VERZ!N, jaargang 6, nummer 2 (2011)

Page 1

toelating gesloten verpakking 2030 - Antwerpen X - P602624

TIJDSCHRIFT

Het tijds

chrift da t je aan h

et schrij

ven zet

Joost Vandecasteele Ik wil mezelf verrassen met mijn eigen verzinsels

Free writing: hoe schrijf je vrijuit? Manuscript klaar. Uitgever gezocht © Katrijn Van Giel

Driemaandelijks tijdschrift van Creatief Schrijven vzw Jaargang 6/nummer 2/april-mei-juni 2011 V.U.: Guido Vereecke/Zirkstraat 36/BE/2000 Antwerpen/prijs €4/p.32


02 COLUMN / Ellen Weis

Wc-poëzie Waarom staan er altijd poëtische spreuken op de achterkant van een wcdeur? Waarom nooit een pictogram of een dreigement? Een symbolisch streepje stront in een rode cirkel met een streep erdoor. Waarom geen: ‘De wc-borstel staat achter u, ezel. Als ge nu weggaat, dan zijt ge een smerig varken!’? Een heksenjacht naar achteloze wc-gangers zou tenminste resultaat opleveren. Wie de meeste mensen - aka varkens betrapt, mag de gouden wc-borstel voor een maand op zijn bureau zetten. Nee, het lijkt wel alsof stoelgang zo’n moeilijke zaak is dat de mensheid spontaan naar het rijmen grijpt. Het is een speciale vorm van poëzie. ‘Hou de wc rein, dat vinden anderen fijn’, ‘Na het plassen moet je handen wassen’,’Doe het milieu een plezier en gebruik wat minder wc-papier’, ‘Na het poepen een schone plee, daar maak je mensen vrolijk mee!’ En dat zijn nog de minst originele kronkels die je op de deur kan vinden. Wc-poëzie, het is een bloemlezing waard.

COLOFON

VERZ!N

Wie verzint deze spreuken? Bestaat er een wc-comité? Moet de directeur voor een slagzin op de deur een beleidsverandering doorvoeren? Is het de persoonlijke strijd van een boze collega of is de gepassioneerde wc-madam aan het woord? Telkens als ik me over de rijmelarij verbaas, stel ik me de poëet in kwestie voor. Gebogen over een stuk papier, met een rijmwoordenboek in de hand, wanhopig op zoek naar iets dat rijmt op cloaca. Uiteindelijk belandt het blad in een prop in de vuilnisbak. Te vulgair, te vriendelijk, of te streng. Het is woorden balanceren op een slappe koord. Statistieken op de deur zouden een toiletbezoek boeiender maken. ‘Slechts tien procent van de Belgen maakt effectief gebruik van de wc-borstel. Doe de test! Als u één van hen bent, zet dan een streepje in kolom 1, anders in kolom 2’. Van een survey gesproken! Maar nee, het blijft bij de betere wcpoëzie: een slogan op een A4’tje. Ik denk dat er – samen met mij - een groot publiek bestaat dat zich graag door een grote boodschap heen leest. Niet met een krant, maar met een hele wc-deur. Daarom pleit ik voor een spontane literaire verrassing op de wc. Een gat in de markt!

Ellen Weis, Sofie Wielandts

Brugge: IMS: Noordzandstraat 26

Foto’s: Katrijn Van Giel, Toon van Borm

De Reyghere: Markt 12

Cartoon: BibberKopf

Gent: Poëziecentrum: Vrijdagmarkt 36

Vormgeving: Albino {www.albino.be}

BVBA Jupiter: Zwijnaardsesteenweg 6

Druk: Drukkerij Gazelle NV

Leuven: IMS: Diestsestraat 115

Redactieadres:

Johannes: A. Smetsplein 10

[e] redactie@creatiefschrijven.be

Hasselt: IMS Demerstraat 80a

april/mei/juni 2011

[w] www.creatiefschrijven.be

Jaargang 6, nummer 2

[t] +32 3 229 09 90

Copyright berust bij Creatief Schrijven

Verschijnt vier keer per jaar.

[a] Zirkstraat 36 – 2000 Antwerpen

vzw. Overname van de teksten is toegelaten mits bronvermelding en voorafgaand

Oplage: 1000 exemplaren Abonnementen

akkoord van de uitgever. Iedere medewer-

Uitgever: Creatief Schrijven vzw

12 euro (voor 4 nummers) - met factuur

ker/inzender is verantwoordelijk voor zijn

Hoofdredacteur: Yves Joris,

17 euro, 30 euro steunend + buitenland:

of haar bijdrage.

Hedwig Bogaerts

Over te schrijven op rekening

Creatief Schrijven is het aanspreekpunt

Eindredactie: Anja Giegas,

001-4238815-88 met vermelding

voor iedereen die schrijven niet laten kan.

Patricia De Laet

VERZ!N / BIC: GEBABEBB -

De vzw adviseert, ondersteunt en bege-

Redactieraad: An Leenders,

IBAN: BE56 0014 2388 1588

leidt niet-professionele schrijvers en lite-

Peter Mangel Schots, Sophie Siersack,

Los nummer: 4 euro

raire verenigingen. Advertentiemogelijkheden en -tarieven op

Philip Verhaeghe Werkten ook mee aan dit nummer:

VERZ!N is te koop in:

Maarten Billiet, Veerle De Meyer, Kathy

Antwerpen: IMS: Meir 125, Melkmarkt 17

De Nève, Yves Heymans, Roderik Six,

De Groene Waterman: Wolstraat 7

Mark Vandael, Ken Van de Steene,

Mechelen: De Zondvloed:

Leen van den Berg, Dimitri Verbelen,

Onze-Lieve-Vrouwestraat 70

aanvraag: an@creatiefchrijven.be


03 INHOUD

8

SCHRIJFTIPS Joost Vandecasteele ‘Ik wil mezelf verrassen met mijn eigen verzinsels”

Workshop Voel je vrij om te schrijven ...........................................4 Cursus in de kijker Schrijversverblijf .............................................6 Letterfabriek Het witte blad: 2 columns krijgen feedback .............22

SCHRIJVERS AAN HET WOORD Column Ellen Weis .................................................................. 2 Interview Joost Vandecasteele ................................................ 8 Vervolgverhaal Dimitri Verbelen zoekt een uitgever ............... 12

10

Kunstenloket Er zijn geen wachtenden voor jou

John Irving over het schrijverschap . ...................................... 14 Interview Mieke De Loof....................................................... 20

INFORMATIE Kunstenloket . .................................................................. 10 De cover van een boek .................................................... 16 Vakliteratuur No plot no problem ................................... 25 Literair tijdschrift Tirade . .............................................. 28

22

Voel je vrij om te schrijven Workshop free writing

REPORTAGE Webkijker Facebook gaat literair . ............................. 19 Evenement in de kijker Saint Amour . ...................... 26

EN VERDER 26

Saint Amour Achter de schermen

Taalspel Kruiswoordraadsel .............................. 29 Nieuws............................................................. 30


04 WORKSHOP

© Can You Hear Us Clearly - Toon van Borm - 2007 staal

Voel je vrij om te schrijven

Hoe werkt het? Vergeet alles waarover je tekst zou moeten gaan, trek je niets aan van mogelijke randvoorwaarden en begin gewoon te schrijven. Alles wat in je op komt, is goed. Je laat je brein zweven en gekke sprongen maken, het mag alle kanten op. Jij noteert gewoon wat er in je op komt, in dezelfde volgorde en op hetzelfde ritme. Dat houdt in dat er soms vreemde kronkels te voorschijn komen in je tekst. Je schrijft geen mooi afgerond geheel, eerder een warrige verzameling van flarden, stukjes en brokken. En af en toe weet je het natuurlijk helemaal niet meer, komt er niks meer in je op. Dan schrijf je ook dat gewoon neer: “Ik weet nu echt niets meer, kan niets bedenken, …” Als wat je schrijft je onzin lijkt, schrijf je dat ook gewoon op. Je bedenkt het

Van writer’s block naar writer’s boost — Ook al eens dat verschrikkelijke gevoel meegemaakt dat je absoluut niet weet hoe te beginnen, laat staan dat je weet waarover je zou schrijven? Inspiratie nul, tank leeg. Writer’s block noemen ze dat. “Ja, maar dat kan mij toch niet overkomen. Kijk, ik ben één blok energie, de creativiteit en inspiratie spatten er af.” En toch … Vroeg of laat overkomt het ons allemaal. Hoe we die writer’s block kunnen omtoveren in een writer’s boost? De methode die we hier willen introduceren en je hierbij kan helpen heet free writing of ook wel écriture automatique genoemd. door Mark Vandael

immers. En wat je bedenkt, noteer je. Zo gaat het maar door, de hele tijd lang, want één van de weinige spelregels bij deze oefening zegt dat van zodra je begint te schrijven, je ook echt doorgaat zonder te stoppen, zonder je pen van het papier te halen. En dat minstens 10 tot 25 minuten lang. De ervaring leert dat

“Ik weet nu echt niets meer, kan niets bedenken, …” je de eerste minuten meestal redelijk vlot schrijft, vervolgens in een dipje komt van “ik zou het echt niet meer weten” om dan uiteindelijk koppig vol te houden en zo tot nieuwe, vaak vreemde resultaten te komen. Meestal zijn die ook best wel inspirerend. En daar gaat het natuurlijk om. Zorgen dat je terug op dreef komt.

Variaties op hetzelfde thema Je kunt heerlijk variëren met deze techniek. Zo kun je bijvoorbeeld ook gaan free writen over een bepaald onderwerp. Hoofdzaak blijft dat je non-stop, snel en zonder nadenken schrijft. Het is absoluut niet de bedoeling dat je ergens halverwege begint te herlezen wat je geschreven hebt, laat staan dat je begint te corrigeren. Zelfs leestekens zijn onbelangrijk. Je kunt dit ook op je computer toepassen – tokkelen maar! - maar persoonlijk geeft me dit niet dezelfde voldoening als op papier. Als ik deze techniek toepas, schrijf ik liefst met een vulpen. Dat geeft mij nog altijd het grootste schrijfgevoel.


De voordelen Het grote voordeel van deze techniek? Je bent op slag verlost van je magische lege witte vel papier. Geef toe, bij gebrek aan inspiratie kan zo’n wit vel je behoorlijk frustrerend aankijken. Daar maak je meteen korte metten mee. Bovendien heb je door het non-stop aspect van het schrijven ook helemaal geen tijd voor zelfkritiek. Je moet immers alsmaar verder schrijven. Op deze manier spreek je je onderbewuste aan en kom je tot nieuwe verrassende inzichten. Soms zijn de tekstfragmenten zelfs zo mooi dat ze, al dan niet bewerkt, als poëzie gebruikt kunnen worden. Een voorbeeldje van een hedendaagse Nederlandse surrealist, Willem den Broeder (geboren in Schiedam in 1951): Teksten stekten steksten tesken welke automatische, instinctieve schrijflust vaak tot gevolg hebben zodat blauwe teksten verschijnen als de zool van mijn linkervoet zonder huid maar bedekt met hoornvlies waardoor zwemmen soepel gaat in stroopachtig zeewater in IJsland met als duikuitrusting driedelig zwart met hoge hoed en drie ons ham alstublieft.

Geschiedenis en herkomst Deze techniek werd door de surrealisten gebruikt aan het begin van de twintigste eeuw en is dus niet nieuw te noemen. Maar wel beproefd. De surrealisten gebruikten het als inspiratiebron voor hun kunstwerken. Later vinden we deze techniek ook terug bij de bekende auteur Peter Elbow in zijn werk Writing without teachers uit 1973. Hij raadt aan om over een specifiek onderwerp

te schrijven. En als je van je onderwerp afdwaalt, blijf je net zolang schrijven tot je terug op koers bent, aldus Elbow. Ook Julia Cameron implementeert deze techniek in haar boek The Artist’s way uit 1992. In dit boek introduceert ze een twaalf weken durend programma om je creatieve blokkades op te heffen. Vanaf week één beklemtoont ze de ‘ochtendpagina’s’. Ze nodigt je uit om elke dag een half uur vroeger op te staan om drie pagina’s ochtend-bewustzijnsstroom uit je pen te laten vloeien. Hier ook de tip om je tekst niet te herlezen en door niemand anders te laten lezen. De oefening is vooral bedoeld om alles wat je bezig houdt, je hoofd vertroebelt en wat in

“Het is een soort leegmaakproces waarbij je alle ballast van je af schudt.” de weg zit voor je eigenlijke kerntaken, eerst van je af te schrijven. Het is een soort leegmaakproces waarbij je alle ballast van je af schudt. Vergelijk het met het noteren van je taken op een takenlijstje of Post-its zodat je er verder (even) niet meer aan hoeft te denken. Ik heb het boek gelezen op aanraden van een van mijn collega’s. Deze ochtendpagina’s waren een schitterende ervaring. Vroeger opstaan is geen evidentie maar het was boeiend om te merken wat zo’n paar blaadjes schrijven met je focus kan doen. Juist omwille van het vroege opstaan ben ik de ochtendpagina’s niet blijven schrijven, maar ik ken verschillende mensen die dit al jaren volhouden.

Ga er voor! Ten slotte nog dit. Ik gaf deze schrijfworkshop nog niet zo lang geleden aan een groep schrijfdocenten. Mensen waarvan enige voorkennis over creatieve schrijftechnieken verondersteld mag worden. De meerderheid knikte dan ook bevestigend toen ik vroeg of ze deze freewritingtechniek kenden. Toch gaf ik ze de opdracht om gedu-

“De meesten kenden de techniek wel van horen zeggen maar hadden hem zelf nog nooit uitgeprobeerd!” rende tien minuten aan de slag te gaan, helemaal vrij, zonder onderwerp. Na afloop evalueerden we de ervaringen. Wat bleek? De meesten kenden de techniek wel van horen zeggen maar hadden hem zelf nog nooit uitgeprobeerd! Bij deze dus een warme oproep aan ieder van jullie om tien minuten van je tijd uit te trekken voor een freewritingschrijfervaring. En mocht je na afloop nog niet helemaal overtuigd zijn, weet dan dat mijn beste resultaten van de ochtendpagina’s pas na een paar dagen of weken kwamen. Volhouden is de boodschap. Ik wens je veel succes en ben heel benieuwd naar jullie ervaringen. Je reacties zijn van harte welkom op mark@cocd.org. Mark Vandael is CreArrangeur bij het Centrum voor Ontwikkeling van het Creatief Denken. www.cocd.org


Ben je gepassioneerd door jeugdliteratuur? Droom je van een carrière als jeugdauteur?

Grijp nu je kans! Schrijf het beste jeugdboek en win 12.500 euro! De Zoute Zoen bekroont in 2012 het beste manuscript voor een jeugdboek in het Nederlandse taalgebied. De winnaar mag een belangrijke geldprijs van 12.500 euro in ontvangst nemen. Bovendien verschijnt zijn boek bij uitgeverij Davidsfonds/Infodok. Daarnaast wordt er ook een publiekswinnaar gekozen die 2.500 euro krijgt. De Zoute zoen is daarmee de belangrijkste manuscriptenprijs in Vlaanderen en Nederland. De winnaar wordt gekozen door een gemengd Vlaams-Nederlandse vakjury. De jury bestaat dit jaar uit: Toin Duijx, Joke Koole-Guns, Edward van de Vendel, JĂźrgen Peeters en Vanessa Joosen. De ingestuurde teksten worden anoniem beoordeeld door de jury. Nieuw talent heeft dus evenveel kans als gevestigde waarden!

Hoe deelnemen?

Stuur je manuscript anoniem en in zesvoud op naar Zoute Zoen, Davisfonds Uitgeverij, Blijde-Inkomststraat 79, 3000 Leuven. Manuscripten inzenden kan tot 1 februari 2012. Het wedstrijdreglement en verdere info vind je terug op

www.zoutezoen.be EEN INITIATIEF VAN

gemeentebestuur Knokke-Heist en Davidsfonds Uitgeverij


CURSUS IN

DE KIJKER

Kostbare goederen voor een schrijver in aanbieding bij Schrijversverblijf — De muze komt vaak onverwacht. En als ze daar is, dan ontbreekt het je even vaak aan tijd en concentratie. Net die kostbare goederen staan tijdens het Schrijversverblijf in de aanbieding: rust, discipline en een plaats om alleen te zijn. Zodat schrijven niet alleen bij goede bedoelingen blijft. door Yves Heymans

Sonja Focketyn is schrijfdocente en begeleidt het Schrijversverblijf al een tiental jaar. Een week lang kan iedereen met een schrijfproject terecht in de Abdij Van Affligem. Al is het niet zomaar een weekje vakantie. Er moet gewerkt worden. Rust en arbeid, dat is het motto. Zoals het past bij een abdij. “Schrijven is nog altijd een ambacht en een ambacht leer je door te doen,” vertelt Sonja Focketyn. “Tijdens het Schrijversverblijf ben je vrij om te schrijven, zonder andere zorgen aan je hoofd.” “Sommigen komen gewapend toe, met pen en papier, meer niet. Anderen staan hier met valiezen vol documentatie. Het gebeurt ook dat ze een volledige roman hebben neergepend en naar hier komen om die na te kijken. Het doel dat een schrijver voor ogen heeft, maakt niet uit. Zo lang het maar met schrijven te maken heeft. Zo hadden we ooit een deelneemster die wilde werken aan de gedichten die zij op het trouwfeest van haar zoon wou voorlezen.”

Tips uit onverwachte hoek Op het Schrijversverblijf wordt gewerkt naar een resultaat. Docente

Sonja Focketyn begeleidt de schrijvers daarin. “Het doel hoeft niet altijd een afgewerkte roman of dichtbundel te zijn. Voor enkelen van onze deelnemers is schrijven gewoon een vorm van therapie. Ze schrijven een week lang de zorgen van zich af om daarna weer fris in het leven te kunnen staan. Ik ben continu aanwezig en probeer dagelijks bij iedereen langs te lopen en iets na te lezen. Belangrijk is iets te schrijven dat de auteur zelf de moeite waard vindt.” De deelnemers schrijven aan één stuk door. Hoewel er korte pauzes zijn, brengen ze het grootste deel van de dag alleen door. Al zijn er ook momenten waarop de schrijvers elkaar verder kunnen helpen. Iedere avond stellen één à twee deelnemers hun project voor aan de rest. “Ik begeleid hen in de voorbereiding hiervan, want voor sommigen kan dit best een beladen moment zijn. Dat is geen slechte zaak want het zet hen aan beter te schrijven. De deelnemers kiezen zelf over welke punten ze feedback willen. Zo was er ooit iemand die zijn verhaal vertelde aan de andere deelnemers en hen naar het einde liet raden, om te testen hoe voorspelbaar zijn voorziene afloop was.”

“Vaak gebeuren er onverwachte dingen in het Schrijversverblijf. Poëten hebben soms terechte opmerkingen over het ritme of de taal van iemand die een roman schrijft. Of helpt iemand die aan een kinderboek werkt een ander iemand die een droog en complex essay schrijft. Het is niet de bedoeling dat er dan een hele discussie ontstaat. De schrijvers nemen de feedback mee naar de volgende schrijfdag. Ik bespreek dan samen met hen de commentaren. Ik reserveer ook één namiddag voor een workshop. Dat kan over van alles gaan: personages, structuur, perspectief, ... En wie liever buiten in het zonnetje schrijft: prima.” Nog een laatste tip? “Veel lezen geeft nog altijd het meeste inzicht. Wie weinig leest, mist voeling met taal, met de opbouw van een verhaal. Sommigen zijn bang beïnvloed te worden door wat ze lezen. Maar je moet niet lezen om goed na te kunnen doen. Je moet lezen uit liefde voor het vak.”

Schrijversverblijf XL van zaterdag 28 mei tot vrijdag 3 juni in De Kluizerij van de Abdij in Affligem

Inschrijven kan via info@creatiefschrijven.be Meer info over het Schrijversverblijf op www.creatiefschrijven.be


08

“Ik heb schrijven onderschat” Joost Vandecasteele — Dit is geen interview. Een interview veronderstelt pauzes, pauzes waarin vragen worden gesteld, pauzes die Joost Vandecasteele me niet gunt. Welgeteld één vraag krijg ik tussen zijn monoloog gewrongen, één die meteen ook het einde van het interview inluidt.

© Katrijn Van Giel

© Katrijn Van Giel

Joost Vandecasteele banjert het Brussels leescafé De Walvis binnen, gaat zitten, bestelt een lait russe, grijpt zijn roman vast en bladert naar de colofon: “Tweede druk al. Het gaat snel. Maar nu blijft het wat kabbelen. Daarom heb ik ook beslist om mijn derde boek nog dit jaar uit te brengen - ik moet het nog schrijven, dit terzijde. Maar ik ben benieuwd wat die BNG Nieuwe Literatuurprijs teweeg zal brengen. Niet dat ik ga winnen; er zitten boeken

door Roderik Six

bij over joden, en vergeving, dus ja. Het is Nederland natuurlijk. De droom blijft: internationaal gaan. Er is interesse, hoewel ik niet kan inschatten wat interesse precies betekent. Er is ook sprake van Opnieuw en Opnieuw en Opnieuw te verfilmen maar of dat voor volgende week of over tien jaar zal zijn, blijft koffiedik kijken. Het enige concrete aan al dat succes is dat ik ruimte krijg om een nieuw boek te schrijven, dat nog niemand van belang

heeft gezegd: stop ermee. Op de boekenbeurs heb ik Arthur Japin verslagen qua verkoop - hij heeft nog een kleine voorsprong, eerlijk is eerlijk - maar het is wel dankzij zijn bestsellers dat uitgeverijen in jonge talenten kunnen investeren, in de hoop dat zij op hun beurt ooit een hit zullen afleveren. Zo werkt het, en die nuchtere zakelijkheid stemt me gelukkig. Ik ben nog op de redelijk klassieke manier begonnen: kortverhalen insturen naar literaire


tijdschriften. Toen werd ik gepubliceerd en dacht ik dat ik uitnodigingen zou krijgen en bij uitgevers op gesprek zou mogen komen. Maar er gebeurde niks. Absolute stilte. Tot ik in Nederlandse tijdschriften publiceerde - laat dat alvast de eerste tip zijn voor beginnende auteurs: vergeet de Hollanders niet!” “Wijk ik af? Waar gaat dit interview eigenlijk over? Over schrijven? Hoe je dat doet? Weet je wat ik een leuk hulpmiddel vind? The Writer’s Block. Dat is een soort kubusje, met vierkante papiertjes in. Daar staan voornamelijk originele opdrachten

“Censureer je gekte niet, beknot nooit je fantasie.” in maar ook - en dat vind ik zeer interessant - anekdotes over andere schrijvers. (te koop via Amazon. com, nvdr) Ken je De ontdekking van de literatuur, de bundeling van Paris Reviewinterviews door Joost Zwagerman? Dat is een basiswerk voor iedereen die wil schrijven. Wees zo nobel voor jezelf om te beseffen dat ook andere grote schrijvers ermee sukkelen. Schaam je niet voor je schrijversfetisjen; soms heb je de idiootste dingen nodig om te kúnnen schrijven. Ook héél belangrijk: wees geen vakidioot. Moeilijk uit te leggen. Ik probeer mij te ‘voeden’, vaak met dingen uit de populaire cultuur, met dingen waar neerbuigend over wordt gedaan zoals sciencefiction, games, comic books … Vampiergewijs stort ik mij daarop en vorm dat om tot literatuur. Aan de klassieke literatuur heb ik niet genoeg, ik heb een andere soort input nodig. Want wat krijg je dan: Vlaamse boeken over een Vlaamse jeugd op een Vlaams platteland. We hebben andere boeken nodig, boeken die iets durven,

die iets anders brengen. Censureer je gekte niet, beknot nooit je fantasie. Houd geen rekening met wat de mensen willen lezen, of met wat jij denkt dat de mensen willen lezen.” “Ik weet eigenlijk niet waarom ik schrijver wil zijn. Of het me beter maakt. Daar twijfel ik aan. Het doet niets voor mij. Ik voel me alleen gezegend. Toch voor deze periode, voor zolang dat schrijverschap duurt. Dat lijkt me een gezonde gedachte: dat het beperkt is in tijd. Natuurlijk zou ik tot op mijn sterfdag schrijver willen zijn, maar diep vanbinnen weet ik dat dat niet zal gebeuren. Op een dag zal ik zo eerlijk moeten zijn om te bekennen dat ik het niet meer kan. Dus ik gun mezelf enkele jaren om schrijver te zijn, om daar trots op te zijn. Misschien doe ik over twintig jaar iets compleet anders, dierenarts of zo, alhoewel, neen, waarschijnlijk verdwijn ik in de televisie - who knows?

“Schrijven is een ontzettend egoïstische daad.” Maar binnen mijn schrijverschap wil ik mezelf blijven verbazen. Ik denk dat dat de basis is: jezelf blijven verrassen met je verzinsels. De mening van critici doet er niet toe, je moet het voor jezelf doen: schrijven is een ontzettend egoïstische daad. Je doet het jezelf aan. Niemand heeft zoveel macht over een ander om te zeggen: jij moet je opsluiten en achter een computer gaan zitten en pas uit de kamer komen als je 90.000 tekens hebt. Jij bent de enige die je daartoe kan dwingen … Maar alles is eindig. Als het niet meer lukt, moet je stoppen.” “Sla ik wartaal uit? Dit is een vreemde periode voor mij: voor het eerst in mijn leven heb ik iets wat op een

carrière lijkt. Ik blijf het bizar vinden dat mensen mij kennen, het over mij hebben als ik niet in de kamer ben. Maar dit is zo fragiel. Ik weet niet of ik dit ga volhouden, of ik al die eenzaamheid zal kunnen torsen. Pas op: ik heb vrienden en een gezin, daar gaat het niet over, maar de eenzaamheid om telkens opnieuw terug te vallen op je eigen fantasie, om telkens terug je brein aan te boren …dat is moordend gewoon. Op dit moment heb ik moeite om de realiteit als realiteit te ervaren, voor mij is dít allemaal decor, een voedingsbron voor een volgend boek. Ik vind het vreemd dat, wanneer ik klaar ben met een boek, er geen stuk realiteit verdwijnt, er geen grote hap uit de werkelijkheid wordt genomen omdat ik het in een papieren band heb geperst. Niet dat ik als David Cronenberg wil klinken. Maar ik heb schrijven onderschat: ik wist niet dat het zo aan mij zou vreten, dat ik zo mijn ratio zou verliezen.” Daarna dendert Joost Vandecasteele verder over zijn televisieambities, over hoe de toekomst zal gevormd worden door het internet, over hoe hij zichzelf tot keurmerk wil verheffen: “Het maakt niet uit wàt ik precies doe, welk medium ik bezig, zolang het maar duidelijk de stempel van Joost Vandecasteele draagt.” En dan bega ik een fout. Wanneer Joost naar adem hapt, lanceer ik omfloerst een kritische vraag: “Zou het unfair zijn te stellen dat je stilistisch geen grootmeester bent?” Joost Vandecasteele, de man die al een uur orakelt, bralt en erop los tatert, valt stil. Zijn hoofd zakt dieper tussen zijn schouders. Gemurmel. Enkele aftastende zinsflarden. Ineens staat hij op, verontschuldigt zich, beweert dat hij door moet. Met de deurklink al in de hand vraagt hij me nog om zijn consumptie te betalen, and just like that … he’s gone.


10 Er zijn geen

wachtenden voor jou. Het Kunstenloket

— Schrijvers hebben vaak niet veel kaas gegeten van de zakelijke kant van hun schrijverschap (anders hadden ze wel een ander beroep gekozen). Daarom kunnen ze, net als andere kunstenaars, voor juridische en zakelijke vragen terecht bij het Kunstenloket. VERZ!N sprak met directeur Jan Timmermans. door Maarten Billiet

Wat gebeurt er met mijn sociale zekerheid als ik alleen nog maar van het schrijven leef? Kan ik een vervangingsinkomen krijgen en tegelijk schrijven? Hoe vul ik auteursinkomsten in op mijn belastingaangifte? Moet ik btw aanrekenen voor een schrijfopdracht? Het Kunstenloket geeft je het antwoord op deze en nog vele andere vragen. Waarvoor kan iemand bij jullie aankloppen? “Wij zijn een unieke organisatie in Vlaanderen omdat wij alles wat

er te weten valt rond auteursrecht combineren met de kennis rond fiscaliteit en personenbelasting. Zelfs grote advocatenkantoren informeren zich bij ons. Eigenlijk geven we elk soort eerstelijnsadvies. Auteurs die bij ons aankloppen, willen vooral weten hoe ze hun bronnen van inkomsten op een juiste manier kunnen begeleiden. Ook beginnende schrijvers doen een beroep op ons. Is je manuscript af en heb je een uitgever gevonden, dan lezen wij het voorgestelde contract na en geven advies op welke punten je best goed onderhandelt. We bie-

den modelcontracten aan en lezen opgestelde statuten na. Verdien je plots veel meer dan verwacht met je boek, dan vertellen we je hoe je die inkomsten best kanaliseert om zo veel mogelijk over te houden aan je noeste arbeid. En we adviseren hoe je je als auteur het beste organiseert: als zelfstandige, in een vzw of een ander soort vennootschap. Verder hebben we een accountant die twee maal per maand consultaties geeft. Wat we niet doen, is je pen vasthouden om een subsidiedossier of ondernemingsplan te schrijven. Schrijven moet je zelf doen,


maar voor auteurs zou dat geen probleem mogen zijn. Nakijken en adviseren om het beter te doen, dat is onze taak. We proberen daar zo ver mogelijk in mee te gaan. Weten

“Nakijken en adviseren om het beter te doen, dat is onze taak.” we niet onmiddellijk het antwoord, dan zoeken we het op en contacteren we je later. Al dat unieke advies is gratis. Alleen onze opleidingen zijn niet gratis, onder meer omdat de externe sprekers betaald moeten worden. Maar ook in de opleidingen houden we de prijs beperkt tot 25 euro per persoon.” Wie betaalt jullie dan? “De Vlaamse overheid. De geschiedenis van het Kunstenloket begint in 2003. Toen organiseerden verschillende kunststeunpunten samen een helpdesk om zakelijke en juridische vragen te beantwoorden. Datzelfde jaar werd het sociaal statuut van de kunstenaar van kracht. Daardoor overstelpten kunstenaars die helpdesk met vragen en ontstond het idee om een organisatie op te richten met zakelijke en juridische informatie voor de artistieke sector, en dit in samenwerking met de sociale partners en met financiële steun van de Vlaamse overheid.” Beantwoorden jullie altijd dezelfde vragen? “De materie waar wij rond werken, blijft natuurlijk dezelfde, maar de vragen veranderen. Het Kunstenloket houdt de vinger aan de pols van alle zakelijke evoluties binnen de artistieke praktijk. Dat kan omdat we consultaties organiseren, maar ook omdat we goede contacten hebben met andere actoren zoals de steunpunten, sociale partners en hogescholen. Als we merken dat er meer vragen rond een bepaald

thema komen, organiseren wij daar opleidingen rond. Zo proberen we de individuele vragen voor te zijn. Als bijvoorbeeld de regelgeving op een bepaald terrein verandert, veroorzaakt dat veel individuele vragen. Die counteren we door extra informatie via onze kanalen te verspreiden: we zetten berichten op onze website of organiseren workshops of informatiesessies. We doen dus meer dan vragen van kunstenaars afwachten en proberen te anticiperen. In het begin gaven we tien infosessies per jaar over het sociaal statuut van de kunstenaar. Die waren iedere keer volzet. Nadien daalde de opkomst en gaven we nog maar zes sessies. Nu geven we geen infosessies meer omdat de

vraag is opgedroogd. We geven de basiskennis een fase vroeger, in de kunstopleidingen. Vandaag studeren kunstenaars op hun tweeëntwintigste af en kennen ze het statuut, ze hoeven zich de basiskennis dus niet meer eigen te maken tijdens een infosessie op hun tweeëndertigste. Tegenwoordig krijgen we vaak vragen over de combinatie van het statuut met een loopbaan en over organisatie. Die proberen we op te vangen in workshops. Ook daar toetsen we de nood af aan het aantal inschrijvingen. Is een bepaalde workshop heel snel volgeboekt, dan organiseren we er meerdere. Zo krijgt elke kunstenaar de kans om zich gemakkelijk en correct te informeren.”

Het Kunstenloket concreet Het Kunstenloket is een neutraal aanspreekpunt voor informatie en advies over het sociaal statuut van de kunstenaar, inkomstenbelastingen, btw, auteursrecht, organisatievormen, marketing en promotie, financieel beheer, verzekeringen, internationale werken … Veel antwoorden vind je op de website. Je kunt de organisatie ook per telefoon of e-mail bereiken. Voor moeilijkere vragen kun je een afspraak maken met een consulent. Je hebt dan een uur de tijd om je situatie voor te leggen. Een afspraak kan zowel in Antwerpen, Brussel als Gent. Of in de rest van de wereld via de internet-telefoondienst Skype. Kunstenloket organiseert ook infosessies, studiedagen, workshops, themanamiddagen en projecten. Dit doen ze op eigen initiatief, in scholen en op aanvraag van organisaties. Op de Meets en Greets wil het Kunstenloket een ontmoetingsplaats zijn en een moment om kunstenaars in contact te brengen met andere spelers in het veld, zoals galerijhouders, curatoren, programmatoren en culturele ondernemers. Op de themanamiddagen leer je meer over statuten, auteursrecht, promotie, fiscale regelingen of communicatie met de pers. www.kunstenloket.be - info@kunstenloket.be t 02 204 08 00 - van 9.30 u tot 17 u

Op 14 mei 2011 op de Schrijfdag in het Cultuurcentrum in Hasselt loodst Kunstenloket je door alle mogelijke statuten van een schrijver en de paperassen die daarmee gepaard gaan. Meer info op www.creatiefschrijven.be


12

Uitgever gezocht Vindt hij, wie zoekt? — De voorbije twee jaar werkte ik aan een roman. In beetjes, in stukjes, in partjes. Het verhaal is nu helemaal af. Klaar om gelezen te worden. Nu nog uitgegeven worden. Geen sinecure. Voor de uitgevers onder jullie: hier moet je zijn, bij mij! Ik doe alle moeite van de wereld om de uitgever te vinden die mijn werk de moeite vindt. Of en hoe me dat lukt, lees je vanaf nu in VERZ!N. door Dimitri Verbelen

Mijn roman is af! Voor zover hij ooit af kan zijn. Zelfs bij een laatste revisie bleef ik accenten verleggen, woorden vervangen en komma’s neuken. Daar heb ik nu een punt achter gezet. Ik ben enigszins voldaan (een mens mag nooit volledig voldaan zijn). Klaar voor de volgende fase. Nog een allerlaatste keer klik ik op het kleine printicoontje links bovenaan. Glimlachend kijk ik toe hoe de 221 pagina’s uit de mond van de printer rollen. Het heeft wel iets, zo’n stapeltje papier, enkelzijdig bedrukt, 12-punts lettertype met regelafstand 1,5. Zo hebben de meeste uitgeverijen het graag. Tenminste, dat leren hun websites toch. Want

dat is de volgende stap, zoeken naar een uitgever. Misschien een minuscuul stapje voor de mensheid maar een verdomd grote voor mij. Als het al lukt. De voorspellingen proberen mij alvast te ontmoedigen. Amper 1 procent van wat er in

“Moet mijn verhaal de redacteur van bij de eerste alinea bij de keel grijpen?” de brievenbussen van de uitgeverijen valt, wordt daadwerkelijk uitgegeven. Zo las ik op de infopagina

van een van de grotere namen in het wereldje. Ach, ik speel ook met de Lotto en daar heb ik helemaal niets in de pap te brokken. De letters die ik hier in de strijd gooi, heb ik tenminste zelf op een rijtje gezet.

De juiste uitgeverij Vol goede moed klap ik mijn laptop open. Mijn vriend Google reikt mij 4.670.000 resultaten aan wanneer ik het woord ‘uitgeverij’ intik. Een divers landschap spreidt zich uit. Hoewel, die diversiteit blijkt ergens toch maar een laklaag te zijn. Sommige uitgeverijen, bekend klinkende namen zelfs, varen nu onder één grote vlag. Beïnvloedt dit mijn slaagkansen in slechte zin? Ik vrees van wel, want steeds minder mensen beslissen of er enig potentieel in mijn verhaal schuilt. Al blijft het gissen, want ik zag nog nooit de


13 binnenkant van een uitgeverij. Hoeveel mensen mogen er eigenlijk hun zegje doen over wat er met mijn manuscript gebeurt? Spenderen ze daar uren aan? Of moet mijn verhaal de redacteur van bij de eerste alinea bij de keel grijpen? Ik weet het echt niet. Bij afwijzing ontvang ik - zo belooft iedere site mij - een standaardbrief. Daar wil ik niet aan denken. Ik overloop zorgvuldig de verschillende uitgeverijen die mij aanspreken. Een pak adressen worden onmiddellijk geschrapt, het heeft geen zin om zowel mijn tijd als die van een foutief gekozen uitgever te verspillen. De meeste sites schetsen een duidelijk beeld van wat ze zoeken en ook waar ze hun drukpersen niet aan willen bevuilen. Non-fictie, fictie, thrillers, poëzie, kinderliteratuur; ieder genre heeft een gespecialiseerde uitgeverij. Een goed vooronderzoek bespaart me alvast een hoop afwijzingen. Ik zoek actief naar uitgeverijen van auteurs die mij persoonlijk bekoren. Natuurlijk wil ik geen flauwe doordruk zijn van mijn favorieten. Uitgeverijen zijn niet op zoek naar meer van hetzelfde. Waar maak ik het verschil? Ik overtuig mijzelf van de originaliteit van mijn eigen werk. Dat moet ook, hoe kan ik ooit iemand overtuigen in mij te geloven wanneer ik dat zelf niet doe? Ik ben uniek en daarmee basta. (Niet altijd even evident wanneer je een boek wilt schrijven, uit de streek van Aalst komt en je naam dan ook nog eens met Dimitri Ver… begint.)

Foutloos Het lijkt mij handig met auteurs te praten die al verschillende boeken

gepubliceerd hebben. Dat doe ik dan ook. Hoe zit het met taalfouten, met de angst voor de letter te veel of te weinig? Ondanks alle inspanningen ben ik er heilig van overtuigd dat minstens één foutje in mijn boek gespaard bleef van linguïstieke rechtvaardigheid. Uiteindelijk ben ik geen geschoold redacteur, enkel een fantast met liefde voor het alfabet. Volgens mijn bronnen,

“Hoe zit het met taalfouten, met de angst voor de letter te veel of te weinig?” drie auteurs en een stagiaire bij een bekende uitgeverij, kan een occasioneel missertje er nog mee door. Zolang de algemene kwaliteit van het werk maar sterk genoeg is. Twee dt-fouten op de eerste pagina zorgen onverbiddelijk voor een enkele reis naar de papierversnipperaar. Tenzij ik genoeg postzegels in de enveloppe stop om mijn manuscript terug te krijgen, is dat het lot van elk afgewezen project. Een afwijzing hoeft trouwens niet te betekenen dat een werk geen kwaliteiten bezit. Uitgeverijen kiezen voor commerciële zekerheid, het zijn geen liefdadigheidsinstellingen. Hoewel. Mijn vooronderzoek wijst me erop dat er nog idealisten bestaan. Het zijn jammer genoeg niet de grootste spelers op de markt en ze krijgen hun uitgaven moeilijker in de etalage van de boekhandel. Mijn boek mag nog zo mooi geschreven zijn, als de uitgever overtuigd is dat hij er maar twaalf exemplaren van kan verkopen (ik heb een kleine familie), dan slinken mijn kansen onverbiddelijk.

Zonder omwegen Een van mijn bronnen uit de uitgeverswereld drukt mij op het hart dat het loont om eerst gepubliceerd te raken in een literair tijdschrift. Zo’n referentie oogt mooi als binnenkomer en in het wereldje van de uitgeverijen kent ons al snel ons. Een publicatie in een gerenommeerd tijdschrift schenkt een zeker kwaliteitslabel. Het is mij al eens gelukt. Toch betekent dat geen zekerheid. Er bestaat geen gouden formule om je werk uitgegeven te krijgen. Het is een kwestie van met het juiste manuscript de juiste persoon te treffen. En op het juiste moment natuurlijk. Onderschat nooit de wet van vraag en aanbod. Daarom wil

“Er bestaat geen gouden formule om je werk uitgegeven te krijgen. ” ik het eerst bij één welgekozen uitgeverij proberen. One shot, one kill. Het mantra van de sluipschutter. Als dat niet lukt, werk ik mijn lijstje verder af. Ik heb een zestal uitgeverijen op het oog, na een eerste, beredeneerde selectie gekozen op buikgevoel. Waarom ik ervoor kies om niet onmiddellijk op meerdere paarden te wedden, is moeilijk uit te leggen. Misschien ben ik wel bang om na drie à vier maanden (de gemiddelde periode die ik zal moeten wachten op antwoord) zes deksels gelijktijdig op mijn neus te krijgen. Misschien ben ik naïef, maar ik voel dat ik het zo hoor te doen. Eén uitgeverij. Eén aspirant-schrijver. Eén manuscript. Driemaal is scheepsrecht? Ik houd je op de hoogte.


14 De laatste nacht in

Twisted River

John Irving over het schrijverschap door Hedwig Bogaerts

— Het laatste boek van John Irving is een dikke turf die bol staat van fantastische verhalen, geschreven in de typische Irvingstijl. Zo lezen we hem graag. De verhaallijnen zijn met elkaar verweven in de personen van een zoontje van twaalf en zijn manke vader: Daniel en Dominic Baciagalupo. Tenminste, zo heten ze aan het begin van het boek, want doorheen de volgende zeshonderd pagina’s (goed voor een vijftigtal jaar van hun leven) veranderen ze een paar keer van naam. Zo laat De laatste nacht in Twisted River zich in vier zinnen samenvatten. Goed voor uren leesplezier. Waarom het boek ook enkele pagina’s in VERZ!N verdient? Omdat Daniel Baciagalupo zich tot een schrijver ontpopt en je als lezer van het boek ingewijd wordt in alle wijsheden die de schrijver in zich heeft. En die mogen we je niet onthouden.

De auteur Danny Angel (het pseudoniem of nom de plume van Daniel Baciagalupo) heeft verdacht veel weg van schrijver John Irving zelf. Danny wordt wereldberoemd na zijn vierde boek en vanaf dan is hij in staat om zich voltijds aan het schrijven te wijden, zonder dat hij nog om den brode docent creative writing hoeft te zijn. Tussen haakjes: John Irvings vierde boek is The world according to Garp, waarmee Irving een internationaal gelauwerd auteur werd. De laatste nacht in Twisted River zit dus vol autobiografische elementen. Irving noemt

Danny de meest geloofwaardige schrijver die hij ooit neerzette als personage. Danny doorloopt dezelfde scholen als Irving, heeft hetzelfde succes als Irving en schrijft eveneens uit angst om iemand te verliezen waar hij zielsveel van houdt. Volledig biografisch lijkt het dus, ware het niet dat Irvings zonen alle drie bij leven en welzijn zijn.

Autobiografische fictie In De laatste nacht van Twisted River trekt John Irving het spel tussen fictie en autobiografie op een

geraffineerde manier door. Danny brengt zijn eigen veiligheid en die van zijn vader in het gedrang met de beschrijving van een voorval met een beer en een koekenpan. Want als de sheriff, wiens vrouw ze per ongeluk vermoord hebben, dit te weten komt, moeten ze op de vlucht. Danny Angel zelf beweert het hele boek door niet autobiografisch te schrijven. Zijn naasten vragen zich — vooral wanneer het over seks gaat — tot hun grote frustratie af wat echt gebeurd is en wat niet,


maar Danny zelf blijft erbij dat hij in zijn romans naar het evenwicht zoekt tussen waargebeurde feiten en fictionele elementen die een verhaal rond- of afmaken. Volgens Danny zoekt een romanschrijver een duidelijk patroon in ‘toevallige’ gebeurtenissen en verzint hij het grotere kader dat een roman compleet maakt, terwijl waargebeurde verhalen nooit of te nooit echt áf raken. Zijn eerste probeersels noemt hij niet meer en niet minder dan een verwarde combinatie van herinneringen en fantasie; een literaire overdrijving van wat er zich voordeed. Uiteraard put een schrijver elementen uit zijn persoonlijke leven, maar “zogenaamd echte mensen zijn nooit zo goed uitgewerkt als personages die geheel en al aan de fantasie zijn ontsproten”. Danny heeft het niet voor lezers die de ‘ergelijke’ uitspraak van Hemingway onderschrijven: “Schrijf alleen over wat je kent”. Ze ontberen de verbeeldingskracht om zich te kunnen voorstellen dat sommige geloof-

“Als je denkt dat je kunt leven zonder te schrijven, word dan geen schrijver.” waardige aspecten van een roman geheel en al verzonnen kunnen zijn. Hoe harder Danny dit beweert, hoe meer journalisten hem op de hielen zitten en hem willen uithoren over de waargebeurde aspecten in zijn romans. Het wordt nog driester wanneer Danny een roman schrijft over het verlies van zijn zoon, waarbij hij alles in het werk stelt om het persoonlijke te overstijgen. Helaas, want volgens de publieke opinie is een hoofdpersoon altijd gebaseerd op een bestaand iemand.

Schrijven gaat niet vanzelf “Als je denkt dat je kunt leven zonder te schrijven, word dan geen schrijver,” citeert Danny’s liefje Rilke. Daniel Baciagalupo kan niet zonder, want hij is bezeten door het schrij-

ven, of in elk geval gegrepen, vanaf het moment dat hij als twaalfjarige jongen Twisted River verlaat. Hij kan niet zonder, hij schrijft aan één stuk door. Vooral brieven naar de houthakker Ketchum en even later verhalen die hij zijn leraar Engels laat lezen. Het is deze leraar die Danny stimuleert om door te gaan. Dankzij hem zit Danny al gauw op Exeter, waar hij cursussen creative writing en schrijfvaardigheid volgt. Later volgt hij een Iowa Writers Workshop. En na het verschijnen van zijn eerste roman wordt hij schrijfdocent in Vermont. Het schrijversbloed kruipt waar het niet gaan kan. Ook dat moet Danny van John Irving geërfd hebben. Doorheen het boek wordt echter ook duidelijk dat schrijven niet altijd vanzelf gaat. Regelmatig loopt Danny vast in zijn schrijfsels, begint hij opnieuw, kribbelt hij schriftjes vol zinnen die hij al dan niet gebruikt, weet hij niet hoe hij de juiste toon moet vinden voor een scène, piekert hij zich te pletter, is hij de neerslachtigheid nabij, gaat hij hardlopen om zijn ideeën op een rij te zetten, trekt hij zich eenzaam terug in een schrijfhut, laat hij het schrijven voor wat het is en herschrijft hij een roman na meer dan een jaar. Wie dacht dat schrijven een pretje is, komt bedrogen uit.

Van achter naar voor Irving schrijft van achter naar voren. Hij begint bij de laatste zin, die tegelijkertijd de eerste zin vormt. Daarbij moet de toonzetting van die zin juist zijn, de woorden zorgvuldig gewikt en gewogen. Zelfs de interpunctie moet goed zitten. Het kan erg veel tijd vragen voor deze laatste zin opduikt, maar Irving heeft een laatste zin nodig voor hij kan starten. Eer het zover is, heeft hij een master-

15

plan uitgewerkt en weet hij perfect hoe hij van die laatste zin bij de eerste zin raakt. Irving doet het niet bewust, van achter naar voor schrijven, maar constateerde op een gegeven moment dat het zijn vaste werkwijze is. In het laatste hoofdstuk van De laatste nacht van Twisted River is de lezer er getuige van hoe Danny zoekt naar de eerste zin van het eerste hoofdstuk. Danny tikt verschillende zinnen uit die komen bovendrijven. Hij komt dichter en dichter bij de eerste zin van het boek dat hij wil schrijven. En plots plopt de eerste zin van Danny’s roman omhoog. Op de laatste pagina van Twisted River lees je de eerste zin van de roman. De cirkel is rond. De laatste nacht in Twisted River John Irving De Bezige Bij ISBN: 9789023450603 Prijs: 29,90 euro Greet Op De Beeck sprak met John Irving over zijn laatste roman. Bekijk het integrale interview op www. depapierenman.be (zoek op John Irving).

Win Zin in meer schrijfwijsheden uit De laatste nacht van Twisted River? Maak kans op een exemplaar van het laatste boek van John Irving en stuur een e-mail naar redactie@ creatiefschrijven.be met het antwoord op de volgende vraag: Het hoeveelste boek van John Irving is De laatste nacht in Twisted River?


16

Never

judge

a book by its cover? — Volgens ‘The Wall Street Journal’ kijkt een klant in een boekenwinkel acht seconden naar de cover en vijftien seconden naar de achterkant van een boek. Een goed ontworpen omslag is dus cruciaal. VERZ!N verdiepte zich in de wereld van de boekcovers en zet de belangrijkste criteria voor de perfecte omslag op een rijtje. door Sofie Wielandts

Hoe ziet de ideale cover eruit? Om dit te weten is het nuttig om eens na te gaan hoe je je gedraagt in een boekhandel of bibliotheek als je niet specifiek op zoek bent naar een titel of auteur. Het eerste selectiecriterium is dan waarschijnlijk de voorkant of de rug van het boek, simpelweg omdat je die als lezer onmiddellijk te zien krijgt. De keuze om een boek al dan niet vast te nemen, hangt vaak af van een opmerkelijke titel of vormgeving. Vanwege zijn grote invloed op het koopgedrag wordt de cover soms als misleidend beschouwd. In het Engels is er de uitdrukking Never judge a book by its cover om aan te geven dat het innerlijk primeert op het uiterlijk. Maar letterlijk betekent het dat je de inhoud van het boek niet kunt beoordelen op basis van de cover. Of we hieruit moeten afleiden dat Engelse boeken vooral oppervlakkige of slechte kaften hebben, weten we niet, maar dit artikel wil aantonen dat een goede cover net appelleert aan de inhoud van het boek en zich daarbij hoofdzakelijk ten dienste stelt van de geschreven tekst. Natuurlijk

gebruiken uitgevers allerlei verkoopstrategieën om de aandacht van de consument te trekken, maar we geloven sterk dat een goed ontworpen kaft (en bij uitbreiding boek) altijd het evenwicht zoekt tussen het inhoudelijke en commerciële aspect.

Creatief ontwerp Wat moet er precies op een boekcover staan? In de eerste plaats de basisgegevens: de naam van de auteur, de titel van het boek en de naam en/of het logo van de uitgeverij. In de meest klassieke ty-

“Een goed ontworpen kaft zoekt altijd het evenwicht tussen het inhoudelijke en commerciële aspect.” pografische vormgeving is de titel het belangrijkste: die moet dan ook goed doordacht en inventief zijn. Het belang van een goede titel (en ondertitel) kan eigenlijk niet genoeg

beklemtoond worden. Hij bestaat namelijk uit woorden die een zoekcriterium vormen in databases, is een eyecatcher en omvat het verhaal in een aantal kernwoorden. De naam van de auteur is weliswaar minder belangrijk dan de titel, maar wel nadrukkelijker aanwezig dan de uitgeversnaam. Deze rangschikking geldt echter niet altijd en overal. Soms wordt de titel van het boek bijvoorbeeld minder belangrijk als de schrijver heel bekend is of goed verkoopt. De auteursnaam verschijnt dan groter dan de titel. De cover bestaat natuurlijk uit meer dan referentiegegevens: hij is vooral een creatief ontwerp. Naargelang het genre, de uitgeverij of de reeks waarin het boek verschijnt, wordt de cover op een specifieke manier vormgegeven. Zo vind je op biografieën meestal een foto van de persoon over wie het boek gaat, en op covers van kinderboeken vaak een illustratie. Sommige uitgeverijen profileren zich op de boekenmarkt door een herkenbare huisstijl voor hun covers te hanteren.


Fotografie

De helaasheid der dingen

Wanneer je de boekenwinkel binnenstapt, valt het je wellicht op dat heel wat covers gesierd worden door een foto. Vooral bij autobiografieën of boeken die geschreven zijn door bekende personen, wordt een afbeelding van die persoon gebruikt om de herkenbaarheid van de auteur te vergroten. Bij verfilmde boeken kiest de uitgever er vaak voor om bij herdruk een still uit de film als cover te gebruiken. Zo zal de filmkijker het boek meteen herkennen in de winkel. Daarnaast zien we ook bij romans een sterke neiging naar fotografie. Dit zijn vaak romantische, artistiek ogende foto’s die de sfeer van het verhaal vertalen. Hieronder geven we een aantal voorbeelden waarin deze trend duidelijk zichtbaar wordt.

van Dimitri Verhulst

Dagelijkse kost… gezonder van Sonja Kimpen De extraverte Sonja Kimpen is vooral bekend van het VTM-programma Je bent wat je eet waarin ze mensen met overgewicht hielp afvallen. Het kookboek Dagelijkse kost...gezonder stond sinds zijn verschijning in 2010 lange tijd in de top 10 van best verkochte boeken in Vlaanderen. Op de cover zien we Sonja Kimpen met twee borden eten: op het ene bord ligt de ongezonde versie, op het tweede bord (dat zij naar de lezer houdt) ligt haar gezonde variant. Het ontwerp is eenvoudig, maar doeltreffend: enerzijds toont het de opzet van het boek, anderzijds zorgt haar gezicht voor herkenning bij de VTM-kijkers.

Toen het boek in 2006 uitgegeven werd door uitgeverij Contact, stond er op de cover een foto van sanseveria’s. Inmiddels is het boek toe aan zijn dertigste druk. De cover werd aangepast met een opvallende still uit de populaire filmversie (naakte acteurs op een fiets).

De ontelbaren van Elvis Peeters In deze visionaire roman van Peeters wordt het oude continent overspoeld en vertrappeld door miljoenen vreemdelingen. Fotograaf Michiel Hendryckx en typograaf Gert Dooreman trokken voor de foto op een koude winterdag naar het strand en drukten hun blote voeten in het zand.

Ruggelings Op de rug van het boek vinden we dezelfde gegevens terug als op de cover, al hangen de leesbaarheid en grootte van de namen af van de dikte van het boek. Over hoe deze namen op de rug gedrukt moeten worden, bestaat trouwens heel wat discussie. In België is de richting in de praktijk genormaliseerd tot ‘van boven naar beneden’. Dit heeft als voordeel dat de rugtitel duidelijk leesbaar is als de boeken op een

stapeltje liggen (met de cover naar boven). Voor leesbaarheid in de boekenstapel is dit misschien de beste keuze, voor de leesbaarheid in de boekenkast is dat allerminst het geval. Dat is dan ook de reden waarom in andere talen de rugtitel soms van beneden naar boven gedrukt wordt. Vrijwel iedereen in Europa en Amerika leest namelijk van links naar rechts en wanneer hij voor een boekenkast staat, zal hij van links af de rugtitels gaan lezen en al lezende van links naar rechts opschuiven. Desondanks kiest men er in België toch voor om de rugtitel van boven naar onderen te drukken.

Korte inhoud of kort fragment? Terug naar de boekhandel. Je hebt net een boek uitgekozen op basis van zijn opvallend omslagontwerp. Om te weten of het boek inhoudelijk ook interessant is, lees je vervolgens de achterflap. De kracht van deze informatie vormt de doorslag voor je aankoop. Meestal wordt hier een synopsis vermeld, citaten uit lovende recensies (wanneer het om een tweede druk gaat) of een korte biografie - met of zonder foto - van de auteur. Dat laatste houd je best zo kort mogelijk: de lezer wil vooral het verhaal lezen. Als hij meer wil weten over de auteur, zal hij dat achteraf wel opzoeken. Daarnaast staat onderaan het ISBNnummer, de barcode en soms de prijs. Het belangrijkste is dat de consument hier voldoende (praktische) informatie krijgt die hem in staat stelt om het boek te traceren of om de uitgever te contacteren.


18 is. Daarbij is ook belangrijk dat je de tekst kort houdt. Less is dus more.

Waaruit bestaat nu een goede flaptekst? Meestal krijg je een korte schets van het verhaal waarin de algemene plot verteld wordt, eindigend in een cliffhanger die je als lezer moet prikkelen om verder te lezen. Een andere en vaak meer

Kortom … Via print-on-demand kun je tegenwoordig zelf de volledige styling doen van je eigen boek, en de resultaten mogen er best zijn. Maar als je met eigen middelen een boek wilt uitbrengen en vormgeven, raden we je toch aan om bij een professional aan te kloppen voor het ontwerp. De vormgeving van een boek is echt een vak op zich en een goed ontwerp geeft een enorme meerwaarde. Je hoeft daarvoor je eigen ideeën niet op te bergen: communiceer ze aan de vormgever en kom samen tot een compromis. Luister ook naar ervaringsdeskundigen bijvoorbeeld boekhandelaars of bibliothecarissen - en vraag hun om hun mening over jouw idee.

“Een goede synopsis schrijven is moeilijk. Kies een goed citaat uit het boek.” aantrekkelijke manier is om een kort citaat uit de roman te geven, een representatief fragment uit het verhaal waarin de lezer een idee krijgt over de sfeer van het boek. Het is moeilijk om een goede synopsis te schrijven, maar dankbaar en attractief om een goed citaat uit het boek te kiezen. Het is immers niet het ‘wat’, maar het ‘hoe’ dat vaak beslissend

De Best Vormgegeven Boeken 2011 Ook de Vlaamse Uitgevers Vereniging schenkt aandacht aan de vormgeving van boeken en reikt in april prijzen uit aan de beste ontwerpen binnen maar liefst elf boekencategorieën waaronder literatuur, kunst, wetenschap en e-books. Een vijfkoppige jury - met als voorzitter architect Bob Van Reeth - maakt op 21 april de winnaars bekend. De bekroonde boeken zullen zeven weken lang in het Design Museum Gent tentoongesteld worden. www.debestvormgegevenboeken.be

Oplossing kruiswoordraadsel vorige editie VERZ!N

1

2 3

4

5 6

7

8 9 10 11

1

Z

W

R

M

J

O

2

W

E

R

U

M

3

E

L

E

S

N

R

4

I

T

O

C

5

G

L

A

E

S

N

S

S

O

P

N

O

6

E

A B

U

P

P

O E

R

O

E

O S

M

I

Ë

T

E

N

V

E

N

E

A

N

S

D

A

7

R

8

O

B

9

K

R

O

10

J

A

M

B

11

E

D

A

M

E O

L

E

Y

C

E

A

N

WinNEN

H

De afschuwelijke eenzaamheid van Maxwell Sim van Jonathan Coe

T

Ann Vanloffelt Janny Peeters Zij krijgen het boek thuisgestuurd.

H

L

A

I

S

N

E

N

K

I

E

S

Een jaarabonnement op

Dighter Vie Kuijken


Webkijker

1.

Facebook 1.

gaat literair

— Facebook, we kunnen er niet meer om heen. Wat begon als een sociaalnetwerksite voor de Harvard Collegestudenten is vandaag de dag uitgegroeid tot een virtueel dagboek voor miljoenen mensen. Het grootste sociale netwerk heeft in België alleen al meer dan 3 miljoen gebruikers. VERZ!N logde in op Facebook en ging op zoek naar originele literaire initiatieven, interessante groepen of leuke applicaties. door Ken Van De Steene

Poëtische postduif

Ben je een liefhebber van poëzie? Dan is de Poëtische Postduif vast iets voor jou. Het virtuele project werd ter gelegenheid van gedichtendag 2011 opgestart en verrast je elke week met een knap gedicht of, zoals de fanpagina zelf vermeldt, ‘een dichterlijk bericht’. Je kunt de gedichten ook naar je mailbox laten sturen.

en kun je zelf je virtuele bibliotheek samenstellen. Bekijk welke boeken je Facebookvrienden aanraden. Je kunt er je eigen recensies posten, maar ook die van lezers over de hele wereld nalezen. Visual Bookshelf is niet de enige applicatie om een virtuele bibliotheek bij te houden. Kijk ook eens naar de applicaties I’m reading of We Read.

BBC book list challenge Daily Dose of Bibliophilia

Wil je je vrienden imponeren met enkele literaire quotes op je Facebookwall, dan moet je zeker de Facebookapplicatie Daily Dose of Bibliophilia uitproberen. Je kunt de voorgestelde literaire quote heel gemakkelijk op je eigen prikbord publiceren of naar één van je Facebookvrienden sturen.

Ga je graag een uitdaging aan, dan is de BBC book list challenge meer dan de moeite waard. Volgens de BBC zou een gemiddeld persoon slechts 6 boeken uit een lijstje van 100 gelezen hebben. Al meer dan 640.000 mensen gebruiken de populaire app. De BBC geeft je een lijst van 100 klassiekers en jij vinkt de boeken aan die je reeds gelezen hebt. Je vergelijkt de resultaten met de gemiddelde gebruiker en laat aan je Facebookvrienden weten welke boeken jij hebt gelezen. Je kunt je literaire kennis posten op je Facebookwall.

Visual Bookshelf

Snuister je bij je vrienden wel eens graag in hun bibliotheek als je op bezoek bent, dan kun je dit in de virtuele wereld van Facebook ook proberen. Op de Visual Bookshelf kun je zo goed als alle boeken terugvinden

Which writer are you?

Wil je jezelf vergelijken met een beroemde auteur, dan beleef je waar-

schijnlijk veel plezier aan de applicaties Which crazy writer are you en Which romantic writer are you. Aan de hand van enkele antwoorden op korte vragen word je vergeleken met een romantische schrijver of met eentje die fantastische boeken kan schrijven maar daarnaast een drinkend, rokend en vrouwenverslindend wrak bleek te zijn. Welk beroemde auteur schuilt er in jou? Een leuk spelletje: typ eens een tekst in van een alom bekende gekke of romantische schrijver en sta versteld met wie hij of zij vergeleken wordt.

Creatief Schrijven

Ten slotte willen we je de fanpagina van Creatief Schrijven niet onthouden. 3.000 andere fans gingen je voor. De fanpagina is het doorgeefluik van de website van Creatief Schrijven, het aanspreekpunt voor iedereen die het schrijven niet laten kan. Op Facebook discussieer je mee over wijsheden van bekende en minder bekende schrijvers. Je leert collega-schrijvers beter kennen en je kunt er virtueel vriendjes mee worden. Wordt het geen tijd jouw teksten te delen met je nieuwe literaire vrienden? Post de teksten als notes op je eigen profiel en lees de commentaren van jouw lezers.


20 “Een roman schrijven is als een muziekstuk componeren”

© Katrijn Van Giel

Misdaadauteur Mieke De Loof — In Duivels offer, Labyrint van de waan en Wrede schoonheid vermengt Mieke De Loof boeiende perioden uit de geschiedenis met een flinke dosis misdaad. Maar hoe schrijf je een historische misdaadroman? Hoe verweef je historiek en misdaad, kunst en dood? door Kathy De Nève

“Filosofen zijn de meesters van de argwaan”, bekent Mieke De Loof, schrijver, socioloog én filosoof. Schuilt in deze uitlating de drang om misdaadromans te schrijven? Hoe dan ook, toen de Hercule Poirotprijs, de jaarlijkse prijs voor de beste Vlaamse misdaadroman, in 2004 voor het eerst naar een vrouwelijke auteur ging - naar Mieke De Loof voor haar debuut Duivels offer - dacht ze bij zichzelf: “Willen ze voor de afwisseling een vrouw laten winnen?” Pas nadat ze de romans van de andere vijf genomineerden had gelezen, kwam ze tot de conclusie dat zij er zelf best naast mocht staan en liet ze haar argwaan varen. Er volgden nog nominaties voor dezelfde prijs: in 2006 voor haar tweede geesteskind Labyrint van de waan, in 2010 voor haar derde roman Wrede schoonheid. Die laatste kreeg op 2 december 2010

De Diamanten Kogel, de literatuurprijs voor de beste, oorspronkelijk Nederlandstalige, spannende roman. Wrede schoonheid, aldus het juryrapport, is een roman die het misdaadgenre overstijgt. Ze noemt zich het liefst schrijver, nooit schrijfster. “Schrijfster heeft een andere connotatie.” Mieke De Loof, een schrijver die met taal bezig is. Zoveel is duidelijk. In 1982 bracht ze samen met haar vader, Jef de Loof, haar eerste boek uit, En niemand hoort je huilen, dat ze opdroeg aan haar toen pas overleden moeder. Nadien volgde een lange literaire stilte die ze opvulde met lesgeven in filosofie en sociologie. In 2004 ruilde ze haar taak als docente aan de hogeschool in voor het schrijverschap, haar kinderdroom. Want taal is haar filosofie.

Archeoloog van het kwade “Mijn keuze om misdaadverhalen te schrijven was een bewuste keuze. Op een dag zei mijn man: “Je houdt van spannende verhalen, waarom schrijf je ze dan niet?” In de Britse krant las ik toen net een artikel met als titel: 'Het beste in de litera-

“Het beeld van de schrijver aan een tafel achter het raam in een café, mooi toch?” tuur mogen we verwachten van de misdaadliteratuur.' Ze alludeerden uiteraard op Angelsaksische misdaadschrijvers als John Le Carré en Dennis Lehane maar het spoorde mij aan om misdaad te gaan schrijven. De gebroeders Karamazov van Dostojevski beschouw ik ook als


misdaadliteratuur. De drie sleutelwoorden die ik aan schrijven toeken zijn: (1) ontmaskeren - de waarheid huldigen, (2) stijl - die moet uitgepuurd zijn - en (3) diepgang - tot het existentiële toe. In de schriftuur van Dostojevski vind je al die elementen terug. Natuurlijk ligt het ritme van nu anders dan in de romans van Dostojevski. De scènes volgen elkaar sneller op, maar daarin ligt voor mij de uitdaging: spannende misdaadromans schrijven met een stuwend ritme en toch veel diepgang. Ik voel me als misdaadschrijver een archeoloog van het kwade. De barokke Claus, de uitgepuurde Elsschot, de volkse Boon, ik lees ze alle drie graag. Coetzee en Philip Roth bewonder ik. En de Russen, natuurlijk, zoals Tsjechov bijvoorbeeld: zo weinig woorden om zo veel emoties los te maken. Niet verwonderlijk dat die schrijver voor velen een van de grootste uit de literatuurgeschiedenis is. Zijn verhalen zijn uit het leven gegrepen. Puur existentialisme, nog meer dan de schriftuur van Sartre.

Op je grenzen stoten Soms vraag ik me af of een omgeving mijn stijl zou beïnvloeden. Zou ik anders gaan schrijven als ik in een vuurtoren zit? Sommige plekken werken inspirerend. Lou Salomé en Rilke zijn destijds ook niet zomaar naar Rusland gegaan. Ik houd van het kosmopolitische karakter van de grootstad. De stad zit ook vol intriges. Die ontrafel ik graag. Ik moet kunnen kijken. Het beeld van de schrijver aan een tafel achter het raam in een café, mooi toch? Kijken. Niet afluisteren. Dat deed ik tot voor kort bewust niet. Net zoals ik vind dat je andermans brieven of e-mails niet leest zonder toestemming. Het heeft vermoedelijk met mijn opvoeding te maken. Ik betrap me er zelf op dat ik veranderd ben. Nu luister ik wel eens een gesprek af. Wil ik in mijn schrij-

verschap groeien, dan móet ik dat doen. Schrijvers zijn voyeurs, wordt wel eens gezegd. In het begin schreef ik verhalen zoals ik ze graag lees. Maar vaak zat ik zo erg in de tijd gedoken dat ik de lezer uit het oog verloor en sprongen maakte die niet te volgen waren. Nu ben ik veel meer op de lezer betrokken. De lezer uitnodigen om verder te lezen, dat is de kunst van schrijven. Elk personage moet je zo boeiend mogelijk profileren. Als schrijver stoot je voortdurend op je grenzen. Wanneer je redacteur je vraagt om je tekst te verduidelijken, aan te vullen, logischer te maken, vloek je eerst binnensmonds omdat je het gevoel hebt dat je al het beste van jezelf hebt gegeven. Later zie je dat het inderdaad nog beter kan. Lees je Disgrace van Coetzee, Nemesis van Roth of De Kapellekensbaan van Boon, dan lijkt het schrijfproces ervan simpel omdat het geheel vlot leest. Dat is schijn. Sommige passages van Wrede schoonheid heb ik vijftien tot twintig keer herwerkt. Daarom was ik ook zo blij met het rapport van de jury van De Diamanten Kogel: 'Plot en spanning worden door het stilistisch raffinement, dat nooit ontaardt in mooischrijverij, niet ondermijnd. Mieke De Loof beheerst de kunst van het schrappen.'

Psychologisch profiel Het moeilijkste aan schrijven vind ik de verhaallijn. Ik geloof echt wat

“Bij mij ontspringt eerst het idee. Dan volgt het beeld.” de Amerikaanse misdaadauteur Jim Madison Davis zegt: “De plot is de architectuur van je boek”. Ik begin nooit met losse flodders.

Een verhaal opbouwen is als een muziekstuk componeren. Je zoekt structuur. Je vindt een bepaald ritme. Er zijn hoogtes en laagtes. Je werkt ergens naartoe. Bij Duivels offer volgde ik de dramatiek

“Ik verzamel foto’s van mensen die me helpen mijn personages te typeren.” als vanzelf. Bij mij ontspringt eerst het idee, dat heeft te maken met mijn filosofische achtergrond. Dan volgt het beeld. Vervolgens ga ik gericht research doen en werk ik een schema uit, afgewisseld met het uitwerken van de scènes. Dat alles resulteert na ruim vier maanden werk in ongeveer vijfentwintig bladzijden. Ik maak ook een psychologisch profiel van mijn personages. Ik verzamel foto’s van mensen die me helpen mijn personages te typeren. De gezichtsuitdrukkingen op die afbeeldingen zeggen veel. Ja, schrijven kun je leren. Het is een teergevoelig en beredeneerd proces. Ik schrijf manueel, met hemelsblauwe inkt, in zorgvuldig uitgekozen schriftjes, tot het niet meer overzichtelijk is door het vele schrapwerk en de aanvullingen. Als beloning volgt het intikken op de computer. Dan weet ik dat het verhaal eindelijk vorm krijgt.” Meer informatie over Wrede schoonheid en de manier waarop deze roman tot stand is gekomen, vind je op www.lezen.nl.

Op 14 mei 2011, op de Schrijfdag in het Cultuurcentrum in Hasselt zetelt Mieke De Loof in het debat “(On) bekende schrijvers verdienen beter.” meer info op www.creatiefschrijven.be


Geen meer

voor het

schrik

witte blad

— Columns of cursiefjes, we kregen er meer dan 50 binnen. Het witte blad laat schrijvers blijkbaar niet onberoerd. Auteurs ventileerden hun mening in een klein stukje proza. Of dachten dat te doen. Leen van den Berg becommentarieert twee columns. door Leen van den Berg

Columns zijn korte stukjes proza waarin de auteur zijn mening puntig en uitdagend uiteenzet. Een goede column overtuigt of brengt de discussie op gang. Als je niet van dit soort schrijven houdt, kun je kiezen voor een verhalende column, een herkenbare tranche de vie. Met dat ‘verhaaltje’ zeg je iets over de samenleving of over de menselijke

natuur. Hoe dan ook: maatschappelijke relevantie; daar gaat het om in een column en dat mis ik een beetje in beide teksten van Ine en Lisa. Beiden kozen voor een nogal voorspelbare mijmering over het gevecht van de schrijver met het witte blad, terwijl de opdracht net zo goed had kunnen leiden tot een opiniërend stuk over pakweg Wallonië dat voor

Het witte blad Het begin loopt van een leien dakje. Ik kies het lettertype. Altijd Comic Sans, mijn favoriet. Lettergrootte 11, regelafstand anderhalf. Dit is veilige routine, een soort van ritueel zelfs. Dan staart het witte blad me aan, nietszeggend. Ik staar terug, even maar. Ik sta op, schenk mezelf een glas in, zoek iets om te knabbelen en ga weer zitten. Na het schuifelen met mijn stoel om de juiste schrijfpositie te vinden en nog wat vingergymnastiek, kraak ik mijn nek eerst naar links en daarna naar rechts. Nu ben ik er klaar voor. Klaar om een literair kunstwerk te produceren. De lege pagina kijkt me vol verwachting aan. De titel verschijnt moeiteloos. De eerste voetsporen in de verse sneeuw. Het smetteloze wit verstoord. Een koud kunstje. Het eerste wat me te binnen schiet, dat wordt het. Voorlopig althans. Een titel kan nog tientallen keren veranderen. Delete en opnieuw. Voor de eerste zin moet ik nadenken. Lang en diep. Met enige trots typ ik de meest beklijvende openingszin die ik kan bedenken. Even snel wis ik hem. Als je het zwart op wit ziet staan, overvalt je de gêne. Ik probeer een andere. Ook niet goed. Ik leun achterover, kruis mijn armen en

Vlamingen een onbekend ‘wit blad’ is of tot een verhalende column over een journalist die niet langer zorgvuldig werk kan leveren omdat hij een scoop moet halen en ten slotte een ‘wit blad’ inlevert bij zijn hoofdredacteur als statement tegen de heersende gang van zaken. Tip: Onderzoek bij aanvang van een opdracht alle mogelijke pistes en ga niet voor het

verzink in diep gepeins. Het witte blad viseert me. Uitdagend, brutaal bijna. Ik haal diep adem, recht mijn rug, zet mijn vingers in de juiste positie en daar poot ik, bijna professioneel, twee volmaakte volzinnen neer. Ziezo. Alhoewel. Die tweede zin klinkt niet echt vol. Delete. Een paar stevige slokken en een handvol borrelnootjes later waag ik me aan een andere. Er staan nu al drie regels op papier. Het komt goed. Er blijft nog altijd heel veel wit over. Is dat alles, lijkt het te vragen. Lukt het je niet om me vol te krijgen? Monkelend kijkt de grote eenoog op me neer. Ongemakkelijk schuif ik op mijn stoel heen en weer. Koortsachtig zoek ik naar de juiste woorden. Ik tik ze neer met enige schroom en zie dan dat ze fout zijn. Ik moet me herpakken, me niet van mijn stuk laten brengen. Schouders ontspannen. Buikademhaling toepassen. Even puffen. Met één droge klik op het kleine streepje bovenaan rechts minimaliseer ik het document. Het is weg. Alleen ik beslis wanneer het terug mag verschijnen. Nu kan ik rustig nadenken, zonder pottenkijker.

Ine Bancken


rif t, h c s l , choo s man n o e r E n ee

Het witte blad Een onbeschreven blad, blanco strafblad, nieuw begin. Zoveel namen heb je. Een schoolschrift, een roman, een vliegtuigje. Zoveel kan je worden. Je was zuurstof, sterk en groot, een bos, een enkele schaduw op een open veld. Nu ben je dun, scheurbaar, vergankelijk, minder zuurstof. Wat ben je voor mij? Als ik naar je kijk en zucht, lijk je niets meer dan een wit vel papier waar ik iets van moet zien te maken. Misschien heb je wel een verleden, ben je niet nieuw. Kan ik je dan zomaar gebruiken of draag je dingen met je mee? Nu lig je hier voor me, blad papier, klaar om de eerste van vele te worden, bereid om mijn vertrouwen te nemen. Wat wil je horen, wil je weten? Mijn verhaal? Mijn leven? De woorden vloeien op je neer, uit mijn hoofd, je leest mijn gedachten.In vroeger tijden zouden de woorden nu voor mijn ogen dansen door het vlammenlicht van een kandelaar die op je blanke vel schijnt. En het zou niet stil zijn: het krassen van een ganzenveer zou muziek toevoegen aan je verhaal, het ritme van het schrijven aangeven. Als ik je toen beschreven had, had je mooie sierlijke letters gekregen. Eigenlijk verdien je meer dan mijn schraal en grillig geschrift. Hoe lang heb je al bestaan, wit papier? Je volgde het leven van de zusjes March op hun weg van meisjes naar

igje egtu i l v een

vrouwen. Tussen de woorden op jou geschreven, verborg je het eigen verlangen en verdriet van Jane Austen. Grote verhalen werden je in boeken toevertrouwd. Maar wat ben je nu? Mensen hielden ervan je te verslinden, je ruwheid te voelen en met jou in een hoekje te kruipen, groot en klein trok je aan. Dit was voor de films je verhalen overnamen. Nu trek je alleen nog inkt uit mijn moderne pen. Plots valt er een druppel op je, even schittert ze in het licht van de spaarlamp en loopt dan uit. De tranen bevlekken alles, vegen inkt en tekst die vervaagt. Je bracht me tot een droevig stuk, troost je me? Je bent de enige die nu luistert, in de eenzaamheid van de nacht, nu ben ik niet alleen. Alles fluistert, ademt, maakt het werkelijkheid, meer dan slechts een hersenspinsel van mij. Ik schrijf je, gebruik je voor mijn dromen van ’s nachts, mijn belevenissen van overdag, mijn avonturenfantasieën van ridders, jonkvrouwen en Amazones. Misschien wil ik ook Vikings verhalen? Ik dicht je liefde toe, stuur je brieven aan de echtgenoot die ik nog niet ken. Je kent de datum van die eerste kus, de namen één voor één en volgt mijn wachten op de ware. Ja, mijn papier, je bent mijn leven, mijn eigen verhaal. Het bewijs van mijn leven.

Lisa Cauwenbergh

meest voor de hand liggende. En verlies de essentie van de column niet uit het oog: maatschappelijke relevantie.

opbouw vinden we terug in de tekst van Ine. Er is een duidelijke indeling in alinea’s, waarbij elke alinea een gedachte uitwerkt.

Een column wordt als ‘tussendoortje’ gelezen en dat vereist een heldere, puntige stijl. Ine heeft dat goed begrepen. Haar zinnen zijn duidelijk, lezen lekker weg en ze gebruikt af en toe een sterk beeld (vb. ‘de eerste voetsporen in de verse sneeuw.’) De wat breedvoerige, poëtische stijl van Lisa daarentegen bemoeilijkt vlot lezen.

De chronologische opbouw is niet echt verrassend, maar ze neemt de lezer wel bij de hand. In de column van Lisa is dat veel minder het geval. De tekst waaiert een beetje alle kanten uit, het verband tussen de zinnen en de alinea’s is wat zoek, zodat de lezer het frustrerende gevoel krijgt: waar wil die schrijver met me naartoe?

Een column vraagt om een duidelijke structuur, zodat een snelle lezer er niet in verdwaalt. Die heldere

Als het goed is, leidt een column naar een climax: een verrassende pointe. Op dat moment mikt de au-

teur zijn schot in het doel. Hij heeft zijn lezer overtuigd of op z’n minst aan het denken gezet over een maatschappelijk gegeven. De pointe in de tekst van Ine doet de lezer nadenken: ‘de confrontatie met het geschrevene zorgt voor faalangst en doodt de creativiteit.’ Ze gebruikt daarvoor het beeld van het minimaliseren van het scherm, een sterk visueel beeld. De voorgaande alinea’s zijn functioneel want ze bouwen op naar dat einde. De expliciete, wat melodramatische pointe in de tekst van Lisa ‘Ja, mijn papier, je bent mijn leven, mijn eigen verhaal. Het bewijs van mijn leven’ laat jammer genoeg weinig ruimte voor de lezer. En als dit is wat de schrijver


zeggen wil, wat is dan bijvoorbeeld de functie van die alinea over vroegere tijden, de tijd van ganzenveren? Tip: bepaal eerst je eindbestemming. Wat wil je met deze column over dit thema zeggen? Stippel dan de route uit die je zal varen om deze haven te bereiken. Dit noodzakelijk doelbewuste schrijven leidt in columns vaak tot een drammerige stijl en dat werkt contraproductief als je de lezer mee in je boot wil krijgen. Daarom heeft de column baat bij zelfrelativering en humor. De zelfrelativering in de column van Ine maakt dat je als lezer sympathie voelt voor het hoofdpersonage en

je jezelf erin wil herkennen. De meer ernstige en zwaarwichtige stijl van Lisa bemoeilijkt de inleving. Ten slotte nog iets over de openingszin: Een zwakke openingszin betekent dat de lezer weg zapt. Met een helder en verrassend visueel beeld of een confronterende dialoogzin als opener win je zijn aandacht. ‘Een onbeschreven blad, blanco strafblad, nieuw begin’ is een sterke opener in de column van Lisa. Alleen jammer dat ze niet doorging op dat beeld van het blanco strafblad. Bij ‘Zoveel kan je worden. Je was zuurstof,…’ verdwaalde ik in het bos van haar mijmeringen en was ze me kwijt. De openingszin

van Ine ‘Het begin loopt van een leien dakje’ doet verder lezen. Je wilt weten wat er van een leien dakje loopt. De zinnen die erop volgen blijven boeien omdat je een duidelijk en herkenbaar visueel beeld krijgt. En met ‘Klaar om een literair kunstwerk te produceren’ betrap ik mezelf op een monkellachje bij zoveel zelfironie. Daar heeft ze me als lezer voor zich gewonnen. Ik loop, samen met haar, achter die bal aan, op weg naar het doel. Leen van den Berg Auteur en schrijfdocent o.m. aan het conservatorium in Hasselt en aan de academie in Haasrode

Schrijfuitdaging

Schrijf en verbaas ons!

IK HOU VAN MIJN STAD Een kwisvraag: wat hebben Ramsey Nasr, Erwin Mortier, Ina Stabergh en Frederik Lucien de Laere gemeen? Ze bezongen allen als stadsdichter hun dorp, gemeente of stad. Bombardeer jezelf tot stadsdichter en schrijf een gedicht over de stad die je nauw aan het hart ligt. Een ludiek sonnet over het alledaagse leven in je gemeente, een romantische ode aan een bekend monument of een vileine sneer naar de actuele dorpspolitiek, een stadsdichter moet van alle markten thuis zijn. De geselecteerde gedichten worden beloond met feedback door een echte stadsdichter. • M ail je tekst voor 10 mei naar

redactie@creatiefschrijven.be • Eén zelfgeschreven tekst per

persoon. • G ebruik geen bijlagen maar zet je

tekst in de mail zelf. • Vermeld in de onderwerplijn van

je e-mail: schrijfuitdaging VERZ!N.


VAKLITE

RATUUR

No plot,

no problem ... — Dit boek ontstond uit het jaarlijkse schrijfevenement Nanowrimo (National Novel Writing month). Dit initiatief spoort wereldwijd deelnemers aan op een maand tijd een roman van 50.000 woorden te schrijven. Het evenement dat voor het eerst in 1999 georganiseerd werd en toen 21 deelnemers telde, groeide in een decennium uit tot een mega-evenement met meer dan 170.000 schrijvers. Organisator van het eerste uur, Chris Baty, schreef met No plot, no problem in 2004 een praktische handleiding om dit titanenwerk tot een goed door Yves Joris einde te brengen.

De basisgedachte achter deze maandlange schrijfmarathon is loodzwaar in haar simpelheid. Schrijf veel, schrijf elke dag en laat je niet afleiden door interne (moe? Waarom denk je dat er koffie en Red Bull bestaat?) of externe (waarschuw je familie en vrienden dat je de volgende vier weken wel lichamelijk maar niet geestelijk aanwezig bent) omstandigheden.

Voorbereiden In het eerste deel van deze handleiding voor Nanowrimo krijg je als lezer op een ludieke manier tips om je voor te bereiden op een maand klavierstress of schrijfkramp. Al in de eerste paragraaf ontkracht de auteur zijn oorspronkelijke opvatting dat niet plot, personages, omgeving en sloten koffie, maar planning en doorzettingsvermogen de drijfveren zijn achter het welslagen van de onderneming. Baty drukt de lezer op het hart dat het zeker niet de bedoeling is om op het einde van de maand een publiceerbaar manuscript te hebben, maar wel een eerste versie die uit kan groeien tot een volwaardig boek. Vervolgens stelt hij de schrijver in spe gerust dat auteurs als Steinbeck, Orwell en

Salinger niet meer dan 50.000 woorden nodig hadden om toegang tot de Parnassus te krijgen.

Volhouden Terwijl in het eerste deel de focus vooral ligt op de voorbereiding, gaat Baty in het tweede deel van No Plot, No Problem dieper in op de verschillende moeilijkheden (waar ben ik mee bezig, wie is er geïnteresseerd in een lesbo Goth wier vader een Russische spion is?) en mogelijkheden (en als ik de echtgenoot nu eens in een ravijn gooi en daarachter een dode hond?) die zich in de loop van de schrijfmaand kunnen voordoen. Per week vertelt Baty welke problemen op weg naar de 50.000 woorden kunnen opduiken en hoe men daar best kan mee omgaan. Tegelijk biedt hij tips en oefeningen aan om inspiratie en concentratie te behouden. De concrete tips per schrijfweek zijn wel interessanter voor deelnemers dan voor buitenstaanders. Is het boek No Plot, No Problem alleen dan interessant voor deelnemers aan Nanowrimo? Ik vind van niet. Baty reikt tips aan die iedere aspirant-schrijver kan gebruiken.

Nadeel is natuurlijk wel dat je tijdens lectuur van dit boek niet kunt schrijven en dat de deadline van 1.666 woorden per dag ongenadig wegtikt. No Plot, No Problem Chris Baty Chronicle Books, 2004 ISBN: 10 0-818-4505-2 Prijs: 16,50 euro www.nanowrimo.org

Research:

Vijfklikgoogle als informatiebron Stel dat je een historische roman wil schrijven over Singapore en de barman die de gelijknamige cocktail (Singapore Sling) uitvond. Research tijdens het schrijfproces zal je al te snel kostbare schrijftijd kosten. Tik daarom de woorden ‘geschiedenis’, ‘Singapore Sling’ en ‘Singapore’ in, laat Google op zoek gaan en een seconde later heb je niet minder dan 5.320 resultaten. Selecteer vijf hits uit de eerste overzichtspagina en baseer je daarop om verder te werken. Let op: in deze fase moet je schrijven. Herlezen en schrappen is voor een volgend stadium.


26

Saint Amour achter de schermen

La bella Italia in Vlaanderen “Wandering in a parking lot, on a Thursday afternoon. Now I am an astronaut, the third man on the moon.”

Donderdagmiddag. Half vier. We zitten in de lobby van het Antwerpse Hiltonhotel. Groen glanzend marmer, bladgoud, lederen zetels uit de jaren zeventig, een wandtapijt, diensters in vlekkeloos witte schortjes, koffie met Godiva – het lijkt wel een oude Bond-film in Technicolor. Uit de lift komt Ilja Leonard Pfeijffer gesjokt, de enige man die hier niet lijkt thuis te horen: lang warrig haar, een slordig snorretje, een ongestreken hemd over de pens gespannen, een afgewassen jeans en daarover een lange zwarte stoffige jas. Geef hem een plastic koffiebeker, hurk hem neer op de straatstenen en je haalt zo wat kleingeld uit je zak. Hij wisselt een paar Italiaanse begroetingen met Sandro Veronesi en Paolo Giordano en hobbelt naar buiten. “Zo’n tournee is eigenlijk vakantie. Je hoeft niks te doen. Nergens over na te denken. Alles wordt voor je geregeld. Je moet alleen zorgen dat je op tijd op de juiste plaats bent. En de juiste plaats is altijd de lobby van de Hilton.” Ilja trekt nijdig aan een zelf gerolde sigaret en flikkert de peuk op de straatstenen voor hij de bus op stapt.

— Elk jaar trekt de Saint Amour karavaan door Vlaanderen en Nederland. Het literaire evenement geldt als de meest auteursvriendelijke en luxueuze tournee in zijn genre. VERZ!N smokkelde een mol mee op de bus om het waarheidsgehalte van die verhalen na te gaan. door Roderik Six | foto’s Katrijn Van Giel

vlnr.: Francesco Pacifico, Ilja Leonard Pfeijffer, Luc Coorevits en Paolo Giordano

Schoolreis naar Gent De bus draait stationair. Luc Coorevits wurmt zich door het gangpad en biedt iedereen snoepjes aan uit een blikken doos. Het schoolreisgevoel groeit. Rechts neemt Koen, medewerker van Behoud de Begeerte, krantenknipsels door; de overwegend lovende recensies van Saint Amour worden gretig over zijn schouder meegelezen. Iemand duwt iPod-oortjes in en zakt dieper de zetel in, Giordano bekijkt een filmpje op zijn laptop, Ilja plukt een biertje uit een halflege bak.

Plots is het duidelijk waarop we wachten: Mauro Pawlowski komt om de hoek gerend, haast zich hijgend de bus op en zijgt neer in de zetel voor me. “Sorry, ik kom net uit de studio. Het mixen duurde langer dan voorzien.” Hij ziet er moe uit. Iedereen ziet er moe uit. Als de chauffeur optrekt en zonder vertragen over een verkeersdrempel raast, gaat een lauwe zucht door de bus. “We hebben drie chauffeurs, en deze noemen we Schumi. Remmen doet hij alleen als het niet anders kan.” Met schudden


en beven dokkeren we door de Antwerpse binnenstad, tot aan een tankstation bij deSingel waar nog wat muzikanten worden opgepikt; oudere mannen, sommige zelfs in het typische azuurblauwe voetbalshirt van La Squadra. Overdag werken ze bij Ford Genk, ’s avonds

“De Italianen zijn dol op het historische centrum.” gaan ze mee op tour om Italiaanse volksliederen te zingen op podia doorheen Vlaanderen. Met een Limburgs accent heten ze iedereen welkom. Ondanks het feit dat ze al om vijf uur ’s ochtends aan de band stonden, zijn ze frisser en vrolijker dan hun medereizigers. We spenderen de rit met snoepen en muziekdiscussies. Fotografe Katrijn kan niet geloven dat een klassiek geschoolde violist nog nooit van The White Stripes heeft gehoord, maar als Mauro en ik haar proberen uit te leggen hoe noise precies klinkt, kijkt ze ons aan alsof we van een andere planeet komen. Aan het Gravensteen in Gent worden we vrijgelaten. Iedereen heeft nood aan frisse lucht, Ilja aan een sigaret, en Mauro wil een shot vinyl: terwijl de rest op een toeristische

wandeling door de binnenstad trekt, schuimt hij de hippe platenzaken af, op zoek naar een zwarte parel. De Italianen zijn dol op het historische centrum. Luc Coorevits heeft alle moeite om de troep bijeen te houden – Veronesi struint de Veldstraat in terwijl de rest richting Sint Baafs slentert. Aan de etalage van De Standaard staart Giordano met enige schroom naar de zoveelste herdruk van zijn Eenzaamheid van de Priemgetallen. De bestsellerauteur wordt niet graag gefotografeerd en duikt weg als Katrijn haar Nikon op hem richt.

De laatste keer In de bar van de Vooruit zitten de artiesten aan een prachtige dis aan. In het midden van de lange tafel heft Luc Coorevits het glas en improviseert een grappige speech waarin hij iedereen, van kunstenaar tot kok, bedankt. Na het eten begint het wachten. In een kleine refter backstage zit iedereen samen te drinken – de tournee wordt gesponsord door Campari en vooral Ilja heeft dat goed begrepen. Affiches en programmaboekjes worden gesigneerd, romans uitgewisseld, foto’s bekeken, een grote fles Westmalle wordt gekraakt en

Ilja Leonard Pfeijffer signeert

Sandro Veronesi

gesmaakt door de Italianen die ons bierland loven en eer aandoen. Uit een luidspreker blikkert de stem van Sven Speybrouck: de show is begonnen maar niemand doet enige moeite om in de coulissen naar de collega’s te gaan kijken. Iedereen heeft iedereen al genoeg gezien. Dit is de laatste avond, en de heimwee slaat toe, de verveling is haast

“Dit is de laatste avond, en de heimwee slaat toe. ” tastbaar. Nog één keer optreden, nog één keer feesten en dan valt de groep weer uit elkaar. Veertien dagen zaten ze op elkaars lip en straks mag iedereen terug naar zijn eigen heimat. De sfeer is hartelijk en beleefd, als grote kinderen die tot elkaar veroordeeld zijn en daar het beste van proberen te maken, maar je voelt de hunker naar thuis. Het is welletjes geweest. Nog één drankje, nog één keer wuiven, nog één keer buigen, nog één keer bloemen in het publiek gooien, nog één handtekening in een dichtbundel, nog één keer op de foto met de fans in de foyer, nog één busrit richting Hilton. Nog één keer.


Literair

tijdschri

ft

TIRADE

Tirade vroeger en tirade nu

— Een groep steigerende jongeren die iets met literatuur wilde doen. Zo ontstond Tirade. Het magazine werd in 1957 opgericht en de groep steigerende jongeren is een halve eeuw en meer dan 400 nummers later herhaaldelijk vervangen door nieuwe lichtingen redacteuren. Veranderde de insteek van het magazine ook? door Sophie Siersack

De redactie anno 2010 wil in Tirade een proeve laten zien van wat er gaande is in de Nederlandse literatuur van dit moment. Niet alleen door het tonen van primair werk dat zij goed vinden, ook door auteurs aan het woord te laten die een kritisch standpunt innemen over actuele literaire of maatschappelijke ontwikkelingen. Wat alle auteurs met elkaar verbindt, is dat zij in hun werk een avontuurlijke, eigenzinnige oorspronkelijkheid in vorm en inhoud tonen. Elk afzonderlijk nummer moet een avontuur zijn, niet alleen om te maken, maar ook om te lezen.

wingen over literatuur, muziek, beeldende kunst, fotografie, filosofie en historiek. Hoe onderscheidt de redactie zich van andere literaire tijdschriften? Ester Naomi Perquin, redactrice van Tirade antwoordt in NRC Next: “Door een mooie combinatie tussen toegankelijkheid en hoge kwaliteit. De Gids zou ik als w e t e n s c h a p p e l i j kfilosofisch karakteriseren. De Revisor put zijn kracht vooral uit het experiment. Hollands Maandblad is een klassiek literair tijdschrift. Tirade is het meest veranderlijk, het wakkerst. Misschien klopt het wel wat er wordt gezegd, dat wij de persoon boven de verfijnde literatuur stellen. Toen we een themanummer over vertalen maakten, ging het vooral over de problemen waar vertalers tegenaan lopen.”

Het magazine ontsproot aan het brein van Geert van Oorschot, een flamboyante en gewiekste uitgever en zakenman, die op zoek ging naar redacteurs die “iets gelezen moeten hebben en vooral voortreffelijk kunTIRADE VERSCHIJNT Wat de inzendinnen schrijven VIJF MAAL PER JAAR gen van teksten én politiek onKopij voor Tirade bij voorkeur per betreft, veranverdacht zijn”. mail naar tirade@vanoorschot.nl, derde Tirade Onverdacht met vermelding Tirade. recent van aanzijn maakt het Inzenders worden verzocht via de pak. De redacmogelijk vorm website een nummer te bestellen. tie beoordeelt te geven aan alleen nog het persoonlijke werk van abonnees of mensen die creativiteit en kritiek, in essays over een nummer gekocht hebben. Een proza, poëzie en politiek. In Tirade aanpak die in Amerika al een tijdje verschijnt veel poëzie, proza en gehanteerd wordt. Tirade doet dit literaire essayistiek. Ook beschou-

als eerste in Nederland. “Omdat we willen zorgen dat we meer gelezen worden, verzoeken we je om via onze website, www.tirade.nu, het laatst verschenen nummer te bestellen of te melden dat je abonnee bent. Je krijgt binnen vier weken een reactie. Die reactie wordt vergezeld van een motivering van ons besluit.” Een eerlijke en vooral vernuftige ruil is dit: voor wat, hoort wat. “De reacties tot nu toe zijn uitsluitend positief,” zegt Merijn de Boer. “Inzenders hebben begrip voor onze aanpak. We krijgen evenveel bijdrages toegestuurd, wat wil zeggen dat we nu meer nummers verkopen.” De vierkoppige redactie kreeg in 2009 niet minder dan 400 inzendingen te verwerken. Ieder redactielid leest elke inzending na. Soms wordt daarover gebakkeleid en haalt de inzending het via meerderheid van stemmen. De redactie staat pal achter de gepubliceerde teksten.” Als je echt wilt weten hoeveel kans je met je inzending maakt: ongeveer 5% van de inzendingen wordt gepubliceerd. En van die 5% publiceert iets minder dan de helft een boek¹. De Boer vindt toch dat literaire tijdschriften nog altijd als ideale kweekvijver fungeren: “We hebben meer aan de inzendingen voor Tirade dan aan de ongevraagde manuscripten die naar de uitgeverij worden gestuurd. Veel schrijvers van van Oorschot zijn via Tirade bij ons terechtgekomen.”


val steek je iets op van de nuances die nodig zijn om een goed stuk proza of poëzie te creëren.

Ook de moeite waard op www.tirade.nu zijn de blogs van verschillende auteurs over het schrijversbestaan. Voor een aspirant-schrijver is dit mooi meegenomen: de auteurs laten je toe in hun wereld. Je leert de subtiliteit en hardheid van hun schrijversleven kennen, en in het beste ge-

EEN ABONNEMENT OP TIRADE kweekvijver en debatplaats. Een stand van zaken. (Masterscriptie, 2009)

Winnen Stuur de oplossing naar redactie@creatiefschrijven.be en maak kans op “1001 Liefdes. De mooiste liefdesbrieven” Creatief Schrijven geeft twee exemplaren weg.

door Peter Mangel Schots

2 3

4

Hoeveel inzendingen ontving Tirade in 2009? Stuur je antwoord naar redactie@creatiefschrijven.be.

¹ Bart Temme, Het literaire tijdschrift als

Kruiswoord raadsel 1

WIN

5 6

7

8 9 10 11

1

Horizontaal

2

1.

3 8

4

1

5 6 7

3

2. 3. 4.

dwarsmast - verbonden met het internet

5.

Frans enfant terrible en auteur van La possibilité d’ une île

6. 7.

luide en holle klank

8.

druginjectie - soort slede - imaginair land met een tovenaar

2

8 6

9

5 7

10

9. 10. 11.

9 4

11

voornaam van de schrijvers Cussler en Barker - Spaanse schilder springstof - achter magnetisch gevormddoorsneebeeld van het lichaam - vogel

fotoboek - nuttigde - scheikundig symbool van selenium

insect - lieflijk open gebouw in een tuin puzzel met cijfers - lidwoord Amerikaans-joodse schrijver van Everyman - Europese hoofdstad

Verticaal

4.

schrijver van Slaughterhouse Five - ultra high

8.

voorzetsel - stuurboord - schrijfster van Dorsvloer vol confetti

1.

cultroman van J.G.Ballard - bloem en voornaam van een Vlaamse auteur

5.

loot - jong dier - scheikundig symbool van palladium

9.

muzieknoot - afslag

2.

muzieknoot - populaire Braziliaanse schrijver

6.

plaats in Nederlands Limburg - zeehond

10.

3.

Griekse letter - lichaamsdeel

7.

wulpse protagoniste van Louis Paul Boon (2 woorden)

1

2

3

4

5

6

7

8

9

11.

Nederlandse voetbalclub - loon van soldaten Gabriel Garcia … - voegwoord

De letters in de genummerde vakjes vormen een Amerikaanse dichter.


30 NIEUWS

Welke zijn de allermooiste liefdesbrieven uit 1001 Liefdes? Koen Stassijns en Ivo Van Strijtem, bloemlezers van het eerste uur selecteerden de ontroerendste, de grappigste, de meest verrassende en meest sprekende brieven uit de 1001 brieven. Je leest deze pareltjes in het boek 1001 Liefdes. De mooiste liefdesbrieven. Het boek verscheen bij De Bezige Bij Antwerpen en ligt in de boekhandel. Hét hebbeding voor (schrijf)liefhebbers.

1001 Liefdes. De mooiste liefdesbrieven Samengesteld door Koen Stassijns en Ivo van Strijtem. De Bezige Bij Antwerpen, 2011 IBSN: 9789085422822 Prijs: 19.95 euro

Ja, ik neem

een jaarabonnement op VERZ!N. Ik ontvang vier nummers na betaling.

Schrijfdag 14 mei 2011

Zomeracademie

De Schrijfdag is het literaire treffen voor iedereen die graag schrijft. Op 14 mei vindt de Schrijfdag plaats in het Cultuurcentrum van Hasselt. Op het programma: 17 verschillende workshops zoals korte verhalen, een thriller of een roman schrijven, poëzie en spitante toneeldialogen. Auteurs als Annelies Verbeke, Bob Van Laerhoven, Erik Vlaminck, Luuk Gruwez en Oscar van den Boogaard loodsen je graag door hun favoriete genre. Verder krijg je grondige feedback op jouw tekst, luister je naar de tips van bekende auteurs en kom je te weten of (en hoe) je rijk kunt worden van schrijven. © Birgit Stulens

1001 Liefdes

De Zomeracademie is een vrijplaats voor iedereen die intensief wil experimenteren met beeld, zang, dans, theater, schrijven, media, animatie, poëzie of songwriting. Je wordt gecoacht door professionele kunstenaars die je op weg zetten. In het luik schrijven kun je poëzie volgen bij Koen Stassijns, songwriting met Amaryllis Uitterlinden en Frank Vanweddingen, terwijl Stefan Perceval je stimuleert tot het schrijven om te bloggen, spelen en vertellen.

De Zomeracademie vindt plaats van 18 tot 24 juli in Destelheide in Dworp.

CULTUURCENTRUM HASSELT 14 MEI 2011

Inschrijven doe je bij Lies Jacob via dharts@destelheide.be. Deelnemenkost 382 euro, maar abonnees van VERZ!N krijgen 10 euro korting. www.zomeracademie.be

Meer info en inschrijven op www.creatiefschrijven.be

naam

straat

postcode tel

gemeente

voornaam nr

bus land

e-mail

Ik schrijf vandaag 12 euro over op rekeningnummer 001–4238815-88 met vermelding ‘abo VERZ!N’. Ik wil een factuur. Ik schrijf vandaag 17 euro over op rekeningnummer 001–4238815-88 met vermelding ‘abo VERZ!N’. Ik ontvang een factuur na betaling.

Knip deze bon uit en stuur hem op naar Creatief Schrijven, Zirkstraat 36, 2000 Antwerpen, België

Ik woon in het buitenland en schrijf 30 euro over op rekeningnummer IBAN: BE56 0014 2388 1588 - BIC: GEBABEBB met vermelding ‘abo VERZ!N’.


Publiceer

gratis JOUW boek bij unibook

Zit er diep in jou een schrijver? Is de weg naar een traditionele uitgeverij onvindbaar? Of wil je gewoon ten allen tijde redactionele vrijheid en jouw boek uitgeven in eigen beheer? Wel, dan is UniBook zeker iets voor jou. Via UniBook kun je zelf jouw werk opladen. De handige wizard helpt je vervolgens bij de opmaak van jouw kaft. Wil je anderen laten kennismaken met jouw boek? Dan kan je het boek gratis te koop aanbieden via onze online boekenshop. Via UniBook beschik je immers over een wereldwijd verkoop- en distributieplatform. UniBook zorgt voor de productie, de betaling en de verzending, zodat jij jezelf volledig kan toeleggen op het schrijven zelf. *A5-formaat, zwart/wit druk, 30 pagina’s, paperback

vanaf

6,46 *


AGENDA / Evenementen, cursussen en wedstrijden

Zin in literatuur? Wil je zelf schrijven? Werp een blik op de cursussen, wedstrijden en literaire evenementen in deze lijst. Een uitgebreid overzicht vind je op de website www.creatiefschrijven.be LITERAIRE LENTE Wat: literair evenement Data: 1/4 tot 30/4 Waar: verschillende locaties Info: [t] 03 230 89 23 [w] www.boek.be

TEKST OP HET PODIUM 2

DOE MEI MAAR EEN DOEBOEK

Wat: schrijf- en performancecursus Datum: 9/4 en 10/4 Waar: Wisper Gent Info: [t] 092 29 21 72 [w] www.wisper.be

Wat: doeboeken in de boekhandel Data: 29/4 tot 31/5 Waar: boekhandels Info: [t] 03 230 89 23 [w] www.boek.be

ONCE UPON A FESTIVAL 2

VERHALEN SCHRIJVEN VOOR KINDEREN - KENNISMAKING

Wat: kunstenfestival mét literatuur Data: 15/4 tot 17/4 Waar: Kasteel van Laarne Info: [w] www.onceuponafestival.be

5e NACHT VAN DE POËZIE COLUMNS SCHRIJVEN Wat: literair evenement Data: 2/4 Waar: Vooruit Gent Info: [t] 09 267 28 28 [w] www.vooruit.be BIJT IN BOEKEN BROODJE BRUSSEL Wat: hapjes en literatuur op het menu Data: 5/4 en 5/5 Waar: GC Wabo, Watermaal-Bosvoorde Info: [t] 02 675 40 10 [w] www.vlemco.be/wabo/ HET LITERAIR PLEIDOOI Wat: literaire beklaagdenbank Data: 7/4 om 20u Waar: Letterenhuis, Antwerpen Info: [t] 02 212 19 30 [e] info@deburen.eu [w] www.deburen.eu BOEKENWEEKEND Wat: literair evenement Data: 9/4 Waar: Sint Niklaas Info: [t] 037 60 91 53 [w] patricia.maes@sint-niklaas.be

Wat: schrijfcursus Data: 16/4 en 23/4; 7/5 Waar: Wisper Gent Info: [t] 092 29 21 72 [w] www.wisper.be POEMATA Wat: poëziewedstrijd Data: 22/4 Organisatie: Poemtata Info: [e] pivergauwe@skynet.be [w] www.poemtata.be WERELDBOEKENDAG Wat: literair evenement Data: 23/4 Waar: verschillende locaties Info: Stichting Lezen [w] www.wereldboekendag.be DONDERDAGEN VAN DE POÊZIE Wat: poëzie tijdens de lunch Data: 24/4, 28/4, 19/5 en 26/5 om 12.30u Waar: Letterenhuis of Permeke in Antwerpen Info: [t] 03 222 93 20 [w] www.antwerpen.be

Wat: schrijfcursus Data: 3/5, 10/5 en 17/5 Waar: Wisper Leuven Info: [t] 016 25 16 21 [w] www.wisper.be JEUGDVERHAAL Wat: schrijfcursus Data: 28/5 , 4/6, 11/6, 18/6 en 25/6 Waar: Antwerpen Info: [t] 03 229 09 90 [w] www.creatiefschrijven.be HAIKU WEDSTRIJD Wat: haiku wedstrijd Deadline: 30/5 Organisatie: Haikoe-kern Info: [t] 03 829 16 98 [e] haikoe@skynet.be [w] www.haiku.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.