September 2009
1
In ho ud so pg av e
Redactioneel De Ware - van de voorzitter
4
De studiespil
7
van de academische wereld
8
Congo’s agenda De voedselketen
5
6
In den Beginne Tips & trucs voor kamerzoekenden
9
Boekrecensie
14
11
Jeroen’s laatste
12
Eetrecensie WO versus lager opgeleiden
15
Gymno Science Year 1; Issue 1 Toekomstperspectief - Marijn Knip
September 2009
16 18
20
3
Van de redactie
Bezuinigingen Mijn ouders hebben het makkelijk met mijn zusje en mij. We hebben beide meteen de juiste studiekeuze gemaakt, ik heb keurig nominaal mijn bachelor gehaald en mijn zusje loopt ook mooi op schema. Ook minister Plasterk zal bijzonder tevreden zijn met onze prestaties. Tijdens het schrijven van dit stukje is Prinsjesdag enkele dagen terug geweest en ik snap niks meer van wat het kabinet nou eigenlijk wil. We moeten de crisis met zijn allen bestrijden, schouders eronder en het kabinet wil investeren in de toekomst. Met de door de regering gewenste kenniseconomie in het achterhoofd (ze bestoken ons als jaren met termen als ‘excellente studenten’, ‘zesjescultuur’, ‘motivatie’ etc.) zou je dan toch moeten kunnen bedenken dat investeren in het onderwijs dé manier is om een glorieuze toekomst tegemoet te gaan. Maar nee, de tweede studie die juist gevolgd wordt door de gemotiveerde studenten wordt als het aan Plasterk ligt peperduur en de studiefinanciering wordt de komende jaren bevroren. Daarbij moeten universiteiten het doen met een grote toestroom van nieuwe studenten en een budget dat dat eigenlijk niet aankan. Uiteraard wordt al een paar jaar verwacht van studenten dat zij hun studie netjes binnen het voorgeschreven aantal jaren voltooien. Dat is natuurlijk allemaal zeer kostenefficient, maar ik vind het raar. Naar mijn mening is je studententijd zo’n periode waarin je moet kunnen uitzoeken wat je nou eigenlijk zelf wilt en wat de wereld jou te bieden heeft. Daarom ga ik onder het motto ‘nu of nooit’ dit jaar maar eens op reis om wat van de wereld te zien, en mijn zusje heeft besloten om haar talenten te gebruiken als full time penningmeester van haar studievereniging. Ik wil vooral de nieuwe eerstejaars aansporen om je studententijd goed te gebruiken. Je hebt net een studie gekozen, dus probeer daar wat van te maken en er eventueel in uit te blinken, maar lanterfant ook een beetje en doe een keertje lui als dat je op dat moment beter uitkomt. Volg eens een extra vak wetenschapsgeschiedenis of ‘macht en onmacht in het Midden-Oosten’ van het interdisciplinair instituut of ga voor mijn part een half jaar Italiaans doen als dat je leuk lijkt. Lees eens een boek, word kung-fu meester of ga werken op een lab omdat je dat zo leuk vindt. Ga op kamers, jaag al je geld er in de eerste twee weken van de maand doorheen en leef vervolgens tot aan de stufi op rijst met ragout. Ga naar alle hippe feesten, kijk een beetje in het rond en word de nieuwe vrouwenversierder van Congo, maar regel ook die leuke stage en haal ergens tussendoor je bachelor. Kortom, bezuinig niet op je eigen ontwikkeling maar probeer dingen uit, ook al was kung-fu achteraf gezien niets voor jou. Ik studeer lekker een jaartje niet en ben van plan ook een half jaar langer over mijn master te doen. Want zeg nou zelf, jij moet er toch ook niet aan denken om op je 23e een vaste baan te hebben? Liefs, Joyce Buikhuisen Redactiecommissaris
4
September 2009
Van de Voorzitter
De ware
Een perfecte match, op alle vlakken een klik en er komt een hoop passie bij kijken. Een aantrekkings-kracht van hier tot Tokyo, die je hoofd op hol brengt en maakt dat je geen dag zonder kunt. Samen beleef je de mooiste momenten, maar ook lastige, wanneer je een keer geen punten scoort bij de ander. Ik heb de ware reeds gevonden. Of die er ook voor iedereen is, blijft een lastige vraag. Dat iedereen er toch naar op zoek gaat, kan ik ook niet helpen. Het is ook een goede zaak, een doel hebben in het leven helpt ons de dag doorkomen en uitkijken naar morgen. Maar goed, waar was ik. De ware, de zoektocht daarnaar. Ik zie een hoop gebeuren om me heen. Mensen die het moeilijk hebben met hun keuzes. Want daar draait het grotendeels om. Er zijn er zoveel, er is zoveel keus. In alle soorten en maten, waar je maar kijkt. Uiterlijk zegt dat natuurlijk niet alles, maar als die aantrekkingskracht er al vanaf de eerste seconde is, komt dat toch vaak door de uitstraling. Als er daarna ook op een academischer niveau een klik ontstaat, heb je beet en moet je er vooral voor gaan. Anderen zien er van de buitenkant niet zo aantrekkelijk uit, of hebben misschien niet je eerste voorkeur. Maar als je daar toch bij terecht komt en naarmate je er meer tijd in steekt en je helemaal geeft, ontdek je kanten (ook van jezelf ) die je doen verbazen. Misschien is het toch wel de ware voor jou, maar zag je dat eerst gewoon niet. Zoals ik dus al zei, ik heb de ware inmiddels al gevonden. Wij, studenten, gaan allemaal meteen die relatie aan, zodra we beginnen met studeren. Eigenlijk een hele serieuze, maar dat hebben we niet allemaal even snel door. De een steekt er veel tijd in, de ander gaat hier en daar wat vreemd. Maar uiteindelijk willen we allemaal wel met een leuke eindigen. Dus ook al maak je eerst een verkeerde keuze, of kun je door hogere machten (bijvoorbeeld een loting bij een datingshow) de ware niet gelijk in de ogen kijken, make you no zorgen. Ik geloof dat er voor iedereen een ware is. Liefs van mij en de liefde van m’n leven: Psychobiologie. Renée R. Voorzitter Congo Ps. Voor alle mensen die tijdens de jaarlijkse en zeer populaire datingshow ‘Doctor Love’ zijn afgevallen en nu hun biologische instinct maar hebben gevolgd en dit jaar eigenlijk alleen maar op sex uit zijn, omdat jullie nu zogenaamd nog geen serieuze relatie hebben: vaker dan jullie denken vinden mensen van jullie ‘soort’ de ware toch in deze hoek, dus blijf daten!
September 2009
5
CONGO’s Agenda September
di 22
Café Scientifique Bitterzoet
do 24
SEE lecture Lepidoptera Science Park
Vr 25
Discovery ‘09
Een hele nieuwe versie van de uitgaansnacht met inhoud, waarin alles draait om de kick van nieuwe dingen ontdekken. Zoals bij elke goede uitgaansnacht gaan de lekkerste beats hand in hand met de heerlijkste cocktails, maar uiteraard is Discovery meer dan dat. Met onder andere C-mon & Kypski, Baskerville en DJ Missing links. Vrijdag 25 september, 21.00 - 4.00, NEMO Amsterdam
Oktober Do 08
Bezoek Solvay Pharmaceuticals
Om te ontdekken waar jij stage kan gaan lopen, gaat de onderwijscommissie bezoeken aan verschillende bedrijven en instituten organiseren. Op 8 oktober van 13:00 tot 16:00 uur vindt het eerste bezoek plaats, aan Solvay Pharmaceuticals te Weesp. Ontdek naar welke ziektes en neurologische aandoeningen onderzoek wordt gedaan door de farmaceutische industrie, stel vragen aan experts en kijk je ogen uit tijdens de rondleiding! di 13 Lezing over transseksualiteit Door Mick van Trotsenburg (VU) en een ervaringsdeskundige. Science Park ,16.00-17.00 uur. Meer info volgt.
December Wo 09
Congo’s CONGres: Sex, an evolutionary succes story
Elk jaar organiseert de Congrescommissie het CONGres, een conferentie waarbij elk jaar weer een ander disciplinair thema centraal staat. Na het succes van voorgaande jaren is er dit jaar weer een nieuwe commissie opgestaan om een onvergetelijk congres te organiseren met het volgende thema: Sex, an evolutionary success-story. Meer info volgt.
6
September 2009
Opinie
De studiespil
Waar draait nu eigenlijk alles om tijdens je studie? In tegenstelling tot wat menig stoffig ambtenaar of ouderfiguur hierover te zeggen heeft, ben ik van mening dat dit niet het zo snel mogelijk afronden van de juiste studie is. Mijns inziens is studeren niet alleen een goed excuus om onverantwoordelijk en onconstructief met je tijd om te gaan, studenten zijn dit de maatschappij ook verschuldigd. Als je begint aan je studie, heerst vaak het idee dat een keuze is gemaakt die je levensloop op ingrijpender manier beïnvloed dan ooit tevoren. Wat hierbij vaak over het hoofd gezien wordt, is de mate waarop die keuze al gemaakt was voordat hij daadwerkelijk gemaakt wordt en dat hij bovendien gemaakt wordt voordat hij daadwerkelijke gemaakt kán worden. Veel scholieren hebben het idee dat ze al een bepaald pad zijn ingeslagen door voor een profiel te kiezen en dat die grove interesseschatting zich nu toespitst op een vrij definitieve studiekeuze. Dit wordt bevorderd door een overheid die steeds meer nadruk legt op het snel afronden van de studie, en dus het meteen maken van de juiste keuze. Studenten moeten zich realiseren dat niet (alleen) de middelbare school de plek voor toekomstoriëntatie is, maar vooral de Universiteit. Tijdens je studie wordt je door de belastingbetaler een enorme ruimte vol vrijheid en verleiding aangeboden. Die ruimte moet benut worden om als ongeleid projectiel door Amsterdam te schieten. De enige echte verantwoordelijkheid die de Amsterdamse student heeft, is het actief zoeken naar zijn of haar passies, kwaliteiten en grenzen. Laat wel duidelijk zijn, dit zoeken doe je niet door heel lang na te denken terwijl je op de bank bier drinkt en naar friends kijkt. Keuzes maak je in mijn ervaring door dingen uit te proberen. Dit maakt de universiteit een betere keuzeomgeving dan de middelbare school, waar je niet ongecontroleerd alles uit kan proberen. Als je extra vakken wilt volgen aan de UvA hoef je niks extra’s te betalen en je kunt van alle studies vakken doen. Bovendien zijn er veel mogelijkheden om je organisatorisch (bestuur van Congo?) en internationaal (uitwisseling?) te oriënteren. Ik denk dat er wel degelijk goed nagedacht moet worden over de studiekeuze, maar bovenal belangrijk is actief te proberen erachter te komen wat jou nieuwsgierig maakt nu het nog kan. Op die manier is je studie niet alleen een opleiding, een voorbereiding op later, maar ook een passie waar je voldoening uit haalt. De student is dus aan de rest van de maatschappij verplicht om (onverantwoordelijk en met veel bier) bezig te zijn met zijn studie zodat hij zijn ware passie vindt, de student ergens goed in wordt, en daadwerkelijk iets toe kan voegen aan de Nederlandse leefgemeenschap. Gaat nu dus allemaal henen en doet een keer een extra vakje Nederlands of Antropologie, een uitwisseling naar Argentinië of probeer misschien een keer Koreaanse karaoke op de Zeedijk, op zoek naar je ware interesses!
LvS
September 2009
7
De voedselketen van de academische wereld Door GM
Er komt altijd een moment tijdens je studie waarop je denkt: “Wat moet ik doen na mijn studie?”. Aangezien je een wetenschappelijke opleiding doet is een baan in de academische wereld zeker geen gek idee. Voor iedereen die van plan is om deze wereld in te stappen volgt nu een reality check: de academische wereld is één grote voedselketen en op dit moment bevind je je helemaal onderaan.
In Fig. 1 is te zien hoe de voedselketen van de academische wereld in elkaar steekt. Het is een zeer delicaat en gebalanceerd systeem dat compleet hiërarchisch is opgebouwd. Zeer waarschijnlijk ben je op dit moment bezig om je bachelor te halen, in dit geval ben je een undergrad zoals dit in Amerika heet. Het spijt me om je te moeten mededelen dat je een worm bent in de academische voedselketen. De worm wordt opgegeten door de mol, wat in dit geval een Masterstudent is. De mollen graven tunnels en bouwen kelders waar de PhD studenten in kunnen werken. Een PhD student is iemand die bezig is met promoveren. Het halen van een PhD is ongeveer net zo leuk als het schoonmaken van de wc’s bij de jaarlijkse bijeenkomst voor incontinente mensen. En als je dan eenmaal na vier jaar (yeah right) een PhD binnengesleept hebt ben je er nog steeds niet. Hierna word je postdoc, postdocs zijn al hoger dan PhD studenten maar buigen nog steeds diep voor de koning van de voedselketen: de professor. De professor zit achter zijn hoge bureau en commandeert iedereen die onder hem staat. De enige aan wie de professor moet gehoorzamen is God: de funding program manager. Als de professor God genoeg geplezierd heeft stuurt God zijn engel naar beneden in de vorm van een beurs. Met deze beurs kan de professor vervolgens meer postdocs inhuren die hij kan commanderen. PhD studenten zijn ongeveer gratis dus die kan hij ongelimiteerd rekruteren om genadeloos aan het werk te zetten. Dus, als je na het lezen van dit stukje nog steeds zin hebt om de wetenschappelijke wereld in te gaan dan adviseer ik je om PhD comics (www.phdcomics.com) te gaan lezen, een briljante strip over het leven als PhD student. Als je er dan nog steeds zin in hebt zeg ik: succes!
GM
8
September 2009
Historie
In den Beginne
Voor de meeste mensen onder ons is de studie alweer een kleine maand onderweg. En terwijl deze Gymnorhina vol staat met allerlei tips, trucs en andere schrijverij betreffende je studie en het studentenleven, vroeg ik mijzelf af waar dit allemaal mee begonnen is. Hoe is de instelling “universiteit” eigenlijk ontstaan? En waar komt het principe van “naar school gaan” überhaupt vandaan? De Klassieke oudheid – het onstaan van ‘school’ Het zal je misschien niet verbazen dat het allereerste begin zich bevindt in het tijdperk van de oude Grieken ofwel de Klassieke oudheid. Het woord 'school' komt ook uit deze tijd en is afgeleid van het Griekse 'σχολή' (scolè), dat 'vrije tijd' betekent. Vrije tijd en school zijn volgens huidige maatstaven precies het tegenovergestelde en daarom lijkt dit in eerste instantie een beetje raar, maar in de tijd van de Grieken golden er natuurlijk hele andere maatschappelijke normen en waarden. Als een Griek genoeg slaven had om al het werk wat gedaan moest worden door zijn slaven te kunnen laten doen had de Griek tijd over. Deze tijd besteedde de Griek dan aan intellectuele hobby’s. In dat tijdperk kreeg men namelijk meer aanzien als je jezelf bezig hield met literatuur, politiek, wetenschap en filosofie. Dit kwam omdat er in het oude Griekenland geen aparte priesterkaste was die het volk bepaalde geloofswaarheden voor kon houden maar het hele volk moest met elkaar in discussie tijdens grote vergaderingen en met argumenten en feiten hun standpunten duidelijk maken. Een “intellectuele” Griek had dan een duidelijk een streepje voor. De basis van de huidige westerse wetenschap en filosofie werd ook gelegd in het oude Griekenland. Al vanaf de Oudheid wordt Thales van Milete gezien als de eerste wiskundige en de eerste wijsgeer (filosoof ). Aan hem wordt het eerste wiskundige bewijs toegeschreven waarin hij bewijst dat in een gelijkbenige driehoek de basis hoeken gelijk zijn en dat twee driehoeken gelijk zijn als ze een zijde met twee aanliggende hoeken gelijk hebben. Met de scolé en de intellectuele debatten groeide de bewijsvoering (wiskunde) en de filosofie. De intellectuele elite van Griekenland kwam vervolgens bij elkaar om te discussiëren over al deze onderwerpen. Uiteindelijk ontstonden hieruit ook de eerste ‘scholen’, uiteraard niet met docenten en examens maar als vaste bijeenkomsten om nieuwe denkbeelden te delen en te bediscussiëren. Een bero-
emde school was die van Plato waar niets anders gebeurde dan zojuist beschreven maar waar Plato’s ideeën het uitgangspunt waren. Het lyceum van Aristoteles was gelijk aan die van Plato met het grote verschil dat Aristoteles zelf tweemaal daags een lezing gaf. Later konden de kinderen van aristocraten en rijke kooplieden lessen volgen in kleine privé klasjes van filosofen en andere geleerden. De Middeleeuwen – het onstaan van ‘de universiteit’ In Europa was het intellectuele leven een stuk minder ontwikkeld dan in het oude Griekenland. De enige plaats waar een studie te volgen was, was het klooster. Deze waren echter alleen bezig met de godsdienst. Studies in de liturgie en het gebed waren zeer uitgebreid terwijl aan lezen en schrijven weinig tot geen aandacht werd besteed. Er waren dan ook weinig kloosters die echte intellectuelen konden voortbrengen. De meeste priesters konden zelf ook niet eens lezen of schrijven en veelal werden lessen uit het hoofd gegeven. Het geheugen was in die tijd erg belangrijk en zag men het geheugen als de zetel van de intelligentie en creativiteit. Als men iets op schrift moest stellen, wendde men zich tot een ingehuurde beroepsschrijver. Personen die geen geestelijke functie voor ogen hadden maar wel een studie wilde volgen hadden weinig aanzien en er waren dan ook amper mogelijkheden voor deze mensen. Als je toch wilde studeren, bijvoorbeeld Griekse filosofie, moest je helemaal naar instellingen in Córdoba of Granada. Hier kwam echter langzaam verandering in. Door de stijgende professionalisering van de maatschappij, toenemende handel en de steeds ingewikkeldere overheidsstructuren groeide de vraag naar een beter opgeleide bevolking. Niet alleen de geestelijkheid en de aristocraten werden steeds meer verplicht tot het volgen van opleidingen maar ook burgers konden les in rekenkunde en boekhouden krijgen. Leren werd een essentiële voorwaarde
September 2009
9
om vooruit te komen in de geestelijke en wereldlijke hiërarchie, en leraren kregen hierdoor langzamerhand steeds meer prestige. Al snel overtrof de vraag naar onderwijs de capaciteit van de kathedraalscholen, die hoofdzakelijk door één leraar, de scholaster, werden geleid. Bovendien namen de spanningen tussen de studenten van kathedraalscholen en de burgers in kleinere steden toe. Daardoor migreerden veel kathedraalscholen naar grote steden en ontwikkelden zich tot de eerste universiteiten. Het woord universiteit is afgeleid van het Latijnse universitas magistrorum et scholarium, wat ongeveer "gemeenschap van onderwijzers en academici" betekent. Doordat de universiteiten vakken aanboden voor iedereen die geïnteresseerd was groeiden de universiteiten erg snel. De aristocratie en rijke kooplieden zagen steeds meer voordeel in opgeleid personeel en steunden de universiteiten met geld. Het instituut universiteit verspreidde zich dan ook snel door heel Europa. De vakken die een universiteit in de Middeleeuwen aanbood stonden bekend als de zeven kunsten. Iedereen die aan een universiteit kwam studeren werd opgeleid in het trivium (Latijn voor driesprong) dit bestond grammatica, retorica en logica. Als men het trivium had volbracht kreeg
men de titel baccalaureus (waar nu de titel bachelor van afgeleid is). Het trivium was georiënteerd richting de taal en werd gezien als de basis van het universitaire onderwijs. Het trivium is ook de oorsprong van het Nederlandse woord ‘triviaal’. Waar het eerst stond voor basaal of elementair is het later verbasterd tot de iets negatievere versie van alledaags en onbeduidend. Als men onderwezen was in trivium kon men doorleren in het Quadrivium. Het Quadrivium bestond uit vier vakken die gericht waren richting ‘het getal’: Aritmetica (leer van de abstracte getallen), geometria (meetkunde), Astronomie en Musica (harmonieleer). Door het opkomen van de wetenschap tijdens de wetenschappelijke revolutie breidde het aantal studierichtingen zich steeds verder uit, iets wat nu nog steeds aan de gang is. Ook werd de universiteit een belangrijke onderzoeksinstelling waar afgestudeerden bleven werken om hun werk voor te zetten. Tegenwoordig is de universiteit voor iedereen uit alle rangen en standen en niet alleen voor de rijksten. De universiteit is geëvolueerd van een plaats voor welgestelde denkers naar een plaats waar jongvolwassenen hun diploma halen om hoger op te komen in de alsmaar ingewikkelder wordende maatschappij.
Een impressie van Europa’s oudste universiteit: de universiteit van Bologna, Italië Door: Laurentius de Voltolina Officiële titel: Liber ethicorum des Henricus de Alemannia 2e helft 14e eeuw
10
September 2009
MdB
Tips & trucs
voor kamerzoekenden
De meeste studenten in de grote stad zijn opzoek naar een kamer. Onze stad Amsterdam staat er om bekend dat studenthuizen erg schaars zijn. Hoe moet je beginnen met zoeken? Wat is handig? Hieronder puntsgewijs enkele tips die je kans op een kamer aanzienlijk zullen vergroten.
- Schrijf je NU in bij Studentenwoningweb, anders heb je over twee jaar sowieso spijt dat je het niet gedaan hebt. - Werk aan je sociale netwerk en blijf tegen iedereen herhalen dat je nog een kamer zoekt (niet té veel, dat gaat de grootte je netwerk weer niet ten goede). - Schrijf je in op Kamernet. Daar moet je wel een beetje geluk hebben, het is geen must. - Vraag aan familieleden die in Amsterdam wonen of je mag logeren. - Hang een briefje op bij de Appie, baat het niet dan schaadt het niet. - Voor de vrouwen (en sommige mannen): Doe een shirtje met laag decolleté aan en ga eens wat drinken met de zakenlui die rondhangen bij Zuid-WTC. Die hebben kamers zat. - Hang briefjes op in daarvoor geschikte cafés (bijv. Kriterion). - Mensen vergeten dat je een kamer zoekt, dus herhaal het nóg een keer.
Deze tips garanderen absoluut geen kamer, maar helpen je wel een eind op weg. Kamers zoeken in Amsterdam gaat sowieso gepaard met een hoge geluksfactor. Dus namens de Gymnoredactie aan alle kamerzoekenden: Ontzettend veel succes en nodig ons uit voor je housewarming zodra je succes oogst.
LvS
September 2009
11
Jeroen’s laatste Het is gezien, maar niet onopgemerkt gebleven Wat ik in Gymno 19.6 wel grappig vond om te lezen, was dat ene Olivier Mesker van psychobiologie was overgestapt naar geschiedenis. Hoewel, grappig, het was in ieder geval opvallend, omdat ik juist geschiedenis vóór psychobiologie heb gedaan. Net andersom. En wat het natuurlijk des te opvallender maakt, is dat geschiedenis en psychobiologie helemaal niks met elkaar te maken hebben. Ik heb dan ook een brede interesse. Je moest eens weten wat voor studies ik allemaal voor ogen heb gehad! Ik ga het gewoon vertellen. Mijn allereerste en misschien wel grootste ‘passie’ was de paleontologie. Ik wou zo graag paleontoloog worden… Wat nou, schoolmeester? Of brandweerman, of piloot? Wie wilde dat nou weer worden? Dode organismen waren de toekomst. En ik kan het je nog sterker vertellen: reptielen die al meer dan 65 miljoen jaar uitgestorven zijn, waren de toekomst. Ik was dus eigenlijk niet zozeer geïnteresseerd in paleontologie, maar in dinosauriërs. Sinds de film Jurassic Park uit ’93 zag ik het helemaal voor me. Zo is het gekomen dat mijn kamer in de loop der jaren gevuld werd met modellen, fossielen en dinosaurusatlassen. Maar dat enthousiasme was dus niet voor eeuwig… Want wat werd mij verteld? Dat er in de paleontologie ‘geen droog brood te verdienen valt’. Nou, als iedereen dat zei moest het wel waar zijn. Ik heb de indrukwekkendste dieren die ooit geleefd hebben dus uit m’n hoofd moeten zetten. Maar goed, ik had dus wel meer interesses. Eerst besloot ik me in de hedendaagse reptielen te gaan verdiepen en herpetoloog te worden. De bioloog in kaki kleding in de natuur, ‘t lijkt me nog steeds een cool beroep. Maar ook dat verdween naar de achtergrond. Op de middelbare school wilde ik zoveel studeren. Voeding en Gezondheid (in Wageningen), sociologie (aan de EUR) en tandheelkunde (in Nijmegen) konden me het kortst boeien (eerlijk gezegd horen er nog twee studies bij, maar dan wordt ’t te gek). De eerste nieuwe ‘grote kanshebbers’ waren Engels en Nederlands in Leiden. Stiekem heb ik talen altijd veel leuker gevonden dan exacte vakken. Niet dat ik me niet
12
kon redden in de bèta hoek (ging gewoon prima), maar taal, dat raakt me toch meer. Waarom zou ik meetkunde en algebra leuker moeten vinden dan het lezen van een goed boek, of het schrijven van een verhaal of een brief? Of scheikunde voor mijn part, waarom zou ik zo opgewonden moeten raken van het berekenen van reactiesnelheden? Of van evenwichtsberekeningen of organische chemie? Begrijp me goed, dat vind ik ook allemaal wel aardig hoor, maar het haalt ’t niet bij taal. En toch is het niet vreemd dat ik bij psychobiologie was aangeland. Ik was van plan te doen wat iedereen over het hoofd leek te zien, namelijk de wetenschapsjournalistiek in te gaan. Als ik dan toch geen psychiater kon worden (waarover later meer), waarom zou ik dan niet gaan schrijven over geestesziekten? Of in ieder geval over psychobiologische zaken? Ik vond ’t niet eens zo slecht bedacht, taal boeide me immers ook. Ik wist dat het moeilijk kon worden om snel de juiste baan te krijgen als ik eenmaal klaar was, maar dat schrikte me niet veel af. Ik wilde gewoon gaan schrijven. Ik zou veel meer en serieuzer voor de Gymno (en de ASVA) gaan werken, stages lopen en de communicatiemaster voltooien. Toch vreemd trouwens, dat ik eigenlijk niemand anders daarover hoorde, zelfs de studieadviseuse niet echt. Alsof je ’t maar beter niet kon doen, of hoe dan ook beter het onderzoek in kon gaan. Dat laatste zou ik echt nooit doen. Onderzoeken, gadverdamme. Tutoraat en practica konden me gestolen worden. Ik hoef voor mezelf helemaal geen onderzoek uit te voeren of te weten hoe dat zou moeten, dat interesseert me geen lor. Voor mij is het genoeg om een artikel te lezen en daarop te reflecteren. Máár… ook hierover denk ik niet meer na. Want na mijn derde godvergeten poging tot inloten voor geneeskunde was het dan eindelijk raak. Kijk hier rechts maar eens. Meer dan 40 kg aan boeken heb ik mee naar huis moeten zeulen. Gelukkig was het niet al te ver, vanaf ’t Erasmus MC naar mijn huis is het ruim 10 minuten met de metro en honderd meter lopen. Heerlijk, toch? Ik ga worden wat ik wil, waar ik het wil. De psychiatrie is de nieuwste en enige toekomst voor mij. Maar ik zal niet in clichés vervallen. Sterker, nu ik al heb gezegd wat ik ‘vroeger’ allemaal wilde worden, kan ik niet eens meer beweren dat ik al heel mijn leven arts wil zijn. Dat is pas sinds de derde klas. Verder is het ook nog zo dat ik sinds die tijd niet
September 2009
eens altijd voor psychiater wilde gaan leren. Eerst was het namelijk huisarts. Ik weet nog dat ik me altijd zo kon opwinden over het feit dat veel mensen denken dat iedere geneeskundestudent in ieder geval tot huisarts wordt opgeleid, omdat er geen aparte studie voor zou bestaan. Een huisarts is geen specialist, dat klopt wel. Maar het is het niet zo dat je na de standaard vier jaar geneeskunde en twee jaar co-schappen al huisarts bent. Dan ben je basisarts, zaalartsen zijn dat bijvoorbeeld. Dit heb ik dus vaak moeten uitleggen. Maar goed, sinds ongeveer begin vijfde klas (2005) is het bij psychiater gebleven. Ik vind het intrigerend hoe iemand volledig kan ontsporen, maar ook de meer alledaagse dingen als trauma’s. Wanneer ontstaan die, wat doen ze met de patiënt en wat doe je eraan? Of de dorpsgekken natuurlijk: ‘Dokter, ik ben verliefd op een paard’. Zulke rarigheden, hoe ‘werken’ die? Dat houdt me bezig. ‘Dokter, ik kan niet poepen’ interesseert me niet meer. Of waarom iemand rugklachten heeft, of een hoge bloeddruk. Dat zal allemaal wel. Je geest is iets unieks. Daar is geen standaard bouwplan voor zoals bij het lichaam, waar je vaak precies dezelfde problemen opnieuw tegenkomt. Niet dat ik daar geen interesse in heb, want we zitten allemaal heel ingenieus in elkaar, maar het staat gewoon niet in verhouding met mijn interesse in psychiatrie.
stoptrein van 07.29 uur; alles en iedereen is weg. Ook de studiematerialen, alleen m’n samenvattingen en de Gymno’s heb ik nog. Want ook al klinkt ‘t bijna cru, het is in mijn voordeel om af te rekenen met zaken waarmee ik niks doe. Maar desondanks neem ik me voor het leuke te onthouden. Doei! JP
Tot zover deze korte geschiedenis. Grappig eigenlijk, geschiedenis. Als je denkt dat je ’t allemaal wel hebt gehad, is er weer een dag geschiedenis. En dat is Amsterdam nu ook. Roeters Eiland, Anna’s Hoeve, Congo, docenten, tutoren, studiegenoten, de
September 2009
13
Boekrecensie
Bill Bryson A Short History of Nearly Everything Uitgever: Black Swan, 2003
Welkom eerstejaars student! Welkom in de wondere wereld van de wetenschap. Om niet achter te blijven bij de rest van de lab-leipo’s in dit vakgebied zul je je moeten gaan verdiepen in wetenschap. Dit betekent lezen. Heel veel lezen. Om de overgang tussen ‘jeugdliteratuur’ en ‘vakliteratuur’ wat soepeler te laten verlopen raadt de Gymno- redactie je het volgende aan: lees A Short History Of Nearly Everything van Bill Bryson. Deze bundel met zeer toegankelijke wetenschap is het perfecte begin van je wetenschappelijke carrière. De 688 bladzijden tellende pil (waarvan 80 bladzijden notes en 20 bladzijden bibliography) bevat alle ingrediënten die jouw verse wetenschapsbrein nodig heeft om te overleven in ‘The Jungle of Science’. Astronomie, sterrenkunde, meteorologie, paleontologie, geografie, biologie, natuurkunde, wiskunde, scheikunde, geneeskunde, kristallografie en nog veel meer gekkigheid komen aan bod in A Short History of Nearly Everything. Van de opbouw van het universum héél lang geleden tot de huidige wetenschap en waar deze heen gaat. How to build a Universe? Dat is de eerste vraag die Bryson stelt. Hij komt met een overzichtelijk antwoord waarin hij alles over materie, antimaterie, deeltjes en alles wat hieruit is opgebouwd uitlegt, uitlicht en toelicht. Vervolgens worden de ‘roots’ van onze planeet verklaard met alles wat daarbij hoort. Werkelijk alle enge, grote, klauwdragende monsters van het Jura tot het Pleistoceen komen ter sprake, inclusief diegenen die een heel andere anatomie of oorsprong hadden dan de ontdekkers aanvankelijk constateerden. Einstein, Newton, Darwin, Shakespeare?!?, Watson en Crick en al hun wetenschappelijke buddies kunnen natuurlijk niet ontbreken in welke geschiedenis van wat dan ook. Hun theorieën en ideeën worden duidelijk uitgelegd zodat jouw nog ongetrainde wetenschappelijke brein niet oververhit raakt. Al deze grote sterren worden in het boek achterna gezeten door vulkanen, orkanen, stormen, heftig onweer en volledige aardverschuivingen. Oftewel, alle natuurverschijnselen komen aan bod. In de tweede helft van het boek wordt de aandacht enkel en alleen nog gericht op leven, het ontstaan daarvan en het verloop over miljoenen jaren. Prokaryoten, eukaryoten, meercelligen, zeedieren, landdieren, apen en mensen lopen over een duidelijke tijdlijn tot aan vandaag. Loop met hen mee, beleef in vogelvlucht alles wat wetenschap mag heten en lees: A Short History of Nearly Everything.
IvdB
14
van Bill Bryson: Ook aan te raden From a Small Down Under, Notes a Big Country en A Island, Notes From Walk in the Woods September 2009
Eetrecensie
Burgerlicious!!!
Op een herfstige luie zondag besloot het GGT-team (Gastronomische-Gymno-Test-team) wederom ten strijde te trekken om de biologische keuken van het bruisende Amsterdam aan een serieuze keuring te onderwerpen. Deze keer was De BurgerMeester (Plantage Kerklaan 37) aan de beurt. Hun eigen slogan ’Meesterlijke burgers in Amsterdam’ is veelbelovend, maar wij wetenschappers nemen natuurlijk niets aan zonder eerst te experimenteren. Het concept BurgerMeester is geen echte nieuwkomer met al drie locaties verspreid over de stad (Albert Cuypstraat, Elandsgracht en Plantage Kerklaan). Waarschijnlijk al bekend bij enkelen van jullie serveert deze toko verantwoorde (blije gegrilde koeien = goed voor de koe en goed voor jou) burgers voor een prima prijsje. Er is een vaste selectie van negen burgers en een maandelijks wisselende MaandBurger. Ook kunnen er tegen een kleine vergoeding extra toppings en bijgerechten besteld worden. Ook de drankjes zijn niet alledaags en er is zelfs de mogelijkheid tot een toetje (mocht je nog ruimte over hebben). Alle burgers zijn ook als salade te verkrijgen. De zaak Na even vertwijfeld voor de deur te hebben gestaan waagden we ons naar binnen. Het zat vol (niet heel gek met maar drie tafels binnen en twee buiten). Maar na enkele minuten kwamen er al wat plaatsen vrij en we deden onze bestelling aan de kassa (meteen afrekenen). Toen we zaten kregen we al snel onze drankjes (nou ja, iedereen behalve ik, kan gebeuren). Na de zaak even bekeken te hebben viel ons op dat de foto’s van koeien (vooral heel zielig kijkend) die aan de muur hingen niet echt heel goed waren voor ons geweten, in ons achterhoofd de grote hoeveelheid burgers die we zojuist besteld hadden. De dieprode American style diner banken waren wel tof en creëerden leuke zithoeken. Verder oogt de zaak als een upgraded fast-food tent, waar op zich niets mis mee is. Het eten De BurgerMeester heeft een leuke kaart met naast de traditionele burgers ook wat originele creaties (o.a. risottoburger met rode pesto, geitenkaasburger met appelvijgenchutney en een Spaanse lamsburger met jalapenos). En dus de MaandBurger die steeds bedacht wordt door de klanten. Deze maand was het de Evi-Burger van kalfsvlees met avocadosalsa en citroenmayo. Erg smakelijk! Alle burgers zijn ook in mini-formaat te bestellen zodat je kunt varieren (mini-trio (3 mini-burgers naar keuze) €9,50). Al het vlees wordt gegrild, er worden enkel verse groente en knapperige broodjes gebruikt en dat proef je! Alle door ons geprobeerde burgers vielen erg in de smaak (zowel groot als klein). De verse sapjes zijn ook goed bevallen (MeesterMix) en ze hebben zelfs verse milkshakes.
Eindoordeel: De BurgerMeester is dé plek in Amsterdam voor een goede (verantwoorde) burger!
IvdB (en het GTT-team) September 2009
15
Opinie
WO versus lager opgeleiden
Allereerst nog een keer van harte welkom op de universiteit! Gefeliciteerd. Jullie behoren tot de groep slimste mensen van Nederland, ook al heeft driekwart van jullie ongetwijfeld met twee vingers in de neus het VWO gehaald en uiteraard nauwelijks (of vaak zelfs geen) huiswerk gemaakt. Even wat cijfers; 18% van de mensen doet WO, wat toch best een minderheid is in vergelijking met HBO en MBO. En hoewel het niet alleen maar mensen met een rijke pappie en mammie zijn, heerst er toch soms een apart sfeertje onder WO studenten. In het eerste jaar valt het allemaal nog mee. Aan het eind van het 2e jaar/begin van het 3e jaar begin je je medestudenten en hun meningen over anderen (lager-opgeleiden) goed te kennen. De mensen waar je het meest mee omgaat doen allemaal WO en dan is het volstrekt logisch om slim te zijn. Helaas wordt door sommigen soms vergeten dat wij best een bijzondere positie hebben. Steeds vaker hoor je dingen als “Jezus, HBO’ers, die zijn toch dom”, “Met HBO’ers kun je echt niet praten” en hetzelfde soort opmerkingen over mensen in het algemeen. Ik vind het jammer dat dit relatief veel gebeurt, zelfs van mensen waar ik het absoluut niet van had verwacht. Ook menen mensen zich elitair te mogen gedragen, omdat ze toevallig inspraak hebben bij de universiteit, belangrijk zijn bij het een of ander en/of een iets uitgebreidere algemene ontwikkeling hebben dan anderen. En hoezeer ik alle mensen om me heen ook mag, soms werkt het een beetje benauwend. Het kan zo verademend zijn om met iemand te praten die geen WO doet, gewoon om te merken dat er mensen zijn met een andere visie op de wereld. En ja, ik vind zeker (niet altijd natuurlijk) dat de mening van ‘domme’ mensen waardevol kan zijn. En ja, er zijn zeker veel ‘domme’ mensen die op Geert Wilders stemmen, maar er zijn absoluut hoger opgeleiden die dat ook doen. Alleen zijn dat er überhaupt al veel minder, dus komt de nadruk ontzettend op alle lager-opgeleiden te liggen, omdat er daar nou eenmaal meer van zijn. Ik vind dat het af en toe wordt vergeten dat we allemaal mensen zijn en allemaal een mening hebben die ertoe doet. Dit in tegenstelling tot een groot deel van de elite in Nederland die ervan overtuigd is dat hun mening belangrijker is, omdat ze denken slimmer te zijn en meer van de wereld te weten (wat volgens mij absoluut niet waar is, want de mensen in mijn omgeving die het ergst deze mening zijn toegedaan, zijn mensen die elk jaar met pappie en mammie op wintersport gaan, in een meersterren hotel slapen en nog nooit in een land zijn geweest waar de helft van de mensen onder de armoedegrens leeft). Als je dat soort dingen ziet, doet al die opgedane kennis uit de media (die vaak toch een vertekend beeld geven) er niet meer toe. Bovenstaande wil trouwens absoluut niet zeggen dat ik WO-mensen niet leuk vind of dat die ook niet heel goed kunnen ouwehoeren om niks, en dus niet alleen maar moeilijke gesprekken voeren (integendeel zelfs). Wat ik vooral wil zeggen is dat we een open blik moeten houden en niet te veel mee moeten gaan in het ‘wij zijn zo slim en dus goed’ cultuurtje dat soms helaas heerst.
RKD
16
September 2009
Advertentie Print-bizz
September 2009
17
DUTCH JOURNAL OF COMPARATIVE MATE PREFERENCE ANTI-INHIBITION PSYCHOLOGY
Issue 325; 128-129 17 september 2009
Onderzoekingen naar het succes van een Bachelorfilm: Van Wilder - Party Liason, Winnaar (S.D. de Knecht, B.Sc. & A. Von Benckendorff, Bachelor for Life)
Binnen de filmwetenschappen is er geen heter hangijzer dan de definitie van het woord “bachelorfilm�, vandaar dat wij in dit onderzoek niet de moeite nemen enige aandacht te besteden aan de definitie. Het enige waar wij ons als onderzoekers op richten is wat een bachelorfilm tot een succes maakt. In dit onderzoek wordt een aantal succesfactoren onderscheden en wordt getracht een overzichtelijke en representatieve lijst met successen op te stellen die vereeuwigd kan worden in het collectief geheugen van de bachelor.
Gymnorhina Science 1:1
Definitie - Succesfactoren Het is onwaarschijnlijk makkelijk om een lijst met factoren samen te stellen die een voorspellende waarde hebben op het succes van een bachelorfilm. Moeilijker is het om deze lijst zinnig en bruikbaar te maken en antwoord te laten geven op de vraag: wat zijn de beste bachelorfilms? In dit onderzoek is de eerste succesvolle lijst naar voren gekomen die gebruikt wordt in het onderzoek. Hieronder volgt een korte beschrijving van de belangrijkste factoren. Token Black Guy: Als er iets is waar de kijkers van bachelorflims niet om geven dan is het tolerantie en rassenacceptatie. The Token Black Guy is de running gag van de bachelorfilm. Overladen met slechte oneliners en rare gewoontes, zoals het liefhebben van grote achterwerken, maakt de Token Black Guy een uitwisbare indruk. Losers: Een goede bachelorfilm zit er vol mee. Sukkelige figuranten en bijpersonen met een rare geestelijke afwijking, sociale inhibitie of lichamelijk uitstulpsel. Het laat de kijker zich beter over zichzelf voelen en des te meer slechter over anderen. The Ugly Old Woman: Niets ter wereld brengt de boodschap dat het leven kort is en er niet genoeg tijd is voor seks zo goed over als een lelijke oude vrouw. Tenminste een keer per bachelorfilm dien je er als jonge en viriele adonis met behulp van een lelijk oud mokkel op gewezen te worden dat het altijd slechter kan dan een lelijk mokkel. Motto: Definitie en werking onbekend Full Frontal Nudity : Onderzoek Van (Wilder et al.) heeft het reeds aangetoond: Sex sells. Een goede bachelorfilm wordt bekeken in de unrated, uncensored en tittied up version. Een belangrijke bevinding is dat het genot recht evenredig toeneemt met de gemiddelde cupmaat ten toon gesteld in de film (slagroom is een superstimulus in deze). Reviewability: Een goede bachelorfilm moet vaker gekeken kunnen worden, beter gezegd: over and over again. Des te vaker de film gezien kan worden, des te groter de succesfactor. Gek genoeg lijkt naarmate de reviewability stijgt, ook het tijdstip van kijken niet meer uit te maken (dit kan te maken hebben met het alcoholgebruik van de kijkers).
18
September 2009
Na het runnen van een MANOVA (testje dat alle variabelen tegen elkaar uitzet waardoor je alleen nog maar Ctrl + F : 0.00 in hoeft te toetsen om de grootste psycholoog aller tijden te worden) werd een lijst samen gesteld van bovengenoemde succesfactoren die direct door de toonaangevende site www.imdb. com werd overgenomen. Resultaat - De lijst der lijsten Natuurlijk is het onmogelijk om met 100% zekerheid een lijst samen te stellen wanneer de bovenstaande factoren de enige parameters zijn. Om deze reden is een matchingsfactor van 0.6 ingesteld om te compenseren voor eventuele wetenschappelijke dwalingen. Als we daarbij optellen dat de ingestelde P(de lijst klopt) een waarde ver boven gokkans bedraagt (0,53; n=3) steken we hier in op een bruikbare lijst. De figuur hieronder spreekt voor zich en toont de zeven beste bachelorfilms en hun respectievelijke BACHE-score (1) . Opmerkelijk is dat de actrice Tara Reid ongewenst maar wel terecht haar eigen categorie is geworden. Blijkbaar is elke bachelorfilm waarin Tara Reid speelt een instant succes.
Discussie Momenteel worden er gesprekken gevoerd met de Amerikaanse, Duitse en Oezbekistaanse veiligheidsdiensten om deze bevindingen bruikbaar te maken in (agressieve) ondervragings- en verleidingstechnieken. In ieder geval is met zekerheid te stellen dat dit onderzoek de deuren opent naar geluk en vele andere vragen. Dankzij een aantal kritiekpunten aangeleverd door onze peers en een zorgvuldige evaluatie van het gedane onderzoek hebben wij besloten een additional variable toe te voegen; er blijkt namelijk een duidelijke correlatie te zijn tussen de hoeveelheid geconsumeerd bier en het kijkgenot van de succesvolle bachelorfilms. Vreemd genoeg bleek de kwaliteit van het bier niet uit te maken voor het genot van de film (bijkans steeg het toiletbezoek exponentieel in verhouding tot de inname van het bier). Geen proefdieren en/of vrouwen werden benadeeld tijdens dit onderzoek. Enkele liters alcoholische versnaperingen zijn echter wel lichtelijk misbruikt
(1) BACHE-score: bearable adolescent & counterintuitive hyperentertainment September 2009
19
Toekomst perspectief Nu ik groot ben - leven na de studie
In 2000 begon ik met frisse schoolse moed aan een studie Medische Biologie aan de UvA. Dat leek me interessant. Ik geloof dat ik daarmee mijn keuze wel heb samengevat. Ik heb ook Geschiedenis en Archeologie nog overwogen, want dat is ook interessant, maar ik koos toch voor de Biologie. Wel de Medische variant uiteraard, want “normale” biologie gaat over plantjes en het gedrag van de Zuid-Bengaalse pijlstaartbever: niet interessant. Ik durf te stellen dat ik de eerste anderhalf tot twee jaar van mijn studie ongeveer deze insteek heb blijven houden. Echter vanaf het einde van het tweede jaar en derde jaar werd ik steeds meer gegrepen door mijn studie. Ik was wat jaartjes ouder en het onderwijs werd steeds interessanter. Uiteindelijk vond ik het vak Eukaryote gen-regulatie van Prof. Van Driel erg interessant en besloot een stage te gaan lopen binnen zijn vakgroep. Ik werkte daar aan chromatinestructuur en de link tussen deze structuur en cel-differentiatie en gen-expressie. Fundamenteel werk en dus kon ik het feit dat ik aan Arabidopsis (een plant!) werkte wel door de vingers zien. Na mijn stage, die mij erg goed beviel, heb ik via Prof. Van Driel en Dr. Fransz een stageplaats in de VS gezocht. Ik kwam uit bij een lab dat werkt aan Neurospora (filamenteuze schimmel!). Dit lab, van Prof. Selker, werkt aan chromatine organisatie, met de focus op DNA methylatie. Ik heb bijna 10 maanden een ontzettend leuke tijd gehad in Eugene, Oregon, zowel in het lab als daarbuiten. Na een scriptie bij Prof. Van Leeuwen aan het NKI (over gist!) was mijn biologische wereldbeeld flink gekanteld. Aan het begin van mijn studie leek labwerk mij saai en vooral bedreven door oude mannen met een IQ van 150 en een EQ van 1.Weinig gezellig dus. Ook was ik niet gehinderd door enige kennis van de verschillende onderzoeksvelden (zie de regels rond “normale” biologie, hierboven). Aan het einde van mijn Master (die ergens onderweg zomaar Biomedical Sciences was gaan heten) zag ik in dat wetenschap een veel socialere bezigheid is dan ik had durven denken. Alle onderzoeksgroepen waar ik mee in aanraking ben gekomen tijdens mijn Master, zaten vol met jonge enthousiaste mensen. Verder was mijn initiële medische insteek in de biologie ook volledig verdwenen: ik vind fundamenteel (moleculair genetisch) onderzoek het leukst en zie ook de voordelen in van het werken met modelorganismen. Dus hoewel de door mij behaalde Master officieel “Biomedical” in zijn naam draagt, laat mijn Master zich meer omschrijven als “Molecular Biology”. Tot zover mijn ontwikkeling tijdens mijn studie maar dit stukje moet gaan over wat ik nu, nu ik groot ben, doe. Ik ben sinds ruim 2 jaar PhD-student (AIO) aan de universiteit Leiden. Geen Zuid Bengaalse pijlstaartbevers maar ik werk wél aan planten. De uitleg van
20
September 2009
mijn projectdoel voert te ver voor dit stukje, maar ik doe fundamenteel moleculair genetisch onderzoek in het lab van Prof. Hooykaas binnen het Instituut Biologie Leiden. Het werk bevalt me erg goed: ook hier weer veel jonge collega’s, interessant werk en ook het werken met studenten vind ik leuk. Ik woon nog steeds in Amsterdam, wat toch echt veel leuker is dan Leiden, maar het op en neer reizen is goed te doen (40-45 minuten reistijd van deur tot deur). Ik ben dus nu “groot”met een baan. Ik moet zeggen dat het allemaal veel minder eng is dan ik als jonge student dacht. Langzaam maar zeker ben ik het onderzoek ingerold, terwijl ik als 19-jarige dat echt niet zag zitten. Nu moet ik er wel bij zeggen dat ik (nog steeds) niet een vast doel heb in mijn carrière. Ik ben nu werkzaam aan de Universiteit Leiden, maar of ik in de academische wereld onderzoeker wil blijven, weet ik niet. Ondanks dat maak ik me niet druk om mijn toekomst, als het onderzoek me goed blijft bevallen en er komt iets moois uit mijn onderzoek, of er is een ander mooi project voor handen, ga ik wellicht verder binnen de universitaire wereld. Zo niet dan ben ik optimistisch over mijn andere kansen. Met een PhD op zak kun je ook terecht in het bedrijfsleven. En dan niet alleen voor onderzoeksfuncties. Meer persoonlijk: niet meer zo bevooroordeeld en naïef zoals ik als achttienjarige eerstejaars was, ben ik nog steeds gemotiveerd, breed geïnteresseerd en enthousiast. Ik denk dat ik met die eigenschappen en een open vizier vast een leuke carrière tegemoet ga. En ik heb natuurlijk altijd nog de Knip-factor1…
Marijn Knip
(1): Zie Lustrum Almanak Pagina 92 September 2009
21
Heb jij absoluut geen schaamte en durf jij je helemaal bloot te geven?
Kom bij de redactie! Mail naar: gymnorhina@gmail.com
September 2009
19
‘Ja mam. Ik eet echt genoeg’. Wat te doen met overbezorgde ouders... Vroeger als je thuis kwam, zat je moeder altijd op je te wachten met een kopje thee, koekjes en een luisterend oor voor alle middelbare school dilemma’s waar haar kind nou weer mee zat. En dan ga je ineens studeren in Amsterdam. Paps en mams blijven achter in het zonnige Groningen, Leiderdorp, Houten of welk provinciestadje dan ook, terwijl jij de grote stad aan het ontdekken bent. Tot op dat moment hadden meneer en mevrouw alle controle over hun schattige kroost, maar vanaf nu is dat voorbij. Ze zullen het moeten doen met af en toe een telefoontje en als ze mazzel hebben krijgen ze je een weekend over de vloer zodat je moeder je was kan doen en je kan bijvoeren en je vader met je kan discussiëren over voetbal of de jongens waarmee je nu om gaat in het verre Amsterdam. Maar voor de meeste ouders is dit niet genoeg. Vooral moeders kunnen het er erg zwaar mee hebben als hun kuikentjes het nest verlaten. Moeders zorgen graag ergens voor en hoe onbehulpzaam vaders af en toe ook mogen lijken, die kunnen over het algemeen wel redelijk voor zichzelf zorgen (uitzonderingen bestaan natuurlijk altijd). Dus houd een beetje rekening met je moeder en zorg voor een geleidelijke overgang van 24/7 zorg naar geen zorg (of alleen financiëel, voor de gelukkigen onder ons). Dit is de enige manier om hysterische telefoontjes met: “Gaat alles wel goed? Eet je wel genoeg? Heb je nog schone kleren? Kijk je uit met wie je mee naar huis gaat? Etc” te voorkomen. Dus laat geregeld wat van je horen. Vertel haar over hoe je leven nu is en laat foto’s zien van je nieuwe vrienden en ga af en toe met haar lunchen (op haar kosten natuurlijk). Wat betreft daddy, tsjah, dat is een soort op zich. Vaders laten doorgaans niet merken dat ze het er moeilijk mee hebben dat de kinderen het huis uit zijn. Maar vaders hebben het er minstens net zo moeilijk mee als moeders, zelfs zonder moederinstinct. Vaders maken zich zorgen om de vriendjes en veiligheid van dochters (en ze vragen zich af of hun zoons niet het verkeerde pad op gaan). Dus bel je vader af en toe (ja, specifiek je vader, want geef toe, meestal heb je je moeder aan de lijn…) en stel hem gerust dat alles goed gaat en dat je na het stappen nooit alleen naar huis fietst. Het is ook altijd een goed idee om samen in Amsterdam uit eten te gaan zodat hij kan zien dat het hier lang niet zo gevaarlijk en werelds is als hij dacht. Dus ook al voel je je nu vrij en onafhankelijk nu je op jezelf woont en alles zelf regelt, je hebt het overgrote deel van je leven bij je ouders in een warm nestje gewoond. Dus knip niet al je life-lines door en houd contact met het thuisfront. Zo heb je altijd iets om op terug te vallen en je doet paps en mams er een enorm plezier mee. Dus wordt zelfstandig maar geef je ouders het idee dat je ze toch af en toe nog een beetje nodig hebt. Zij happy, jij happy.
IvdB September 2009
15
High School Sweethearts
Veel van jullie zullen het nog herkennen van de middelbare school: je woonde in een niet al te grote stad, had je vaste vriendengroepje, je vaste stamkroeg, sportclub etc. en veel mensen hadden uiteraard ook een vaste relatie (van al dan niet 1/2/3 jaar). Smoorverliefd of niet (meer), zonder al te veel uitdagingen ben je er uiteraard van overtuigd dat je the best catch gevonden hebt en dat jullie nog heel lang samen blijven. Kan zijn. Tot het moment dat je elk aan je eigen studierichting begint, helemaal als jij en/of vriend(in)lief met pijn in je hart afscheid neemt van het overzichtelijke leventje met elkaar en naar een andere stad verhuist. Tuurlijk gaan jullie elkaar elk weekend zien en elke dag bellen en niet te veel aandacht besteden aan interessante nieuwe studie-/huis-/dispuutsgenoten. Want jullie houden van elkaar en niks komt daar tussen. Met dat plan in mijn hoofd ben ik dan ook van Groningen naar Amsterdam verhuisd. Na 1.5 jaar samen dacht ik ook dat we dat best aankonden. Helaas, tijdens de intreeweek kwam ik al snel met twee groepsgenootjes tot de conclusie dat we onze relaties zo snel mogelijk moesten beëindigen. Moet zeggen dat het bij mij daarna nog wel een half jaar geduurd heeft, maar toen was het dan toch echt exit high school sweetheart. En zo trouwens ook bij m’n twee groepsgenootjes in de intreeweek (die waren overigens een stuk sneller met de knoop doorhakken dan ik). En dat wij geen uitzondering zijn, daar ben ik redelijk van overtuigd. Na 2 (inmiddels 3) keer de intreeweek begeleid te hebben met nogal veel mensen met relaties van +2 jaar, die, inderdaad, allemaal binnen een half jaar sneuvelden, ben ik het idee kwijt dat een middelbare school liefde ‘best kan werken als je maar genoeg van elkaar houdt’. Hoe jammer ook maar de kans is groot dat je toch uit elkaar groeit, of in de grote stad net iets meer mensen tegen komt die je interesse opwekken. Er zijn uitzonderingen natuurlijk, ik ken toch ook enkele mensen die het wel echt al drie jaar volhouden en nog steeds happy in love zijn (en soms zelfs samen wonen), dus het kan wel! En alvasteen waarschuwing voor op het EJW: daar zoenen leidt in enkele gevallen tot samenwonen.
RKD
14
September 2009
dan maar zijn handdoek. Tranen wellen in mij op als ik me bedenk hoe mooi het leven zou zijn, samen met Van... De tranen beginnen mijn zicht ernstig te belemmeren en ik laat me van de bank glijden waarbij ik me te laat realiseer dat er al iemand ligt. A. von B. brengt kermend wat woorden over mijn onhandig geplaatste voet in zijn lichaam uit, maar de emotionele uitputting heeft ons beiden geveld. Vanuit mijn ooghoek zie ik dat een blond meisje zich probeert in de film te mengen en ik bewonder Van Wilder om zijn souplesse waarmee hij haar reduceert tot sexobject. – Laat in de ochtend worden mijn huisgenoot en ik wakker. We kijken elkaar aan en begrijpen precies wat er gebeurd is. Vanavond blijven we thuis en kijken we nog een keer de beste Bachelorfilm ooit gemaakt.
SdK
September 2009
13
Film Hoe een film mijn huisgenoot brak
– en waarom Van Wilder, Party Liaison de beste Bachelorfilm ooit is Als ik binnenkom dringt de lucht van brak water mijn neusholtes binnen. Op de vloer achter de bank tref ik mijn huisgenoot A. von B. aan in een staat van delirium. Kwijlend prevelt hij de woorden: “Waarom niet ik, waarom niet ik”, en aait zachtjes het kroezige gedeelte van zijn kruin. Het is duidelijk dat hij gehuild heeft, de volgesnotterde zakdoekjes die het tapijt een nieuwe kleuring bezorgen bewijzen de stelling. Ik ben wel vaker thuisgekomen om hem in een verwarde toestand aan te treffen, maar nog nooit eerder zag ik een man zo overdonderd door emoties. Op dat moment maakt de nieuwsgierigheid zich van mij meester en richt ik me tot de (enorme) televisie waarop een Amerikaanse film wordt vertoond. Ik herken niet gelijk welke film het is, maar het lijkt erop dat dit weer zo'n tienerfilm is. Een jonge man komt in beeld, een man die mij direct betovert en door elke andere man aanbeden zou moeten worden. Het is Van Wilder, een adonis die alleen al door naar een vrouw te kijken de mogelijkheid creëert om met haar beste vriendin naar bed te gaan. Een man die het sterke geslacht weer op de kaart zet. Een man die mijn hart gestolen heeft op een onoplettend moment. Ik houd van hem en begin rustig mijn overhemd los te knopen. Naast dit acteertalent is iedereen een figurant, iedereen behalve Taj (Mahal Badalandabad (Kal Penn (Harold of Kumar, van Harold and Kumar))). Ik kan me identificeren met Taj; net als hij wil ik ook net als Van Wilder zijn, en als dat niet kon,
12
September 2009
6) Mijn droom is om: a. vijf studies te doen en dan mijn geld te verdienen door andermans vragen telefo nisch te beantwoorden. b. te ontdekken welk eiwit hoofdverantwoordelijk is voor lange termijn potentiatie c. voorzitter van Congo te worden. 7) Mijn lievelingsdier is: a. de kikker, dit dier heeft iets met land, water én lucht (eet vliegen) te maken. b. het paard, dit dier speelt in heel veel grootschalige en invloedrijke films. c. de kreeft, dit dier figureert in mijn lievelingslied ‘rock lobster’ van de B52’s.
De uitslag: 7-11 punten: Het staat vast dat jij –tenzij je dom bent– je bachelor binnen 3 jaar, zo niet sneller, afrondt. Sodeju, wat een knoeperd van een motivatie heb jij. Lekker bezig hoor, maar vergeet niet dat er ook nog veel te leren valt buiten de collegezaal (fameuze liederen als ‘ik heb een toeter op mijn waterscooter’ behoren tegenwoordig ook tot de algemene ontwikkeling). 12-16 punten: Goh wat saai, jij bent gemiddeld. Jij doet tussen de 3 en 5 jaar over je bachelor. 17-21 punten: Jij bent absoluut niet leergierig en maakt niet vaak af waar je aan begint. Gelukkig lees je dit daarom hoogstwaarschijnlijk ook niet. Geschatte studieduur: tussen de 6 en 13,5 jaar.
Uitslag: 1) a.1, b.2, c.3 5) a.2, b.1, c.3
2) a.2, b.1, c.3 6) a.2, b.1, c.3
3) a.3, b.1, c.2 7) a.1, b.3, c.2
4) a.2, b.3, c.1
September 2009
11
!!! ST Hoe lang doe JIJ TE S T ! ! ! E T over je Bachelor? TEST!!!
T E S
T ! ! !
Je studietijd: zoveel mensen, zoveel invullingen. Ben jij een lanterfant, feestbeest, pechvogel of werkmier? Doe snel onze test...
1) Als ik niets doe, dan: a. doe ik stiekem al wat voorbereidend denkwerk voor mijn te schrijven scriptie (over 3 jaar). b. probeer ik heel hard nergens aan te denken onder het uitbrengen van een indrin gend ‘OMMMMM’. Ik moet toch tijd voor mezelf inplannen. c. kijk ik voor de derde keer naar de ‘world of warcraft’ aflevering van Southpark. 2) Als ik iets doe, dan: a. bestudeer ik voor 80 procent van de tijd het grote niets aan de andere kant van de kamer in de hoop dat het –net als ik– ook iets gaat doen. b. ontwaak ik na verscheidene uren uit een werkroes waarbij het concentratievermo gen van de gemiddelde koorddanser in het niet valt en ontdek dat ik het werk voor volgende week ook al af heb. c. drink ik daar een biertje bij. 3) Lijd jij aan een chronische ziekte? a. Ja b. Nee c. Soms 4) Ik weet: a. zeker dat ik de goede studie heb gekozen: de wetenschap is mijn schap. b. dat de eerste studiejaren bedoeld zijn om te besluiten wat ik vooral niet wil doen. c. de volle Latijnse namen van alle planten in grootmoeders tuin uit mijn hoofd. 5) Ik draag: a. de plicht om iets van mijn leven te maken, op academisch, maar vooral op sociaal gebied. b. een bril. c. 5 uur per dag zorg voor een ziek familielid.
10
September 2009
Stel je nu eens een zwembad voor met heel veel kinderen, een druk zwembad, met heel weinig badmeesters. Naast het bad zit nog steeds de hoofdbadmeester. De badmeesters voelen zich opgejaagd en proberen de kinderen met al hun energie te leren zwemmen. Natuurlijk is dit een onhoudbare situatie en een aantal kinderen dreigt te verdrinken, de kinderen komen zelfs in opstand. Een van de badmeesters besluit de bodem van het bad een stukje omhoog te laten komen. De kinderen kunnen op de toppen van hun tenen net boven het water uitkomen en langzaamaan begint het aantal kinderen dat het bad verlaat met diploma te stijgen. De leerlingen en badmeesters houden hierover hun mond tegen de hoofdbadmeester en iedereen is gelukkig. Deze vergelijking beschrijft hoe een zesjescultuur tot stand kan komen. Het is van geen van de betrokken partijen de intentie om het zo ver te laten komen. De partijen hebben echter zo weinig contact met elkaar en zijn zo bang voor elkaar dat de situatie niet verandert. Breaking the Spell... Hoe komen we dan uit deze impasse? Er is maar een remedie: spreek je uit! Iemand moet de impasse toch ooit doorbreken, ook al kost het ontzettend veel moeite. Van alle betrokkenen zijn studenten de groep met de meeste toekomst en het minst te verliezen. Zit dus niet achteroverhangend in de collegebanken maar probeer de docent met een lastige vraag uit het veld te slaan. Neem geen genoegen met een werkgroep waarin niemand iets voorbereid. Straf studenten die halverwege een college vragen of het zojuist behandelde tot de tentamenstof behoort. Laat de lengte van je scriptie afhangen van wat je wilt behandelen, en niet van een quotum van 50 pagina’s!  Ook al zijn studenten niet verantwoordelijk voor de zesjescultuur, we zullen haar doorbreken!
SdK
September 2009
9
Cum Laude in een Zesjescultuur? Het cijfercomplot Niemand houdt meer van een goede samenzweringstheorie dan de dwergokapi Mningo uit noordoostelijk Congo. Vandaar dat we vandaag ter meerdere ere en glorie van hem een goede samenzweringstheorie zullen behandelen. Vaak is het in dit soort stukken de bedoeling om de zaak, de geruchten en de eventuele conclusies te behandelen, maar waarom zou dat? De bedoeling van een complottheorie is natuurlijk dat je denkt: het is waarschijnlijk niet waar maar ik sluit het niet uit. In deze editie van de Gymno: de zesjescultuur. Zelfs hij zegt het! Op de maand af twee jaar geleden sprak minister president -flapdrol- Balkenende zich tijdens de academische jaaropening van de Universiteit van Landbouw (Wageningen) uit tegen de zesjescultuur in het hoger onderwijs. Studenten zijn lui en nemen niet meer de moeite om zichzelf van anderen te onderscheiden. De minister laakte het gebrek aan ondernemingsdrang (zoals die van de makers van TomTom) en begreep niet waarom – het hem waarschijnlijk door Maurice de Hond ingefluisterde percentage – tweederde van de studenten geen moeite doet om een hoog cijfer te halen. Wat is waarheid en wat is wijsheid? Hoe weten we nu zeker of de zesjescultuur echt bestaat? Dat zouden we dan toch op de een of andere manier moeten kunnen meten, toch? We zijn per slot van rekening academici in de dop, op weg naar een diploma. Uit verkennend onderzoek blijkt dat het gemiddelde cijfer dat studenten aan de Universiteit van Amsterdam halen, de afgelopen vijftien jaar met een paar tiende punt omhoog is gegaan. Het gemiddelde ligt nu tussen de 7 en de 7.5, weinig reden om aan te nemen dat de premier gelijk heeft dus. Uit enquêtes gehouden onder afstuderende studenten komt echter nog een interessant aanknopingspunt naar boven. Steevast geven studenten aan dat ze best wel eens wat meer uitgedaagd zouden willen worden... Silent Conspiracy Een vrij vertaald stil complot is een samenzwering waarvan alle betrokkenen het doel kennen maar zelfstandig werken aan de totstandkoming ervan. Het is een onderlinge afspraak die nooit gemaakt is maar wel wordt nagekomen. De zesjescultuur in het hoger onderwijs is een perfect voorbeeld van zo’n stil complot. Het werkt heel simpel: het hoger onderwijs is een groot zwembad waar je flinke aantallen kinderen instopt en ze probeert te leren zwemmen. Langs het bad lopen de badmeesters die proberen de spartelende kinderen boven water te houden en ze te leren zwemmen. De hoofdbadmeester ziet er op toe dat er zo af en toe een kindje uit het zwembad komt met een diploma.
8
September 2009
uur of twee wel een mannetje met een busje vol gave posters vinden die je zo mee mag nemen. Vraag het gewoon en zorg dat je al weet welke poster je wilt. Dus ga eerst lekker een biertje doen in de Havelaar en regel op weg naar je tot dat moment nog saaie kamer een toffe mega-poster voor nop. 4. Verlichting is the key tot sfeer. Schaf een paar goedkope IKEA (sorry, sluipreclame) spotjes aan en hang deze zo op dat ze alleen de beste punten van je kamer uitlichten. 3. Een studentenkamer kan natuurlijk niet zonder meubels, dus gebruik die 10m² zo efficiënt mogelijk om een tweepersoonsbed, een bureau/eettafel, bank, salontafel, tv meubel, walk-in-closet en boekenkast in te stouwen. Op internet kun je zogenaamde floorplanners vinden zodat je er zeker van kunt zijn dat je al je troep ook daadwerkelijk in je nieuwe stekkie gaat passen. Nog geen meubels? Ga naar de kringloopwinkel, scoor wat je nodig hebt en met wat verf en een leuk stofje geef je alles binnen no time een leuke, frisse, hippe bachelor-pimp-studenten-krib uitstraling. 2. Een echte bachelor flat moet natuurlijk de nieuwste snufjes, foefjes en gadgets bezitten. Maar als sloeberige student kun je al die dure LED televisies, surround-sound systems en afstandbestuurbare goedbedoelde rotzooi natuurlijk helemaal niet betalen. De oplossing? Tik een goedkope televisie op de kop, het liefst een groot bakbeest. Hak een gat in je muur waar je de tv in kan zetten. Maak er een mooi houten lijstje omheen om het netjes weg te werken. Met een beetje zilveren verf lijkt het op een superdeluxe flatscreen die zo door zou kunnen voor een winkelwaarde van €1500,-. En met een beetje handigheid, goedkope boxjes en een paar meter snoer fiks jij ook je eigen dolby surround-sound set. 1. Bij de ultimate pimp komt natuurlijk meer kijken dan alleen een verfje, een sopje en de spullen die je bezit. Om all the way te gaan zul je alles uit de kast moeten trekken. Slingers, lampjes, glitter & glamour zullen er aan te pas komen om jou kamer die X factor te geven die hem onderscheidt van alle andere kamers in je flat in Diemen. Niets is te veel, overdone is done en kitsch is klasse. Dus ga helemaal los en pimp je bachelor krot to the max! IvdB
September 2009
7
Hoe pimp ik mijn bachelor krot? Weken, al dan niet maanden lang heb je lopen zoeken. Je hebt alle supermarkten van de stad gezien, op alles gereageerd wat je op internet kon vinden, zoveel kamers bezichtigd dat je er scheel van ziet. Eindelijk is het dan zo ver. Je hebt je eigen sleutel van je eigen studentenkamer in Amsterdam! Of je nou in Diemen, Noord of de Baarsjes gaat wonen, het kan jou niet schelen. Dit schreeuwt om vrijheid, blijheid en wilde avonden! Op een druilerige maandagmorgen om kwart voor elf sta je voor de deur van je nieuwe stekkie te wachten op de wooncorporatiemeneer (die natuurlijk veel te laat is omdat hij met zijn gloednieuwe bolide vast stond in de PC). Eindelijk komt Floris Friso Jan-Willem er aan met je sleutel. Je opent de deur van jouw kleine paleisje en… OMG! Je kon je niet herinneren dat het zo’n krot was toen je het vorige week kwam bekijken en het huurcontract tekende. Wat nu? Hier is uw hulp in nood, uw redder bij algehele malaise, uw bestrijder van al het kwaad. Hier zijn tien: HOE PIMP IK MIJN BACHELOR KROT-tips! 10. Schoonmaak to the rescue! Ja, hoe naar het soms ook kan zijn, het helpt toch echt. Dus dweil, lap, sop, stof en veeg en tataa! Het ziet er allemaal een stuk minder hopeloos uit. 9. Misschien niet zo’n originele pimp-tip maar een verfje doet wonderen. Schakel wat vrienden in en maak er een mooie verf-dag van met thee, koekjes en een lekker muziekje. 8. Gordijnen maken de man (kamer) zeggen ze ook wel eens. Die lelijke muur waar je tegenaan kijkt door je vieze klapraam of die gozer die aan de overkant altijd te pas en te onpas in z’n nakie loopt, werk je zo weg met een leuk gordijntje. Dus zet je moeder aan het werk (dan kost het je waarschijnlijk ook nog eens niets)! 7. Een leuk verfje op je muur is ook niet alles dus ga naar buiten, de weide wereld in en verzamel posters (cd-winkels), boomerang kaarten (cafés), flyers (horeca) en andere frutsels om je muren mee te pimpen. Ook leuk: regel een polaroid camera en maak foto’s van alle toffe dingen die je onderweg tegenkomt (bv. je vrienden, feestjes, gekke beesten (voor de echte bioloog), toffe plekken etc.). 6. De kamerplant! Wat mij betreft zwaar ondergewaardeerd. Na het opa-en-oma imago dat dit levende decoratieve object in de jaren ’80 heeft opgelopen is het nu tijd voor een comeback. Dus pak je emmertje en je schepje en ga (gratis met je collegekaart) naar de Hortus en zoek een leuke uit. Want zeg nou zelf, een palmboom of een vleesetende plant is een aanwinst voor elke studentenkamer. 5. De tofste posters scoor je op dinsdagnacht bij bushokjes. Ja, want dat is het moment waarop alle reclameposters op A0 formaat worden vervangen. Meestal kun je rond een
6
September 2009
y Jo
ce
leg
it tu Overleven zonder de goede zorgen van mama.
Daar waar sommigen van jullie wellicht besloten hebben om nog een tijdje te profiteren van moeders zorgen en het gezeur op de koop toe te nemen, zijn anderen wijs genoeg geweest om een kamer te zoeken. Schaamteloos extreem lam om 6 uur ’s ochtends thuis komen zonder lastige vragen te moeten beantwoorden, overleven op pizza, patat en shoarma, een uur later opstaan ’s ochtends omdat je reistijd aanzienlijk verkort is, je lol kan niet op. Het moment waarop het je ontbreekt aan je moeders kwaliteiten gaat echter onvermijdelijk komen: dat shirt kan je niet nog een vierde keer aan en een schrijnend vitamine C tekort dreigt op te treden (want nee, op vitamine B uit bier alleen red je het niet). Gelukkig is daar de Gymno om je te behoeden voor deze valkuilen. 1. Leer wassen Hoe aanlokkelijk het idee ook is om elk weekend terug naar moeders te gaan om daar van haar kookkunsten te genieten en om je wasje te laten doen (dat heerlijke ‘bonk’ geluid van je tas vol was die je laat vallen om vervolgens vrolijk te roepen: “Mam, ik ben thuis en mijn was ook!”), je zult er snel achter komen dat Amsterdam in het weekend meer te bieden heeft dan Lutjebroek. Gelukkig is koken, waarover later meer, en wassen niet moeilijk. Gouden regel nummer 1: gooi rode sokken niet bij de witte was, tenzij je van roze houdt. Regel nummer 2: Spijkerbroeken, sokken en ondergoed gaan op 40 graden, T-shirts en andere dunne dingetjes op 30 graden. Wol was je met de hand of op een wolwas programma. 2. Leer koken Omdat mama er niet altijd is om je een evenwichtig en voedzaam dieet voor te zetten, zul je daar toch een keer zelf aan moeten beginnen. Buiten dat komt elke dag shoarma van de hoek je snel de neus uit, en je vrienden zullen het je in dank afnemen wanneer je ze verlost van de knoflookgeur die jij permanent uitscheidt. Dus koop een studentenkookboek waar de echte basis (aardappelen koken etc.) in staat en ga aanrommelen. Echte kneuzen kunnen altijd aankloppen bij de kookcie voor een spoedcursus water op zetten. 3. Ruim op wanneer de tijd daar is Dus als de ouders op de koffie komen. Heeft de afwas zich huizenhoog opgestapeld en kom je niet verder dan dat opruimen, stofzuigen en je bed opmaken? Zet de fles van de allesreiniger en je raam een tijdje open en het ruikt binnen no time fris. Hopen kleren schuif je onder je bed of prop je in je kast, waarschijnlijk zijn je ouders verstandig genoeg om daar niet te kijken. Het is overigens aan te raden om in ieder geval je wc een keer per week met wat chloor te behandelen en zo nu en dan de haren uit je doucheputje te trekken, tenzij je van een voetenbadje houdt. Oh, en een schoonmaakrooster met huisgenoten werkt ook heel goed, dan ben je slechts eens in de zo veel weken de lul en een laagje stof in je slaapkamer is niet onoverkomelijk. Verder kan je lekker zelf weten wat je doet, op kamers wonen betekent vrijheid, blijheid. Vind jij dat je schoenen prima liggen midden in de kamer? Geen moeder die wat over de rotzooi zegt, wellicht ben jij echter degene die staat te schelden als je je nek bijna breekt over willekeurige rondslingerende troep. Geniet van je vrijheid, feest hard, skip een keertje college als de kater echt te erg is, maar eet af en toe de benodigde vitamientjes en kom thuis met de fantastische behaalde studieresultaten. Worden je ouders blij van.
JB September 2009
5
Lieve Guido rs Hoe ve
ier ik e
en eers
? tejaars
Vergis je niet; het versieren van eerstejaars is niet zo makkelijk als het lijkt. Het is ook niet iets dat je zomaar doet, het is een gevoel, het is een mentaliteit. Om deze reden is het ook niet iets dat je zomaar leert door een boekje te lezen. Toch zal ik, als ervaringsdeskundige, een tipje van de sluier oplichten en proberen je in ieder geval in de goede richting te duwen. Maar ik kan je alleen de deur laten zien, jij bent degene met de sleutel. Het belangrijkste bij het versieren van een eerstejaars is dat je moet denken als een eerstejaars. Alleen als je de gecompliceerde psyche van de eerstejaars hebt doorgrond kan je dit in jouw voordeel gebruiken. Dus stel je voor: je bent eerstejaars (als dit al weer zes jaar geleden was, kan dit gedeelte problemen opleveren). Een eerstejaars wordt vanuit zijn of haar natuurlijke habitat losgerukt en belandt in een compleet nieuwe omgeving met mensen die allemaal nieuw zijn. Stel jezelf de vraag: “wat wil de eerstejaars het liefst?”. Het antwoord is dat de eerstejaars het liefst een stabiele sociale omgeving wil creëren die geheel naar zijn of haar wens is. Van dit gegeven kan jij gebruik maken. Wat essentieel is bij de eerstejaars-versier-business is dat je een template creëert waarop je kan werken. In dit geval is je template een stabiele sociale situatie, wat inhoudt dat je veel mensen van je studie kent en dat deze mensen jou ook aardig vinden en je als een vriend beschouwen. Als je niet over zo’n sociale situatie beschikt kan je altijd net doen alsof, met een beetje toneelspel kom je ook ver. Het creëren van een template gaat het beste als je iedereen die je ziet groet en er sociaal mee doet, als de eerstejaars denkt dat jij populair bent onder je mede-ouderejaars zal hij of zij automatisch respect voor je krijgen. Ok, stel nu dat je in het bezit bent van een template en je hebt een eerstejaars op het oog. Deze eerstejaars zal naargeestig op zoek zijn naar een stabiele sociale situatie. Wat je nu moet doen is de eerstejaars doen geloven dat hij of zij door middel van jou ook een stabiele sociale situatie kan ontwikkelen. Je moet een lichtpunt zijn in de duisternis. Zodra de eerstejaars ervan overtuigd is dat je een populair persoon ben in de sociale omgeving waar hij of zij ook in terecht gaat komen is je template geslaagd. Als je deze tips opvolgt heb je een grote kans op succes bij de eerstejaars. Wat je natuurlijk ook kunt doen is gewoon op hem of haar aflopen en je tong erin steken, eerstejaars zijn namelijk heel makkelijk.
GM 4
September 2009
2
In ho ud so pg av e Lieve Guido
Overleven zonder je ouders Hoe Pimp ik mijn Bachelor krot?
4
5
6
8
16
Vrolik & Groot
14
High School Sweathearts
10
Cum Laude in een zesjescultuur? TEST: Hoe lang doe JIJ
15
Ja mam, ik eet echt genoeg
12
over je Bachelor? Hoe een film mijn huisgenoot brak
September 2009
40
September 2009