oktober 2021
Grote Ratelaar CONTACTBLAD IVN GOOI & KNNV GOOI
Geopark Heuvelrug Gooi en Vecht Nieuwe Schaapskooi GNR
BELEEF DE NATUUR!
De KNNV is de landelijke vereniging voor veldbiologie, voor actieve natuur liefhebbers en -beschermers. Voor mensen die graag meer over de natuur, planten en dieren willen weten en ervan genieten.
KNNV-leden organiseren natuurexcur sies, inventarisaties, lezingen en cur sussen en wandelen, fietsen en kampe ren veel buiten. Want wat is er leuker dan samen met anderen de natuur te ontdekken?
2
Grote Ratelaar
IVN werkt aan een duurzame samenle ving. Ons idee is dat betrokkenheid bij de natuur, duurzaam handelen stimu leert. Daarom laten wij jong en oud de natuur dichtbij beleven. We verbinden hen met groene initiatieven rond na tuur en maatschappelijke thema’s zoals voeding, gezondheid en energie.
Dit doen we met zo'n twintigduizend betrokken leden en een enorm netwerk van groene professionals. Dat maakt IVN een unieke partner in duurzaam heid en verantwoord ondernemen.
IVN GOOI & KNNV GOOI
Grote Ratelaar Voorwoord Na een wat koele zomer, zitten we nu toch zo maar weer in de herfst. En er is nog steeds corona. Hoewel het nu toch beter onder controle is dan een jaar geleden. En ook binnen onze vereniging worden langzaamaan weer activiteiten opgepakt of uitgebreid. Dat bljkt ook uit het feit, dat we weer een kalender kunnen pu bliceren. We kunnen weer met grotere groepen bij elkaar komen. En dat is toch wat we willen: onze liefde voor de natuur uitdragen aan elkaar en aan het publiek! En het is weer gelukt: er ligt een nieuwe Grote Ratelaar bij jullie op de mat, of in de mail. In dit nummer staat een interview met Ellen Feller, een artikel over Geopark Heuvelrug / Gooi en Vecht, een artikel over de GNR Schaapskooi in Laren. Maar ook oude vertrouwde items: een dubbelportret over Zand-blauwtje, een boombespreking over de Gelderse Roos, een biodiversiteitje over Zwanenmossel en Bittervoorn. We wensen jullie veel leesplezier en een mooie herfst! Namens de redactie, Maartje Hogenboom Foto's: Voorpagina: Boekesteyn. Foto Harm Klinkenberg Voorwoord: Grote oranje bekerzwam. Foto: Harm Klinkenberg Middenpagina's: Puzzel. Foto's: Jaap van der Vliet Achterpagina: Roodporiehoutzwam. Foto Harm Klinkenberg
oktober 2021
5
Van het IVN-Bestuur
8
In gesprek met Ellen Feller
9
Nieuwe locatie GNR Schaapskooi
17
Bespreking Boek en Tijdschrift
18
Geopark Heuvelrug Gooi en Vecht
20
Laegieskamp
22
Slootjesdag
COLOFON De Grote Ratelaar is het afdelingsblad van IVN Gooi e.o. en KNNV Gooi en verschijnt vier maal per jaar. REDACTIE: Jetse Jaarsma Fred Jansen Jaap van der Vliet Joke Calis - van den Abbeele DRUKKER: Editoo B.V. te Arnhem REDACTIEADRES: groteratelaar.ivnknnvgooi@gmail.com Uiterste inzenddata kopij: 15 november, 15 februari, 15 mei en 15 augustus De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden artikelen al dan niet te plaatsen, in te korten of aan te passen.
Grote Ratelaar
3
4
Grote Ratelaar
IVN GOOI & KNNV GOOI
Van het IVN-bestuur Als je deze Grote Ratelaar leest, hebben we een bijzonder moment gevierd op 26 september. Als bestuur hadden we bij het loslaten van de beperkingen een ledenactiviteit in het verschiet gesteld. Dat hebben we na anderhalf jaar gelukkig kunnen vieren. Na anderhalf jaar van beperkingen door Corona hebben we een situatie waarin we elkaar weer in grotere groepen kunnen ontmoeten. We hoeven niet meer de beperking van 4 of 10 mensen bij onze activiteiten te houden. De afstand van anderhalve meter die zo moeilijk te houden is als je met een groep op pad gaat, kan losgelaten worden. Ieder bepaalt voor zich welke ruimte hij of zij wil houden. Daarin laten we elkaar vrij. Het mondkapje heb je nu alleen nog in het openbaar vervoer nodig. Ik vraag ieder die ideeën heeft voor mooie natuuractivitei ten voor jong en oud deze te gaan doen. Er is veel behoefte aan meer kennis en beleving in de natuur. In de afgelopen maanden hebben veel mensen de natuur nieuw leren kennen. Er was veel behoefte om erop uit te gaan. Dat zal wel weer wat veranderen, maar het gevoel dat natuur je ook veel geeft als je naar buiten gaat, kunnen wij helpen vasthouden. Wil je het bekendmaken, neem dan contact op met Marijke Vooren en Robert Bekenkamp Wil je er zelf op uit, dan raad ik je aan de IVN routes App te gebruiken. Heel gestaag groeit het aantal wandelingen daarin, ook die van onze afdeling.
Geoparkexcursie op Zuiderheide (foto: Jan van den Berg)
oktober 2021
Je komt op blz. 18 en 19 een artikel tegen over Geopark Heuvelrug, Gooi en Vecht. Hierin wordt uitgelegd wat de stichting beoogt. Veel verschillende organisaties op het gebied van natuur, cultuur en recreatie hebben zich aan gesloten bij het Geopark. Als bestuur hebben we besloten ons ook aan te sluiten bij dit nieuwe initiatief. Alle IVNafdelingen die op de Heuvelrug liggen, hebben afgesproken deel te nemen in het organiseren van geopark-wandelin gen. Jan van den Berg is namens het bestuur aanspreekpunt hiervoor. Op woensdag 13 oktober is de dialoogdag voor groene vrijwilligers in de provincie Noord-Holland. Titel van de dag is Draagkracht van de Natuur. In het programma met wandelingen en workshops komen drie thema’s samen: Samenwerken aan biodiversiteitsherstelNatuur en ge zondheidNatuur-inclusief levenDe dag vindt plaats bij de sociale broedplaats De groene afslag bij Crailo. Goois Natuur Reservaat is gastheer en een aantal gidsen van onze afde ling zullen workshops en wandelingen verzorgen. Op 17 november nodigt het bestuur ieder uit die wil mee denken over ons visieplan voor de komende 5 jaar. We zullen je in oktober uitleggen wat we dan van je verwach ten. Noteer de datum alvast in je agenda. Deze avond vindt plaats in de Infoschuur. Geniet van een mooie herfst en laat je weer verleiden tot mooie activiteiten! Fred Jansen
Grote Ratelaar
5
Dubbelportret: Zandblauwtje Tekst en foto: Christine Tamminga
Tijdens een bergtocht afgelopen zomer viel mij ineens een dubbelportret op het oog: een vlinder – hij was bruin – was op een zandblauwtje geland. Ik weet dat sommige blauw tjes helemaal niet blauw zijn en of het een zandblauwtje was waarop hij geland was, was ook niet meteen duidelijk. Ik heb er een foto van gemaakt en het idee in mijn hoofd opgeslagen, zodat ik het thuis kon uitzoeken.
Plant
Zandblauwtje is een plant van de schrale kalkarme zand grond op plekken waar nog niet veel andere begroeiing een standplaats heeft gevonden. Op de verspreidingskaart van Nederland bedekken de stippen die de waarnemingen van het zandblauwtje aangeven alle zandgrondgebieden. Met een ranke stengel en smalle bladeren is het eerder de kleur die opvalt dan dat je een plant waarneemt. De blauwe bolletjes lijken boven de grond te zweven, zeker als slechts hier en daar een exemplaar staat. Zie je er een, dan blijken ze ineens overal te staan. De plant hoort bij de klokjesfa milie - Campanulaceae - waarvan de meeste soorten veel grotere bloemen hebben die niet in een hoofdje staan. De kleur van de meeste soorten is ook blauw. Het is niet zo vreemd dat ik de plant in de bergen vond, zijn wetenschap pelijke naam is Jasione montana, van de bergen.
Vlinders
Wat betreft de vlinder had ik onwillekeurig een combinatie gemaakt van zandoogje en blauwtje. Een blauw zandoogje lijkt niet voor te komen en een vlinder die zandblauwtje heet evenmin. Zandoogjes zijn wel leverbaar in andere kleuren: oranje, bont, bruin en grauw. Terwijl de blauwtjes in de soorten bleek, arctic blue, amethist, turkoois, wit streep, bruin en in combinatie met verschillende planten namen rondvliegen. Op de door mij gemaakte foto kan je aan de buitenkant van de ingeklapte vleugel van de vlinder een stip ontwaren. Het zou een bruin zandoogje kunnen zijn. Er zijn zelfs twee vlinders te zien. Zandoogjes en blauwtjes behoren tot dezelfde superfamilie in het vlinderrijk. Sinds de revisie van de taxonomie van de vlinders in 2011 bevat deze superfamilie, Papilionoidea,
6
Grote Ratelaar
alle soorten die daarvóór de dagvlinders genoemd werden. Die hebben als algemene kenmerken dat de antennes dun zijn met een verdikking aan het eind. De vleugels worden in rust rechtop samengevouwen. Het pop-stadium is doorgaans anders dan dat van de nachtvlinders. De rupsen van nachtvlinders verpoppen zich in de grond of in de strooisellaag en worden in een zijdeachtig omhulsel gewonden. De poppen van dagvlin ders hangen vaak aan een takje of blad. Deze hebben een verharde buitenkant.
Bladroller en galmijt
Zandblauwtjes nemen een belangrijke plaats in als voed selplant. Het zijn goede nectar- en stuifmeelbronnen waarvan maskerbijen en andere kort-tongige bijen gebruik maken. Ook op andere wijze heeft het zandblauwtje een plaats in het ecosysteem. De zandblauwbladroller (Cochylis pal lidana) blijkt een vlindertje te zijn. Het is een microsoort met een lengte van hooguit 16 mm. Het is haast onwaar schijnlijk dat er een insect is die het smalle blad van de zandblauwtjes gebruikt om zijn pop in op te rollen. Dat is ook niet zo: ze verpoppen in het strooisel. De larven doen zich tegoed aan de bloemen en de vruchten van Jasione montana, waardoor de plant niet goed in ontwikkeling komt. Een andere parasiet, Aceria enantha, de zandblauwtjesmijt, zorgt als galmijt voor dwerggroei en laat de bloemen groen blijven. Zo verzand je van een eenvoudig te herkennen plant in een onbekende wereld van kleine insecten die tijdens het wandelen doorgaans onopgemerkt blijven.
IVN GOOI & KNNV GOOI
Gedicht HET WEER IN DE WERELD
Foto: ELG via Pixabay.com
Het weer in de wereld wat kan het je schelen alleen wie er heen moet vanwege de kleren. Maar als die dan daar is met die rode oren die in die handen wrijft die bij jou horen. Het weer in de wereld om hem heen met zweet waarvan je al wist hoe het ruikt hoe je weet van die kou in zijn handen die zwetende rug het weer in de wereld legt geen verbanden.
Foto: Timusu via Pixabay
Judith Herzberg uit Vormen van gekte
Vliegenzwammen. Foto: Harm Klinkenberg
oktober 2021
Grote Ratelaar
7
In gesprek met ... Ellen Feller Tekst en foto's: Rob Le Febre
Het is gelukkig droog als ik wat rondscharrel op de parkeer plaats van de Nieuw Bussumerheide. Ik wacht op mijn “ date” voor vandaag, Ellen Feller. Ineens hoor ik vanaf de heide: “Hallo, hier ben ik! Ik woon zo dichtbij dus ik ben maar lekker komen lopen over de heide.” Ellen is geen vreemde voor mij want we zaten samen op de IVN-gidsen opleiding van 2014-2016. We besluiten om eerst aan een picknicktafel te gaan zitten want lopend schrijven lukt mij nog steeds niet. Ellen, geboren in Amsterdam, bracht haar jeugd door in Almere totdat ze ging studeren aan de Rijks Hogere School voor Tuin- en Landschapsinrichting in Boskoop in 1988. Door diverse fusies heet deze school nu heel deftig “De Van Hall Larenstein University of Applied Sciences”. Ellen: “Ik leerde daar voor tuin- en landschapsinrichter en koos de technische kant: hoe kan ik het technisch mogelijk maken om iets aan te leggen in een gebied? Echt landschapsbeheer dus”. Ik vraag Ellen of zij dat altijd al had willen studeren. Ellen: “Nou, eigenlijk niet. Ik was nogal begaan met het lot van dieren en voelde ook altijd veel sympathie voor acties zoals Red de Zeehond of voor de acties van Greenpeace in het algemeen. Eigenlijk wilde ik daarom graag biologie gaan studeren maar dan had ik nog iets langer naar school ge moeten en volgens mijn vader was er toch geen droog brood te verdienen met een studie biologie dus toen was de keus snel gemaakt”. Na een aantal jaren bij Van der Tol BV Hoveniers en tuin inrichting te hebben gewerkt, kwam Ellen uiteindelijk in 2006 terecht bij de gemeente Bussum als beleidsadviseur Groen, Flora, Fauna en Ecologie. Een functie die Ellen nog steeds met veel plezier uitoefent. Nu echter, sinds de fusie in 2016 met andere buurgemeenten, als beleidsmedewer ker Openbare ruimte van de gemeente Gooise Meren. Ellen: “Ik houd mij bijvoorbeeld bezig met de vraag hoe kan ik de natuur zo goed mogelijk inpassen in een woonwijk. Ik ben daar heel strijdbaar in en voel me regelmatig een soort zendeling. De opleiding tot natuurgids bij IVN heeft daar zeker een steentje toe bijgedragen!”. Dit brengt mij ineens tot de vraag waarom zij denkt dat ze wordt geïnterviewd. Ellen denkt even na en antwoordt dan aarzelend: “Misschien omdat ik nu niet zoveel doe voor IVN behalve af en toe bij de Schaapskooi? Maar ik werk wel vijf dagen in de week hoor!” Ik moet lachen om dit verrassende antwoord en zeg: “Kan het misschien ook zijn omdat je een rol hebt gespeeld samen met IVN bij de totstandkoming van het Tiny Forest in Bussum?”. “O ja, dat kan natuurlijk ook”, zegt Ellen lachend. Vanuit de gemeente hebben we samen met Yvonne Clement van IVN o.a. een Tiny Forest aangelegd en workshops online geregeld voor een aantal inwoners van Gooise Meren. Ook een aantal IVN-leden hebben de workshop “Levende tuin” gevolgd. Yvonne is helaas gestopt maar hierbij wil ik direct de oproep plaatsen voor een nieuw contactpersoon vanuit het bestuur van IVN ’t Gooi om de workshops ook fysiek uit te rollen”. En pas sant meldt Ellen dat er eind volgend jaar een tweede Tiny Forest het licht zal zien en wel bij het Wellantcollege in Naarden.
8
Grote Ratelaar
Ik vraag Ellen of er nog een project is uit het verleden waar ze goede herinneringen aan heeft. “Jazeker”, zegt Ellen, “dat is het MOB-complex (= Mobilisatiecomplex van militaire gebouwen voor opslag of stalling uit de tijd van de Koude oorlog-rlf). Dat is destijds opgekocht door de gemeente, gesaneerd en omgetoverd naar landgoed en natuurgebied Cruysbergen en nu eigendom van GNR. Een deel van de financiering werd verzorgd door het bouwen van een aantal huizen in dat gebied. Cruysbergen was voor ons de opmaat naar natuur-inclusief werken”. Behalve wandelen al dan niet met twee Heidewachtels heeft Ellen niet veel tijd voor andere hobby’s. Een fulltime job vergt al genoeg energie en voorlopig is Ellen nog niet uitgewerkt. Nu zoon en dochter beiden studeren en inmid dels het huis uit zijn is het thuis wel wat rustiger geworden met z’n tweeën, maar dat heeft ook wel weer zijn voorde len. Ik vraag of Ellen nog iets kwijt wil of een advies of oproep heeft voor IVN. “Ja, dat heb ik wel”, zegt Ellen, “Het valt mij op dat IVN nog steeds te weinig naamsbekendheid heeft bij het publiek. Het zou goed zijn als dat vergroot werd. Ik zou het vooral nog meer in de samenwerking zoeken met an dere organisaties”. We vinden het mooi geweest voor vandaag en gaan een stukje wandelen over de Nieuw-Bus sumer- en de Limitische heide. Gebieden waar ik zelf te weinig kom. Een paar koeien met twee kalfjes, nr. 1388 en nr. 1389 zie ik op hun label, staan vredig te grazen en houden zo het uitbundige gras enigszins binnen de perken. Aan de rand van de Limitische heide nemen we afscheid. “Ik ben al bijna thuis. Tot ziens!”, zegt Ellen. Ik loop terug en geniet nog even van de paarse heide en de zoete nectar lucht.
IVN GOOI & KNNV GOOI
Nieuwe locatie van de GNR-schaapskooi Tekst en foto's: Maartje Hogenboom
GNR heeft een nieuwe locatie voor de schaapskudde die eerder bij ´t Laer gestationeerd was. Het betreft de voorma lige paarden-pensionstal pal naast restaurant La Place tussen Hilversum en Laren.
De schapen en lammeren zijn nu weer terug naar Blaricum, maar er was nog een ooi met een drieling achtergebleven. Bij de grote kudde liepen geen lammetjes meer, die zijn al overgebracht naar een andere plek op een van de terreinen van GNR. Er zijn nogal wat plannen voor dit complex, maar nog niets concreets. De oude Schaapskooi moet eerst opgeknapt worden, daarna kan hij dan weer als schaapskooi dienst doen, maar kan ook (deels) gebruikt gaan worden voor publieksactiviteiten. De grote buitenbak is al weggehaald en die plek kan dan eventueel als parkeerplaats gebruikt gaan worden. Kortom echt een aanwinst, maar er moet nog een en ander gebeuren. De schapen kunnen vanuit deze schaapskooi makkelijk lopen naar Wester-en Bussumerheide, maar ook via het tunneltje onder de Hilversumseweg door naar de Zuider heide. Maar ze kunnen ook verder weg naar Spanderswoud en Franse Kampheide, waar ze dan in een mobiele kraal kunnen overnachten. De schapen zijn ook weer geschoren op de gebruikelijke tijd, maar daar is dit jaar geen grote publiekstrekker van gemaakt. Hopelijk kan dat volgend jaar weer wel, mogelijk samen met de viering van 90 jaar GNR.
Daar ligt verscholen achter de bomen van de Hilversumse weg een groot complex met stallen, een schaapskooi, een huis, een buiten rijbak en een grote binnenbak. In dit laatste gebouw overnachten de schapen nu. De bak heeft een nieuwe indeling gekregen, met stelconplaten in het midden en daaromheen hekken, die allemaal los gemaakt kunnen worden en anders opgesteld. Heel handig om eten naar binnen te rijden en de mest later naar buiten. Ook konden er allemaal kleinere hokjes van gemaakt worden tijdens het lammerseizoen. Want alle lammetjes van 2021 zijn daar geboren. Eerst hebben de schapen van de grote gescheperde kudde gelammerd en daarna zijn de schapen van Schaapskooi in Blaricum ook daar naar toe gebracht en ook zij hebben daar gelammerd. Het is een ideale plek daarvoor, want in de grote hal zijn ook een paar slaapkamers met badkamers. Die werden door de stagaires gebruikt en in de ochtend konden ze vanaf boven rustig naar de schapen kijken en zien waar wat aan de hand was. De grote ruimte boven kan (als corona het toelaat) ook gebruikt worden voor bijvoorbeeld de vergade ringen van de werkgroep Schaapskooi.
oktober 2021
Grote Ratelaar
9
Van Gelderse roos en andere Sneeuwballen Tekst en foto's: Jetse Jaarsma
Sneeuwbal (Viburnum) is een plantengeslacht dat sinds het begin van deze eeuw tot de muskuskruidfamilie (Adoxa ceae) wordt gerekend. Dit geslacht komt vooral in de gema tigde en subtropische streken van het Noordelijk halfrond voor, met het zwaartepunt in China. Het geslacht omvat ergens tussen de 100 en 200 soorten, voornamelijk struiken waarvan sommige het formaat van kleine bomen hebben. In West-Europa komen drie soorten van nature voor: Vi burnum tinus uit het Middellandse zeegebied, de Gelderse roos V. opulus (West- Europa, Noordwest Azië en het Noorden van Afrika) en de wollige sneeuwbal V. lantana (West- Europa, Zuidwest Azië en het Noorden van Afrika). De Gelderse roos is ons hele land algemeen. De Gelderse roos heeft een bruinachtige schors. Het hout is licht van kleur en heeft een centrale mergholte. De tak stand is tegenoverstaand. Twijgen zijn aanvankelijk groen en later grijzig en soms rood aangelopen. Op dwarsdoor snedes zijn ze rond tot zeshoekig. Winterknoppen hebben één donkere tweekleppige knopschub. Het blad is handner vig en drie- tot vijflobbig met een enigszins getande blad rand. Van boven is het blad bijna kaal en van onder zacht behaard. De bladsteel is lang en heeft aan de voet gesteel de klieren. De steunbladen zijn borstelvormig en vallen spoedig af. De struik bloeit vanaf eind mei tot ver in juni. De bloeiwijze is een witte, losse tuil met grote steriele randstandige stralende bloemen op het eind van de tak. De binnenste bloemen zijn klein, regelmatig, geelwit, 5-spletig, met 5 tussen de kroonslippen geplaatste meeldraden en
Wollige sneeuwbal
10
Grote Ratelaar
Gelderse roos houdt van natte standplaatsen
een drietal groene, zittende stempels. De besachtige steenvruchten worden scharlakenrood en sappig. Ze ogen heel smakelijk, maar hebben een scherpe bittere smaak en zijn bovendien giftig (viburnine en glycosiden). Vaak blijven de bessen tot ver in de winter aan de struiken zitten. De kernen zijn hartvormige nootjes. Gelderse roos stelt geen hoge eisen aan de bodem. Wel heeft zij een voorkeur voor vrij natte standplaatsen. Een oude (en betere) naam van de soort was dan ook watervlier. Ze is in Nederland algemeen en komt voor in broekbossen en in struwelen met andere vochtminnende soorten als grauwe wilg, zwarte els, bitterzoet en vogelkers. De wollige sneeuwbal Viburnum lantana heeft tegenover staand, eirond veernervig blad. De bovenzijde is sterk ge rimpeld en de onderzijde dicht met sterharen bezet. De bladrand is getand tot gezaagd. De twijgen zijn aanvanke lijk geelgroen, later bruin, vaak grijzig behaard (sterharen). De knoppen zijn naakt (geen knopschubben). De bloemen vormen dichte gesteelde tuilen. Er zijn bij deze soort geen grote randbloemen. De bloemen zijn alle gelijk en vrucht baar. De besachtige steenvruchten zijn aanvankelijk groen, later rood en ten slotte zwart. Ook deze soort bloeit tussen mei en juni. Het areaal van de wollige sneeuwbal bereikt in Nederland zijn noordgrens. Mogelijk is deze soort in op sommige plekken in Zuid- Limburg inheems te noemen. Wollige sneeuwbal werd in 1869 voor het eerst in Nederland be schreven als inheems in Zuid-Limburg. Rond 1906 leek de soort hier verdwenen, maar werd in 1992 bij Valkenburg herontdekt. Wollige sneeuwbal wordt zeker al vanaf de zeventiende eeuw aangeplant. In de duinen is de soort ingeburgerd.
IVN GOOI & KNNV GOOI
Net als de meeste planten is een aantal insecten op Vibur nums gespecialiseerd. Zo is er een viburnum-haantje (Pyrrhalta viburni), dat het loof van viburnumstruiken volledig kan wegvreten en een sneeuwbalvouwmot (Phyl lonorycter lantanella) waarvan de larve het blad van Vibur nums mineert, waarna het blad zich langs de mijn vouwt. Natuurlijk heeft Viburnum ook zijn eigen luizensoort, de zwarte sneeuwballuis (Aphis viburni). Vaak blijven de besachtige vruchten van Gelderse roos tot laat in de winter aan de struik zitten. Het zijn vooral vogels die de bessen eten en zo het zaad verspreiden. Aan het eind van de winter gebeurt het wel eens dat pestvogels vanuit noordelijke streken in ons land neerstrijken. Gelderse roos is dan één van de favoriete voedselbronnen voor deze vo gels. Als u op Google foto’s van pestvogels zoekt, kunt u dit met eigen ogen zien. Gelderse roos komt al meer dan 10.000 jaar in ons land voor. Toch lijkt de plant nooit van grote betekenis te zijn geweest. Er zijn weinig archeologische vondsten uit ons land bekend. In Drenthe is een tweetal pijlschachten gevonden die da teren uit het midden van de bronstijd. Het hout van Gel derse roos is zeer geschikt voor het maken van pijlen. Het is licht buigzaam en toch zeer hard. In 1991 werd in een gletsjer in het Ötztal in Noord-Italië een ijsmummie gevon den. Deze man die ongeveer 5300 jaar geleden leefde had een uitgebreide uitrusting bij zich waaronder een pijlkoker met 14 pijlen gemaakt uit takken van Gelderse roos. Het hout van Gelderse roos werd ook gebruikt voor het maken van vleespennen en voor kleinschalige productie van houtskool. In de volksgeneeskunde werd schorsextract van Gelderse roos gebruikt bij menstruatieklachten en ter
Gelderse draak door A.W.M.C. Verhuell
voorkoming van miskramen. De bessen zijn na koken eetbaar. In de Balkan wordt er compote van gemaakt. Tegenwoordig zijn veel soorten Viburnum vooral populair als tuin- of plantsoenstruiken. Voorbeelden zijn V. tinus, V. rhytidophyllum. Er ook zijn diverse kruisingen voorhan den zoals V. × rhytidophylloides (V. lantana × V. rhytidop hyllum), die mogelijk spontaan is ontstaan en V.xbodnan tense (V. farreri × V. grandiflorum), die zelfs ’s winters bloeit met heerlijk geurende roze tuilen op verder kale struiken. V.tinus, V.rhytidophyllum en V.×rhytidophylloides worden ook af en toe in de vrije natuur waargenomen. De Neder landse geslachtsnaam sneeuwbal verwijst naar een tuin variëteit van Gelderse roos met volledig steriele bloemen. Botanisch gezien is deze naam eigenlijk een vergissing. De naam Gelderse roos berust waarschijnlijk ook op een vergissing. Volgens een oude legende wilden Lupold en Wichard, zonen van Otto, heer van Pont, afrekenen met een boosaardige draak, die het leven van mens en dier in de wijde omgeving onmogelijk maakte. Zij vonden het ondier onder een boom met witte bloemen. Na een harde strijd reeg Wichard het monster aan zijn zwaard. Het dier krijste "Gelre, Gelre" in zijn doodsnood. Op deze plaats lieten de broers een slot bouwen dat zij "Gelre" noemden, naar de doodskreet van de draak. Wichard plukte drie bloemen, “ Gelderse rozen” van de boom waar de draak was verslagen. Vanaf die dag voeren de hertogen van Gelre drie witte bloemen als wapen. Het is alleen jammer dat het waar schijnlijk om mispelbloemen gaat. Maar het blijft een mooi verhaal.
Erratum
Gelderse roos, vruchten
oktober 2021
Van Jan Willem Wertheim ontving ik een uitgebreide reactie op mijn artikel over Kornoeljes in het vorige nummer van dit blad. Hierin meld ik ten onrechte dat zowel de gele als de Canadese kornoelje zich vegetatief kunnen verspreiden door de vorming van ondergrondse uitlopers. Jan-Willem wijst er terecht op dat de Canadese kornoelje bovengrondse uitlopers maakt, die per jaar wel drie meter kunnen groeien. Deze uitlopers dragen sterk bij aan het invasieve karakter van deze soort in onze natuur. Verder wijst Jan Willem erop dat de Canadese Kornoelje direct herken baar is aan de opliggende lenticellen (voelt wrattig aan).
Grote Ratelaar 11
12
Grote Ratelaar
IVN GOOI & KNNV GOOI
oktober 2021
Grote Ratelaar 13
Charlie Watts en Gifsumak Tekst: Rob Le Febre
Op 24 augustus 2021 begon ik aan deze column. Oorspron kelijk zou de column gaan over een heel ander onderwerp toen mijn vrouw mij vertelde dat deze dag één van mijn jeugdidolen was heen gegaan, namelijk Charlie Watts, de drummer van de Stones zoals jullie natuurlijk allemaal behoren te weten. Als kleine jongen groeide ik op met de muziek van de Rolling Stones. Ze waren gewoon altijd aanwezig in mijn leven. Ik heb menig concert van ze bijgewoond en tot op de dag van vandaag ben ik altijd fan gebleven. Dat nu uitgere kend de rustige en introverte drummer van de band was overleden op 80-jarige leeftijd, ontroerde mij meer dan ik dacht en ik besloot dan ook acuut om de column compleet om te gooien. Dat is dan weer het voordeel van een eigen column! Om toch de relatie naar de levende natuur te leggen, ik schrijf tenslotte voor een natuurblad, heb ik mij enigszins verdiept in de titels van hun nummers. Hoeveel dieren of planten kom ik hierin tegen? Ik moet zeggen, de oogst was beperkt en de teksten waren ook niet altijd door hen zelf geschreven, zeker niet de hele oude nummers. Een dier of plantje wordt meestal gebruikt in figuurlijke zin om een menselijke situatie te beschrijven. Het nummer "Dandelion" (paardenbloem) bijvoorbeeld waarin het wegblazen van de vruchtpluis wordt aangeraden om ant woorden te krijgen op levensvragen of het nummer "The spider and the fly" waarin de spin wordt vergeleken met een bandlid dat na een optreden ver van huis ook nog een leuke dame wil strikken in zijn web terwijl moeder de vrouw hem plechtig heeft laten beloven geen gekke dingen te doen! De natuurlijke aard van de spin verloochent zich echter niet….. Ook het nummer "Stray cat blues", een muzikaal ijzersterk nummer, over schimmige feestjes en wilde meiden (straycats), zal heden ten dage qua tekst bij menigeen een wenkbrauw doen fronsen. Maar laten we eerlijk zijn, het is nu eenmaal een ruigere wereld waarin deze bands zich begeven. Eén nummer trok bij mij in het bijzonder de aandacht. Dat is het nummer "Poison Ivy,overigens niet geschreven door het bekende duo Jagger/Richards maar door een ander succesvol duo Leiber/Stoller. Het handelt over een meisje genaamd Ivy, een echte mannenverslindster met wie je maar beter niet te lang en te intiem kunt omgaan op straffe van allerlei infectieziektes. Vandaar de bijnaam Poison Ivy. Nu heb ik altijd gedacht dat het hier ging om het lichtgiftige klimop (Hedera). Bij nader onderzoek kwam ik er nu achter dat Poison Ivy om een heel andere plant gaat, namelijk Gifsumak (Rhus toxicodendron). Heeft u daar wel eens van gehoord? Ik niet! Het is een plant uit de Pruikenboomfamilie met stengels van wel twintig meter lang en vijftien cm dik waarvan veel mensen een zeer ernstige huiduitslag kunnen krijgen. Een uitheemse plant die in de buurt van het Friese dorpje Hemelum ooit is aangeplant op een strekdam in 1919. De plant groeit er nog steeds maar nu met waarschuwingsborden nadat er ooit een aantal kinderen uit Hemelum onverklaarbaar ziek van werden. Zo zie je maar weer dat je als natuurliefhebber indirect toch nog wat kunt leren van die ruige jongens, met dank aan Charlie Watts R.I.P.
14
Grote Ratelaar
IVN GOOI & KNNV GOOI
Biodiversiteitje Tekst: Jetse Jaarsma U heeft vast wel eens langs de Gooimeer-kust zwanenmos selen gezien. Het is een inheemse groengrijze zoetwater mossel die soms wel 20 cm groot kan worden en een jaar of 15 oud. Hoe oud een exemplaar precies is kun je zien door de banden op de schelp te tellen. Elke band komt overeen met een jaar groei. De schelp is gewoonlijk slechts een klein beetje geopend, net genoeg om de in- en de uit stroomopening en de voet naar buiten te steken. Beide openingen liggen onder elkaar, aan het smalle uiteinde van de schelp. Aan de andere kant van de schelp steekt een afgeplatte voet uit, waarmee het dier zich grotendeels in de modder ingraaft. Van een gezonde mossel krijg je dus maar zelden meer dan de in en de uitstroomopening te zien. Door de instroomopening pompt de mossel water naar binnen langs zijn kieuwen. Deze nemen niet alleen zuurstof maar ook voedsel uit het water op. Zwanenmossels leven van plankton, dode organische stof die in het water rond drijft. Vanaf de kieuwen wordt voedsel als een slijmmassa naar de mond getransporteerd. Bij het ademen en eten filtert een volwassen zwanenmossel meer dan een forse emmer water per uur. Het is eigenlijk een levende water zuiveringsinstallatie. Het gefilterde water wordt samen met eigen ontlasting door de uitstroom opening naar buiten geperst. In het najaar laten de mannetjes duizenden zaadcellen vrij in het water. De zaadcellen worden door de instroomope ning van de wijfjes naar de kieuwen gevoerd, waar zich ook de eicellen bevinden. Tussen de kieuwlamellen ontwikke len bevruchte eicellen zich tot larven. De kieuwen zwellen hierbij enorm op, zodat er holtes ontstaan waar de uitge komen larven de winter doorbrengen. Een larve is 0,25 à 0,35 mm groot en heeft al twee klepjes met een haakje eraan. Elk wijfje spuwt in het voorjaar meer dan 100.000 larven uit. Deze gaan op zoek naar een vis doorgaans een baars of een stekelbaarsje. Een klein deel slaagt daarin en hecht zich vast aan de kieuwbogen van hun slachtoffer,
zwanemossel en bittervoorn (Brehm's tierleben 1915)
waar zij door een cyste omgeven worden en enkele weken als parasiet op de vis leven. Ze ontwikkelen zich tot een kleine mossel, die uit de cyste breekt en zich laat vallen op de bodem. Er is omgekeerd ook een vissenssoort die gebruik maakt van de zwanenmossel om zich voort te planten. Heeft een mannetje bittervoorn een mooie mossel gevonden, krijgt hij een fraai paarkleed met knalrode vinnen en een gelige buik. Hiermee lokt hij wijfjes, die met een lange legboor hun eitjes afzetten in de instroomopening van de mossel. Direct daarna laat het mannetje een massa zaadcellen los bij de instroomopening. De bevruchting zelf gebeurt in de mossel. Daar ontwikkelen zich ook de vissenlarven, zonder dat de mossel daar enige last van heeft. De jonge visjes hebben genoeg voedsel in hun dooierzak om de periode in de mossel te overleven. Ze groeien hier dus ongestoord en rijkelijk voorzien van zuurstof op, tot ze groot genoeg zijn om het vrije sop te kiezen. Vrij naar: http://www.natuurpuntgent.be/snepartikels/j g2_nr3_Studie_het%20grote%20mosselartikel.pdf
Bittervoorn. Foto: Jelger Herder / RAVON
oktober 2021
Grote Ratelaar 15
Trientalis Europaea - Zevenster Tekst: Bert Groefsema
Donderdag drie juni ging ik voor de tweede keer op zoek naar de zevenster. Ik had dit plantje al eerder gevonden (vorig jaar) maar toen niet in bloei. De zoektocht begint in het buurtschap Amen, zo’n tien kilometer ten zuidoosten van Assen. Aan de kruising van de Amerweg en de weg die Amen heet staat een café, dat gesloten was. Het was in de hele omgeving ongewoon stil. Wel veel vogelgeluiden, zoals de zwartkop, de geelgors en zowaar de wielewaal! Aan de overzijde aan de Amerweg begint een natuurpad: de acht van Amen. Deze route gaat langs vol begroeide weiden, langs sloten (waterviolier) en langs het Amerdiep je (Weidebeekjuffers), over een houten brugje naar de Houtesch. We zijn in het stroomgebied van de Drentsche Aa. Langs het pad in dit bosje vond ik na enig speurwerk (en veel aanvallen van gulzige muggen) de Zevenster. Eindelijk, bloeiend! Wat me opviel is dat niet alle bloempjes zeven kroon- en kelkblaadjes en meeldraadjes hebben. Er waren er heel wat
Foto: Leo Knol
met slechts zes. Zeven is een ongewoon aantal in de plantenwereld. De zevenster is een “boreaal montane soort”, die voornamelijk in Scandinavische bossen, op licht zure droge bosgrond voorkomt (naar Ton Denters planten gids). Het is een plantje uit de sleutelbloemfamilie en wordt niet hoger dan 20 cm. en heeft een kruipende wortelstok (Wikipedia). Ten overvloede groeide in dit bosje ook Witte klaverzuring, Salomonszegel en Dalkruid. Na nog een tweede lus, ook heel mooi, was het achtje compleet. Koffie in Ekehaar. Missie geslaagd.
"Zie jij waar hij het over heeft?" Tekening: Gaetan Dirven
16
Grote Ratelaar
IVN GOOI & KNNV GOOI
Bespreking van boek en tijdschrift Hetty Brouwer: Het geheim van Gooilust Tekst: Harm Klinkenberg
In oktober 2020 verscheen een historische jeugdroman die zich afspeelt op een van de mooiste buitenplaatsen van ’s Graveland. De schrijfster, Hetty Brouwer uit Kortenhoef, heeft de geschiedenis van de bloeiperiode van Gooilust zo verteld dat kinderen én volwassenen erdoor geboeid zullen zijn. De historische kern gaat over het tragische huwelijk van Louise Six en Frans Blaauw, die aan het begin van de twintigste eeuw op Gooilust woonden. Blaauw wist een diergaarde van internationale allure te realiseren. Six, die de buitenplaats feitelijk had geërfd, kon zich hier niet in vinden en is uiteindelijk vertrokken om nooit meer terug te keren. Omwille van de spanning en de herkenbaarheid voor de doelgroep (11- 12 jaar), heeft de schrijfster personages in het leven geroepen, door wiens ogen we die periode bele ven. En bovendien twee kinderen van nu, die voor een opdracht van school, zich voor dit stukje geschiedenis gaan interesseren. Zij lopen tegen een raadsel aan dat zijn oor sprong vindt in de tijd van Blaauw en Six. Door hun jeug dige durf en doorzettingsvermogen, weten ze het raadsel op te lossen. Daarbij komen ze kleurrijke figuren tegen en bezoeken ze tal van plaatsen, die normaal voor kinderen niet toegankelijk zijn. De buitenplaats en het dorp vormen het decor dat, voor wie daar graag komt, heerlijk herken baar is. De illustraties zijn van Marieke Appeldoorn Het boek is verkrijgbaar via www.boekenbestellen.nl, bij de lokale boekhandel, in de winkel van het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten in ’s Graveland en via Bol.com De prijs is € 19,95 ISBN 9 789464062779
oktober 2021
Tijdschrift Planten, juli 2021 Tekst: Christine Tamminga
Floron, de organisatie die zich inzet voor onderzoek naar en bescherming van de Nederlandse wilde flora, geeft driemaal per jaar het tijdschrift Planten uit. In juli was het een themanummer getiteld: Inzaaien, schaakspel met de natuur. Verschillende auteurs met verschillende expertise geven hun mening, gelardeerd met al dan niet geslaagde voorbeelden over wat zaaien van wilde planten met de natuur en de soorten doet. Met de beste bedoelingen willen gemeenten, natuurorganisaties, particulieren er alles aan doen om meer bloemen te krijgen. Is dat wel een goed idee? De conclusie van de meeste schrijvers is: wees uiterst te rughoudend om de natuur een handje te helpen. Het ziet er zo mooi en kleurrijk uit als ergens een bloemenmengsel is uitgestrooid. Ga maar eens kijken in het Cronebos waar Natuurmonumenten met behulp van omwonenden drie veldjes heeft gecreëerd. De vraag is of volgend jaar of meer nog over vijf jaar iets van die bloemenpracht is terug te vinden. Om met de positieve kant van deze verhalen te beginnen: een veld vol bloeiende bloemen geeft de mensen vrolijk heid. Ze krijgen het idee dat ze hebben bijgedragen aan iets goeds. Alles beter dan overal saaie groene bermen. Er wordt niet voor niets allerlei pogingen gedaan om mensen over de streep te halen een aantal tegels uit de tuin te wippen. Dat is beter voor de insecten en dus voor de vogels en dus voor de mens. Er zit echter een grote maar achter het inzaaien…..niet één, maar een aantal bedenkingen zijn erover te schrijven. Helpt al dat zaaien de natuur echt? Komt het zaad van te ver weg dan is het genetisch niet verwant aan de planten die er oorspronkelijk groeiden. Welke planten zitten in een zaadmengsel? En is het zaad van alleen wilde planten? In bijvoorbeeld dubbele bloemen zit geen nectar want de extra kroonbladen zijn eigenlijk vervormde meeldraden en stampers. Kan de natuur het zelf niet oplossen? Is het niet beter de omstandigheden te optimaliseren zodat er een natuurlijke begroeiing komt? Verschralen en het maaisel afvoeren is dan een belangrijke bezigheid. Al deze vragen komen in het nummer aan bod. Het stand punt van Floron: Nee, tenzij……Floron ziet inzaaien of het opbrengen van maaisel als een laatste redmiddel. Lees dit nummer en bezint eer ge begint. Het is ook digitaal te lezen: https://www.floron.nl/publicaties/planten
Grote Ratelaar 17
Geopark Heuvelrug Gooi en Vecht WELKE ROL SPEELT HET IVN IN HET GEOPARK? Het burgerinitiatief voor het Geopark biedt IVN-afdelingen een mooie kans om speciale landschapsexcursies te orga niseren voor alle bewoners van de Heuvelrug en voor de bewoners van de lage gebieden aan weerszijden van de stuwwal (Vechtstreek, Kromme Rijngebied en Eemland). IVN-afdeling ‘t Gooi en vrijwel alle afdelingen op de Utrechtse Heuvelrug zijn intussen partner van het Geopark Heuvelrug, Gooi en Vecht. Wat betekent de status van ‘Ge opark’ en wat kan het IVN ermee? Twee burgerinitiatieven zijn al jaren bezig met de status ‘Geopark’ voor de stuwwal tussen de Grebbeberg en het Gooimeer. Het oudste initiatief kwam uit de Gooi- en Vechtstreek, het tweede initiatief is gestart in Zeist. Beide clubs werkten eerst naast elkaar, maar de Stichting Geo park Heuvelrug en het Geopark Gooi en Vechtstreek zijn begin vorig jaar gefuseerd. De nieuwe club streeft naar de status van ‘Geopark’ voor de gehele Heuvelrug, vanaf de Grebbeberg tot en met het Gooi, waarbij de natte, laaggele gen gebieden aan weerszijden worden meegenomen (Vechtstreek, Kromme Rijnstreek en Eemland). UNESCO-STATUS De Unesco heeft criteria voor Geoparken vastgesteld. Een Geopark moet bijzonder zijn vanwege de bodemopbouw en de aardkundige waarden, het moet een rijke natuur hebben en een rijke cultuurhistorie. Bij een Geopark is het een burgerinitiatief of komt het voorstel van ondernemers. Een Geopark beoogt een duurzame ontwikkeling van een gebied. De status van ‘Werelderfgoed’ zet een gebied min of meer op slot, in een Geopark zijn ontwikkelingen van zelfsprekend. Het gaat erom dat die ontwikkelingen zo duurzaam mogelijk plaatsvinden, met respect voor de bij zondere waarden in de ondergrond, natuur en cultuur. Nederland heeft op dit moment één Geopark, namelijk De Hondsrug, op initiatief van de recreatieondernemers in deze regio. Twee andere gebieden proberen de status van Geopark te krijgen, namelijk de Oosterschelde en Heuvel rug, Gooi en Vecht. In het laatste geval komt het initiatief van groene organisaties. In nauwe samenwerking met de Rijkuniversiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam probeert het Geopark alle aardkundig boeiende locaties te beschrijven (Zie de website www.geopark-heuvelrug.nl). LANDSCHAPSEXCURSIES IN HET GEOPARK Het initiatief van het Geopark wil bekendheid creëren bij de bevolking in onze regio. Daarom maakt de stichting Geopark ontdekkaarten en informatieboekjes per gemeen te, met enkele wandelroutes en algemene informatie over aardkundige waarden. Op de website van het Geopark zijn veel geo-wandel- en fietsroutes te vinden (zie www.geo parkhgv.nl). De volgende stap is het organiseren van excursies en pu blieksacties, zodat we steeds meer bewoners betrekken bij het initiatief van het Geopark en steeds meer mensen oog
18
Grote Ratelaar
krijgen voor de bijzondere aardkundige waarden, voor de rijke cultuurhistorie en de gevarieerde flora en fauna. In de afgelopen jaren hebben sommige IVN-afdelingen in nauwe samenwerking met het Geopark speciale geo parkexcursies georganiseerd. Maar daarmee hebben we hooguit een paar honderd bewoners bereikt, terwijl er in het hele gebied honderdduizenden mensen wonen. Daar om willen we het aantal geoparkexcursies geleidelijk op voeren. Als alle betrokken IVN-afdelingen voortaan een maal per kwartaal een geoparkexcursie organiseren, dan heeft het Geopark een gevarieerd programma van circa veertig excursies per jaar. En als over een paar jaar honderd gidsen eenmaal per jaar een geoparkexcursie geven op een plek die ze heel goed kennen, dan heb je een programma van honderd excursies per jaar, ofwel twee per week. REGIO-OVERLEG Op regio-vergaderingen van IVN-Utrecht is twee keer over het Geopark gesproken. Naar aanleiding van dit overleg zijn
Ontdekkaart en Informatieboekje 't Gooi
zes IVN-afdelingen officieel partner van het Geopark ge worden (Gooi en omstreken, Vecht en Plassen, De Bilt, Eemland, Amersfoort, Heuvelrug & Kromme Rijngebied), evenals de IVN-Regio Noord-Holland en Utrecht. De volgen de stap is dat we samen nog meer excursies gaan organi seren en wellicht ook grote publieksacties. Als alle betrok ken IVN-afdelingen een of twee gidsen ‘afvaardigen’ naar een gezamenlijke Geopark-werkgroep, kunnen we samen aan de slag. Deze werkgroep gaat dan stap voor stap werken aan een gezamenlijk excursieprogramma en aan eventue le publieksacties. We willen tegelijk werken aan uitwisseling van kennis en ervaring, door inspiratiebijeenkomsten te beleggen waar aan landschapsgidsen uit alle afdelingen meedoen. Zo leren we elkaar kennen en zo leren we andere gedeeltes van de Heuvelrug kennen. We zijn heel benieuwd of alle IVN-afdelingen twee deelne mers kunnen vinden die in de werkgroep Geopark willen
IVN GOOI & KNNV GOOI
meedraaien. Zo ja, welk tweetal doet mee? Wil je meer weten, en als je ideeën hebt voor een inspiratiebijeenkomst rond het Geopark en als je in jouw regio graag een speciale geoparkexcursie wilt organiseren, geef ons dan een seintje (mail naar geoparkexcursie@gmail.com). PUBLIEKSACTIES RONDOM HET GEOPARK Voor de bekendheid van het Geopark zou het goed zijn als we een of twee keer jaar een grote publieksactie kunnen organiseren. Hieronder geven we drie voorbeelden om een idee te geven van de mogelijkheden. Het is niet onze be doeling dat we deze acties nu al op korte termijn gaan or ganiseren, maar we willen aangeven dat we in Geopark Heuvelrug, Gooi en Vecht samen gemakkelijk grote pu blieksacties zouden kunnen organiseren, die een IVN-afde ling niet alleen aan kan. TNO Geologische fietsroute Utrechtse Heuvelrug en Kromme Rijngebied TNO publiceerde vorig jaar een geologische fietsroute door het Kromme Rijngebied, met een lengte van 42 kilometer en met NS-station Driebergen Zeist als start- en eindpunt. Het routeboekje biedt uitgebreide verhalen op veertien kijkpunten. We kunnen iedereen uitdagen om dit rondje te fietsen en op alle kijkpunten zorgen voor gidsen die iets vertellen over het Geopark. (Zie Geologische fietsexcursie Utrechtse Heuvelrug en Kromme Rijngebied) Voetstappenpad De IVN-afdeling Gooi maakte met het Goois Natuurreser vaat het Voetstappenpad, een rondwandeling van 25 kilo
meter rond Hilversum. We kunnen iedereen uitdagen om op een lange zomerdag dit rondje te lopen, waarbij we op pakweg tien plekken iets vertellen over het Geopark. (Zie Voetstappenpad Hilversum) Zevenheuvelentocht Het Utrechts Landschap heeft haar donateurs ooit uitge daagd om in een maand tijd ‘zeven heuvels te beklimmen’: Grebbeberg, Amerongse berg, Maarnse berg, Soesterberg, Bosberg, Tafelberg en Eukenberg. Je kon kiezen of je dat fietsend of lopend deed en je moest zelf je route uitstippe len. Op alle heuvels stond een bordje met de regel van een gedicht en dan moest je het complete gedicht opsturen naar Het Utrechts Landschap. We kunnen iets vergelijkbaars organiseren, waarbij we zorgen dat op alle bergen gidsen iets vertellen over Geopark. Via zo’n publieksactie kunnen we het complete Geopark in de schijnwerpers zetten. Kees de Heer
Presentatie Ontdekkaart Gooi (foto: Fred Jansen)
oktober 2021
Grote Ratelaar 19
Laegieskamp Tekst en foto's: Harm Klinkenberg
In 2002 heb ik als toenmalig lid van de werkgroep terrein beschrijving, het Laegieskamp in kaart gebracht, met de bedoeling om daar uiteindelijk ook een wandeling uit te zetten. In 2003 heb ik daar dan ook voor het eerst een IVNexcursie gehouden. Bij mijn weten is er daarna nooit meer een IVN wandeling georganiseerd. Omdat dit gebied niet al te ver van mijn achtertuin is gelegen en ik daar regelmatig wandel en fotografeer, leek het mij aardig om dit gebied weer eens onder de aandacht te brengen. Onderstaand volgt een beknopte beschrijving van het gebied. De naam Laegieskamp is waarschijnlijk een verbastering van Laegjeskamp, hetgeen weer een overgang was van de oorspronkelijke naam Leyeskamp. De term ‘Leys’ werd vroeger gebruikt voor een slechte kwaliteit gras, waar schijnlijk het Pijpestrootje. Over de naamgeving van de Karnemelksloot, die de schei ding vormt van het noordelijk deel van het Laegieskamp en het Naardermeer, doen verschillende versies de ronde. De meest aannemelijke versie stamt uit de periode dat de stad Naarden een belangrijke lakenindustrie had. De arbei ders werden echter, naarmate de wevers steeds meer eigen ondernemers werden, hoe langer hoe meer uitgebuit. De hebzucht van de wevers ging zelfs zo ver dat zij de arbeiders in natura (levensmiddelen) wilden gaan betalen. De arbei ders kwamen daar tegen in opstand, gooiden het werk er bij neer en gingen verhaal halen bij hun bazen. Die zagen echter de bui al hangen en smeerden hem. De woedende arbeiders sloegen vervolgens alles kort en klein en gingen daarna de stad uit. Onderweg deden ze de boeren, die hun waren ook veel te duur aan de arbeiders wilden verkopen, ook aan en smeten hun melk en boter (en af en toe ook een boer die zich verzette) de sloot in. Op dat moment kwam de heer Gijsbert van Nijenrode, hoofd van een bende, aangereden die de arbeiders tot kalmte dwong. Omdat het die dag nogal warm was steeg hij van zijn paard af om wat water te drinken. Tot zijn grote verbazing zag het water wit en smaakte het naar karnemelk. Verheugd riep hij uit: ” Eila! Karnmelk in de sloot”. Door dit toeval is mogelijk de
20
Grote Ratelaar
naamgeving van de Karnemelksloot een eigen leven gaan leiden. Het gebied dat tot 1994 in eigendom was van de gemeente Bussum, is sinds die tijd in eigendom en beheer van Na tuurmonumenten. Het is een 33 ha groot terrein, dat in het zuiden wordt begrensd door de bebouwing van de Hilver sumse Meent en in het noorden en oosten door respectie velijk de Karnemelksloot en de bebouwing van de Bussum se wijk 't Spieghel en de Naardense woonwijk Ministerpark (Verlengde Fortlaan). Het bijzondere van het gebied is dat het op Hilversums grondgebied ligt. Tot in het begin van de jaren zeventig van de 20e eeuw werd het terrein beheerd in een parkachtige stijl. De paden waren verhard en er waren op diverse plaatsen bruggen over de waterlopen. De grote vijver werd min of meer vrijgehouden van riet en diende tijdens de vorstperiodes als ijsbaan. Vanaf midden jaren zeventig is het beheer gewijzigd, wordt dood hout niet meer verwijderd, zijn er minder verharde paden en is de ijsbaan opgeheven en het terrein verruigd. Het beheer is gericht op het behoud van de zogeheten "blauwgraslanden" (niet toegankelijk) en het herstel van schrale graslanden. Het noordelijk deel wordt voor een groot deel bepaald door het Koeienbad. Het Koeienbad is het voorverwarmingsbassin van het voormalige natuur zwembad Meerweg, dat daar tot 1968 heeft gelegen. Enke le betonnen randen herinneren nog aan het oude bad. De naam Koeienbad is afgeleid van het feit dat in de achterlig gende meent vroeger koeien in de zomer werden geweid. Bij warm weer zochten de koeien het vrij ondiepe water op. Het Koeienbad wordt voor een groot gedeelte gevoed door kwelwater uit de hogere delen van het Gooi. Het gebied rondom het Koeienbad is, door dat er weinig onderhoud wordt gepleegd, langzamerhand een natuurbos geworden. Ter hoogte van het meest zuidelijke deel van het Laegies kamp, grenzend aan de Hilversumse meent, heeft Natuur monumenten in 1994 in het kader van een Natuurontwik kelingsproject, een ingrijpende herprofilering laten plaats vinden ter bevordering van het herstel van de natuur in dat gebied. De gegraven kreek bij de Hilversumse Meent dient om het natuurgebied vochtig te houden. Voor de begrazing werden en worden nog steeds Gallowayrunderen ingezet. De eveneens in 1994 uitgegraven veenpoel in dit gebied, is thans een fraai vennetje met een klein, inmiddels begroeid, eilandje met de naam ‘Pannenkoekfort’. Op deze plek stond voorheen een platte ronde schans met een gracht waar een geschutsopstelling op kon worden gebouwd. Dat is er overigens nooit van gekomen. Rond het vennetje vindt men onder andere: Moerashertshooi, Waternavel, Dop- en Struikheide, Lisdodde, Ronde zonnedauw, Grote ratelaar en Veenpluis. Al met al een gebied dat zeker de moeite waard is om te bezoeken . De volledige terreinbeschrijving en wandeling van het Laegieskamp, is te downloaden via de website van IVN gooi en omstreken.
IVN GOOI & KNNV GOOI
Vanaf linksboven met de klok mee: Grote ratelaar, voormalige Bussumse ijsbaan, Ronde zonnedauw, Bereklauw en Jacobskruiskruid, Veenpluis, Vennetje met Pannenkoekenfort
oktober 2021
Grote Ratelaar 21
Slootjesdag 13 juni 2021 Tekst: Ella van der Lof
Slootjesdag is een zeer populaire activiteit van de werk groep jeugd, maar hoe organiseer je dat in coronatijd? Nou, dat ging zo. Onder de bezielende voorbereiding van Liesbet, Brigitte en Truus is er een schitterend concept ontwikkeld, een beetje vergelijkbaar met de paddenstoelenspeurtocht van afgelopen oktober. Stel je voor: schitterend weer, een schitterend gebied - Cruysbergen - en een prachtig parcours aangegeven door paaltjes met kikkertjes erop. Op 13 juni werd in alle vroegte het parcours uitgezet. Ouders en kin deren gingen in kleine groepjes op pad. Iedere 10 minuten startte er een groepje. Een vrolijke stoet kinderen met ou ders bevolkte Cruysbergen van 10.30 tot pakweg 16 uur. Daarnaast waren er veel “gewone” wandelaars, wat tot leuke contacten leidde. Het is een doe-het-zelf tocht langs de kikkerroute gewor den. Langs de route stonden op verschillende posten 1 of 2 gidsen met informatie en er was van alles te doen: - Er werd verteld over de cyclus van de kikker met een bak kikkervisjes, een ringslang in een pot en eieren. Grote hila riteit toen er een echte ringslang werd gespot in het water. - Zelf bootjes maken van riet en ze daarna te water laten, niet door iedereen want sommige bootjes moesten toch echt mee naar huis. - Naast de zwaan op een nest de botten van een zwaan met uitleg waarom zo’n zware vogel toch kan vliegen. - Waterlelies en gele plompen, met blote voeten lopen op het veenmos. Dit veenmos was onder anderen later bij Ellie met een loepje te bekijken net als haarmos. Haarmos heeft haar! Ellie redde nog het veenmos van al te enthousiaste betreding door ouders. - Kennis maken met de vleesetende plant zonnedauw, de amerikaanse rivierkreeft levend aanschouwen in een potje en er later op je tocht delen ervan vinden. - 3 keer met een schepnetje aan de gang bij een brug. Het puntje van je neus bijna in het water om te zien of er iets beweegt. - De larve in je teiltje die later een libel of juffer wordt. Hoe bestaat het!
Foto: Liesbet Dirwan
22
Grote Ratelaar
Foto: Liesbet Dirwan
- Vaders die enthousiast mee scheppen, een moeder die tot haar kuit in de modderige kant verdwijnt en met haar uitgespoelde schoen lachend weer verder loopt. - Een jongetje die besluit met zijn schepnet libellen te gaan vangen omdat hij ze zo mooi vindt en merkt dat dat niet meevalt. - Leren dat een stofje in kalmoes dat zo lekker ruikt in je never en bier zit ( ojee, toch geen aansporing). - Tot slot nog een quiz, afscheid nemen bij de tent van Inge en met een diploma naar huis. Kortom, het was een feestje! Dit alles dankzij de hulp van velen. In alle vroegte zijn kikkervisjes gevangen (Erik), een amerikaanse rivierkreeft (Rob) en een waterlelie en gele plomp met blad uit de Naarder trekvaart gehaald( Brigitte). Er zijn een ringslang en eieren uitgeleend door Robert en zwanenbotten door Natuurmonumenten. Karel van de scouting was de hele dag present zodat we niet achter een boompje hoefden en om op onze spullen te letten. Volgend jaar weer? Ja! Liesbet, Gaetan, Brigitte, Truus, Yvonne, Franca, Anneke, Chantal, Erik, Inge, Lauw, Ellie Fluitsma en Ella
Foto: Brigitte Mohede
IVN GOOI & KNNV GOOI
Oplossing Puzzel 2021 - 03 1. hooibeestje 2. krompootdoodgraver 3. kraamwebspin 4. muurhagedis 5. wilde weit 6. echte valeriaan 7. groot dikkopje 8. boomkikker 9. oranje luzernevlinder
10. bosbijvlieg 11. bedeguaar of rozengal 12. gladde slang 13. klein avondrood 14. vrucht kardinaalsmuts 15. moeraswederik Er waren drie deelnemers, waarvan niemand een foutloze oplossing had.
GOODyou to see Wij houden van genieten, van kwaliteit en van producten vol smaak. Dan denken wij al snel aan wijn en kaas. Binnen de regio heeft onze wijnafdeling de ruimste keuze in biologische en Demeter wijnen. En dat geldt ook voor onze kaas….. Nergens in ‘t Gooi vind je zoveel soorten biologische kaas. Voor op brood of bij de borrel. Hou je van variatie dan zit je goed bij Goodyfood. Verras je zintuigen en proef het verschil.
Noordse Bosje 11 • Hilversum • 035 - 6237163 • www.goodyfood.nl
oktober 2021
Grote Ratelaar 23
www.editoo.nl
INDIEN ONBESTELBAAR: POLLUXSTRAAT 18 1223 GB HILVERSUM