haar eigen schip uitgevaren naar Noorwegen om hout in te kopen. Op 23 maart 1589 lieten haar dochters verklaren dat ze zo’n 10 weken voor Nieuwjaar het laatst was gezien. Later dook haar schip terug op de handelsmarkt op, en haar dochters zeiden dan ook dat het moest gekaapt zijn. Er gaat echter ook een verhaal dat Kenau gevlucht is voor haar financiële problemen, en in Denemarken of Noorwegen een nieuwe handel is begonnen. Wendy Serraris Vrijzinnig humanistisch consulent Huis van de Mens, Sint-Niklaas

FVV • 33


‘ ActUA

Uitgavenkloof Vlaanderen-Wallonië wordt nog groter in de ziekteverzekering! Het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds ijvert al jaren voor een Vlaamse ziekte- en invaliditeits­ verzekering. Niet uit eigenbelang of groepsegoïsme, maar wel om een doeltreffend gezondheids­ beleid te kunnen voeren en het sociaal zekerheidssysteem op lange termijn overeind te houden. Daarbij moeten de deelstaten volledig financieel verantwoordelijk worden voor hun specifieke beleidskeuzes. Zeker in tijden van economische stagnatie is structureel hervormen meer dan ooit aan de orde.

Het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds, met hoofdzetel te Mechelen, betreurt dat bij de komende staatshervorming er geen sprake is van de volledige communautarisering van de ziekteverzekering. Een eis die zowaar door het hele Vlaamse parlement gedragen werd in 1999. Het VNZ stelt anderzijds vast dat de Franstaligen dit dossier handig weten te blokkeren en er tevens in slagen hun eigen verzuchtingen, zoals o.m. extra middelen voor Brussel, wel te realiseren.

FVV • 34

Deze beslissingen leiden onvermijdelijk naar drastische besparingen in de sociale uitgaven, hogere lasten voor de werkende Vlamingen en legt een hypotheek op de volgende generaties. Aangezien andere ziekenfondsen hun regionale cijfers niet (durven) bekend maken, publiceren wij jaarlijks de regionale cijfers van de Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen.


Hieronder de gegevens voor 2011: 1. Uitgaven gezondheidszorgen

Aantal rechthebbenden

Totale uitgaven

Uitgaven/hoofd

Vlaanderen

192.133

291.266.086

1.900,62

Wallonië

239.090

388.733.668

2.010,55

Brussel

48.329

87.410.274

2.193,31

184.464.967

951.874.995

1.984,93

(niet toewijsbaar) Totaal

479.552

Uitgavenverschil Vlaanderen-Wallonië: 109,93 euro per hoofd Ter info: 2010: 1 50,45 - 2009: 1 65,90 - 2008: 1 83,07 - 2007: 1 72,98 In Wallonië werd er in 2011 per hoofd 109,93 euro meer uitgegeven voor gezondheidszorgen. Dit is een verdubbeling ten aanzien van 2010! Deze cijfers staan bovendien los van de bijdragen aan de sociale zekerheid, waarvan algemeen geweten is dat Vlaanderen ook meer dan proportioneel bijdraagt.

2. Aantal Hospitalisatiedagen

Aantal rechthebbenden

Aantal Hospitalisatiedagen

Hospitalisatiedagen/hoofd

Vlaanderen

192.133

653.207

3,40

Wallonië

239.090

822.793

3,44

Brussel

48.329

188.426

3,90

Totaal

479.552

1.664.426

3,47

FVV • 35


‘ ActUA Meeruitgaven/hoofd Waalse versus Vlaamse leden Neutrale ziekenfondsen (in euro) euro 125,00 100,00 75,00 50,00 25,00 0,00 2007

2008

2009

2010

2011

Ook inzake aantal hospitalisatiedagen scoort Vlaanderen het laagst. Brussel springt er hier nog meer uit. Het Globaal Medisch Dossier (GMD), met de huisarts als centrale spil, is dan weer veel populairder in Vlaanderen dan in Brussel en Wallonië!

3. Aantal Globaal Medisch Dossiers (GMD) dagen

Aantal rechthebbenden

Aantal GMD’s

Percentage

Vlaanderen

192.133

104.339

54,31%

Wallonië

239.090

80.432

33,64%

Brussel

48.329

14.637

30,29%

Totaal

479.552

199.408

41,58%

5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 0,00

2007

2008

2009

2010

2011

4. Aantal dossiers verhoogde tegemoetkoming en omnio

Verhoogde tegemoetkoming (RVV)

Omnio

Percentage leden

Vlaanderen

23.110

1.665

12,89%

Wallonië

50.725

7.064

24,17%

Brussel

8.556

1.668

21,16%

Totaal

82.391

10.397

19,35%

Het is overduidelijk dat er in Wallonië meer personen van de verhoogde tegemoetkoming of omnio genieten. Men kan zich de vraag stellen of er hier geen collectieve verantwoordelijkheid rust bij de Franstalige beleidsverantwoordelijken. Sterke verschillen zijn er ook in de sector van de uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid of invaliditeit!

FVV • 36


5. Aantal dagen arbeidsongeschiktheid en invaliditeit euro

125,00

Aantal gerechtigden

Aantal uitkeringsdagen

Dagen/gerechtigde

Vlaanderen 100,00

133.555

2.249.463

16,84

Wallonië 75,00

161.543

3.415.990

21,15

Brussel 50,00

33.694

440.643

13,08

25,00 Totaal

328.792

6.106.096

18,57

0,00

Verschil Vlaanderen-Wallonië: 4,30 dagen2008 per gerechtigde 2007 2009 Ter info: 2010: 1 3,83 - 2009: 1 3,51 - 2008: 1 2,46 - 2007: 1 1,75 dagen

2010

2011

Opmerkelijk is dat het verschil in aantal dagen arbeidsongeschiktheid tussen Vlaamse en Waalse gerechtigden jaarlijks fors blijft toenemen. Gemiddeld 4,30 dagen méér per Waal dan per Vlaming. In 2007 bedroeg het verschil “nog maar” 1,75 dagen. Verschil aantal dagen arbeidsongeschiktheid Waalse versus Vlaamse werknemer (in dagen) dagen 5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 0,00 2007

2008

2009

2010

2011

6. Bijkomende toelichting

Cijfers zijn afkomstig van de Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen - dienstjaar 2011. Staal van 4,45 % van de totale bevolking in België; 7 ziekenfondsen: 2 in Vlaanderen, 4 in Wallonië en 1 in Brussel. Eigen berekening door Jürgen Constandt op basis van data Riziv en Neutrale Ziekenfondsen.

Het volledig dossier is terug te vinden via www.vnz.be Jürgen Constandt Frans Lachi Algemeen directeur Voorzitter

FVV • 37


‘ ActUA

Edgar Tinel 1854 – 1912. Een bijna vergeten componist van bij ons Dit jaar herdenken we heel wat componisten uit onze Vlaamse muziekwereld: Jan Blockx, August de Boeck, Arthur De Greef … en Edgar Tinel. Samen met Peter Benoit beheerste hij het muzikale leven in het Vlaanderen van de tweede helft van de 19e eeuw.

Edgar Tinel werd in Sinaai geboren op 28 maart 1854, als tweede zoon van Pieter Franciscus Tinel, onderwijzer-organist en Catharina Wagemans, een heel kunstminnende vrouw. Vader wou al zijn kinderen een muzikale opvoeding geven. Met Edgar had hij grootse plannen want die had muzikaal talent. Veel verhalen over die “arme jaren” vinden we terug. Maar wat is Dichtung en wat is Wahrheit… Ook hier hebben we te maken met een van die echt romantische elementen in zijn werk en in zijn leven.

Ondertussen begon Tinel te componeren. Het eerste gecatalogeerd werk is het droefgeestige Nocturnes. Daarop volgen de Drie Fantasiestukken. Als Tinel aan Emma Coeckelbergh, een Franstalige dichteres uit Sint-Niklaas, de toelating gaat vragen om haar gedichten op muziek te zetten, mag dat. En het “klikt”. Zij wordt op 1 september mevrouw Tinel, zijn Emma, zijn Matje.

Vader stuurde zijn twee oudste zoons naar Brussel. Daar volgen zij algemeen onderwijs en muziekonderricht. Edgar mag toch het conservatorium in, ook al moet men boeken op de pianokruk leggen: zo kan hij toch bewijzen dat hij inderdaad piano kàn spelen. Directeur Fétis voorspelt hem een schitterende carrière. In 1873 won hij de eerste prijs “klavier-uitvoering” met algemene stemmen van de jury. Nu lag de weg open voor

De ene compositie volgt de andere. We vermelden hier alleen maar zijn Loverkens (opus 12), verschillende werken voor piano, o.a. zijn Sonate voor klavier met vier handen (opus 15) en een aantal bundels met liederen (dikwijls met Nederlandse, Franse, Duitse en Engelse teksten). Zijn grote doorbraak komt als hij in 1877 de Prijs van Rome wint met zijn cantate Klokke Roeland, op tekst van de Brugse dichter Julius Sabbe. En in Sinaai werd

FVV • 38

een loopbaan als piano-virtuoos. Hij treedt op zowel in Bussel, Berlijn en Londen als in Sinaai en Eksaarde.


van Gezelle gebruikte. En ze mogen er zijn: Zes geestelijke gezangen (opus 33), Zes Maria-liederen (opus 34, geschreven tijdens zijn bedevaart naar Lourdes) en Vier Adventliederen (opus 35). Een paar maanden geleden nog schreef Vic Nees in Koor en Stem dat geen enkel Vlaams koor dat zichzelf respecteert, in dit Tineljaar aan zijn Gezelleliederen voorbij kan! Met zijn oratorium Franciscus (première in 1888 in Mechelen) krijgt Tinel internationale roem. Het wordt voor zijn dood in 1912 meer dan 1000 keer uitgevoerd (minimaal 250 uitvoerders!), overal in Europa, tot in de USA toe. Jammer dat er ook nu nog altijd geen cd-opname beschikbaar is.

dat gevierd! Dit werk bleef lang heel populair. Het werd ook in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog op de Guldensporenviering door het Davidsfonds in Brussel uitgevoerd, met heel positieve commentaren, ook in de Franstalige pers! In die tijd engageert Tinel zich heel duidelijk in de Vlaamse kringen. Hij is lid van het Davidsfonds, van Met Tijd en Vlijt… Hij werkt samen met o.a. Emmanuel Hiel, Hendrik Claeys, Pol de Mont en Guido Gezelle. Merkwaardig is zijn opus 20: Kollebloemen (tekst van de Mont, een lyrisch gedicht voor tenor-solo, gemengd koor en orkest). Tekst en muziek vertolken de angst voor de komende ramp van de Eerste Wereldoorlog. Wij hopen dat dit werk van bij ons zal uitgevoerd worden tijdens de herdenkingen in 2014-2018. Beter gekend zijn de drie bundels met liederen op gedichten van Guido Gezelle. Tinel was de eerste componist die teksten

In 1881 wordt hij directeur benoemd van het Lemmensinstituut in Mechelen, waar hij ijvert voor de vernieuwing van de litur­ gische muziek. Hij componeert b.v. zowel de prachtige Mis voor O.L.Vrouw van Lourdes als de Orgelsonate (die is de laatste jaren erg populair: er zijn daarvan niet minder dan vijf cd-opnames beschikbaar). Ondertussen is hij ook raadgever van Pius X i.v.m. de kerkmuziek. Hij kiest ook voor Brahms en zet zich af tegen Wagner. Zijn grote voorbeelden zijn en blijven Bach, Beethoven, Schumann en Brahms. Tinel kan heel consequent én koppig zijn. Officiële erkenning volgt. Hij wordt inspecteur van de muziekscholen in Vlaanderen, hij wordt Kapelmeester van de Koning, hij wordt Doctor Honoris Causa van de Universiteit van Leuven… hij wordt in 1908 directeur benoemd van de Conservatorium van Brussel. Toch blijft hij nog componeren. Naast bundels met liederen zijn het vooral het muziekdrama Godelieve en de dramatische legende Catharina. Tinel is wel ontgoocheld dat deze twee andere grote werken niet eenzelfde succes kennen als Franciscus.

FVV • 39


‘ ActUA

Hoe langer hoe meer wordt zijn tijd en energie opgeslorpt door officiële en administratieve taken. Voor componeren blijft weinig tijd. En hij heeft heimwee naar Sinaai:

niet meer, ik moet van ‘ Ikluchtkanveranderen… ik heb echt

nood aan rust, ik moet kunnen vergeten

Maar het betert niet. Op 28 oktober 1912 sterft hij in Brussel. Volgens zijn wens wordt hij in Sinaai begraven. “Als dan ooit mijn eeuwige slaap komt, wil ik bij mijn moeder begraven worden”. Onmiddellijk na zijn dood wordt in Sinaai een Tinelcomité opgericht. Men wou een standbeeld oprichten en allerlei herinneringen aan hem bewaren in een Tinelmuseum. In 1931 (toen werd ook zijn grafmonument ingehuldigd), 1937, 1947, 1954 en 1962 werd bij de Tinelfeesten in een bloemenhulde op zijn graf en in concerten Tinel herdacht. Opvallend zijn ook de “plaatselijke herdenkingen”: Sinaainaren zelf voerden werk uit van de componist, vertelden over hun beroemde dorpsgenoot….

In 2004 herdachten we de geboorte van Tinel in twee concerten. Met het oog op 2012 zetten we een Tinelproject op touw. Daartoe werd de Stichting Edgar Tinel opgericht. Enkele “Tinelfans” uit Breda, ’s Hertogenbosch, Gent en Sinaai wilden de drie grote werken van Tinel laten uitvoeren (telkens minstens 250 uitvoerders!) én opnemen. Ook zijn kleinere werken zouden aan bod komen. Eind 2008 werd de reeks in Sinaai ingezet. In 2009 en 2010 volgden vier uitvoeringen van Godelieve (in Sinaai, Gistel, Gorinchem en Breda). Ondertussen kwamen de donderwolken van de bankcrisis(sen) aandrijven. Niet alleen haakten de privé sponsors een na een af, ook de toegezegde steun van de officiële instanties (van “laag tot hoog”) werd ingetrokken. Wij hebben dus niet alleen moeten inbinden, wij hebben het overgrote deel van onze plannen moeten opbergen. Wij wachten op “officiële initiatieven”. Jo De Vos Conservator Edgat Tinelmuseum

Het Tinelmuseum kreeg zijn definitieve vorm op de eerste verdieping van zijn geboortehuis in 1992, aansluitend bij de uitvoering van zijn Franciscus in Sinaai. Dat kon gebeuren dankzij de daadwerkelijke steun en hulp van de toenmalige schepen van cultuur, Nelly Maes. In de loop van de laatste 25 jaar werden heel wat werken van Tinel uitgevoerd in de kerk van Sinaai: zijn orgelwerken, zijn Mis voor O.L.Vrouw, Psalm 29, pianowerken…. Edgar Tinel museum Edgar Tinelstraat 33, 9112 Sinaai-Waas www.sint-niklaas.be | www.tinelconcerten.eu

FVV • 40


Hebt ge Tinel, Edgar Tinel gezien, gezien, gehoord en gesproken? En heeft hij u dat onstoflijk brood van zang en spel gebroken, op zijn klavier? En heeft hij dit klavier, bij felle meesterstreken, schier levend doen zijn woord, zijn hert, zijn ziel en zijn gedacht uitspreken? Hebt ge Tinel, Edgar Tinel gezien, gezien en hem verstanden; en zijt gij niet meer mensch weer opgestaan, van onder zijne handen? Vereert ze dan, vereert de kunst in hem, de Godlijke, en buigt neder voor God, dien al dat kunst en kunstenaar is terugbeeldt en geeft weder. Guido Gezelle (Tijdkrans)

FVV • 41


‘ Actief

HOP met de beentjes Op een stralende lentedag in maart trokken zestig goedgemutste FVV-sters naar Poperinge, voor een dagje in het teken van hop.

‘s Ochtends werd het hopmuseum bezocht waar enthousiaste gidsen ons alles vertelden over de geschiedenis van de hopteelt en haar evolutie. ‘s Middags was het smikkelen geblazen in het Hommelhof in Watou, waar chef-kok Stefaan Couttenye het beste van zichzelf uit zijn kookpotten toverde: een slaatje van rauwe hopscheuten, gevolgd door ‘vis van het jaar: rode poon’, met gestoofde andijvie, met de hand gepelde garnalen en uiteraard hopscheuten in room, jus van met de hand gepelde garnalen en Poperings hommelbier … culinair genot op topniveau! Na de middag maakten we in Proven kennis met Benedikte, de tofste boerin van Vlaanderen. Zij leidde ons rond in ‘t Hoppecruyt, de hopboerderij die ze leidt samen met haar man. Vurig, gedreven en enthousiast overtuigde ze de deelneemsters moeiteloos van haar liefde voor hop.

FVV • 42

Van Benedikte leerden we ondermeer dat hop één van de snelst groeiende planten is in het plantenrijk. Hop haalt gemiddeld een groeisnelheid van 10 cm per dag. Op een hoogbouwplantage is circa acht meter mogelijk. Een plant kan zo’n twaalf tot twintig jaar oud worden. Een nieuwe toepassing voor de hopteelt zijn de hopscheuten. De scheuten worden gestoken op het ogenblik dat ze nog onder de grond zitten en worden beschouwd als een delicatesse. Een complicerende factor bij de teelt van hop is het feit dat de hoeveelheid en de kracht van de werkzame stof afneemt zodra de vrouwelijke bloem is bevrucht. Daarom worden in teelt­ gebieden over vele kilometers alle mannelijke planten zoveel mogelijk van de hopvelden verwijderd.


Hopextract is rustgevend en slaapverwekkend en wordt met dit doel vaak in thee verwerkt. Daarnaast is hop maagversterkend. De werkzame stof in hop is lupuline: op dit moment wordt hiermee geëxperimenteerd in wetenschappelijk onderzoek met betrekking op gynaecologische problemen.

en zovele andere wetenswaardig­ ‘ Deze heden kwamen op ons af, zonder ook maar één minuut te vervelen.

Als afsluiter serveerde Benedikte onze dames een kopje koffie met een neut hopjenever en een stukje hopcake. Als kers op de taart haalde ze haar accordeon boven en leerde ze de groep het lied van de hopplukkers aan … iets wat onze leden geen twee keer gezegd moest worden. Kortom, een dagje hop, om niet snel te vergeten! Martien

FVV • 43


‘ Actief

Stampen en rollen

© Fotorama-Gent

Wie ontkent dat het FVV een vereniging in beweging is, slaat wartaal uit. Wie aan de Oostendse Hendrik Baelskaai, beter gekend als het Visserijdok, op de Albatros het ruime sop koos voor een namiddagcruise naar het in volle constructie zijnde windmolenpark op de Thornton-zandbank, die weet beter. Onze geliefde vereniging is sindsdien niet alleen in beweging, maar stampt en rolt als de beste.

Wacht even vooraleer me richting gekkenhuis te wijzen. Ik probeer het uit te leggen, ook al geef ik grif toe eventjes onevenwichtig geweest te zijn. We beginnen waar het allemaal begon: op het voor zeetochten ingericht voormalig visserijvaartuig Albatros. De welbespraakte gids Georges schudt een snelcursus maritieme wetenschappen uit de mouw. Wie aan boord was, weet voortaan alles over loef- en lijzijde, over bak- en stuurboord, aflandige wind, bokkenvissers tot crangnol(*) toe. O staat voor Oostende, Z voor Zeebrugge en u kunt het al raden N staat voor Nieuwpoort en BL voor Blankenberge in de de cijfer- en letteridentificatie van de visserijboten. In het dok vormde het gebouw van het Zeereddingscoördinatiecentrum – dat woord moet ik onthouden bij het scrabbelen – nog een horizontale streep. Gids Georges verzekerde dat we niet mochten spookvaren op de dertig kilometer lange tocht naar onze zandbank.

(*) grijze garnalen FVV • 44

Hij vergat evenwel over De Vliegende Hollander te vertellen, want eenmaal de sluisdeur onverbiddellijk sloot, trok de gelaatskleur van de opvarenden van de Vliegende Albatros witter en witter weg.

met speelkameraadje ‘ Samen Beaufort 6 stampte en rolde het FVV

Op de kermis de achtbaan en prompt daarna de cakewalk doen, zouden de cruisepassagiers als een lichte ‘kielekiele’ ervaren hebben in vergelijking met onze Albatros die Bart Kaëlls’ MarieLouise naäapte, maar dan wel op zee.


© Fotorama-Gent

de kotszakjes zijn al ‘ Genoeg, opgeruimd Onthecht van onze evenwichtszin en alsnog tevreden dat we als albino’s toch nog verder leefden, richtten we de blik op 158 meter hoogte boven zeespiegel. Zo hoog reiken de al op de zandbank verankerde windturbines. Het consortium C-Power leidt de hele operatie op de twintig kilometer langgerekte Thorntonbank die gemiddelde zestien meter diep ligt. Even verderop situeert zich Belwind, eveneens een windmolenpark op zee. De eerste zes trotseren al de Noordzeewind tot windkracht 11. De tweede fase, achttien exemplaren, is in volle uitvoering. En daarna is het nog zesendertig exemplaren te gaan. Eenmaal alles in bedrijf produceren ze jaarlijks duizend gigaWattuur, goed voor de stroomvoorziening op jaarbasis voor zeshonderdduizend inwoners.

De funderingen aanleggen vergt een knap staaltje baggerwerk, waarna de geprefabriceerde voet, eerder in beton, nu een staalconstructie, wordt aangevoerd en neergezet. Dan volgt het invoeren van zandbalast en met heel veel steenslag wordt de bouwput gedicht. Via het al geconstrueerde transformatiecentrum nabij de windturbines, zal eerlang de stroom (150.000 Volt) via twee onderzeese kabels van ieder 22 centimeter doorsnede naar het transformatiecentrum Post Slijkens worden gestuurd. Ter hoogte van Fort Napoleon komen de kabels aan land, waarop ze 3,8 km onder de duinen ingegraven worden. Een gigantisch project, maar bovenal groene energie. Dé energie van de steeds nabijer komende toekomst. Na een namiddagje Albatros-sen weten we dat we die aankunnen. Johan Velghe

FVV • 45


‘ Actief

26 mei: Opwijk Folkwijk Iedereen in het verenigingsleven heeft er de mond van vol: we moeten ‘verjongen’, we moeten ‘vernieuwen’. Kersvers FVV afdeling Opwijk nam de koe bij de horens en vatte het plan op om een folkbal te organiseren. Ze kozen een toffe locatie: Feestzaal Sint-Paulus en ze gingen resoluut voor de crème de la crème: de topformatie Trio Dhoore en Djerrald: folk van de allerbovenste plank!

Voor de dames van Opwijk was geen enkele inspanning te veel: ze hingen heel Opwijk vol met affiches, gingen flyeren op het ‘Kalmkunstenfestival In de Luwte’ in Strijtem, gingen langs in het mekka van de Vlaamse folk: Muziekmozaïek in Gooik en ’t Smiske in Asse. De avond zelf kon je er niet om heen: er was gezorgd voor een professionele bewegwijzering.

Desalniettemin was het een gezellige avond, want .. het mag gezegd: de Dhoorekens staan garant voor sfeer. De ongeveer 85 aanwezigen hebben naar hartelust kunnen dansen en gingen moe, bezweet, maar heel tevreden naar huis. En wat FVV Opwijk betreft: een grote pluim op jullie hoed dames, alle omstandigheden in acht genomen was het absoluut een geslaagde avond!

Alleen … 26 mei viel midden in een lang weekend en … het was die dag tropisch warm. ‘s Avonds was het zalig terrasjesweer … iedereen wou buiten zijn, zeker niet binnen. Bovendien was Opwijk die avond het eindpunt van de Bulletrace Glimmende Ferrari’s en andere boliden brengen sowieso altijd veel volk op de been … zeker op een zwoele avond in mei. Daarbij kwam nog de moordende concurrentie van de folkgroep Aedo, in de vorm van een openluchtconcert in het nabij gelegen Aalst.

Martien

FVV • 46


FVV • 47


‘ Actief Binnenkort bij

het Forum van Vlaamse Vrouwen Gentse Feesten: Homo Ludens - Homo Universalis gent Datum: 15 - 23 juli Augustijnenklooster Sint-Stefanus Sint-Margrietstraat, 9000 Gent Vijf jaar FVV in het Gentse augustijnenklooster. Retrospectieve Dirk De Keyzer Doorlopend tentoonstelling. Werkwinkels, kinderateliers, poppenkast, hoedenparade, Initiatie ukelele, karikaturen tekenen, films, rondleiding tentoonstelling en klooster

Driedaagse in het teken van de Zeeuwse Zilte Zaligheden Zeeland Datum: 22 - 23 - 24 augustus Deze zomer gaan we net over de grens op zoek naar de Zeeuwse Zilte Zaligheden: mossel, oester, tong, kreeft, garnaal, ansjovis, lamsoor … Het wordt een driedaagse voor lekkerbekken die ook interesse hebben voor het verhaal achter de ‘geneuchte’.

Hou onze webstek in het oog voor meer details!

FVV • 48


Onze webstek heeft een nieuwe naam!

www.forumvlaamsevrouwen.be Theatermonoloog: Leven in een krabbenmand Wenduine Datum: Vrijdag 7 september Wielingencentrum Graaf Jansdijk 18, 8420 De Haan-Wenduine Theatermonoloog van Guy Bernaert gebaseerd op de waar gebeurde roman ”Ik ben iemand/niemand” van Guy Didelez en Lieven De Pril. Een vrouw vertelt daarin over haar leven in armoede in ons land. Vertolking door Marleen Merckx.

Literair Aperitief. Brandlucht Edegem Datum: Zondag 30 september Theater Cartouche Hovestraat 2, 2650 Edegem Brandlucht vertelt het leven van ontwortelde Nederlandse en Vlaamse emigranten die in Canada wonen. Kan je een streep trekken door je afkomst en opnieuw beginnen - zonder familiebanden? De hoofdpersonen in deze roman proberen het ieder op hun eigen manier - met verschrikkelijke gevolgen. Een hilarisch vertelmoment met auteur Erik Vlaminck. Hou onze webstek in het oog voor meer details!

FVV • 49


‘ lezen en luisteren Slaap nu Ninette Slaapliedjes van bij ons 22 liedjes worden gezongen en verbeeld in retro-getinte illustraties. Op de cd hoor je de slaapliedjes in de originele versie of bewerkt. De originele versies worden gezongen zonder franje en ongepolijst. Zij klinken zoals slaapliedjes moeten klinken: a capella, zacht en fragiel. Maar om het niet alleen bij het oude te houden, vroegen de makers aan gerenommeerde artiesten om liedjes te bewerken. Dit levert verrassende resultaten op van Free Souffriau, Jan De Wilde, Gabriel Rios, Zap Mama, Freddy Massamba, en vele anderen. De voortdurende afwisseling van originele en bewerkte liedjes houdt het geheel boeiend. Je luistert en herluistert en ontdekt telkens weer nieuwigheden. De makers lieten niets aan het toeval over en zorgden voor een verzorgde uitgave die je graag bekijkt en herbekijkt. De teksten van de vele liedjes staan netjes afgedrukt op paginavullende collages die een rust uitstralen die perfect bij slaapliedjes past. De zachte tinten, de speelse foto’s en tekeningen als snuisterijen ‘uit de oude doos’, het zijn stuk voor stuk mooie plaatjes die je aandacht opeisen. Kortom, dit is een aantrekkelijke aanrader voor al wie ons erfgoed een warm hart toedraagt, voor al wie graag slaapliedjes zingt en hoort, voor wie houdt van mooie prentenboeken met een warme boodschap, ... Voor iedereen!

Slaap nu Ninette (incl.cd) Uitgeverij Lannoo 40 p. - 1 19,99

FVV • 50

Jan Frans Willems Vader van de Vlaamse beweging 166 jaar na het overlijden van Jan Frans Willems, verschijnt er eindelijk een uitgebreide biografie over deze man. Willems was een Zuid-Nederlands nationalist die zijn leven wijdde aan de bescherming van de Nederlandse taal. Hij maakte het ontstaan van België mee en vocht hevig tegen de verfransing van Vlaanderen. Hierbij kreeg hij de steun van de Nederlandse koning Willem der Nederlanden. Jan Frans was dan ook een overtuigd orangist. In 1851, vijf jaar na zijn overlijden, werd naar hem het Willemsfonds vernoemd. Deze Vlaamse culturele organisatie, opgericht door vrijzinnig-liberaal Vlaamsgezinden, diende eveneens ter bescherming van de Nederlandse taal. In 1868 werd haar hoofdkwartier gevestigd op de Gentse Vrijdagmarkt dat daar tot op heden gevestigd is. Onder andere een linkse flamingant als Julius Vuylsteke was ooit nog voorzitter van het Willemsfonds. In die tijd was ook voor verschillende ‘linksen’ de bescherming van de Nederlandse taal een breekpunt. “Het kan verkeren” zei ooit een andere Nederlander…

Jan Frans Willems. Vader van de Vlaamse beweging Uitgeverij De Bezige Bij 507 p. - 1 34,95


Dirk Van Esbroeck reiziger Dree Peremans Dirk Van Esbroeck werd geboren op 1 juni 1946 en stierf op 23 mei 2007, een week voor hij 61 zou worden. Nu ruim drie jaar later verschijnt zijn biografie. ‘Drie jaar lang zat Dirk bijna dagelijks mee aan mijn schrijftafel’, vertelt auteur Dree Peremans. ‘Ik ken zijn oude agenda’s onderhand beter dan de mijne van vandaag. Stapels foto’s leerden mij veel over zijn gelukkige jeugd in Argentinië, de brieven en knipsels allerhande heb ik – hopelijk – correct in mekaar gepuzzeld.’ Voorzichtige probeersels voor als hij met RUM de wereld zou veroveren, tango’s en andere milonga’s als herinnering aan zijn jeugd, de gezongen poëzie waarvan hij een genre in de Lage Landen zou maken: ziedaar het muzikale raamwerk van zijn volwassen leven. Het staat allemaal op de vele elpees en cd’s die hij in alle mogelijke combinaties heeft opgenomen. Het is zijn muzikale erfenis. ‘Zijn zwerftocht door het leven, de landschappen, de literatuur en de muziek heb ik proberen samen te vatten in dit boek. Het moet helpen om hem niet vergeten’, aldus Dree Peremans. Met meer dan 250 illustraties en cd met onuitgegeven werk.

Dirk Van Esbroeck · reiziger (incl.cd) Uitgeverij Epo 424 p. - 1 34.95

Land op de tweesprong De tien manifesten van de Gravensteengroep In volle Leterme-crisis (februari 2008) bracht de Gravensteengroep zijn eerste manifest uit, dat in linkse en belgicistische kringen insloeg als een bom. Sindsdien volgden nog tien manifesten met een steeds strengere beoordeling van de Belgische falende staatsconstructie en concretere voorstellen voor de ontgrendeling van Vlaanderen, los van de houdgreep door het regime. Vandaag overspannen de manifesten vijf jaar institutionele crisis, met als triest hoogtepunt de 541 dagen na de verkiezingen van 2010. De bundeling van de manifesten – met een tiental begeleidende teksten en 30 foto’s – in het boek Land op de tweesprong weerspiegelt een geschiedenis van de Belgische voorlopigheid tussen 2008 en 2012. Met bijdragen van Ludo Abicht, Tinneke Beeckman, Jan Bosmans, Dirk Denoyelle, Karel Gacoms, Paul Ghijsels, Bart Maddens, Jean Pierre Rondas (red.), Johan Swinnen, Jef Turf, FransJos Verdoodt, Jan Verheyen, Etienne Vermeersch.

Land op de tweesprong Uitgeverij Pelckmans nv 184 p. - 1 24,50

FVV • 51


‘ ActUA

e l e l e k U ent 2012 ustus 0 tivalgG

srdag 25 au12:00-23:0 e F e Zat

13:00 Officiële opening door Luc De Vos met ukulele 13:00-17:00 (gratis) Doorlopend Vrij Podium, workshops en rariteiten, zoals de Meermin en de Siamese Tweeling 18:00-22:00 (8 euro) Concert, met o.a. Nele Needs A Holiday, Winin’ Boys, Oona Libens Trio, Flamingo Sisters, Les Mecs du Nord

@ DOK Gent splitsing Koopvaardijlaan - Afrikalaan

14 oktober 2012

Stem vrouw! Omdat we het kunnen!

FVV • 52


FVV • 53


Kantoor Paul BEHEYT Kon. Astridlaan 178/A 9000 Gent tel.: 09/220.21.99 fax: 09/220.29.59 e-post: paul.beheyt@argenta.be

Kantooruren: maandag tot en met vrijdag 10-13 uur en 15.30 tot 18.30 uur

Eetcafé:

(o) Café waar ook maaltijden worden geserveerd

Uilenspiegel:

Is een nar en een potsenmaker, die niets of niemand vreest en iedereen al lachend een spiegel voorhoudt. Uilenspiegel betekent: ‘ik ben uw spiegel’.

uit Van Dale

uit: Tijl Uilenspiegel Henrie Van Daele

Het eetcafé is alle dagen open van 11.30u tot … Op maandagavond en dinsdag rusten we even uit. Je kunt bij ons terecht voor een kleine snack, maar ook voor een uitgebreid etentje. Onze kok zorgt wekeleijks voor verrassende suggesties. Onze crypte vormt het ideale kader voor allerlei activiteiten. Informeer vrijblijvend. Om nog beter en gezelliger te kunnen tafelen, kun je reserveren op het nummer 09 233 89 09

Eetcafé Uilenspiegel Korte Kruisstraat 3 - 9000 Gent

FVV • 54

32

31


colofon

Redactie:

Martien Bode, Katrien Depestele, Kelly Janssens, Els Claeys Eindredactie

Martien Bode Opmaak

Leen Van den Abeele Drukkerij

Drukkerij Nevelland Industriepark-Drongen 21, 9031 Gent Tel 09 371 57 16, Fax 09 371 87 27 E-post info@nevelland.be Verantwoordelijke uitgever

Martien Bode p/a Bennesteeg 2 9000 Gent Jaarabonnement:

10,00 euro te storten op bankrekeningnummer BE08 9790 7764 9313 Driemaandelijks tijdschrift uitgegeven door het Forum van Vlaamse Vrouwen, FVV-vzw Bennesteeg 2, 9000 Gent Tel 09 223 38 83 Fax 09 224 44 81 E-post info@vlaamsevrouwen.org

www.forumvlaamsevrouwen.be

Overname van artikels of gedeelten ervan is mogelijk mits bronvermelding. De redactie behoudt zich het recht voor de ingezonden stukken te publiceren. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van een bijdrage berust bij de auteur.


Vlaams & Neutraal Ziekenfonds

Verrassend voordelig! Naast de klassieke ziekenfondsvoordelen, zoals o.m. hulp in het buitenland, jeugdvakanties en ziekenvervoer, komen wij ook tussen in de volgende gevallen:

Ongeacht uw leeftijd! >> >> >> >>

Brillen en lenzen tot 100 euro Alle vaccinaties tot 75 euro DiĂŤtist of psycholoog tot 50 euro Lidgeld sport- of fitnessclub tot 30 euro

Specifieke troeven! >> Geboortevoordelen tot 888 euro, waaronder ook terugbetaling van luiers >> Orthodontie: terugbetalingen tot 750 euro >> Tandimplantaten tot 500 euro >> Lasertherapie van de ogen tot 250 euro >> Kampvergoedingen tot 30 euro >> Voetverzorging tot 25 euro

Ontdek nog meer voordelen in ons ziekenfondspakket: www.vnz.be of vraag vandaag een infopakket of vrijblijvend huisbezoek aan via 0800-179 75. Veranderen van ziekenfonds is heel eenvoudig. Bel ons gratis nummer of surf naar onze webstek en wij doen graag de rest.

Bel gratis:

0800-179 75

Hoofdzetel:

Hoogstratenplein 1 - 2800 Mechelen - www.vnz.be Kantoren & brievenbussen over heel Vlaanderen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.