Driemaandelijks tijdschrift van Graffiti vzw oktober– november – december 2018 • zeventiende jaargang nr. 74 • v.u. Peter Bosschaert • Dampoortstraat 84 9000 Gent • Afgiftekantoor 9000 Gent X • P2A6209
PB- PP B-
BELGIE(N) - BELGIQUE
74
“Als hokjes niet bedoeld zijn voor iemand anders, dan bouwen we ze wel voor onszelf.”
P. 26
voorwoord Being able to be yourself in a city full of people trying to be themselves too is hard, but also beautiful – nobody should be the same. Everybody has to stick out like a sore thumb sometimes.
voorwoord
2
Een quote van fotografe Oumayma B Tanfous over hoe het is om als jonge kunstenaar in New York je eigen weg te zoeken. Ideaal om een nummer in te leiden, waarin stereotypes, levensstijlen en de bijhorende maatschappelijke druk de hoofdrol spelen. Als je volgens je eigen principes leeft, zet je je bewust of onbewust af tegen de heersende gedachtes. Hoewel je meer dan ooit kan shoppen tussen levensstijlen en denkkaders, reageren veel mensen nog steeds ongemakkelijk als ze in contact komen met anderen die keuzen maken die buiten hun comfortzone liggen. Wie beslist om van het ‘normale’ pad af te wijken en een eigen weg in te slaan, krijgt al snel heel wat rare blikken en vervelende opmerkingen toegeworpen. Met behulp van een vleugje humor maakt Pieter ons erop attent hoe stereotypes alom tegenwoordig zijn in de dagelijkse realiteit. Maar wat zijn daar dan de gevolgen van? Gaël en Clara verdiepen zich in hoe die stereotiepe denkbeelden de levens van sommige mensen bemoeilijken. Wouter en kersvers redactielid Katia (Welkom!) hebben het over hoe je je leven op verschillende vlakken anders kan inrichten en over hoe mensen die het niet met je eens zijn daar raar van kunnen opkijken. Tenslotte doet Jolien haar beklag over hoe kinderen van jongs af aan al aan allerlei patronen en verwachtingen moet beantwoorden. Dit alles rijgen Fauve en Ellen aan elkaar: de eerste met haar gedichten, de andere met een verslag van de drukke zomer bij Graffiti vzw. Liefs, Romy
7
inhoud
18
4
De dood van politieke correctheid Gaël Steenbeke
De noodzaak van een utopie Wouter Van Dyck
10
poëzie - deel 1 Fauve Tessens
Een andere taal en cultuur Clara Franken
Zomer 2018 Ellen Theite
Kinderstress Jolien Brys
12
Stereotype Pieter Duyck
Minder is meer Katia Borms
12 16 18 22
3
poëzie - deel 2 Fauve Tessens
7
24 27 inhoud
colofon
16
Redactie Clara Francken, Ellen Theite, Fauve Tessens, Gaël Steenbeke, Jolien Brys, Katia Borms, Pieter Duyck, Wouter Van Dyck Cover Babette Verbrugghe Fotografie & Illustratie Cheyenne Deckx, Clara Francken, Brainfog (Eva Baete), Pieter Duyck, Thijs Polfliet, Tim Verhaegen Eindredactie Romy Straetmans, Ellen Theite Vormgeving Babette Verbrugghe Druk Graphius Group Verantwoordelijk uitgever Peter Bosschaert
de dood van de politieke correctheid
4
Politieke correctheid, een term die vaak wordt ontvangen met draaiende ogen en diepe zuchten. Mensen zijn er niet happig op; ik snap waarom. Mensen, die gewezen worden op hun woordkeuze door een sociale rechtvaardigheidsridder (zoals mezelf), voelen zich gecensureerd. Ze kunnen in dit vrije Westerse land niet kiezen wat ze wel en vooral niet mogen zeggen. Toch vind ik deze manier van denken zeer egoĂŻstisch. Wanneer je weet dat bepaalde woorden, bepaalde mensen kunnen kwetsen en je evengoed niet-kwetsende alternatieven kan gebruiken: waarom gebruik je die dan niet?
de dood van de politieke correctheid
TEKST: GAĂ‹L STEENBEKE ILLUSTRATIE: TIM VERHAEGEN
5
De dood van de politieke correctheid
6 de dood van de politieke correctheid
Als barman pik ik regelmatig flarden van gesprekken van klanten op. Zo hoorde ik laatst een gesprek tussen twee klanten over een andere, zwarte klant. Ze ratelden er lustig op los, tot plots de decibels zakten tot een bijna onhoorbaar niveau en ze het n-woord fluisterden. Waarom spreken ze dat woord niet uit op hetzelfde volume als alle andere woorden? Voelen ze de geladenheid ervan? Beseffen ze dat het kwetsend is? Doen ze het uit beleefdheid, zodat de persoon in kwestie zich niet aangevallen voelt, want wat niet weet, niet deert? Uiteindelijk wordt er op de radio toch over gezongen? Als zij dat mogen zeggen, waarom wij niet? Refereren naar homo’s als ‘reetridders’ zal gegarandeerd door de grote meerderheid worden afgekeurd, maar een belabberde situatie benoemen als ‘gay’ is plotseling wel toegestaan door diezelfde grote meerderheid. Nochtans hoor je mensen uit de LGBTQ-gemeenschap regelmatig “jeanette” of “nicht” tegen elkaar roepen. Als zij dat mogen zeggen, waarom wij niet? Het antwoord op die vraag is vrij eenvoudig. Het is zelfs een historisch fenomeen: het geuzen-effect. In de 16de eeuw werden de Nederlanden voor een groot deel beheerst door de Spanjaarden. Al wie niet Spaansgezind was, werd een geus genoemd. Een geus was een armoezaaier. Pas als een verzetsbeweging tegen de Spanjaarden zich de negatieve naam ging toe-eigenen, kreeg de term een positieve
bijklank. Vanaf dat moment werd een geus een vrijgevochten persoon, die zich los heeft gerukt uit de klauwen van de Spaanse onderdrukker. Vandaag zien we hetzelfde met het alom aanwezige n-woord. Het is een manier om los te komen van de onderdrukking. Als witte mensen het woord gebruiken, maken ze een stevige inbreuk op de weg naar gelijkheid voor alle bevolkingsgroepen. Het gaat echter verder dan dat. Misschien is dit geen populaire mening, maar je niet bewust zijn van de geladenheid van de woorden die je uitspreekt of er bewust niet om geven of je mensen kwetst, is een pijnlijk voorbeeld van verdoken racisme en discriminatie. Door taalgebruik niet aan te passen, blijven we actief meewerken aan het in stand houden van sociale breuklijnen. Misschien ligt het ook deels aan de voorgeschiedenis van de term ‘politiek correct’. Weinigen nemen de betekenis van het woord nog serieus omwille van de jarenlange associatie met ‘links gezwets’. Misschien moeten we spreken van inclusief taalgebruik? Of misschien moeten we het eens vragen aan onze zwarte, biseksuele, transgender buur? Want uiteindelijk is het de persoon in kwestie die bepaalt hoe hij of zij aangesproken wil worden. Kortom zal de maatschappij alleen maar groeien als deze mensen effectief de stem krijgen die ze nodig hebben en verdienen te hebben.
De noodzaak van een utopie TEKST: WOUTER VAN DYCK
7 de noodzaak van een utopie
Een jaar voor ik afstudeerde als maatschappelijk werker, stelde ik me vragen over de toekomst, meer bepaald over hoe het leven georganiseerd wordt. Na je studies ga je op zoek naar een vaste job, een lief en ga je samenwonen.
WOUTER VAN DYCK
de noodzaak van een utopie
8
Het ideaalbeeld van ‘huisje, tuintje, kindje’ is niet meer de enige droom
Terwijl je de eerste jaren spaart, woon je samen op een appartementje. Wanneer je dan de stap kan zetten, verhuis je naar een gezellig dorp, waar je een eigen huis bouwt of koopt. De Vlaming heeft een baksteen in de maag. Een eigen huis is voor velen hét droomscenario. Ook al is dit op zich niet verkeerd, ik voelde wel aan dat dit toekomstbeeld niet 100% bij me past. Wat dan wel, wist ik nog niet. Er waren op dat moment nog meer vragen dan antwoorden. We leven in een maatschappij die steeds complexer wordt. Het ideaalbeeld van ‘huisje, tuintje, kindje’ is niet meer de enige droom. Zo zijn er bijvoorbeeld mensen die bewust alleenstaand blijven. Er komen steeds meer alternatieve levensstijlen. Onze maatschappij is immers continu in verandering. De manier waarop we ons leven organiseren en vormgeven, is niet enkel een persoonlijke keuze. De opwarming van de aarde, overbevolking en een langere leeftijdsverwachting maken dat we de nieuwe alternatieven wel moeten accepteren. Deze evolutie is niet louter een fenomeen van deze tijd. Al sinds de Oudheid gingen mensen op zoek naar alternatieve vormen van samenleven. Griekse filosofen experimenteerden met praktische toepassingen vanuit hun filosofische gedachtegoed. Zo richtte Epicurus zich vooral op ‘het goede leven’. Daarbij stonden zelfvoorziening en samenleven met vrienden centraal. Hij startte als één van de eersten communes op.
In de loop van de geschiedenis zijn er nog tal van verschillende experimenten geweest. Vaak waren het mensen, die vanuit hun anti-modernistische visie, hun leven een andere wending wilden geven. De jaren 60 met de hippiecultuur waren het hoogtepunt. Vanuit een tegencultuur, geënt op de verruiming van de geest, gaven de aanhangers nieuwe waarden aan het leven en zochten ze hoe ze die best konden uiten. Op cultureel vlak experimenteerden ze binnen de kunst- en muziekwereld en op sociaal vlak richtten ze organisaties en leefgemeenschappen op om tot een nieuwe wereld te komen. De idealen van ‘Love & Peace’ werden het uitgangspunt voor een andere kijk op de samenleving. De hippies hebben verschillende veranderingen teweeg gebracht, zoals meer aandacht voor het milieu en meer rechten voor holebi’s. Maar een aantal van hun experimenten mislukten. Bepaalde leefgemeenschappen bleken niet haalbaar of kampten met grote problemen. Zo trokken zogenaamde goeroes met een groep volgelingen de wildernis in. Dit mondde uit op manipulatieve toestanden,
Er bestaan al heel wat projecten en er komen er steeds nieuwe bij. Ze verschillen onderling in de mate van gemeenschappelijkheid (van het alleen maar delen van een tuin, tot het delen van alle ruimtes) en de duur van het engagement (van een kort verblijf tot permanente of semipermanente situatie). Bovendien onderscheiden de verschillende gemeenschappen zich onderling door de achterliggende motieven. Zo zijn er die gericht zijn op spiritualiteit, sociaal engagement, ecologisch bewustzijn, mantelzorg, … Daarnaast bestaan er gemeenschappen die bedoeld zijn voor een zeer afgelijnde doelgroep, zoals voor bewust alleenstaanden.
Meer info omtrent gemeenschappelijk wonen www.samenhuizen.be/zoekertjes/
Toch hebben de experimenten in het verleden ook een positieve invloed gehad op onze huidige maatschappij. We zijn ons nu meer bewust van mondiale problemen, zoals de opwarming van de aarde en overbevolking. Architecten die toekomstige steden ontwerpen, zoeken creatieve oplossingen voor deze uitdagingen en verwerken de ideeën van de vroegere leefgemeenschappen. Natuurlijk is er nog een lange weg af te leggen voor hun ideeën realiteit zullen worden. Daarnaast bestaan er ook minder ambitieuze alternatieven. Zo vinden we in steden het concept ‘deeltuinen’. Heel simpel, mensen delen een tuin. Dit soort initiatieven toont aan dat onze maatschappij stilletjes aan verandert en zich het gedachtegoed van leefgemeenschappen begint eigen te maken.
Bronnen ‘het ABC van gemeenschappelijk wonen’ van vzw Samenhuizen (2015): vwww.samenhuizen.be/startgids www.kvlv.be/deeltuin www.youtube.com/watch?v=Kg_47J6sy3A&t=263s
de noodzaak van een utopie
waarbij de leefgemeenschappen veranderden in sektes met soms duistere praktijken. Mede daarom hebben leefgemeenschappen in onze huidige samenleving niet altijd een goede naam.
9
Met dit artikel wil ik geen dromen neerhalen. Wie droomt van een huis moet daar zeker voor gaan. Toch wou ik aantonen dat er meer mogelijkheden zijn. Het is verkeerd om in een heel bos slechts één boom te zien. Wie droomt van een andere wereld, hoeft die niet als een onbereikbare utopie te zien. Laat het een kompas zijn voor de richting die je in het leven inslaat en een model voor hoe je het verder vormgeeft.
Kunt ge, voor één keer,
poëzie - deel 1
10
gewoon luisteren.
Niet vertellen hoe erg het bij u wel niet is, niet zeggen hoe zwaar u leven wel niet is. Kunt ge, voor één keer, mij gewoon eens vastnemen en zeggen “dat klinkt echt fucked up”. - F. TESSENS
alsof het leven mij voorbij wandelt.
Soms heb ik het gevoel
Niet gewoon wandelen,
snelwandelen.
Elke keer opnieuw, ben ik
net
te laat
11 poëzie - deel 1
om
haar bij de arm te nemen
en te kijken of het goed was. - F. TESSENS
ILLUSTRATIE: CHEYENNE DECKX
Een andere taal en cultuur
een andere taal en cultuur
12
TEKST & FOTO’S: CLARA FRANCKEN
Elke dinsdag Sprachabend in Leipzig om sneller Duits te leren. Vorig jaar nam ik deel aan het Erasmusprogramma en studeerde ik van oktober 2017 tot februari 2018 aan de universiteit van Leipzig.
13 een andere taal en cultuur
een andere taal en cultuur
14
Ik ben een persoon die er alles aan doet om me in een nieuw land te integreren. Om zo snel mogelijk Duitse vrienden te maken zocht ik een kot via de website Wohngemeinschaft-Gesucht. In het begin ging ik vooral om met andere Erasmusstudenten, maar ik ging me steeds meer afzonderen. Zo kon ik meer met Duitssprekenden afspreken. Een Luxemburgse vriend, die ik via Erasmus kende, bracht me naar een taalavond (Sprachabend), die wekelijks plaatsvond in Leipzig. Daar werd aan elke tafel een andere taal gesproken: Duits, Frans, Spaans, Arabisch, Engels… Mij vond je er steeds aan de Duitse tafel terug. Daar werd ik vrienden met anderen, die ook wekelijks kwamen. Zo leerde ik Sander kennen, een super grappige jongen, die het leven niet altijd te serieus neemt. Hoe beter ik hem leerde kennen, hoe meer ik leerde over wat hij al meemaakte in zijn leven. Hij heeft het niet makkelijk gehad met zijn ouders. Vader is drankverslaafd, moeder leeft onder de sloef van de vader met zijn twee broers en zijn zus in een dorpje iets buiten Leipzig. Zijn zus van 18 jaar oud is nu getrouwd met een man, die ze online leerde kennen met het idee dat ze zo het huis uit geraakt. Sander probeerde haar te doen inzien dat ze ook naar de universiteit kan gaan om een mooiere toekomst te hebben, maar daar trekt ze zich niets van aan. Zelf woont hij niet meer bij zijn familie sinds hij 17 jaar is; ondertussen is hij er 23. Hij woonde een tijdje in het huis van een vriend, maar zocht in februari 2018 een nieuwe woning. Ik introduceerde hem aan de vrienden van mijn kot, omdat er bij ons een jongen ging vertrekken. Via de jongen die vertrok, kon hij een onderhuurcontract aangaan en had de huisbaas geen zeg in de overeenkomst. Nochtans was de huisbaas relatief duidelijk in zijn mening hierover: hij wou het liefst een blanke student met blond haar. Dat was Sander niet.
Mijn Erasmusavontuur eindigde in februari/ maart 2018 en ik keerde terug naar België. In augustus 2018 keerde ik terug naar Leipzig om daar een maandje te werken en al mijn vrienden terug te zien. Toen ik met mijn kotgenoten ging lunchen, vertelde Sander dat hij daar het volgende jaar ook nog mocht blijven wonen. Ik was verbaasd, maar hij legde uit hoe hij dat heeft kunnen regelen: “Ik heb papieren moeten tonen om onder andere te bewijzen dat ik mijn kot kan betalen en dat ik het statuut van een asielzoeker heb voor de volgende jaren… Ik ben officieel dus asielzoeker, wat een verschrikkelijk woord.” Daarbij moet ik de kanttekening maken dat Sander uit Syrië komt en vluchteling is. Om vooroordelen te vermijden gaf ik deze informatie niet meteen mee aan het begin van mijn tekst. Sander heeft mij veel bijgebracht. Toen ik onlangs op zoek was naar een specifieke kebabzaak met vegan optie, maar de plek niet meteen vond, bleef ik herhalen dat ik hoopte de plek toch te vinden. Daarop reageerde hij door te zeggen dat ik niet moet hopen, “want hopen maakt ziek, geloof me.”
Ik vroeg Sander of hij wou helpen schrijven aan dit artikel, omdat hij me ooit vroeg of ik misschien zijn verhaal verder kan vertellen om begrip bij anderen op te brengen. Daarom stelde ik hem een aantal vragen.
Welke route nam je om tot in Leipzig te komen? “De weg naar Duitsland was vreselijk en gevaarlijk. Ik ben door vele landen gegaan. Het beginpunt was in Libanon, waar ik met mijn familie was. Dan zijn we samen doorgegaan naar Turkije. Samen met 45 andere mensen namen we vanuit Turkije een bootje naar Griekenland. Daarna ben ik door Macedonië, Servië, Croatië, Slovenië en Oosterrijk getrokken en over de grenzen gelopen. Mijn ultieme doel was dus Duitsland.”
Wat denk je van artikels over vluchtelingen? “Ik vind het goed dat er over het thema vluchten en vluchtelingen gesproken wordt. Zo kunnen anderen het leven van een vluchteling beter begrijpen. Daardoor wordt de afstand tussen Duitsers en vluchtelingen kleiner.”
Waarom vind je kebab lekkerder in Syrië dan in Duitsland? “De dieren in Syrië worden in vrijheid gehouden en krijgen eten uit de natuur. Daarom smaakt het vlees beter.”
Een conclusie trekken over alle vluchtelingen gaat niet aan de hand van één enkel verhaal, maar ik hoop dat een real life story als deze toch bepaalde inzichten brengt. Oorlogen in verre landen zijn geen ver-van-ons-bed-show meer en inwoners die wegtrekken naar onze gewesten doen dat niet zonder reden. Sander is vertrokken, omdat (naar eigen zeggen) hij het gevoel had dat hij zo goed als dood was. Zijn verleden werd gebombardeerd en hij vraagt enkel een vredig heden. Ik ben blij dat ik hem leerde kennen; hij is een geweldig persoon met een immens groot hart. Ik ken niet veel mensen die luisteren naar negatieve kritiek op hun persoon en zonder enige boze woorden het tegendeel proberen bewijzen.
Sander, ich bin froh dich zu kennen und hoffe, dass du mich irgendwann mal besuchen kommen kannst in Belgien! Liebe Grüße, Clara
een andere taal en cultuur
"Ja, als asielzoeker krijg ik van de werklozenafdeling geld via een jobcenter tot ik start met een studie of opleiding. Ik had even een job in een kebabzaak, die me in het zwart betaalde. Ik nam die job enkel aan, omdat ik niet wist dat zwartwerken illegaal is. Iemand vertelde me dat werken zonder contract verboden is en dat ik een straf zou kunnen krijgen als de arbeidsinspectie het te weten komt. Dat wist ik pas na een maand werken. Ondertussen heb ik werk gevonden met een contract.”
“Ik wou hier zo snel mogelijk Duits leren om met andere Duitsers te kunnen spreken. Daarna wou ik werk vinden om me in de maatschappij te kunnen integreren.”
15
Krijg je genoeg geld van Duitsland om hier je kot en eten te kunnen betalen?
Zijn er dingen die je wilt vertellen?
We smukten onze materiaalkoffers op en stuurden hen deze vakantie samen met onze begeleiders Vlaanderen rond. Hun doel was eenvoudig: breng het creatief plezier tot alle kinderen en jongeren.
zomer 2018
16
Met deze leuke impressies kwamen ze terug
Atelier Rap en roer GENT
Dramalama AVELGEM
Fotofop ZWIJNDRECHT
Graffiti Atelier RIEMST
17 zomer 2018
Striptip NIJLEN
Lichtgraffiti MEISE
Wil je deze wheelende knapperds ook op bezoek? Hun agenda voor de komende herfst- en kerstvakantie is nog niet volzet!
kinderstress
kinderstress
18
TEKST: JOLIEN BRYS ILLUSTRATIE: THIJS POLFLIET
“Komaan!” gilde de vader naast mij. “Hij moet het kunnen, hij kon het dit weekend wel”. De zwemles op zondag, altijd weer een verrassing. Vandaag worden onze ukjes van drie jaar oud geëvalueerd. Ze moeten in het zwembad kunnen springen zonder hulp (lees: vasthoudende handjes van juf/mama/papa). Anders mogen ze niet overgaan van de eendjesgroep naar de pinguïngroep (what’s in a name). De ouders, die toekijken vanop het balkon, zijn in grote verwachting van de kroost die haar best doet beneden in het grote bad. Of tot zover een driejarige ‘zijn best’ kan doen.
19 kinderstress
kinderstress
20
Kinderen worden geëvalueerd en gemeten ten opzichte van elkaar vanaf dag één. Toegegeven, de Apgar-score, de allereerste score die een kind ooit krijgt bij de geboorte, is belangrijke info. Deze score beschrijft de algemene toestand van een pasgeboren baby. Maar een cijfer wordt al meteen op hun voorhoofdje geplakt. De druk op kinderen en jongeren stijgt elke dag. Ze moeten stappen, zitten, liggen, zwemmen,… op vastgelegde tijdstippen. Herinner jij je nog, wanneer je kon stappen of je eerste tand kreeg? Nee? Inderdaad, als moeder of vader het toen niet noteerde, weet niemand dat nog. Omdat het ook niet belangrijk is. Als het kind twee jaar oud is en nog niet stapt of aanstalten maakt, dan moet er wel een belletje rinkelen. Door de band leert iedereen echter stappen en zitten en zwemmen. Elk op zijn eigen tempo, elk naar eigen kunnen. Hobby's kunnen, in tegenstelling tot waar ze voor bedoeld zijn, een grote stressbron zijn voor kinderen. Als kind ging ik naar de muziekschool, omdat ik dat leuk vond, niet omdat het moest of omdat mijn ouders een groot virtuoos in mij zagen. Gewoon omdat het leuk was en omdat ik dat goed kon. Ik hoefde er geen of toch weinig moeite voor te doen. Dat is vrije tijd: tijd om te spelen en om je wereld te verruimen, om nieuwe dingen te leren kennen en nieuwe vriendjes te maken. Neem bijvoorbeeld sommige voetbalouders. We kennen er allemaal wel eentje. Het hele weekend staan ze te tieren langs de zijlijn, praten na de match onderling over de tekortkomingen en mislukte doelpogingen van zoon of dochter en de week nadien herhaalt zich het hetzelfde liedje. Soms tot ze op de vuist gaan met elkaar. Dit is een schoolvoorbeeld van extra en onnodige druk op kinderen. Druk, die ouders zelf creëren, omdat hun kind dingen moet doen en kunnen die zij ‘indertijd’ niet konden of mochten. Sporten is lichamelijk presteren, maar het moet vooral leuk blijven.
Het leven is niet altijd geweldig en alles is niet altijd OK. Die ‘hashtags’ zie je dan ook nooit verschijnen, want er is niets tastbaars aan. Een rotdag kan je niet fotograferen of een mooi filtertje overheen zetten. Kijk naar de Overkop-huizen van de Rode Neuzen actie. Dit zijn plaatsen waar jongeren binnen en buiten kunnen lopen om over hun problemen (of gewoon over koetjes en kalfjes) te praten. Jongeren hebben nog niet de levenservaring om te weten dat je er terug bovenop kan komen na een moeilijke periode. Voor hen is alles zwart-wit. Deze huizen willen laagdrempelige hulp bieden aan hen, die het even niet zien zitten. Ik vind het een fantastisch initiatief en ik hoop dat jongeren die het moeilijk hebben de weg vinden naar deze huizen en dat ze er samen kunnen praten en tot rust komen. Zonder hashtags, zonder filters, zonder asociale media.
Het meeste plezier zullen ze waarschijnlijk halen uit het aantal likes of de comments die er onder komen, niet uit het spelen met het kamp op zich. Jammere zaak. Ik hoop mijn kind een ander soort opvoeding te geven dan een #kijkeenshoegeweldig opvoeding.
# enjoy the little things
# kijk eens hoe geweldig opvoeding # DIY
kinderstress
Asociale media
Als jongere zet de druk zich verder. Naast school moeten jongeren ook vooral succesvol zijn en hun sociale leven moet één groot feest zijn. Veel likes verzamelen op Facebook of Instagram lijkt een sport op zich te zijn geworden. Sociale media komen om de hoek piepen vanaf het moment dat kinderen kunnen lezen. Ik hoop, dat tegen de tijd dat mijn ukje groot is, de hype rond Facebook, Instagram en consorten (ik ben niet meer 100% mee, eerlijk gezegd) een beetje gaan liggen is. Het is niet nodig om als puber alles wat je doet te delen met de rest van de wereld. Het is niet nodig dat altijd alles perfect gestyled en geweldig is. Onlangs zag ik iemand, een ouder, de hashtag #happychildhood gebruiken. Ik vond het persoonlijk een contradictie in terminis. ‘Happy childhood’ was vroeger onbezorgd spelen in de tuin, ravotten, kampen bouwen, ‘heksensoep’ maken in oma’s oude emmer. Vraag kinderen van tien jaar vandaag om een kamp te bouwen en ze zullen eerst misschien Pinterest checken om op te zoeken hoe ze het meest fancy kamp in elkaar kunnen knutselen. Daarna zullen ze het bouwen om het meteen daarna met de hashtag #diy of #enjoythelittlethings of zoiets te posten op Facebook.
21
#happychildhood
Kijk, ’t is simpel.
Ik kan mijn hart niet openstellen.
poĂŤzie - deel 2
En ik kan zoveel zeggen dat ik dat allemaal niet kan
22
Ik kan mijn muur niet zelf afbreken
Tot op het punt dat ik het zelf geloof. F. TESSENS
Ik klamp mij vast aan uw oogkas, kruip zo dicht mogelijk tegen u aan.
Af en toe duw ik uw ooglid
hoog, om
sluiten mogen ze niet
23 dan ben ik verloren.
ILLUSTRATIE: CHEYENNE DECKX
poëzie - deel 2
F. TESSENS
stereotype
24
TEKST & ILLUSTRATIE: PIETER DUYCK
‘Als je homo bent dan mag je zoveel meer’ zingt de Nederlandse cabaretière Katinka Polderman.
Stereotype
stereotype
Toegegeven, ik kan wat ze zingt niet helemaal ontkennen. Zeker niet als je erin slaagt alle afkeurende blikken te verdragen, maar daarover ga ik geen pleidooi beginnen. Er zijn er al genoeg die mij dat voor deden.
25
Dit lied is intussen veelvuldig besproken in mijn vriendengroep. Wanneer een vriend en ik weer eens grappen over vrouwelijke vormen of toenadering zoeken voor wat ‘vachtcontact’ (lees als: lichamelijk contact).
stereotype
26
Ik geef teken- en schilderles aan volwassenen. Het feit dat er zoveel vrouwen aanwezig zijn in de klas komt regelmatig naar boven als gespreksonderwerp. De grote klassieke meesters uit de schilderkunst zijn stuk voor stuk mannen. Pas in de laatste decennia beginnen vrouwen steeds meer hun mannetje te staan in de kunstwereld. De mannen in mijn klas kunnen dat net iets minder goed verdragen. Dit natuurlijk geheel los van het feit dat of mannen of vrouwen beter kunnen tekenen of schilderen. In de klas modeltekenen en -schilderen zitten dan weer heel wat mannen van ‘middelbare’ leeftijd. Zijn ze daar voor hun laatste hormonen op te krikken of voor de ‘artistieke’ vrijheid? Dit laat ik geheel in het midden.
De gezinsman in mijn klas ruilde zijn job in de bouw in voor eentje als arbeider. Een mannenwereld, die draait rond pinten pakken, praten over voetbal, krabben aan je kruis en fluiten naar de vrouwen. Misschien wat stereotiep? Maar het is wel wat hij vertelde. Laten we hem even Kurt noemen. Kurt werkt graag in de tuin, verzorgt zijn vrouw en 2 dochters, kookt, kuist graag zijn huis (omdat een proper huis aangenamer leven is), leest graag een boekje in de tuin en komt wekelijks tekenen en schilderen. Allemaal hobby’s en bezigheden waar hij bij familie en op zijn werk niets over rept of roert. Als homo mag ik al die dingen leuk vinden, dat is sociaal aanvaard. Al breek ik ook wel eens graag een muur af, of steek ik met plezier eens een plafond. Ik ben niet bang om mijn handen vuil te maken. Zelfs in de lerarenkamer op school merk ik dat we graag hokjes bouwen om mensen in te steken. Als ze niet bedoeld zijn voor een leerling, dan bouwen we ze wel voor onszelf. Zo houden we de vicieuze cirkel in stand. We bevestigen de bestaande stereotypen en verwachten zelfs soms van anderen dat ze zich zus of zo gedragen. Een leerling vroeg me of ik reeds kinderen had, waarop ik prompt nee zei. De jongen schrok en zei: “Meneer je bent 27, in mijn land had je al 10 kinderen met 7 verschillende vrouwen.” Laten we vooral de achterklap vergeten en beginnen bij onszelf. Zo bouw ik vandaag een muur en ga morgen dansen in een roze berenvacht.
M
I
N
D
E
R
I
S
M
E
E
R
TEKST: KATIA BORMS _ ILLUSTRATIE: BRAINFOG
27
Toch is het minimalisme geen relatief nieuw begrip. Het is ontstaan in de jaren zestig en vond zijn ingang in verschillende aspecten van onze samenleving: kunst, architectuur, fotografie, literatuur, muziek, noem maar op. Kunstenaars, die deze stroming aanhingen, streefden ernaar om met zo eenvoudig mogelijke middelen een doel te bereiken. Ofwel: less is more.
minder is meer
Tegenwoordig hoor en zie je de term overal opduiken: minimalisme. Er worden blogs aan gewijd, filmpjes over gemaakt op YouTube, 10 Day Challenges in het leven geroepen, enz.
minder is meer
28
Wat houdt minimalisme precies in?
Nu is het heel hip geworden om minimalisme toe te passen als levensstijl. Mensen gaan op zoek naar eenvoud, vrijheid en meer tijd voor zichzelf. Het is een reactie op de huidige kapitalistische maatschappij, waarin we steeds meer willen en meer consumeren: een groter huis, een duurdere smartphone, een betere tv,... Dit zorgt niet alleen voor heel veel keuzestress, maar tegelijk ook voor een grote overbelasting van het milieu. De afvalberg blijft alsmaar groeien. Plastic soep, klimaatopwarming, microplastics in voedsel… het zijn allemaal tragische gevolgen van onze onverzadigbare koopdrang. Het minimalisme evolueerde naar een tegenbeweging, waarbij mensen op zoek gaan naar geluk en zingeving zonder deze begrippen aan materiële bezittingen te koppelen.
SOCRATES
The secret of happiness, you see, is not found in seeking more, but in developing the capacity to enjoy less. Zoals Socrates het al zo mooi verwoordde: geluk vind je niet door steeds meer te willen, maar door te kunnen genieten van de kleine dingen. Je ontdoet je van alles wat overbodig is, zodat je terug bij de essentie kan komen. Bij ‘overbodig’ denken we misschien meteen aan materieel bezit, maar het kan evengoed over mensen en relaties gaan. Vrienden, familie, collega’s, of partners die niet het beste met je voorhebben, brengen op lange termijn geen geluk in je leven. Afstand doen van ongezonde relaties is dus eveneens een vorm van minimalisme. Je gaat nadenken over wat je écht nodig hebt en wie of wat je gelukkig maakt in je leven en je ontdoet je van alles wat overbodig is. Opruimen is daar ook een onderdeel van, maar minimalistischer leven is geen race om containers vol met spullen kwijt te geraken. Minimalisme houdt namelijk in dat je op een duurzame manier met je bezittingen omgaat en probeert om de afvalberg te verkleinen. Dat betekent kiezen voor kwaliteit in plaats van kwantiteit.
7 voordelen van minimalisme
1. Je houdt meer geld over. In plaats van als een kip zonder kop door de rekken met koopjes te lopen en de zoveelste handtas, lippenbalsem, you name it te kopen, sta je eens stil om jezelf de vraag te stellen: ”Heb ik dit echt nodig?“ “Word ik hier écht gelukkig van?“ De kans is groot dat je het artikel gewoon teruglegt. Door kritischer te zijn over wat en hoeveel je koopt, houd je aan het einde van de maand meer budget over.
4. Het is milieuvriendelijk. Door te consuminderen, zorg je voor minder afval en minder vervuiling. 5. Je hebt minder (keuze)stress. Als je bv. minder kleding, schoenen en accessoires hebt, is het veel gemakkelijker om ’s ochtends een outfit te kiezen. De ochtend verloopt rustiger en zo bespaar je ook weer wat tijd!
minder is meer
3. Je hebt meer tijd voor andere dingen. Je spendeert minder tijd aan winkelen, opruimen en schoonmaken, dus je houdt meer tijd over om leuke dingen te doen: een reisje maken, afspreken met iemand die je al lang niet gezien hebt, een cursus volgen, enz.
7. Je krijgt een rijker leven en niet alleen financieel. Door te minimaliseren ga je bewuster om met je keuzes, je krijgt meer aandacht voor het milieu en welke impact je daarop hebt, je gaat je minder vergelijken met anderen en meer focussen op jezelf. Zo leer je jezelf dan weer beter kennen.
29
2. Je creëert meer ruimte, niet alleen fysiek, maar ook in je hoofd. Door minder spullen te kopen, houd je meer plaats over voor dingen die echt belangrijk zijn en word je minder afgeleid door zaken die er niet toe doen.
6. Je wordt vanzelf creatiever. Door bv. spullen een tweede leven te geven in plaats van ze weg te gooien, ga je op een andere manier nadenken over wat je ermee kan doen. Of als je je kledingkast hebt opgeruimd, ga je misschien proberen om nieuwe outfits te maken met de kleding die je al had. Zo stimuleer je jezelf om out of the box te denken en creatiever te zijn.
Heeft het ook nadelen?
Hoewel het misschien niet echt nadelen zijn, zijn er ook wat minpunten aan een minimalistische levensstijl:
minder is meer
30
1. Onbegrip uit de omgeving. De wegwerpcultuur zit zo ingebakken in onze maatschappij, dat je weleens op onbegrip kan stuiten als je ze in vraag stelt. “Als het gebroken, vuil, of kapot is, koop ik wel een nieuwe” is een slagzin, die bijna iedereen gebruikt. Wat gebeurt er als je niet meer volgens dit principe leeft? Sommige mensen in je omgeving zullen zich daar ongemakkelijk bij voelen, omdat je dan tegen de stroom ingaat. 2. Je wordt geconfronteerd met jezelf. Winkelen wordt vaak gebruikt als therapie, om een bepaalde leegte te vullen, om verveling tegen te gaan, of om ons beter te voelen als we boos, verdrietig, of angstig zijn. De endorfines die ons lichaam aanmaakt als we iets nieuws kopen, veroorzaken een – kortstondig - gevoel van geluk. Als die ‘high’ wegvalt, worden we geconfronteerd met onze eigen angsten en onzekerheden, wat onaangenaam kan zijn. Eens je die angsten en onzekerheden durft onder ogen te komen en te erkennen, leer je jezelf beter kennen. Eigenlijk schuilt in dit ‘nadeel’ dus een groot voordeel: persoonlijke groei, iets waar we allemaal naar streven, toch?
WIL JE GRAAG MEER WETEN OVER MINIMALISME?
© Jelle Derckx blogt op growthinkers.nl sinds 2013 over zijn ervaringen met minimalisme, persoonlijke groei en duurzaamheid © In haar boek The life changing magic of tidying up (vertaald: Opgeruimd!) schrijft Marie Kondo hoe opruimen je leven kan veranderen. De konmari methode heeft ondertussen al veel aanhangers gevonden. Bovendien is het een leuke manier om kennis te maken met het minimalisme © @_aariellanyssa: De onderschriften bij haar foto’s zijn perfect als je nog wat motivatie zoekt. © Op zijn platform soChicken.nl deelt Jelle Hermus op een heldere en leuke manier heel handige tips en tricks hoe je kan minimaliseren
31 minder is meer
Graffiti vzw steunt de campagne van Tumult vzw :
Transparant is een driemaandelijks uitgave van Graffiti vzw. De vrijwilliger redactie bestaat uit een groep jonge mensen die hun kritische blik op de samenleving en de actualiteit vatten in opiniestukken, columns, fotoreportages, illustraties, interviews, kortverhalen en noem maar op.