4 minute read

Buurtsuper met de Noorderzon vertrokken

Next Article
Feestperikelen

Feestperikelen

oodschappen halen is soms geen pretje, je waait van de weg weg, je valt met je netje'. Dat waren de beginregels van een liedje van de SRV-man. De rijdende winkel die boodschappen aan huis bracht, een buurtsuper plus zeg maar. Een rijdende winkel was voor de scheepvaart niet zo handig en daarom waren daar varende winkels, de buurtsuper van de scheepvaart en op afroep beschikbaar. De Parlevinker. Op de rivieren ook wel Zoetelaar genoemd en in de havens Kaaidraaier. Bij dit soort ondernemingen deden mijn ouders ook wel boodschappen. Niet al te vaak moet ik eerlijkheidshalve zeggen want echt goedkoop waren deze parlevinkers niet.

Volle vormen

Bij mijn loopje langs de Noorderhaven zag ik regelmatig de Noorderzon liggen, een opvallend net schip met een prachtige volle vorm. Toen ik het schip eens beter bekeek zag ik dat het de romp heeft van een parlevinker, de hut staat echter in het midden en niet helemaal voorop, dus helemaal origineel kon hij niet meer zijn. Maar de rest van de opbouw en vooral de kont van het schip overtuigden mij, dit schip was zeker een parlevinker geweest. Daarom maar eens een praatje aangeknoopt met de eigenaar en bewoner Jaap van der Laan.

Het stickje

Op mijn vraag aan Jaap of hij iets weet over de geschiedenis van het schip is Jaap eerst wat vaag. Ja, hij weet dat het een parlevinker is geweest die in Delfzijl heeft gevaren, maar hij heeft een stickje waar veel informatie op staat. Die moet ik maar eens meenemen en bekijken. Ik krijg het stickje, voorzien van de Groninger vlag, mee en bekijk hem thuis. Tot mijn grote verbazing staat

• boven: de Vita Nova II in aanbouw bij Scheepsbouw & Constructiebedrijf Metallurgica W. W. Eltink te Beneden Leeuwen, februari 1963

• onder: aankomst van de pas opgeleverde Vita Nova II in Delfzijl, april 1963 er super veel op. Foto's van de bouw, de bestelorder, advertenties van de verkoop, een rouwkaart van de bouwer en nog veel meer. Ik ga terug naar Jaap en in ons gesprek blijkt dat hij zeer goed op de hoogte is van de geschiedenis van dit schip, haar levensloop is hem bekend.

Kapitein G. J. Schmaal

Deze zeekapitein wilde vaker aan wal zijn en dacht na over wat hij dan wilde doen. De havenmeester van de jachthaven, de heer Vos, tipte hem dat er geen parlevinker in Delfzijl was en dat daar wel handel in zat. Deze tip zette Schmaal aan het denken en hij maakte plannen om de parlevinker van Delfzijl te worden. Hij bestelde de Vita Nova in 1958 bij Gebr. Sanders te Delfzijl. Deze parlevinker van 11,75 bij 3,60 meter was in 1962 alweer te klein geworden.

Vita Nova II

• boven: 'knip- en scheerbeurt', Delfzijl 1964

• midden: de Vita Nova II in Farnsum, jaren zestig

• onder: in 1974 werd het schip overgenomen maar bleef de functie van parlevinker vooralsnog behouden

Op 11 juli 1962 bestelde de heer Schmaal uit Delfzijl zijn tweede Vita Nova. Deze werd gebouwd door Scheepsbouw- & constructiebedrijf "Metallurgica" te Beneden-Leeuwen, eigendom van de heer W.W. Eltink. De totale kosten voor bouw en inrichting van dit 15 meter lange en 4,5 meter brede schip uitgerust met een Daf 575 motor en een diepvries, was f 55.500,-. Eltink was dé parlevinkerbouwer van Nederland, de mooie scheepjes waren goed herkenbaar, stuurhut voorop, over de hele lengte winkelruimte en de ingangen voorzien van aluminium rolluiken. Blijkbaar was de Vita Nova

II een winstgevend bedrijf want de scheepshypotheek werd in drie jaar afgelost.

In 1974 moest Schmaal de zaak overdoen aan zijn opvolgers. Zowel de heer M. Pamperl als W. Van der Kooi hadden de tijd tegen zoals Schmaal hem voor had en konden het schip niet langer als parlevinker in de vaart houden. Het bedrijf Busker uit Lemmer kocht de Vita Nova begin tachtiger jaren en bouwde het om tot directievaartuig en gaf het de naam Parlevinker. De stuurhut werd er afgebrand, er werd een voordek gecreëerd en er werd een stuk uit de winkelruimte gesneden. Daar is de nieuwe stuurhut ingezet. Zo ontstond het uiterlijk van vandaag de dag. Het schip voer vele jaren als directievaartuig maar Busker nam hem mee toen hij met pensioen ging en bouwde het om tot jacht.

Nog nooit gezien boven: de Vita Nova II op de Achterweg in Farnsum klaar voor de grote metamorfose (1981). daaronder: de Vita Nova II na de ingreep met verschillende namen: de Parlevinker (in Lemmer 1988), de Castor (in 2007) en opnieuw als Parlevinker in het Verbindingskanaal (2008)

Toen het schip gebouwd werd moest er natuurlijk zoveel mogelijk winkelruimte zijn. Maar ook moest er een motor en een keerkoppeling worden geplaatst. Die dingen nemen nou eenmaal veel ruimte in.

• blik in de machinekamer en de stuurhut van de Noorderzon

De oplossing die daarvoor werd gevonden was een Z-keerkoppeling. De motor werd zover mogelijk achterin het schip geplaatst en net andersom dan normaal. De aandrijfas naar voren gericht. Deze loopt dan naar de Zkeerkoppeling die de schroefas, onder een kleine hoek, weer naar achteren stuurt. Hierdoor komt de schroef onder de motor. Ik had er wel eens van gehoord maar nog nooit gezien. Dat kan ik nu niet meer zeggen.

Noorderzon

Het schip was inmiddels weer van eigenaar en naam veranderd en ging nu als Castor door het leven. Jaap woonde inmiddels in de Noorderhaven op een Groninger Slof, een scheepstype dat onder andere bij Fikkers werd gebouwd. In 2008 kocht hij echter de Castor en noemde haar Noorderzon. Op de huidige naamplanken staat aan de achterkant nog Parlevinker ingegraveerd.

En zo zorgde Jaap van der Laan, gepensioneerd vrachtwagenchauffeur en brugwachter, dat de drijvende buurtsuper Vita Nova veranderde in de Noorderzon. Het schip waar hij nog graag vaartochten mee maakt door de Noordelijke provincies, het schip waar hij zijn vlag op heeft geplant, het schip dat zijn thuis is. Boodschappen worden er niet meer mee afgeleverd, nee die moet hij nu zelf gaan halen. Hoewel, de SRV is er weer, nu in de vorm van Picnic en Flink en ze bezorgen ook aan boord. Niets nieuws dus onder de (Noorder)zon.

• onder: aan twee kanten van de naamplank

This article is from: