Morgen is vandaag gisteren (64)

Page 1

PB- PP B-

BELGIE(N) - BELGIQUE

64

nr

Driemaandelijks tijdschrift van Graffiti vzw januari – februari – maart 2016 • vijftiende jaargang nr. 64 • v.u. Peter Bosschaert • Dampoortstraat 84 9000 Gent • Afgiftekantoor 9000 Gent X • P2A6209

morgen––> is vandaag <––gisteren


Morgen is vandaag gisteren. Nummer 64. Een nummer met heel wat nieuwe namen. De redactie van Transparant breidt uit. Dat kunnen we alleen maar toejuichen. Onder het vers bloed bevinden zich Claudia Callebaut, Dennis Bernaers, Lisa De Pelsmaeker en Gaël Steenbeke. Claudia is onze trendwatcher. Ze testte voor jou de Swagway, een nieuw, hip speelgoedje met swag. Dennis is onze illustrator. Zijn werk toont ons zijn visie op jongeren en de toenemende technologisering van de samenleving. Niet te ontkennen, representeren zijn beelden vergroeiing met, aanbidding tot, en brainwashing door technologisering. Scherpe kritieken, in een directe beeldentaal. Lisa De Pelsmaeker is onze antropologe. Ze maakt verslag van haar Palestinareis. Haar verhaal is haast een impressionistisch schilderij, een detailopname tijdens haar verblijf daar. Het madeleintje van Proust. Gaël Steenbeke is spotter van nieuw talent. Hij stelt vragen over jong én ambitieus zijn, en dit aan niemand minder dan de zangeres van de winnaars van Studio Brussels Nieuwe Lichting 2015 ‘I Will, I Swear.’ En dan is er de vaste crew. Jazeker, Flore Marie Lise De Pauw ging op onderzoek en toont ons de toekomst van verticaal boeren. Mary-Ann Koninckx, zonder blad voor de mond (hoe anders?), maakt een polemiek over haar ervaring met graffiti in Londen. En dat rond het zowat af. Bijdragen die schipperen tussen dat wat verleden is, achter ons maar blijvend aansleept, én dat wat toekomt, vóór ons op ons afstevent. Morgen is vandaag gisteren. STEFAAN WILLEMS

|

voorwoord

2

voorwoord

colofon Redactie Flore Marie Lise Depauw, Stefaan Willems, Gaël Steenbeke, Dennis Bernaers, Claudia Callebaut, Mary-Ann Koninckx, Luk Tas, Wietse Van Daele Fotografie Sander Belmans, Lisa De Pelsmaeker, Urban Farm, Lawrence Schoonbroodt, Geert Braekers, Anton Coene, Cutting Edge Illustratie Dennis Bernaers, Mary-Ann Koninckx Eindredactie Stefaan Willems, Ellen Theite, Sander Belmans Vormgeving Sander Belmans Druk Druk in de Weer Verantwoordelijk uitgever Peter Bosschaert


inhoud Een impressie uit het leven in Jenin

4

De Swagway

8

4

Lisa De Pelsmaeker

Claudia Callebaut

11

What’s Up Doc?

14

Sens Unique

16

Je bent jong en je wilt wat

18

In gesprek met Gaël Steenbeke

24

Mind The Gap, Please

28

Achtercover

32

Flore Marie Lise De Pauw

Gaël Steenbeke

Wietse Van Daele & Gaël Steenbeke

Gaël Steenbeke

17

3

Een verticale tuin: niet zo gek als het lijkt

Stefaan Willems

|

Luk Tas

inhoud

Mary-Ann Koninckx

24 14


TEKST EN FOTO'S: LISA DE PELSMAEKER

4

|

een impressie uit het leven in jenin

Een impressie uit het leven in Jenin Lachende, betraande, charmerende, verongelijkte, betreurde, speelse en vastberaden gezichten. Maar er is één gezicht dat mijn gedachten nog steeds beroert. Het gezicht van een jonge Palestijn, een jonge man geboren en opgegroeid in het vluchtelingenkamp van Jenin (Westelijke Jordaanoever  – Palestina).


toneel en me een heerlijke maqlouba voorschotelt. Eten is een heerlijk gebeuren in Palestina. Dan kom jij binnenstormen, knalt de deur achter je dicht en eist de aandacht van de regisseur op. Het doel van het theatergezelschap wordt heel duidelijk: uit je onmacht, woede, verdriet, wat er zich binnenin je hoofd afspeelt, op scène. Gewelddadig verzet wordt niet getolereerd. Om je tot zinnen te laten komen, houden je vrienden je een uur lang vast terwijl de regisseur op je inspreekt. Mij vragen ze vriendelijk of ik mijn tocht wil verderzetten en drukken me op het hart om niet alleen door het vluchtelingenkamp

Zeg het met woorden Het gele busje bracht me van Ramallah naar Jenin, met wegen door haar zandkleurige bergen en haar vergeten Bedoeïenen. Ik sta op de stoffige baan die mij de weg leidt naar het cultureel verzet. Een toneelschool waar jongeren uit het vluchtelingenkamp vol overgave en discipline met woorden, taal en beweging hun gevoelens en gedachten uiten. Daar leer ik je kennen. Ik krijg een korte documentaire te zien over het ontstaan en de betekenis van het gezelschap, maak kennis met een prachtig meisje die leeft voor

te wandelen. De nauwe straatjes die zich omhoog en terug naar beneden onder mijn voeten uitrollen, kunnen verraderlijk zijn als het onbekend terrein is. Alles lijkt op mekaar, huisjes zijn opgetrokken uit dezelfde zandkleurige steen, metalen garagedeuren die dienen als voordeur, duiken overal op.

Thuiskomen Ik loop het theater uit en loop voorbij een boom met prachtige bloesems. Een symbool van zachtheid, vrouwelijkheid en hoop. Mijmerend loop ik verder tot ik je vrienden zie. Een beetje onwennig stap ik op hen af en vraag wat er zonet gebeurd is, of ze heel misschien hun verhalen willen delen en mij willen meenemen naar de plaats waar zij thuiskomen. Je zou kunnen zeggen dat ik vrijpostig of opdringerig ben. Maar Palestina leert mij dat iedereen ontelbare verhalen in zich meedraagt die door een luisterend oor naar buiten stromen. Paadjes leiden ons omhoog, net breed genoeg voor twee personen, tot ik besef waar we beland zijn; het kerkhof van het vluchtelingenkamp, gelegen achter het schooltje dat is opgetrokken door de Verenigde Naties. Er worden verhalen verteld over jongens, vrienden, zonen die het leven hebben gelaten in het kamp voor die onbereikbare vrijheid, maar in de handen vielen van het Israëlisch leger.

5 een impressie uit het leven in jenin |

Mieren zwemmen in mijn glas cola. Stilzwijgend vraag ik me af waar ze vandaan komen. De vrouw tegenover mij volgt mijn blik en haast zich naar de geïmproviseerde keuken. Zich duizendmaal excuserend, biedt ze mij een nieuw glas aan. Ik voel me ongemakkelijk, deze familie moet de eindjes aan mekaar knopen en toch krijg ik een glas cola en een bord kleverige kant-en-klaar pasta voorgeschoteld. Hier in Jenin, een stad met een gewelddadige geschiedenis en een bodemloos verzet. Door het zien van mijn weerspiegeling in het raam, besef ik dat een appelflauwte niet ver weg is.


Steelse blik

|

een impressie uit het leven in jenin

6

Nu zit ik hier bij de moeder, de vrouw en de dochter van je beste vriend die me open, warm en gastvrij ontvangen. De appelflauwte weet ik weg te spoelen en ik neem de leefruimte in me op. Met veel bewondering nemen de twee volwassen vrouwen me op snee terwijl het

peutertje op het tapijt speelt. Westerse kledij, make-up en zelfs mijn blonde haarkleur komen ter sprake in gebrekkig Engels. De jonge vrouw houdt ervan zich op te maken, haar nagels te lakken, een nieuwe haarkleur wil ze ook wel eens proberen. Alledaagse dingen, behalve het alledaagse leven passeren de revue. Angst, verdriet, boosheid, armoede zijn zaken die niet

besproken worden. Dat is overbodig zolang je maar weet wat belangrijk is. Gelukkig zijn met kleine dingen is de boodschap die ik meekrijg. Ik besef dat als ik rauwe woorden wil horen, niet de verbloemde zaken, ik me onder de jonge mannen moet begeven. Jonge gasten die alles met elkaar delen. Zij vertoeven in hun eigen habitat, een wit geverfde ruimte met drie ruime zetels


7 een impressie uit het leven in jenin |

belicht door een plafondventilator. Ze steken de ene sigaret na de andere op. Jij komt nonchalant binnenwandelen, neemt plaats in één van de zetels, steekt een sigaret op en biedt mij er één aan zonder een woord te zeggen. Dan vraag je mij langs je neus weg of ik een kogel wil zien en kijkt me uitdagend aan. Nog voor ik antwoord, knal je de kogel op de salontafel. Eindelijk

kan ik met je babbelen, je in mij opnemen, je leren kennen. Ik vertel je dat ik je tijdens de documentaire heb zien acteren, dat je talent hebt. Ik kijk naar je ingevallen wangen, je grauwe huid en onverzorgde baard. Je vind het niet erg dat ik je een beetje aanstaar. “Ik ben op de zwarte lijst beland”, zeg je terwijl je een volgende sigaret opsteekt en diep inhaleert.

Lisa De Pelsmaeker (24) schreef dit verhaal naar aanleiding van de vluchtelingencrisis en het aanslepende conflict tussen Israël en Palestina. Zij wil met dit verhaal de openheid, warmte en het moedige en dappere karakter van het Palestijnse volk benadrukken. Voor het schrijven van haar masterthesis, binnen de opleiding Manama Conflict & Development (UGent) omtrent de rol van vrouwenrechten en -bewegingen, verbleef Lisa enkele maanden in de Palestijnse gebieden. Momenteel is zij aan de slag als communicatiemedewerker.


Claudia Callebaut

|

claudia callebaut – de swagway

8

Van onze trendwatcher

De Swagway Voor degenen die uit de lucht vallen, een Swagway is een gemotoriseerd, zelf balancerend skateboard. De Swagway in beweging brengen doe je met je lichaamsgewicht. Door naar voor te leunen, ga je voorwaarts en door naar achter te leunen ga je, inderdaad ja, achterwaarts. Voor mijn eerste artikel onderzocht ik ‘what the Swagway is all about’. Ik plande een swagdate met Matthias van Geekster – de trotse eigenaar van dit coole speeltje – in Antwerpen.

Makkelijk transportmiddel denk je? Niets is minder waar. De eerste minuten klampte ik mij vast aan Matthias om een valpartij te voorkomen. Maar vanaf het moment dat ik mijn evenwicht vond en het ding onder controle had, wou ik het niet meer afgeven. Beide ogen gericht op mijn bestemming, rolde ik zonder moeite en met de wind door mijn haren, recht op mijn doel af. Iedereen die ik voorbij zoefde, keek vol jaloezie naar mijn transportmiddel. Dat in de naam van dit board ‘swag’ voorkomt, is zeker terecht.

Of ik mijn fiets inruil om met de Swagway naar het werk te gaan – wat zeker mogelijk is, want je kan er afstanden tot 25 kilometer mee afleggen? Dat valt nog af te wachten. Een nadeel van de Swagway is dat je er onmogelijk over obstakels zoals bijvoorbeeld kasseien, drempels of draden mee kan rijden. Je moet het toestel telkens oppakken en terug neerzetten om verder te gaan. En niet onbelangrijk, zo’n board weegt ongeveer 10 kilogram. Tegen alle verwachtingen in, stond ik zonder blauwe plekken opnieuw op de grond. Yeah!


9 claudia callebaut – de swagway

|

Wat niet gezegd kan worden van onze fotografe, die zich eveneens aan een testritje waagde. In al haar enthousiasme vergat ze dat je langs achter moet afstappen van een Swagway en werd letterlijk met de grond gelijk gemaakt. Voor wie het ooit probeert: onthoud dus deze kleine tip!

Ik ben alvast fan van de Swagway en raad je ten zeerste aan dit eens uit te testen als je de mogelijkheid hebt.


© DENNIS BERNAERS

| rubriektiteltje

10


Een verticale tuin: niet zo gek als het lijkt

Voedsel kweken, consumeren, leven, omgaan met elkaar: het kan allemaal anders. Vandaag bestaan er verschillende initiatieven die de manier waarop onze maatschappij nu draait ter discussie stelt. Vertical farming (VF) bestaat al lang maar is vandaag herontdekt. Verschillende mensen zagen licht in deze technologie en richtten de Association for Vertical Farming (AVF) op. Zjef Van Acker uit Gent is één van hen.

De Association for Vertical Farming is een internationale non-profit organisatie, gedragen door vrijwillige en­ thou­ siastelingen die een toekomst in ver­ti­cal farming volledig zien zitten. De orga­ nisatie werd opgericht door enkele VF-fanaten uit München en New York. Al snel sloten leden uit alle hoeken van de wereld zich aan. De AVF werd in juli 2013 opgericht en inspireerde zich op het boek The Vertical Farm: Feeding the World in the 21st Century, geschreven door Dickson Despommier. Ze informeren elkaar en de wereld over VF, organiseren evenementen en doen aan lobbywerk. De hoofdzetel bevindt zich in München.

Is jullie website (vertical-farming. net) een handleiding voor iedereen die met vertical farming (VF) wil beginnen? Voor vertical farming zijn er twee zaken nodig die veel mensen niet hebben: een groot budget en specifieke kennis. Iets weten over tuinieren is niet voldoende om aan VF te doen. Ik heb een achtergrond als bio-ingenieur maar heb eveneens expertise en hulp van anderen nodig voor een VF-project. ,

Hoe wisselen jullie informatie uit?

In het begin stuurden we mails, later besloten we één keer per week te skypen. Op dit moment zijn we bezig met het opstarten van projectgroepen. We merkten dat we tijdens die 60 minuten skype lang niet alle onderwerpen konden doorgronden. Elke projectgroep heeft een specifieke inslag, zoals bijvoorbeeld lobbywerk.

11 rubriektiteltje |

TEKST: FLORE MARIE LISE DE PAUW FOTO’S: URBAN SMARTFARM

Je bent lid van de Association for Vertical Farming (AVF), wat voor organisatie is dat en hoe ontstond ze?


Jullie communiceren vooral via internet, spreken jullie mekaar ooit live? We spreken mekaar één keer per jaar tijdens de AVF Summit. Dit jaar is Amsterdam tussen 13 en 16 juni het mekka van vertical farming. (enthousiast) Vorig jaar, tevens de eerste AVF summit, was Beijing gastland. De editie van dit jaar is er één om in het oog te houden. We willen vertical farming volledig duurzaam maken en zullen daarom focussen op circulaire economie. Enkele aspecten van circulaire economie zijn het opnieuw inzetten van reststoffen en het putten van energie uit hernieuwbare bronnen zoals wind en zon. Lineaire economie die werkt met uitputbare grondstoffen staat daar tegenover.

|

rubriektiteltje

12

Klinkt veelbelovend maar is een volledig circulaire economie vandaag de dag mogelijk? Vandaag zitten we vastgeroest in een economisch systeem dat een volledige circulaire economie onmogelijk maakt. Het huidige systeem is absoluut niet duurzaam en het ziet ernaar uit dat het op een bepaald moment tot ontploffing zal komen. We moeten dringend zoeken naar andere manieren van omgaan met onze wereld. Natuurlijk is er niet één oplossing die dé waarheid in pacht heeft. Verschillende ideeën en denkwijzen zijn nodig. Andere duurzame landbouwtechnieken zijn bijvoorbeeld permacultuur (een agricultureel project waarbij het ecosysteem zichzelf in stand houdt en dat gebruik maakt van meerjarige planten en wisselteelt) of successielandbouw. Er zijn wetten die het onmogelijk maken om reststoffen terug in de voedselkringloop te brengen. Wetten worden ingevoerd met een reden, maar de maatschappij evolueert en daar mag men niet blind voor zijn. Bovendien zou het mooi zijn mochten mensen hun hebzucht begraven en zich specialiseren in de kunst van het minder eikel zijn. (lacht)

Dat laatste is nog niet zo’n slecht idee. Zijn er bedrijven die werken volgens het principe van circulaire economie? Gelukkig zijn er veel projecten. Ik werk mee aan een project bij de abattoir in Anderlecht, Building Integrated Greenhouses (BIG), dat dit jaar van start gaat. We maken op het dak van de voedingshal FOODMET een urban farm. Het plan is om winstgevende aquaponie-voeding te produceren. Aquaponie combineert het kweken van vissen met het kweken van groenten en fruit. De energie van de frigo’s in de hal gebruiken ze opnieuw op het dak om aan aquaponie te doen. Ook regenwater en zonne-energie dienen als energiebronnen. Daarnaast

heeft het project sociale doeleinden: jobs creëren en zorgen voor nieuwe interacties in de maatschappelijk kwetsbare Kuregemwijk. In Brussel is er het project Permafungi. Paddenstoelen zijn natuurlijke afvalverwerkers. Ze doen niet aan fotosynthese en hebben dus geen licht nodig om te groeien. Daarom kan je ze op veel plaatsen gemakkelijk telen, zo ook in de stad. Het project gaat niet enkel over het produceren van paddenstoelen maar bevat ook een sociaal luik: we willen de lokale economie ondersteunen en laaggeschoolden opleiden.

Welke vormen van VF bestaan er? Ten eerste zijn er de ‘plantfactories.’ Deze ontstonden in Japan. Daarnaast is er nog het kweken van paddenstoelen, algen en insecten. De westerlingen zijn de enigen die stopten met het eten van insecten en willen het nu langzamerhand herintroduceren. De kleine walgingen opzij schuiven, is natuurlijk een proces van lange adem. De grote voordelen zijn: insecten hebben weinig licht en ruimte nodig. Sommige soorten zijn gemakkelijk te kweken, meelwormen bijvoorbeeld. Je geeft een kolonie meelwormen afval te eten en na zo’n drie tot vier maanden zijn ze klaar voor je bord. Zo weet je ook meteen wat je eet. Bovenstaande vormen zijn niet de enige, VF heeft veel te bieden.

Is er leerstof over VF in de opleiding bio-ingenieur van vandaag? Ze halen het onderwerp kort aan maar als verlengde van de huidige landbouw. Hoe je insecten of paddenstoelen kweekt, leer je niet. Volgens mij is dat een hiaat in de opleiding. VF wekt nu vooral interesse bij ondernemers, de academische wereld loopt nog achter, maar hen hebben we net heel hard nodig.

Voor welke steden wordt VF broodnodig in de toekomst? Elke stad kan een staaltje VF gebruiken. Vooral landen die een sterke bevolkingsgroei kennen zien wat in VF. China is een voorloper, maar ook India staat enthousiast te wachten in de rij.


Kan elke plant verticaal gekweekt worden? Dat kan. De vraag is vooral: is het zinvol? Het gaat over vrij kleine oppervlakten dus maïs en granen blijven best op hun vertrouwde horizontale velden. Voor bomen geldt hetzelfde. Salade, verschillende kruiden en andere kleine gewassen daarentegen zijn ideaal. Hopelijk kan iedereen in de toekomst een DIY ‘vertical farmpje’ in de keuken hebben.

Hoe kwam VF in jouw leven?

Mijn intentie was een beetje uitleg te geven aan enkele geïnteresseerden. Ik had zo’n 50 man in een klein zaaltje in de Vooruit verwacht. Maar de zaken draaiden anders uit. Het succes valt op verschillende manieren te verklaren. Ten eerste is de huidige tijdsgeest geschikt voor dit soort projecten. Via internet brengen wij onze boodschap naar buiten en spreken mensen aan die niet meteen van het onderwerp op de hoogte zijn. Ten tweede is VF een technologie. Het technische en het uitzicht ervan (zie foto’s) spreekt mensen aan. VF is niet alleen een project van enkele groene jongens, maar wekt ook interesse bij grote bedrijven en multinationals die er hun voordeel inzien. Natuurlijk trekt het concept veel jongeren aan. Deze generatie is verplicht constant de vraag te stellen: wat met de toekomst? Ideeën zoals deze kunnen voor velen een verademing zijn. Er zijn wel degelijk alternatieven.

Wat wil je bereiken met het verspreiden van VF? Ik wil vooral mensen enthousiasmeren voor dit idee. Naar mijn mening is de mens vervreemd van de natuur. Er zijn kinderen die niet meer weten waar een ei vandaan komt en zulke evoluties baren me zorgen. Via VF de natuur in de stad brengen, zorgt ervoor dat mensen terug voeling krijgen met hun voeding. Planten, insecten en andere organismen bestaan al langer dan de mens en dat lijken we soms te vergeten. Ik wil terug een ecosysteem waarin mens en natuur hand in hand gaan.

Je spreekt over solliciteren bij VF bedrijven, over welke bedrijven gaat dit? Zijn er VF bedrijven in de buurt? Ik kan een lijstje opsommen. Er is Nuvege, een Japans bedrijf, er is Plantlab, een Nederlands bedrijf dat pionier is op vlak van VF in Europa. Dan is er nog Urban Farmers, een Zwitsers bedrijf dat bezig is met aquaponie. Ook in Amerika leeft VF, in Chicago is er Farmed Here. In Gent heb je Urban Smartfarm. In 2015 wonnen ze de prijs van de korte keten in Gent. Urban Smartfarm maakt gebruik van containers om kruiden, groenten, vissen en schaaldieren op een duurzame manier te kweken in de stad.

Lijkt zo’n verticale boerderij jou ook wat? Zullen we dan toch de hele wereld kunnen voeden in de toekomst? Of vind je dat de constructies er gewoon leuk uitzien? Hou dan de site van The Association For Vertical Farming in het oog.

13 rubriektiteltje |

Na het lezen van het artikel van Dickson Despommier, zowat de vader van het huidige VF-discours, zag ik het licht. Ik zag mogelijkheden in deze theorie en zocht naar gelijkgestemden. Ik klopte aan bij bedrijven die bezig zijn met vertical farming om mij aan te bieden als nieuwe werkkracht. In 2012 studeerde ik af als bio-ingenieur en was klaar om mijn eigen VF-constructie te bouwen. Een groot succes wat dit niet, dus ik plande een trip naar Zweden voor een conferentie over ‘urban agriculture.’ Daar kwam ik in contact met een Zwitser en na de conferentie in Zweden, reisde ik meteen door naar Zwitserland om er samen met hem een VF-bedrijf op te richten.

Op 10 februari gaf je een uiteenzetting op de faculteit bio-ingenieurswetenschappen van de Ugent. Op facebook waren zo’n 2000 mensen geïnteresseerd en stonden er 500 aanwezigen. Hoe verklaar jij zo’n enorm succes?


what’s up doc?

|

what’s up doc?

14

nieuwe aanwinsten in de graffitibib!

Graffiti vzw beschikt over een uitgebreide collectie informatiebronnen over graffiti en street art. Honderden boeken, dvd’s, krantenknipsels, thesissen en magazines. Bekijk de collectie online op de website of kom een kijkje nemen in onze boekenkasten! Raadplegen en ontlenen is gratis! Onze graffitibib is open van maandag tot donderdag van 13.30 tot 17 uur of na afspraak is gelegen in de Dampoortstraat 84, 9000 Gent

Street Art New York JAIME ROJO & STEVEN P. HARRINGTON PRESTEL 2010 978 3 7913 4428 7

Eenvoudig, maar onwaarschijnlijk leerrijk. Street Art New York is een prachtige compilatie van de street art-scene in New York. Het bevat werk van de pioniers en grote namen zoals Shepard Fairy, Os Gêmeos, Invader en Banksy. Ook ons Belgenlandje is vertegenwoordigd met werk van ROA. Deze klepper voorziet 160 pagina’s aan voorbeelden van stickergraffiti, stencils en ander street art-gebeuren. Ben je lichtjes geïnteresseerd in of helemaal gebeten door graffiti? Zoek je inspiratie? Street Art New York vervult al je wensen. GAËL STEENBEKE


15

Art is Trash what’s up doc?

FRANCISCO DE PÁJARO PROMOPRESS 2015 978 84 15967 34 7

| Art is Trash is de artiestennaam van Francisco de Pájaro. Hij maakt, zoals zijn artiestennaam doet vermoeden, van afval kunstwerken. Zijn schilderingen zijn vluchtig en onafgewerkt. Ze doen bijna pijn om naar te kijken. Laat dat nét zijn wat Art is Trash wil bereiken. Hij zet afval in als een strijdmiddel om politieke, sociale of economische wanpraktijken aan te kaarten. Hij wil de mens met zichzelf confronteren. De mens beschouwt afval als verwaarloosbaar en verwerpelijk. Art is Trash schept verwarring door kunst afval te noemen, hij vertroebelt onze idee van juist en fout, goed en kwaad. Door afval in te zetten als kunstvorm en het te plaatsen in het straatbeeld, confronteert hij ons met wat we liever niet zien. Als je bladert door het boek vind je een aantal terugkerende elementen. Hij deelt de samenleving op in drie kampen: ‘The Indians’ (de vrijvechters), ‘The Authorities’ (de overheid) en ‘No-man’s land’ (de grijze massa). Hij speelt in zijn proces vaak met de dunne grens van legaal en illegaal. Hij kiest ervoor om geen permanente sporen na te laten, maar provoceert de autoriteiten door op klaarlichte dag te werken. Door deze manier van werken, hebben de autoriteiten echter geen poot om op te staan en kunnen ze Francisco niet arresteren. Hij verkleedt zich vaak als een indiaan, wat hij zelf als symbool van de vrijheidsvechter ziet. Hij schildert zijn gezicht met warpaint en draagt een hoofdband met een veer. Francisco de Párajo is een heel interessante kunstenaar. De filosofie achter Art is Trash, en de fysieke metamorfose die hij ondergaat om zijn alter-ego te worden, boeien mij. Het is interessant dat hij zijn ego en alter-ego zo hard scheidt. Maar daar zit, volgens mij, ook zijn zwakte. Straatkunstenaars werken confronterend, ze proppen hun werk in de dagelijkse omgeving. Art is Trash werk heel rauw, soms choquerend, maar blijft vooral sterk op de achtergrond. Zonder kennis van zijn denkwijze of motivatie is het moeilijk om zijn werk te begrijpen en interpreteren. Ik ben alvast fan van zijn boek. Net omdat het die samenwerking, dat totaalconcept, zo goed bundelt. Soms verwacht het boek wat geduld om Francisco de Pájaro te snappen. Maar eens je zijn idee doorhebt, zal je zijn naam niet snel vergeten. GAËL STEENBEKE


| sens unique

16


|

DAMPOORTSTRAAT.BE FACEBOOK.COM/DAMPOORTSTRAAT SENSUNIQUE@DAMPOORTSTRAAT.BE

sens unique

Meer info

17

De komende 2 maanden is de dampoortstraat het canvas van het project Sens Unique, een samenwerking tussen Wisper en Graffiti vzw. Sens Unique focust op tijdelijke invulling van leegstaande etalages door jonge kunstenaars. Maar ook de openbare ruimte moet eraan geloven. Deelnemende kunstenaars zijn o.a. Frank&Robbert/Robbert&Frank en Katrien Oosterlinck. Alle informatie kan je vinden op onze website dampoortstraat.be. Op 10 maart trappen we dit project af met Sens Lyrique, een evenement met slampoetry en live-tekenen. Die avond is iedereen tussen 16 u. en 18 u. welkom voor een glaasje in het pand met huisnummer 67 van de Dampoortstraat. Ook op 7 en 21 april gunnen we het publiek een blik achter de vitrine. Noteer zeker het slotweekend op 7 en 8 mei in je agenda. Onder de noemen van het grotere street art-festival Sorry, not Sorry zal de dampoortstraat ingrijpend veranderen.


18 doorgeef-esje

|

Je bent jong en je wilt wat

TEKST: GAËL STEENBEKE FOTO’S: CUTTING EDGE, LAWRENCE SCHOONBROODT, GEERT BRAEKERS, ANTON COENE

Jongeren die studeren én tegelijkertijd hun passie nastreven, ik heb er altijd heel veel respect voor gehad. Daarom besloot ik op pad te gaan. Op zoek naar jongeren met een passie en een studie. Toen vond ik Fien Deman. Ja, ‘dedie’ van I will, I swear, de winnaars van Studio Brussel’s Nieuwe Lichting 2015.


19 nathan vervoort

|

Diploma én een platencontract? Ik zit in mijn derde jaar Sociaal Cultureel Werk aan de Artevelde Hogeschool, maar voor deze opleiding deed ik een jaar Kunstwetenschappen aan de Ugent. Tijdens mijn jaar Kunstwetenschappen begonnen we met I will, I swear. Ik moet zeggen dat voor mij persoonlijk de opleiding aan Artevelde makkelijker te combineren valt met het maken van muziek. Aan hogescholen moet je meer taken maken en aan de universiteit moet je meer studeren. Studeren neemt veel tijd in, dus heb ik keuzes moeten maken. Kunstwetenschappen zou me wel lukken, maar ik zou het lang niet kunnen afleggen in het normale traject. Ik vind het eenvoudiger om in de wagen op weg naar een optreden te werken aan een groepswerk of

een paper dan te blokken. Ik ben snel afgeleid. (lacht) Later wil ik mijn muziek combineren met sociaal werk. Zelf muziek blijven maken en daarnaast evenementen organiseren en muziek programmeren, lijkt me de perfecte afwisseling.

Maar hoe pak je zoiets aan? De Nieuwe Lichting 2015 liep gelijk met mijn stage, dat was dé hel. Gelukkig had mijn stageplaats, die opkomt voor amateurkunsten, alle begrip en ondersteunden ze me. Ik kreeg zelfs felicitatie-berichtjes toen ze de winnaar bekend maakten! Het was een enorm drukke periode, ik had absoluut geen sociaal leven meer. Op de Artevelde Hogeschool kan je een speciaal statuut aanvragen. Zo’n statuut bestaat voor


20 rubriektiteltje

|

topsporters en voor muzikanten. Door dat statuut kon ik bijvoorbeeld makkelijker een examen verplaatsen. Ik vroeg zo’n statuut aan, maar heb het tot nu toe nog nooit gebruikt. Vorig jaar speelden we een studiosessie bij MNM, maar dat viel te midden van de examenperiode in juni. Ik was een volledige dag kwijt en tijdens de examens is dat flink wat bloktijd. Met wat overtuigingskracht besloot ik tocht te spelen én ik ben door mijn examens geraakt! Zo’n kansen stimuleren je om de overige dagen in de blok extra hard te studeren en achteraf gezien ben ik heel blij dat ik dat deed. Door die sessie had Café Corsari op Eén ons opgepikt en traden we daar twee weken later op. De voorbije examenperiode kregen we de kans om op Eursonic, een belangrijk showcasefestival op verschillende plekken in Europa, te spelen. Dat was in Groningen, helemaal in het noorden van Nederland. Eurosonic viel één dag voor een examen en bovendien was ik te laat met mijn aanvraag om dat examen te verplaatsen. De keuze was echter snel gemaakt en we hebben toch op Eurosonic gespeeld. Zelfs dat bewuste examen haalde ik nog! Qua lessen was het vaak wat moeilijker. Zo gebeurde het af en toe dat we speelden in Limburg op een avond midden in de week en we maar om 4 uur terug thuis waren, waardoor ik nu en dan een les om half tien niet haalde. Dat kwam niet zo vaak voor.


Studeren en muziek maken gaat, maar combineren met een job lijkt me moeilijk. Ik ben een nuchter persoon, muzikant als beroep is nét iets te onzeker voor mij. Het is doenbaar, maar niet aan mij besteed. In een ideale wereld zou ik er zeker van willen leven, maar niet bij één band. Daarnaast wil ik graag ghostwriten. Ik schrijf graag songteksten, het genre maakt me niet zo veel uit. Naast die ene band en het ghostwriten wil ik gastoptredens doen. Ik ga soms mee naar shows waar ik meezing aan één nummer. Zo ontdek ik als zangeres verschillende genres zonder voor elk genre een band op te richten. Als je stem jouw instrument is, is het vaak moeilijk om tegelijk uniek te zijn én tegelijk veel projecten op te starten. Mensen horen niet graag dezelfde stem in verschillende bands. Bovendien streef ik niet naar grote roem. Als je grote roem wil bereiken, moet je gigantische compromissen maken. De manier waarop je muziek maakt, wordt beïnvloed door wat het publiek wil horen. Wij doen altijd ons goesting en dat willen we zo houden. We werken met trial & error en in ons geval hebben we eigenlijk amper errors gehad.

Tips van Fien Check zeker of je school faciliteiten geeft aan muzikanten, kunstenaars of topsporters. Je hoeft er geen gebruik van te maken, maar het is wel handig, just in case. Laat zeker niet je gehele schoolcarrière vallen omdat je het gevoel hebt dat je muziekcarrière van de grond gaat! Muziek, daar staat een houdbaarheidsdatum op. Als je je passie en een studie wil combineren, probeer ze dan ook samen te laten komen, door bijvoorbeeld een paper te schrijven over jouw passie. Werk hard voor je ambities, maar stop zeker niet met school. Dat geldt trouwens ook omgekeerd. Als je een unieke kans krijgt, kan je je studie wel even ‘on hold’ zetten. Vergeet die dan natuurlijk niet terug aan te vangen!

21 rubriektiteltje |

Hoe zie je het verdere verloop van je muziekcarrière?


© DENNIS BERNAERS

| rubriektiteltje

22


TEKST: STEFAAN WILLEMS FOTO’S: SANDER BELMANS

23 rubriektiteltje |

In gesprek met Gaël Steenbeke


24

Gaël Steenbeke, een hedonistische leeuw gepassio­neerd door lomo­g rafie, jongeren­culturen, muziek en theater. Momenteel loopt hij stage in Graffiti vzw en werkt mee aan het project Sens Unique in de Dampoortstraat. Wat is je sterrenbeeld?

|

rubriektiteltje

Ik ben een leeuw.

En wat zijn de eigenschappen van de leeuw? Stroken die eigenschappen met jouw karakter? Een leeuw is een leidersfiguur, iemand die verantwoordelijkheid neemt en taken delegeert. Ik hoorde dat leeuwen ijdel zijn. Kan wel kloppen. Maar ik let er een beetje op. Bij mij is het vooral het leidersaspect dat in mijn karakter zit. Ik kan in sommige situaties dominant zijn en het geheel naar mij toetrekken. Maar dat impliceert ook dat ik veel verantwoordelijkheid opneem, wat een pluspunt is. Aan de andere kant moet ik leren om dingen los te laten, door te geven aan anderen, vertrouwen op andere mensen. Ik heb te graag het heft in handen.

Wat wil je later worden? Ik wil graag educatief medewerker worden in een sociaal-culturele organisatie. De doelgroep maakt me op zich niet veel uit. Maar ik vind jongeren interessant. Jongeren veranderen snel. Kleine dingen kunnen een grote impact hebben op jongeren. De jongerencultuur is expressief. Jongeren hebben er nood aan zich te positioneren in de maatschappij. Dat zie je onder meer in kledingstijlen of bepaalde


subculturen, wat me enorm boeit. Ik vind het leuk om mensen in een hokje op te delen, en ik vind het ook leuk om mijzelf er ergens tussen te plaatsen. In dat opzicht vind ik jongeren interessant. Die zijn op zoek naar hun plaats in de wereld, naar zichzelf en naar hoe ze hun interesses kunnen omzetten in iets wat ze willen doen en blijven doen. Daarnaast ben ik enorm geïnteresseerd in kunst en cultuur. Ik hou van mensen die op een creatieve manier met de dingen omspringen. Hoe creatiever, hoe leuker ik het vind. Ik sta open voor verschillende technieken: fotografie, theater, muziek, tekenen… noem maar op. Er is niets dat mij afschrikt op dat vlak.

En de kunstvorm die je zelf beoefent, fotografie? Hoe ben je ertoe gekomen en wat boeit jou eraan?

Hoe verschilt analoge fotografie van lomografie? Analoge fotografie is heel technisch. Je moet met enorm veel parameters rekening houden, zoals bijvoorbeeld sluitertijd, diafragma en lichtgevoeligheid. Eens de foto genomen is, kan je er niets meer

Hoe kun je die passie omzetten in jouw stage hier? Puur praktisch kan dat door het te verwerken in een workshop. Op artistiek vlak kun je bijvoorbeeld met lichtgraffiti spelen. Of ik kan bepaalde beelden of werken uit het straatbeeld op foto zetten. Eigenlijk een soort recyclage van werk, zou je kunnen zeggen. Een werk dat op zichzelf staat krijgt een andere dimensie op de foto. Hoe je de foto neemt, is van belang.

Hoe ben je op deze stage gebotst? Ik zocht heel lang naar een nieuwe stageplek. Mijn vorige stageplaats was me hard misvallen. Ik werd een beetje panisch en vroeg mensen in mijn klas naar toffe organisaties met een alternatieve werking. Toen vertelde iemand mij over Graffiti vzw en

25 rubriektiteltje |

Wel, zelf ben ik iemand die graag beeldend werk. Ik teken en schrijf graag. Schrijven zowel literair als vormelijk, denk maar aan kalligrafie of typografie. Bovendien heeft mijn vader een passie voor fotografie. Het ging er dus met de paplepel in. Ik ging vaak mee naar tentoonstellingen, en mijn vader heeft een flinke uitzet aan fotografisch materiaal. Ik kon daar altijd gebruik van maken. Ik begon met digitale fotografie, maar dat lag me helemaal niet. Iets erna stapte ik over naar analoge fotografie. Die stap bleek net iets te groot. Ik vind analoge fotografie niet zo toegankelijk. Uiteindelijk stuitte ik op lomografie, eigenlijk een vereenvoudigde vorm van analoge fotografie, waarbij je minder nadenkt en meer op het gevoel foto’s neemt. Lomografie staat je toe over straat te lopen en dan een mooie lichtinval door een boom te ontdekken: door te spelen met die belichting, met bepaalde filters of soorten films, kun je hele mooie effecten creëren. En dit allemaal op het moment zelf, dus geen uren nabewerking of fotoshop. Je legt iets vast dat enerzijds een heel mooi beeld oplevert, en waar anderzijds direct verhaal inzit. Elke foto die ik neem en achteraf terugzie, kan ik perfect situeren in tijd en ruimte. Zo ben ik er ook mee begonnen; ik wil mijn herinneringen vastleggen – vooral mijn studententijd wil ik in beeld brengen. Ik vind het enorm leuk om met een beeld een wereld te scheppen.

aan veranderen. Je moet dus sterk nadenken over hoe je het gaat aanpakken. Lomografie gebeurt eerder met een speelgoedcameraatje, vaak van plastiek. Er zijn amper instellingsmogelijkheden. De truc is om je eigen lomocamera goed onder de knie te krijgen. Er zijn er geen twee dezelfde; een lomocamera is iets heel persoonlijks, een deel van jezelf. Eens je die goed kent, kan je met plezier foto’s nemen zonder na te denken. Dat aspect van lomografie spreekt me wel aan!


tot ik er helemaal gek van word. Ik speelde ook twaalf jaar toneel. Dat probeer ik in mijn dagdagelijkse leven nog eens boven te halen, bijvoorbeeld in mijn houding naar anderen toe. Bovendien werk ik in de horeca, daar is het altijd fijn om een ‘rolleke’ te spelen. Niets toffer! Een stiekeme botviering. Ik haal daar plezier uit. Het is vooral eigen genot.

Welk nummertje staat er nu op repeat?

wolfwhistles & catcalls

26

Paulo Nutini met ‘Iron Sky’. Er is een live-opname uit de Abbey Road Studio’s: subliem! Een man van 27 jaar oud met zo’n doorleefde stem. Episch, zeg ik je.

|

De leukste anekdote uit je horecawerk?

dat pluisde ik uit. Ik was meteen verkocht! Ik hou van het aanbod, de missie en visie van deze organisatie. Ik zette alles op alles om hier binnen te raken, en dat is me wonder boven wonder goed gelukt. Daar ben ik enorm blij mee.

Zijn er nog andere takken van creativiteit die je exploreert? Ik ben een muziekliefhebber. Ik vul mijn dagen met het verzamelen van platen. Thuis heb ik een originele collectie. Als ik een fantastisch nummer hoor, geeft me dat een enorme kick. Dan gaat dat nummer op repeat

Ik sta al zeven jaar in de horeca en werkte reeds op verschillende plekken. Het mafste is misschien toch wanneer ik mijn baas om het half uur een blonde Leffe moest inschenken. Wij draaiden mee op een dansnamiddag georganiseerd door de lokale duivenclub. Het volk was gigantisch fan van schlagers en andere volkszangers. Een muzieksoort die me niet hard aanspreekt. Wel, mijn baas blijkbaar ook niet. We waren daar zes uur aan het werk. Reken maar eens uit hoeveel hij er op had.

Waar kan de lezer nu iets gaan drinken aan je toog? In de Mosquito Coast. Altijd welkom voor een cocktailtje.


wolfwhistles & catcalls

|

© DENNIS BERNAERS

27


28 rubriektiteltje

|

“Shoppen?”, veronderstelt mijn collega. “Neen. Kleren kopen kan ik hier wel.” Ze haalt haar schouders op. “Heb je meer keuze? Daarbij. Wat ga je anders doen? De Big Ben bekijken?” Mijn reis naar Londen klinkt plotsklaps een pak minder exotisch dan ik initieel in gedachten had. “Graffiti”, mompel ik. “Oh. Ik ga naar Marokko. Vijftig euro voor een vliegtuigticket!”


Mind The Gap, Please TEKST: MARY-ANN KONINCKX BEELD: MARY-ANN KONINCKX

Ondergronds De stad van Banksy. Eens je een goed half uur tussen Bank, Hamersmith and City line, overstapt op Circle, via Bakerloo terug naar Jubilee en Victoria, langs Kings Cross reist, enkel om volledig gedesillusioneerd vijftig meter hoger in het ‘jumbotron’1 hart van Piccadilly terecht te komen, is het niet moeilijk om de vergelijking tussen mensen en ratten te rechtvaardigen. De ‘tube’, het ondergrondse netwerk, zegt al snel meer over de stad dan de torenhoge kantoorgebouwen. Performers in de cirkelvormige wandelpaden. Warm. Scheurende remmen, metaal op metaal, onderbroken door de sporadische straatmuzikant. Mensen. Zoveel mensen. Iedereen treint. Niemand rijdt.

Niemand rijdt omdat rijden gekkenwerk is in Londen, en niet enkel omdat ze aan de verkeerde kant van de weg hangen. Een theoretische reis van anderhalf uur werd er één van vijf uur gezien het geschifte verkeer. Dubbeldekker-bussen zijn leuk om in te zitten, niet om een halve centimeter van hun achteruitkijkspiegel langs je te voelen vlammen. Kantoormensen. Hippies. Tieners met bubblegum-roze haar. Tien minuten in de mierenhoop van overstappen spreekt Martin ons aan, een man in maatpak wiens leeftijd ik niet kan raden. “First time?” Hij propt zich ongemakkelijk tussen zijn aktetas en een dame in. “Not for me.” lach ik. Ik geef een knikje naar mijn partner die nog net niet met open mond staat te gapen naar het potje Hello Kittty Bellenblaas van Martin. “He looks lost.” Martin blaast zeepbellen door de wagon. Daar stopt onze conversatie. Niemand kijkt.

Verdwaald Londen. De stad waarin je kan verdwijnen. Zomaar. Wegsmelten in de massa die maar doordramt en boos tegen je aanbotst als je niet rechts houd op de roltrap. Mijn markers jeuken in mijn zakken. Ik voel me klein. Irrelevant. Weggeveegd, net zoals de tags op

1

JUMBOTRON: GROOT TELEVISIESCHERM VOOR ADVERTENTIES

29 rubriektiteltje |

Ergens heeft ze wel gelijk. Citytrippen is nou niet bepaald de meest avontuurlijke categorie van reizen. En laat ons eerlijk zijn, Europa blijft Europa. Multicultureel op elke hoek van de straat en de McDonalds die overal even rottig smaakt. Niet bijster verruimend zou je kunnen argumenteren. Maar goed, ik ga niet naar Engeland voor een cultuurshock. Ik ga om dingen vanuit een andere invalshoek te bekijken. Het is moeilijk, om niet te zeggen onmogelijk, om kritisch of objectief te kijken naar een maatschappij waar je zelf in meedraait. Zelfreflectie is belangrijk. Londen is een vergrootglas. Drukker. Groter. Luider. Duidelijker.


30

de splinter witte tegels. We zijn nu welgeteld een uur ondergronds en ik heb nog geen druppel verf gezien. De overvloed aan beveiligingscamera’s kan er wat mee te maken hebben. Toch maar niet taggen dan. Aan advertenties ontbreekt het niet. Die zijn handig ingekaderd, netjes zij aan zij. Vijf inch spatie. Britten zijn netjes. Kunst, daarentegen, is nu eenmaal rommelig. Londen houdt er, net zoals zovele Europese steden, een dubieus beleid op na wat betreft graffiti. Aan de ene kant applaudisseren ze hun recent verworven ‘legacy’ maar wat graag met wandelingen langs muren van Grote Namen en gillende gidsen die troepen mensen op “verborgen” schatten wijzen. Niet aan mij besteed. Workshops en lokale projecten die erg doen denken aan organisaties van hier zijn er in Londen ook. Maar ik ben op vakantie. Ik vind uiteindelijk mijn heil in AlternativeLND.co.uk, die een reisgids biedt voor mensen die graag dingen ontdekken die je niet in andere reisgidsen vindt. Alle gekheid op een stokje, je mag er vanuit gaan dat The Great City Of Londen een aardige cent overhoudt aan Street Art fanaten zoals ik.

|

rubriektiteltje

Tegenprestatie? Er zijn legale plekken zat om te spuiten. Ik trek mijn vriend mee langs South Bank en word verliefd op Leake Street, een tunnel zó lang dat je letterlijk het licht aan het einde niet ziet. De hele zone is legaal gebied. En, zoals snel blijkt, erg populair. Na ons bezoek aan Tate keren we langs dezelfde weg terug, en zien een team jonge stencil-makers over mijn werk heen gaan. Legaal is leuk. Er is gemeenschapsgevoel, je kan met vrienden doen wat je wilt, je kan leren van elkaar, je hebt alle tijd van de wereld. Maar het is anders. Het is minder spontaan. Het is niet spannend. Wat erger is: het is onzichtbaar. Leake Street, hoe cool ook, wordt bezocht door graffiteurs. Alleen door graffiteurs. Illegaal werk? Wel. Als het er is, krijg ik het niet te zien. Niet in de ondergrondse, niet in het drukbevolkte centrum en al zeker niet in de duurdere kant van de stad waar het wemelt van de dagjesmensen. We gaan naar East End en ik haal opgelucht adem. We komen niet enkel in een geloofwaardiger beeld van de stad terecht, een deel waar niet alles glimt van £1 deals, maar ook in een zee van tags. Toch nog.

2

Maar het contrast is duidelijk voelbaar. De stad investeert niet in dit gedeelte. Het laat de Street Art welig tieren, maar de leegstand ook. Na wat opzoekingswerk kom ik te weten dat de UK ongeveer 1 miljard pond spendeert aan het verwijderen van graffiti. Per jaar. Zodat de tube niet onder het gestuntel van ‘toys’2 komt te staan. Zodat het centrum proper blijft. Zodat het systeem blijft draaien. Graffiti hoort in een uithoek thuis oordeelt de bureaucratie, zoveel is wel duidelijk. Ik denk terug aan Gent. Buiten enkele gesponsorde muren in het centrum wordt je bij ons eveneens geheid opgepakt als je zomaar wat op een muur kliedert. Zelfs werk op commissie is niet heilig. Onlangs schilderde het stadsbestuur over een muur van Gijs Van Hee terwijl de lokale buurtbewoners de graffiteur op eigen initiatief hadden ingehuurd en hem uit eigen zak hadden betaald. Gijs spoot uiteindelijk weer over zijn witgekalkte piece omdat hij het sneu vond dat de buurtbewoners met niets achterbleven. In Londen werd in 2007 onbedoeld een Banksy verwijderd, in Old Street Station. Ze schatten de waarde om en bij de £50.000. Het argument van de burgemeester? “Onze kuisploeg is een professionele kuisploeg. Geen ploeg van kunstcritici.”

Tegenstrijdig Dan is het natuurlijk een kwestie van smaak. Wat is “goede” graffiti? Wat maakt het een opwaardering van een buurt en niet een vandalistische ontsiering? Als we dan toch bezig zijn: wat maakt kunst? Hoewel het zo’n mooie universele vraag is – waar niemand echt het antwoord op lijkt te weten – is het evengoed een volledig irrelevante vraag. De echte vraag is; is die kuisploeg ergens voor nodig? Legaal of niet, willen of niet, graffiti blijft aan een opmars bezig. Alle white spirit in de wereld houdt je openbaar vervoer heus niet proper. Neem East End. Zij winnen aan hipsters, jongeren, en toeristen als mijzelf. Hoewel de stad geen grote budgetten opzij zet, zorgt de populariteit van het medium voor een opwaardering van de eens zo ruige buitenbuurt. Lokale winkels boomen. En waar de zaken goed gaan, daar profiteert de gemeenschap van. East End onderhoudt zichzelf, en kuist zichzelf op. Letterlijk. Iemand tagt. Iemand tagt erover. En dat akkefietje gaat een goede zes maand door tot er iemand langskomt, geoefend graffiteur of

TOYS: GRAFFITI VAN PERSONEN ZONDER CAN CONTROL (DE SPUITBUS NIET GOED MEESTER ZIJN)


stadsdienst, en de muur een nieuwe beurt geeft. En tot die tijd? Geklieder staat leuker dan grijs. Dus waarom? Waarom woekerbedragen weggooien aan iets als whitewashing3? Als buurtcomités kunstenaars inhuren, is dat dan niet een duidelijk teken dat het publiek geen interesse heeft in een tabula rasa? Dat witte muren iets zijn dat niemand echt nodig vindt? Graffiti valt immers niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Londen en Bansky horen bij elkaar, net zoveel als Londen en de Tower Bridge. En als je de één omarmt dan dien je de ander erbij te nemen. Graffiti kan nu eenmaal niet ingekaderd of weggewerkt worden. Of in een uithoek van de stad bewaard. Niet permanent. Het is een kunstvorm, daar kunnen we niet meer omheen. Het is sociaal én economisch aantrekkelijk. En dan is er nog het toeristische luik.

Hoe lang moeten we nog verder met een beleid dat aan de ene kant graffiti potentieel uitbuit, maar de praktijk willekeurig blijft criminaliseren? Graffiti heeft zichzelf bewezen. Het publiek omarmt het medium gretig. Waarom pakken ze dan nog steeds jongeren op? Voor iets onschuldigs als verf. Graffiti is net als zeepbellen blazen. Het is een identiteit. Een kracht. Vrije meningsuiting. Het is een constructief kanaal voor emotie. Een manier om opinie, of beeld, of zomaar, een markering achter te laten. Het geeft een stem aan mensen zonder stem. Het schept mening. Het zorgt ervoor dat je een tijdelijk, fysiek bewijs van je bestaan achterlaat. We dwalen terug naar de hotelkamer. De gangen van de underground zijn leeg. De beveiligingscamera’s zoemen. Ik tag. We lopen. Ik was hier.

31 rubriektiteltje |

3

WHITEWASHING: GRAFFITITERM VOOR HET WIT-OVERSCHILDEREN VAN GRAFFITI


Samenwerking Wisper vzw & Graffiti vzw 10/3 tot 18/5 @ Dampoortstraat Gent.

De Dampoortstraat als canvas. De Dampoortstraat in beweging. De Dampoortstraat daagt uit. Wisselweg tussen bewoners, kunstenaars en passanten. Gekneld tussen centrum en rand. Een straat propvol ideeën, verhalen en ontmoeting. De komende maanden gaan Graffiti en WISPER aan de slag in de Dampoortstraat. Op straat. Maar ook in huizen, etalages en leegstaande panden. Die transformeren we tot artistieke vrijplaatsen, werkruimtes en open fora voor uitwisseling, dialoog en ideeën. Plekken zwanger van poëzie, proza, beeldend gestorm, dans op straat. En muziek. Op en onder elke vierkante meter Dampoortstraat. Maar vooral. Sens Unique is tweerichtingsverkeer. Tussen kunstenaars en de buurt. Hoe inspireert onze straat, wat weekt ze los? De Dampoortstraat inspireert en snakt naar experiment. Wij staan klaar. Sens Unique luistert en verbindt. Sens Unique schreeuwt het uit.

missie & visie

Transparant is een driemaandelijkse uitgave van Graffiti vzw die aan het jeugdwerk wordt aangeboden.

Graffiti vzw biedt kinderen, jongeren en jeugdwerkers ruimte en middelen aan om op een creatieve manier kennis te maken met, te experimenteren met en zich te ontplooien in diverse creatieve communicatievormen. Communiceren is immers een basisvoorwaarde om actief, bewust en kritisch te participeren in de samenleving. Onze dienstverlening stoelt op kwaliteit en diversiteit. We profileren ons naar diverse doelgroepen en streven naar maximale inspraak en participatie van deelnemers en medewerkers in alle facetten van de werking.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.