Turn Up The Music

Page 1


Colofon Redactie Anette van Baalen Mark de Boer Maarten van Gemert Renee Kleine Deters Marle de Jonge Thijs Rinsma Linde van Schuppen Annike Bekius Inske Groenen

AvB MB MvG RKD MdJ TR LvS AB IG

Eindredactie Wouter Bot Guido Meijer Joyce Buikhuisen Esther Visser Hilde Swantje

WB GM JB EV HS

Columnisten Boy Vissers De Biologen

BV DB

Kaft: PN & WB Spelling: JB Lay-out: WB & GM

Jaargang 22, nummer 2 Gymnorhina is de periodieke uitgave van CONGO, studievereniging voor studenten biologie, pyschobiologie en biomedische wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Het blad wordt neergelegd in de gebouwen van de Faculteit der Biologie. Als u 10 euro overmaakt op girorekening 4602231 ten name van CONGO o.v.v. Gymno abonnement, wordt de Gymno een jaar lang thuisgestuurd. Oplage: 300 exemplaren Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, fax of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toe- stemming van de redactie. De redactie behoudt zicht het recht voor stukken in te korten of niet te plaatsen.

Bestuur CONGO Algemeen Studievereniging CONGO Postbus 94214 1090 GE Amsterdam Telefoon: 020-525 7853/7863 Email: info@congo.eu Voorzitter Sophie Pijpers Secretaris Julien Fiorilli Penningmeester Jurrien Fransen Commissaris Onderwijs Francis Zoet Commissaris Activiteiten Hilde Swantje Commissaris PR & Acquisitie Laurent Lokhorst

Gymnorhina | 2


Gymnorhina No. 22.2 · Mei 2011

14

Straatmuzikant: een prachtberoep

17 20

Later word ik... How to be a: Hipster!

Opinie De wetenschap: slaaf van de publicatiedruk

7

Even voorstellen... Lucia Talamini

9

Wetenschap enzo. Muziek(t)aal

11

Column Diep met Boy

22

Vrolik & Groot

25

Gymnorhina | 3


Van den Praesens

Lieve Leden, Muziek is het thema van deze Gymno. En dat is fijn, want persoonlijk houd ik erg veel van muziek. Is dat nou geen ontzettend uitgemolken, loze zin? ‘Ik houd erg veel van muziek.’ Houdt niet iedereen van muziek?? Net als: ‘Ik houd erg van lekker eten’. Oh gôh, ik van vies? Maar goed. We hebben het nu over muziek. Muziek schept een band, zowel als je er met z’n allen keihard op staat te dansen, als wanneer je er over praat in een kroeg. Vooral dat laatste vind ik grappig. Want zodra je iemand ontmoet die naar dezelfde artiesten/genre luistert, is die persoon in 1 klap tien keer interessanter. Waarom is dat? Er wordt veel gepraat over muziek. Is het gewoon een luchtig onderwerp? Willen mensen ermee opscheppen hoeveel ze ervan afweten? Of vertelt je muzieksmaak meer over de persoon die je bent? Of te wel, ligt je muzieksmaak vast in je genen? Als dat zo is, dan zou het zo kunnen zijn dat wanneer je muzieksmaak overeenkomt, je gelijk meer gemeen hebt met die persoon? Zouden er dan ook veel relaties ontstaan door je liefde voor een bepaalt muziek genre? Ik weet dat de mijne zo was begonnen. Wat veel vragen. Goed. Het best lijkt me nu een koud biertje/vino te pakken en in het zonnetje te genieten van een muziek genre wat je leuk vind. Want daar is muziek toch gewoon voor bedoeld, genieten? ‘Muzieksmaak’ komt veel voor in dit stukje, daarom wil ik graag afsluiten met de zin: Je smaakt zelf naar muziek. Kussens, Sophie

Gymnorhina | 4


Van den redactio

Opzij, opzij, opzij! Maak plaats, maak plaats, maak plaats! Nu ik de Gymno hier in alle haast nog snel probeer af te krijgen klinken deze zinnen door de speakers van mijn computer. Opzij van Herman van Veen zal voor veel van jullie bekende muziek zijn. Als het niet zo is FOEI!. Maar opzij is niet het enige liedje dat ik luister. Ik heb algauw zo’n 10,000 nummers op mijn computer staan. De meeste van jullie nog veel meer. En op internet zijn miljoenen en nog eens miljoenen nummers te beluisteren. Muziek is er tegenwoordig altijd en overal. Van de ouderwetse stereo bij de bouwvakkers op straat tot aan de eeuwige ipods die je overal aan iemands oor ziet hangen. Muziek laat je emoties voelen en zet je aan tot bewegen, al dan niet gevolgd door een ‘‘wow’’ of een keihard lachsalvo. Zet daarom je favoriete muziek op, vergeet niet onze Herman er tussen te zetten, en geniet van deze muzikale Gymno! Hierbij bied ik, namens mijn hele redactie, excuses aan voor de luie heren Vrolik en Groot. Deze normaal zo goed geïnformeerde heren hebben er de laatste tijd een potje van gemaakt. Naast grove lentebonussen, snoepreisjes naar Antwerpen en Roemenië op kosten van de redactie en dubbele prostitutierekeningen, hebben ze het ook nog eens verzuimd een noemenswaardige V en G te schrijven. Helaas werkte keihard straffen niet zo goed als gehoopt. Maar de heren hebben mij verzekerd dat ze vuistdiep in hun onderzoek zitten en elk gleufje grondig doorsnuffelen zodat er de volgende editie weer een V en G op tafel ligt die er zo vanaf glijdt. Groetjes, Wouter Bot

Gymnorhina | 5


Agenda

Activiteiten 16 juni 22 juni 24 juni

Kookcie Diner Avond van de Langste Dag Ouderdag

Borrels & Feesten Elke dinsdag Elke vrijdagmiddag

Borrel in de Havelaar Beta bar borrel

Extern 4 juli 17 juli - 6 augustus

Space Medicine 2011, workshop for students Symposium - SymBioSE

Boys for Breakfast

Gymnorhina | 6


Opinie

De wetenschap:

slaaf van de publicatiedruk Waar wordt er nog wetenschap bedreven met als enige doel voor ogen het vergroten van kennis over de wereld? Hedendaagse wetenschappers liggen onder zware prestatiedruk en moeten zich in kronkels wringen om de benodigde fundering rond te krijgen. Dit is een zorgelijke ontwikkeling die de vooruitgang van de wetenschap ernstig kan belemmeren.

E

lke wetenschapper wil relevantie hechten aan zijn of haar onderzoek, dit is een begrijpelijke en nuttige gewoonte. Echter, in de huidige wetenschaps cultuur heeft het hechtten van relevantie aan je onderzoek een nare bijsmaak gekregen. Je hebt namelijk veel meer kans om geld te krijgen voor een onderzoek dat maatschappelijk relevant is, ook al is je onderzoek vanuit een empirisch oogpunt nog zo belangrijk. Wetenschappers proberen dus naargeestig relevantie aan hun onderzoek te hechtten om zo maar financiering te krijgen. In de hedendaagse publish or perish cultuur is het voor de wetenschapper moeilijk om het hoofd boven water te houden. Het doel lijkt te verschuiven van het doen van empirisch onderzoek naar het publiceren in journals met een hoge impact factor. De impact factor van een journal zou een maat voor ‘kwaliteit’ van het journal aan moeten geven. Het wordt gedefineerd als het aantal

malen dat artikelen in het journal geciteerd worden door anderen gedeeld door het daadwerkelijke aantal artikelen in het betreffende journal (om een idee te krijgen: Science en Nature hebben een impact factor van rond de 30). Of dit een betrouwbare maatstaaf voor kwaliteit is valt te betwisten. Impact factors verschillen bijvoorbeeld erg tussen vakgebieden. In een dynamisch en snel ontwikkelend veld als biomedische wetenschappen de impact factors zijn hoog (impact factor van Cell is 33), in tegenstelling zijn de impact factors in een stabieler en langzamer ontwikkelend veld zoals wiskunde een stuk lager (het toonaangevende Journal of the Mathematical Society heeft impact factor 2). Verder is er een grote discrepantie tussen het aantal citaties dat een breed review artikel krijgt ten opzichte van een onderzoeks artikel; review artikelen worden veel vaker geciteerd. En als je dan een publicaGymnorhina | 7


tie in een journal met een hoge impact factor krijgt wil dit nog niet zeggen dat je zelf ook veel geciteerd gaat worden. Er is een zeer slechte correlatie tussen de impact factor van het journal en de aantallen citaties die individuele artikelen ontvangen. Al met al zijn impact factoren een slechte indicatie van de kwaliteit van het journal. Als dit zo is, waarom hecht iedereen er dan zoveel waarde aan? Het antwoord is simpel: er is niks beters voor handen. Wetenschappers houden ervan alles te quantificeren en zo dus ook de kwaliteit van journals.

onderzoek, ze hun onderzoek in kleinere delen opsplitsen om zo meerdere publicaties binnen te krijgen, hun macht als reviewer misbruiken om zo zichzelf geciteerd te krijgen en meer van zulk ‘vuil spel’. Hessels adviseert in zijn proefschrift dat geldschieters hun keuze welk onderzoek gefinancierd zal worden niet direct op bibliometrische indicatoren, zoals impact factoren, moeten berusten. De druk om te publiceren is flink voelbaar in de wetenschap en belemmert zo het uitvoeren van excellent onderzoek. Er wordt bijna geen risico meer genomen door het doen van grote ambitieuze projecten omdat geldschieters de kans dat het mislukt te groot achtten en PhD studenten durven ook bijna geen risico meer te nemen. Terwijl juist in de wetenschap het nemen van een sprong in de diepte een schat aan kennis en ontdekkingen kan opleveren.

GM Bronnen: Hessels, L. (2010) Science and the Struggle for Relevance http://www.bmj.com/content/314/7079/497.1.full http://www.mareonline.nl/artikel/1011/12/0101/

Aangezien er zoveel waarde wordt gehecht aan citaties en impact factoren worden hiermee trucjes uitgehaald. In het recente proefschrift van Laurens Hessels, die hiermee promoveerde aan de Universiteit van Utrecht, heeft hij diepte interviews gehouden met 47 universitaire onderzoekers uit verschillende vakgebieden. Hieruit is gebleken dat onderzoekers elkaar als co-auteur opvoeren terwijl ze eigenlijk niks toegevoegd hebben aan het Gymnorhina | 8


Even voorstellen...

Lucia Talamini Ze gaf begin dit jaar met veel enthousiasme een highlight college aan de eerstejaars psychobiologen. Daarnaast geeft ze tweedejaars vakken aan psychobiologen. Gymnorhina ging een gesprek aan. Kun je ons vertellen hoe je op de UvA terecht bent gekomen? “Ik ben als bioloog opgeleid in de tijd dat studies zoals psychobiologie en biomedische wetenschappen nog niet bestonden. Er waren wel specialisatierichtingen binnen de biologie, waarbij ik gekozen heb voor medische biologie. Mijn afstudeerspecialisatie was neurobiologie. In het begin van mijn loopbaan heb ik allerlei onderzoeksprojecten gerelateerd aan het geheugen gedaan. Deze projecten waren sterk moleculair gericht, zoals onderzoek naar bepaalde karakteristieken van de NMDA receptor. Tijdens mijn promotieonderzoek kwam er meer systeem- en organismaalniveau bij. Zo deed ik onderzoek naar de neurale basis en onstaanswijze van schizofrenie. Door middel van een opgezet proefdiermodel werd de hypothese dat schizofrenie in veel gevallen ontstaat als een prenatale ontwikkelingsstoornis getest. Tegenwoordig is dat vrij breed geaccepteerd maar in die tijd was dat nog niet zo. Dat was heel erg interessant onderzoek en bracht me al wat dichter bij het onderzoek naar de

mens. Ik las veel onderzoek over de cognitieve defecten in schizofrenie, waardoor mijn interesse en kennis over psychologisch onderzoek groeide. Vanuit die promotieplaats kwam ik op de UvA terecht, doordat er een vacature was voor een postdoc in het neuraal netwerk onderzoek. Eigenlijk had ik al na mijn afstuderen die richting op gewild, maar zover was het veld toen nog niet. De netwerken die ze destijds maakten waren nog heel abstract en ver verwijderd van wat neurale netwerken echt zijn, waardoor ze alleen wiskundigen en psychologen aannamen. Na mijn promotie was de mogelijkheid om ook als bioloog te werken aan neuraal netwerkmodellen er wel. Ik vond het erg interessant en heb lang op die plek gewerkt. Het soort technieken waar ik toen gebruik van maakte, gebruik ik nog steeds. Na een aantal jaar kreeg ik echter een andere interessante functie aangeboden. Janssen Pharmaceutica, één ‘s werelds grootste bedrijven in de antipsychotica, bood mij een baan aan als senior scientist en leider van een grote onderzoeksgroep. Ik had tijdens mijn promotie heel veel onderzoek naar schizofrenie gedaan en vanuit die kennis was het bedrijfsleven dus geïnteresseerd. Ik heb een kleine twee jaar bij dit bedrijf gewerkt. Het was heel boeiend om te zien hoe zo’n bedrijf van binnen werkte. Het bedrijfsleven is heel Gymnorhina | 9


anders dan de academische wereld. Maar ik ben uiteindelijk toch weer terug gegaan naar de UvA waar ik een vaste aanstelling kreeg.” Je zei dat het bedrijfsleven heel anders is dan de academische wereld. Kun je ons wat vertellen over de verschillen en wat jou meer aanspreekt? “In het bedrijfsleven is er een praktisch doel. Je werkt met een grote groep mensen naar dat ene doel toe en, alleen dat al, maakt het werken heel anders dan in een academische omgeving. Binnen een academische organisatie is er veel meer individuele vrijheid met betrekking tot het soort onderzoek dat je doet en dat maakt tegelijk dat de focussering van mensen en middelen op elk afzonderlijk onderzoeksdoel gering is. Verder werkt het bedrijfsleven, zoals ik het heb leren kennen, een stuk efficiënter dan het academische wereldje. Er is minder bureaucratie en ‘dead weight’. Het is een relatief gecontroleerde omgeving, waarin het makkelijker is om mensen te ontslaan dan in het academische. Daardoor is de ‘selectiedruk’ op de werknemers hoger, oftewel iedereen presteert. Aan de universiteit werken, betekent dat je vrijwel niet ontslagen kunt worden. Er is relatief weinig evaluatie van performance. Je hebt de types die geniaal bezig, de types die aan het freewheelen zijn en alles ertussenin. In het bedrijfsleven is er uiteraard ook meer geld. Het is de bedoeling dat er winst wordt gemaakt en die winst komt ook weer terug het bedrijf in. Als je daar bijvoorbeeld nieuwe apparatuur nodig hebt, schrijf je een kleine abstract waarin staat waarvoor je het nodig hebt en je krijgt het. Over zulke aanvragen gaat weinig tijd heen. In de academische wereld is dat volledig anders. De universiteit is een gesubsidieerde organisatie. Je kunt hier vele aanvragen schrijven waar per aanvraag iets van negen maanden overheen gaan en dan krijg je misschien geld. Of als je iets voor elkaar wilt krijgen binnen je eigen setting dan kan je het drie keer vragen

of tien keer vragen en misschien gebeurd er dan een keer wat. Het is een hele andere gang van zaken en een hele andere omgeving. Ik heb niet zozeer een voorkeur voor het één of het ander. Het heeft beide z’n vooren z’n nadelen. In het bedrijfsleven werken was boeiend. Ik heb echter meer interesse in de fundamenteel wetenschappelijke hoek. In die zin voel ik me dus wel meer thuis in de academische sfeer, omdat je veel meer zelf kan bepalen wat je gaat onderzoeken. Ik ben niet voor niks weer teruggegaan naar de academische sector.” Je kwam weer terug naar de UvA. Wat is je huidige functie? “Op dit moment doe ik nog steeds onderzoek naar schizofrenie en geheugenprocessen. Ik heb een flinke beurs gekregen om onderzoek te doen naar de rol van slaap in geheugenprocessen, hetgeen betekent dat mijn meeste onderzoeksuren daarin gaan zitten. Ik probeer specifieke vragen over de rol van slaap in de herverwerking van informatie te beantwoorden. Worden je geheugensporen efficiënter opgeslagen tijdens je slaap door recodering en aanpassing? Speelt slaap enige rol in de emotionele verwerking? Is het misschien zo dat emotionele associaties van geheugensporen worden afgespoeld tijdens je slaap? Naast onderzoek doen, geef ik het nodige onderwijs. Dat is bijna altijd zo bij een vaste baan op de universiteit. Ik geef les aan psychologen en psychobiologen. Aan de psychologen geef ik neuro-achtige vakken, introducties in de neurowetenschappen. Aan psychobiologen geef ik meer specialistische vakken met betrekking tot het geheugen, geheugenconsilidatie en de rol van slaap daarin.”

IG Gymnorhina | 10


Wetenschap enzo.

Muziek(t)aal Muziek is een apart fenomeen, wat moeilijk te beschrijven is. Of het nou Mozart, Guus Meeuwis of DJ Tiësto is; muziek doet wat met ons. Het lijkt in vele opzichten op de taal die wij gebruiken om te communiceren, maar er zijn ook verschillen. Waar komt muziek eigenlijk vandaan, waarom vinden we het zo fijn om ernaar te luisteren en wanneer ben je muzikaal? Evolutie van muziek en taal Muziek en taal zijn unieke fenomenen, die al eeuwen bestaan en waarmee we vanaf onze geboorte al geconfronteerd worden. Beide hebben een communicatieve functie en ze worden vaak vergeleken op het gebied van de ‘syntax’: het opdelen van muziek in noten en frases en van taal in woorden in zinnen. Taal en muziek blijken echter ook veel van elkaar te verschillen. Zo kent muziek geen semantiek in de mate waarin taal dat kent, aangezien aparte noten in muziek geen betekenis hebben. Daarnaast heeft muziek geen alfabet zoals taal dat heeft, maar het lijkt wel veel directer met emoties verbonden te zijn dan taal. Over de plaats van muziek en taal in de evolutie is veel discussie. We kunnen ons afvragen wat nou het evolutionaire voordeel van muziek is. Muziek lijkt geen stimulus te zijn die essentieel is voor het overleven van een individu. We beleven er plezier aan, maar zou het daarvoor de gehele evolutie door-

staan hebben? Bekend is dat baby’s gebruik maken van een soort muziektaal, zonder betekenis maar met ritme, dynamiek en intonatie, ook wel infant-directed speech (IDS) genoemd. Deze taal blijkt van belang te zijn voor de emotionele hechting van het kind met de ouder. Jonge kinderen zijn uitermate flexibel in het waarnemen en interpreteren van muziek, maar dit neemt af naarmate het kind wordt blootgesteld aan cultuurspecifieke muziekaspecten. Dit lijkt erop te wijzen dat muziek al vroeg belangrijk is voor de ontwikkeling van een kind en daarom is blijven bestaan in de evolutie. Volgens Charles Darwin was muziek waarschijnlijk een product van seksuele selectie, dat van belang is voor de voortplanting. Muziek maken is immers een uitermate ‘sexy’ manier om indruk te maken op een vrouw. Psycholoog Steven Pinker stelde echter dat muziek slechts een bijproduct is van taal, wat wel evolutionair relevant is. Na deze uitspraak is er veel onderzoek gedaan naar de invloed van muziek, om aan te tonen dat muziek wel degelijk Gymnorhina | 11


een belangrijke rol vervuld in ons bestaan. Zo is het welbekende ‘Mozart-effect’ ontdekt door Rauscher et al. (1993), waarin werd getoond dat studenten na het luisteren van een Mozartsonate beter presteerden in een intelligentietest. Achteraf bleek dit echter niet door de specifieke muziek te komen, maar door de verbeterde stemming die de muziek veroorzaakte. Hieruit blijkt echter wel dat muziek een invloed heeft op onze emoties. Hersenonderzoek naar de overlap tussen muziek en taal heeft tegenstrijdige resultaten opgeleverd. Sommige onderzoeken toonden aan dat de verwerking van muziek en taal plaatsvindt in overeenkomende gebieden, zoals bijvoorbeeld Broca’s area en de anterior temporal cortex (Patel et al., 2007; Fadiga et al., 2009). In een recent onderzoek van Rogalsky et al. (2011), waarbij aan de hand van fMRI de relatie tussen muziek- en taalverwerking is bekeken, is echter geen overeenkomst in hersenactiviteit gevonden. Dit lijkt erop te wijzen dat taal en muziek via verschillende neurale circuits verwerkt worden. Een verklaring voor deze controverse zou kunnen zijn dat de studies die wel een overlap vonden cognitieve hogere-orde mechanismen, zoals bijvoorbeeld het werkgeheugen, hebben geïnduceerd, wat de overeenkomst in hersenactiviteit veroorzaakt heeft. Verder onderzoek is echter nodig om dit verder uit te zoeken. Plezier door muziek Iedereen weet uit ervaring dat muziek een belangrijke invloed heeft op onze emoties. Afhankelijk van de soort muziek is het zowel een middel om tot rust te komen, als om opgepept te worden en helemaal uit je dak te gaan. Maar hoe komt het nou dat we ons zo fijn voelen door muziek? Onlangs heeft onderzoek aangetoond dat het intense genot tijdens het luisteren naar muziek gepaard gaat met dopamine afgifte in de

hersenen. Dit werd specifiek gevonden in het mesolimbisch beloningssysteem, inclusief het dorsaal en ventraal striatum (Salimpoor et al., 2011). In dit onderzoek luisterden de proefpersonen naar zelf geselecteerde muziek, terwijl er een PET-scan werd gemaakt. Deze procedure werd ook herhaald met fMRI, om een onderscheidt te maken tussen verschillende hersengebieden. Er werd een functionele dissociatie gevonden tussen het dorsaal striatum (Caudate Nucleus) en het ventraal striatum (Nucleus Accumbens), voor respectievelijk anticipatie op en ervaring van de emotionele piek bij het luisteren naar muziek. Dit induceert dat anticipatie op de beloning van muziek dopamineafgifte kan veroorzaken in een andere anatomische route dan tijdens de beloning zelf. Dit besef is van belang voor het begrijpen van het emotioneel belang van muziek. Er moet echter wel in acht genomen worden dat muziekvoorkeur en de emotionele reactie op muziek erg verschilt per individu. Wanneer heb je talent? Om te kunnen genieten van het luisteren naar muziek moeten er natuurlijk ook mensen zijn die die muziek maken. Maar niet iedereen is even muzikaal en er zijn zelfs mensen met ´amusie´. Dit is een erfelijk verschijnsel waarbij er afwijkingen zijn in het herkennen of reproduceren van melodieën en ritmes. Ongeveer 15 procent van de mensen denkt deze afwijking te hebben, maar in werkelijkheid is dit slechts 1 à 2 procent. Het is dus niet zo dat iedereen die ‘vals’ zingt ook gelijk amuzikaal is, want oefening en zelfvertrouwen zijn ook zeer belangrijke componenten. Het tegenovergestelde van ‘amusie’ is een groot talent voor muziek, met een extreme gevoeligheid voor het waarnemen, onthouden en uitvoeren van muziek. De meeste mensen denken dan gelijk aan de grote wonderkinderen als Mozart, Stevie Wonder en Michael Jackson die op zeer Gymnorhina | 12


jonge leeftijd al excelleerden in de muziek. Is dit muzikaal talent volledig aangeboren of is het ook aangeleerd? De muzikaliteit bij de ‘wonderkinderen’ wijst erop dat talent aangeboren is, maar er zijn genoeg andere musici waarbij het talent voor muziek is ontwikkeld gedurende hun leven, met behulp van doorzettingsvermogen en passie voor muziek. We zouden dus kunnen stellen dat muzikaal talent voor een deel bepaald wordt door de genen, maar dat de omgeving bepaalt wat hier uiteindelijk mee gedaan wordt. Met name factoren in de jeugd zijn van belang voor de ontwikkeling van muzikaal talent. Indien je nu nog niet begonnen bent met het maken van muziek, dan is het voor jou waarschijnlijk te laat om een van de beste muzikanten ter wereld te worden. Denk je echter wel de genen te hebben voor muzikaal talent, dan zouden je kinderen misschien wel jouw droom kunnen verwezenlijken. Het enige wat je dan rest is te zorgen voor een ideale omgeving waarin

het ‘muziek-gen’ zich kan ontpoppen tot een “diamantje”.

AB

Referenties - Honing, H. (2009). Iedereen is muzikaal (3e ed.). Amsterdam: Nieuwamsterdam, pp. 189. - Patel, A.D. (2004). Language, music, syntax and the brain. Nature Ne

Gymnorhina | 13


Straatmuzikant:

Een prachtberoep Iedereen die opgegroeid is in of rond Amsterdam kan zich de bombastische klanken van weleer in de doorgang onder het Rijksmuseum herinneren. Straatmuzikanten vulden de ruimte met de prachtigste geluiden, die van verre te horen waren. Helaas staat het Rijksmuseum al sinds 2003 in de steigers en valt daar voor de straatmuzikanten geen droog brood te verdienen. De concurrentie onder straatmuzikanten is groot, mede dankzij de door de gemeente opgelegde restricties. Er mag maximaal der-

in het Vondelpark zitten, vertellen ons, in een gebrekkige mengelmoes van talen, dat ze al meerdere keren onenigheid hebben gehad met de politie door hun muziek. De drie Bulgaarse mannen, hebben elkaar hier in Nederland ontmoet en vrolijken het zonovergoten park op met hun Spaanse, Russische en Balkanmuziek. De beste plaats om te spelen is en blijft de Dam, zo vertellen Jan The Violist en de Drie Bulgaarse Vrienden ons, terwijl ’s avonds het Leidseplein een flinke duit oplevert. De versc-

´Jan the Violist probeert niet te veel na te denken als moderne minstreel niet voor altijd is.´ tig minuten op een plaats gespeeld worden, men heeft een vergunning nodig en daarbij komt nog dat bij deze vergunning een waslijst aan plaatsen komt waar men niet mag spelen. Mochten deze regels aan de laars gelapt worden, kost dat de kleinkunstenaar 120 euro.

heidenheid aan straatmuzikanten is enorm. Van veredelde bedelaars met een gitaartje, tot geen Nederlands sprekende Oost-Europeanen die naar eigen zeggen werkelijk alle instrumenten bespelen, tot echt talentvolle muzikanten. In deze laatste categorie valt zonder enige twijfel Jan The Violist.

De drie Bulgaarse muzikale vrienden die met hun accordeons en klarinet onder een boom

De oorstrelende klanken van zijn elektrische viool komen ons vanaf de Dam tegemoet. Gymnorhina | 14


De uit Slowakije afkomstige Jan Fila, beter bekend onder zijn artiestennaam Jan the Violist, speelt al vanaf zijn zevende viool. Tegenwoordig reist hij samen met zijn vrouw in een camper door Europa, om hier mensen te verblijden met zijn muziek, die naar eigen zeggen voor Slowakije erg vernieuwend is. In Slowakije werd Jan’s muziek weinig gewaardeerd. Nadat Jan the Violist de muzikale middelbare school afmaakte, besloot hij zijn weg in de muziek een vervolg te geven op het conservatorium in Bratislava. Echter, daar was men gewend om alleen klassieke muziek te onderwijzen en was er geen ruimte voor iets anders. Hieruit vloeide voort dat men niet gediend was van een elektrische viool en de moderne muziek die Jan the Violist speelde. Jan verliet het conservatorium na twee jaar, om zijn hart te volgen en de wijde wereld in te trekken.

Jan the Violist krijgt in andere landen veel positieve reacties op zijn muziek, in tegenstelling tot de reacties in zijn vaderland. Daar zijn straatmuzikanten niet erg bekend en sociaal gezien matig geaccepteerd. De enkele muzikanten die hun liederen daar in de open lucht concerteren, spelen voornamelijk klassiek. Desondanks, hoopt Jan the Violist ooit terug te keren naar Slowakije. Met elektrische viool op zijn schouder.

Een goede keus, zo blijkt. Jan is niet rijk, maar maakt naar eigen zeggen ‘a nice living’. Natuurlijk zijn er slechte dagen, maar zolang de muziek goed is, zullen de ‘goede’ dagen komen. Hij leeft van de liefde voor muziek. Jan the Violist probeert niet te veel na te denken over de toekomst, al weet hij dat het

n over de toekomst, al weet hij dat het leven leven als moderne minstreel niet voor altijd is. Hij reist met zijn viool en liefhebbende vrouw door Europa en ze vinden het heerlijk om verschillende talen te leren, ervaringen op te doen en van de culturen te leren. In elk land verblijft hij twee à drie weken, waarna hij zijn biezen pakt en vertrekt naar de volgende locatie om zijn muziek ten gehore te brengen. Gymnorhina | 15


Gymnorhina | 16


Later word ik... B

ij de rubriek ‘later word ik...’ denk je bij de auteur van het stukje eigenlijk meer aan iemand die het allemaal al voor elkaar heeft en een baan heeft gevonden die hij nog een tijdje zal blijven doen. Laat ik maar meteen vertellen dat ik niet in dit plaatje pas: ik ben dit jaar pas aan een master begonnen. En ik vind mijn stage en onderzoek leuk, maar ik ben net als menig andere student bezig met de vraag wat ik in godsnaam moet doen als ik serieus aan het werk moet. Kan ik dit de rest van mijn leven doen? Wil ik in de vijftien jaar na een PhD om de drie jaar hoppen van post doc positie naar post doc positie? Kan ik omgaan met de (ook financiële) onzekerheid die daarmee gepaard gaat? De concurrentie in de wetenschappelijke wereld is moordend, ben ik eigenlijk wel goed genoeg? Dit stukje gaat dan ook niet over eventuele verre toekomstperspectieven waar jij mee te maken kan krijgen. Derdejaars bachelor studenten moeten een keuze gaan maken voor hun master, en dat is iets waar ik wel ervaring mee heb. Dus wat moet jij nou eigenlijk gaan doen in september?

Daar waar de regering ons met hun langstu-

deerdersboete door een studie wil jagen, ben ik meer voor dat stukje zelfontplooiing waar je studententijd zich bij uitsteek voor leent. Je hebt geen hypotheek, geen vaste baan, kan goedkoop lenen, zit niet vastgeroest in een relatie en hoeft je dus vooral niet verantwoordelijk te gedragen. Als er een ding is dat mij angst aanjoeg in de laatste maanden van mijn bachelor, dan was het wel het idee dat ik binnen twee jaar een master zou afronden en vervolgens aan een serieuze baan zou moeten beginnen. Ik ben een half jaar practicum gaan geven om vervolgens vijf maanden op reis te gaan. Ik denk niet dat ik snel weer zo zonder zorgen zal zijn. Geen deadlines en tentamens om tegenaan te hikken, en op reis wist ik soms ’s ochtends niet eens wat ik ’s middags zou gaan doen. Na je bachelor heb je, je basis- en middelbare schooltijd meegerekend, zeventien jaar geleerd. Ik kan iedereen aanraden om daar even een break van te nemen voordat je weer serieus verder gaat met investeren in de toekomst. Tijdens je master is er trouwens ook ruimte om eens even een paar maanden iets anders te doen. Je kan je een paar maanden uitschrijven aan de universiteit om het collegegeld en de dreiGymnorhina | 17


gende langstudeerdersboete te ontwijken, om in die tijd even wat anders te gaan doen. Ik snap 端berhaupt niet waarom veel masterstudenten nog in de geijkte maanden juli en augustus op vakantie gaan, als het veel goedkoper vliegen is in februari. Je mag je master zelf indelen, dus wees creatief en plan ook wat tijd in om te besteden aan andere dingen.

Dit

gezegd hebbende, wil ik wel duidelijk maken dat ik niet vind dat het altijd feest moet blijven. Als student kan je gebruik maken van enorm veel vrijheid, maar op een moment is het tijd om serieus te worden, en daar groei je vanzelf in. Ik denk dat je tijdens je bachelor een aardig beeld krijgt van wat je wel en niet leuk vindt, en anders heb je tijdens je master beperkt de tijd om dit uit te zoeken. Een van de belangrijkste dingen bij het maken van keuzes omtrent het vervolg van je studie, is denk ik dat je iets moet gaan doen wat je vooral leuk vindt. Je zou kunnen besluiten om in de richting van zorgmanagement te kiezen omdat dat later voor zulke leuke bedragen op je bankrekening zorgt, maar uiteindelijk denk ik dat je motivatie en interesse veel belangrijker zijn om ergens succesvol in te worden. Wordt geen leraar als je geen zin hebt in puberende kinderen, en vergeet het onderzoek als je het allemaal te veel werk vindt om dingen tot op de bodem uit te zoeken. Denk bij je keuze van een masterrichting dus vooral aan wat je leuk vindt en waar jij jezelf ongeveer ziet eindigen over een tijdje. Als je het nog niet zeker weet, dan zijn er mastertracks waarin je veel vrije keuzeruimte hebt en dus tijdens die twee jaar langzaamaan een richting in kan gaan. De track Medical Biology in de master Biomedical Sciences is er bijvoorbeeld zo een.

mensen praten over wat voor een mogelijkheden er zijn en zorg vooral dat je er wat kan leren in plaats van dat je gebruikt wordt voor de domme klusjes. Denk er bij het uitzoeken van een onderwerp aan dat je iets kiest wat jou interesseert en dat de richting op gaat waarin je zou willen eindigen. Stages leveren de meeste studiepunten op en vormen het grootste gedeelte van je master, en een verkeerde keuze zou hier jammer zijn.

Ik kan nog even verder gaan over wat voor

mij persoonlijk werkt, maar dat betekent niet dat dit ook voor jou de ideale manier is. Het goede nieuws is dat volgens mij geen enkel werkend mens van 50 wist wat hij later zou gaan doen toen hij studeerde. We maken keuzes, sommigen goed, sommigen slecht, en zo kom je uiteindelijk het leven wel door. Als je je laat leiden door je persoonlijke interesses en motivatie dan denk ik dat je uiteindelijk wel op je pootjes terecht komt. Misschien ben je jong en wil je wat, maar weet je nog niet wat datgene moet zijn. Neem je masterkeuze serieus, maar stippel niet alles nauwkeurig uit tot het einde van je studie. Je bent tenslotte pas 21 en hebt nog een studententijd waarin je lekker een beetje moet aanrommelen. En als je tijdens je studie een paniekaanval krijgt en bang bent dat je de verkeerde kant op bent gegaan , dan is er altijd nog de studieadviseur die je uit de brand kan helpen.

JB

Een cruciaal aspect in je master is het uitzoeken van een goede stage. Steek tijd in het zoeken van een stage, ga bij meerdere

Gymnorhina | 18


Gymnorhina | 19


o t w Ho

! r e t s p i H : be a

Bekend met deze term en altijd al deel uit willen maken van deze subcultuur? De Gymno laat je deze keer zien hoe! Voor de mensen die niet bekend zijn met de term : Hipsters hebben hun eigen subcultuur, die gaat over onafhankelijk denken, andere voorkeuren hebbben dan de mainstream, en progressieve politiek. Hipsters zien zichzelf graag als zeer creatief, intelligent, attent een geestig. Hipsters laten hun onafhankelijkheid zien door keuzes te maken die hun voorkeur voor het maken van culturele statements laat zien. Of het nou gaat om welke koffie je drinkt, muziek je luistert en welke interresses je hebt. Hipsters zijn cultureel onderlegd. Je zult Hipsters niet tegenkomen in grote discotheken, bij massale concerten of evenementen, maar juist bij de kleinschalige, culturele podia en festivals. De Hipster heeft een open moraal. Homoseksualiteit, drugsgebruik en gelijke behandeling zijn niet belangrijk, maar vanzelfsprekend voor de hipster. Wil jij proeven wat het leven van een hipster inhoudt? Volg dan vooral de volgende tips op. Looking good: Als je eruit wil zien als een hipster, moet je kleden zoals een hipster. Dat houdt in: - Schoenen: All Stars, Vans, andere sneakers, Doc Martens, of zelfs cowboylaarzen. -Broek Skinny Jeans zijn essentieel. Voor vrouwen ook leggins/jeggins/treggings en jurkjes. -Tops Tshirts met ironische teksten of plaatjes, Tshirts met afbeeldingen van dieren en natuurlijk geblokte bloesjes. Hoodies zijn ook alltijd goed. Je koopt vintage kelding in thrift stores, of anders natuurlijk bij de American Apparel. H&M voldoet ook. Heel belangrijk is ook dat je eruit ziet alsof je look totaal geen moeite heeft gekost. Ook je haar ziet er bij voorkeur uit alsof je er niet al te veel aan gedaan hebt. Gymnorhina | 20


What else? Brillen, het liefs zo groot mogelijk. Denk Rayban. Een messenger-bag, waar je je Apple laptop in kan vervoeren. Een grote koptelefoon is altijd goed. Het liefst alles van Apple. Een moleskine agenda En vooral, waar moet je over mee kunnen praten/aan denken als je de look hebt?! Muziek is ontzettend belangrijk in de hipsterscene. Hoe meer bands je kent die je medehipsters niet kennen, hoe hoger je hipster-credibility. Je zal dus veel tijd kwijt zijn aan het zoeken van de meest kleine en obscure bands. Go to hipster music qoute: .’Ik vond ze goed voordat ze bekend werden’, ‘deze band is iets te commercieel voor me’ is ook een goeie. Cultuur/Politiek/Literatuur/Kunst Hipsters zien zichzelf al intelligent en houden zich dus bezig met bovenstaande onderwerpen. Hipsters zijn links-progressief en hebben een open moraal. Eten. Hipsters zijn vaak vegetarisch of veganistisch. Verder is koffie het drankje, dicht gevolgd door lekker bier. Verder is de hipster-attitude natuurlijk onmisbaar. Je bent ontzettend cool, en je weet het ook. Eigelijk ben je veel beter dan mensen die tv-kijken, top 40 muziek luisteren en eigelijk alles doen van mainstream is. Verder kunnen de meeste dingen je niet zoveel schelen. De laatste clue is dat alles zo over moet komen alsof je er absoluut geen moeite aan besteedt. Dus je kleding ziet eruit alsof je wat uit de kast heb gevist (in plaats van goed nagedacht hebt wat je een szal gaan combineren), en alle obscure bands ken je gewoon ‘toevallig’, zonder dat je daar eerst het hele net voor over gesurft hebt. Deze tips waren vooral een eerste idee wat je moet gaan doen als hipster. Mocht het je echt heel erg aanspreken, google eens op: How to be a hipster, en voila, alle ins & outs zijn te vinden.

JB & RKD Gymnorhina | 21


Ik denk dat we anno 2011 toch wel kunnen zeggen dat mensen inderdaad van de apen afstammen. Het is eigenlijk raar dat dit idee ons nu pas treft. Men hoeft maar een blokje om te lopen en eens goed naar de passerende gezichten te kijken om toch al een goede inschatting van onze voorouders te kunnen geven. Per dag kom ik toch bijna wel tien ‘missing links’ tegen. Nu dan, de twee meest verwante soorten aan ons zijn de Chimpansee en de Bonobo. De eerste is de meest agressieve aapsoort die wij kennen. De Bonobo echter is ontzettend vredelievend, maar had beter Boner-bo kunnen heten gezien het libido van onze evolutionaire neef. Meng de Chimpansee met de geilheid van de Bonobo en je krijgt de mens… of beter gezegd de man. De aap met een missie. Stampend van de immer zeurende druk in zijn overvolle ballen ramt hij zijn weg door het leven op zoek naar verse kutten. Het drijft hem tot waanzin. Hij zal nooit rust vinden en zijn eeuwige queeste moeten voortzetten, en passant alles kapot makend waar hij zich op zijn weg aan stoot. De andere helft van de mensheid heeft meer weg van kleine koddige katjes. Schattig, zacht, aaibaar en met grote ogen kijken ze je lief aan. Zonder enige vorm van schaamte

komen ze krols hun lijfjes tegen je aan wrijven om -als je ze wil aaien- een stukje weg te lopen en lonkend nog eens goed te laten zien hoe mooi ze zijn. Werkt deze tactiek niet in 1 keer dan herhalen ze ongegeneerd het kunstje nog een keer. En voor de zoveelste maal pierent met hun mooie billetjes durven ze dan ook nog te beweren geen slet te zijn… Weer een strak staaltje redeneerkunst van de vrouw! Maar je moet het ze nageven; dat ze diep van binnen hartstikke vals zijn weten de bloeddorstige monstertjes goed te verbloemen. Dat vrouwen van binnen net zo slecht zijn als mannen blijkt ook uit hun partner keuze. Het is een raar fenomeen maar het mannetje dat doorgaans het hardst staat te stampen, te tieren, te dampen en te beuken, degene die de rest het best onderdrukt en macht en sociaal-economische zekerheid uitstraalt, juist dié wordt door de vrouw als aantrekkelijk ervaren! Op die manier heeft de vrouwelijke seksuele selectie er inderdaad weer voor gezorgd dat mannen op hun evolutionaire retour zijn. Langzaam verworden wij weer tot agressieve seksueel gefrustreerde apen. Super bedankt dames! En nu kunnen we iets vreemds constateren. Door een streng ‘toegangsbeleid’ is het de vrouw gelukt van ons mannen een stel idiGymnorhina | 22


oten te maken die weinig anders kunnen dan zenuwachtig met hun pik slingeren. Heen en weer tippelend staan we te springen voor de poort van het genot. Maar oooh zo vaak blijft zij dicht. Sommige van ons is al zo lang de toegang ontzegd dat ze verhit rond stuiteren op hun persoonlijke skippieballen. Meer en meer raken we gefrustreerd, een potje rukken verhelpt de druk slechts tijdelijk en dus slopen we nog maar eens wat of pakken het goed aan en beginnen ergens een flinke oorlog. Ons mannen is het evolutionair gezien echter nooit gelukt de vrouw in een iets geilere vorm van zichzelf te gieten. Vrouwen zijn nog net zo geil als vroeger op de savanne: gort droog. 25 % van de vrouwen kan niet eens klaar komen… Seksuele amateurs! Dit is helaas niet geheel onlogisch wanneer men bedenkt dat voor een orgasme lekkere seks een voorwaarde is, voor lekkere seks is het dan weer handig als beide partijen elkaar niet lelijk vinden. Het probleem bij vrouwen is nu dat ze in het beste geval slechts met 1 lekker iemand in bed liggen. Je denkt nu natuurlijk; Ja, want mannen zijn lelijk. Dit is waar, maar onvolledig. Vrouwen vinden zichzelf namelijk lelijk. Niet altijd, maar wel naakt in de slaapkamer met het licht aan als iemand anders naar ze kijkt… pure schaamte… Ja, en zo wordt seks natuurlijk nooit leuk, blijven de poorten nog langer dicht, raakt de man nog gefrustreerder en dan begint hij weer op dingen te slaan… Mijn devies dit keer luidt dan ook; Vrouwen! Kleed je uit en kijk in die spiegel! Wij mannen hebben miljoenen jaren lang jullie maar op 1 eigenschap uitgezocht en daar plukken jullie nu de evolutionaire vruchten van, want godverdomme wat zijn jullie allemaal mooi! Dom, maar mooi. Want zelf zien jullie het weer niet. Net als met ‘world peace’… Is al lang mogelijk! Namelijk; verbeter de wereld, begin bij je spiegelbeeld. Als jullie jezelf nou eens mooi gaan vinden… wordt de seks leuker van, wordt de seks ook

meer van, worden de ballen wereldwijd leger van, gaan wij minder dingen kapot maken en zo ligt ‘world peace’ al jaren binnen handbereik! Dus waardeer jezelf, open de zaadcontainers, neuk erop los en maak de wereld een stukje beter! De Bonobo’s zijn jullie voor gegaan. Als daar het mannetje driftig is, snelt er een vrouwtje toe om hem een beter alternatief tussen haar benen te bieden. Nooit geen oorlog tussen bonobo stammen… En nog iets, jullie stellen me teleur dat ik het allemaal zo moet voor kauwen en er nou nooit eens een vrouw op dit soort ideeën komt. Maar ja, misschien komt dat omdat de eeuwenlange mannelijke seksuele selectiedruk waardoor jullie zo wonderschoon zijn geworden daarnaast maar magertjes gericht was op de ontwikkeling van intelligentie. Dat is meer een bijproduct, zoals wij tepels hebben. En voor de bijdehandjes wil ik er tot slot nog even op wijze dat mannen tepels kleiner zijn dan die van vrouwen.

BV


Gymnorhina | 24


Vrolik en groot Falend als een slappe fallus. Ja waarde Gymno-lezers, u voelt het allen. De lente heeft nu toch eindelijk haar intrede gedaan. De kans op kriebels, zwoele blikken en het uitwisselen van diverse lichaamssappen neemt opeens met de dag exponentieel toe. Dat kriebels en zwoele blikken niet nodig zijn om toch lichaamsvocht uit te wisselen werd bewezen door de alle dames die mee waren naar Antwerpen. Petje af; Dat Congo toch niet zo saai is als de vorige Vrolik en Groot deed vermoeden moest toch rechtgezet worden, en dat hebben jullie vol overgave gedaan! Maar we beginnen met de Constitutieborrel. Een borrel waarbij uiteraard veel Congolikeur genuttigd. Degenen die het bestuur meerdere keren moesten feliciteren werden dan ook wel een beetje licht in hoofd. Oude rot Gilles de H(oe dichter bij de nul, hoe strakker om de lul) wist het wat nieuwere Congolid Annike B(ekius) dan ook prima in te wijden in de ware aard van het fenomeen Constitutieborrel. Hoe Annike B(atsen doe ik graag met oudere mannen) sindsdien denkt over constitutieborrels is onbekend. Op een constutieborrel komen ook veel besturen uit het hele land opdraven om het nieuwe bestuur te feliciteren. Francis Z(aad wil ik!) liet deze kans niet onbenut. Na ettelijke shotjes Congolikeur werd ze dan ook gespot met een ons onbekende man. Wie misschien niet nieuw zijn, maar door shotjes nog wat extra gestimuleerd worden zijn Coco B(ukken wil ik altijd wel) en Marnus W(……..) werden ook weer op heterdaad betrapt. Dat men zich in de Havelaar nooit verveelt was wederom te merken op de themaborrel: Maart, iedereen heeft een baard. Door het overtollige gezichtshaar lieten vooral de mannen zich niet afschrikken. Bart van der M(annen doe ik liever dan vrouwen) is lekker bezig met experimenteren. Zowel Laurent L(euters kende ik al als kleuter) en Guido M(ooie mannen zijn oke!) kwamen hier niet onderuit. Terwijl Guido M(eer!, Bart doe ik altijd toch wel weer) er wel van leek te genieten is Laurent L(iever toch de vrouwenlippen) niet zo’n overtuigd mannenzoener. Een groep biologen los in Antwerpen, dat gaat natuurlijk nooit goed. Na eindeloos lekker Belgische biertjes drinken wordt het sexappeal van de medegroepsgenoten toch wat hoger. Geen mannen in de buurt? Niet getreurd, dit vinden de Congovrouwen helemaaaal niet erg. Geslurpt, gesmakt, gezogen en gelebberd moest er worden, en daarvoor vonden ze elkaar een prima doelwit. Volgens het 91ste bestuur kan zoenen binnen het bestuur absoluut geen kwaad. Bestuurvrouw Francis Z(oetjes zoenen zonder zaad kan ook best leuk zijn) en medebestuurslid Hilde S(tudeert sinds kort vrouwenkunde) hebben de banden strak aangetrokken. Verwacht wordt dat de komende samenwerking vloeiend zal verlopen. Maar in het bestuur zitten baart toch aanzien, en er waren meerdere dames die hun slag probeerden te slaan. Lidia M(ij moet je ook sowieso gehad hebben) werkte haar tong naar binnen bij zowel Hilde S(mult met Gymnorhina | 25


volle teugen) en Francis Z(akt bijna door haar benen van genot). Coco B(lij word je zeker ook van mij) kon niet achterblijven en werkte beide bestuursdames ook even af. Het bestuur bevredigt duidelijk niet al hun behoeftes, want na deze tongworstelingen hadden ze nog steeds geen genoeg van de geneugten van de vrouw. Francis Z(at van vrouwen? Ik begin pas) kom zichzelf niet meer beheersen na al dit geile geglibber. Marianne M(ijn vriendje is er wel, maar die komt toch veel te snel) werd ook betrokken in dit dubieuze likfestijn en nam ruim de tijd om alle in’s en out’s van de vrouwenmond even te verkennen. Ook Jennifer van den B(erg) werd wel erg nieuwschierig en vond ook in Francis Z(oenen, zoenen maak me gek) degene die haar nieuwschierigheid bevredigen kon. Daarna was ook zij niet meer te stoppen. Coco B(iseksueel, hoezo?) leende zich ook wel weer voor wat geile meiden gewrijf en zo werden Jennifer van den B(ef!,bef!,BEF! ) en Bart van der M(eisje! ) goed ingesmeerd.

Gymnorhina | 26


Are you ready to be:

Redactiecie?

Wil jij ook jouw initialen onderaan deze pagina? Denk jij: ik kan dit veel beter! Heb jij verhalen of ideeĂŤn die je met heel Congo wil delen? Heb je papier over? Kom bij de Redactiecie! Stuur een mailtje naar:

gymnorhina@gmail. com ..en dan staat jouw artikel hier straks ook! (Artikelen mailen zonder verplichtingen kan ook, stuur ze op en wij plaatsen ze in de Gymno) Gymnorhina | 27


Inl BIJ eve rIn van dez g adv e ert e ntI 1 dr e ank J gra e tIs

cafe restaurant polder ontbijt | lunch | diner | zaalverhuur Science Park 205 | 1098 XH Amsterdam | 020 463 43 03 info@cafe-restaurantpolder.nl | www.cafe-restaurantpolder.nl

Gymnorhina | 28


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.