Colofon Gymno. Tijdschrift voor Biologen, Biomedici en Psychobiologen. Eindredactie Alexandra van Harten Arnar Breevoort Meagan Doppegieter Roos Voorn Redactie Alexandra van Harten Alex Moret Anne Kappert Arnar Breevoort Eva Kwakman Eveline Ilcken Ilse de Horde Mike la Grouw Marvin Kerstens Melissa de Jong Nina van Kesteren Tony Zeljkovic
Bestuur CONGO Joyce Blommaart Voorzitter ZoĂŤ Tan Secretaris Geartsje Bakker Penningmeester Katinka den Nijs Commissaris Onderwijs Kim Hurkmans Commissaris Activiteiten Alex Moret Commissaris PR & Acquisitie Studievereniging CONGO Postbus 94214 1090 GE Amsterdam
020-525 7853/7963 info@congo.eu Gymnorhina
Gymno op internet: issuu.com/Gymnorhina redactie@congo.eu
Jaargang25, 28, editie editie 44 Jaargang oplage: 100 exemplaren Oplage: 250 exemplaren
Gymno is de periodieke uitgave van CONGO, studievereniging voor studenten biologie, psychobiologie en biomedische wetenschappen. Het blad wordt neergelegd in de gebouwen van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, fax of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor stukken in te korten of niet te plaatsen.
Gymno
Inhoud
Van de Redactie
Hoogleraar Victor Lamme p.16 De vergelijking tussen Mart Smeets en ons onderbewustzijn.
Interview met hoogleraar Sjoerd Repping p.14 ‘ Publiceren is een middel, geen doel.’
Een normaal dieet
p. 17
De vegetariër, de veganist en de alleseter. Wat vinden we tegenwoordig normaal?
Ook in deze editie Hollandse kost Issues in de psychobio magische wijnfilter Schoonheid door de jaren Abnormale psychologie Wat is ‘normaal’?
p.7 p.8 p.9 p.10 p.12 p.18
Gegroet drukke student! Wellicht is dit de werkelijkheid: je to do list wordt steeds groter, je werklust steeds minder. De mooie dagen komen er aan en je lichaam snakt naar een beetje vitamine D. Die cocktails in de zon, je voeten in het water...ho ho! Even normaal doen! Wegdromen en zelfmedelijden zijn dingen die je nu niet kunt gebruiken. Onze leraar engels van de middelbare school probeerde ons te motiveren voor de examens. Wat hij zei is me altijd bijgebleven en ik wil het graag delen. Voor het eindevan de laatste les haalde hij een perzisch-uitziend tapijt te voorschijn. Er stonden paarden en ridders op afgebeeld en met zijn magere armen hield hij het voor de klas. Hij vroeg ons wie het mooi vond... het bleef stil. ‘ Dit kleed is niet mooi, maar er zit wel veel tijd in en is daardoor veel geld waard. Net als jullie, jullie zien er ook niet uit.’ Wat hij echt bedoelde was dat, hoe meer tijd je ergens in steekt, hoe waardevoller en succesvoller het wordt, maar voor het oog (op korte termijn) heeft het wellicht geen waarde. Hard werken loont. Probeer het zelfmedelijden achterwege te laten en bedenk je dat als je echt je best doet, niks je teleur kan stellen. Succes met de laatste weken!
Nieuwe drankspellen p.20 Column Louise p.21 V&G p.22 De schaduw p.23 De lustrumCie p.26 Antwoorden kruispuzzel p.27
Meagan Doppegieter, Hoofdredacteur Gymno
Interview: Victor Lamme U bent professor, gepromoveerd en wetenschappelijk partner in Neurensics en u geeft regelmatig lezingen. Hoe is uw wetenschappelijke carrière begonnen? Ik heb ooit geneeskunde gestudeerd en toen kwam ik er na een behoorlijk tijdje –na het einde van m’n studie- achter dat ik patiënten niet zo heel interessant vond. Na één dag coschappen gelopen te hebben, kwam ik erachter dat ik helemaal niets met patiënten te maken wilde hebben. Toen ben ik hier en daar vrijwillig onderzoek gaan doen en zodoende ben ik op een gegeven moment gepromoveerd en kwam ik in de onderzoekswereld terecht.
tuurlijk contra-intuïtief en raar, maar dat is wel een conclusie die je moet trekken als je vanuit een neuraal-biologisch perspectief naar bewustzijn kijkt. Ik zag in een filmpje over uw onderzoek naar bewustzijn dat het blokkeren van ‘recurrent processing’ met behulp van TMS leidt tot een verlies van bewustzijn. Klopt, dat is een van de experimenten die aantoont dat ‘recurrent processing’ heel belangrijk is voor het ont-
Ik heb niet gezegd dat het brein Mart Smeets is, haha, maar dat ons bewustzijn Mart Smeets is. Althans, de vorm van bewustzijn waar we het over het algemeen over hebben, namelijk dat pratende mannetje in ons hoofd. Veel hersenonderzoek laat zien dat wat mensen zeggen te gaan doen niet heel goed voorspelt wat ze daadwerkelijk gaan doen. Vaak kun je ook aan hersenscans beter voorspellen wat iemand nou daadwerkelijk wil. Motieven voor keuzes die we maken zijn rationalisaties die achteraf ontstaan. Omdat deze rationalisatie, het bewustzijn, een soort commentaar is, noem ik het Mart Smeets. Het bewustzijn is eigenlijk een commentator die commentaar geeft op de wedstrijd die zich in je hoofd afspeelt. De commentator kan de wedstrijd zelf niet beïnvloeden.
Nieuwsgierigheid betekent dat je niet enkel in de wetenschap, maar ook in andere dingen geïnteresseerd bent.
U heeft van de European Research Council een eervolle onderscheiding van 2,3 miljoen euro gekregen om onderzoek te doen naar het bewustzijn. Wat heeft u ontdekt? In het onderzoek naar bewustzijn zijn er een aantal vragen, zoals hoe het kan dat je bewuste ervaringen kunt hebben met anderhalve kilo eiwitten en vet in je hoofd. De bewuste sensatie die we ervaren is op zichzelf redelijk mysterieus en de vraag wat dat is vormt de centrale vraagstelling in onderzoek naar het bewustzijn. Vanuit de introspectie hebben we het idee dat bewustzijn is wat je bijvoorbeeld gezien hebt, maar ons onderzoek heeft onder andere laten zien dat je je van heel veel dingen bewust bent zonder dat je dat zelf weet. Dit klinkt na-
staan van bewustzijn. Als een visueel signaal via de ogen binnenkomt en de ‘forward cascade’ doorloopt, zal deze ook weer terugkeren naar de V1. Als je dit terugkerende signaal (recurrent processing) verstoort met TMS, dan zie je dat mensen plotseling geen bewustzijn meer hebben van de visuele informatie. Deze visuele informatie is echter wel het hele brein doorgefietst. Het blokkeren van de terugwaartse signalen leidt er dus toe dat er geen bewustzijn van wat men heeft gezien. In een lezing zei u het volgende: “Het brein is Mart Smeets.” Kunt u uitleggen wat u daarmee bedoelt? Ik voel me namelijk een beetje beledigd.
In een interview in het programma ’Weijers ontmoet’ stelde u het volgende: “Je weet niet wat je zelf wilt. Je vindt iets leuk of mooi doordat je wordt blootgesteld aan wat anderen doen.” Als de informatie uit de omgeving bepaalt hoe wij over dingen denken en voelen, is het dan niet mogelijk om onze omgeving uit te kiezen om daarmee de wijze waarop wij over dingen denken en voelen te beïnvloeden? Waar het om gaat is dat menselijk gedrag extreem beïnvloedbaar is. Zie het Millgram experiment, Stanford
4 Gymnorhina 4
prison experiment, marketing, etc. Alle prikkels uit de omgeving die op ons af komen beïnvloeden onze keuzes zonder dat we het door hebben. Je kan natuurlijk ook zelf kiezen je omgeving te veranderen maar die keuze wordt ook beïnvloed door je omgeving. U houdt zich dus bezig met het voorspellen van andermans gedrag of voorkeuren en u bent wetenschappelijk partner in Neurensics, Europa’s eerste neuromarketing bedrijf. Bij Neurensics worden 13 basale emoties gemeten tijdens het waarnemen van een advertentie. Klopt dat? Ja, er zijn netwerken in het brein die je kan relateren aan bepaalde emoties. In dergelijke onderzoeken laat men mensen kijken naar reclames of advertenties, maar ook naar elkaar en dan wordt gekeken of ze gingen daten. Met name emotionele reacties van het brein zijn heel voorspellend voor de keuzes die mensen uiteindelijk maken. Dus u zei net dat mensen naar elkaar gingen kijken en dat je dan kan voorspellen of ze zich aangetrokken gingen voelen tot elkaar en gingen daten? Ja, we hebben een keer meegewerkt aan zo’n TV programma waarbij mensen filmpjes van anderen te zien kregen en gekeken of je aan een hersenreactie kan zien of iemand een ander aantrekkelijk vindt. We hebben hersenscans gemaakt van mensen die elkaar leuk vonden en vergeleken met die van ge-
wone vrienden. Op basis van reacties van het brein kunnen we vrij eenduidig voorspellen of iemand een ander aantrekkelijk vindt. Feromonen en dat soort dingen spelen natuurlijk ook een rol, waar ook naar gekeken is in dat tv programma. Grappig is, als je van te voren aan mensen vraagt hoe hun ideale partner eruit ziet krijg je zo’n lijstje kenmerken (blond, knap). Als je die mensen op een speed date zet gaan ze vervolgens op hele andere dingen af. Dus ook daar heb je datzelfde probleem dat we wel plannen en intenties hebben maar uiteindelijk bepaalt ons brein wat we willen. U trad aan als hoogleraar binnen de psychologie met de oratie ‘Weg met de Psychologie!’. Hoe staat u tegenover deze zogeheten tak van de ‘wetenschap’? Een van de redenen voor die oratie was met name dat je met psychologie de vraag wat bewustzijn is niet goed kan beantwoorden. Door bewustzijn te beschouwen als dat wat je ziet sla je vaak de plank mis. Als je er echter naar kijkt als naar een neurobiologisch fenomeen trek je hele andere conclusies dan die als
psycholoog. Het probleem is dat cognitieve psychologie vaak een formalisering is van de introspectieve intuïtie die we hebben over hoe ons brein werkt, wat niet per se representeert hoe het werkelijk is. Het is jammer dat de psychologie zo negatief staat tegenover het behaviorisme, dat is een van de weinige momenten in de psychologie dat ze op de goede weg waren en gedrag probeerden te beschrijven in basale termen. Wat mooi is, is dat we steeds meer terugkomen op varianten van het behaviorisme. In uw beargumentering van de afwezigheid van de vrije wil bij de mens heeft u het veelal over allerhande geautomatiseerde handelingen, maar wat is nu precies uw definitie van de vrije wil? Denkt u niet dat een dergelijk filosofisch concept moeilijk te vertalen is naar meetbare variabelen? Ligt eraan hoe filosofisch je het maakt. Ik kijk er heel basaal naar: als mensen een intentie hebben (stoppen met roken, vriendin hebben met blond haar), is dat dan daadwerkelijk de keuze die ze maken als dat moment daar is? Intenties voorspellen dat gedrag helemaal niet zo goed. Door op die manier te kijken naar vrije wil, in termen van intenties, is er helemaal niks filosofisch aan. Je kan gewoon meten of intenties wel of niet overeenkomen met gedrag.
z.o.z
Gymnorhina 5 5
Interview Victor Lamme
Wordt daarbij wel verondersteld dat een intentie gelijk blijft, en dat deze niet verandert? Als ik nu bijvoorbeeld denk te willen trouwen met een vrouw met blond haar, maar over 10 jaar trouw met een vrouw met bruin haar, dan is mijn intentie misschien veranderd? Ja, zo kan je het ook definiëren. Maar dat is dan niet per se de definitie van een intentie in filosofische zin, het kan net zo goed een rationalisatie achteraf zijn. Als ik verliefd word op een vrouw met bruin haar, nou ok dan. Maar de intentie is dus niet het voorspellende. Wat als heel menselijk wordt gezien is dat we ons gedrag naar de toekomst kunnen plannen, intenties hebben e.d., dat is onder het algemeen wat wordt verstaan onder het hebben van vrije wil. Gaat u er dan van uit dat mensen altijd eerlijk zijn over zo’n intentie, bijvoorbeeld over stoppen met roken? Sociale wenselijkheid is een ander probleem maar je kan het oplossen door het bijvoorbeeld anoniem te doen, maar met zulke controles blijven intenties nog steeds heel slecht het gedrag van mensen voorspellen. Het is niet alleen zo dat het mensen die stoppen niet roken niet lukt, soms lukt het iemand juist wel die dacht dat het niet zou lukken. Sociaal wenselijke antwoorden bestaan wel, maar dat is hier niet het probleem. Over onderzoeken die eerdere hersenactiviteit uitwijzen alvorens een bewuste beslissing is genomen.
Het lijkt erop dat u precies het stukje ‘erkenning van bewustwording’ gebruikt als meetpunt waarop de wil wordt vastgesteld. Denkt u niet dat zoiets als een bewuste keuze lastig in de tijd te meten is, dat het iets is dat zich uitstrekt over de tijd? Dat er bepaalde mentale processen aan vooraf gaan die naar dit moment van fixatie toe bouwen? Waarom kan dat niet gezien worden als onderdeel van bewuste keuze? Je hebt verschillende onderzoeken, bijvoorbeeld die met het knopjes drukken. Wat ik interessanter vind is dat je met een hersenscan voorspellen kan of iemand zich houdt aan medisch advies oid. Het is blijkbaar mogelijk dat je een keuze voorspelt aan de hand van hersenscans. Je voorspelt die keuzes nooit honderd procent (6070, soms 80). Er is altijd ruimte dat je de keuze niet goed hebt voorspeld. Je kan het interpreteren als dat er wel vrije wil is, je weet niet alles en je meet niet alles. Dit komt door gebrekkige techniek, je kan niet elk neuron apart meten. Een van uw argumenten tegen de vrije wil is dat mensen makkelijk manipuleerbaar zijn. Dat is zeker zo, maar de mate van manipuleerbaarheid verschilt van mens tot mens. Is het niet zo dat hoe bewuster een persoon, des te resistenter deze is voor dergelijke manipulaties van buitenaf, terwijl de ‘automatische piloot’ persoonlijkheid die zich laat leiden door prikkels inderdaad in deze
‘wil’ ontbreekt? Dat is hoop/optimisme die ik vaker bespeur bij mensen. Het is natuurlijk wel aangetoond dat mensen die wat beter onmiddellijke impulsen kunnen uitstellen later succesvoller zijn in het leven. Dat hangt samen met IQ enzovoorts. Het vermogen om niet toe te geven aan onmiddellijke impulsen is inderdaad variabel maar zegt niks over de vrijheid van de keuze. Blijkbaar worden sommige mensen aangestuurd door andere processen dan anderen of hebben minder inhibitie, maar dat betekent niet dat ze minder vrij zijn. Heeft u nog tips voor jonge studenten zoals wij? Tja, dat is natuurlijk moeilijk na alles wat ik net verteld heb over intenties. Ik heb zelf altijd gewoon mijn hart gevolgd, met alles wat ik doe en heb gedaan. Ook met mijn geneeskundestudie, dat is natuurlijk een mooi pad naar geld verdienen en het onderzoek is juist heel onzeker en onduidelijk. Dat bedoel ik met je hart volgen. Zo kwam ik ook bij de neuromarketing waarbij veel wetenschappers denken: “wat doet die nou?” Ik denk dan gewoon: nou geinig. Ik word er uiteindelijk wel gelukkig van, uiteindelijk moet je de dingen doen waar je goed in bent. Volg je geinig -impuls.
Alexandra van Harten & Arnar Breevoort
Gymnorhina 6 6
Hollandse Kost Ben jij quinoa, goji-bessen en al dat vage voedsel ook zat? Top, wij ook. Dus gaan we nu een normale maaltijd op tafel zetten. Een lekker AVG’tje: rode kool met gehaktballen. Normale, Hollandse kost. Ingrediënten voor 4 personen - 500 gram rode kool - 1000 gram aardappels - Een scheutje azijn of citroensap - 5 kruidnagels - 2 laurierblaadjes - 2 theelepels kaneel - 3 eetlepels (bruine) suiker Gehaktballen (4 stuks) - 500 gram half-om-half gehakt - 1 (kleine) ui - 1 ei - 2 beschuitjes - Snufje nootmuskaat Bereidingswijze Rode kool Haal de buitenste bladeren van de rode kool en verwijder de harde stronk. Snijd de kool in dunne sliertjes. Breng de kool in ongeveer 300 ml water aan de kook. Voeg de kruidnagels, laurierblaadjes, peper en zout toe. Voeg de azijn, kaneel en suiker toe. Laat dit voor 15-20 minuten zachtjes koken. Giet de kool af en verwijder de kruidnagels en laurierblaadjes. Voeg eventueel een klontje boter toe voor een romigere kool. Aardappels Schil de aardappels en snijd ze in kwartjes. Breng water aan de kook en kook de aardappels in 20 minuten gaar. Gehaktballen Snipper de ui. Verkruimel de beschuitjes. Voeg dit, samen met het ei, toe aan het gehakt in een grote kom. Breng het gehakt met peper, zout en wat nootmuskaat. Meng de ingrediënten goed door elkaar. Vorm grote gehaktballen en bak deze op hoog vuur met een grote klont boter rondom bruin. Zet het vuur lager en voeg een half kopje water toe. Zet een deksel op de pan. Laat de gehaktballen voor 20-25 minuten sudderen in de vloeistof. Draai de gehaktballen met enige regelmaat om. Tip! Bewaar de vloeistof als jus. Eetsmakelijk! Toch te normaal? Probeer een appeltje door de kool. Snipper drie (zoete) appeltjes, voeg deze, samen met de suiker, toe en laat dit meekoken met de kool.
Gymno
Gymnorhina 7
Issues in de psychobiologie ‘…ieder willen brengt ten eerste meerdere gevoelens in zich, namelijk het gevoel van de toestand waar vandaan, het gevoel van de toestand waar naartoe, het gevoel van dit “vandaan” en “naartoe” zelf, dan nog een begeleidende spiergewaarwording die […] zodra wij “willen” door een soort gewoonte een rol begint te spelen”. Zo omschreef de welbekende Friedrich Nietzsche (1886) de wil in een van zijn felle, kritische uitlatingen over de opinie van zijn collega-filosofen dat niks in de wereld ons zo bekend is als de aard van deze ‘wil’. Niet alleen heeft hij hier een fundamentele valkuil van zowel vele destijdse filosofen als hedendaagse cognitieve wetenschappers welke allerhande cognitieve constructen pogen te operationaliseren aangekaart; in zijn poging om het complexe construct ‘willen’ te omschrijven heeft hij een zodanig realistische definitie naar voren gebracht dat deze verdacht veel doet denken aan het dopaminerge systeem dat ten grondslag ligt aan ‘willen’ als onderdeel van motivatie. Deze theorie stelt onder andere dat dopamine ‘willen’ signaleert waarbij het aanzet tot doelgericht gedrag en dit gedrag, door het promoten van synaptische plasticiteit, omzet in een gewoonte. Hoe mooi de link tussen dergelijke filosofische analyses van een construct zoals de wil en het bijbehorende neurobiologische proces ook mag lijken, voorzichtigheid met uitspraken over zulke bevindingen is essentieel doch in vele gevallen ver te zoeken. We vergeten immers vaak hoe sterk taal, het wonderschone fenomeen dat op een zeker
moment in onze evolutie doorbrak en een hulpmiddel is geworden om dingen te categoriseren, van invloed is op ons wereldbeeld. Hoeveel structuur deze vaardigheid tot categoriseren en labelen ook niet met zich meebrengt, het blijft belangrijk om ons te realiseren dat het feit dat we ergens een label op kunnen plannen niet per definitie betekent dat dit ook in de fysieke wereld een verschijnsel an sich is. Met name als we het hebben over cognitieve constructen (denk: bewustzijn, aandacht, etc.) komen onderzoekers al snel in de verleiding om allerhande technieken te bedenken waarmee deze constructen of onderdelen hiervan te scheiden en te meten zijn, zonder zich te realiseren dat deze deel uitmaken van eenzelfde geheel. Zo werd ons laatst in een college de vraag gesteld hoe, in rattenonderzoek, vastgesteld kan worden of een bepaald gedrag veroorzaakt wordt door afname in motivatie of door afname in aandacht. Het vinden van een bevredigend antwoord bleek moeilijk, evenals het beantwoorden van een vraag uit de zaal of aandacht en motivatie in zo’n situatie überhaupt wel los van elkaar gezien kunnen worden.
Ook waar grote – of moet ik zeggen commerciële? – neurowetenschappers met zoveel vastberadenheid het bestaan van cognitieve constructen zoals de vrije wil ondermijnen, wordt plaats gemaakt voor de vraag hoe, en vooral door wie dergelijke fenomenen gereduceerd worden tot operationaliseerbare variabelen. Zo ontkent Victor Lamme het bestaan van deze vrije wil wegens de mogelijkheid om hersenactiviteit vast te stellen welke een sterkere voorspellende waarde heeft voor wat iemand uiteindelijk zal doen of voelen dan de initiële voorspelling of intentie van de proefpersoon. Het bewustzijn is hierbij volgens hem slechts een manier om te commenteren en achteraf te rationaliseren wat zich afspeelt in ons brein. Wat hij niet lijkt mee te nemen in zijn redenering is dat taal slechts een tool is om het uitdrukken van wat zich in ons afspeelt mogelijk te maken, wat maakt dat het misschien wel niet ons bewustzijn maar juist de translatie hiervan naar ons talig denken is dat ‘achteraf commentaar levert’ op wat zich afspeelt in ons hoofd. Probeer je eens voor de geest te halen wat er gebeurt als er een idee in je opkomt – is het niet eerst een gevoel van realisatie voordat je het omzet in woorden? Hoe dit vertalingsmechanisme in
Gymnorhina 8
zijn werking gaat en welke processen hierbij allemaal komen kijken (bijv. sociale wenselijkheid) is dan nog een vak apart, maar in het geval van onderzoek naar de vrije wil lijkt hetgeen iemand voordoet als zijn of haar intentie mij in ieder geval niet de meest betrouwbare maat voor wat iemand daadwerkelijk wil. Voor hetzelfde geld is juist de hersenactivatie met de voorspellende waarde – ook al staat dat haaks op wat iemand zegt te willen – hetgeen onze wil vormt. Enfin, als het juist ons bloedeigen brein is waaruit de impuls ontspringt die onze wil vormt, hoe is dit dan in strijd met het hebben van een vrije wil? Zou het niet juist een dualistische kijk impliceren om te stellen dat het feit dat hersenactivatie voorafgaat aan bewuste rapportage een vrije wil uitsluit? Wij zijn immers ons brein, zo luidt de hedendaagse opvatting… Hoewel dergelijke kwesties het uitvoeren en interpreteren van cognitief onderzoek er niet makkelijker op maken is het juist in dit vakgebied als in geen ander van groot belang om de betekenis van de processen die men bestudeert te blijven analyseren, en vooral om afstand te kunnen nemen van de bias veroorzaakt door labels of verouderde definities. Hoe simpel of voor de hand liggend iets soms mag lijken, de complexiteit van biologische systemen impliceert vaak toch het tegengestelde. Juist deze nuchtere en analytische blik bracht Nietzsche tot een definitie van de wil welke zo sterk overeenkomt met het onderliggende, neurobiologische systeem. Alexandra van Harten
Magische anti-kater wijnfilters Velen van ons zullen wel eens knallende hoofdpijn hebben gehad na een paar glaasjes wijn te veel. Uit onderzoek blijkt dat dit vaak wordt toegeschreven aan de sulfiden die worden toegevoegd om wijn langer goed te houden (1). Nu heeft de consumentenmarkt goed ingespeeld op dit (bij)geloof en zijn bedrijven zoals “the Wand” en “Üllo” gekomen met wijn filters die volgens hen die vreselijke hoofdpijn voorkomen. De oprichter van Üllo, James
Kornacki, is een scheikundige, dus die moet het wel bij het rechte eind hebben. En ja, dat klinkt zeker wel aantrekkelijk, wijn drinken zonder kater. Natuurlijk stond dit nieuws binnen de kortste keren in de krant en op het internet. Echter, kan niet worden bewezen dat de sulfiden in de wijn de veroorzaker van de hoofdpijn zijn. Uit literatuuronderzoek blijkt dat, alhoewel rode wijn in minder da 30% van de gevallen leidt tot hoofdpijn en migraine, er geen duidelijke oorzaak aan te wijzen is (2). Meer onderzoek is nodig om enig causaal verband te bewijzen. Wat wel zeker is, is dat een alcohol wel degelijk een veroorzaker van hoofdpijn is, mits je er genoeg van drinkt. Dus je kan beter een glas minder drinken dan 80$ aan een bijgeloofproduct uitgeven. Of, als je toch liever niet de alcohol links laat liggen, de kater accepteren. Anne Kappert
1 Costanigro, M., Appleby, C., & Menke, S. D. (2014). The wine headache: consumer perceptions of sulfites and willingness to pay for non-sulfited wines. Food Quality and Preference, 31, 81-89. 2 Krymchantowski, A. V., & da Cunha Jevoux, C. (2014). Wine and headache. Headache: The Journal of Head and Face Pain, 54(6), 967-975.
Gymno
Gymnorhina 9 Gymnorhina 9
Schoonheidsidealen door de jaren heen Wat was normaal? Schoonheidsidealen zijn tijdsgebonden. Wat in 1900 als normaal werd beschouwd, hoeft vandaag de dag niet meer de norm te zijn. Dit geldt vooral voor de vrouw, het schoonheidsideaal van de man is sinds de tijd van de Grieken en Romeinen namelijk verdacht weinig veranderd: grote gespierde borsten, lange benen en een goede bos haar (op de goede plek). Dit verschil is te verklaren doordat de rol van de vrouw door de jaren heen flink is veranderd vergeleken met die van de man. De vrouw ging van kindermaker en huisvrouw naar steeds meer gelijkwaardig aan de man, hieronder de veranderingen in schoonheidsidealen die gepaard gingen met dit geleidelijke proces.
Oude Egypte (1292-1069 v.Chr.)
Vrouwen in de tijd van het Oude Egypte moesten het liefst slank zijn met smalle schouders en een hoge taille. Verder werd ook een symmetrisch gezicht als aantrekkelijk beschouwd. Het bekendste voorbeeld van vrouwelijke schoonheid uit deze tijd is ongetwijfeld Cleopatra, koningin van het Oude Egypte.
tegenovergesteld staat aan hoeveel voedsel er beschikbaar is. De verder wat specifiekere idealen waren grote ogen en kleine voeten. Deze voorkeur voor kleine voeten heeft rond 600 geleidt tot het ontstaan van de lotusvoetjes trend, ofwel het misvormen van de voeten door voetinbinding.
Victoriaanse tijdperk (1837-1901)
Het Victoriaanse tijdperk speelde zich vooral af in Engeland. Ze hadden de vrouwen daar graag mollig, zelfs ietwat vol, met een aangelijnde taille. In deze tijd wordt ook de korset geĂŻntroduceerd, die menig vrouw wat ribben heeft gekost.
O
ude Griekenland (500-300 v.Chr.) In de tijd van het Oude Griekenland was het ideaal voor vrouwen een mollig, vol lichaam en een lichte huid. Een vol lichaam stond symbool voor welvaart, veroorzaakt door de theorie dat hoe voller je was, des te meer je te eten had en dus ook hoe hoger je in aanzien stond. Een lichte huid stond tevens voor welvaart, omdat dat betekende dat je niet in de brandende zon hoefde te werken. Verder werd de vrouw in deze tijd gezien als een soort misvormde versie van de man.
H
an-dynastie (206 v.Chr.-220) In deze periode rond de eeuwwisseling werden vrouwen het liefst gezien met een slanke taille en een bleke huid. Dit is ook een periode waarin China opbloeide als land. Het lijkt er dus op dat het ideaal van gewicht
Hoewel er tijdens de Italiaanse Renaissance intellectueel-culturele bewegingen ontstonden, werd de vrouw niet aangemoedigd in haar creativiteit. Het zou dan ook nog een lange tijd duren voordat vrouwen beginnen met het zich gelijk te stellen aan mannen.
T
I
taliaanse Renaissance (14001700) De tijd van de Italiaanse Renaissance introduceerde een voorkeur voor een grote boezem. Daarnaast werden ook een ronde buik, volle heupen en een lichte huid aantrekkelijk gevonden.
he Gibson Girl (1910-1920) De korsetten werden naarmate tijd verstreek steeds extremer en strakker. Het doel was een lichaam dat leek op het cijfer 8. Ook een lange nek en schuin aflopende schouders was gewenst. Om dit te benadrukken droegen vrouwen hun haar vaak in grote krullen.
Roaring Twenties (1920-1930)
Vlak na de eerste wereldoorlog ontdeden vrouwen zich van de beknellende korsetten en knipten ze hun haar af tot een kort kapsel. Het ideaalbeeld
Gymnorhina 10
voor vrouwen werd een jongensachtig figuur met een plat bovenlijf en een kleinere taille. Vrouwen kregen de kans om zich meer te kleden als de mannen, doordat ze in de oorlog de arbeidsposities van mannen hadden moeten innemen om de oorlogsindustrie op gang te houden. De mode werd ook steeds uitdagender: rokken reikten in verschillende tijden boven de knieën en er werd gewerkt met transparante stoffen.
The
Golden Age of Hollywood (1930-1950) Aan het begin van de Jaren ’30 kwamen langzaam de taille en de curven weer terug in de mode. Dit leed tot een voorkeur voor het zogenaamde zandloperfiguur met grote borsten en een slanke taille. Aan het einde van deze periode is de meeste kleding dan
ook aangepast op dit ideaal, denk bijvoorbeeld aan volle cirkelrokken.
Swinging Sixties (1960-1970)
Na de tweede wereldoorlog veranderde het vrouwenideaal weer compleet. Nu was een slank tot dun lichaam met extra slanke benen gewenst. Het voorkeurslichaam uit deze tijd kan ook wel omschreven worden als het lichaam van een adolescent.
Supermodel era (1980-1990)
Een steeds atletischer lichaam komt in de mode rond 1980. De nadruk ligt op slank met curven en een lang postuur. Supermodellen begonnen in deze tijd de rol van filmsterren over te nemen en werden een symbool voor luxe en welvaart.
H
eroïne Chic (1990-2000) Vlak voor de laatste eeuwwisseling werd heroïnegebruik populair, dit zie je ook terug in het schoonheidsideaal van deze tijd. De vrouwen waren over het algemeen extreem dun en hadden een doorschijnende huid. Eigenlijk hoe ongezonder je eruit zag, hoe beter.
Postmodern Beauty (2000-nu)
De laatste jaren is het schoonheidsideaal verder verschoven. We streven nu vooral een platte buik en een gezond magere look na. #fitgirl. Verder zijn grote borsten en dikke (het liefst squat-) billen favoriet, vrouwen schromen dan ook niet om onder het mes te gaan om hun borsten en billen een maatje groter te krijgen. Wat normaal wordt beschouwd qua schoonheid hangt dus af van de tijd waarin je leeft en schommelt constant heen en weer. De idealen zullen de komende jaren nog wel veranderen, aangezien de vrouw nog lang niet klaar is met haar inhaalslag. Daarnaast is het ook belangrijk om in je achterhoofd te houden dat deze idealen vooral golden in de westerse wereld, op andere plekken in de wereld is de geschiedenis, en dus ook de evolutie van schoonheidsidealen, heel anders gelopen en vaak minder goed beschreven. Het komt er dus op neer dat er niet één opperschoonheidsideaal is, maar dat iedereen wel past bij een schoonheidsideaal ergens op deze wereld. #cheesy #loveyourself Nina van Kesteren
Gymno
Gymnorhina 11
Vraag het Marvin Abnormale psychologie & psychopathologische diagnose Abnormaal voelen we ons allemaal wel eens maar wat is dan normaal? Soms steekt dit gevoel wel eens de kop op als we ons niet kunnen aanpassen aan een groep doordat hun ideologie of fysieke eendracht contrasteert met onze intrinsieke waarden. De definitie van abnor maal is immers anders dan het gemiddelde.
Als het gaat over de psychologie gaat het in het bijzonder over abnormaal gedrag en wordt er in dit geval gemeten tegen een groep normale individuen. Dat gevoel van abnormaliteit kan soms de aanstoot geven tot het zoeken van hulp. Er kan zelfs sprake zijn van psychopathologie, ofwel een psychische stoornis. Maar wanneer mogen we op een psychologisch verantwoorde manier spreken van abnormaal of pathologisch gedrag? Aan de classificatie van psychische stoornissen liggen verschillende zaken ten grondslag waarmee het mogelijk is om mensen te diagnosticeren en specifieke hulp te bieden bij hun problemen doormiddel van classificatie. In dit artikel zal ik uiteenzetten wat abnormaal gedrag is en hoe dit wordt gebruikt om diagnoses te stellen tot slot zal je zien wat voor gevolgen een diagnose heeft. Om abnormaal gedrag te beschrijven wor-
den een aantal criteria gebruikt. De volgende criteria worden daarvoor gebruikt: persoonlijk leed, conformiteit problemen, risicofactoren, gevaar voor zichzelf en de omgeving, onvoorspelbaarheid, gedrag dat strookt met sociale normen en irrationaliteit. Bij persoonlijk leed moet gedacht worden aan ongemakkelijkheden in het dagelijks leven die het individu als erg onprettig ervaart en waaronder een individu lijdt. In het geval van een sociale angststoornis kan dit een agorafobie zijn waarbij de cliënt zich dus erg onprettig voelt in de openbare ruimte. Risicofactoren hebben vaak statistische relevantie: een cliënt die in zijn of haar jeugd een ernstig trauma heeft meegemaakt heeft meer kans op het ontwikkelen van een depressie of een angststoornis. Een risicofactor voor schizofrenie is bijvoorbeeld het roken van cannabis. Bij conformiteit problemen heeft de cliënt moeite zich aan te passen aan verschillende situaties of bestaand gedrag te manipuleren. Een mooi voorbeeld hiervan is de obsessief compulsieve stoornis (OCD) waarin de cliënt vaak een obsessieve drang voelt om bepaalde rituelen uit Gymnorhina 12
te voeren zoals het wassen van hun handen. De cliënt wil het gedrag wel veranderen maar is doodsbang dit te doen. In dit geval (en in nog vele andere stoornissen zoals verslaving) is er sprake van ambivalentie: wel willen veranderen maar dit uit angst niet kunnen. Bij OCD is er ook sprake van anterograde amnesie waarbij een geleerd patroon zodanig geautomatiseerd is dat het moeilijk te veranderen is.
Om algemene opvattingen te hebben over wat acceptabel is, is de DSM de Diagnostic and Statistical manual of psychological disorders (DSM) samengesteld. De DSM wordt wereldwijd gebruikt om psychische abnormaliteit te diagnosticeren. Om maar een voorbeeld te noemen: enkele edities geleden stond homoseksualiteit nog in de DSM vermeld als psychische stoornis, heden ten dagen in de DSM-5 is dat niet meer het geval.
Onvoorspelbaarheid in de psychopathologie omvat roekeloos gedrag waarin de cliënt vaak een gevaar is voor zichzelf en/ of voor de omgeving. Dit gedrag steekt vaak af tegen de sociale normen zoals dat je iemand geen fysiek geweld aan mag doen om je woede te uiten. Irrationaliteit tot slot duidt er op dat cliënt niet in staat is rationeel te denken en waarbij realiteit, wanen en hallucinaties door elkaar heen lopen.
Het diagnosticeren van de cliënt drukt niet alleen een stempel op de cliënt zelf maar laat de cliënt ook anders naar zichzelf kijken. Dit heeft verschillende voor- en nadelen voor de behandelaar en de cliënt. Enkele voordelen van classificatie zijn: het hebben van een gemeenschappelijke taal wat het ook makkelijker maakt om onderzoeksliteratuur te verzamelen. Tevens maakt het voor derden ook duidelijk in welk spectrum de klachten zitten. Er hangen echter ook veel nadelen aan het classificeren van cliënten met psychische klachten. Heterogeniteit speelt hier een belangrijke rol in. Dezelfde
Het punt van het stroken met sociale normen is echter discutabel gezien de tijdsgeest daar een belangrijke rol in speelt.
classificatie heeft vaak een heel ander beeld en etiologie in cliënten met als gevolg dat er een mismatch is van problemen die niet goed passen in het classificatiesysteem. Bovendien is de classificatie niet de oorzaak van de problemen bijvoorbeeld: ik ben niet neerslachtig omdat ik depressief ben maar mijn neerslachtige klachten vallen in het depressieve spectrum. Het probleem van classificatie is vaak dat het onvoldoende in de individuele context wordt geplaatst. Tot slot zou ik daarom willen benadrukken hoe belangrijk het is, het psychologisch disfunctioneren per cliënt te bekijken door bijvoorbeeld gebruik te maken van hiërarchische Multi-dimensionele modellen. WaarbijDe behandelaar moet zicht dus ten alle tijden richten op de klachten van de cliënt. Literatuur:
Marvin Kerstens
Rosenhan, D. L., & Seligman, M. E. (1995). Abnormal psychology. WW Norton & Co. American Psychiatric Association. (2013). Diagnostic and statistical manual of mental disorders (DSM-5®). American Psychiatric Pub.
Gymno
Gymnorhina 13
Carrièretijger: Sjoerd Repping Voor deze editie van de Gymno met als thema ‘normaal doen’, ben ik op bezoek geweest bij S joerd Repping, Hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde van het AMC, hoofd afdeling voortplantingsgeneeskunde én vader van drie kinderen! Voor Sjoerd Repping is h oogleraar zijnwerkelijkheid geworden en inmiddels heel normaal. Door zijn gigantische motivatie en te zijn op de goede plek op het juiste moment, staat hij nu met 42 jaar aan de top van de voortplantingsgeneeskunde.Het begon allemaal na zijn studie medische biologie aan de UvA.
Hoe zag je je toekomst toen je af- movendi werden aangenomen. Dan vuldig, maar als iets tien dagen over gestudeerd was aan de middelba- gaat het in een keer in een stroomver- datum is, is het vaak niet cruciaal. Ik snelling. Nieuwe dingen die daarvoor vind het v erder leuk om na te denken re school? niet konden waren ineens mogelijk. over de systematiek en strategie van “Toen ik klaar was met de middelba- Het was eigenlijk een soort toeval dat de patiëntenzorg en om afwegingen te re school kwam ik in aanraking met ik die kant op ging. Hoewel ik bewust maken van de voor- en nadelen; hoe Medische Biologie. Geneeskunde leek heb nagedacht over Medische Biolo- is de dynamiek en wat moet je daar me in eerste instantie ook leuk, maar gie en onderzoek doen is het verder dan mee? Terwijl je als bioloog meestik wou onderzoek doen en begrijpen allemaal van het een op het ander ge- al verder weg staat van de praktijk.” hoe dingen werken.” Toch kwam de komen.” twijfel terug toen de vakWat vind je je belangken op het AMC die met rijkste functie of bijdrade kliniek gerelateerd wage die je kunt leveren? ren, erg leuk bleken. Het ziekenhuis trok hem, om‘Kennis is niet statisch, kennis is in be“Voor onderzoek denk ik dat het dicht bij de mens weging. Wat je vandaag leert, daarvan dat de meest belangrijke staat. “De combinatie van bijdrage de scholing is van onderzoek doen en de toeis over vijf jaar de helft niet meer waar. nieuwe onderzoekers. Het passing op patiënten was Het probleem is dat je niet weet welke gaat daarbij voor mij nu erg interessant.” Na een niet meer zozeer om de uitstage bij het AMC, het helft het is.’ komsten van de resultaten NKI en Sanquin stonden of de artikelen maar meer er drie deuren open voor om het kritisch nadenken, een promotieonderzoek. wat daarbij komt kijken. Op gebied Het AMC zocht echter iemand die promotieonderzoek wilde doen én Vond je het leuk om dan uiteinde- van patiëntenzorg denk ik dat het bedaarnaast klinisch embryoloog zou lijk toch klinisch opgeleid te wor- langrijk is dat we proberen om nieuwe innovaties in de zorg te brengen en te willen worden, die kans heeft hij aan- den? evalueren of patiënten wel echt baat gegrepen. Zijn carrière nam een ver- snelling door hard te werken en z oals “Het is eigenlijk een biologen functie: hebben bij behandelingen en zo ja gezegd op het juiste moment, op de je leert alle laboratoriumhandelingen bij welke dan. Mijn afdeling heeft bijjuiste plek te zijn: de formule voor van de kunstmatige voortplantings- voorbeeld in Nederland voor het eerst succes. ‘Ik was op de plek waar het technieken zoals IVF, ICSI, sper- de biopsie van de testes, de TESE, en humane genoom voor het eerst ge- mabewerking en het invriezen van het invriezen van eicellen geïntrodusequenst werd en er kwam toen veel humaan materiaal. Het is heel leuk ceerd. I ets wat daarvoor nog niet modata uit voort die andere mensen niet dat het zo direct toepasbaar is. In de gelijk was.” hadden. Er werden goede papers ge- kliniek heb je maar één kans, terwijl publiceerd, beurzen volgden en pro- als je onderzoek doet ben je ook zorg-
Gymnorhina 14
Wat zou je nog willen ontdekken? ik geen tijd voor”. “Dan Welke (kleine) aanpassing van de zeg ik: Alsof ik wel tijd wet zou je toestaante onderzoe- heb voor kinderen!? Het wordt er echt niet ken wat je nog zou willen weten? rustiger op”. “Voor het onderzoek van onze afde- ling, voortplantingsgeneeskunde, zou het heel goed zijn als we embryo’s “Natuurlijk moet je zouden mogen maken. Want veel genieten van je jeugd van wat we willen bestuderen; als het en je vrij voelen. Als je bijvoorbeeld gaat over IVF behande- op je 18e kinderen hebt lingen, vereisen het gebruik van men- plaats je jezelf al vrij snel maselijke embryo’s. Er worden wel em- in het vakje ‘gezin’. Aan de ken. bryo’s beschikbaar gesteld die ‘over’ andere kant komt er ook een Natuurzijn bij IVF behandelingen maar die moment waarop je misschien vollijk zaten er zijn al vier dagen oud. De fase van daan bent van die volledige vrijheid. wel eens drukke dag één tot dag drie is juist ook heel Eén ding verandert niet, de chronolo- periodes tussen, maar het is allemaal interessant, h elaas zijn die embryo’s gische tijd voor vrouwen om kinderen prima gelopen. Daarmee laat je aan niet beschikbaar voor onderzoek om- te krijgen. Besef je wel dat als je het je kinderen zien dat het kan; carrièdat ze dan alleen gekweekt mogen uitstelt, het soms juist ingewikkelder re maken én (3!) kinderen opvoeden. worden voor het bewerkstelligen van kan worden en dat niet alles meer We hebben er allebei bewust voor een zwangerschap bij een patient. vanzelf kan gaan. Je kan natuurlijk gekozen om het zoveel mogelijk geDe embryo’s die we nu onderzoeken IVF laten doen of eitjes invriezen lijkwaardig te doen. Er was carriere kunnen ons niks zeggen over de eer- maar het liefst word je thuis spontaan ruimte voor beide. Het is belangrijk ste drie dagen van de ontwikkeling, zwanger. Bovendien is IVF helemaal voor jezelf om naar huis te gaan als die waarschijnlijk wel het meest effect niet een oplossing voor oude eitjes, die dat goed voelt en werkt wanneer er hebben en een bepalende factor heb- doen het bij IVF net zo slecht als bij dingen afgerond moeten worden. Die ben op de klinische zorg die je daarna spontane conceptie. De balans daarin balans is bij ons heel goed. Het heeft is erg belangrijk; wanneer hou je op ook voordelen om vroeg kinderen te toepast.” volledig vrij te zijn en ga je richting hebben, ze zijn nu redelijk groot (9, een gezinsleven? Dat is een ingewik- 12 en 14) en we krijgen weer meer Je begint colleges soms met de kelde kwestie, want we willen voor- ruimte voor onszelf terwijl we nog vraag “Wie heeft er hier kinde- afgaand aan kinderen het liefst een jong zijn (42 en 45).” ren?” We krijgen in Nederland goed inkomen, een stabiel leven, een redelijk laat kinderen (gemiddeld goede partner etc. Wat ik bedoel is dat 29,4 voor vrouwen en hoogopge- tijd hebben om kinderen op te voeden In een ander interview vertelde je leide vrouwen gemiddeld 34 jaar). daarbij eigenlijk geen issue is. De tijd dat er in de medische wereld nog die je daarvoor beschikbaar hebt of een sterk leermeester-volg sysKrijgen we te laat kinderen? wilt maken wordt toch niet beter, het teem heerst. Vind je dat het we Als ik de vraag stel “Wie heeft er kin- is nooit een goed moment om kinde- tenschappelijk onderwijs anders deren?” gaat iedereen lachen. Als ik ren te krijgen.” moet? dan vraag “Wie wil er kinderen?” gaan alle handen omhoog. Vervolgens “Ik denk dat het met name bij de gestel ik de vraag, “Wie kan er kinderen “ Ik heb nu drie kinderen. Eén jaar neeskundeopleiding beter kan. Bij gekrijgen?” en dan steekt de helft twij- voordat ik promoveerde, kwam de eer- neeskunde is het vooral toch nog vaak felend de hand in de lucht. Ze zitten ste ter wereld. Terwijl mijn vrouw een rijtjes stampen en je wordt technisch in theorie namelijk allemaal in hun opleiding volgde tot gynaecoloog en wel vaardig maar er wordt in mijn vruchtbare periode maar zeker weten nog bezig was met haar promotieon- ogen te weinig aandacht geschonken doen ze het nooit. De vraag die dan derzoek, werd ons tweede kind gebo- aan een kritische blik en het aanleren volgt is: ‘Waarom heb je geen kin- ren. We hadden uiteindelijk een gezin van vermogen om te blijven verandederen? Dat is een interessante vraag, bestaande uit drie jonge kinderen, een ren als er nieuwe kennis en inzichten waarom je geen kinderen hebt terwijl vader die reeds gepromoveerd was en komen. Kennis is niet statisch, kennis je het nu wel kan en weet dat je het ooit een moeder die aan het promoveren is in beweging. Wat je vandaag leert, op een dag niet meer kan. De respons was en haar opleiding voltooide tot daarvan is over vijf jaar de helft niet uit de zaal is vaak iets als: “Daar heb gynaecoloog om vervolgens carrière te meer waar. Het probleem is dat je niet
Gymno
Gymnorhina 15
weet welke helft het is. Je moet dus blijven leren en dat vraagt van mensen dat ze blijven veranderen. Maar verandering is moeilijk voor dingen die ‘al jaren zo gaan’. We moeten ons afvragen waarom we dingen zo doen in de zorg zonder te antwoorden met “dat heb ik zo geleerd” of “we doen het al jaren zo”. Het is belangrijk dat een dokter snel kan handelen in noodsituaties, maar de andere kant zou het goed zijn als er kritischer gekeken werd naar de huidige geneeskunde en de kennis die we daarbij voor waar aannemen.” Gewetenschap, wat doen we er mee? “Kennis moet je delen, maar tegelijkertijd is het in de wetenschap belangrijk om de eerste in iets te zijn. De regel is nu dat je drie gepubliceerde
artikelen moet hebben voor een promotie. Maar het uitvoeren van doordacht onderzoek komt daarmee soms in het geding. Het begint soms bij de basis al. Onderzoekers moeten beter geschoold worden om relevant onderzoek te doen. Door de publicatie- en tijdsdruk (je moet namelijk binnen vier jaar je PhD halen) ontstaat er een gejaagd gevoel. ‘Je hebt vaak meer aan een lange termijn visie. Maar de wetenschap is daar niet uniek in, wellicht is het wel onderdeel van deze samenleving, snel scoren en minder belang hechten aan grote veranderingen die per definitie lang duren.” Kunnen we iets doen tegen die druk als toekomstige wetenschappers? “Druk is niet erg in de zin van prestatie, de beste druk is de druk die je
jezelf oplegt. Helaas kan de externe druk de interne druk verminderen. Interne druk is goed, externe druk iets minder. Als mensen druk voelen van buitenaf kan dat de motivatie verminderen. Probeer vooral te genieten van onderzoek doen en laat je begeleider zich zorgen maken over of jouw onderzoek en resultaten straks proefschrift waardig zijn of niet. Ik denk dat we er zorg voor moeten d ragen dat wetenschappers geen productiemachines worden voor het publiceren van artikelen. Publiceren is een middel, geen doel.” Door: Meagan Doppegieter
Gymnorhina 16
Illusie: een normaal dieet Vroeger consumeerde men voornamelijk voedzame etenswaren, voeding was bedoeld om ‘voedzaam’ te zijn. Echter, zijn er ten dage veel mensen die eten tegen de verveling of onbewust verslaafd zijn aan minder gezonde voeding. Het gaat hierbij over voedsel dat niet enkel wordt ingenomen om te voldoen aan de dagelijkse voedingsbehoeften, maar wat wordt gegeten vanwege de verslavende ingrediënten waar de mens gevoelig voor is. Daarnaast is er een speciaal type eters ontstaan, welke bepaalde bestanddelen uit voeding niet willen of niet mogen innemen. Denk hierbij aan de vegetariërs, veganisten, pescotariërs, mensen die alleen magere melkschuim drinken en iedereen daartussenin. Wat is het nieuwe normaal eten en is dat ‘normaal eten’ gezond? De normale en buitensporige eters 85% van de Nederlandse bevolking consumeert meer zout dan de aanbevolen richtlijn volgens het RIVM. Uit een voedselconsumptiepeiling van het RIVM blijkt dat de gemiddelde Nederlander daarbij twee tot drie maal de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid suiker inneemt. Er blijkt dus geen algemene definitie van ‘Normaal eten’ te zijn. Hyperpalatabel voedsel is voedsel wat verslavend is en waar meer vet, suiker, zout, smaakstoffen en voedingssupplementen aan toe worden gevoegd. Deze overvloed aan smaken en koolhydraten kunnen tot verslaving leiden zo lieten Johnson en Kenny (2010) een positief verband zien tussen het neurale beloningssysteem van zwaarlijvige ratten, wat vergelijkbaar is voor de achterliggende mechanismen bij drugsverslaving. Bewerking van voeding kan daar een grote invloed op hebben, zo werd in een studie van Schulte et al. 2015 aangetoond dat hoe meer bewerking er werd toegepast op het voedsel, des te meer mensen eraan verslaafd raakten (pizza en chocolade werden daarbij als voorbeelden genoemd). Verder werd een hoger vetgehalte in verband gebracht met eetgedrag wat tekenen van verslaving vertoont. Mensen die gevoelig zijn voor hyperpalatabele voeding kunnen dus buitensporig eetgedrag vertonen door de verslavingsgevoeligheid van het voedsel. Dit soort eters hebben een verhoogd risico op obesitas en andere ziekten die te maken hebben met verhoogde inname van suikers en vetten. De vegetariërs en veganisten In Nederland staat ongeveer 5% van de mensen bekend als vegetariër of veganist. De vegetariër eet geen producten van dode dieren. Vegetariërs eten voornamelijk plantaardig voedsel, wat wordt aangevuld met vegetarische dierlijke producten als honing, zuivel en eieren. De vegetariër heeft volgens onderzoek van Pérez-Martínez (2017) een verminderd risico op een metabool syndroom (MetS). Het klassieke voedsel wat in het Mediterrane deel van de wereld veel wordt gegeten ( fruit, groente, noten en olijfolie als vetbasis) blijkt een verminderend effect te hebben op de ontwikkeling van MetS en cardiovasculaire ziekten. In een studie van Hall (2017) blijkt echter dat het niet ontbreken van vis in het dieet een verhoogd risico oplevert voor coronaire hartziekten door de verlaagde ω-3 inname. Een goede cardiovasculaire gezondheid kan worden bevorderd door Eicosapentaeenzuur (dierlijke omega-3) wat kan ontstaat uit plantaardige Alpha-linoleenzuur (ALA) maar de omzetting hiervan wordt verhinderd door een te hoge inname van plantaardige ALA en daarom hebben vegetariërs niet genoeg aan plantaardige omega-3. een veganistisch dieet schijnt erg goed te werken voor huidproblemen als acne en psoriasis. Uit een onderzoek van Afifi et al. (2017) bleek dat 70% van de onderzochte psoriasis patiënten goed herstellen nadat zij beginnen aan een veganistisch dieet. Ook voor acne blijkt een op planten gebaseerd dieet met voornamelijk veel vezels en polyfenol te werken (Clark et al. 2017). Soms is de reden voor een veganistisch dieet, het vermijden van dierlijke antibiotica resistente (AR) genen. Milanović et al. (2017) suggereert echter dat er een geografische oorsprong van de aanwezigheid van de AR genen bestaat. Het eten van meer vlees, melk of andere dierlijke producten binnen de populaties blijkt daarbij geen effect te hebben op de frequentie van de AR genen in deze populaties. Eveline Ilcken
Gymno Gymnorhina 17
Wat is normaal? Drie jaren scheppen het speelveld waar alle voetstappen de scènes van de komende zestig jaar zullen markeren. Voor velen is de bachelor de periode waarin de diversiteit van de wereld tot één breed integratief beeld wordt geschapen. Daarnaast, maar even belangrijk, is het voor hen ook hún periode: Hier begint het allemaal. Het grootste geluk is met mij, dat betuig ik met vol vertrouwen, in de mensen die ik heb ontmoet en wiens rijkdom aan kennis en karakter verreweg de grootste waarde hadden in deze periode. Dit artikel is een ode aan juist die mensen, wiens aantallen veel groter zijn dan je zou denken, die het meest aan iedereen bijdragen op al deze vlakken. Misschien is dit wel een ode aan jou.
vatting van een groep mensen over Wat al deze mensen mij zullen ver- norm te identificeren? tellen is dat zij zich kunnen vinden Hoe ziet de mens de norm? Mensen wat wij tegenwoordig als de waarheid in wat de meerderheid denkt, maar zijn niet in staat de objectieve waar- accepteren. De kracht van een collecwel onafhankelijke denkers zijn en heid te zien, want dat zou veronder- tieve norm is hoe erg wij daar met zijn niet andermans beweringen zonder stellen dat een mens alles zou kunnen allen in geloven. genoeg bewijs accepteren. Zij hebben weten van de wereld om zich heen. De meeste mensen geloven tegende neiging om kritisch te zijn tegen In die zin zien wij slechts subjectieve woordig niet meer dat de zon om de zichzelf, doch hebben ze veel onge- waarheden. Dat geeft het menselijke aarde draait, dat negatieve getallen niet kunnen bestaan en bruikte capaciteit in zich dat de mens niet uit diedie zij nog niet hebben ren hadden kunnen ontbenut. Zij vinden dan ook staan. Om dit compleet dat het heel belangrijk is Kennis geeft macht, de macht om te wijden aan het tekort dat er geïnvesteerd wordt van kennis uit die tijd in de toekomst en zij retoekomstige deuren te openen, is oneerlijk, aangezien flecteren regelmatig op om verschillen te overbruggen of hun keuzes. Voel jij jezelf deze “waarheden” niet te vergroten en om het leven om meteen waren geacals een deel van deze groep mensen? Dan heb cepteerd, zelfs toen er ons heen beter te begrijpen sterk bewijs was dat ik nieuws voor je: Dat is het wel plausibel was. iedereen. De karakteromDit is waar de kracht schrijving in deze paragraaf is een zogenaamde van de normaliteit vanForer Statement: Het betreft de brein een unieke capaciteit, nameli- daan komt, het collectieve geloof in neiging van mensen om vage en al- jk: Het creëren van (subjectieve) een bepaalde norm en daarmee ook gemeen geldende uitspraken over de werelden. Als ik over de wolken vlieg een collectieve afgunst tegen dat wat eigen persoon te accepteren als rake, in het vliegtuig en naar beneden daarbuiten valt. Zelf in de tegentyperende omschrijving, zonder zich kijk, dan besef ik pas hoe klein deze woordige tijd strijden wij met zulke te realiseren dat diezelfde omschrijv- werelden zijn die wij scheppen, al he- collective agreements. Niet alleen in ing voor bijna iedereen opgaat. Dit is lemaal die van één mens alleen. Voor de maatschappij, maar ook met onslechts een generaliserende beschri- normaal, in mijn subjectieve visie, is szelf. Ik zal hieronder kort beschrijven jving die ik heb geschreven voor de een representatie van de bundel aan hoe mensen die ik heb ontmoet, in doelgroep Nederlandse Studenten. informatie die wij hebben opgedaan mijn nederige opvatting, van de norm Lees de omschrijving nog eens goed over de wereld in- en om ons heen. deviëren in kennis en karakter. na. Waarom hebben wij zo een affi- Maar deze informatie, is in zichzelf niteit voor dit soort statements? Nog geen object, het is al interpretatie Kennis breder: Waarom hebben wij een aan een objectief iets en in die zin, is An investment in knowledge pays the best abnormale obsessie om ons met de normaal slechts een gemiddelde op- interest.
Gymnorhina 18 18
-Benjamin Franklin Een brede horizon verbreid onze capaciteit om de subjectieve werelden te creëren waar wij ons in willen omgeven. Kennis geeft macht, de macht om toekomstige deuren te openen, om verschillen te overbruggen of te vergroten en om het leven om ons heen beter te begrijpen. De vrijheid van de universiteit is de grootste katalysator tot iedere students beschikking. Een van de grootste schatten die ik heb opgedaan op dit gebied is het leren leren. Kennis betaald de beste rente zoals Benjamin Franklin zou zeggen. Het sneller en beter leren opdoen van kennis is dan ook cruciaal voor iedereen met een ambitie. Wat ik hier heb geleerd van meesters in het kennis vergaren is dat je altijd moet blijven doorvragen. Geen enkele vraag moet onbeantwoord blijven, uitgesteld worden voor later. Nee…het antwoord moet er nu zijn. Het is niet jouw kritische houding ten opzichte van de kennis die het verschil maakt, maar juist de kritische houding tegenover jezelf van de beperkingen in jouw kennis. Test jezelf, test de assumpties die je maakt over wat dan ook in het leven, staan ze wel echt zo sterk? Wees
nieuwsgierig, leer over alles wat je kan leren, zelfs al lijkt het in de eerste plaats niet als iets wat je meteen leuk vindt. Slaag je er in om hierin te excelleren en je zal zien hoe erg je prestaties vooruit gaan ten opzichte van mensen die alleen het korte termijn in vizier hebben. Invest in your capacity to earn knowledge, and reap the benefits later. Karakter “Your time is limited, so don’t waste it living someone else’s life. Don’t be trapped by dogma— which is living with the results of other people’s thinking. Don’t let the noise of others’ opinions drown out your inner voice. And most important, have the courage to follow your heart and intuition. They somehow already know what you truly want to become.” -Steve Jobs Veel jonge mensen leven in de stress van keuze paralysie, ze weten niet wat ze later willen doen en voelen een enorme druk omdat ze nu de juiste keuzes moeten maken. Daarin voelen ze zich verantwoord om de keuzes te maken die anderen om hen heen voor hen goed achten. De ouders, de vriendin, de vrienden die staan er allemaal
achter, maar jij eigenlijk diep van binnen niet. Zoals ik al eerder zei, de universiteit is de katalysator van kennis, dit is niet alleen kennis van buiten maar ook kennis van jezelf. Laat jezelf niet stoppen door wat het juiste is om te doen, maar laat jezelf los en begeef je in velen activiteiten en kringen. Ervaar het allemaal, er is niks ergers dan je studie periode achter je te hebben gelaten met het gevoel er meer uit te kunnen hebben gehaald. Er zijn meerdere wegen naar Rome, zo ook in voldoening uit je leven, maar dit vereist wel dat je deze wegen ook daadwerkelijk bewandelt. Eigenlijk is het enige wat ik wil zeggen…ga naar buiten, ga wat doen, bezoek kringen die je nooit eerder hebt bezocht, leer iets wat al 100 jaar vergeten is, verbeter jezelf, onderneem actie en bovenal: Doe ongewoon abnormaal.
Tony Zeljkovic
Gymno
Gymnorhina 19 19
DRANKSPELLEN Ben jij bussen, icarussen, juffen, kamelenrezen, titanic’en, mexxen, kingsen en al je andere standaard drank spelletjes nou even he-le-maal zat? Hopelijk vind je hier dan een verfrissend alternatief om toch spelenderwijs dronken te worden!
Fiven Een ronde begint doordat speler 1 een getal wat een veelvoud van 5 is noemt. Dit getal kan maximaal het aantal spelers maal 5 zijn. Iedere speler die meedoet moet namelijk vervolgens tegelijkertijd of 0 (vuist) of 5 (open hand) kiezen. Wanneer de speler die moest gokken het goed heeft, moet iedereen behalve die speler drinken en is de volgende aan de beurt. Wanneer de speler het fout heeft moet hij opnieuw, totdat hij het 5 keer fout heeft geraden, dan is de volgende. Bieden De speler die aan de beurt is gooit met de dobbelsteen en zorgt ervoor dat alleen hij of zij het aantal gegooide ogen ziet. Aan de hand hiervan zet de speler een bod in, in aantal slokken bier. De speler die naast je zit (met de klok mee gezien) heeft nu drie opties. 1. Hij gaat het duel aan voor het aantal geboden slokken. Dit betekent dat hij hoger moet gooien dan de ander net heeft gedaan. De speler die het laagste aantal ogen gooit moet de geboden slokken drinken. Als beide spelers hetzelfde gooien, moeten ze dubbel de inzet drinken. 2. Hij geeft op en moet de helft van de geboden slokken drinken. 3. Hij biedt hoger dan het oorspronkelijke bod. Dit kun je doen als je denkt dat de speler gewoon loopt te
bluffen. Nu moet de speler die het oorspronkelijke bod deed beslissen of hij meegaat met de raise of niet. Doet deze speler dat niet, dan moet hij de helft van de raise drinken. Gaat de speler wel mee, dan wordt het duel weer uitgevochten. De speler die de raise heeft gedaan
2: Dobbelsteen doorgeven naar links of rechts 3: Een persoon aanwijzen die 5 slokken moet nemen 4: Dobbelsteen aan een willekeurig persoon geven 5: Een persoon aanwijzen die 3 slokken moet nemen 6: Zelf 5 slokken nemen Dierenspel Een simpel biologisch drank spelletje. De speler die begint noemt een random dier. Hierna noemt men om de beurt een dier op dat begint met de laatste letter van het vorige dier dat genoemd is. Als iemand niet een dier weet, te lang moet nadenken of een dier noemt dat al eerder is geweest, moet deze drinken.
gooit met de dobbelsteen. De speler die het laagst gooit moet de verhoogde inzet drinken. Dobbelen Bij dit spel heeft iedereen bij de eerste ronde een dobbelsteen, of indien er minder dobbelstenenen zijn, zo veel mogelijk deelnemers een dobbelsteen hebben. Iedereen die een dobbelsteen heeft mag gooien en doet wat bij het gegooide getal hoort: 1: Zelf 3 slokken nemen
Driemannen Driemannen is een spel dat gespeeld wordt met twee dobbelstenen. Om de beurt mag elke speler met de dobbelstenen gooien. Daarna volgt een bepaalde actie, afhankelijk van het gegooide aantal ogen. 3 totaal: De speler die in totaal 3 ogen gooit (dus 1-2), is vanaf dat moment de zogenaamde drieman. Zolang een speler de drieman is, moet deze altijd drinken wanneer er een 3 wordt gegooid (bijvoorbeeld 3-5, of 3-3). Wanneer een andere speler 3 ogen gooit, is vanaf nu hij of zij de Gymnorhina 20 Gymnorhina 20
Gymno Column drieman. Dubbel: Wanneer een speler twee dezelfde getallen gooit (zoals 2-2 of 5-5), mag deze speler het gegooide getal in slokken uitdelen aan de andere spelers. Hoe je de slokken verdeelt, mag de speler zelf beslissen. 8 totaal: Bij een totaal van 8 ogen (bijvoorbeeld 2-6) wordt er door deze speler een regel verzonnen. Deze regel mag echt alles zijn. Bij het overtreden of vergeten van een regel moet de speler drinken, totdat hij of zij het wel goed doet. 11 totaal: Wanneer er 11 ogen worden gegooid (5-6) mag de speler één van de verzonnen regels afschaffen. Als er nog geen regels bestaan, mag de speler juist een regel verzinnen. Overige getallen: De speler neemt het aantal slokken van zijn hoogste dobbelsteen. Het is tijdens het hele spel verboden om de dobbelstenen van iemand aan te pakken, voordat deze op tafel neergelegd zijn. Doe je dit toch, dan moet je drinken! Kaartje blazen Een glas wordt gevuld met een vorm van alcohol en een pak kaarten wordt er bovenop geplaatst. Om de beurt blazen de spelers vanaf de zijkant kaarten van de stapel. Degene die de laatste kaart(en) er af blaast, moet het glas opdrinken. Zijn deze drankspelletjes toch iets te mild voor jou? Dan hebben we nog het Russische Bear Paw. Spelen op eigen risico: Het spel begint met een groot glas bier. Vervolgens neemt iedere speler een slok bier en vervangt het gedronken bier met vodka. Dit gaat door tot het glas alleen nog maar pure vodka is. Dan wordt elke keer het glas aangevuld met bier totdat het glas alleen nog maar bier is. Etc. etc. Anne Kappert
Door Louise Buijs Lieve Congolees, Mogelijk ben je op dit moment lekker aan het niksen in de Congokamer. Niks mis mee, maar dat biertje in je hand van 50 ct vormt opgeteld bij de nog komende biertjes en de daarop volgende Donner die je straks haalt in toch auwtsj voor je centjes. Geld is iets wat ik van kinds af aan al leuk vond om te hebben, maar ik ben nu toch echt op een leeftijd aangekomen dat ik het ook echt nodig heb, en ik gok zomaar dat ik niet de enige student ben die liever meer dan minder geld op zijn rekening aantreft. Een half jaar geleden had ik een geweldige baan. Ik werkte in een restaurant bij mij om de hoek. De tent was zo scheef als t maar kon, baas coke verslaafd en alcoholist, maar wel ongelofelijk grappig. Hij betaalde zwart en ik maakte op een avond EZ 80 eu. Soms mocht ik zelfs afsluiten en dan gewoon mijn vrienden uitnodigen en daar lekker drinken. Geweldige herinneringen aan die plek. Helaas heeft hij besloten de tent te sluiten en zat ik zonder werk. Ik vreesde al dat ik nooit meer zulk leuk werk zou vinden als ik had en overwoog toen maar bij de Ap te gaan werken. Maar ik vond horeca wel heel leuk dus solliciteerde bij een heel chique restaurant, ik werd aangenomen en moest keihard werken voor horeca minimumloon. Na heftige twijfels, - ik was naïef en dacht ik werk hier nu toch al, het wordt vast beter & geen zin om iets anders te zoeken - heb ik toch met een brok in mijn keel gezegd dat ik ermee wilde stoppen. En nu komt de moraal van het verhaal, ik zat weer zonder werk en de zomer vakantie naderde nog verder. Uit paniek herinnerde ik me dat iemand me ooit vertelde dat hij bij een toeristen cafe op Leidse werkte en daar behoorlijk goed geld verdiende. Ik heb die persoon gecontacteerd en meteen bij de zaak in kwestie gesolliciteerd. Heb er nu één keer gewerkt, en ik geloof bijna zelf niet wat ik nu ga zeggen; Niet alleen mijn vertrouwen in het bestaan van leuke werkgevers in de Amsterdamse horeca is hersteld, ik ben er ook nog achter gekomen dat toeristen(-tenten) zo erg nog niet zijn. Een avondje werken heeft me 35 euro fooi, een huwelijksaanzoek, 4 teruggekomen klanten, een gratis croque monsieur van de zaak (cheese = life), en een hilarische avond opgeleverd. Dussss, als jij jouw werk ein bisschen ‘meh’ of eigenlijk gewoon kut vindt, neem dan ontslag! Werken kan oprecht leuk zijn, je hoéft je niet te verlagen tot het niveau van een minimumloon-slaafje. Misschien moet je even zoeken maar uiteindelijk zul je blij zijn. Groetjes Louie
Gymno
Gymnorhina 21 Gymnorhina 21
De LustrumCie We zijn terug! Na een schamele drie (vier?) jaar afwezigheid is de LustrumCie weer begonnen met het organiseren van Lustrumactiviteiten. De scherpere lezers zullen nu denken: huh, was laatst niet de 98ste dies? Zijn lustrum festiviteiten niet elke vijf jaar? Zijn ze de draad volledig kwijt bij Congo? In antwoord daarop achtereenvolgend: Ja, ja en mwah niet volledig. Zoals jullie hopelijk weten, en anders vanaf nu weten, wordt Congo binnen afzienbare tijd 100 jaar oud. Dat vinden wij een dingetje, misschien zelfs wel een ding. Daarom is besloten om al vrij vroeg te beginnen met nadenken over het lustrum en alles wat daar bij komt kijken. De huidige kanjers in de LustrumCie zijn niet per se de mensen die tijdens het 100ste jaar ook daadwerkelijk in deze commissie zitten, maar wij leveren stil en bescheiden het epische voorwerk, zodat het daarna lekker makkelijk te regelen is. Wij zijn dus vergelijkbaar met een cameravrouw/man op een filmset, iedereen kent de hoofdrolspelers van de film, maar zonder ons is de film best ruk. Nu denk je misschien, sjeumig, dit klinkt als een hele leuke besteding van mijn vrije tijd. Dat klopt! En we hebben nog meer goed nieuws, ergens rond januari komt er weer een open vergadering om mensen te vinden die ons voorwerk willen afmaken. Daarnaast gaan we in september al op zoek naar Congolezen die graag vereeuwigd worden in de almanak en dus in de AlmanakCie willen plaatsnemen. De keuze is dus reuze. Aangezien wij voornamelijk bestaan uit simpele stervelingen en halfgoden, nemen wij ook graag suggesties aan voor activiteiten of ideeën voor het lustrum. Hoe beter je die zelf al hebt uitgewerkt hoe groter de kans dat we het een blik gunnen. Dan als kleine tease voor één van de plannetjes: Willy wel of Willy niet?
Gymnorhina 22
Antwoorden kruiswoordpuzzel AMPA Receptor die een belangerijke rol heeft in LTP. Encephalitis Ontsteking van het brein. Insula Hersengebied dat verborgen ligt achter de temporaal kwab. Rosaceae Familie van tweezaadlobbige planten waarvan de bloemen meestal 5 kroonbladen hebben. Immunoglobuline E Antilichaam dat een belangrijke rol speelt in allergische reacties. Koala Diersoort waarbij chlamydia heerst. Huid Het grootste orgaan van de mens. Narwhal Arctische tandwalvis. Alpaca Dier dat ook wel bekend staat als ‘berglama’. Pilosa Latijnse naam voor de orde waar luiaards toe behoren. Area Postrema Hersengebied dat niet bedekt is door de bloed-brein barrière. Glia Type cel waaruit ongeveer 85% van het brein bestaat. Sarcoplasmatisch Reticulum Organel aanwezig in spiercellen dat van belang is bij de opslag van calcium ionen. Methylatie Epigenetische process waarmee de activiteit van een stuk gen veranderd. Xerofyt Plant die aangepast is aan omstandigheden waarin weinig vocht beschikbaar is. Panda Zwart-wit dier dat taxonomisch gezien als carnivoor wordt ge classificeerd maar vrijwel een herbivoor dieet heeft. Fosfolipide Molecuul dat veel voorkomt in het celmembraan. Ribozyme RNA molecuul dat een rol speelt in de afbraak van biologische pro - ducten. TOMcomplex Eiwit complex dat eiwitten over het mitochondriaal membraan transporteert.
Gymnorhina 23
Kruiswoordpuzzel door Anne Kapppert