3 minute read

Stichting Monument & Materiaal

Bouwmaterialen vertellen de verhalen van het verleden

In het A-Kwartier gaat een rijke geschiedenis hand in hand met een levendige en bruisende stad. Stichting Monument & Materiaal gaat langs bij panden in de wijk waar historische bouwmaterialen zijn herplaatst. In dit deel twee panden met twee verhalen. In het eerste pand kun je tegenwoordig genieten van een diner of een drankje langs het water: museum-café Het Pomphuis aan de Kleine der A. Het tweede pand is voor de meeste mensen bekend als falafelrestaurant

FLFL: het pand van Ewald de Vink in de Oude Kijk in 't Jatstraat.

We beginnen bij het Pomphuis, tegenwoordig in het bezit van het Groninger Monumentenfonds. Eind 19e eeuw werd het rioolwaterstelsel aangelegd in de stad en daarvoor was nieuwe infrastructuur nodig. Daarom werd in 1872 in opdracht van de gemeente het Pomphuis gebouwd. Het zit natuurlijk al in de naam. Het Pomphuis was een rioolgemaal waarmee afvalwater over lange afstanden kon worden getransporteerd. Het pand werd later gebruikt als transformatorhuis en als pomphuis voor de brandweer. Tegenwoordig is het Pomphuis een horecagelegenheid op een steenworp afstand van de A. We spreken Nick Nijboer, mede-eigenaar van het café-restaurant. Omgeven door een mengeling van de originele industriële en moderne elementen vertelt Nick ons over de renovatie van het pand. Het terugbrengen naar de originele staat was geen optie en ook niet een doel op zich. De interieurarchitect raadde echter aan om de oude elementen in het pand te benadrukken en ontbrekende bouwmaterialen te herplaatsen. Voor dit laatste kwamen ze terecht bij Monument & Materiaal, waar ze deuren haalden die in de bouwperiode van het pand gangbaar waren. Een zeeblauw exemplaar met twee panelen is de favoriet van Nick.

De oude elementen in het pand vertellen het verhaal van het Pomphuis. Bij binnenkomst is te zien dat er bij de renovatie oude elementen bewaard zijn gebleven en terug te zien zijn. Bijvoorbeeld de ijzeren dakbalken en de ingangspartij. Er is een oude eikenhouten parketvloer en historisch-passende binnendeuren waar bewust voor gekozen is om de oude verflagen en gebruikssporen zichtbaar te houden. Het oude en industriële karakter zorgt voor sfeer in het verder modern ingerichte interieur van het restaurant.

We lopen door naar de Oude Kijk in 't Jatstraat en stoppen voor het pand waar de letters FLFL boven de deur prijken. Het is verleidelijk om onze neus te volgen, maar we trotseren onze trek en bellen aan bij de bovenwoning waar pandeigenaar Ewald de Vink woont. Een oude bekende van de stichting. Rond 1983 toen de stichting werd opgericht troffen Peter Broekhuizen, een van de oprichters van de stichting, en Ewald elkaar bij containers vol met oude bouwmaterialen. We weten niet wat er is gezegd, maar het was vast in de lijn van "zonde van die materialen en die historie die zomaar weggegooid wordt". De Vink was altijd geïnteresseerd in antiek en restauratie en heeft hiervan zijn beroep gemaakt. Een beroep waar je in je vrije tijd veel aan hebt met een historisch pand. Voor Ewald is het een constante zoektocht naar materialen die passend zijn voor zijn huis.

Ewald en zijn familie zijn een groot hoofdstuk in het lange verhaal van het pand in de Oude Kijk. Ewald woont al zijn hele leven in het huis.

Op een zolderkamertje wordt hij ter wereld gebracht. Het huis is sinds 1937 in het bezit van de familie. Ewald zijn grootouders woonden in de bovenwoning. Beneden hadden zij een manufacturenwinkel waar men onder andere kleding, garen en stoffen kon kopen. Het huis stamt uit de eerste helft van de 18e eeuw, maar is in de loop van de tijd meerdere malen verbouwd. Zo is begin 19e eeuw de voorgevel vervangen. In het jaar 2000 verkeerde het pand in slechte staat. De gemeente verplichtte de eigenaar tot sloop vanwege de bouwvalligheid. De achtergevel, balklagen, vloeren van de verdiepingen en de kapconstructie zijn gedemonteerd en herbouwd met het leeuwendeel van de originele materialen, de rest is zorgvuldig uitgezocht. Om alles op de goede plek te krijgen zijn de materialen tijdens de demontage genummerd, gerestaureerd en vervolgens teruggeplaatst.

Bij verdere restauratie ligt de nadruk op hergebruik van oude bouwmaterialen. Deze worden zorgvuldig uitgezocht. Oude elementen geven niet alleen karakter aan het pand, ze zijn vaak van kwalitatief goede materialen gemaakt en zitten technisch goed in elkaar. Veel materialen in het huis zijn afkomstig van Monument & Materiaal. Van deuren tot ornamenten en van tegels tot het bovenlicht met de levensboom in de voordeur. Als restaurateur schuwt Ewald moeilijke projecten niet. Recent heeft hij een 18e-eeuwse deur geplaatst (foto's boven) die scheluw is. Hiervoor heeft hij een kozijn moeten aanpassen zodat de kromme deur er perfect in past. De prachtig doorleefde verflaag op de deur wordt niet opnieuw geschilderd, dat is karakter.

Voor Ewald is het geen doel om de oorspronkelijke stijl te herstellen. Passend en regionaal is voor hem essentieel. "Als je een schoorsteenmantel reconstrueert gebruik je materialen die een boerse Groningse uitstraling hebben en niet een chique Parijse." Hij vindt dat bouwmaterialen op een manier herplaatst moeten worden zodat ze tot hun recht komen en hun functie terugkrijgen. Het huis is meerdere malen ingrijpend verbouwd. De geschiedenis van het pand mag van Ewald zichtbaar zijn door de verschillende stijlen die in de loop van de tijd zijn gebruikt. Deze visie werd niet altijd gedeeld door medewerkers van Monument & Materiaal, maar altijd konden de eigenaar en de stichting elkaar vinden in het behoud van historische bouwmaterialen. Ewald kijkt terug op alle verbouwingen en zijn leven in het huis: "Als je zoveel hebt meegemaakt, ga je niet meer weg."

This article is from: