Uitnodiging Afstudeer-evenement NGO Laatste Fotopuzzel! BELEEF DE NATUUR! Grote Ratelaar CONTACTBLAD IVN GOOI & KNNV GOOI oktober 2022
De KNNV is de landelijke vereniging voor veldbiologie, voor actieve natuurliefhebbers en -beschermers. Voor mensen die graag meer over de natuur, planten en dieren willen weten en ervan genieten.
KNNV-leden organiseren natuurexcursies, inventarisaties, lezingen en cursussen en wandelen, fietsen en kamperen veel buiten. Want wat is er leuker dan samen met anderen de natuur te ontdekken?
IVN werkt aan een duurzame samenleving. Ons idee is dat betrokkenheid bij de natuur, duurzaam handelen stimuleert. Daarom laten wij jong en oud de natuur dichtbij beleven. We verbinden hen met groene initiatieven rond natuur en maatschappelijke thema’s zoals voeding, gezondheid en energie.
Dit doen we met zo'n twintigduizend betrokken leden en een enorm netwerk van groene professionals. Dat maakt IVN een unieke partner in duurzaamheid en verantwoord ondernemen.
Kijk ook op de en facebook: www.knnv.nl/gooi en www.ivn.nl/afdeling/gooi-en-omstreken
IVN GOOI & KNNV GOOI
website
2
Grote Ratelaar
Voorwoord
Alweer het laatste nummer van 2022 ligt voor u! De redactie heeft weer geprobeerd er wat moois van te maken. Het is ook wel een bijzonder nummer, want op de middenpagina’s vindt u voor de laatste keer de fotopuzzel gemaakt door Jaap van der Vliet.
We vinden het uiteraard heel jammer, dat Jaap ermee stopt maar begrijpen het wel: op een gegeven moment heb je steeds meer moeite om geschikte foto’s in je archief te vinden. Vanaf deze plaats wil ik hem namens de hele redactie, redactieraad en alle lezers van dit blad (neem ik aan) heel hartelijk bedanken voor alle tijd en moeite die hij er steeds ingestoken heeft. Het was elke keer weer een feestje om de middenpagina’s te bekijken en om de puzzel te maken was een grote uitdaging. We zijn benieuwd naar het aantal oplossingen dat we op ons e-mailadres groteratelaar.ivnknnvgooi@gmail.com deze laatste keer binnen krijgen.
Uiteraard is er in deze Ratelaar nog meer te vinden. Er is een vervolg op het artikel “Kersen” door Jetse Jaarsma. Verder artikelen van Veronica van der Meer - Smelt: “Hommeles in de tuin” en “Biodiversiteit in de tuin” door Maartje Hogenboom, beide de moeite waard!
We wensen jullie veel leesplezier, Namens de redactie, Joke Calis - van den Abbeele.
Foto’s: Voorpagina: Harm Klinkenberg
Middenpagina’s: Jaap van der Vliet Achterpagnina: Harm Klinkenberg
5Column: Groene linten door de stad 6 In gesprek met ... Piet Spoorenberg
9Dubbelportret: vogelnestje 12Herfstpuzzel
14 Kersen deel 2 16IVN-weekend Swolgen 20 Biodiversiteitje
COLOFON
De Grote Ratelaar is het afdelingsblad van IVN Gooie.o.enKNNVGooienverschijntviermaal per jaar.
REDACTIE: Jetse Jaarsma Fred Jansen Jaap van der Vliet Joke Calis - van den Abbeele
DRUKKER: Editoo B.V. te Arnhem
REDACTIEADRES: groteratelaar.ivnknnvgooi@gmail.com
Uiterste inzenddata kopij: 15 november, 15 februari, 15 mei en 15 augustus
De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden artikelen al dan niet te plaatsen, in te korten of aan te passen.
Grote Ratelaar
3oktober 2022
Van het IVN-bestuur
Als mensen mij vragen of ik een fijne zomervakantie heb gehad, kan ik daar zeker positief op reageren. Of het daarbij ook goed weer was, vind ik moeilijker te beantwoorden. Warm weer is natuurlijk vakantieweer, maar het warme weer dat we dit jaar in de zomer hadden was niet normaal. Met 38°C in het hart van Duitsland voelt voor mij niet meer als prettig, mede omdat ik me afvraag wat dit met de natuur doet.
Dit zet me ook aan het denken over ons werk als IVN. We boffen in ons mooie Gooi, maar ook daar is de hitte en droogte van invloed op de natuur. Bomen verliezen hun blad al vroeg en laten hun vruchten sneller (vaak onrijp) vallen. Veel planten trekken de droogte niet, sommige doen nog een poging met nabloei om toch nog zaad te kunnen verspreiden. Dieren zoeken koelte bij het schaarse water en in de schaduw.
Ook in de stad is het nauwelijks vol te houden met de hitte. Wat kunnen wij als IVN doen zodat mensen gaan meedoen in hittebestrijding. Er is inmiddels al veel kennis om de leefomgeving te vergroenen. Een stad met veel groen is koeler, biedt meer schaduw en is daarmee leefbaarder in warme tijden. Met meer groen en minder steen wordt de stad een plek waar de mens, maar ook dieren zich meer op hun gemak voelen, zelfs al is de temperatuur hoog.
Er zijn de komende maanden regelmatig momenten om met elkaar hierover van gedachten te wisselen. Op zondag 30 oktober nodigen we je uit om deel te nemen aan de derde wandeling met het bestuur. We maken graag samen met jou op maandag 31 oktober een activiteitenprogramma voor 2023. We hopen je daar tegen te komen.
In maart treden Fred Jansen en Maurits Heldring terug na 6 jaar zitting te hebben gehad in het bestuur van onze afdeling.Wezijnopzoeknaarnieuwebestuursledendieonze IVN-afdeling de komende jaren vol enthousiasme willen leiden. Mocht je je afvragen of het werk in het bestuur wat
voor je is, neem dan gerust contact op met een van de bestuursleden.
Ik wens je een mooie herfst toe met veel uitstapjes en mooie wandelingen.
Namens het IVN-bestuur Gooi e.o. Fred Jansen
Gedicht
CaCO3
De kalksteen gruwde reeds bij de gedachte te moeten zwichten voor de zon, het weer en voor de regen, die hij zo verachtte en voor de grillen van de atmosfeer.
Maar nog voordat de steen het zonlicht kaatste voltrok zich ’t onontgaanbaar lot: kalksteen lost op. Doch ziet…te zelfder plaatse ontsproot de glorie van een druipsteengrot!
Jan I.S. Zonneveld uit Spelingen der Natuur
Foto: Mehdi Seyed Abadi via Pixabay
Foto: Fred Jansen
Grote Ratelaar IVN GOOI & KNNV GOOI
4
Groene linten door de stad
Tekst en foto: Rob Le Febre
Devorigehittegolfisnetbeëindigdofhetzweetgutstalweer van mijn lijf. Het is eind augustus en de temperatuur gaat weer richting de dertig graden. Ik vind dat helemaal niks. Ik heb er al zo vaak om gevraagd bij het KNMI: graag de hele zomer 22 à 23 graden, zonnig, half bewolkt en af en toe een buitje. Maar ze willen daar niet aan. Ja, iemand bood aan om af en toe een lading zilverjodide uit te strooien over het wolkendek om het op commando te laten regenen. Maar dat heb ik geweigerd. “Laat dat maar aan de Chinezen over!” zei ik nog. Die deden dat al in 2008 voorafgaande aan de olympische spelen van dat jaar om te voorkomen dat de openingsceremonieletterlijkinhetwaterzouvallen.‘Cloud seeding’ noemt men dat in het Engels. Dit jaar schijnt het weer te gebeuren. Nu om de drooggevallen rivier, de Yangtze, te vullen. Ik ben geen chemicus maar volgens mij komt er dan giftig regenwater uit de lucht vallen en dat kan nooit goed zijn. Wel las ik over bemoedigende initiatieven van Belgische studenten aan de universiteit van Gent die iets vergelijkbaars aan het uittesten zijn maar dan met eiwitten i.p.v. zilverjodide die dan met drones boven de wolken worden uitgestrooid. De eerste resultaten zijn bemoedigend en ecologisch meer verantwoord naar het schijnt.
Liever houd ik het bij natuurlijke regenval met vooraf een ouderwetse regendans ter lering ende vermaek. Gezien de weersverwachting voor de komende decennia, kan het echter bijna niet anders dan dat meer kunstmatige middelen worden ingezet om het weer te sturen: zon, regen, wind, sneeuw en ijs op commando! Altijd een witte kerst, altijd mooi weer met Koningsdag, regen als de natuur en het boerenland het nodig hebben en eindelijk eens geen regen opjeverjaardag.Klinktnognietzogek!Isdatgoedofslecht?
Kunstmatig ingrijpen in de natuur doen we al een eeuwig
heid in allerlei vormen en op grote schaal. Maar dat hoef ik u natuurlijk niet te vertellen!
Voor meer verkoeling in hete zomers, pleit ik voor de aanleg van ‘groene linten’ door steden en dorpen. Zelf woon ik aan de rand van bos en heide en zoals we allemaal weten, scheelt het een slok op een borrel of je nu over de open heide loopt of door een dichtbegroeid bos. Vooral een beukenbos met volle bladerkronen levert een aanzienlijke verkoeling op. Zo zou je binnen de bebouwde kom eigenlijk ook meerdere groene linten van bomen moeten hebben. Nog te veel zie ik kale straten zonder bomen. Het maakt de omgeving sfeerloos en niet te harden bij hoge temperaturen. Nee, ik gun iedere wijk sowieso een mooi wijkpark, het liefst iets groter dan het formaat ‘tiny forest’. Een parkje waar het heerlijk toeven is. Ik zie mijzelf al zitten op een bankje. Ja mensen, ik word ook wat ouder! Wat is er dan mooier om vervolgens al die parkjes te verbinden middels ‘groene linten’ net zoals we de Groene Schakel kennen in het Gooi waarbij natuurgebieden met elkaar worden verbondenmiddelsecoductenenfaunatunnels.Wateengenot moet het zijn om zo een wandeling door je eigen woonplaats te kunnen maken!
Ik weet dat er diverse mooie initiatieven bestaan bij gemeenten om meer groen in de wijken te krijgen (zie bijv. het initiatief hilversum100.nl). Plannen maken is één maar deze ook in concrete acties omzetten is nog niet zo makkelijk. Wellicht kunnen we als IVN, landelijk dan wel lokaal, daar ook nog wat actiever in zijn: we starten met meerdere tiny forests in elke gemeente om die vervolgens sluipenderwijs te laten uitgroeien tot mooie wijkparkjes met een grote diversiteit aan flora en fauna. Daarna knopen we alles aan elkaar met behulp van groene linten. Goed plan toch?
Grote Ratelaar
5oktober 2022
In gesprek met ….Piet Spoorenberg
Het kwik is de dertig graden gepasseerd als ik arriveer in Baarn. Vandaag bel ik aan bij Piet Spoorenberg, voorzitter van Vogelwerkgroep Het Gooi en omstreken. Met een hartelijk welkom doet Piet open.
Als vijfde kind uit een gezin van acht kinderen, groeide Piet op in Eersel, nabij Eindhoven. Piet: “Hoewel ik ben geboren in Eindhoven en mijn vader daar werkte, vond hij Eersel een mooiere omgeving voor ons om in op te groeien. Op het Rythoviuscollege vond ik de biologielessen zo boeiend dat ik samen met enkele vrienden toen een afdeling van een jeugdorganisatie voor natuurstudie mede heb opgericht. Logischerwijs wilde ik daarna biologie gaan studeren maar daar zat destijds een “numerus fixus” op. Ja, toen koos ik voor de universiteit van Wageningen en daar ben ik uiteindelijk afgestudeerd op Applied Crop Protection Research oftewel onderzoek naar toegepaste gewasbescherming”.
Ook na zijn studie bleef Piet verbonden aan de universiteit van Wageningen, eerst als onderzoeker waarbij hij het vooral zocht in de ecologische benadering bij de bescherming van gewassen en later als afdelingshoofd Onderzoek biologische landbouwsystemen. Ergens in 2018, na 34 jaar (!) Wageningen, vond Piet het tijd worden voor iets anders en zo kwam hij terecht als senior beleidsmedewerker bij Vogelbescherming Nederland in Zeist waar hij nog steeds fulltime werkt. Piet: “Ik was al een aantal jaren als vrijwilliger actief bij de Vogelbescherming als ‘Wetlandwacht’ In mijn geval houd ik het Natura2000-gebied de Vechtplassen in de gaten of er bijvoorbeeld geen gekke dingen plaatsvinden die schadelijk zijn voor de natuur en vogels in het bijzonder. Het is ook een kwestie van veel lezen en van de mensen horen wat er speelt in het gebied zodat je als organisatie tijdig actie kunt ondernemen”.
“Beroepshalve maak ik deel uit van het team Landelijk gebied. Zo overleggen we bijvoorbeeld met terrein-beherende organisaties of met boeren in hoeverre ze bereid zijn om een deel van hun gebied ‘weidevogelvriendelijk’ in te richten. Uiteraard moet hun broodwinning daarbij niet in gevaar komen. Samen met de boeren zoeken wij naar wegen voor continuïteit van het bedrijf waarbij de natuur tegelijkertijd ook weer geholpen wordt”.
Op mijn vraag hoe Piet aankijkt tegen de huidige, soms heftige boerenprotesten tegen de overheidsmaatregelen in het kader van stikstofreductie, zegt Piet: “Zowel landbouw als veeteelt zijn natuurlijk jarenlang gepamperd door de overheid terwijl aan de andere kant al jaren bekend was dat de intensivering van landbouw en veeteelt niet in deze mate door kon gaan. In zoverre kunnen de huidige maatregelen geen verrassing zijn. Het is meer de wijze waarop het hele proces is verlopen. Dat verdient geen schoonheidsprijs. Ik ben het ook niet eens met de boerenacties. Overheidsmaatregelen zijn onvermijdelijk om de natuur en het milieu te beschermen. Er zijn goede regelingen voor degenen die willen stoppen. En voor degenen die willen en kunnen doorgaan met ‘boeren’, zullen zeker ook goede oplossingen komen. Vanuit mijn werk bij Vogelbescherming Nederland hebben we in ieder geval prima contacten met terrein beherende organisaties en boeren. Samen komen we altijd wel tot goede oplossingen”.
Piet is al sinds 1994 actief lid van Vogelwerkgroep Het Gooi en omstreken (VWG) waarvan de laatste negen jaar als voorzitter. Zeker in vergelijking met IVN ’t Gooi is de VWG best wel een flinke vereniging met 850 leden. Piet: “Elk jaar geven wij onze Vogelherkenningscursussen. Die zijn zeer succesvolenzitteneigenlijkaltijdvol.Veelcursistenblijven daarna ook lid van onze vereniging. Vogels trekken toch altijd veel mensen!
In het verleden organiseerden we ook mooie (vogel-)reizen naar het buitenland maar daar zijn we wat voorzichtiger mee geworden omdat je tegenwoordig als reisorganisatie wordt beschouwd met alle verplichtingen en risico’s die daar bij horen. Daarnaast moet het niet zo zijn dat de vereniging er is voor de leuke reisjes maar ook vanuit de gedachte: Wat hebben de vogels eraan? Wij moeten er vooral voor de vogels zijn en de vogels altijd niet persé voor ons!”.
Net zoals voor IVN ’t Gooi en enkele andere verenigingen geldt, is de Infoschuur ook voor de VWG een plaats van samenkomst. Een aantal vogelaars is ook lid van beide verenigingen. Piet merkt op dat beide organisaties naast elkaar bestaan, hun eigen doelen hebben en dat er toch uitwisseling plaatsvindt tussen leden van beide verenigingen. Dit zou volgens hem zelfs nog wel wat meer mogen. Piet: “Een activiteit zoals de 1000-soortendag die eerder dit jaar werd gehouden is een prachtig voorbeeld waarbij werd samengewerkt en ook geleerd van elkaar. Ik heb daar zelf ook actief aan meegedaan en vond het ontzettend leuk om te doen!”.
Als we de tuin in gaan voor een foto, vliegen de mussen alle kanten op. Een duif probeert haastig weg te komen maar vliegt eerst een paar keer in de parasols die uit staan om de hitte te weren. Ik bewonder nog even een prachtig hangend kunstwerk met schelpen, een passie van Joke, de echtgenote van Piet en we nemen afscheid.
Rob Le Febre
Grote Ratelaar IVN GOOI & KNNV GOOI
6
Robert als dirigent
Op 2 september hebben 25 IVN-ers de wandelschoenen aangetrokken en zijn op deze fraaie nazomeravond naar de Infoschuur getogen. Het bestuur heeft een tweede wandeling georganiseerd, zodat we op ontspannen manier weer in contact met elkaar komen. Op 25 juni was de eerste (midzomer)wandeling.
Deze keer neemt Robert Bekenkamp de groep mee, maar niet voordat duidelijk is dat we muziekinstrumenten uit de natuur moeten zoeken. We trekken erop uit en lopen over de natuurbrug naar de Bussummerheide. Onderweg weet iedereen wel iets van zijn weetjes te noemen. Ondertussen worden stenen, takken, eikelhoedjes en andere attributen gezocht om geluid mee te maken. Met de Lange Heul op de achtergrond verzamelen we ons in een kring om Robert. Als echte dirigent laat Robert ieder zijn geluid maken. Tot slot ontstaat er echte “Musique de la Nature”.
Op30oktoberom14.00uurorganiseerthetbestuurdederde (herfst)wandeling in deze reeks. Maak je agenda vrij en sluit je aan bij deze gezellige activiteit. Laat je verrassen of verras anderen met jouw inbreng.
Als je de herkomst van de Lange Heul wilt weten, lees dan het verhaal Man met de hoef op bladzijde 8.
Grote Ratelaar
Fred Jansen
Foto: Fred Jansen
Foto: Fred Jansen
7oktober 2022
Oplossing Zomerpuzzel
Er waren vier inzendingen deze keer. Helaas geen enkele foutloze oplossing, maar wel een compliment voor Aad Kop en Veronica van der Meer - Smelt: allebei 35 van de 36 goed!
Man met de hoef
Eeuwen geleden woonden er grote en sterke reuzen in Goylant, zoals het Gooi toen nog werd genoemd. Op een septemberavond zat de vrouw van een van de reuzen te spinnen. Plotseling ging de deur open. Een lange man gehuld in een wijde mantel stapte binnen en vroeg met luide stem of hij kon overnachten.
Toen de reuzin zag dat de vreemdeling mank liep dacht ze ‘nu moet ik oppassen, dit is een gevaarlijk teken.’ Ze vroeg hem binnen te komen en te wachten op haar man. Na niet al te lange tijd kwam de reus thuis. Hij had reuze honger en trek in pannenkoeken. “Dat treft ”, antwoordde de vrouw lachend, “het deeg staat al te rijzen. Maar wil je dan straks schoon zand halen, zodat ik de vuile koekenpan weer goed schoon kan schuren? De buurman aan de andere kant van de hei heeft zand en zal je er graag wat van geven.”
Terwijl de reuzenvrouw het eten bereidde, gingen de twee mannen dobbelen. Hoe zeer de reus ook zijn best deed, hij verloor steeds van de vreemdeling. Na het eten ging de reus met zijn gast de hei over om zand te halen. Het viel de reus op dat zijn metgezel mank liep. Het zat hem niet lekker dat hij had verloren met het dobbelen. En hij dacht ‘ik ga hard lopen, zodat hij moeite heeft mij bij te houden.’ De vreemdeling deed er alles aan om in de buurt van de reus te blijven. Plots zag de reus tot zijn schrik dat zijn gezelschap de heer met de hoef was. Iedereen weet dat de heer met de hoef de duivel is.
Bonte bessenvlinder. Foto: Jaap van der Vliet
Inmiddels waren ze aangeland bij de buurman. De zak werd gevuld met fijn, wit schuurzand. De reus droeg de zak en de man met de hoef ging achter hem lopen. Hij wilde de reus een lesje leren. De duivel hinkte achter de reus aan en stilletjes maakte hij met een mes een scheur in de zak. Langzaam liep het zand uit de zak. De reus merkte niet dat zijn vrachtje steeds lichter werd. Waar de paardenhoef stapte verscheen een vlammetje uit de grond. Eenmaal thuis zag de reuzenvrouw dat er niets in de zak zat.
“Gaf de buurman geen zand mee?” vroeg ze geïrriteerd. “Jawel”, zei de reus, verbaasd over de reactie van zijn vrouw. “Je kletst”, riep ze kwaad en gaf haar man een paar ferme tikken om zijn oren. Een gierende schaterlach klonk. De reuzin keek opzij en zag tot haar schrik dat de man met de hoef was verdwenen.
Als je vanuit Bussum de hei opgaat richting het zuiden, kom je De Lange Heul over. Als een smal spoor ligt daar nog altijd het zand, door de domme reus eens verloren. En als je op een herfstavond ’s avonds De Lange Heul oversteekt, kan het gebeuren dat je rode vlammetjes ziet.
Bron: Henk de Weerd Wzn., Gooise legenden, De Lange Heul, 1974, pp. 109-112. Gevlekte groenuil Lindepijlstaart-rups Hagedoornvlinder Berken-orvlinder Wilgenhoutrups Schaapje-rups
Grote Ratelaar IVN GOOI & KNNV GOOI 1. Elzenuil-rups 2. Glad beertje 3. Wilgenhoutrups 4. Bonte Bessenvlinder 5. Sint Jacobsvlinder-rups 6. Vedermot (niet te beoordelen welke soort precies) 7. Zuringspanner 8. Appeltak 9. Sint Jansvlinder 10. Roodbandbeer 11. Hageheld-rups 12. Helmkruidvlinder-rups 13. Grote beer 14. Heidewortelboorder 15. Kolibrivlinder 16. Bonte Brandnetelmot 17. Herculesje 18. Ligusterpijlstaart 19. Gewone Coronamot 20. Zomervlinder 21. Gestreepte Goudspanner 22. Vuursteenvlinder 23. Tweekleurige Tandvlinder 24. Witte tijger 25. Kolibrivlinder-rups 26. Puntige zoomspanner 27. Gestippelde houtvlinder
28.
29.
30.
31.
32.
33. Slakrups 34. Bont
35. Wapendrager-rups 36. Pauwoogpijlstaart
8
Dubbelportret: vogelnestje
Orchideeën hebben soms verrassende namen. Waar denk je aan bij koraalwortel, rood, bleek of wit bosvogeltje of aangebrande orchis? Er zijn namen die de menselijke vorm van de bloemen van sommige soorten beschrijven zoals soldaatje, harlekijn, aapjes-, mannetjes- of poppenorchis. Vogelnestje is ook zo’n raadselachtige naam die je eerder met andere natuurlijke bouwsels associeert.
De orchidee vogelnestje (Neottia nidus-avis) dankt zijn naam aan het ondergrondse deel van de plant. De wortelstok zit niet recht onder de stengel maar is naar opzij gebogen. De wortels die hieruit krioelen, maken dat de wortelstok eruit ziet als een vogelnestje. De wetenschappelijke naam vertaalt zich tweemaal als vogelnest.
Nesten van vogels
Vogel-vogelnesten zijn er in veel vormen, in verschillende modellen, groot of klein en van uiteenlopende soorten materiaal. Te vinden op allerlei plaatsen maar met eenzelfde doel: beschutting bieden aan de toekomstige ouder(s) om de eieren rustig te kunnen uitbroeden en ter bescherming van de jonge vogels zolang ze nog niet kunnen vliegen en gevoerd moeten worden.
Over nesten valt een boek te schrijven. Ik heb er geen kunnen vinden; wel zijn er kinderboeken over vogels en hun nest. Dus wat moet je erover schrijven in een kort artikel? Wat is het kleinste, opvallendste, hoogste, meest kunstzinnige nest? Eén vogel zal nooit in zo’n verzameling komen: de koekoek, die zijn eieren immers in het nest van een waardvogel legt en geen energie steekt in zelf een onderkomen bouwen.
In tegenstelling tot veel bosvogels die het liefst hun nest verbergen, nestelen ooievaars op een opvallende plaats: ze kiezen een hoog punt waarop ze hun grote bouwsels laten balanceren: een hoge paal of lantaarn, kerktoren, schoorsteen of elektriciteitsmast geeft voldoende ondersteuning om een nest te bouwen. Als de mens een plateau op een hoge paal in een weiland heeft neergezet is het ook goed. Vanaf deze hoge standplaats kan je als vogel de omgeving en je prooien goed in de gaten houden. Ieder jaar komt er een hogere etage bij. Opvallende nesten zijn het, maar in Nederlandzijndegrootstenestendievandezeearend,deze kunnen wel 2 bij 2 meter worden.
Bosvogels kiezen vaak voor holletjes die al eerder gebruikt zijn of die ze zelf in bomen uithakken zoals spechten. Koolmezen krijgen sinds een paar jaar veel woningen aangeboden in de vorm van nestkastjes aan eikenbomen met als tegenprestatie het bestrijden van processierupsen. Het is nog niet bewezen of deze overvloed aan gratis huizen helpt. Als mezen zelf een plek uitkiezen dan zoeken ze doorgaans een holte in een boom of muur.
Pioniersoorten
Sommige vogels zoals visdiefje en strandplevier broeden op open, kale terreinen waar ze hun eieren niet meer beschuttinghebbentebiedendanwatgrind,schelpenofzand.
Kleine eilanden of zandplaten zijn plekken waar roofdieren en mensen niet gemakkelijk kunnen komen. De Marker Wadden biedt zulke locaties. Helaas moet de mens helpen om dit biotoop in stand te houden, want anders veranderen open plekken snel in wilgenstruweel.
Orchideeën
Het vogelnestje is in het plantenrijk een bijzondere soort. Op de standplaats midden in een donker loofbos laten de boombladeren slechts weinig licht door. De plant heeft dan ook nauwelijks bladgroen en een bleke hoogstens lichtbruine kleur. Hij moet op een andere manier dan door middel van fotosynthese aan voedsel komen. Vogelnestje parasiteert op een bodemschimmel die weer in contact staat met een boom. De schimmel zorgt dat de boom water en mineralen kan opnemen in ruil voor koolhydraten. Een deel daarvan gebruikt de schimmel zelf, de rest gaat naar de orchidee. Dat heet mycotrofie (d.m.v. schimmel voedend). Bladeren voor het opvangen van zonlicht zijn niet nodig, dus heeft het vogelnestje alleen een paar schubben aan de stengel. Soms is de bloei en de vruchtzetting geocarp. Hoe de plant ondergronds kan bloeien en bevrucht wordt, zal voor ons in de bodem verborgen blijven!
Grote Ratelaar
Vogelnestje Foto: Christine Tamminga 9oktober 2022
Hommeles in de tuin.
Begin Juni moest onze tuin worden aangepakt voor een trouwfeest bij ons thuis. Het gras stond heel hoog. Tijdens het maaien kwamen plots diverse hommels van onder het hoge gras opvliegen. Oh jé, het is nu echt hommeles in de tuin. Snel is de burcht weer toegedekt met gras, mos en zijn de ingangen weer vrijgemaakt. Met stokjes rondom de burcht en een tentzeil konden de gasten hen niet meer storen. Maar nu: wat voor soort hommel is dit en wat doen ze in de grond en …. Kortom ik wilde er meer van weten. Na diverse bronnen te hebben geraadpleegd, is dit het voorlopige resultaat.
Het mannetje is 12 – 14 mm lang en heeft een crèmekleurig borststuk en een donkergrijs gestreept achterlijfspunt. De nestzoekende koninginnen zijn te zien van begin maart tot midden mei, de werksters van begin mei tot half oktober en de jonge koninginnen en mannetjes van half augustus tot eind oktober.
Akkerhommels:
Het blijken Akkerhommels (Bombus pascuorum) te zijn. Hommels behoren tot de wilde bijen. De Akkerhommel is hiervan de meest algemene soort in Nederland. Het is een zeer vriendelijke hommel en helemaal niet agressief. Zij steken niet snel.
Voedsel:
Akkerhommels zijn dol op nectar en stuifmeel en zijn niet kieskeurig. Zij bezoeken het liefst Vlinderbloemige- en lipbloemige plantensoorten zoals brem, honingklaver, witte dovenetel en lavendel. Verder houden ze ook van fruitbomen, vlinderstruik, paardenbloemen, fluitenkruid, kleine veldkers, look-zonder-look, struikheide, bernagie en muurbloemen. Je ziet ze van bloem tot bloem vliegen. Dankzij hun lange tong (ca. 8,6 mm) kunnen ze goed diep in de kelk bij de meeldraden komen. De kleine werksters kunnen ook kleinere bloemen bezoeken waarop andere soorten hommels meestal minder vliegen. Zo vermijden ze voedselconcurrentie.
Leefgebied en leefwijze:
De koningin bouwt een nest van gras, bladeren en wortels op of in de grond. en bedekt dit vaak met mos. Het verzamelen van mos om het nest te bekleden is kenmerkend voor de akkerhommel-koningin. Op het nest brengt zij een waslaagje aan.
Herkenbaarheid:
Ze hebben een zwart koppie en zijn overwegend bruinbehaard met een oranje-roestbruine plukje haar op het borststuk en achterlijfspunt. Zij hebben een zwart of donkergrijs gestreept achterlijf en een crèmekleurig buikje. De koningin is 18 – 22 mm en de werksters zijn 9 – 15 mm lang.
Akkerhommels leven in kolonies van 60 - 150 exemplaren. Zij passen zich gemakkelijk in een leefgebied aan mits er een grote verscheidenheid aan bloemen aanwezig is. Ze kunnen zich ook ze vestigen in een composthoop, gedroogd gras, oude vogelnesten, oude muizenholen en muurspleten in gebouwen.
Vanaf maart begint de koningin met het bouwen van een nest. Hierin maakt zij cellen om stuifmeel op te slaan. Dit dient later weer als voedsel voor de larven. Het duurt 3 – 5 dagen voordat de larven uit het ei komen. De larven worden
Akkerhommel werkster
Akkerhommel man Foto: Hans Arentsen
Grote Ratelaar IVN GOOI & KNNV GOOI
Nest
10
na uitkomen direct gevoed met braaksel van hun moeder. De moeder eet eerst stuifmeel en nectar op, dat ze vervolgens uitbraakt als voorverteerd voedsel voor de larven. Deze braaktechniek wordt trophallaxis genoemd. Na twee weken zijn de larven volgroeid. De eerstgeboren hommels zijn werksters. Zij helpen de koningin met het voeren van larven in de kolonie. De hommels die dienen voor de voortplanting, worden later geboren (juli – augustus). Aan het eind van het seizoen bestaat de kolonie uit meer dan 100 hommels. Tot aan de herfst blijven ze nectar verzamelen. De mannetjes kunnen dan met de toekomstige koningen paren. Daarna sterven de hommels tezamen met de oude koningin. De jonge bevruchte vrouwtjes overleven en gaan op zoek naar een winterschuilplaats om vervolgens in de lente hun eigen kolonie te stichten.
Vliegperiode: Akkerhommels vliegen vanaf eind maart tot begin oktober. Koninginnen die overwinteren vliegen in maart en april. De nieuwe generatie koninginnen vliegt samen met de mannetjes van mei tot en met augustus. Werksters vliegen van mei tot oktober. De levensverwachting van een hommel is enkele maanden tot 1 jaar.
Functie in ecosysteem:
Hommels behoren tot de belangrijkste bestuivers van planten en voedselgewassen in onze gebieden. Tussen hun lange grove haren blijft het stuifmeel makkelijk zitten en zo kan de bestuiving van bloem op bloem plaatsvinden. Op deze wijze zorgt de akkerhommel voor de bevruchting van vele gewassen en is essentieel voor het voortbestaan van ons ecosysteem.
Boosdoeners: Akkerhommels passen zich makkelijk aan, aan ecologische verandering. Echter ze worden bedreigd door insecticiden en andere pesticiden die in de landbouw worden toegepast. Bovendien zijn ook zij gevoelig voor de opwarming van de aarde. Wij moeten de hommels koesteren!
Andere hommelsoorten:Tijdens het uitpluizen van deze akkerhommel zag ik ook andere hommels in onze tuin rondvliegen, zoals de weidehommel, aardhommel en een Gewone koekoekshommel. Deze laatste blijkt vaker als broedparasiet binnen te dringen bij de gastvrouw, de akkerhommel. De levenswijze van een koekoekshommel is weer een apart verhaal. Inmiddels ben ik zeer gecharmeerd van deze en andere hommels/bijen. Het zijn zeer welkome nuttige bewoners in onze omgeving.
Tips:
• Laat een gedeelte van het gras met mos lekker ongeroerd, zodat de (akker)hommels/bijen een nest kunnen bouwen
• Pak een stoel en ga eens een tijdje deze vriendelijke hommels observeren bij hun nest.
• Plaats een insectenhotel, dit is een ideale schuilplaats voor de winter.
Veronica van der Meer-Smelt
Grote Ratelaar
11oktober 2022
12
13oktober 2022
Kersen deel 2: kersen
In Nederland kennen we een groot aantal verschillende kersensoorten. De meesten zijn sierkersen, die we aanduiden als Japanse sierkersen. In Japan bestaat er al meer dan 2000 jaar een ware kersen-cultus. De kersen zijn daar met recht een nationaal symbool en worden al meer dan 1000 jaar gekweekt, gekruist en veredeld. Doorgaans worden ze hier verkocht als Prunus serrulata, maar in werkelijkheid gaat het om complexe kruisingen waarbij een twintigtal Aziatische kersensoorten betrokken zijn. Het is moeilijk voor te stellen dat deze soorten, die we zo vaak in tuinen en ook als straatbomen zien, hier 100 jaar geleden volkomen onbekend waren. Het is vooral te danken aan het werk van één Engelse botanicus, Collingwood “Cherry” Ingram, dat we hier in Europa zo’n enorme verscheidenheid aan sierkersen kennen. In Japan is het begin van de kersenbloei, een volksfeest en een nationale feestdag (Hanami matsuri). Zo’n feest zouden we in Nederland ook eigenlijk moeten vieren, want ook bij ons is de bloei van onze eigen inheemse kersensoort, “zoete kers of kriek”(Prunus avium) een werkelijk spectaculair gezicht.
De kriek bloeit in de eerste helft van de lente ongeveer één tot twee weken. Het blad verschijnt tegelijk met de bloemen en komt langs de middennerf gevouwen uit de knop. Het wordt 10 tot 15 cm lang, met een ongeveer 3 cm lange steel. Aan de bladbasis zitten twee rood gekleurde extraflorale nectariën. Het blad heeft zijn grootste breedte boven het midden. Het heeft een (soms dubbel) gezaagde bladrand en spitst vrij plotseling toe. De bloemen zijn zuiver wit en tot ruim drie cm groot. Ze staan in bosjes van twee of drie bij elkaar. Kers heeft doorgaans aparte bloem- en bladknoppen. Soms wil een enkele knopschub van een bloemknop nog wel eens tot een klein blaadje uitgroeien. De wilde kriek heeft kleine besachtige donkerrode tot zwarte steenvruchten. Ze zijn veel kleiner dan de kersen uit de winkel en bovendien zuur met een bittere bijsmaak. Het is dan ook geen wonder dat ze niet bij onze voorouders uit de steentijd op het menu stonden.
De consumptie-kersen duiken hier voor het eerst in de Romeinse tijd in onze geschiedenis op. Het is vaak alleen aan de vruchten te zien of we met een ‘wilde’ of met een ‘consumptiekers’ te maken hebben. We kennen de kers vooral door het fruit. De ‘consumptiekers’ is al eeuwen in cultuur. Doordat de oorspronkelijke top van de boom vaak de belangrijkste groeitop blijft, heeft kriek vaak een rechte stam, die tot hoog in de boom doorloopt. De kroon is vrij open. De dunne bast is glad en rood tot grijs glanzend met typische horizontale strepen. Ook de twijgen zijn rood of grijs van kleur. De twijgen zijn vrij dik en stijf. De knoppen zitten doorgaans in groepjes bij elkaar aan het einde van sterk geringde kortloten. Ook bij de langloten zitten de knoppen aan het uiteinde in groepjes bij elkaar.
De wilde kriek is inheems en komt vooral in het oosten en zuiden van ons land voor. Kriek heeft een voorkeur voor losse leemhoudende bodems. Het is een lichtminnende soort die we hier in het Gooi vooral in bosranden vinden. Het verspreidingsgebied omvat West-, Midden- en Zuidoost-Europa. De oostgrens van het areaal ligt ter hoogte van de Kaspische zee en de zuidgrens in het Atlasgebied in het noorden van Afrika. De oorsprong van de grote vruchten van de consumptiekersen ligt in Azië.
Er staan in de Heukels’ flora nog twee andere kersensoorten (uit de Cerasus groep) beschreven: de weichselboom en de zure kers. De weichselboom (Prunus Mahaleb) is bij ons meestal een struik die tot een meter of zes hoog wordt. Het blad is rondachtig tot eivormig, licht gevouwen en kort toegespitst. Het blad is 4-8 cm en heeft een fijn (soms dubbel) gezaagde rand, met soms kleine kliertjes. De witte bloemen, zijn ongeveer 1 cm breed. De groene kelkbladen
zijn klein en de kroonbladen zijn ovaal tot elliptisch, afgerond. De bloemen staan in kleine trosachtige bloeiwijzen. De weichselboom bloeit tussen april tot mei en vormt besachtige zwarte kersjes van ongeveer 1 cm. Deze soort werd in 1867 voor het eerst in ons land beschreven. De soort werd als onderstam gebruikt in de kersenteelt en ook als sierstruik gebruikt. Mogelijk is dat een reden dat we weichselboom af en toe in onze natuur tegenkomen. De soort is oorspronkelijk afkomstig uit Turkije en Iran, maar is in de ons omringende landen reeds lang ingeburgerd. De
Grote Ratelaar IVN GOOI & KNNV GOOI
Zoete kers (Prunus avium) Foto: Wilma Gladpootjes Bloesem zoete kers (Prunus avium) Foto: Jetse Jaarsma
14
gemalen pitten worden in de mediterane keuken als specerij gebruikt. Dit specerij heet machleb en hieraan heeft weichselboom zijn Latijnse soortnaam te danken.
De zure kers is al aanzienlijk langer in Nederland dan de weichselboom en is mogelijk zelfs inheems. De soort is net als de zoete kers al honderden jaren in cultuur. We kennen ze als meikersen of morellen. De variëteiten die voor het fruitwordengekweekthebbenaanzienlijkgroterevruchten dan de ‘wilde’ exemplaren. Dit zijn bovendien bomen, terwijl de wilde exemplaren struiken zijn en blijven. Ook bijdezesoortligtdeoorsprongvandegrotevruchtenergens in Azië. Het blad is kleiner dan dat van de kriek, doorgaans niet meer dan acht cm. De bladeren zijn anders dan bij de kriek tijdens de bloei vlak en glanzend. De rand is vaak dubbel gezaagd en heeft kleine roodachtige kliertjes. De extraflorale nectariën aan de bladbasis zijn minder opvallend dan bij de kriek. De bloemen zijn iets kleiner dan bij de kriek. De zure kersen zijn meestal rood, terwijl die van de kriek doorgaans zwart zijn.
Kersen zijn voor hun voortplanting afhankelijk van insecten, vooral bijen en hommels. Voor de verspreiding van hun zaden zijn ze aangewezen op vogels, die er werkelijk verzot op zijn. Kersen kennen natuurlijk ook de nodige ziekten en plagen. Als kersen ziek zijn of het moeilijk hebben vanwege een gebrek of een te hoge grondwaterstand scheiden ze vaak een harsachtige substantie uit die kersengom wordt genoemd. Bomen uit het geslacht Prunus zijn kwetsbaar voor tak- en bloesemsterfte. Dit kan veroorzaakt worden schimmels uit het geslacht Monilinia, maar ook door diverse bacteriën zoals Pseudomonas en Xanthomonas. Prunus kan ook worden aangetast door boomgaardvuurzwam (Phellinus tuberculosus). Deze meerjarige zwam doodt de boom langzaam maar zeker en leeft van het dode hout. De vruchten kunnen worden aangetast door de larven van de kersenboorvlieg. Ook de suzukivlieg, een Aziatisch fruitvliegje dat sinds 2012 ook in ons land voorkomt, legt haar eitjes op bijna rijpe kersen. Kersen zijn sowieso erg kwets
baar. Een flinke regenbui vlak voor de oogst leidt tot veel schade aan het fruit.
Deze kwetsbaarheid van het fruit is één van de redenen, dat de kersenteelt in ons land sterk is afgenomen. Een tweede factor is dat er pas sinds de jaren negentig laagstam-kersenrassen beschikbaar kwamen. Bij appels en peren waren dergelijke rassen al twintig jaar eerder in gebruik. Amper 100 jaar geleden was er ruim 5000 hectare aan kersenboomgaarden in ons land. Tegenwoordig is hier nog maar 20% van over. Moderne kersenbedrijven werken steeds vaker met laagstam-kersen onder een overkapping om de kersen tegen regenschade en vogels te beschermen. De landschappelijke waarde van de hoogstamboomgaarden is jammer genoeg voorgoed verdwenen.
Weichselboom (Prunus mahaleb) Jetse Jaarsma
zure kers (Prunus Cerasus) foto: Wilma Gladpootjes
Prunus avium cv. plena vervolgd Jetse
Grote Ratelaar
Foto:
wordt
15oktober 2022
IVN-weekend Swolgen
Wat het leukste was tijdens het weekend van 8-10 juli in Noord-Limburg? Daar is geen keuze voor te maken, het waren bijna allemaal hoogtepunten. Het weer was uitstekend, net als de sfeer, de omgeving, de onbekende gebieden, de steenuil ’s avonds op het dak, de gids die heel veel vertelde, het eten……
Het buurtschap waar we een onderkomen hadden gevonden heet Gun. Het ligt tussen de velden en vlak bij een oude rivierarm op een terras van de Maas. Stilte rondom. ’s Avonds konden we de zon in alle kleuren rood en oranje achter de bomen zien ondergaan. Op loopafstand ligt ’t Sohr, een overloopgebied van de Maas bij hoog water. Dit bezochten we meteen na aankomst. De groep was niet vooruit te branden: wespspin, kleine plevier, grote wederik met gele bloemen. Of samen bezig zijn met de vraag waarom sommige bomen dood zijn. Johan en Nicole die door een aanrijding laat arriveerden, zagen iets bijzonders: een visarend.
René Colbers, gids van IVN-afdeling Maasdorpen, heeft uitgebreid verteld over het project om meer Maaswater te kunnen opvangen als het water te hoog stijgt. Alle werkzaamheden hiervoor waren op tijd afgerond: vorig jaar steeg het water tot maximale hoogte en niemand in Broekhuizen en omgeving kreeg natte voeten. Een filmpje toonde hoeveel water er stroomde en we kregen veel cijfers en technische details over ons uitgestort. De volgende dag konden we struinen in het gebied langs de rivier waar de natuur nu alle mogelijkheden heeft gekregen zich uit te leven. De groep liep ver uit elkaar, maar in dit open landschap kun je elkaar niet kwijtraken. De tijd was te kort om alle planten, vogels en technische hoogstandjestebekijken,zoalsveldleeuwerik,kleinerietzanger, blauwe waterereprijs, heksenmelk en heelblaadjes.
We gingen ’s middags met de pont naar de overkant en kwamen in een volkomen andere omgeving terecht: de Maasduinen op landgoed ‘de Hamert’. Grootse paraboolduinen, die ten oosten van de Maas in de laatste ijstijd door
de wind zijn opgeworpen. Bijzonder dat er op zo’n korte afstand van elkaar zulke totaal verschillende landschapsstructuren bestaan. In het losse zand, waar het erg droog en warm was, weinig begroeiing. Wel een enkele vogel. We hebben heel erg ons best gedaan de andere groep te evenaren: die hadden de wielewaal horen zingen. Toen onze groep passeerde hield hij helaas zijn bek. Een natuurlijke wereld met vergezichten en een meanderend beekje. Indrukwekkend. ’s Avonds uitrusten en genieten van de mooie luchten, de jagende steenuil en zoeken naar vleermuizen die niet wilden vliegen. Door de harde wind? Met de batdetector kun je gelukkig ook krekels opsporen!
En of het nog niet genoeg was liepen we de volgende dag weer in een totaal ander gebied: ‘het Schuitwater’. Dit is een oude arm van de Maas, met afwisselend droge heide enhoogveengebied.Degidsenwistenerdemooisteplekken te vinden. Vooral het begin van de wandeling was een aparte ervaring. Het pad liep door een tunnel van jong bos, zo donker maak je zelden mee. Honderden beuken op een kluitje laten totaal geen lichtstralen door. Eigenlijk waren we nog lang niet uitgekeken - wel verzadigd van de vele en verschillende indrukken. Het is zeer de moeite waard om hier nog eens terug te keren. Na de heerlijke bessentaart in theetuin de Roode Vennen was het tijd om naar onze eigen biotoop terug te gaan.
Christine Tamminga en Ans van der Knaap
Foto"s: Wouter Nugteren, Veronica van der Meer (kookploeg)
Grote Ratelaar IVN GOOI & KNNV GOOI
16
17oktober 2022
Biodiversiteit in de tuin
Biodiversiteit lijkt het toverwoord van deze tijd. Als echte tuinliefhebber vraag ik me af hoe het met de biodiversiteit in de tuinen van onze leden gesteld is? Zelf worstel ik er wel mee. Aan de ene kant ben ik, als echte IVN-er, absoluut voor. Maar als actief lid van Groei&Bloei ben ik toch ook wel een liefhebber van éénjarige planten in potten. Of van niet inheemse planten, gewoon omdat het mooie planten zijn. Maar die éénjarigen en exotische planten zijn niet altijd goed voor de biodiversiteit, en daar wringt de schoen.
Waarom zijn inheemse planten eigenlijk zo belangrijk?
Veel van onze Nederlandse insecten, vlinders en vogels lusten geen exotische planten en zijn vooral gespecialiseerd op een bepaalde inheemse plant, bijvoorbeeld de kattenstaartdikpootbij die de nectar en stuifmeel uit de Kattenstaart haalt. Of een oranjetipje die Look-zonder-look of Pinksterbloemen nodig heeft om haar eitjes af te zetten. Inheemse planten zijn beter bestand tegen (klimaat)verandering. Dit komt doordat ze meer diversiteit in hun genen hebben en dat geeft een beter aanpassingsvermogen aan de steeds veranderende omstandigheden. Onze wilde planten en bomen hebben zich in duizenden jaren aangepast aan onze bodem en weersomstandigheden. Daardoor zijn ze sterk en kunnen wel tegen een (wind)stootje.
Wat betekent dit voor je tuin?
Biodiversiteit is meer dan inheemse planten en bomen. Om de diversiteit te vergroten kun je het volgende doen:
• Maak je tuin niet te netjes, vooral niet alle afgevallen bladeren opruimen. Laat dode planten ook gewoon staan in de winter, dat biedt allerlei verstopplekjes voor kleine beestjes.
• En wil je toch opruimen, maak dan een composthoop. Je kunt daar alle plantenresten en ongekookt keukenafval op kwijt en na het composteren kan het materiaal weer als mest in je tuin gebruikt worden.
• Gebruik dus veel inheemse planten. Die kun je zelf zaaien,maarookbijveeltuincentrazijntegenwoordig inheemse planten te koop. Denk aan Koekoeksbloem, WildeMargriet,Look-zonder-look,Duifkruid,Pimpernel, Akelei of Marjolein.
• Plant veel verschillende planten, dat maakt je tuin mooier,maarookweerbaarder.Enlievergeenplanten met zogenaamde dubbele (gevulde) bloemen. De insecten kunnen dan niet bij de nectar komen. En zet je tuin lekker vol met planten en struiken. Dat trekt meer insecten en beestjes dan een tuin met veel ruimte tussen de planten. Het geeft meer schuil- en nestgelegenheid.
Kaardebol
Dropplant
Grote Ratelaar IVN GOOI & KNNV GOOI
18
• Maakeenhaag,liefstvanverschillendestruiken,denk aan Beukenhaag, Meidoorns, Kornoelje, Gelderse roos enz. De vogels zullen er blij mee zijn, ze kunnen nestelen in de haag, maar ook eten van de bessen.
• Zorg voor water in de tuin, liefst een (kleine) vijver. Dat trekt allerlei waterbeestjes aan, maar ook vogels en insecten gebruiken het water om te drinken. Vang het regenwater ook op in bijvoorbeeld een regenton. Heb je een grote tuin, dan kun je zelf een wadi aanleggen, waarin het regenwater tijdens grote buien wordt opgevangen.
• Gebruik geen kunstmest of bestrijdingsmiddelen.
• Let op bij het kopen van potgrond dat er geen turf in zit! Dat is bij ons nog lastig, maar in het Verenigd Koninkrijk wordt het gebruik van turf vanaf 2024 verboden. Dat heeft vooral met de turfwinning te maken. Veel turf komt tegenwoordig uit onder andere Polen en dat gaat ten koste van veengebieden. Veengebieden zijn enorm belangrijk voor de waterhuishouding en voor opslag van stikstof.
• Hang als het even kan een bijenhotel en nestkastjes voor vogels op.
• Hoe gehecht ben je aan je grasveld? Je zou het om kunnen vormen naar een bloemenwei, scheelt in ieder geval veel maaien. En je schept gunstige omstandigheden voor veel soorten insecten.
En dan terug naar mijn eigen tuin. Ik heb dus zowel inheemse planten als niet-inheemse. Van die laatste groep wordt dus bijna alles ook bezocht door insecten, maar wel wat minder. Denk aan bijvoorbeeld Vlinderstruik, Dropplant, veel salie-soorten, Duizendknoop en Kogeldistels.
Tekst en foto's: Maartje Hogenboom
Natuurvriendelijke tuin in vijf online-lessen
Vorige week is de herfst begonnen! Het is de ideale tijd om je tuin om te toveren tot een welkome plek voor dieren, planten én jezelf. Wil je dat ook, maar weet je niet goed waar te beginnen? Volg dan de gratis online tuincursus van IVN Gelderland. Tuinvrouw Anne Wieggers helpt je in vijf korte videolessen op weg. Wie volgend jaar een tuin vol leven wil, doet er goed aan nu te starten. Want in het najaar slaan nieuwe planten en struiken vaak goed aan. Ze profiteren van de nog lekker warme grond en alle regen. Maar waar begin je om je tuin biodiverser te maken? Want dat lijkt soms makkelijker gezegd dan gedaan.
Beginner en gevorderde
In de cursus ‘Aan de slag met een levende tuin’ neemt tuinvrouw Anne Wieggers, bekend van het tv-programma BinnensteBuiten, je ‘virtueel’ aan de hand. In vijf online lessen van een half uur laat ze zien hoe je al met hele simpele dingen veel resultaat boekt - of je nou een beginner bent of al tuinervaring hebt. IVN Natuureducatie ontwikkelde de cursus op verzoek van provincie Gelderland, want natuurvriendelijke tuinen en balkons worden steeds be
langrijker. Groen in de bebouwde kom is niet alleen goed voor de biodiversiteit, het zorgt bijvoorbeeld ook voor verkoeling, houdt regenwater vast en verlaagt stress.
Meedoen met de cursus
Wil je ook meer leven in je tuin? Meld je dan aan voor de cursus ‘Aan de slag met een levende tuin’. Je schrijft je in via https://doemee.ivn.nl/bloementuin/natuuracademie en start meteen. De lessen kun je volgen op een moment dat het jou uitkomt. De lessen zijn ook interessant als je geen tuin of balkon hebt. Veel tips kun je gebruiken om bijvoorbeeld een geveltuintje te maken of een boomspiegel in de straat te verfraaien. Want alles helpt om de stad groener te maken! Een groenere stad is hard nodig. Ook in tuinen liggen veel kansen om samen voor meer veilige plekken en voedsel voor dieren te zorgen. Daarnaast houden groene tuinen de stad koel bij hitte en droog bij hevige regenval. Provincie Gelderland stimuleert daarom de vergroening van steden en dorpen, zoals met deze cursus ‘Aan de slag met een levende tuin’.
Overgenomen uit Nature Today Nieuwsbrief 17 september.
Tekst: Provincie Gelderland i.s.m. IVN Gelderland
Phlox
Grote Ratelaar
19oktober 2022
20
Uitnodiging Natuurgidsenopleiding afstudeer-evenement ‘Natuurflitsen’ op 8 oktober 2022
Na twee jaar hard maar vooral leuk studeren is het eindelijk zover. Wij zijn klaar met de natuurgidsenopleiding. En dat willen we jullie graag me jullie delen. Op zaterdag 8 oktober is een mooi eindprogramma georganiseerd bij de Infoschuur aan de N254 tussen Hilversum en Bussum. Voor jong en oud zijn er diverse kramen waar van alles te doen, te zien, te voelen, te proeven en te ruiken is. Natuurlijk zullen we ook onze gidskwaliteiten tonen en kunt u mee op doorlopende korte flitsexcursies van 30 minuten.
Het publieksprogramma loopt van 13.00 tot 15.30 uur. Parkeren kan op de parkeerplaats Spanderslaan naast restaurant Robert. Voor de mensen die wat slechter ter been zijn is er een beperkt aantal parkeerplaatsen bij de Infoschuur. Een uitnodiging met meer informatie over het programma wordt met de nieuwsbrief verstuurd en komt op de activiteitenkalender te staan.
De opleiding
De natuurgidsenopleiding 20-22 was door de diverse corona maatregelen een bijzondere opleiding. In september 2020 startte de opleiding met een kennismaking in de open lucht. Daarna was het niet meer mogelijk om fysiek samen te komen en werden de lessen uitgesteld tot januari 2021. In eerste instantie werd gestart via Zoom. Dat vergde natuurlijk de nodige flexibiliteit van de docenten en deelnemers. Lessen en opdrachten werden aangepast. Presentatievaardigheden werden eerst digitaal geoefend. De excursies buiten werden verplaatst naar een later moment, of in
Boekbespreking
Het Koningsei, Hetty Brouwer
Hetty Brouwer uit Kortenhoef is nieuwsgierig naar wat er in het verleden in haar omgeving heeft afgespeeld en schrijft daar spannende verhalen over jong en oud. Haar nieuwste boek Het Koningsei gaat over Lucas en de magische krachten van een kartonnen ei. Hij kan dingen zien en meemaken die in de Tweede Wereldoorlog hebben plaatsgevonden. Een verdwaalde bom die alle ruiten laat sneuvelen of een verzetsdaad met een verborgen boodschap. Onderduikers en honger. Een Duitse bunker en het afschuwelijke lot van 80 Joodse kinderen. Wat wil het ei hem duidelijk maken? En lukt dat voor de magie is uitgewerkt? Langzaam maar zeker vallen de puzzelstukjes op zijn plaats.
kleinere groepen gegeven. Zo hebben we toch het volledige programma kunnen volgen.
Iedere les had een biologisch momentje waarop iedereen een leuke ervaring met de natuur deelde. Aanvankelijk met foto’s, later werden voorwerpen meegenomen. Voorbeelden daarvan zijn bevroren muizen, van koek geboetseerde keutels en een wespennest in wording.
Hoogtepunt van de opleiding waren de excursies, met in het bijzonder de kano-excursie in Kortenhoef en het weekend bij de Panovens in Zevenaar.
We hebben allemaal, individueel of in groepjes, een eindopdracht gemaakt voor het IVN-Gooi en omstreken. Dit heeft een variëteit aan nieuwe dingen opgeleverd, variërend van lessen voor een basisschool tot en met luisterwandeltochten en bosbaden. Op het afstudeer-evenement zijn enkele opdrachten te zien en er is er zelfs één te spelen.
Na 38 lessen en 10 excursies worden we eindelijk gediplomeerd gids. Gediplomeerd maar nog lang niet volleerd. Gelukkig zijn er de nodige bijspijkercursussen. Vanaf nu zullen jullie ons dus ook regelmatig in de vereniging tegen komen.
We willen onze opleiders, Robert Bekenkamp, Inge Brandenburg, Michaël Gründeman, Sander Koopman, Christine Tamminga, Rob Le Febre en Saskia Mostard dan ook hartelijk danken voor alle tijd en moeite die zij in ons gestoken hebben.
De Klas van 20-22
Grote Ratelaar
21oktober 2022
‘Verser dan vers’. Deze tekst hangt niet voor niets boven onze versafdeling. Want Goodyfood krijgt groenten en fruit elke dag knispervers, zo van het land geleverd. Maak kennis met heerlijke én verrassende verse ingrediënten voor elke maaltijd. Biologisch of Demeter, altijd vol van smaak. En wil je en halve kool of een groentetas? Ook dat kan. We helpen je graag!
Grote Ratelaar IVN GOOI & KNNV GOOI Aardappelen Broccoli Aardpeer Wilde bladspinazie Hollandse appels Flespompoen Verse kruiden Kant & klaar Cantharellen Cherry tomaatjes Lokale helden Sinaasappels Kolen en rapen Vergeten groenten En nog heel veel meer! GOOD to seeyou Noordse Bosje 11 • Hilversum • 035-6237163 • www.goodyfood.nl
22
Met wie kun je contact opnemen?
Grote Ratelaar
23oktober 2022
www.editoo.nl INDIEN ONBESTELBAAR: POLLUXSTRAAT 18 1223 GB HILVERSUM