5 minute read
STUDENT & BURNED OUT
Hij mag dan wel net zijn bachelor CMD in de pocket hebben, Joao Loupatty (24) is allesbehalve klaar met studeren. En werken. En ontwerpen. Juist daar ligt dan ook het probleem. Joao is altijd al een harde werker en doorzetter geweest, wat in 2016 resulteerde in een burn-out. “Als er een wedstrijd is, doe ik mee en win ik. Of ik doe niet mee. Er is geen andere optie. Ik wilde gewoon de hoogste cijfers, ik wilde gewoon winnen.”
TEKST: ANOUK BOWMAN, BEELD: GEKE BOSCH
Advertisement
Bij aankomst wordt al duidelijk dat mijn interview met Joao anders is dan alle andere: zijn kitten Ernesto (11 weken, vernoemd naar Che Guevara) steekt al snel een niet-zo-metaforisch stokje voor ons gesprek, door prominent op mijn toetsenbord te gaan zitten. Wanneer we de kitten van mijn toetsen afpeuteren, moet Joao lachen: “Ik zet ‘m wel even in zijn kooitje.” De kitten staart me even later beteuterd door de tralies aan.
HARIG GEZELSCHAPSDIER Ernesto vervult niet alleen de functie van harig gezelschapsdier, zo blijkt al snel. Wanneer ik een geïnteresseerd praatje aanknoop over de kitten, vertelt Joao enthousiast dat hij altijd zwarte en donkerbruine katten heeft gehad. Ernesto is een lichte wit-oranje uitzondering op de regel. Waarom hij dan voor de lichte Ernesto heeft gekozen? Joao geeft weifelend antwoord: “Hij helpt me met het behouden van ritme en regelmaat. En ik wilde eens een keer wat anders.”
Een keer wat anders willen, dat slaat niet alleen op Joao’s keuze in katten. Na een heftige periode in 2016, was hij vastbesloten een andere richting in te slaan. Toen hij aan het einde van zijn schooljaar continu moe en futloos was, was het vragen om hulp niet gelijk de eerste stap die Joao zette. “Ik heb altijd al moeite gehad met het vragen om hulp. Niet alleen zit het niet in m’n aard, het is ook de formaliteit die eraan hangt. Wanneer mensen zeggen: ‘Als je hulp nodig hebt, laat het maar weten’, klinkt dat in mijn hoofd meer als een riedeltje dat iedereen opnoemt. Niet per se als een aanbod. Daarnaast voel ik me bezwaard: iedereen is ook gewoon druk met zijn of haar eigen leven.” Joao’s perfectionistische kant werkte ook niet niet heel erg mee in het zoeken van hulp. “Als ik iets aan het maken of schrijven ben, heb ik daar zelf controle over. Als ik hulp inroep en diegene verknoeit het per ongeluk, dan zou ik daar meer van balen dan als ik het zelf zou verpesten. Ik wil zelf mijn problemen oplossen, of het liefst zelfs vermijden.” Toch ging Joao in 2016 overstag en stapte net voor het einde van het schooljaar naar zijn SLB'er: “Op een gegeven moment was mijn bed uitkomen een opgave. Niet omdat ik te weinig sliep, maar puur doordat ik er niet uit kón komen. Ik had niet ‘zomaar even een rotdag’, nee, ik voelde me gedeprimeerd. Ik miste voorheen niet eens lessen en haalde goede cijfers, dus toen ik op een gegeven moment zelfs geen vakken meer haalde, heb ik aan de bel getrokken. Nadat ik een gesprekje had met mijn SLB’er, heeft zij me gelijk doorverwezen naar de decaan. Ze namen de situatie erg serieus.”
SCANDINAVISCHE NATUUR Iets te serieus, zo bleek al snel. “De decaan gaf gelijk aan niet te kunnen helpen. Niet omdat ze dat niet wilde, maar omdat ze de situatie zo serieus vond dat de drie sessies die je normaal bij de schoolpsycholoog krijgt, niet genoeg zouden zijn. Ze raadde me aan hulp van buitenaf te gaan zoeken. Wat ze zich niet realiseerde was dat het vragen om hulp al een flinke stap voor me was. Vervolgens ook nog keer anderen om hulp vragen, voelde als een gigantisch obstakel.” Toch vond Joao wel een manier om zijn burn-out door te komen. “Een vriend van me ging die zomer kanoën in Zweden en nodigde me uit om mee te gaan. Dat leek me eigenlijk wel wat: of ik nou de hele dag op bed lag hier in Utrecht of in een slaapzak in een tent in Zweden, dat maakte toch niks uit. In Zweden kon ik in ieder geval nog af en toe even de tent uit klauteren en meedoen aan activiteiten.”
De Scandinavische natuur hielp Joao langzamerhand weer in zijn normale ritme te komen. Want het missen van dat normale ritme, daar ging het volgens Joao fout. “Ik stopte makkelijk het werk van twee weken in één week. Het voelde alsof ik de wereld aankon. Als iemand zei: ‘red je het wel met school?’ dan dacht ik: ‘joh, zeik niet’. Dan voelde ik juist nog meer de drang om me te bewijzen. Als er een wedstrijd is, doe ik mee en win ik. Of ik doe niet mee. Er is geen andere optie. Ik wilde gewoon de hoogste cijfers. Ik wilde gewoon winnen.” Op de vraag waar die bewijsdrang dan vandaan komt, geeft Joao gelijk antwoord: “De docenten op mijn vorige middelbare school mochten me niet zo. Ik was bijna zo’n stereotiepe hangjoch, ik voetbalde vaak op straat. Toch zat ik wel ’s avonds een boek te lezen. Toen ze me naar het VMBO wilden sturen, heb ik dan ook flink geprotesteerd. Ik wilde gewoon VWO gaan doen. Ik belandde op CMD en dat was een wereld van verschil; ik werd plots serieus genomen. Docenten gaven me de beurt toen ik m’n hand hand opstak. Dat heeft zowel een positief als negatief effect gehad. Daardoor ben ik harder gaan werken. Misschien wel te hard, zoals later bleek.”
COVID-19 Op de vraag of COVID-19 voor een deuk in zijn regelmaat heeft gezorgd, kan Joao gelukkig een positief antwoord geven. “Ik kon het ritme er wel inhouden. Gevaar loert natuurlijk wel: als ik een kwartiertje langer in bed blijf liggen, dan kan dat al niet handig zijn. Dan kan ik gerust weer twaalf uur achter elkaar in bed blijven liggen en slapen. Het lastigste van een burn-out is op een gegeven moment weer mee gaan draaien in onze samenleving, wakker worden op een normale tijd. Mijn vrienden hebben me in dat opzicht ook ontzettend geholpen. Ze belden me soms met: ‘Je ligt alweer twaalf uur in bed, kom eruit’. Als ik dan reageerde met ‘mwah’ stonden ze soms plots voor m’n deur om een drankje te gaan doen.”
Joao probeert een positieve draai aan z’n burnout te geven. Toch zit hij vol met vooral duistere en deprimerende anekdotes. Ik ben dan ook benieuwd waarom hij zich heeft opgegeven voor ons interview. “Ik denk dat ik mensen wil waarschuwen. Zo’n burn-out zit werkelijk waar in een klein hoekje. Ik durfde geen hulp te vragen totdat het écht slecht met me ging. Ik hoop dat dit interview men inspireert om wel op tijd hulp te gaan zoeken. Verder wil ik graag nog meegeven als tip: probeer alles te verdelen, probeer niet langer dan acht uur ergens aan te zitten. Een werkdag duurt ook maar acht uur. Plan, breng structuur aan, maak keuzes. Ik kan echt slecht kiezen, dat is het ding. Je kan niet overal ja tegen zeggen. En dat is helemaal oké.”