Met een koffer in de hand Lessenserie voor 3e en 4e klassen HAVO/VWO bij De Vluchtelingenjackpot
‘ Kakuma 1’// Schiphol, Amsterdam
1. // Fotojournalistiek - een verhaal in foto’s
Een fotojournalist brengt met zijn foto’s in beeld wat er in de wereld gebeurt. Door de foto’s zullen we ons bepaalde gebeurtenissen blijven herinneren, worden onderwerpen onder onze aandacht gebracht of ontstaat er een discussie. Bijvoorbeeld over wat de fotograaf met zijn foto’s wil vertellen. Soms kiest een fotojournalist een onderwerp dat in het ‘gewone’ nieuws niet of nauwelijks aan bod komt. Door er zijn camera op te richten en er door middel van foto’s aandacht voor te vragen, kan de fotojournalist ook deze verhalen in de belangstelling zetten.
DE VLUCHTELINGENJACKPOT In dit lespakket staat het fotojournalistieke project De Vluchtelingenjackpot centraal. Aan de hand van foto’s en verhalen van vluchtelingen leer je meer over wat het precies inhoudt om een uitgenodigde vluchteling te zijn. Maar ook wat het betekent als je alles achter moet laten om in een totaal nieuw en onbekend land je leven (weer) op te bouwen. Fotografe Karijn Kakebeeke en journaliste Eefje Blankevoort volgden anderhalf jaar lang het selectie- en inburgeringsproces van een speciale groep vluchtelingen: vluchtelingen op uitnodiging. Het project werd na anderhalf jaar afgerond met een boek en een grote tentoonstelling.
Opdracht 1
Opdracht 3
1a. Bekijk en bespreek de foto’s die door je docent zijn uitgekozen. Tonen de foto’s een nieuwswaardige gebeurtenis? Of gaat het om een verhaal waar weinig aandacht voor is? Hoe weet je dat?
Bespreek in tweetallen de volgende vragen en schrijf jullie antwoorden op. 3a. Ken jij een vluchteling?
1b. Stel je voor dat jij fotojournalist zou zijn. Wat is een onderwerp dat jij zou willen laten zien? En waarom?
3b. Wat zouden redenen kunnen zijn om te vluchten?
Een fotojournalist kan op verschillende manieren werken. Soms maakt hij één of enkele foto’s die dezelfde dag al op een nieuwspagina op het internet staan, of de volgende dag in de krant. Maar fotojournalisten werken ook vaak aan langere projecten. Projecten van weken, maanden en soms zelfs jaren. Soms werken ze daarbij ook samen met een schrijvende journalist.
3c. Wat stellen jullie je voor bij een uitgenodigde vluchteling?
Opdracht 2
Vluchtelingen, asielzoekers, ontheemden en migranten. Het zijn vier belangrijke begrippen die veel worden gebruikt wanneer het over migratie en vluchten gaat. Maar wat is het verschil tussen de begrippen en wat hebben de begrippen nu eigenlijk met elkaar te maken?
Waarom zou een fotojournalist ervoor kiezen om zo’n lange tijd aan een project te werken?
Opdracht 4
4a. Hieronder vind je de omschrijving van de vier begrippen. Lees de omschrijvingen eerst goed door. Zoek dan het juiste begrip bij de omschrijving (vluchteling – asielzoeker- ontheemde – migrant) en vul deze in op de genummerde stippellijnen rechts.
Kenia Kakuma,
1. Iemand die gegronde vrees heeft voor vervolging vanwege ras, godsdienst, nationaliteit, sociale groep of politieke overtuiging. Maar ook iemand die zich buiten het eigen land bevindt en daarvan de bescherming niet kan of wil inroepen (uit angst voor vervolging). Damascus, Syrië
1. 2. 3. 4.
2. Iemand die ‘huis en 3. Iemand die in een ander land de haard’ heeft verlaregering om beten op zoek naar een scherming vraagt nieuw dan wel beter en vraagt om als leven in een ander vluchteling erkend land. te worden.
4. Iemand die binnen zijn eigen land naar een andere plek is gevlucht. Vaak is deze andere plek een kamp met eenvoudige hutjes en nauwelijks voorzieningen.
4b. Schrijf een overeenkomst op tussen de vier begrippen.
Woordveld bij vraag 5b.
4c. Welk begrip past er eigenlijk niet zo goed bij? Geef twee argumenten voor je keuze.
chteling
Uitgenodigde vlu
Hier zie je een groep uitgenodigde vluchtelingen op Schiphol. Ze komen net aan uit Kakuma, Afrika. De kleding, schoenen, mutsen en sjaals hebben zij gekregen van het IOM, de Internationale Organisatie voor Migratie. Het IOM regelt de overkomst van uitgenodigde vluchtelingen naar Nederland.
Opdracht 5
lingen de vluchte Uitgenodig te maken e er d der an krijgen on UNHCR COA, IND, e met IOM, k. Wat dez er w lingen n oe d en Vluchte s ie at de organis verschillen de van dit n ei et h n lees je aa . hoofdstuk
Je bekijkt in groepjes één van de volgende websites: Vluchtelingenwerk Nederland www.vluchtelingenwerk.nl IOM – Internationale Organisatie voor Migratie www.iom-nederland.nl COA – Centraal Orgaan opvang Asielzoekers www.coa.nl IND – Immigratie- en Naturalisatiedienst www.www.ind.nl Optioneel: UNHCR www.unhcr.org (Engels, zoek op ‘resettlement’) Gebruik de zoekfunctie op deze websites en zoek naar ‘uitgenodigde vluchtelingen’. Bekijk en lees de zoekresultaten om je een beeld te vormen over wat een uitgenodigde vluchteling is. 5a. Schrijf de belangrijkste woorden die je vindt op.
5b. Maak nu met de klas een woordveld aan de hand van de gevonden steekwoorden bij 3a. Maak onderscheid tussen hoofd- en bijzaken.
5c. Formuleer nu samen een definitie van het begrip ‘uitgenodigde vluchteling’, gebruik daarbij het woordveld. Schrijf jullie definitie op.
5d. Had je al ooit van het begrip uitgenodigde vluchtelingen gehoord? Hoe zou dat komen? Bespreek dit klassikaal.
EXTRA bij opdracht 5 Op de website van de UNHCR ( de Wereldvluchtelingenorganisatie) vind je het Handboek voor Hervestiging (typ in de zoekfunctie ‘resettlement’ en klik in de resultaten op het Resettlement Handbook). In dit handboek is ook een hoofdstuk met het Nederlandse beleid opgenomen. Hier kun je lezen hoeveel vluchtelingen Nederland uitnodigt, hoe dat wordt gedaan en welke selectiecriteria er worden gehanteerd.
3. // Hier
Na hun selectie en voorbereidende training heeft het IOM (Internationale Organisatie voor Migratie) de benodigde reisdocumenten en tickets in orde gemaakt. Twee maanden na hun eerste kennismaking komen de uitgenodigde vluchtelingen aan in hun nieuwe thuisland. De vluchtelingen worden naar het asielzoekerscentrum in Amersfoort gebracht. Hier zullen ze de eerste vier of vijf maanden wonen, in afwachting van hun ‘uitplaatsing’ naar een gemeente. De woonunits op het asielzoekerscentrum bestaan uit een woonkamer, keuken, badkamer en vier kamers. Grote gezinnen krijgen een eigen woonunit, anderen moeten hun ruimte delen.
Aster (midden)
Nameer (rechts) met zijn zoon Sarmad (midden)
Opdracht 1
2a. Wat zouden voor jongeren als Sarmad, Aster en Zaid de grootste verschillen zijn tussen het leven dat zij hebben achtergelaten en het leven in Nederland? Noem er twee.
2b. Stel je voor dat jij Sarmad, Aster of Zaid zou zijn. Wat zou jij doen om je zo snel mogelijk thuis te voelen in je nieuwe woonplaats?
Bekijk de 4 onderstaande foto’s en de vijfde op de volgende pagina. Hier zie je hoe de uitgenodigde vluchtelingen hun draai in Nederland proberen te vinden.
1. Supermarkt
2. Verkeersles
3. Was drogen
4. Fietsen
Opdracht 1
Bespreek klassikaal jullie gedachten, ideeën, en meningen over het beleid rondom uitgenodigde vluchtelingen.
Opdracht 4
4a. Bekijk nog eens alle foto’s van de afgelopen lessen. Wat heeft de fotografe met haar foto’s willen laten zien? Passen deze foto’s bij de verwachtingen die je in het eerste hoofdstuk bij opdracht 6a hebt geformuleerd? 4b. Kun je met behulp van de foto’s nu de vraag die je bij opdracht 6b (hoofdstuk 1) hebt geformuleerd beantwoorden? 5. Pinnen
Opdracht 3
Schrijf voor elke foto een kort en pakkend bijschrift van 1 à 2 zinnen. Denk bij elke foto na of dat wat je ziet iets nieuws is voor de vluchtelingen of dat het iets is wat zij in hun vorige verblijfplaats ook al deden en/of bezaten.
1.
2.
In de afgelopen lessen heb je je verdiept in het traject van uitgenodigde vluchtelingen. Je hebt op basis van informatie van verschillende betrokken organisaties een definitie gemaakt en door de foto’s heb je je een beeld kunnen vormen van het hele traject.
Opdracht 5
5a. Wat vind je van de foto’s? Leg je antwoord uit.
3.
4.
5.
EEN EIGEN HUIS Na ongeveer vijf tot zes maanden zijn de meeste uitgenodigde vluchtelingen vanuit het asielzoekerscentrum verhuisd naar een eigen huis in verschillende gemeentes in Nederland. Daar richten ze hun huis in, beginnen aan hun inburgeringscursus en gaan de kinderen naar school. Wil je weten hoe het de verschillende vluchtelingen in Nederland vergaat? Bekijk en lees dan het boek De Vluchtelingenjackpot.
5b. Bekijk ook het boek. Wat is de invloed van de teksten op het beeld? (Bijvoorbeeld: helpen ze je de foto’s beter te plaatsen, vind je de teksten misschien verwarrend, voegen de teksten iets toe, kan het project ook bestaan zonder de teksten?) 5c. Wat vind je ervan dat fotografe Karijn en journalist Eefje het verhaal van de uitgenodigde vluchtelingen hebben gefotografeerd en beschreven?
4. // Foto-opdracht
Het stapeltje foto’s op de vorige pagina hebben net als hun eigenaren een lange reis achter de rug. Misschien zie je aan de kleuren en de kleding dat het soms al oude foto’s zijn. Aan de kreukels, vlekken en beschadigingen kun je ook meteen zien dat deze foto’s niet altijd netjes in een album zijn bewaard. Het lijkt wel alsof ze soms zo, in grote haast in een portemonnee of broekzak zijn gestopt en daar een hele tijd hebben gezeten. Voor veel vluchtelingen zijn deze foto’s de enige herinneringen die zij nog hebben aan hun thuis.
Opdracht 1
1a. Heb jij een foto die je altijd bij je draagt? Waarom wel/niet?
1b. Welke foto is je het meest dierbaar? Beschrijf de foto. Wat en wie staat er op die foto? Wanneer en waarom is de foto gemaakt?
In de tweede les heb je nagedacht over wat jij mee zou nemen wanneer jij zou moeten vluchten. In de foto-opdracht ga je verder met dit idee. Wat wil jij meenemen als herinneringen aan je thuis?
Opdracht 2
Voordat je gaat fotograferen denk je eerst na over de volgende dingen: 2a. Welke herinneringen wil je meenemen? Denk je aan personen (bijvoorbeeld familie, je vrienden)? Persoonlijke eigendommen (bijvoorbeeld ring van je moeder)? Je huis? Je favoriete plek in de natuur? Het uitzicht uit je raam?
2b. Teken in de vijf rechthoeken op de volgende pagina simpele schetsjes van wat jij wilt fotograferen. Denk daarbij alvast na over hoe je alles in beeld wilt brengen. Zie ook de fotografietips op de volgende pagina. 2c. Licht je vijf keuzes toe. Waarom wil je juist dit als herinnering meenemen?
FOTO OPDRACHT De foto-opdracht bestaat uit 2 delen: • Maak vijf foto’s waarmee je herinneringen aan je leven zoals het nu is vastlegt. • Zoek uit je foto-album vijf foto’s die je mee zou willen nemen als je zou moeten vluchten. Voer thuis de foto-opdracht uit. Kies de beste vijf zelfgemaakte foto’s uit. Print ze uit (niet te groot!) en neem ze ook mee op een USB-stick. Neem ook de vijf persoonlijke foto’s mee. In de afsluitende les bekijken en bespreken jullie elkaars werk. Gebruik daarbij de fotografietips hieronder om elkaars werk van commentaar te voorzien. Foto tips 1. Probeer verschillende dingen uit: • dichtbij – ver weg • hoog – laag • stil – beweging • licht – donker
2. Niet alles hoeft midden in het beeld te staan! Dingen mogen ook afgesneden worden, dat wil zeggen dat ze gedeeltelijk buiten beeld staan. Kijk wat het beste is voor je foto. 3. Zet de flitser uit en werk zoveel mogelijk met bestaand licht.
FOTODOK Postbus 1011 3500 BA Utrecht www.fotodok.org
Fotografie Karijn Kakebeeke Auteurs Elsbeth Pijnappels, Eefje Blankevoort Met dank aan: Toos Kruithof Ontwerp - SYB In samenwerking met Alain Soetermans © FOTODOK, Karijn Kakebeeke en Eefje Blankevoort
Dit project is tot stand gekomen met financiële ondersteuning van Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten – NCDO en het SNS Reaalfonds.