Herkauwer 107 - juni 2022

Page 1

VOOROP IN DIERGEZONDHEID

herkauwer Juni 2022 - nummer 107

KLAUWGEZONDHEID

Familie Driessen werkte samen met adviseurs aan oplossing

BLAUWALG

In gesprek met het waterschap

KALVEREN

Het belang van goede hygiëne


VACCINEREN BIEDT EEN BREDE BESCHERMING TEGEN LUCHTWEGAANDOENINGEN

1: Foix et al. (2016) Poster gepresenteerd op WBC 2016 2: Montbrau C et al.(2019) Poster gepresenteerd op BRDS symposium 2019.

Scan de QR code voor de bijsluiter

HIPRA BENELUX Nieuwewandeling 62, 9000 Gent, België Tel.: +32 (0) 9 296 44 64 · benelux@hipra.com

ADV-SWI-MHYOSPH-NL-NL-2020-013

Bescherm uw kalveren voor de toekomst Bescherm uw rentabiliteit Bescherm uw melkproductie


voorwoord

ZOMERMAANDEN De zomer staat voor de deur! Dat is ook duidelijk in deze Herkauwer, waarin we alweer voorsorteren op het (nog) warmere weer. De eerste zomerse dagen hebben we alweer achter de rug. We beschermen onszelf tegen de hitte en het is ook van belang goed op dieren te letten. Vandaar dat u in dit nummer veel aandacht voor hittestress en de preventiemogelijkheden vindt. Een verkoelende duik in de warme maanden is dan ook heerlijk. Alleen hoe is het eigenlijk gesteld met het oppervlaktewater waarin wij zwemmen en waaruit de dieren drinken? We hebben in deze editie aandacht voor de gevolgen van warmer weer op het oppervlaktewater, zoals blauwalg en botulisme. Interessant om te lezen als uw dieren uit oppervlaktewater drinken en ook als u, of uw gezinsleden, graag in het buitengebied zwemmen. Dat het oplossen van een diergezondheidsprobleem lang kan duren, maar zeker de moeite waard is laat de familie Driessen zien. Zij schakelden diverse experts in om van de vele

tussenklauwontstekingen op het bedrijf af te komen. Er was geen pasklare oplossing en door samen te werken kregen ze het probleem onder de duim. Een mooi resultaat! Het is ook mooi om te zien dat bedrijven in de afgelopen jaren voor steeds meer infectieziekten de status vrij of onverdacht hebben behaald. Nog mooier is dat op deze bedrijven de sterfte van niet-geoormerkte kalveren ook lager is. We hopen dat het u met alle informatie uit deze Herkauwer lukt om nog betere zorg aan uw kalveren te bieden, zodat deze gunstige trend zich verder doorzet. De artikelen over jongvee in relatie tot hittestress, hygiëne en ook giardia en coccidiose geven wellicht handvatten waarmee u verder kunt. De zorg voor het jonge dier is een belangrijk onderwerp voor u als veehouder en heeft ook vanuit de hele maatschappij de belangstelling. Kortom, er ligt een boeiende editie van Herkauwer voor u klaar. Om lekker te lezen in de tuin, op een warme zomeravond of om even door te bladeren tussen alle bedrijven door. Ik wens u een mooie zomer toe! Linda van Duijn, manager afdeling rund

inhoud 04 Actueel 07 Kalender 08 Ontwikkelingen en aanpak

Bereikbaarheid Royal GD is op werkdagen telefonisch bereikbaar van 07.30 tot 19.00 uur via 088 20 25 500. Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en 9,95 euro basiskosten.

mastitisverwekkers

11 VeeOnline

12

12 Reportage: klauwgezondheid weer

Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal Aanmelden: via het aanmeldformulier op www.gddiergezondheid.nl of telefonisch 088 20 25 500 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur. COLOFON Herkauwer is een uitgave van Royal GD Redactie Sietske Haarman, Linda van Duijn, Jet Mars, Marjolijn Waanders, Inge Nijhoving | Beeldredactie Wendy van de Streek | Eindredactie Jessica Fiks | Redactieadres Royal GD, Marketingsupport & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T 088 20 25 500, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Media B.V. | Druk Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Abonnementen Herkauwer wordt gratis toegezonden aan relaties van Royal GD. Een jaarabonnement (drie nummers) voor personen buiten de doelgroep kost 19,20 euro (exclusief btw) | Advertenties Dock35 Media B.V., T. 0314 - 35 58 52 | Verschijningsfrequentie drie keer per jaar | Suggesties Heeft u suggesties voor dit blad, dan kunt u deze via redactie@gddiergezondheid.nl doorgeven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever. | Disclaimer Royal GD en de redactie zijn niet verantwoordelijk en daardoor niet aansprakelijk voor de inhoud van de geplaatste advertenties en advertorials.

ISSN: 1875a-2594 Wilt u dit blad niet meer ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 088 20 25 500. Vraag naar klantdatabeheer, of stuur een e-mail naar brbs@gddiergezondheid.nl.

onder controle krijgen

17 Onderzoek naar infectiedruk en kalveren

18 Blauwalg: hoe veilig is het oppervlaktewater?

21 Worminfecties in het weideseizoen

18

22 Monitoring 24 Uit het lab: wat meten we bij de Droogstandscheck?

27 Giardia en coccidiose 29 Relatiebeerders 31 Het getal en Vraag & Antwoord 27

32 Diergezondheid volgens..... Herkauwer, juni 2022 - 3


Leidraad leverbot: handig hulpmiddel! Wist u dat we een handige leidraad voor leverbot hebben ontwikkeld? Hierin staat informatie over leverbot, diagnostiek, preventieve maatregelen en behandelingsmogelijkheden. De leidraad leverbot ondersteunt u en uw dierenarts bij de aanpak van leverbot. DOWNLOAD ‘M GRATIS OP WWW.LEVERBOT.NL

Voorkom hoog celgetal na aankoop Niet zelden is het aanvoeren van koeien aanleiding voor een verslechterende uiergezondheid. Dit geldt zeker voor de mastitisverwerker Streptococcus agalactiae. Het ‘lastige’ is dat koeien met een S. agalactiae-infectie maar zelden een zichtbare uierontsteking hebben. Toch kan het bedrijfscelgetal na aanvoer (soms zeer) snel stijgen. Hoewel S.agalactiae over het algemeen goed is te behandelen, vereist het een consequente aanpak en zijn vaak extra maatregelen nodig om overdracht tijdens het melken te voorkomen. Door vóór aankoop het MPR-celgetal en de klinische mastitishistorie van de koe, evenals de mastitisverwekkers op bedrijfsniveau, op te vragen kunt u al risico’s inschatten. Wilt u meer zekerheid? Dan is individueel melkonderzoek na aanvoer zinvol. DEZE EN ANDERE PRAKTISCHE ADVIEZEN VINDT OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/RISICOCHECK

Aanmelden voor onze nieuwsbrieven Altijd op de hoogte zijn van het laatste GD-nieuws? Dan kunt u zich aanmelden voor onze nieuwsbrieven en kiezen voor de diersoort(en) waarover u meer informatie wilt ontvangen. Zo leest u alles over de laatste ontwikkelingen op het gebied van diergezondheid. Nadat u het formulier heeft ingevuld en verstuurd, ontvangt u een e-mail om uw aanmelding te bevestigen en kunt u aangeven welke informatie voor welke diersoort(en) u wilt ontvangen.

Nieuw: referentiewaarden spoorelementen jongvee De uitslag van het Pakket Spoorelementen voor rundvee is vernieuwd. Bij het Pakket Spoorelementen (artikelnr. 12090) wordt de concentratie koper, selenium, zink en jodium in heparineplasma bepaald. Op de nieuwe uitslag worden nu referentiewaarden weergegeven voor kalveren, pinken en volwassen dieren. Deze referentiewaarden geven aan welke variatie in de concentratie van een spoorelement mag worden verwacht bij dieren van deze specifieke groepen. Hebben dieren van een specifieke diergroep resultaten die buiten de referentiewaarden vallen? Dan is het advies om in overleg met uw dierenarts of veevoeradviseur de spoorelementenvoorziening vanuit het rantsoen te controleren. GA VOOR MEER INFORMATIE NAAR WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/PAKKETSPOORELEMENTEN

Scan de QR-code en meld u aan.

4 - Herkauwer, juni 2022


actueel

Jaarverslag monitoring 2021 Het jaarverslag van de monitoring is beschikbaar op onze website. Via het jaarverslag geven wij u terug wat we aan trends en bijzonderheden op het gebied van diergezondheid hebben gesignaleerd. Met een tijdlijn bespreken we per diersoort kort opvallende ontwikkelingen van het afgelopen jaar. Daarnaast gaan we via interviews in gesprek met de mensen achter de monitoring, zoals dierenartsen en veehouders, over casussen van het afgelopen jaar. Wij willen u bedanken voor uw bijdrage aan de monitoring onder andere door het melden van signalen aan de Veekijker en het insturen van dieren voor pathologisch onderzoek. HET JAARVERSLAG STAAT OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/MONITORING

Volgt u ons al? Wellicht volgt u ons al op Facebook. Wist u dat we sinds kort een Facebook- en Instagramkanaal hebben voor rundveehouders? Op die kanalen vindt u content speciaal voor u! Met inzichten op het gebied van diergezondheid, verhalen, interviews en tips.

Wat is de kwaliteit van het water in het buffervat?

Ontvang ons gratis e-book over biest Zodra een kalf gezond en vitaal is geboren, is het van essentieel belang om te focussen op goed biestmanagement. Kalveren worden geboren zonder weerstand en zijn afhankelijk van biest van de moederkoe om de eerste levensweken beschermd door te komen. Dit noemen we de passieve (verkregen) immuniteit. Gedurende deze eerste levensweken bouwt het kalf eigen (actieve) immuniteit op. Hoe dit verloopt en praktische tips leest u in het e-book biest.

Een buffervat wordt gebruikt om water op te slaan zodat de beschikbaarheid van water continu geborgd blijft, ook tijdens piekbehoefte. Op warme dagen is de waterbehoefte van melkkoeien fors hoger. Juist dan kan een hoge temperatuur de bacteriologische groei sterk bevorderen. Daarom is het buffervat is één van de negen checkpunten in de drinkwatervoorziening. Komt biofilm na het schoonmaken van de waterbakken snel terug? Neem dan een watermonster uit het buffervat en laat het onderzoeken. GA VOOR MEER INFORMATIE NAAR WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ RUNDVEEDRINKWATER

Herkauwer, juni 2022 - 5


• FERTI GROW MINERALENBOLUS •

DE ORANJE TOPPER

VOOR OPTIMALE GROEI BIJ JONGVEE!

ELKE KILO TOENAME IN GEWICHT

=

8 KILO MELK EXTRA

UIT ONDERZOEK BLIJKT DAT JONGVEE DAT VOORZIEN IS VAN FERTI GROW EEN GEMIDDELDE GROEI TOENAME HEEFT VAN 10%!

SAMENSTELLING: zink, koper, mangaan, jodium, kobalt, selenium*, vitamine B6, vitamine B2, vitamine B12, vitamine E* * Hoog aandeel in vergelijking met andere boli.

Vruchtbaarheid

Weerstand

Groei

6 maanden werkzaam

VERKRIJGBAAR BIJ UW DIERENARTS OF BESTEL OP WWW.BOERENWINKEL.NL


kalender

ZOMER: HITTESTRESS

Hittestress: vergeet uw droge koeien niet Het is bekend dat hittestress bij melkgevende koeien nadelig kan zijn voor de melkproductie en tevens de kans vergroot op klauw- en uierproblemen. Uit onderzoek blijkt dat hittestress bij droogstaande koeien ook negatieve gevolgen kan hebben voor de gezondheid van de koe en het (ongeboren) kalf. Hittestress kan zorgen voor een daling in de voeropname, wat uiteindelijk tot energieproblemen kan leiden. Negatieve effecten van hittestress bij droge koeien komen vaak pas tot uiting in de lactatie en worden vaak niet direct gekoppeld aan hittestress in de droogstand. Hittestress bij de droge koeien kan een negatief effect hebben op de melkproductie gedurende de gehele lactatie en het is nadelig voor de afweer, met als gevolg meer aandoeningen rond en na het kalven. Daarnaast heeft hittestress bij droge koeien een negatief effect op het geboortegewicht en de weerstand van het kalf.

Hittestress bij kalveren Ook kalveren kunnen op warme dagen hittestress ervaren, vooral bij een hoge luchtvochtigheid. Kalveren zijn dan sloom, de ademhaling neemt toe en ze kunnen zelfs gaan hijgen. Ouder jongvee kan gaan zweten om de warmte kwijt te raken. De eetlust vermindert en de vochtbehoefte neemt toe. Daar ligt de uitdaging! Bij warmte hebben kalveren een grotere behoefte aan drinken en minder aan eten. Een kalf laat dan de melk staan. Met als gevolg een afname in de weerbaarheid, meer kans op ziekte en een achterlopende groei. Het scheren van de rug om zweten te beperken wordt geadviseerd te doen vanaf circa 8 weken leeftijd (niet eerder). Zorg bij een warmteperiode dat de kalveren koel zijn gehuisvest. In iglo’s kan de temperatuur flink oplopen. Houd ruimte tussen eenlingboxen, zodat voldoende lucht langs de boxen kan. Houd hokken schoon en droog en mest regelmatig uit, want mest produceert ook warmte. Zorg dat er altijd voldoende schoon en vers drinkwater is, ook bij de nuchtere kalveren. Indien de kalveren de melk niet opdrinken: laat deze niet staan, maar gooi het weg in verband met bederf. Probeer handelingen en ingrepen uit te voeren op koele momenten, ga bij hitte bijvoorbeeld niet midden op de dag kalveren onthoornen of verplaatsen.

Preventieve maatregelen • Zorg voor voldoende drinkpunten met schoon en fris water en maak de drinkbakken regelmatig schoon, ook bij de kalveren. • Zorg voor een optimale ventilatie, koeling en voldoende schaduw. • Besteed extra aandacht aan de boxhygiëne: houd de ligplaatsen schoon en droog bij zowel koeien als kalveren. • Vermijd overbezetting. • Verstrek altijd voldoende en smakelijk ruwvoer. • Voorkom broeiend voer, door bijvoorbeeld vaker per dag te voeren. • Geef kalveren vaker kleinere porties op een dag. • Weid bij hoge temperaturen ’s nachts. • Voeg in overleg met de voeradviseur en dierenarts vitaminen, mineralen en buffers toe. • Voer handelingen met koeien en kalveren zoveel mogelijk uit op koele momenten in de ochtend of avond.

Hittestress ontstaat bij een bepaalde temperatuur en luchtvochtigheid. Op www.hittestresscheck.nl ziet u aan de hand van de weersvoorspelling, hoe groot de kans op hittestress is bij u in de buurt. U kunt zich ook inschrijven, zodat u deze voorspelling per e-mail ontvangt. Scan de QR-code om meteen naar de hittestresscheck te gaan.

Herkauwer, juni 2022 - 7


MASTITIS TANKMELK

Ontwikkelingen en aanpak mastitisverwekkers Met ons product Mastitis Tankmelk worden periodiek zeven verschillende (groepen) mastitisverwekkers bepaald in tankmelk. Deze zeggen iets over de oorzaak van een verhoogd celgetal en de uierhygiëne. Voor dit artikel hebben we de uitkomsten van het tankmelkonderzoek over de afgelopen jaren (2018 tot en met 2021) op een rij gezet. Welke trend zien we? Met welke maatregelen kunt u de kans op mastitisverwekkers in de tankmelk verlagen? Staphylococcus aureus en Streptococcus agalactiae Het percentage bedrijven met S. aureus-bacteriën in de tankmelk is de laatste jaren vrij constant gebleven. Er waren in 2021 wel minder bedrijven met veel S.aureus-bacteriën in de tankmelk ten opzichte van de jaren daarvoor, wat een gunstige ontwikkeling is. Het aantal bedrijven met S.agalactiae in de tankmelk blijft laag, maar was in 2020 en 2021 wel opvallend hoger dan in de jaren daarvoor. S. aureus en S. agalactiae komen voornamelijk in de tankmelk via geïnfecteerde koeien. S. agalactiae komt uitsluitend voor in de melk, terwijl S. aureus in de melk en ook op de huid wordt gevonden. Uit recent onderzoek blijkt dat beschadigde (kale) hakken ook een bron van S. aureus kunnen zijn. Wanneer de geïnfecteerde dieren tijdig worden opgespoord en aangepakt, zal het aantal S. aureus en S. agalactiae (en het celgetal) in de tankmelk dalen. Andere belangrijke maatregelen zijn het voorkomen van overdracht tijdens het melken én een goed functionerende melkmachine. Een optimale speenconditie, een goede melkafvoercapaciteit van de melkinstallatie en het volledig uitmelken zijn belangrijk voorwaarden om infecties te voorkomen. Houd er rekening mee dat de genoemde mastitisverwekkers ook door aankoop in de koppel kunnen worden gebracht.

8 - Herkauwer, juni 2022

Omgevingsgebonden streptokokken De omgevingsgebonden streptokokken in de tankmelk zijn de laatste jaren licht toegenomen. Een verhoogd kiemgetal van omgevingsstreptokokken in de tankmelk kan worden veroorzaakt door bacteriële vervuiling vanuit de omgeving, of door de melk van geïnfecteerde dieren. Bij deze laatste worden ook vaak veel S. uberis of S. dysgalactiae in de tankmelk aangetoond. Een vrij specifieke bron voor S. uberis is (vervuild) stro, maar deze mastitisverwekker komt ook voor in mest en grond. Subklinisch geïnfecteerde dieren met omgevingsstreptokokken kunnen de infectie ook overdragen via de melkstellen. Indien meerdere keren in de tankmelk hoge kiemgetallen van omgevingsstreptokokken worden gevonden, maar niet specifiek S. uberis of S. dysgalactiae wordt gekweekt, is het ook mogelijk dat koeien zijn geïnfecteerd met een andere omgevingsstrepto-


Hans Miltenburg, zoötechnisch specialist uiergezondheid en Christian Scherpenzeel, rundveedierenarts

kok; Streptococcus equi subsp. zooepidemicus en Streptococcus canis zijn hiervan voorbeelden. Bij de eerstgenoemde streptokok kunnen paarden als bron een rol spelen. Besmetting kan plaatsvinden via paardenmest en ook via handen die in contact zijn geweest met paarden. Bij Streptococcus canis kunnen, naast koeien, ook katten en honden drager zijn. Overdracht kan ook via deze dieren plaatsvinden. Indien deze verwekkers in de melk van koeien worden gekweekt, let dan extra op deze bronnen. Coliformen Het aantal coliformen in de tankmelk neemt de laatste jaren toe. De belangrijkste oorzaak van veel coliformen in de tankmelk is vervuiling vanuit de omgeving, met name mest. De stalen melkhygiëne (voorbehandeling) spelen hierbij een belangrijke rol. Kiemgetallen van coliformen in de omgeving van de uier, zoals het strooisel, kunnen sterk stijgen onder invloed van

Op onze website vindt u voor iedere mastitisverwekker een checklist met risicofactoren en adviezen, zowel voor bedrijven met een melkstal als robotbedrijven (UGA wijzer). Door zes of tien keer per jaar de tankmelk te monitoren op de zeven verschillende (groepen) mastitisverwekkers in combinatie met een antibiotica gevoeligheidstest (optioneel, twee maal per jaar), kunnen op tijd curatieve en preventieve maatregelen worden genomen. De uitslagen van Mastitis Tankmelk vindt u op VeeOnline in het nieuwe online Dashboard.

uiergezondheid

de temperatuur en vochtigheid. Let speciaal op vaste mestfractie indien dit als boxstrooisel wordt toegepast. Om het kiemgetal in de vaste mestfractie laag te houden is een goede toepassing belangrijk. Het is belangrijk om zowel in de opslag als op de ligplaats broei te voorkomen. Zo is van E. coli-bacteriën bekend dat ze zich tussen de 15 en 45 graden Celsius sterk kunnen vermenigvuldigen. Het uitgangsmateriaal moet na het persen een drogestof-percentage hebben van minimaal 33 tot 35 procent. De kans op broei in de ligbox is het kleinst indien één of meerdere keren per week een dun laagje in de box wordt gebracht en de bovenlaag dagelijks wordt aangeharkt, zodat het rul en droog blijft. Zo kan het vocht goed verdampen en kan het materiaal optimaal aan de lucht drogen. Een goed geventileerde stal is daarbij een vereiste. Van de groep coliformen wordt specifiek de aanwezigheid van Klebsiella spp. bericht op de tankmelkuitslag. Klebsiella spp. kunnen in de tankmelk komen door vervuiling met zaagsel, mest of grond. Daarnaast kunnen koeien die (subklinisch) zijn geïnfecteerd met de klebsiella-bacterie het kiemgetal van Klebsiella spp. in de tankmelk verhogen. De aanwezigheid van coliformen in de tankmelk betekent dus dat de infectiedruk vanuit de omgeving hoog is en dat de kans op mastitisinfecties toe kan nemen. Wij kunnen ook de hoeveelheid E. coli en Klebsiella in het strooisel onderzoeken. Door coliformen regelmatig te bepalen in de tankmelk, kunt u tijdig maatregelen nemen om de infectiedruk te verlagen en mastitisproblemen te voorkomen. MEER INFORMATIE OVER DIT ONDERWERP STAAT OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/UIERGEZONDHEID

Herkauwer, juni 2022 - 9


DE TOTAALAANPAK VOOR GEZONDE KALVEREN

� MEER werkplezier � MINDER sterfte � BETERE jeugdgroei � BETER leven � HOGERE melkproductie 1

2

1e lactatie3

� LANGER melkgevend

GEZONDE KALVEREN? VANZELFSPREKEND! Een gezonde opfok van uw jongvee is cruciaal voor de toekomst van uw bedrijf. Want gezonde kalveren komen niet alleen het werkplezier ten goede, maar ook uw bedrijfsrendement. Van biestmanagement tot huisvesting en hygiëne: bij de opfok van kalveren komt veel kijken. Met onze Bescherm, Behandel, Beheers aanpak ziet u niets meer over het hoofd en krijgt u

4

volop tips en handvatten voor vanzelfsprekend gezonde kalveren.

Scan de QR-code met uw smartphone of ga direct naar www.gezondkalf.nl om de Bescherm, Behandel, Beheers aanpak te downloaden.

MSD Animal Health Postbus 50, 5830 AB Boxmeer

Referenties: 1. Niine T., et. al. (2018) Cryptosporidium outbreak in calves on a large dairy farm: Effect of treatment and the association with the inflammatory response and short-term weight gain, Research in Veterinary Science, vol. 117, April 2018, pag 200-208. 2. Soberon F., Van Amburgh M.E.(2013). Lactation Biology Symposium: The effect of nutrient intake from milk or milk replacer of preweaned dairy calves on lactation milk yield as adults: a meta-analysis of current data, J.Anim Sci., 91:706-12. 3. Soberon, F. et al. (2012). Preweaning milk replacer intake and effects on long-term productivity of dairy calves. J. Dairy Sci. 95: 783-793. 4 Bach, A. et al. (2008). Associations Between Nondietary Factors and Dairy Herd Performance, J. Dairy Sci, 91: 3259–3267.

NL-NON-220300011 © 2022-04 Intervet International B.V. Alle rechten voorbehouden.

Wat levert een gezond kalf mij op?


VeeOnline

ALTIJD EN OVERAL INZICHT IN UITSLAGEN

“DE APP IS HANDIG VOOR ALS IK DE BOER OP BEN” Het werk van een veehouder en dierenarts speelt zich allang niet meer volledig in de stal af. Terwijl daar vaak het meeste werkplezier wordt ervaren. Daarom heeft VeeOnline onlangs een app ontwikkeld voor de telefoon en tablet. Zodat uitslagen nóg makkelijker zijn in te zien, gewoon in de stal. Ideaal, vindt ook dierenarts André Hennipman van De Klomp Dierenartsen. Waar de dierenarts eerder VeeOnline alleen op de pc gebruikte om zijn bedrijfsbezoeken voor te bereiden, gebruikt hij in de stal nu ook de app. “Meteen toen het bericht kwam dat de app er was heb ik hem geïnstalleerd. Dat leek me handig.” Eerder logde hij weleens in via zijn telefoon via de browser. “Maar met de kleine velden was dat minder fijn. Nu met de app is het een stuk makkelijker en sneller te vinden. Handig voor als ik de boer op ben. De app is natuurlijk gemaakt voor de telefoon.” Push-berichten Dat betekent niet alleen dat de invulvelden een stuk groter zijn, maar ook dat er functionaliteiten zijn bij gekomen. Zoals pushberichten wanneer een uitslag binnen is. Volgens dierenarts Hennipman een functie die vooral voor veehouders een uitkomst is. Het grootste voordeel voor hem als dierenarts is dat hij alle uitslagen makkelijk kan vinden én ze altijd bij de hand heeft.

Download de app en ontdek! VeeOnline is nu ook mobiel! Log in via de VeeOnline-App, raadpleeg altijd en overal labuitslagen en bekijk de ‘historie’ van de dieren via het archief. Ontdek wat er voor jou in zit. De vernieuwde VeeOnlineApp zit boordevol nieuwe en verbeterde functies. Download de VeeOnline-App gratis vanuit de App Store of Google Play. Download van Apple’s App Store

“Zo was ik bij een geitenbedrijf waarvan lammetjes waren ingestuurd voor sectie. Je kunt terwijl je daar bent meteen kijken welke uitslagen er bekend zijn. En bij een melkveebedrijf wilde ik laatst enkele tankmelkuitslagen van het afgelopen jaar naast elkaar leggen. Dat kon heel makkelijk.” Een van de fijnste functionaliteiten is volgens Hennipman de zoekfunctie. “Je kunt mooi filteren op het soort onderzoek, maar ook op veehouder of op diernummer.” Filteren Het is ook voer voor gesprek, vertelt de dierenarts. “Laatst had ik het er met relatiebeheerder Renske van de Beek over dat je mooi kunt selecteren op onderzoek. Zo zien we meteen hoe vaak wij een bepaald onderzoek aanvragen, bijvoorbeeld bloedonderzoek bij verwerpers. We zien daardoor ook of een bepaald bedrijf vaker of juist bijna nooit een verwerpersbloedje instuurt.” En met die informatie kunnen ze ook de bedrijfsbegeleiding weer beter en specifieker maken. De webversie van VeeOnline valt overigens ook in de smaak bij Hennipman. “Die is een beetje in dezelfde stijl, met dezelfde functionaliteiten.” Wat nog beter kan? “Als de aansturing er ook in te vinden is. Maar dat zal vast een kwestie van tijd zijn.”

Download van Google’s Playstore

Herkauwer, juni 2022 - 11


“Vooral niet opgeven, adviseurs erbij betrekken, zaken uitsluiten en optimaliseren.” 12 - Herkauwer, juni 2022


Jessica Fiks, redacteur

reportage

KLAUWGEZONDHEID

Weer de controle krijgen Een diergezondheidsprobleem oplossen, is vaak een kwestie van de lange adem. Melkveehouders Harry en Tecla Driessen kunnen erover meepraten. “Koeien moesten worden afgevoerd en we hebben veel melk verloren. Nu, twee jaar later merken we gelukkig dat onze koeien bijna geen last meer hebben van tussenklauwontsteking. Vooral niet opgeven, adviseurs erbij betrekken, zaken uitsluiten en optimaliseren.” Samen met hun zoon Jorick runnen ze het melkveebedrijf met zo’n tachtig melkkoeien. De jongvee-opfok vanaf 1 jaar hebben ze uitbesteed. Ze zijn de vijfde generatie op het bedrijf en in de toekomst wil Jorick het overnemen. “Het werken met dieren is prachtig. Je bepaalt zelf de indeling van je werkdagen, je bent enorm vrij. Al wordt het wel minder door alle regels die maar blijven bijkomen. Alleen wanneer je dan weer de stal inloopt en die dieren ziet, dan is het toch mooi werk. Een goede diergezondheid en mooie productie draaien, daar werken we met elkaar hard voor.” Tussenklauwontsteking: een groot probleem Eind 2020 waren er veel problemen met tussenklauwontsteking. “De vaarzen die terugkwamen vanuit de jongvee-opfok hadden binnen de kortste keren ook tussenklauwontsteking. Het zat echt in de stal, de bacteriedruk was hoog. De ene na de andere koe kreeg het. We behandelden ze, maar de middelen hielpen niet meer. We kwamen uiteindelijk uit bij derdekeusmiddelen. Je zit dan wel eens met je handen in het haar”, herinnert Tecla zich nog goed. Harry vult aan: “De koeien werden acuut kreupel en hadden een dikke rode kroonrand. De vacht werd dof en ze gingen te weinig naar het voerhek.

Herkauwer, juni 2022 - 13


Weten wat je voert Zink vervult diverse functies in het lichaam van de koe. Bij een tekort kunnen verschijnselen voorkomen als slechte eetlust en groei, een perkamentachtige verdikte huid op diverse plekken, zoals de poten en rond de ogen. De huid is kwetsbaar en wondjes ontstaan snel en genezen slecht. Ook mangaan en biotine zijn erg belangrijk voor de huidweerstand. Met Klauwgezondheid Tankmelk wordt tankmelk vier keer per jaar automatisch onderzocht op biotine, zink en mangaan. Daarnaast geeft de uitslag inzicht in infectiedruk van Mortellaro. Zo kan er gericht worden gewerkt aan sterke en gezonde klauwen. Bekijk de video van de familie Driessen door deze QR-code te scannen.

Ze stonden een beetje te trappelen als we de boxen in de middag aan het krabben waren en lagen te weinig om te herkauwen. Genoeg en goed liggen is belangrijk voor de productie. De problemen begonnen nadat we aardappelen begonnen bij te voeren, maar het is niet aan te tonen of dat de oorzaak is geweest. De aardappelen zijn suikerbommetjes, alles komt in één keer vrij in de pens als koeien het opnemen. We hebben het vervangen door voederbieten, die komen geleidelijk vrij in de pens.” Tussenklauwontsteking is een bacteriële infectie en die bacterie sloeg genadeloos toe. De koeien hadden een te lage weerstand. De dierenarts kwam langs en ze lieten een mestmonster onderzoeken, daar kwam niets uit. Adviseurs bijeen Ze besloten ‘hogerop’ te gaan en nodigden experts uit op het bedrijf. Voeradviseur Raymond Krabbenborg, hun eigen dierenarts en GD-rundveedierenarts Menno Holzhauer. Harry: “Doordat ze allemaal samen waren, kregen we advies vanuit allerlei hoeken. Eén pasklare oplossing kwam er niet. We hebben vervol-

“Door het goed te managen, hebben wij klauwgezondheid nu onder controle.” 14 - Herkauwer, juni 2022

gens zaken aangepast in de hygiëne, klauwverzorging en het rantsoen. Je maakt samen een actieplan, je wilt niet zomaar alles in je koeien stoppen. We hebben meer structuur gevoerd en minder bijgevoerd.” Tecla vult aan: “We hebben als eerste in overleg met Menno een mineralenonderzoek laten uitvoeren. Bij vijf koeien is bloed getapt, hieruit kwam dat het zinkgehalte iets aan de lage kant was. We zijn meer mineralen in het rantsoen gaan voeren, biotine en fosfaat zijn toegevoegd in het krachtvoer. De uitslagen van Klauwgezondheid Tankmelk hebben we gebruikt om de voorziening van biotine, zink en mangaan op het juiste niveau te krijgen. Op de eerste uitslagen waren er wat afwijkingen, dit hebben we vervolgens aangepast in overleg met de voeradviseur. Ook hebben we het aantal kilogram voederbieten per koe omlaag gebracht. Bij de vaarzen bij de jongvee-opfok is het niet onderzocht, maar ook daar zijn mineralen toegevoegd. Na de aanpassingen in het rantsoen ging het wel beter met de klauwgezondheid. Alleen het was nog steeds niet optimaal.” Puntjes op de i Hoewel ze minder tussenklauwontstekingen constateerden, waren er wel zoolzweren bij de oudere koeien en beschadigingen aan de klauwen van koeien en enkele Mortellaro-gevallen. GD-rundveedierenarts Menno Holzhauer gaf nog andere tips naar aanleiding van het bedrijfsbezoek. De koppel koeien zag er goed uit en de huisvesting was op orde. Om de klauwgezondheid te verbeteren adviseerde hij om de sproeier op de mestrobot tijdelijk uit te schakelen om zo een drogere vloer te creëren en om niet meer dan twee keer per week een klein handje kalk in de boxen gooien. Daarnaast adviseerde hij om de voetbaden te intensiveren en de roosters extra goed te ontsmetten.


Jessica Fiks, redacteur

“Er ging gelukkig nergens iets compleet verkeerd en de productie van de koeien bleef gewoon goed, alleen wij wilden die klauwgezondheid weer op een hoog niveau hebben. Het was eigenlijk ook een kwestie van alle puntjes weer op de i zetten, waardoor we alles weer onder controle kregen. We gebruiken nu een pHneutraal soort kalk. De roosters hebben we schoongespoten en ontsmet. In december hebben we koeien aangekocht en zij hebben geen tussenklauwontsteking ontwikkeld, ook de vaarzen die nu komen krijgen het niet”, aldus een gelukkige Tecla en Harry. Klauwstrategie managen Harry: “Het voetbad was hier een heel circus met koeien die er niet door wilden, opstoppingen en meer ellende. Je ziet er tegenop om het te doen en gaat het uitstellen. In overleg met

reportage

staladviseur Roy Verhey hebben we nu gekozen voor een voetmat. Met enkele dagen een desinfecterend middel en enkele dagen een klauwverzorgend middel. Daarnaast wordt de koppel eens per vijf maanden preventief bekapt door een klauwbekapper. Koeien die klauwproblemen hebben gehad, blijven daarvoor gevoeliger. Door het goed te managen hebben we het nu onder controle.” Diergezondheid erg belangrijk De diergezondheidsstatus op het bedrijf is van een mooi niveau: BVD-, Lepto-, en IBR-vrij en Paratbc status A. De productie ligt op ruim 10.000 liter met 4.5 procent vet en 3.6 procent eiwit. “Gezonde koeien, die wil je in je stal. Zonder dat ze problemen hebben met de klauw- of uiergezondheid. Het celgetal hebben we altijd goed, is het celgetal verhoogd dan ondernemen we gelijk actie. Vooral ook het individuele celgetal, is dat verhoogd? Dan laten we een Bacteriologisch Onderzoek uitvoeren. Zo kun je gericht behandelen, dat is zo belangrijk. Dat we nu ook de klauwgezondheid weer op orde hebben, is geweldig”, aldus Tecla en Harry. De aanhouder wint De uitslag van het meest recente onderzoek laat zien dat alle gehalten goed zijn en dat zien ze aan de koeien. Harry, Tecla en Jorick zijn blij met het eindresultaat. “De vachten van de koeien glanzen weer, ze lopen zonder problemen, waardoor ze genoeg vreten, liggen en herkauwen. Daardoor is de weerstand weer op peil. Dat is zo belangrijk! We raden iedereen aan om experts uit te nodigen voor advies. Meten is weten en ga niet zelf aanmodderen. En een goed rantsoen is de basis, als je daar bovenop zit; dan kun je gericht handelen.”

Herkauwer, juni 2022 - 15


VOOROP IN DIERGEZONDHEID

fosfor

jodium e molybd

en

zink

koper

m

seleniu

Mineralenvoorziening is maatwerk Goed voeren om koeien gezond te houden daar steekt u veel tijd en energie in, maar wat werkt het beste? Het voeren van mineralen naar de behoefte speelt hierbij een belangrijke rol. Via de Mineralencheck krijgt u inzicht in de jodium-, selenium- zink-, koper- en molybdeenvoorziening van uw melkvee én de fosforuitscheiding via tankmelk. Zo houdt u grip op wat uw koeien opnemen. En dat is belangrijk voor gezonde koeien en goed voor uw portemonnee.

Meer weten? www.mineralencheck.nl

GD LOOPT VOOROP IN DIERGEZONDHEID VOOR GEZONDE VOEDING EN VITALE KOEIEN


kalveren

Jessica Fiks, redacteur

ONDERZOEK NAAR INFECTIEDRUK EN KALVEREN

“Daar lig je dan ineens in het stro” Een pasgeboren kalf heeft nog weinig weerstand en is vatbaar voor infecties. Goed schoonmaken en desinfecteren van de afkalfstal, biestverstrekkers en boxjes zijn belangrijke stappen in het probleemloos laten opgroeien van het kalf. We voerden een project uit en de resultaten leveren praktische handvatten hoe u de schoonmaak kunt optimaliseren. Onderzoeker en docent Mariska van Asselt was vanuit Aeres hogeschool Dronten betrokken bij het project. “Een kalf valt bij de geboorte letterlijk in het stro. Dat is gelijk het eerste moment waar hij een infectie kan oplopen, omdat er kiemen aanwezig zijn in het stro. De navel ontsmetten met jodium is belangrijk om te doen. Zomaar één van de onderwerpen die tijdens het onderzoek onder de loep is genomen.” Bezoeken aan bedrijven Een kalf wordt geboren in de afkalfstal, gaat vervolgens naar een iglo en dan naar de kalverboxen. Cruciale momenten voor de gezondheid van het kalf. Voor het onderzoek bezochten de onderzoekers een kleine honderd bedrijven en beoordeelden de afkalfstal, een lege eenlingbox en een eenlingbox met een kalf van 7 dagen, evenals de biestverstrekkers (sonde, speenfles en

De Hygiënecheck Kalf Binnenkort introduceert GD de Hygiënecheck Kalf. Deze geeft u inzicht in de hygiëne van de kalverbox, de biest en de biestverstrekker. Zo sluit u de oorzaak van gezondheidsproblemen in de omgeving van het pasgeboren kalf uit: www.gddiergezondheid.nl/hygienecheck.

In het project ‘Infectiedruk rondom het jonge kalf’ werkte GD samen met Aeres Hogeschool Dronten, HAS hogeschool, Van Hall Larenstein, Hogeschool InHolland. ForFarmers, Universitaire Landbouwhuisdierenpraktijk, Iconize en LTO Nederland.

speenemmer). Er werden monsters genomen om de infectiedruk te meten aan de hand van het totaal aantal bacteriën en het aantal E.coli-bacteriën. De veehouders beantwoordden daarnaast vragenlijsten. Mariska: “De infectiedruk was vaak best hoog. Veehouders weten dat biestmanagement belangrijk is. Wat soms wordt vergeten, is hoe belangrijk het is om ook de biestverstrekkers goed te reinigen. Goed schoonmaken voorkomt dat dingen een bron van bacteriën worden.” Enkele tips Maak schoon met water boven de 60 graden Celsius. Lukt dit niet? Gebruik dan voor kalverboxen een alkalisch schoonmaakmiddel, laat het inweken en spoel schoon. • Reinig de biestverstrekkers met warm water boven de 60 graden Celsius en ontsmet deze, bijvoorbeeld met chloor. • Plaats iglo’s indien mogelijk op een oppervlakte die ook te reinigen is. • Laat kalveren met gezondheidsproblemen, zoals diarree, niet in contact komen met gezonde kalveren, ziektekiemen verspreiden snel. • Gebruik een koelkast speciaal voor het bewaren van biest, zodat bacteriën geen kans krijgen te groeien.

Herkauwer, juni 2022 - 17


BLAUWALG KAN MOGELIJK GIFTIG ZIJN

Hoe veilig is het oppervlaktewater? Deon van der Merwe

Blauwalgen, ook wel cyanobacteriën genoemd, bevinden zich in elk natuurwater. Er zijn blauwalgen die gifstoffen kunnen produceren. Deze kunnen tot grote problemen leiden bij mens en dier. Waterkwaliteitsspecialist Frans de Bles van waterschap Vallei en Veluwe en GD-toxicoloog Deon van Merwe in gesprek over blauwalg, een vervelend verschijnsel.

Niet elke blauwalg hoeft problematisch te zijn. Sommige soorten kunnen echter toxines produceren. Het drinken van water waarin gifstoffen zitten, kan leiden tot ernstige leverschade of afwijkingen in het zenuwstelsel. Getroffen dieren kunnen abnormaal gedrag vertonen, diarree hebben en spierspasmes vertonen. Bij hoge inname kan een dier snel sterven. Snel ingrijpen is belangrijk, dan is behandeling wellicht nog mogelijk. Het is dus goed om te weten of in het oppervlaktewater in het weiland een blauwalgsoort aanwezig is die mogelijk giftig kan zijn. Controle door het waterschap Frans houdt zich al jaren bezig met blauwalg. “In Nederland controleert het waterschap de kwaliteit van zwemwater in de zomerperiode om de veertien dagen. Ook controleren we water in wijken als er klachten van bewoners binnen komen. Blauwalg geeft een groene waas over het water en kan worden verward met kroos of ‘gewone’ algen. Er zijn honderden soorten en niet elke soort is giftig. Wij onderzoeken het zwemwater op de aanwezigheid van mogelijk toxische blauwalgen. De eerste melding kregen we dit jaar al halverwege april. In de warme zomers in recente jaren zien we niet heel veel meer meldingen, wel ontdekken we meer giftige combinaties van blauwalgen. Zit er eenmaal een soort blauwalg in je water die gifstoffen produceert? Dan kun je ervanuit gaan dat die het jaar erop ook weer gaat groeien. Vandaar dat ook de bord-

18 - Herkauwer, juni 2022

jes blauwalg jaarlijks terugkeren in zwemwater en in gemeenten. Veel inname kan ook bij mensen problemen geven, zoals huidirritaties en irritatie van de luchtwegen. Stilstaand water in de gaten houden Nederland wordt relatief minder getroffen dan regio’s met warmere klimaten, al zien we het de laatste jaren wel toenemen. Blauwalg kan een dichte drijflaag aan het wateroppervlak vormen en door de wind naar de kant worden geblazen. Daar drin-

Zie je een groene drijflaag? Blijf er dan uit en vermijd toegang voor je dieren.


Jessica Fiks, redacteur

ken de dieren. Ook kan blauwalg groeien op oppervlakken in ondiep water, zoals een waterbak die in de wei wordt blootgesteld aan zonlicht. En sloten met stilstaand water zijn een gewilde groeiplek. Deon legt uit: “Eigenlijk al het water dat niet stroomt heeft het potentieel om hoge concentraties giftige blauwalgen te produceren. Blauwalg heeft voedingsstoffen, zonlicht en stilstaand water nodig Frans de Bles om efficiënt te kunnen groeien. Vandaar dat het vooral ook in de zomerperiode oppassen is. Het beste is om het water te laten stromen, maar dat is ingewikkeld bij slootwater. Schaduw om de waterbron heen kan de groei ook tegengaan. Vermoed je blauwalg? Vermijd dan dat de dieren toegang hebben tot het water. En natuurlijk moet je ook mensen er niet in de buurt laten. Wees alert op blauwalg en laat indien nodig het water onderzoeken.” Frans gaat verder: “We onderzoeken onder de microscoop of de blauwalg mogelijk toxisch is. Ik vind blauwalgen heel fascinerend en houd me er al tientallen jaren mee bezig. Bij orale opname kun je binnen minuten ernstige buikpijn en diarree krijgen, soms met bloed. Als je de giftstoffen binnenkrijgt, komen ze gelukkig niet rechtstreeks in je bloedbaan, maar het wordt opgenomen in de lever waar het schade aan de levercellen veroorzaakt.”

interview

Bij orale opname kun je binnen minuten ernstige buikpijn en diarree krijgen, soms met bloed Ervaring in het buitenland Deon heeft tijdens zijn werkzaamheden in Amerika meerdere gevallen van blauwalgvergiftiging meegemaakt. “Bijvoorbeeld een hond waarvan de lever helemaal was aangetast door de gifstoffen en een aantal dode koeien naast een waterbron. Blauwalgen kunnen hele giftige stoffen produceren. Ook bij GD hebben we enkele dieren op sectie gekregen die leverfalen hadden na het drinken van water. Het is lastig om tijdens een sectie de blauwalg nog in de dier aan te tonen, maar het is vaak mogelijk om blauwalgen te identificeren in het water dat het dier dronk.” Is elk water dan mogelijk gevaarlijk? Frans en Deon: “Het is echt niet zo dat het in Nederland tot grote problemen leidt. Alleen het is altijd goed om er alert op te blijven, zie je een groene drijflaag? Blijf er dan uit en vermijd toegang voor je dieren totdat je zeker weet dat het veilig is. Beter voorkomen dan genezen.”

Nieuw wateronderzoek Niet alle soorten blauwalg produceren toxines. Het is daarom nuttig om het type blauwalg te identificeren om te bepalen of er een potentieel risico op vergiftiging is. Om het vergiftigingsrisico te monitoren kan water met een groene drijflaag worden geanalyseerd op de aanwezigheid van giftige blauwalgsoorten. GD biedt met een nieuw wateronderzoek de mogelijkheid om te achterhalen of blauwalg in het water zit en of deze wel of geen giftige toxines produceert. Een groene laag op oppervlaktewater kan ook afkomstig zijn van planten zoals kroos, verkleurd water of groene biofilms die zijn ontstaan. KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/BLAUWALG

Herkauwer, juni 2022 - 19


HITTESTRESS?

Het stalklimaat is bepalend!

DE OPLOSSING

ABBIFAN 140-XXP-2 Ventilatoren met extreem laag stroomverbruik door modernste motortechniek! Direct aangedreven!      

30-70% zuiniger Géén frequentieregelaar nodig Géén motor bev. schakelaar nodig Géén speciale bekabeling nodig Aansluiting 230/400V 50Hz Energie investerings aftrek (EIA) MEER HYGIËNE IN DE STAL

1X STROOIEN 3X VOORDEEL

STIKSTOFBINDING IN DE MESTPUT BODEMVERBETERING OP HET LAND

DWARSVENTILATIE brengt frisse buitenluchtin de stal!      

Eenvoudiger montage Minder bekabeling Géén obstakels in de stal Géén onrust in de stal bij schoonmaken Kortere ophanging Koeling over de lengte van de ligboxen

Tel. 0184-711344 sales@abbi-aerotech.com www.abbi-aerotech.com

lava3.nl


Menno Holzhauer, rundveedierenarts, Marian Aalberts en Deborah van Doorn, veterinair microbiologen

informatief

ONDERZOEKSMOGELIJKHEDEN

Worminfecties in het weideseizoen Vorig jaar kregen we meer meldingen over koeien die lang hoestten na het opstallen, ook na behandeling. Op de meeste rundveebedrijven zijn er aan het begin van de zomer nog nauwelijks klachten door wormen. Toch raken kalveren en koeien in deze periode waarschijnlijk wel besmet met long- of maagdarmwormen. Wat zijn dan de klachten, en welke onderzoeksmogelijkheden zijn er? Worminfecties komen het meest voor op bedrijven met weidegang. Op bedrijven zonder weidegang die vers gras op stal voeren, komen ze een enkele keer voor. Longworm Longwormen zorgen ieder jaar op meerdere bedrijven voor duidelijke klachten. Die gaan bijna altijd gepaard met hoesten,

verminderde melkproductie en zelfs sterfte (vooral bij jonge melkkoeien). Een longwormbesmetting kan ook bij oudere melkkoeien klachten geven: vooral op bedrijven die dieren aankopen, waarbij de dieren als vaarzen pas hun eerste weideseizoen doormaken, of waar jongvee wordt uitgeschaard op een ander bedrijf. Vorig jaar werden bij 25 procent van de bedrijven die deelnemen aan Worminfecties Tankmelk in de tankmelk van augustus én in die van november (weinig of veel) antistoffen tegen longworm aangetoond. Een duidelijke toename ten opzichte van de jaren ervoor. Dit kwam mogelijk door onvoldoende ontwikkeling van weerstand bij het jongvee. Bij een verdenking van een besmetting kan bloed-of mestonderzoek van jonge melkkoeien (eerste weideseizoen) nuttig zijn voor het stellen van de bedrijfsdiagnose. Het is belangrijk te realiseren dat dieren na een behandeling nog een langere tijd kunnen blijven hoesten als gevolg van de doorgemaakte bronchitis. Maagdarmwormen Maagdarmwormen zorgen soms voor klachten tijdens het eerste weideseizoen. Op een besmette weide kunnen runderen de larven opnemen, die vooral bij kalveren in de lebmaag of de dunne darm als volwassen worm massaal eieren produceren. Zo zorgen ze voor een nieuwe besmetting van de weide. Onderzoek toont aan dat zwaardere infecties van oudere dieren ook tot schade leidt, met als gevolg onder andere een verminderde melkproductie. Om de besmettingsdruk bij kalveren te bepalen in het eerste weideseizoen is mestonderzoek zinvol, afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden tussen de vier en tien weken na start van de weidegang. Bloedonderzoek op pepsinogeen bij kalveren op het moment van opstallen kan ook zinvol zijn. Bij volwassen melkvee is de besmettingsgraad via tankmelkonderzoek goed vast te stellen. KIJK VOOR MEER INFORMATIE OVER DE AANPAK VAN WORMINFECTIES OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/WORMINFECTIES

Herkauwer, juni 2022 - 21


monitoring

Patty Penterman, rundveedierenarts

HOE TE HERKENNEN?

Botulisme blijft een aandachtspunt

Gebruik geen pluimveestrooisel in runderstallen. Pluimvee is een belangrijke besmettingsbron van botulisme.

We ontvangen jaarlijks een aantal meldingen over acute sterfte van meerdere koeien, met daarbij soms dieren met verlammingsverschijnselen. Bij deze signalen kan worden gedacht aan botulisme. Botulisme komt bij runderen niet vaak voor, geschat wordt op ongeveer tien tot vijftien bedrijven per jaar. Als het voorkomt, is de schade op het getroffen bedrijf vaak aanzienlijk. Hoe zorgt u ervoor dat op uw bedrijf botulisme geen kans heeft? Botulisme wordt veroorzaakt door gifstoffen die worden geproduceerd door de bacterie Clostridium botulinum. Besmette runderen sterven in de meeste gevallen. Bij het rund zijn de belangrijkste symptomen verlammingsverschijnselen van het voorste deel van het maagdarmkanaal (tong en keel) of van de achterhand. Eigenschappen De botulismebacterie produceert een zeer krachtige en snelwerkende toxine (gifstof) en er zijn meerdere typen van deze bacterie. Het rund is erg gevoelig voor de gifstoffen van type C (afkomstig van watervogels) en D (afkomstig van pluimvee). De bacterie is een sporenvormer en daardoor goed beschermd tegen temperatuursinvloeden en verschillende desinfectiemiddelen. Als de leefomstandigheden gunstig zijn (een warme, eiwitrijke, zuurstofarme omgeving, zoals in ondiep water of in een kadaver) dan vermenigvuldigen de sporen zich snel en komen massaal toxinen vrij. De toxinen kunnen maandenlang in kadaverresten aanwezig blijven. Runderen kunnen de bacteriën en de toxinen binnenkrijgen via opname van besmet water of ruwvoer.

22 - Herkauwer, juni 2022

Aanpak van botulisme Er zijn geen medicijnen tegen botulisme. De aanpak van botulisme bestaat uit preventieve maatregelen. Pluimvee is een belangrijke besmettingsbron. Laat runderen daarom niet in contact komen met pluimvee(mest). Gebruik geen pluimveestrooisel in runderstallen en geen pluimveemest op grasland. De botulismebacterie kan voorkomen in wildkadavers. Verwijder wildkadavers altijd uit het grasland, ook om te voorkomen dat ze mee worden ingekuild, met als risico dat de koeien later op stal besmet kuilvoer krijgen gevoerd. De opname van 1 gram kadavermateriaal dat besmet is met de toxine, kan voor een volwassen rund al fataal zijn. In warme zomers kan botulisme explosieve sterfte onder watervogels veroorzaken. Ziet u veel dode watervogels? Raak deze niet zelf aan, maar meld dit dan aan het waterschap in verband met botulisme. Aviaire influenza (vogelgriep) is daarnaast ook een belangrijke oorzaak voor massale sterfte van onder andere watervogels en moet gemeld worden bij NVWA. Gebruik oppervlaktewater met dode vogels niet voor beregening of drinkwater, voordat is uitgesloten of sprake is van botulisme. Bij een vermoeden van een botulisme-uitbraak onder rundvee wordt geadviseerd om gestorven dieren voor sectie aan ons aan te bieden. Dan kan de bacterie of het toxine worden aangetoond. Daarnaast is het aan te raden om zo snel mogelijk alle dieren te vaccineren die (mogelijk) zijn blootgesteld aan botulinum-toxines. De verdachte bron, ruwvoer of drinkwater, moet vervangen worden.


monitoring

Gerdien van Schaik en Inge Santman-Berends, onderzoekers

VERBETERDE GEZONDHEIDSSTATUS VAN MELKVEEBEDRIJVEN GEASSOCIEERD MET LAGERE KALVERSTERFTE

De getallen op een rij gezet In de afgelopen vijf jaar is er een toename van melkveebedrijven die vrij of onverdacht zijn van meerdere infectieziekten waarvoor een landelijk programma bestaat, namelijk IBR, BVD, salmonella en paratuberculose. In dit artikel gaan we hier dieper op in.

Vrij of onverdacht van aantal infectieziekten geen 1 2 3 4

11%

Percentage sterfte

In 2017 had iets meer dan 50 procent van de melkveebedrijven een vrij- of onverdachtstatus voor tenminste drie van de genoemde infectieziekten. In 2021 was dit ruim 80 procent van de melkveebedrijven en waren er nauwelijks nog bedrijven die van geen enkele infectieziekte vrij of onverdacht waren. Uit de Diergezondheidsmonitor Rundvee, die door overheid en veehouderijsector wordt gefinancierd en die wordt uitgevoerd door Royal GD, blijkt dat de sterfte van niet-geoormerkte kalveren op melkveebedrijven blijft dalen.

12%

10% 9% 8% 7% 6%

2017

2018

2019

2020

2021

Figuur 2. Sterfte van niet-geoormerkte kalveren op bedrijven die vrij of onverdacht zijn van geen enkele, 1, 2, 3, of 4 infectieziekten.

De laatste jaren is veel aandacht geweest voor jongvee-opfok en zijn het kalversterftekengetal en KalfOK in de melkveesector geïmplementeerd. Daarnaast blijkt ook een gunstig effect van een onverdacht- of vrijstatus voor paratuberculose (status A of onverdacht 6 t/m 10), salmonella (status N1), BVD en/of IBR (Figuur 2). Bedrijven die vrij of onverdacht zijn van alle vier infectieziekten, hadden in 2021 een 1 procentpunt lagere kalver100%

Vrij of onverdacht van aantal infectieziekten

90% 80% Percentage

70%

4

60%

3

50%

2

40%

1

30%

geen

20% 10% 0%

sterfte dan bedrijven die slechts van één infectieziekte vrij of onverdacht waren (6,7 versus 7,7 procent). Ook voor de kalversterfte van geoormerkte kalveren was een dergelijke associatie aanwezig, met een lagere sterfte op bedrijven die vrij of onverdacht waren van meerdere infectieziekten. In welke mate dat verschil een direct effect is van de afwezigheid van de infectieziekten, een betere interne en/of externe bedrijfshygiëne of door andere ontwikkelingen in de sector vraagt om meer onderzoek.

2017

2018

2019

2020

2021

Figuur 1. De verdeling van bedrijven met een gunstige status voor infectie-

Al sinds 2002 houdt Royal GD zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van LNV, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.

ziekten (BVD, IBR, Salmonella en Paratbc) in de landelijke programma’s.

Herkauwer, juni 2022 - 23


MEER ZICHT OP DE DROOGSTAND

Droogstandscheck: wat meten we?

We weten met elkaar steeds meer over de droogstand en wat ervoor nodig is om koeien op een goede manier door de transitieperiode te krijgen. En dat is maar goed ook, want het optimaliseren van de droogstand is ontzettend belangrijk voor een goede start van de volgende lactatie en de preventie van gezondheidsproblemen na afkalven. Op het bedrijf is alleen niet altijd voldoende tijd en aandacht voor de droogstaande koeien. En niet alles wat op papier staat, werkt ook voor ieder melkveebedrijf. Het is daarom goed om af en toe te controleren of de droge koeien op het bedrijf er goed voor staan, bijvoorbeeld met de Droogstandscheck. 40

2019

% afwijkende monsters

35

2020

Hoe werkt de Droogstandscheck? Bij de Droogstandscheck worden ingezonden bloedmonsters van vier tot tien droge koeien per bedrijf geanalyseerd in ons laboratorium. We voeren deze analyses uit op ons klinisch-chemisch analyseapparaat. Hierbij worden een aantal stoffen in het bloed onderzocht die een indicatie geven van de energie-, eiwit- en magnesiumvoorziening van de koeien. Ook bepalen we in alle monsters de concentratie van het ontstekingseiwit haptoglobine. Ons laboratorium werkt volgens een kwaliteitssysteem, waarbij het verloop van de analyses dagelijks wordt gecontroleerd. Als de resultaten zijn goedgekeurd door de analist, worden deze verder verwerkt tot de koppeluitslag van de Droogstandscheck.

2021

30 25 20 15 10 5 0

NEFA

Ureum

Magnesium

Figuur 1: Percentage dieren met verhoogde NEFA-concentratie, een verlaagde ureumconcentratie of een verlaagde magnesiumconcentratie in de ingezonden bloedmonsters voor de Droogstandscheck van 2019 - 2021.

24 - Herkauwer, juni 2022

Wat is de Droogstandscheck? De Droogstandscheck is een test die we hebben ontwikkeld om veehouders en hun adviseurs meer inzicht te geven in hoe het management van de droogstand verloopt op het melkveebedrijf. Ook wordt op de labuitslag aangeduid welke dieren meer risico lopen om na het kalven ziek te worden. Inmiddels wordt de Droogstandscheck al meer dan vijf jaar in de praktijk gebruikt. In die periode zijn duizenden bloedmonsters van droge koeien in ons laboratorium geanalyseerd. In dit artikel vertellen we u meer over de Droogstandscheck en zetten we de laboratoriumresultaten van de afgelopen drie jaren (2019 – 2021) op een rij.

In de afgelopen jaren zijn op deze manier heel veel monsters van droge koeien door ons laboratorium verwerkt. Voor dit artikel hebben we voor drie van de vijf bepalingen van de Droogstandscheck op een rij gezet, hoe vaak in de afgelopen jaren sprake was van een afwijkende uitslag bij de ingezonden monsters.


Saskia van der Drift, onderzoeker en Sietske Haarman-Zantinge, specialist buitendienst

NEFA (vrije vetzuren) De concentratie vrije vetzuren (NEFA) wordt gemeten om een indruk te krijgen van de energievoorziening van de koeien voor afkalven. Een verhoogde NEFA-waarde geeft aan dat afbraak van lichaamsvet plaatsvindt als gevolg van een negatieve energiebalans. De vetzuren worden bij deze vetafbraak afgegeven aan de bloedbaan en kunnen vervolgens in het bloedmonster worden geanalyseerd. Uit de labresultaten blijkt dat er in de afgelopen drie jaar bij gemiddeld 13 procent van de koeien een verhoogde NEFA-concentratie (≥0,40 mmol/L) in het bloed aanwezig was. Dieren die voor afkalven al een negatieve energiebalans doormaken, hebben na afkalven een grotere kans om gezondheidsproblemen te ontwikkelen. Ureum Bij de Droogstandscheck meten we de concentratie ureum in het bloed om een indicatie te krijgen van de eiwitvoorziening van de droge koeien. Lage ureumgehaltes geven aan dat er sprake kan zijn van een onvoldoende eiwitvoorziening. Een eiwittekort in de droogstand heeft een negatief effect op de gezondheid van de koe, de vitaliteit van het kalf en de biestkwaliteit. In de afgelopen drie jaar was er bij gemiddeld 23 procent van de koeien sprake van een laag ureumgehalte (≤3.3 mmol/L) in het bloed. Het percentage monsters met een laag ureumgehalte nam hierbij van 2019 tot 2021 toe. De eiwitvoorziening van droge koeien blijft dus een belangrijk aandachtspunt in de praktijk.

uit het lab

De eiwitvoorziening van droge koeien blijft in de praktijk een aandachtspunt

Magnesium Het magnesiumgehalte van het bloed geeft een goede indruk van de magnesiumvoorziening in de droogstand. Koeien die in de droogstand te weinig magnesium opnemen, lopen meer risico om melkziekte te krijgen. Gemiddeld was bij 6 procent van de ingestuurde monsters in de afgelopen drie jaar sprake van een te laag magnesiumgehalte (≤0.78 mmol/L). De magnesiumvoorziening bij droogstaande koeien lijkt daarmee over het algemeen goed op orde. En nu verder Het overzicht van de laboratoriumresultaten van de Droogstandscheck laat zien dat op veel bedrijven nog verbetering van het (voer)management mogelijk is. Intussen werken wij aan verdere verbetering en uitbreiding van de Droogstandscheck. Want droogstaande koeien verdienen onze aandacht!’

Wat bepalen we met de Droogstandscheck? Deze bepalingen voert ons laboratorium uit bij de Droogstandscheck: • NEFA (vrije vetzuren): maat voor afbraak van lichaamsvet • BHBZ (ketonlichaam): optreden van ketose • Ureum: indicatie voor eiwitvoorziening • Magnesium: indicatie voor magnesiumvoorziening • Haptoglobine (ontstekingseiwit): aanwezigheid van een ontstekingsreactie in het bloed

Herkauwer, juni 2022 - 25


De hoogste kwaliteit medische scanapparatuur

Vraag een vrijblijvende demo aan!

o ig z em e D nw a a

ULTRASOUND

12 inch screen Touch screen 60 GB geheugen Probe 1-14 MHz

Nu ook lease!

WWW.DRAMINSKI-RETAIL.EU

Doppler: Colour, Power, Pulse Wave info@draminski-retail.eu T 0646 038 514

Koeien starten beter op met Topro Dry mineral bolus Significant meer: • Melkgii • Vreetaccviteit • Herkauwaccviteit


achtergrond

Inge Nijhoving, rundveedierenarts

OORZAKEN VAN DIARREE

Giardia en coccidiose: een sta-in-de-weg Een bekend probleem tijdens de jongveeopfok is diarree. Vooral in de eerste levensmaanden zien we vaak diarree, met een negatieve invloed op de ontwikkeling van het kalf. De oorzaak van diarree kan een ziekteverwekker (infectieus) zijn, bijvoorbeeld voerfouten (niet-infectieus), of een combinatie van beiden. In dit artikel zoomen we in op Giardia en coccidiose. Vaak ontstaat diarree door een combinatie van factoren, waaronder ziekteverwekkers. Diarree wordt daarom een multifactoriele aandoening genoemd. Denk daarbij aan een minder goede biestvoorziening of een vieze omgeving (hoge infectiedruk). Ziekteverwekkers die diarree bij kalveren kunnen veroorzaken zijn: bacteriën, virussen en parasieten. Bekende bacteriën zijn salmonella en E.coli, bij de virussen komen rota- en coronavirus het vaakst voor. Voor parasieten geldt dat drie verschillende parasieten het meest worden waargenomen: Cryptosporidium parvum, Giardia en Eimeria (veroorzaker van coccidiose). Vaak zien we cryptosporidiose (samen met rota) in de eerste levensweken en Giardia en coccidiose bij kalveren rond één maand en ouder. Parasieten kunnen de ontwikkeling van het kalf behoorlijk doen stagneren. Symptomen giardia- of Eimeria-infectie Giardia en coccidiose komen vaak rond dezelfde leeftijdsperiode voor. Op basis van de symptomen kan in de praktijk moeilijk onderscheid worden gemaakt tussen deze twee kiemen. Daarbij kunnen ze ook nog tegelijk voorkomen. Een infectie met Giardia leidt tot beschadiging van de dunne darm en verminderde opname van voedingsstoffen en water. Het typische beeld is chronische diarree met tussenpozen. Het kalf heeft minder eetlust, een doffe vacht en er treedt groeivertraging op. Bij klinische coccidiose heeft het kalf diarree, vaak perst het op de mest en in een deel van de gevallen zit er slijm of bloed in de mest. Ook deze kalveren hebben minder eetlust, een doffe vacht en conditieverlies. Niet alle kalveren met coccidiose krijgen diarree. Sommige geïnfecteerde dieren blijven alleen achter in groei en in gewicht, coccidiose is dan subklinisch (maar geeft wel schade).

2

Actieve vorm Giardia (trophozoiet) die zich hecht aan het dunne darmoppervlak.

1

Opname cyste vanuit de omgeving.

3 Uitscheiding cysten in de omgeving.

Cyclus Giardia De parasiet Giardia kent een zogenaamde directe levenscyclus. Een kalf neemt cysten (de inactieve vorm) van Giardia op vanuit de omgeving. In de darm van het kalf ontwikkelen zich hieruit de actieve Giardiaparasieten die de darm beschadigen en zo zorgen voor diarree. Er worden in de darm opnieuw infectieuze cysten gevormd, die weer worden uitgescheiden in de mest en opnieuw het voer kunnen besmetten.

Herkauwer, juni 2022 - 27


achtergrond

Inge Nijhoving, rundveedierenarts

Sporen komen vrij en nestelen zich in. Verschillende geslachtelijke vermeerderingsfasen waarbij darmcellen worden aangetast.

2

Cyclus Eimeria Kalveren nemen vanuit de omgeving zogenoemde gesporuleerde oöcysten op. In het maagdarmkanaal ontwikkelen de actieve emeria-parasieten, die zich nestelen in de darmcellen en deze beschadigen. Deze stap wordt twee keer doorlopen, met tot gevolg dat veel darmcellen zijn beschadigd en er een enorme uitscheiding is van een grote hoeveelheid nieuw gevormde oöcysten in de omgeving. Andere dieren kunnen zich vooral via bevuiling van voer met mest van een kalf met coccidiose besmetten.

Parasitophorous SCHIZOGONY II + III vacuole membrane Sporozoite

SCHIZOGONY I

Merozoite GAMETOGONY

Microgamete Sporocyst

1

Macrogamete

Sporulated oocyst

Opname cyste vanuit de omgeving.

3

Vorming groot aantal nieuwe oöcysten die weer in de omgeving worden uitgescheiden.

SPORULATESE Unsporulated oocyst

Aanpak van deze kalverdiarree Omdat de behandeling van deze ziekteverwekkers verschilt, is mestonderzoek een belangrijk hulpmiddel. Daarbij is het belangrijk dat van meerdere kalveren, liefst vijf, een mestmonster wordt ingestuurd. De kalveren scheiden de ziekteverwekker namelijk niet steeds uit, waardoor met één mestmonster een diagnose kan worden gemist. Bij Giardia is het ook zinvol om meerdere dagen op rij mest van hetzelfde dier te laten onderzoeken. Preventieve maatregelen Naast behandeling is het belangrijk om preventieve maatregelen te nemen. Dit kan door te zorgen voor een lage infectiedruk vanuit de omgeving en een goede weerstand van de kalveren. Wanneer kalveren minder snel ziek worden, kan het risico op infectie worden verlaagd. De huisvesting van de kalveren grondig reinigen na gebruik: uitmesten, schoonspuiten (of beter met de stoomcleaner), desinfecteren en minimaal een week leeg laten staan, verlaagt het risico op een infectie vanuit de omgeving. Hierbij helpt het om te werken met vaste, niet te grote groepen (all-in, all-out) met een minimaal leeftijdsverschil (maximaal vier weken). Dit heeft ook een positief effect op stress bij de kalveren. Stress heeft namelijk een negatieve invloed op de weerstand van de kalveren en verhoogt het risico op het ontstaan van diarreeproblemen.

28 - Herkauwer, juni 2022

Goede conditie Ook een goede conditie is belangrijk om kalfjes weerbaarder te maken tegen parasitaire infecties. Goed voermanagement begint bij goed biestmanagement. Zorg voor een geleidelijke overgang naar kunstmelk: bied hetzelfde volume op dezelfde tijdstippen aan, maak en bied de melk altijd op dezelfde manier aan (temperatuur, schone melkverstrekkers met speen et cetera) en werk volgens een geleidelijk op- en afbouwend voerschema. Verstrek daarnaast in overleg met de voeradviseur krachtvoer en water vanaf de eerste levensweek. Aandacht voor krachtvoeropname Omdat een Giardia-infectie en coccidiose vaak worden waargenomen na het spenen, is het belangrijk om veel aandacht te hebben voor een goede krachtvoeropname in combinatie met ruwvoer en te kiezen voor krachtvoer passend voor jongvee om een speendip te voorkomen. Een kalf moet namelijk tijdens het spenen in staat zijn om alle voedingsstoffen, in plaats van uit vloeibaar voedsel, uit vast voedsel te halen. Ook hier geldt dat stress zoveel mogelijk moet worden voorkomen door geen andere managementveranderingen door te voeren, zoals verhuizen naar een ander hok. Voorkom altijd dat mest op het voer of op de voermaterialen terecht kan komen, omdat via deze route kalveren besmet kunnen raken.


relatiebeheerders

HULP BIJ VRAGEN

Advies voor u De GD-relatiebeheerders geven advies over uw bedrijfssituatie en de ondersteuning die wij u kunnen bieden. Bijvoorbeeld als u een vraag heeft over een onverwachte verandering van de gezondheidsstatus van uw koeien. Of als u meer informatie wilt over diergezondheid (zoals BVD, parasieten, klauwen uiergezondheid of drinkwater) en wilt weten welke GD-programma’s op uw bedrijf van meerwaarde kunnen zijn. Arjan Pakkert werkt al jaren bij GD en is sinds begin van dit jaar ook een van onze relatiebeheerders. “Ik vind het fijn om klanten verder te helpen. We bespreken hun situatie en vragen, als het nodig is ga ik langs voor een uitgebreider gesprek. Eén van de eerste casussen die ik op mijn bordje kreeg, was na de storm van dit voorjaar. Er was een bedrijf dat zoveel schade door die storm had, dat op korte termijn dieren moesten worden verplaatst naar een andere locatie.

Theo Scheepens T 088 209 4510 t.scheepens@ gddiergezondheid.nl

Nadat ik de situatie in kaart heb gebracht, hebben we het gehad over de mogelijke oplossingen. Binnen GD hebben we ook de beschikking over specialisten op het gebied van infectieziekten, uiergezondheid, voeding of huisvesting, naar wie ik iemand kan doorverwijzen. In dit geval hebben we het opgelost middels een Veterinaire Eenheid, om zo problemen met gezondheidsstatussen te voorkomen. Dit konden we regelen nadat de veehouder zelf een lege stal had gevonden, waar de dieren konden verblijven tot het dak van hun eigen stal was gerepareerd. Wij als relatiebeheerders denken graag met u mee en kunnen u verder helpen bij vragen. Neemt u vooral contact met ons op, als u advies kunt gebruiken voor uw bedrijf.” MEER INFORMATIE OVER DE RELATIEBEHEERDERS VINDT U OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/RELATIEBEHEER

Lammert de Vries T 088 209 4515 l.d.vries@ gddiergezondheid.nl

Jan Strampel T 088 209 4512 j.strampel@ gddiergezondheid.nl

Andreas Lameris T 088 209 4507 a.lameris@ gddiergezondheid.nl

Marion Veldman T 088 209 4514 m.veldman@ gddiergezondheid.nl

Walter Schouten T 088 209 4511 w.schouten@ gddiergezondheid.nl

Renske van de Beek-Overeem T 088 209 4501 r.vd.beek@ gddiergezondheid.nl

Anton Gosselink T 088 209 4504 a.gosselink@ gddiergezondheid.nl

Mike Weersink T 088 209 4516 m.weersink@ gddiergezondheid.nl

Sabine Tijs T 088 209 4513 s.tijs@ gddiergezondheid.nl

Hans Miltenburg T 088 209 4508 h.miltenburg@ gddiergezondheid.nl

Toine van Erp T 088 209 4502 t.v.erp@ gddiergezondheid.nl

Laura Haarman T 088 209 4505 l.haarman@ gddiergezondheid.nl

Joyce Feijen T 088 209 4503 j.feijen@ gddiergezondheid.nl

Arjan Pakkert T 088 209 4509 a.pakkert@ gddiergezondheid.nl Herkauwer, juni 2022 - 29


Oraal bruispoeder

Smakelijk, bruisend en zoveel meer! van de makers v Lactoly an te

Aanvullend diervoeder voor kalveren en gespeende biggen. Stabiliseert de water- en elektrolytenbalans. Een bruisende, isotone oplossing Enerlyte® Plus lost snel op in water, menging is niet nodig. Vanille aroma Vergroot de smakelijkheid en opname: meer dan 90% van de dieren drinkt 2L water binnen 30 seconden. Herstelt de darmflora en bevordert de darmgezondheid Dankzij probiotica zoals Enterococcus faecium. Lactose Lactose faciliteert de osmose van natrium en is een energiebron. Bovendien stimuleert lactose de activiteit van het enzyme lactase, nodig voor de vertering van melk. Selenium en Vitamine E Stimulatie van het afweersysteem. VIRBAC NEDERLAND BV | POSTBUS 313 | 3770 AH BARNEVELD INFO@VIRBAC.NL | WWW.VIRBAC.NL

Bekijk de video!


de boer op

20

… GRADEN CELSIUS IN COMBINATIE MET HOGE LUCHTVOCHTIGHEID VERGROOT DE KANS OP HITTESTRESS.

LIGT HITTESTRESS OP DE LOER? De optimale omgevingstemperatuur voor melkvee ligt tussen -5 en 18 graden Celsius. Bij een temperatuur van 20 °C en een luchtvochtigheid van 60 tot 80 procent heeft een koe al last van de warmte. Door tijdig de juiste maatregelen te nemen wordt stress bij mens en dier voorkomen. Er is steeds meer informatie beschikbaar over wat u per diersoort het beste kunt doen. De adviezen van het Platform Hittestress vormen een toolbox waaruit u een keuze kunt maken. Betrek uw adviseurs bij het maken van een keuze

uit de geboden adviezen en de uitwerking daarvan op uw bedrijf. Verschillen tussen rassen, staltypen, productieniveau en (weers)omstandigheden ter plaatse moeten hierbij in ogenschouw worden genomen. De adviezen in de categorie ‘geen hittestress’ zijn altijd van toepassing, bij toename van de THI zijn de andere adviezen aanvullend van toepassing.

DE ADVIEZEN EN EEN DRAAIBOEK HITTESTRESS VINDT U OP WWW.HITTESTRESSCHECK.NL

vraag & antwoord

WAT IS DE WATERBEHOEFTE VAN MIJN RUNDEREN?

De waterbehoefte van rundvee laat zich niet simpel uitdrukken in een aantal liter water per dier per dag. De waterbehoefte is afhankelijk van veel factoren, zoals de temperatuur, de relatieve luchtvochtigheid, melkproductieniveau, het vochtgehalte van het rantsoen en het gewicht van de koe. Bij hit-

testress kan de behoefte drie keer zo hoog zijn als normaal. Een melkkoe ervaart al hittestress vanaf 18 graden Celsius bij hoge luchtvochtigheid. De waterbehoefte van runderen is niet (altijd) gelijk aan de vochtbehoefte per dier per dag. De vochtbehoefte staat hieronder weergegeven.

Vochtbehoeft per dier per dag Melkvee (10 kg melk/dag)

40-70 liter/dag

Melkvee (50 kg melk/dag)

100-200 liter/dag

Droogstaande koe

30-60 liter/dag

Jongvee (1 < 2 jaar)

15-25 liter/dag

Kalf (< 1 jaar)

5-15 liter/dag

Vleesstier

20-60 liter/dag MEER OVER WATER VINDT U OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/RUNDVEEDRINKWATER

Herkauwer, juni 2022 - 31


diergezondheid volgens Tom Lugtenberg Al zeven generaties wordt er geboerd op IJsselhoeve de Riet in Olst. Tom Lugtenberg vormt samen met zijn vrouw Ellis een maatschap. Momenteel hebben ze 150 MRIJ-runderen en 70 stuks jongvee. Ze beschikken over honderd hectare grond, waarvan 75 hectare grond voor mais en kruidenrijk gras. De overige 25 hectare natuurterrein worden begraasd door de pinken en droge koeien. Naast inkomsten vanuit het melken, verkopen ze MRIJ-vlees en sinds kort ook zuivel aan huis. Er wordt bewust met zo min mogelijk geneesmiddelen gewerkt als mogelijk. “Diergezondheid is heel belangrijk. Je moet vooral preventief werken.’’ Nieuwe jongveestal Tom: “Nadat wij in 2012 de jongveestal hadden gebouwd, kreeg het jongvee alle soorten diarree die je maar kon bedenken. We hebben een dierenarts van GD erbij gehaald. Wat bleek: de stal was zo goed geïsoleerd, daar konden vliegen ook heel goed gedijen. Daarna hebben we besloten om voor dat volgende jaar één maand in de zomer geen koeien te laten kalven. Dat ging op zich wel goed, maar koeien zijn net mensen. De ene koe loopt uit en de andere loopt in. Sinds 2014 kalven er van 1 juli tot 1 september geen koeien af. Dat is ook een vervelende tijd voor koeien om af te kalven. Dan krijg je te maken met hittestress én de kalfjes worden gemakkelijker door vliegen geïnfecteerd. Zo kun je op een natuurlijke manier de besmettingsdruk verlagen.’’ Minder medicijnen “De MRIJ is een sober ras. In de diergezondheid kom je met het hebben van een doel voor ogen en consequent handelen al heel ver.” De koeien van Tom en Ellis worden als het kan homeopathisch behandeld. “Er zijn zaken die wij homeopathisch kunnen oplossen, zoals nageboorte- en baarmoederontsteking, beginnende uierontsteking en tussenklauwontsteking. Zo kunnen wij met minder medicijnen toch meer resultaten bereiken.’’ Vleesverkoop aan huis Naast diergezondheid vinden Tom en Ellis binding met de consument ook belangrijk. “Wij zijn redelijk extensief en bezig met het opzetten van een eigen zuivellijn.’’ Daarnaast verkopen wij al 25 jaar vlees aan huis”, vertelt Tom. “Iedereen mag bij ons in de stal komen, mits ze voldoen aan de hygiënevoorwaarden. Iedereen gaat hier via de hygiënesluis.” Bij elke vleesverkoop vertellen Tom en Ellis een actueel verhaal van de boerderij. “Men weet gewoon een heleboel niet van de boerderij. Zo krijg je binding met de burger, het publiek vindt het heel mooi.”

Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 088 20 25 500, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.