----------------------------------- Original Message ----------------------------------Date: 2015-02-19 09:41:38 +0100 Subject: A Scripted Life 11. From: Rebecca Rijsdijk To: Simone Engelen Lieve Simone, Ik zou je graag een dag uit mijn geromantiseerde jeugd willen laten beleven. Het verleden word gekleurd door gaten in ons geheugen, de slechte dagen worden verdrongen en de hoogtepunten blijven over omdat daar foto’s van bestaan in het familie album. Wat als jij mijn familiefoto’s in je album had? Wat als je nog één dag kind mocht zijn? Vandaag ga je om 8.20 op perron 1b in Roosendaal met de trein naar Tilburg. Daar neem je om 9.02 bus 301 richting Den Bosch en stapt uit op halte Vaartstraat. Gefeliciteerd, je bent vanaf nu de rest van de dag een dorpsmeisje. Ik pik je op bij de halte en je gaat achterop de fiets naar de Loonse duinen waar we op zoek gaan naar restjes natuur die we mee naar huis nemen, schat zoeken, met je handen in de aarde wroeten. Wanneer we honger krijgen gaan we naar huis, geen acht slaande op de tikkende wijzer van de klok. ‘Thuis’ is vandaag het buitengebied van Sprang Capelle, een lange straat met hoge bomen. We gaan naar nummer 60A, waar we buiten een vuur bouwen en pannenkoeken met appel bakken. Je ruikt naar bos en verkoold hout, je eigen geur maar dan anders. Nadat we hebben gegeten krijg je van mij een overall en kaplaarzen, want identiteit is ook iets wat je jezelf geeft door de kleding die je draagt. Weer een stukje Simone weg. Om vijf uur breng ik je naar het plaatselijke cafe waar ik je achterlaat en je een glas wijn besteld terwijl je een gesprek begint met een willekeurige dorpsgenoot. Daarna ben je weer vrij om te worden wie je al die tijd al was. Liefs, Rebecca Verstuurd vanaf mijn haarföhn
EVALUATIE SCRIPT 11. REBECCA RIJSDIJK, CURATOR SUNDAY MORNINGS AT THE RIVER 0% 50% 100% 1. moe 1 2 3 4 X 2. vrolijk 1 2 3 X 5 3. ongelukkig 1 2 X 4 5 4. kalm 1 2 3 X 5 5. spontaan 1 2 3 X 5 6. onzeker 1 X 3 4 5 7. neurotisch X 2 3 4 5 8. wispelturig 1 2 X 4 5 9. dromerig 1 2 3 X 5 10. empatisch 1 2 X 4 5 11. introvert 1 X 3 4 5 12. onafhankelijk 1 X 3 4 5 13. medelevend 1 2 X 4 5 14. ambitieus 1 2 X 4 5 15. sociaal 1 2 3 X 5 16. ergens bij horen 1 2 3 X 5 17. omgeving bepaalt gedrag 1 2 3 X 5 18. tevreden 1 2 3 X 5 19. gesloten 1 X 3 4 5 20. ongemakkelijk X 2 3 4 5 21. angstig X 2 3 4 5 22. toekomst is onvoorspelbaar 1 X 3 4 5 23. eigen invloed 1 2 X 4 5 24. stabiel 1 2 X 4 5 25. inconsistent 1 2 X 4 5 26. weet wie ik ben 1 2 X 4 5 27. gemotiveerd 1 2 3 X 5 28. fijngevoelig 1 2 X 4 5
“Heb je jezelf vandaag beter leren kennen? Heb je vandaag nieuwe inzichten gekregen?” “Boven water”. “Met de zon in m’n gezicht en het schudden van de trein doezel ik door tot ik in Tilburg aankom. Vandaag leef ik volgens het script van Rebecca Rijsdijk, maker/uitgever van de zines ‘Sunday Mornings at the River.’ Ik word wakker als de trein tot stilstand komt en de zon achter de wolken verdwenen is. Een halte voorbij de Efteling stap ik uit. Het duurt even voordat Rebecca er is. Ze draagt een mosgroene sjaal en een legerrugzak waar een picknickkleed uitsteekt. Na een innige omhelzing spring ik achterop. “Kunnen we eerst nog koffie drinken?” vraag ik haar (het script nu al naar eigen idee aanpassend), “ik had nogal een moeilijke start”. Aangezien op dit tijdstip nog nergens iets open is, besluiten we de gratis koffie van supermarktketen Jumbo uit te proberen. Struinend door de gangen, alsof we hier niet alleen komen voor een gratis opwarmertje, praten we honderduit over wat er allemaal is gebeurd tussen nu en de laatste keer dat we elkaar gesproken hebben. We kopen nog een fles perensap en beginnen dan onze tocht naar de duinen. De wind slaat hard in m’n gezicht, het is guur buiten. In de drie kwartier dat we onderweg zijn hebben we het over vriendjes, succes, de illusie van geld, de like-cultuur, lange wandelingen en hoe goed die wel niet voor je zijn [en dat Steve Jobs, Beethoven, Goethe, Charles Darwin, Zuckerberg en andere grootheden hierbij zweren]. Als we de fiets parkeren, zegt Rebecca compleet uit het niets: “Morgen ga ik de Camino aflopen.” Ik wist dat ze eerder een poging had gedaan, maar nooit had afgemaakt. “Wow, Becs! Wat ongelofelijk stoer van je!” “Er is geen beter moment dan nu.” Wijze woorden. En zo begint onze lange wandeling vol wijsheden. We praten over de invloed van onze ouders. Het is niet makkelijk voorbeelden te noemen, ze zijn tenslotte zo vanzelfsprekend geworden. “Heel interessant,.” stellen we vast, want zijn deze familietradities wel zo vanzelfsprekend? Ik vertel haar over een spelletje wat ik vroeger met m’n vader en m’n zusje speelde op vakantie. In zee moesten we vragen beantwoorden zoals: wat is de hoofdstad van Peru en wie zong ‘Let it Be’? Wie als eerste het antwoord wist, mocht een stap naar voren zetten. Lang heb ik in het water gestaan. Was dit moment de geboorte van mijn prestatiedrang? Wil ik niet ‘in het koude water vallen’, voor mijn vader of voor mijzelf? Onderweg stop ik achter een boom om een plasje te doen. Als ik terugkom geeft Rebecca mij de leiding. “Doe zoals je als kind ook zou doen”. Als vissen in het water verzamelen we de mooiste dennenappels, schoppen tegen blaadjes en als we een mooi mossig plekje vinden leggen we het picknickkleed neer om maria koekjes met jam te eten. “Meer perensap, graag!” We blijven zo lang zitten dat we klappertandend toe moeten geven dat we niet meer kunnen. Op de terugweg raken we compleet de weg kwijt, door de spanning krijgen we het toch nog een beetje warm. Als we het echt niet meer weten, schakelt Rebecca haar Google Maps in en vinden we ons pad weer terug. Niet echt je kindertijd herbeleven op deze manier. Helemaal verkleumd komen we na ongeveer een uur fietsen aan bij het huisje van Rebecca’ s ouders. Het is klein en ver van alles verwijderd, maar heeft een charme die ik nog niet vaak ben tegengekomen. Overal waar je kijkt liggen spulletjes, duidelijk mensen met verzamelwoede. Er is niemand thuis maar de kleurplaten van haar kleine neefje liggen nog op tafel, net als een afgekloven boterham met hagelslag. De korstjes heeft hij uiteraard laten liggen. We gaan dichtbij het vuur van de oude kachel zitten met een grote mok chocolademelk. Het is heerlijk! We zouden buiten pannenkoeken gaan maken, maar we besluiten binnen te blijven en op te warmen bij het vuur. “We kunnen de pan op ‘t vuur
zetten!” stelt Rebecca enthousiast voor. “Jooahh!” zeg ik, het pak pannekoekenmix waar alleen nog melk aan toegevoegd hoeft te worden bestuderend, “ik hoop dat ze dan lekker smokey worden”. De eerste pannenkoek is nog niet helemaal gaar, maar we eten hem toch op. De tweede valt op de grond, even onder de kraan en weer terug de pan in. De pannenkoeken delen we, met stroop, honing, jam of cranberry’s. We smikkelen tot we beide een rode mond van de jam hebben. “Jammie” zeg ik bevestigend. Als we opgewarmd en uitgegeten zijn trekken we onze bergschoenen, sjaal en handschoenen weer aan. Naast het huisje van Rebecca’s ouders staat een gigantisch fort. “In deze schuur stonden de paarden van de ridders” legt Rebecca uit, “niet doorvertellen waar de sleutel ligt.” Ik maak een stom grapje dat ik de burgemeester zal waarschuwen, maar met een pinky swear bezegel ik de belofte. Uitermate handig, alsof ze dit dagelijks doet, haalt ze de sleutel van onder een randje tevoorschijn. Het is een grote lange sleutel, precies zoals ik me had voorgesteld hoe een sleutel van een oud fort er uit zou moeten zien. Minder soepel gaat de deur open, het ding is erg oud en verroest en we doen beiden een paar pogingen voordat hij uiteindelijk open gaat. Mmm, het ruikt nog naar paard binnen. We lopen langs de lege stallen, ik volg Rebecca door een deur en daarna nog één, tot we in een gedeelte komen dat duidelijk werd gebruikt als opslag. Een paar auto’s, een boot, een schommelstoel en een heleboel dozen, onder het stof en de meeste zo beschimmeld dat er nauwelijks iets van over is. “Wat is daar?” vraag ik en wijs naar boven. “Geen idee” zegt Rebecca en klimt meteen heldhaftig de wankele trap op. “Wow, Simone! Kom kijken!” Ik klim meteen achter haar aan en als ik boven kom kijk ik ook mijn ogen uit. “Het is een schat!” Alsof we net de verloren stad Atlantis hebben gevonden rommelen we door een bak met aangevreten foto’s. “De familie die hier woonde was van adel,...Kun je geloven dat mensen dit gewoon weg kunnen doen?” Ons fotografenhart doet pijn, we kunnen het inderdaad niet geloven. We graven een hele tijd door de bak met foto’s, zelfs negatieven komen langs. “Shit, hoorde je dat?” zegt Rebecca in een opeens veel dramatischere toon. “M’n moeder is thuis, ik mag hier helemaal niet komen”. “Shit”, herhaal ik en begin te lachen. “Sttt!” Op onze tenen, zakken gevuld met foto’s, klimmen we giechelend weer naar beneden. “Ik heb een idee!” fluister ik, helemaal opgaand in het verhaal. We willen natuurlijk geen huisarrest. “Laten we aan die kant er uit gaan en een rondje lopen, dan zal ze niets door hebben”. Nu moet Rebecca ook lachen. “Je kunt een script bedenken en schrijven, maar dat we ons ook echt weer als kind zouden voelen, dat kun je van tevoren niet bedenken.” We lachen naar elkaar, dan horen we weer een geluid van buiten. “Kom!” fluistert Rebecca en ze dirigeert me naar buiten, weer terug het daglicht in. Zoals in het script staat geschreven ‘spelen’ we verder en bouwen we een hut, met de gevonden schat in ons midden. De hele dag voelt als een groot kinderfeestje, die ook nog eens afgesloten wordt met een ritje door ‘ons mam’ naar de bushalte. “Naast de bushalte zit Cafe James. Praat nog wat met de barman, bestel een wijntje” oppert Rebecca. Ik geef haar een knuffel, “veel plezier in Santiago de Compostela!” Het wijntje wordt een grote cappucino als ik hem uitgeput vertel over m’n dag als kind in iemand anders geromantiseerde jeugd. “Barman, mag ik wat vragen? Wat zijn de parallellen tussen jouw leven en dat van je ouders of je grootouders?”, om er maar eens een originele openingszin tegenaan te gooien. “Oeh.. om te beginnen, mijn vader had ook een bar.” “Was dat zijn wens?” “Zo heeft hij het nooit uitgesproken, maar ik vraag me af of ik er anders ooit aan begonnen zou zijn. Goeie vraag.” Het gesprek valt dood. Misschien overpeinst hij zijn beweegredenen. Als m’n kopje leeg is betaal ik gepast en wacht buiten tot de bus komt. De juiste weg... kon ik daar maar een Google Maps voor inschakelen.”