Transwatte? INTERVIEW: ELLEN THEITE FOTO’S: SANDER BELMANS
11 trans-watte?
|
Nicolas Janssen is 25, woont in Gent, en is afkomstig van Westmalle, de regio Antwerpse Kempen. Hij studeerde kunstwetenschappen en informatieen bibliotheekwetenschap. Zo belandde hij voor zijn eerste job bij het Poëziecentrum op de Vrijdagmarkt in Gent. Hij tekende net een vervangingscontract van een jaar bij çavaria, een koepelorganisatie die opkomt voor holebi’s en transgenders in Vlaanderen en Brussel. Voor de rest is hij vooral met culturele dingen bezig, bezoekt hij graag tentoonstellingen, schrijft hij graag… en is hij transgender.
12 trans-watte?
|
In al mijn onwetendheid stuurde ik hem een mailtje. Of ik hem mocht interviewen voor de Transparant over schoonheidsidealen. “Sommige mensen klagen over een te grote neus, maar jij bent in het verkeerde lichaam geboren”. En dat had ik nu nét niet mogen zeggen...
Ik stel maar meteen dé vraag: wat is transgender zijn? Ik leg het je graag uit. Twee zaken moet je voor ogen houden: geslacht en genderidentiteit. Geslacht is biologisch bepaald. Je bent man, vrouw, of interseksueel. Word je geboren met een penis en heb je XY-chromosomen, dan is je geslacht ‘man’. Heb je een vagina en XX-chromosomen, is ‘vrouw’ het label dat je meekrijgt bij je geboorte. Ben je ‘interseksueel’, dan heb je zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken. Die laatste categorie wordt vaak vergeten maar is niet nieuw. In de Oudheid waren mensen met zowel borsten als een penis, zogenaamde ‘hermafrodieten’, een populair onderwerp in de beeldhouwkunst. De term hermafrodiet duidt op een klein percentage van interseksuele mensen is tegenwoordig
|
erg politiek incorrect, maar helaas nog veel beter bekend dan de term interseksueel. Mijn lichaam past biologisch mooi in het hokje vrouw, maar zo voel en zie ik mezelf niet. Dat noemt men genderidentiteit. Ofwel: hoe je je voelt, los van hoe je lichaam eruit ziet. Ik identificeer me als man, maar mijn lichaam wordt gelabeld als vrouw. Mijn genderidentiteit stemt dus niet overeen met mijn biologische geslacht. Daarom ben ik transgender.
Nee. De term transseksueel wordt trouwens niet vaak meer gebruikt. Omdat ‘seks’ in het woord voorkomt, schept dat verkeerde verwachtingen. Transgender zijn heeft niets te maken met seksuele geaardheid, en weinig met wat er tussen je benen te vinden is. Veel transgenders kiezen om niet alle mogelijke medische ingrepen uit te laten voeren, of ondernemen helemaal geen medische stappen. De term transgender overkoepelt iedereen die zich psychisch, sociaal en seksueel niet thuis voelt in het hokje ‘man’ of ‘vrouw’ waarin ze werden gestoken bij hun geboorte, los van eventuele operaties. Dat is ook wat er schort aan de zin ‘in het verkeerde lichaam geboren zijn’. Die uitspraak impliceert dat je je als transgender sowieso niet thuis voelt in je lichaam en het dus allicht wil veranderen door medische ingrepen. Sommige transgenders vinden echter al voldoende rust door een andere naam aan te nemen, hun kledij aan te passen en een ander kapsel te kiezen. Het draait erom je goed in je vel te voelen, persoonlijk rust te vinden. En zelfs al ben je niet tevreden met bepaalde onderdelen van je lichaam, daarom heb je nog niet het gevoel ‘in het verkeerde lichaam’ te zitten.
trans-watte?
Transgender zijn is dus hetzelfde als transseksueel zijn?
13
Geef toe, de vraag wat wel of niet in iemands broek zit, is niet bepaald hoffelijk. Waarom zou een transgender wel zulke intieme details moeten prijsgeven?
Wanneer ontdekte jij dat er geen perfecte overlap was tussen je biologische geslacht en je genderidentiteit? Pas echt toen ik 21 was. Ik zat in een serieuze relatie en voelde – net als in voorgaande relaties – dat het ‘ergens’ niet helemaal klikte. Ik was zogezegd de vrouw in een relatie met een man, maar voor mij voelde dat niet als een heterorelatie aan. Toen ik uiteindelijk besefte dat dat knagende gevoel gender-gerelateerd was, ben ik me daarin gaan verdiepen. Ik kende de term transgender al, maar op dat moment was het voor mij een heel erg ver-van-mijn-bed show. De verhalen die toen in de media kwamen waren vooral van heel jonge kinderen die meteen wisten dat ze jongen waren, en geen meisje zoals hun ouders zeiden. Dat was niet mijn verhaal, dus identificeerde ik me daar niet mee. Ik dacht: zij zijn zo snel, zo zeker. Dat kan ik niet zijn.
Dat Petra Desutter openlijk transgender is en meedraait op politiek topniveau, dat is fantastisch! Tien jaar geleden zou dat niet waar zijn geweest.
|
trans-watte?
14
Hoe bouwde je je nieuwe identiteit op? Ik vond het moeilijk om zomaar een Regenbooghuis (ontmoetingsplaats en informatiepunt voor holebi’s en transgenders waarvan er één in elke Vlaamse provincie en Brussel te vinden is, n.v.d.r.) binnen te stappen. Omdat ik geen holebivrienden had en niet thuis was in ‘die kringen’, had ik best wat drempelvrees. Daarom begon mijn zoektocht online. Daar las ik dezelfde jarenlange twijfels, verwarring en lastige situaties bij anderen. Dat stelde me gerust: ik ben niet de enige. Ik zit op het juiste spoor. Ik besefte dat bepaalde zaken uit mijn verleden te maken hadden met transgender zijn. Sociale situaties die me vroeger bijzonder ongemakkelijk, ongelukkig en angstig maakten, begon ik beter te begrijpen. Dat familiefeest waarvoor mijn moeder me in een leuk jurkje aankleedde en waar ik me de ganse dag bekeken en belachelijk voelde… Die periode in de kleuterschool waar ik staand probeerde te plassen… Het gevoel dat mijn broers boxershorts me beter stonden dan meisjesslips… Stelselmatig drong het tot me door dat er al lang iets scheef zat. Ik besloot me niet langer te vergelijken met mijn zus en los te laten hoe ik dacht dat ik me moest kleden. Ik begon te experimenteren met mijn uiterlijk om uit te zoeken waarbij ik me echt goed voelde: andere kleren dragen, mijn haar korter knippen.
Wanneer besliste je het te vertellen aan familie en vrienden? Eens ik het aan mezelf kon toegeven, begon ik er vrijwel meteen over te spreken met mijn zus. Maar ik wachtte best lang om het te vertellen aan mijn ouders en vrienden. Ik had het gevoel dat ik zelf eerst alle antwoorden moest hebben voor ik anderen zou inlichten. Wat wat als zij vragen stelden waarop ik zelf het antwoord nog niet wist? Nu besef ik dat het een absurd idee was. Ik heb nog steeds niet alle antwoorden. Wie wel? Maar intussen kent iedereen me als Nicolas en kan ik gewoon zijn wie ik ben. De details daarvan ontdekken mijn vrienden, familie en ik gewoon samen, gaandeweg.
Heb je veel negatieve reacties gekregen op je outing? Ik was zeer aarzelend naar sommige mensen toe, maar ik kreeg van niemand negatieve reacties. Integendeel! Mijn vader bijvoorbeeld, bij wie ik echt niet wist hoe ik het moest aanbrengen – hij heeft een eerder gesloten karakter, praat moeilijk over emoties – reageerde veel positiever dan ik verwachtte. Eens ik hem vroeg me voortaan aan te spreken als ‘Nicolas’, besliste hij zelfs om het meteen aan heel de familie te vertellen! Dat was heel overweldigend, want eigenlijk was ik daar nog niet klaar voor (lacht). Tegelijkertijd was het ook heel mooi. Hij toonde dat hij achter me stond en niet beschaamd was om wat de familie zou denken.
Nu, pas vier jaar na je ontdekking, kom je heel zelfzeker over. Ondertussen het ik het wel aanvaard, ja. Het is een stevig onderdeel van mijn identiteit en ik voel me inderdaad ook heel zelfzeker daarin. Toch duurde het een jaar of twee voordat ik niet langer het gevoel had dat ik me moest excuseren voor mijn ‘anders zijn’. Als ik nieuwe mensen leerde kennen, durfde ik hen bijvoorbeeld niet te corrigeren wanneer ze me met ‘zij’ aanspraken. Ik dacht toen bij mezelf: doe niet lastig, die mensen bedoelen het niet slecht. Tegenwoordig probeer ik zoveel mogelijk te zeggen: “Hé, ik heet Nicolas.”
15 trans-watte?
|
Over aansprekingen gesproken! Weet je dat er voor journalisten een lijst met tips voor correct woordgebruik staat op de website transgenderinfo.be? Ja, dat komt omdat de pers de neiging heeft vragen te stellen die ongepast zijn of gewoon niet ter zake doen. Vaak ligt de focus bij de media op het fysieke: de kledij, de hormonenkuren, de operaties… omdat dat vaak sensationeel is: “Hoe heb je dan seks?” “Hoe gaat dat in zijn werk?” Het idee achter de tips van het Transgender Infopunt is eigenlijk simpelweg: interview een transgender op dezelfde manier als een cisgender (iemand die niet transgender is, n.v.d.r). Stel geen vragen aan een transgender persoon die je niet aan een andere persoon zou stellen. Geef toe, de vraag wat wel of niet in iemands broek zit, is niet bepaald hoffelijk. Waarom zou een transgender wel zulke intieme details moeten prijsgeven? Transgenders worstelen met de beleving van hun genderidentiteit, niet enkel met hun broekvulling. Een transitie is ook – en vooral – een sociale wissel. Richt je je interview daarop, dan zal je al minder snel ‘foute’ vragen stellen.
Positieve discriminatie dus. Andere koek is de verplichte sterilisatie om juridisch van geslacht te kunnen veranderen. Inderdaad. In mijn geval komt het erop neer dat mijn nieuwe naam, Nicolas, op mijn identiteitskaart staat, maar nog steeds ‘V’ in plaats van ‘M’. Tenminste, zolang mijn baarmoeder en eierstokken niet via een operatie verwijderd zijn. Stilaan groeit internationaal het besef dat de wet een schending tegen de mensenrechten is. België is nu bezig met het dossier. Buurland Nederland schafte verleden jaar de sterilisatie-eis af. Ik hoorde waaien dat de Belgische wetgeving binnen dit en een jaar rechtgezet zou kunnen zijn. Maar tot dan worden transgenders geconfronteerd met de verkeerde letter op hun officiële documenten.
Een verkeerde letter mét onprettige sociale implicaties, niet?
|
trans-watte?
16
Het is inderdaad niet enkel vervelend op persoonlijk vlak. Omdat je in databanken geregistreerd staat als ‘mevrouw’ in plaats van ‘meneer’ of omgekeerd, word je consequent verkeerd aangesproken aan de telefoon, in brieven, aan het loket bij de bank... Als ik buiten Europa reis, krijg ik vaak vervelende vragen bij een douanecontrole. Dat zijn dagelijkse situaties die voor sommigen sociale drempels aanzienlijk verhogen. Ook medisch gezien heeft die wetgeving gevolgen. Momenteel wordt één product voor testosteronbehandeling in België terugbetaald door het ziekenfonds. Tof, zo’n tegemoetkoming! Maar die geldt wel enkel voor mannen die ook officieel een ‘M’ op hun identiteitskaart hebben staan. Transmannen die wensen om hun baarmoeder te houden, die ermee kunnen leven dat ze officieel als vrouw geregistreerd zijn, krijgen momenteel hun medicatie niet terugbetaald. Vreemd toch dat de terugbetaling enkel geldt voor transmannen die steriel zijn?
Er is duidelijk nog werk aan de integratiewinkel. Maar de tijd dat transgender personen opgesloten werden in de psychiatrie, uit de maatschappij gerukt werden, die is gelukkig achter de rug. Dat zeker wel ja! Ten eerste zijn er nu ontzettend veel websites en organisaties die duiding geven over transgender zijn. Denk maar aan het Transgender Infopunt, genderwijs.be en de nieuwe website watisgay.be die zich specifiek richt op jongeren… Of het feit dat Petra Desutter openlijk transgender is en meedraait op politiek topniveau, dat is fantastisch! Tien jaar geleden zou dat niet waar zijn geweest. Sinds 1986 hebben enkele artsen van het UZ Gent aandacht voor de behandeling van transgenders. Tegenwoordig hebben ze een heus genderteam dat gespecialiseerde zorg verstrekt en aan wetenschappelijk onderzoek doet. Zelfs in de media maken de smeuïge verhalen stilaan plaats voor genuanceerde berichtgeving. Holebiseksualiteit kende trouwens een gelijkaardige evolutie. Enkele decennia geleden werden homo’s vooral geprofileerd als promiscue mannen met AIDS en lag de focus op het lichamelijke met vragen als: “Hoe hebben ze seks? en “Is dat niet onnatuurlijk?”… Tegenwoordig draait het niet meer om wat er tussen de lakens gebeurt, maar simpelweg om mannen die gelukkig zijn samen, of vrouwen. Holebiseksualiteit is in Vlaanderen intussen op de meeste plaatsen uit de taboesfeer. Transgender zijn lijkt stilaan dat spoor te volgen. De huidige generatie jongeren heeft naar mijn gevoel – gelukkig! – al meer ruimte om te experimenteren met genderexpressie.
Heb jij al last gehad van discriminatie omwille van hoe je je uit? Tot nu toe heb ik heel weinig negatieve dingen meegemaakt. Wel had ik – zeker in het begin van mijn transitie – af en toe last van nieuwsgierige mannen die op café naast me aan de toog kwamen hangen. Ze vroegen me dan onbeschaamd of ik man of vrouw was, en hoe ik dan eigenlijk seks heb. Dat zijn vervelende situaties, maar bovenal zijn het gewoon mensen zonder sociale etiquette (lacht). Echt gediscrimineerd heb ik me nog niet gevoeld. Dat neemt natuurlijk niet weg dat de mogelijkheid bestaat.
Spookt dat soms in je achterhoofd? Tot een jaar of twee geleden vond ik het moeilijk te weten in welke situaties ik mezelf mocht zijn. Neem solliciteren. Daar wist ik echt geen weg mee. Solliciteer ik onder Nicolas of gebruik ik mijn oude naam? Want op mijn diploma’s staat natuurlijk wel mijn oude naam. Leg ik hen uit dat ik transgender ben? En als ik dat doe, doe ik dat in mijn motivatiebrief, of pas op het sollicitatiegesprek? Zou dat mijn kansen op de job verkleinen? En als ik niets vertel, draag ik dan mannenkleren of vrouwenkleren? Op papier is transgender zijn voor een werkgever natuurlijk irrelevant. Zij mogen niet discrimineren op zaken als geaardheid, genderidentiteit of afkomst. Helaas zijn er genoeg voorbeelden van werkgevers die niet staan te springen om een transgender aan te nemen. In mijn geval bleek mijn vrees ongegrond en had ik veel eerder als mezelf moeten solliciteren. Ik ben er zeker van dat ik meer kansen misliep door hoe ongemakkelijk ik overkwam gekleed als vrouw, dan door het vertellen of tonen dat ik transgender ben.
Je steekt je identiteit dus niet meer weg. Nee. Iedereen kent me als Nicolas en ik gebruik geen andere naam meer. Maar, ik draag wel nog af en toe terug oorbellen. En ik zou, al is het zelden, durven om make-up op te doen. Dat is niet heel gebruikelijk voor een man en daar krijg ik regelmatig reacties op: “Nu ben je eindelijk Nicolas en ga je je supervrouwelijk gedragen?”
Dat ruikt ferm naar rollenpatronen en daarbij horende verwachtingen! Ja! Vroeger had ik het gevoel dat ik heel slecht was in meisje zijn. Ik droeg niet graag hakken of make-up. Vrouwen in de blaadjes, op tv, of vrouwen waarnaar ik opkeek deden dat wel! Dus ik dacht: meisjes horen vanaf hun twaalfde geïnteresseerd te zijn in make-up, dragen hun eerste hakken, scheren hun benen… Dat zei me weinig, al deed ik het een hele poos wel, vooral uit angst ‘achter te blijven’. Was ik toen niet zo ontvankelijk geweest voor wat de media presenteerde als typisch vrouwelijk, had ik beseft dat ook stoere vrouwen of vrouwelijke mannen OK zijn, had ik allicht eerder durven experimenteren met mijn uiterlijk. En… had ik misschien eerder beseft dat ik transgender ben. Als iedereen rond je heel gender-normatief is, sta je zelf minder snel stil bij gender.
Dat is het ideale scenario, uiteraard. Wanneer mensen gewoon aanvaard worden als mens, los van hun geslacht, genderidentiteit, of de manier waarop ze zich uitdrukken. Ik zou het al heel geweldig vinden als je niet meer uit de kast moet komen als homo, bi of lesbisch. Dat ouders gewoon zeggen: “We zullen wel zien of zoon of dochter met een jongen of een meisje naar huis komt.” Als mensen er niet meer standaard vanuit gaan dat iedereen hetero is, dan verdwijnen er al heel wat verkeerde ideeën. Dan reageren mensen misschien minder fanatiek op mannen die zich wat vrouwelijker kleden, of op vrouwen die graag mannenkleding aantrekken. Zo komt er misschien meer ademruimte voor transgenders die via hun uiterlijk, hun kledij, hun kapsel willen uitzoeken hoe ze zichzelf het fijnst voelen. Maar ik ben best optimistisch. We zijn er nog lang niet, maar het komt allemaal wel goed!
17
Daar klinken we op! trans-watte?
|
Ik had af en toe last van nieuwsgierige mannen die op café naast me aan de toog kwamen hangen. Ze vroegen me dan onbeschaamd of ik man of vrouw was. Dat zijn mensen zonder sociale etiquette!
Als afsluiter. Stel: er komt een tijd waarin het niet meer nodig is om te zeggen: ik ben Nicolas én ik ben transgender.