5 minute read
EEN GENERATIEDINGETJE
De band tussen ouder en kind is bijzonder, zeker als je in het geval van Lizzy-Ann van Dijk (20, Journalistiek) opgroeit met een alleenstaande moeder. Hechter dan deze twee vind je ze niet zo snel, zo blijkt al een paar minuten na onze ontmoeting. En dat terwijl de afstand tussen moeder Erica en dochter Lizzy-Ann fysiek nog nooit zo groot was. Sinds een jaar woont de studente in Utrecht terwijl haar moeder nog altijd in het hoge noorden woont, namelijk in Friesland. En zeker tijdens corona is dat best even pittig. Wat maakt hun band toch zo bijzonder en kunnen we er misschien nog iets van leren?
TEKST: RICK PIETERSZ, BEELD: GEKE BOSCH
Advertisement
Het is een zonovergoten woensdagmiddag en het is ouderwets druk in het centrum van Utrecht, ziet ook moeder Erica. “Ja, dat is anders dan in Sneek, hoor. Daar hadden we in het begin ook wel echt minder last van corona dan hier, als ik zo naar het nieuws keek.” We zoeken een lekker plekje uit op het Domplein en vervolgen het gesprek. Want al voor het echte interview is begonnen, babbelen de twee – die duidelijk dól op elkaar zijn – erop los.
WANNEER BEDACHT JE: IK GA JOURNALISTIEK STUDEREN? BEST EEN IMPACTVOL BESLUIT ALS DE OPLEIDING ZO VER WEG ZIT. L: “Vroeger wist ik helemaal niet wat ik wilde doen. Ik had echt geen idee. Tot er op school een middag werd georganiseerd waarbij je je voor verschillende voorlichtingen kon opgeven. Ik had er een paar gekozen, waaronder journalistiek. Toen ik daar zat, dacht ik: ‘dit is het!’. Het klikte gewoon en uiteindelijk koos ik voor Utrecht. Echt omdat de stad me zo leuk leek. Het leek me heel fijn om hier te studeren en dat is gebleken!” E: “Ik was het absoluut eens met haar keuze! Helemaal haar ding. Al van jongs af aan is ze heel nieuwsgierig, wil ze alles weten en wil ze alles onderzoeken. Maar goed, je begrijpt, ze moest dan wel uit huis… Jeetje. Utrecht is heel ver! Wij waren altijd met ons drietjes (Lizzy-Ann heeft nog een zus, red.), maar toen ik zag waar ze terechtkwam vond ik het goed. Ik wist ook dat ze het aan zou kunnen en dat is echt een fijn gevoel.”
HEEFT U ZELF OOK OP KAMERS GEWOOND, WAARDOOR U WEET HOE LEUK DAT IS? E: “Jazeker, ik heb in Arnhem gewoond, maar ik ben absoluut geen stadsmens. Ik ging dus heel snel weer terug. Buiten dat vind ik dat een kind haar eigen weg moet zoeken en moet doen wat ze wil”, zegt de liefdevolle moeder. “Al moet dat uiteraard binnen de perken blijven! Ik houd haar vanuit Friesland wel een beetje in de gaten, hoor.” L: “Ik kom ook meestal nog om de week thuis, dat ligt er een beetje aan. Hoe druk ik het heb, maar dat is goed zo.” E: “We bellen heel veel, en FaceTimen vaak. Zo spreken we elkaar eigenlijk alsnog gewoon altijd.”
DAT IS DE LAATSTE PERIODE, TIJDENS ONZE INTELLIGENTE LOCKDOWN, DAN HEEL GOED UITGEKOMEN? L: “Toen de corona echt uitbrak was ik hier in Utrecht, want ik werk hier ook bij een supermarkt. Ik moest daar gewoon blijven werken. In het begin vond ik het echt heel erg zwaar, want ik kon niet naar school en ik woonde toen nog bij een hospita zonder andere studenten. Dat was heel eenzaam, want ik ben echt een mensenmens. Ik heb mama ook huilend opgebeld, omdat ik gewoon niet meer wist wat ik moest doen. Dus op een gegeven moment dacht ik: ‘Weet je wat, ik ga gewoon weer lekker terug naar huis’. Toen ben ik wel een aantal keer heen en weer gegaan. Ik trok het gewoon echt niet meer.” E: “Ik had echt zoiets van: ik behoor dan wel tot de risicogroep, want ik heb zwaar astma en een spierziekte, maar we zien het wel. Mijn kind mag gewoon thuiskomen en krijgt alsnog een hele dikke knuffel, want mijn moedergevoel gaat toch echt voor de angst. Altijd lekker thuiskomen.” L: “Ja, dat was heel erg fijn. Daarnaast FaceTimen we ook veel, maar dat deden we hiervoor ook al graag.” E: “Ook met haar zusje hoor, trouwens. Die twee zijn vier handen op één buik. Dat is heel bijzonder. Zij gaat in september ook uit huis. Ja, dat is echt leeg. Die twee komen goed terecht. Ze kunnen dit, dus dat komt helemaal goed. Het is ook helemaal niet gezond als ze voor altijd thuisblijven. En ze zullen altijd weer thuiskomen. Onze band gaat nooit stuk.”
IS JE SOCIALE CONTACT VERANDERD DOOR CORONA? L: “In het begin moesten we het vooral hebben van appen, bellen, FaceTimen en de klassikale meetings via Teams. Op een gegeven moment, rond mei, konden we gelukkig op afstand in een parkje afspreken. Dat had ik écht nodig. Sociaal contact is voor mij erg belangrijk.” E: “Het was zwaar om te zien hoor, het is naar om je kind zo verdrietig te zien. Je kunt er niet 1, 2, 3 even naartoe. Het is bijna twee uur rijden en dat doe je met liefde, maar daar is ze ook niet mee geholpen. Ze moet het echt zelf gaan doen. Even kletsen, even gek doen, even de telefoon op de katten richten en dan is het weer goed. Het is gewoon niet fijn. In het hoge noorden heb ik ook nog mijn vader wonen, van 87, die ook in zijn eentje zit. Dan zit je echt in een spagaat, van: wat moet ik nu? Op een gegeven moment hebben we gezegd: alles goed en wel, maar wij gaan weer samen zijn.” L: “Vooral voor opa ook hoor, want hij trok het echt niet. Hij is ook een mensenmens.” E: “Hij woont nog volledig zelfstandig en hij zat helemaal alleen. Dan deed ik maar de catering: een grote pan soep, om die vervolgens voor de deur te zetten en snel weg te lopen en te zwaaien. Op een gegeven moment hebben wij met zijn allen besloten dat we opa niet wilden laten wegkwijnen van eenzaamheid. We wilden elkaar graag weer zien, tot op zekere hoogte natuurlijk.” L: “En hij is ook super eigenwijs. Dan kwam hij gewoon naar ons met de auto en stond hij op de stoep. Hij zei: ‘Ik trek dit niet. Ik kan corona krijgen en dan ga ik dood, maar van deze eenzaamheid ook. Dus wat kiezen we?’. E: “Lizzy-Ann lijkt heel erg op haar opa. Ze is net zo eigenwijs en ook qua uiterlijk lijken ze veel op elkaar. Dat is zo waardevol. Hij is werkelijk stápelgek op zijn meiden! En dat is zo mooi om te zien. Die band die wij als gezin hebben, die zal nooit veranderen. Gelukkig maar.”