toelating gesloten verpakking 2030 - Antwerpen X - P602624
TIJDSCHRIFT
HET TIJDS
CHRIFT DA T JE AAN H
ET SCHRIJ
VEN ZET
Christophe Vekeman Je moet je werk genadeloos lezen, zoals je vijand zou doen Hoe lanceer je een schrijfgroep? 1001 Liefdes: sterrenschrijvers aan het woord © Katrijn Van Giel
Driemaandelijks tijdschrift van Creatief Schrijven vzw Jaargang 5/nummer 3 / juli – augustus – september 2010 V.U.: Guido Vereecke/ Zirkstraat 36/BE/2000 Antwerpen/prijs €4/p.32
02 VOORWOORD / Ellen Weis
Ik schrijf. Langzaam krijgt mijn verhaal vorm. De alinea’s stapelen zich op en een figuur, eerst van bordkarton, dan van vlees en bloed, komt naar me toe. Het verhaal gaat verder. Er is een probleem: Tine, de tweede vrouw van Hugo, gaat weg. Hugo zal zich moeten bewijzen. Zal hij na scheldwoorden, groepsdruk en zijn eigen twijfel uiteindelijk zijn doel bereiken?
Een nieuwe vriend “Hallo, ik ben Hugo. Ik ben een man van middelbare leeftijd en heb zwart haar en bruine ogen. Ik ben van veel dingen bang.” Nee, wacht … “Hallo, ik ben Hugo. Ik ben 34. Mijn haar is al helemaal grijs. Dat zorgt ervoor dat de meeste mensen me om raad komen vragen, maar eigenlijk ben ik bang van alles.” Nee, wacht … “Hallo, ik ben Hugo. Ik ben 34. Net als mijn vader ben ik nu al helemaal grijs. Dat is niet het enige wat hij me heeft meegegeven. Ik ben net als hij bang. Ik ben bang van alles. Van vervallen yoghurt, vreemde mensen aanspreken op straat, nieuwe plekken en tijdelijk fout parkeren.”
COLOFON
Halverwege mijn verhaal en Hugo’s queeste verandert er iets. Ik begin hem een aangename, sympathieke man te vinden. Hij doet zo zijn best. Twee pagina’s later zijn we vrienden geworden. Verdorie, nu is het hek van de dam. Plots blijkt mijn verhaallijn flexibeler te zijn dan ik dacht. Komt het toch niet goed met zijn tweede vrouw? Moet hij wel aangereden worden? Wordt hij nu werkelijk afgewezen voor die astronautenopleiding? Stiekem wil ik Hugo een gezellig leventje laten leiden. Ik wil hem alles gunnen, maar wie zou dat verhaal willen lezen? Als schrijver moet je gemeen zijn. Nadat je die nieuwe vriend hebt leren kennen, moet je hem de duivel aandoen. Het spijt me, beste Hugo. Ik geef je één troost: ik weet dat het goed afloopt.
Vormgeving: Albino {www.albino.be}
Leuven: IMS: Diestsestraat 115
Druk: Drukkerij Gazelle NV
Johannes: A. Smetsplein 10
Redactieadres:
Hasselt: IMS Demerstraat 80a
[e] redactie@creatiefschrijven.be
VERZ!N
[w] www.creatiefschrijven.be
Copyright berust bij Creatief Schrijven
[t] +32 3 229 09 90
vzw. Overname van de teksten is toegela-
[a] Zirkstraat 36 – 2000 Antwerpen
ten mits bronvermelding en voorafgaand
juli/augustus/september 2010
akkoord van de uitgever.
Jaargang 5, nummer 3
Abonnementen
Iedere medewerker/inzender is verant-
Verschijnt vier keer per jaar.
12 euro (voor 4 nummers) - met factuur
woordelijk voor zijn of haar bijdrage
Oplage: 1000 exemplaren
17 euro, 30 euro steunend + buitenland: Over te schrijven op rekening
Creatief Schrijven is het aanspreekpunt
Uitgever: Creatief Schrijven vzw
001-4238815-88 met vermelding
voor iedereen die schrijven niet laten kan.
Hoofdredacteur: Ellen Weis
VERZ!N / BIC: GEBABEBB -
De vzw adviseert, ondersteunt en bege-
Eindredactie: Anja Giegas, Patricia
IBAN: BE56 0014 2388 1588
leidt niet-professionele schrijvers en lite-
De Laet
Los nummer: 4 euro
raire verenigingen.
Leenders, Sophie Siersack, Yves Joris,
VERZ!N is te koop in:
Advertentiemogelijkheden en -tarieven op
Philip Verhaeghe
Antwerpen: IMS: Meir 125
aanvraag: hedwig@creatiefschrijven.be
Werkten ook mee aan dit nummer:
Melkmarkt 17
Dimitri Bontenakel, Riet Haverans, Daan
De Groene Waterman: Wolstraat 7
Pleumeekers, Roderik Six, Ken Van de
Brugge: IMS: Noordzandstraat 26
Steene, Erik Vanhee, Peter van der Graaf
De Reyghere: Markt 12
Cartoon: BibberKopf
Gent: Poëziecentrum: Vrijdagmarkt 36
Foto’s: Katrijn Van Giel
BVBA Jupiter: Zwijnaardsesteenweg 6
Redactieraad: Hedwig Bogaerts, An
03 INHOUD
08
Cursus in de kijker Van personage tot kortverhaal .......................... 4
Christophe Vekeman
Workshop Prozadialogen ............................................................. 5
staat in zijn hemd
Letterfabriek Woorden aan elkaar breien ...................................... 22 Taalspel Het recept van een boek ............................................... 26
1001
LIEFDES
Voorwoord Een nieuwe vriend ................................................. 2 Column Mededogen .............................................................. 7 Interview Christophe Vekeman ............................................... 8
12
Interview Fikry El Azzouzi ..................................................... 14
Hoe lanceer ik een schrijfgroep?
Schrijversfetisj Inge Dussart ................................................ 21
Feedback van collegaschrijvers
Schrijfadvies Help, wie leest mij? .................................. 12 Schrijftips Deelnemen of winnen? .................................. 18 Vakliteratuur Is There a Book in You? ............................ 25 Literair tijschrift in de kijker Passionate Magazine ......... 28
15 A2_DEF.indd 1
Sterrenschrijvers aan het woord Liefhebber!
Het verhaal achter de liefdesbrieven
22
18-10-2007 13:21:10
Sterrenschrijvers aan het woord ................................. 16 Webkijker ................................................................. 20 Evenement in de kijker De Paarse Zetel ................... 27 DE LETTERFAB
Nieuws .................................................................... 30
RIEK
Agenda.................................................................... 32
Woorden
aan elkaar 22 breien Woorden aan elkaar breien — Ga er maar aan staan. Drie wildvreemde woorden, Grassprietjes, Radio en Nefast, verwerken in een samenhangend verhaal. Het levert geforceerde teksten op, maar ook heel aardige korte verhalen. Docent creatief schrijven Peter van der Graaf bespreekt drie inzendingen. door Peter van der Graaf
Peter van der Graaf geeft commentaar
De ‘Anekdote van de Grasspriet’ van Julia Beirinckx vertelt het verhaal van een poor lonesome (longsom?) cowboy. Maar een cowboy op een paard, sigaret in z’n mond, voor een bloedrode zon: dat móet Lucky Luke zijn. Wat Julia ook niet vertelt, maar wel
misin’ On the road to my horizon Dat compromis slaat niet op de woorden grassprietjes en nefast, maar wel op het woord radio. Die radio (en ook de teevee) voelt heel geforceerd. Uit die radio! Ja, maar
glibberfluim op de grond. Er is aarzeling en dan een duwtje in de flanken. Samen sjokken ze verder. Het land is schraal: zand, rotsen, grassprietjes, stof en een doffe plof bij iedere trage stap van het paard. Ho! Longsom cowboy houdt de teugels in, buigt, plukt een grasspriet en
04 CURSUS IN
DE KIJKER
In een goed verhaal is er steeds een regel tegen de regel — In een straat staat een groot boek in een etalage. Achter dat boek houden zeven nieuwe schrijvers zich verborgen. Ze volgen de cursus ‘Van personage tot kortverhaal’ bij de SchrijversAcademie. De docent is Barbara Van Den Eynde. Halverwege de lessenreeks val ik binnen. De schrijvers hebben het basisrecept van een goed verhaal al onder de knie en zijn nu op weg om een eigen, echt kortverhaal te schrijven. door Ellen Weis “Niet alleen heeft elke schrijver zijn eigen stijl, ook het personage heeft zijn eigen stem,” vertelt Barbara Van den Eynde. Vandaag gaan de deelnemers dieper in op dialogen. Ze hebben een gesprek bij een afbeelding uitgeschreven. Een nette dame in een cocktailjurk ziet langzaam barsten in haar relatie verschijnen, een man trotseert trots een gesprek bij een interimkantoor, een vader wil zijn dochter waarschuwen vlak voor haar huwelijk. Waarvoor? We zullen het nooit weten. Maar het was wel een fijne dialoog. Barbara geeft goede raad, maar ook de deelnemers krijgen de kans om tips te geven. Een dialoog mag geen poppenkast worden, het is belangrijk dat hij geloofwaardig blijft. Daarvoor zijn rustpunten, tussenzinnen en herhalingen nodig. “Een personage dat zijn antwoord meteen op de lippen heeft, is niet geloofwaardig,” zegt Barbara. In een dialoog is het belangrijk dat personages opkijken, rondkijken en verschillende acties ondernemen.
SCHRIJFREGELS IN BEWEGING In deze cursus komt niet veel theorie aan bod. Schrijvers ondervinden zelf welke schrijftips in hun voordeel spelen. Elke les krijgen ze huiswerk mee. De oefeningen nodigen uit om te experimenteren. De resultaten worden op de volgende bijeenkomst becommentarieerd. Hier en daar wordt er geschrapt, verdraaid of veranderd, maar vooral de schrijfervaring is belangrijk. “Waarom vond je die oefening moeilijk? Van welke oefening
heb je het meest genoten? Welk resultaat spreekt je nu het meeste aan?” Al snel is een ding duidelijk: er bestaan geen algemene schrijfregels. Het is moeilijk om te zeggen hoe het nu juist moet. De regels veranderen. Ze passen zich aan aan het idee, het concept en de schrijver. Elk verhaal en elke schrijver is anders. Daarom begeleidt Barbara de schrijver ook individueel. Voor elk nieuw experiment worden de mogelijkheden verkend. Het vertelperspectief of de verteltijd veranderen, kan het verhaal helemaal omgooien. De schrijvers ontdekken nieuwe manieren om hun verhaal te vertellen. Sommige stukken worden grappiger, inniger, directer of pijnlijker. Het is moeilijk om de juiste versie te kiezen.
HET BETERE PROZA ONDER DE LOEP Na de pauze krijgen we van Barbara een nieuwe portie inspiratie toegeschoven. Deze keer verzinnen we niet zelf, maar onderzoeken we het werk van de grote schrijvers. Welke invloed heeft het vertelperspectief en de verteltijd? We merken al snel dat schrijvers de effecten zorgvuldig uitkiezen en toepassen. Ooit krijgen wij dat ook onder de knie. ‘Van personage tot kortverhaal’ is zonder meer een zeer degelijke cursus. In een vrolijke, gezellige sfeer leg je eigen materiaal voor en krijg je erg persoonlijke feedback van je medecursisten en de schrijfdocent. Bij elke samenkomst krijg je een schrijfopdracht mee. Die wordt dan de volgende keer besproken. Daar-
naast wordt er ook heel wat aandacht besteed aan schrijftechnieken. Die ontdek je in fragmenten uit het betere proza. Een goede basis voor dat kortverhaal dat al zo lang in je hoofd ligt te rijpen! Je kunt de cursus ‘Van personage tot verhaal’ in het voorjaar van 2011 volgen bij Creatief Schrijven.
HET BASISRECEPT VOOR EEN GOED VERHAAL • Gooi één goede beginzin op een
blad papier. • Voeg de juiste tijd en het juiste
vertelperspectief toe. • Breek de spanningsboog in stuk-
jes en meng zorgvuldig. • Strooi hier en daar een dialoog
over het geheel. • Vergeet zeker niet het juiste einde
toe te voegen. • Kruid af met een epiloog.
WORKSHOP
Prozadialogen in de derde persoon verleden tijd — Als je erg betrokken bent bij wat je schrijft, ga je intuïtief op belangrijke momenten je verhaal vertragen. Je bedenkt een conflict en schakelt over op dialoog. Een dialoog kan een nieuwe impuls zijn die de verhaalontwikkeling voortstuwt. Als die dialoog bovendien de personages karakteriseert of sfeer schept of spanning opbouwt, krijg je een ‘rijke’ dialoog. Bereik je slechts één van deze doelen, dan voelt de dialoog vaak ‘schraal’ aan. Probeer dus steeds met een dialoog minstens twee doelen te bereiken. door Daan Pleumeekers De opdrachten in deze workshop vertrekken vanuit: Portret van een Dame van Henry James. Een roman die na honderd jaar nog steeds standhoudt. Nestel je voor de computer en ga aan de slag met deze concrete schrijfopdrachten.
STAP 1: HET BELANG VAN DE INLEIDING Lees het tekstfragment uit Portret van een Dame op www.creatiefschrijven.be. Focus op wat er gebeurt tussen de personages. Het conflict: Isabel wil haar stervende neef gaan opzoeken, Osmond wil dat ze thuis blijft. Een mooi conflict - meteen een eerste voorwaarde voor een goede dialoog. Twee doelen: Deze dialoog veroorzaakt een breuk tussen Isabel en Osmond en is dus een belangrijk moment in het verhaal. Bovendien karakteriseert deze dialoog Osmond en toont hoe hij zijn vrouw weet te beïnvloeden en haar inspint in zijn kleine wereldje. Inleiding door de verteller: In de tekst die de dialoog voorafgaat, wordt verteld wat de lezer moet
weten om de dialoog te begrijpen. Daardoor voorkom je dat de dialoog zelf bol staat van info. In een inleiding kun je ook een verband leggen met wat vooraf gaat, de ruimte/tijd of de gemoedstoestand van de personages beschrijven, enz. Kortom: de nodige informatie over tijd, plaats en handeling om de dialoog te begrijpen. Die inleiding vooraf schrijven is bovendien goed om in de sfeer te komen. Uit de inleiding weten we dat Isabel een telegram van haar tante heeft ontvangen waarin staat dat haar neef op sterven ligt (regel 1-2). Omdat haar tante wil dat ze komt, gaat Isabel naar Osmond om zijn goedkeuring te vragen. Ze aarzelt voor ze de deur van zijn studeerkamer opent.
OPDRACHT Schrijf een inleiding voor een dialoog in je eigen verhaal. Gebruik daarvoor tijd, plaats en/of handeling en suggereer het conflict. Inspiratie nodig? Schrijf een dialoog over een verzoek/aanzoek dat wordt afgewezen. Lukt het niet? Lees dan hoofdstuk 12 en 16 van deze roman.
STAP 2: HOE BEREID JE HET CONFLICT VOOR? Polarisatie Plaats de personages op een verschillend emotioneel niveau en laat hun emoties doorklinken in de manier waarop ze spreken. Hoe meer de emoties van elkaar afwijken, hoe makkelijker de dialoog zich schrijft (denk aan een hoog oplopende ruzie). Isabel is eerst respectvol, dan verontwaardigd en daarna voelt ze zich gekwetst en kwaad. Osmond is schijnbaar rustig en beheerst, maar dan raakt hij emotioneel betrokken. Isabel spreekt eerder in korte zinnen (ze vindt haar vraag gerechtvaardigd). Osmond weidt uit en wikt zijn woorden (hij wil haar beïnvloeden).
06 Verloop Een dialoog met een conflict is als een betoog waarin twee personages hun gelijk argumenteren. De argumentatie kan in fasen verlopen waarin de dialoog telkens een wending neemt. In het fragment wil Osmond voorkomen dat Isabel vertrekt: hij wuift haar vraag als onbelangrijk weg (9), zegt dat ze ondankbaar is (11), dat ze wil weggaan om wraak te nemen (16). Hij dreigt (18), wijst op haar huwelijksplicht (21) en tenslotte vraagt hij haar te blijven omwille van het fatsoen (20).
Identificatie Bij een dialoog mag geen verwarring ontstaan over wie er spreekt. Geef dus op tijd aan wie spreekt (zei hij / zei ze). Bij een oplopend conflict kun je subtiel een toenemende betrokkenheid of emotionaliteit uitdrukken. • Fase 1. zei hij/zei ze: “Vergeef
me dat ik je stoor, zei ze.” (6) • Fase 2: zei hij/zei ze + HOE:
“Als ik je ongehoorzaam was? zei Isabel op een zachte toon die mild overkwam.” (17) • Fase 3: zei hij/zei ze + GEDRAG: “We leven niet fatsoenlijk samen! riep Isabel.” (23) • Fase 4: Eens het conflict op zijn hoogtepunt kan je overschakelen op ‘kale’ dialoog of een toneeldialoog. Maar het is ook mogelijk dat na een uitbarsting de emoties weer afkoelen en een nieuwe argumentatie start. Gebruik dan op tijd weer identificaties zodat de lezer weet wie aan het woord is. Daarmee kun je ook de gemoedsbewegingen in gedrag aangeven. (16 e.v. en 23 e.v. )
OPDRACHT Polariseer jouw personages en bepaal het verloop van de dialoog. Schrijf enkel wat de personages zeggen gevolgd door zei hij/zei ze.
STAP 3: VARIATIE TROEF Om niet altijd zei hij/zei ze te gebruiken kan je een repliek laten voorafgaan door de lichaamstaal van het personage. Met dit soort impliciete identificatie (of implicaties) kun je bovendien de gemoedsgesteldheid van een personage suggereren. Isabel blijft even stilstaan voor de deur (angst, onzekerheid, afkeer…) (3) …”terwijl hij doorging met zijn werk” (desinteresse) (7) …”terwijl hij door het vergrootglas naar zijn tekening keek.” (zijn tekening is belangrijker dan haar vraag) (8). Ook door de beweging van de personages in de ruimte te beschrijven en de manier waarop ze met attributen omgaan, vertel je impliciet over hun innerlijk en vermijd je een teveel aan ‘zei hij/zei zij’. Lichaamstaal: • “Osmond werd enigszins bleek: hij glimlachte koel.” (15) - “Hij trok zijn wenkbrauwen op en zelfs zijn schouders een beetje…” (24). Bewegingen in de ruimte: • “Ze draalde nog even; lang genoeg om zijn hele moedwillig onverschillige en toch zeer expressieve gestalte in zich op te nemen; waarna ze snel de kamer verliet…” (27) De manier waarop de personages met attributen omgaan: • ”Gilbert Osmond legde zijn kleine gereedschap neer, blies een stofje van zijn tekening...”(12)
OPDRACHT Versterk de intenties van jouw personages en vervang waar wenselijk zei hij/zei ze door implicaties. Laat dus ook eens een repliek voorafgaan door gedrag, de manier waarop een karakter beweegt of met attributen omgaat. Breng deze variatie aan waar een zei hij/zei zepatroon ontstaat.
STAP 4 Henry James vertelt het verhaal met een alwetende verteller (auctoriaal standpunt). Soms richt hij zich zelfs rechtstreeks tot de lezer.
De erlebte rede De lezer wil in de eerste plaats weten hoe een personage met zijn problemen omgaat en wat het daarbij denkt
en voelt. Voel je dan ook vrij om daarvoor de nodige plaats te voorzien. Geef daarom geregeld ook expliciet
de gedachten, de gevoelens van het hoofdpersonage weer. Vooral wanneer het andere personage de emoties van het hoofdpersonage in beweging zet. Dit betekent dat je verder schrijft in de verleden tijd en de derde persoon en je gebruikt niet meer de naam van het hoofdpersonage maar ‘hij/ze.’ Je start ook met een zin die de focus op het personage legt waarvan je de gedachten gaat weergeven. (19) ‘Maar ze bewoog zich helemaal niet…’ Om nog meer de kant op te gaan van de monologue interieur kan je die gedachten weergeven door associatieve sprongen, afbrekingen, herhalingen…en voor een taalregister kiezen dat meer aanleunt bij spreektaal. Om boeiend te blijven en de fantasie van de lezer aan te spreken, schrijf je enkel de gedachten en gevoelens uit van het hoofd-
personage. Van het andere personage toon je alleen het gedrag.
OPDRACHT Herschrijf de tekst vanaf ‘Hij sprak ernstig en bijna beminnelijk…’ (22) op zo’n manier dat het lijkt alsof het de gedachten van Isabel zijn (en dus niet die van de verteller). Schrijf nu waar mogelijk de gedachten van jouw personages uit in de ‘erlebte rede naar aanleiding van datgene wat er gebeurt. Mogelijk kan je hierdoor in de spreektaal schrappen zodat je dialoog nog krachtiger wordt.
Mededogen door Dimitri Bontenakel
column Ze staat open, de deur van mijn schrijfkamer. Zonlicht stroomt ongegeneerd naar binnen. Straatgeluiden dringen zich op. Tocht strijkt langs het deurgat. Ze staat open en ik ben bloednerveus. In november 2007 ging de deur dicht. Ik zette me neer, legde blanco fiches en een schrijfblok klaar, nam mijn notitieboekje erbij en zette mijn eerste gedachten over het nieuwe boek op papier. Vier maanden later schreef ik de allereerste zin. Seizoenen kwamen en gingen. Passages, hoofdstukken, figuren sneuvelden. Toen ik me op een vrijdag stond af te drogen in een kleedhokje van zwembad De Wezenberg schrapte ik een hoofdpersonage. Ze was ad rem, ze was ravissant, maar ze liep verloren in het boek – daarover had ik het al in een eerdere column. In november 2009, op de drempel van wat een strenge winter beloofde te worden, begon ik aan versie nummer vier. Eind maart zette ik een punt achter de laatste zin. Ik drukte het manuscript af, schikte de pagina’s tot een mooi stapeltje en keek er een tijdje naar. Toen stond ik op en zette de deur wijd open. Tijd om ermee naar buiten te komen. Ik liep langs een fotokopieerzaak en deed mijn ronde. Mijn manuscript ligt nu op andere tafels, klaar om gelezen te worden door andere mensen. De eerste lezing. Ik heb hen gevraagd om eerlijk te zijn. Geen fluwelen handschoenen, geen schoor-
Tips Dialogen schrijven is minder technisch dan dat het in deze workshop misschien lijkt. Maar net als bij gitaarspelen moet je eerst oefenen op de akkoorden voor je kunt gaan improviseren. Gooi het eens over een andere boeg om je verhaal op dreef te krijgen. Schrijf bijvoorbeeld eerst de dialogen uit en daarna de vertellertekst. Of maak van een toneeldialoog een prozadialoog - of omgekeerd - en zet de regieaanwijzingen om in vertellertekst. Veel succes!
Daan Pleumeekers is docent aan het Conservatorium van Hasselt en de Academie van Lier.
voetend gedraai rond de pot – niemand heeft baat bij een mening die weghapt als suikerspin. Dat wil niet zeggen dat ik niet beducht ben voor hun oordeel. Ik hoop dat ze het verhaal zullen verslinden, niet verscheuren. Ik hoop op een gefundeerde analyse, niet op een bolwassing. Het ontleedmes in plaats van de sloophamer. Intussen wacht ik af. Ik ga naar concerten, strijk neer op terrassen. Ik bijt meer op mijn vingernagels dan gewoonlijk. Toen ik in het tweede jaar van de SchrijversAcademie zat – dit was vóór de twee torens vielen – zat Herman Van Molle in mijn klas. Tenminste, in mijn herinnering leek de man op Herman Van Molle. Ik geloof dat hij kok was in een school of een instelling. Hij was een veertiger, getrouwd met een journaliste. Ze hadden twee kinderen. Halverwege het jaar vertelde hij dat hij bijna klaar was met een verhaal. Hij had er zijn ziel in gelegd. Het zou de basis vormen voor iets groters, misschien wel een roman. Hij zou het tijdens de volgende les voorleggen aan de rest van de klas maar wilde het eerst aan zijn vrouw laten lezen. Hij is nog één keer naar de les geweest, om te vertellen waarom hij met schrijven kapte. Zijn vrouw had het verhaal intussen gelezen. Ze had de tekst met de grond gelijkgemaakt. Meer nog, ze had aan zijn talent getwijfeld. Hij trok zijn conclusies. We hebben op hem staan inpraten. Het baatte niet. Zijn besluit stond vast. We hebben hem nooit weergezien. Mijn omgeving toonde meer mededogen toen ik voor het eerst met een verhaal naar buiten kwam. Daar ben ik ze nog altijd dankbaar voor.
08
© Katrijn Van Giel
“Ik schrijf zoals ik gepend ben. Niks aan te doen.” – een interview met Christophe Vekeman — “Wat vind je van Bob Dylan?” Christophe Vekeman kijkt me indringend aan van over de rand van een glas rode wijn. We zitten in zijn woonkamer, omgeven door zijn indrukwekkende bibliotheek. Achter hem, bij wijze van ruggensteun, prijkt het verzamelde werk van Reve en Hermans. Ik antwoord dat ik Dylan nauwelijks ken, hem meestal maar geneuzel vind. Verkeerd antwoord - alsof ik op de duivel zijn staart getrapt heb. Vekeman springt overeind en raast vervolgens in een rotvaart door het oeuvre van de Amerikaanse bard, de ene cd na de andere, de ene bootleg na de andere, hetzelfde nummer telkens opnieuw in andere versies. door Roderik Six
Ondertussen oreert hij als een manische straatpredikant boven de muziek uit: hij wijst me op details, op jaartallen, benadrukt de goddelijke relevantie van Dylan. Zijn stem klinkt steeds luider omdat ook de volumeknop steeds hoger wordt gedraaid. Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk. Ik neem me voor om thuis eens wat Dylan te bestuderen. In ruil bied ik hem aan om het oeuvre van Autechre eens door zijn strot te rammen. Hij weigert beleefd maar maant zijn vriendin Mieke aan zeker eens langs te komen zodat ze verslag kan uitbrengen over het wonderlijke elektronicaduo waar ik de laatste tijd zo mee dweep. Omdat het bier op is, drinken we verder wijn en luisteren we naar het duet tussen Dylan en Cash. Vier uur voor de prangende vraag zijn we in zijn zonovergoten tuin aan het interview begonnen. Bij Sharon Stone godbetert. Je laatste roman 49 manieren om de dag door te komen heb je op de pc geschreven. Vroeger schreef je met de hand. Vanwaar die ommekeer? Na de publicatie van mijn vorige roman Lege Jurken was ik op mijn zolderkamer aan een nieuw werk begonnen. Met de hand, in schriftjes. Na een dertigtal pagina’s viel ik stil. Ik had een déjà-vugevoel: dit had ik al eens gedaan. Toen zag ik toevallig Basic Instinct 2 waarin Sharon Stone een schrijfster speelt. Als een razende gek zat ze op dat klavier te ratelen. Een torenhoog cliché: schrijvers worden in films altijd voorgesteld als opgefokte werkbeesten terwijl het in de werkelijkheid beduidend trager gaat. Véél trager.
“Zelfs de meest lelijke mensen krijgen iets gracieus als ze met de hand schrijven.” Maar het idee fascineerde me. Misschien moest ik het ook eens proberen op een laptop. Ik wou een pageturner schrijven, volledig in de Amerikaanse traditie, iets wat vlot
leest, voortdendert als een trein. Helaas faalde ook die roman. Maar ik ontdekte wel dat het schrijfproces beduidend sneller ging en dat hogere ritme sijpelde ook door in de tekst. Dat was een aangename ontdekking. Dankzij Sharon Stone ben ik dus overgeschakeld op de computer. Sharon Stone verdient al onze dankbaarheid, op zoveel vlakken. Mis je het schrijven met pen en papier niet? Niet echt. Handmatig schrijven is natuurlijk veel mooier, er straalt een zekere esthetiek uit. Zelfs de meest lelijke mensen krijgen iets gracieus als ze met de hand schrijven. Met een laptop vervalt die bonus, je blijft een gedrocht, zeker als je ergens op een terras op zo’n MacBook zit te tokkelen. Ik mis wel het tastbare bewijs van mijn arbeid. De stapels manuscripten die je in de loop der jaren opbouwt, bieden toch troost in mindere dagen. Als je al dat papier op de rekken ziet liggen, kun je jezelf toch even tevreden over de bol aaien: “Dit heb ik allemaal maar netjes bijeengepend. Zo’n lui varken ben ik niet.” Zijn er nadelen aan het schrijven op pc? Je blijft natuurlijk gebonden aan die machine. Hoe handig ze tegenwoordig ook zijn, je moet dat ding overal meezeulen. De mijne is trouwens een aftands model, als ik er te veel mee rondhos, valt hij in brokken uiteen. Binnenkort ga ik mijn hoofdpersonage Vincent De Wimper achterna, all the way to Texas. Misschien dat ik dan mijn laptop wel meepak. De klassieke computerproblemen zijn ook een bron van ergernis. Bestanden die spoorloos verdwijnen, programma’s die hardnekkig dienst weigeren; ik ben een magneet voor die wispelturige informaticaterreur. Geschrapte passages zijn ook onherroepelijk weg. Vroeger kon ik nog eens een kromme zin hernemen, nu is er alleen witte leegte. En je kunt niet bladeren in een bestand. De fysieke handeling van pagina’s omslaan is niet hetzelfde als scrollen. Je vindt alles minder snel
terug, het is minder overzichtelijk. Een mens zou beginnen te twijfelen aan de voordelen van je keuze. Denk je dat de nieuwe methode een breuk in je oeuvre veroorzaakt heeft? Moeilijke vraag. Zeker om nu al op te antwoorden. Dat zal misschien later duidelijker worden, in retrospectie. Maar ik vermoed van wel. Met die laptop heb ik een nieuwe schrijfmanier gevonden en die schemert door in de tekst. Die zapsfeer in 49 manieren, het aanboren van verschillende registers, de snellere overgangen tussen verschillende stijlen, dat heb ik waarschijnlijk aan die computer te danken. Met pen en papier is schrijven toch altijd ‘Schrijven’ met een hoofdletter, een plechtige bezigheid waarvoor je de nodige ernst aan de dag dient te leggen. Op een laptop heb
“Er schuilt een zekere opluchting in elke mislukte roman.” je meer de indruk dat je een mailtje aan het typen bent, het is vrijblijvender. Mijn stijl is ook directer geworden, minder barok. Net zoals in een e-mail kun je ook makkelijker van de hak op de tak springen, de dwang van rechtlijnigheid is veel minder. Heb je een romanplan? De roman ís het plan. Bij mij begint dat altijd met de basale aandrang ‘om een roman te schrijven’. En dan begin ik daarmee. Alles staat en valt met een goede openingszin. Als die snor zit, kan ik verder. Maar het is geen garantie. Soms weet ik na dertig, veertig pagina’s pas of het iets wordt. Soms weet ik al na één bladzijde dat het niks is. Bij slechte romans dient zich geen perspectief aan, geen evolutie, geen einde. Dan ga ik naar beneden en meld het droeve nieuws aan mijn vriendin Mieke: “Ik ben gestopt.” Tot ons beider wanhoop natuurlijk, want er moet brood op de tafel komen. (lacht hartelijk)
Na een paar mistroostige dagen dient zich frisse moed aan en begin ik opnieuw. Er schuilt een zekere opluchting in elke mislukte roman: dat ding deugde voor geen meter, blij dat ik er vanaf ben én nu weet ik ook hoe het niet moet. Althans dat maak ik mezelf dan wijs. Houd je die afgekeurde romans bij? Ja. Ik typ ze zelfs nog in het net over op pc. Waarom? Dat weet ik eigenlijk niet. Het behoort tot het proces van loslaten. Opnieuw dat zelfbedrog. Je weet maar nooit of er nog iets in zit voor een kortverhaal of een column. Heb je ooit effectief stukken herbruikt? Neen. Nu je het zegt. Het zal tot mijn neuroses behoren. Ik heb er zoveel. (lacht)
Schrijf je je romans helemaal uit voordat je ze naar je uitgeverij stuurt? Ja. Integraal. Dat gefragmenteerde opsturen naar redacteurs heb ik nooit gesnapt. Zou ik horendol van worden. Ik heb maar drie ijkpunten bij het beëindigen van een roman. Eerst geef ik hem aan Mieke, die hem telkens fantastisch vindt, dan aan mijn redacteur die ook opnieuw gewag maakt van een meesterwerk en ten slotte aan een vriend die niets van literatuur kent en hem meestal als brol bestempelt. (lacht) Af en toe lees ik tussendoor een alinea voor aan mijn vriendin, dan weet ze tenminste dat ik daarboven aan het werken ben. Maar verder los ik
“Voor mij is het indienen bij de redacteur echt wel het eindpunt, en niet het begin van een lange lijdensweg.” niets over een nieuw werk waaraan ik nog bezig ben. Eén uitzondering. Tijdens het schrijven van mijn boek Iedereen kan het werkte ik telkens drie hoofdstukken
af en gaf dan het eerste hoofdstuk aan een vriend. Het boek was dan ook bedoeld als feuilleton, een policier compleet met cliffhangers. Ondergaat je werk nog veel veranderingen in de eindredactie? Bijna geen. Hoogstens halen ze er de typfouten uit en woorden als ‘kraantjeswater’ vervangen ze door ‘leidingwater’ opdat de Nederlanders ze zouden begrijpen. Voor mij is het indienen bij de redacteur echt wel het eindpunt, en niet het begin van een lange lijdensweg. Mijn werk is dan af. Als ganse stukken herschreven moeten worden, als hoofdstuk twee en zeven van plaats moeten wisselen, dan schort er toch iets aan dat boek? Dan heb je toch gewoon broddelwerk afgeleverd? Misschien heb je gewoon een heel luie redacteur. Kan ook zijn. (lacht) Ik moet hem eens bellen en op zijn donder geven. En toch, ik ben de eindverantwoordelijke voor mijn werk. Ik beslis zelf of ik iets weggooi of niet. Voor elke geslaagde roman heb ik een mis-
lukte weggegooid. Je moet bijzonder streng zijn. Ik moet toch honderd procent achter mijn roman staan voor ik daar iemand anders mee lastigval? Uit zelfrespect, uit respect voor mijn publiek. Al is het maar om gewapend te zijn tegen de critici. Stel je voor dat die zwakke punten aanwijzen en ik moet hén gelijk geven. Dat zou pas erg zijn. Bedoel je dat je integrale romans hebt geschreven die nooit het daglicht hebben gezien? Ja. Afgewerkte romans die in druk toch honderdvijftig à tweehonderd bladzijden zouden omvatten. Netjes uitgetypt en opgeslagen. Maar ik vind ze niet goed genoeg en daar eindigt het mee. We moeten streng zijn. Het Letterenhuis zal je dankbaar zijn voor die erfenis. Heb je er ooit aan gedacht iets helemaal anders te schrijven, een historische roman, sciencefiction ... al was het maar bij wijze van oefening? Historische romans, daar begin ik niet aan. De research alleen al. En sciencefiction schrijf ik niet omdat ik het zelf niet graag lees. Ik heb nog twee idealen op dat vlak. Ten eerste zou ik heel graag eens vanuit vrouwelijk perspectief schrijven, mijn eigen Madame Bovary op papier zetten. Dat moet bijzonder moeilijk zijn. Ten tweede moet ik misschien eens een roman schrijven met meerdere hoofdpersonages die volwaardig met elkaar interageren, met een uitgebreid plot met meerdere verhaallijnen en een reeks verbazingwekkende gebeurtenissen en dergelijke. (zucht) Maar ik zit vast aan wie ik ben. Ik heb wel een typische stijl en kan daar moeilijk van loskomen: je schrijft zoals je gepend bent. In 49 manieren heb je gekozen voor de je-vorm. Dat was opmerkelijk. Het hoofdpersonage van Een borrel met Barry speelt even met het idee om een roman te schrijven in de jevorm maar verwerpt die mogelijkheid omdat het te experimenteel zou zijn. Hij durfde het eigenlijk niet aan. Maar
zo zie je dus dat ik al veel langer rondliep met het idee. Zelf denk ik vaak in de je-vorm. Iedereen spreekt zichzelf wel eens toe, hetzij vermanend hetzij aanmoedigend. “Je had beter je mond gehouden,” of “Komaan, je kunt het best.” In deze specifieke roman bood het een aantal voordelen. De lezer krijgt het gevoel dat hij toegesproken wordt, als in een brief, en raakt zo nauwer betrokken bij de lotgevallen
“De kunst van het schrijven schuilt in het lezen met anonieme ogen.” van Vincent De Wimper. Hij is geen anonieme zonderling, het gaat over de mens in het algemeen en de lezer in het bijzonder – vergis je niet! In de ik-vorm zou het verhaal van Vincent ronduit zielig zijn: het meelijwekkende geraaskal van een gek waar de lezer niets mee te maken heeft. Nu valt de sarcastische ondertoon niet te negeren en die slaat meer op de leefwereld van de lezer dan op die van Vincent. Heb je vaste schrijfrituelen, fetisjen van de pen? Dat varieert van boek tot boek. Bij Iedereen kan het schreef ik in kleine cahiers, bij Een borrel met Barry stak ik voor elke schrijfsessie een kaars aan die ik na het laatste woord weer uitblies, om de werkdag af te ronden als het ware. Meestal is dat maar wat sfeerschepping, om een bepaalde vorm van concentratie op te roepen. Ik heb wel eens geprobeerd om een volledig boek dronken te schrijven maar dat werkt niet zo goed: je kunt de momenten van nuchterheid niet vermijden. (lacht) Bij mijn eerste boek schreef ik drie bladzijden per dag: twee nuchter en dan rolde ik een klein jointje en schreef ik de derde pagina. Dat leverde toch een iets lossere stijl op met leuke stilistische trouvailles, daar waar de eerste twee meer schwung en tempo hadden. Ik probeer duizend woorden per dag te schrijven. Tenzij ik ’s avonds een optreden heb, dan is het minder. Schrijven vreet energie en ik wil fit zijn voor ik het podium opstap, dat
ben ik aan mijn publiek verplicht. A.F.Th. van der Heijden schrijft een aantal romans tegelijk. Zou jij dat kunnen? Neen, dat lijkt me monsterlijk. Alsof je vier vrouwen tegelijk zou hebben. Alleen al hun verjaardagen onthouden lijkt me een hel. Dat vraagt een olifantengeheugen. Ik kan ook maar één genre per dag bedrijven: de ene dag schrijf ik aan non-fictie, de andere dag werk ik verder aan mijn roman. Maar er mag niet te veel tijd tussen zitten: laat ik een roman een week liggen, dan ben ik de draad kwijt. Heb je tot slot nog een gouden schrijftip? Je moet heel kritisch en streng zijn voor jezelf. De kunst van het schrijven schuilt in het lezen met anonieme ogen, met de blik van een wildvreemde. Je moet je werk genadeloos lezen, zoals je grootste vijand dat zou doen. Blijft het dan nog overeind, dan heb je iets. Een begin. Bedankt voor het interview. Graag gedaan. Pintje? Ik zal een muziekje opzetten. Ik ben benieuwd.
VERZ!N GEEFT 3 EXEMPLAREN VAN 49 MANIEREN OM DE DAG DOOR TE KOMEN CADEAU. Welke titel had de vorige roman van Christophe Vekeman? Mail het antwoord naar redactie@creatiefschrijven.be. De winnaars verschijnen in het volgende nummer. Ze krijgen het boek thuisgestuurd.
49 manieren om de dag door te komen, De Arbeiderspers, 2010 ISBN: 9789029572316 Prijs: 18,95 euro
12 Help, wie leest mij? Hoe lanceer je een schrijfgroep? — Ben je ook een van die schrijvers die in alle stilte zit te ploeteren aan een tekst die niemand leest? Een schrijfgroep trekt je uit je schrijfkamer en doorbreekt het clichébeeld van ‘de eenzame schrijver’. Maar hoe raak je in of aan een schrijfgroep en dus aan lezers? door Erik Vanhee
Tot in de kleinste dorpen wisselen leesgroepen hun leeservaringen uit. Schrijfgroepen zijn er daarentegen maar weinig, terwijl toch 14,6% van de bevolking in Vlaanderen (creatief) schrijft1. Leden van een schrijfgroep lezen je tekst en geven een frisse kijk op wat je schrijft. Bovendien beleef je meer plezier aan schrijven omdat je beseft dat je niet als enige zit te werken aan een tekst.
MET EEN SCHRIJFCURSUS NAAR DE STARTBAAN Waar vind je andere schrijvers? Op een schrijfcursus, zo blijkt. Hoe langer de cursus duurt, hoe beter je elkaars teksten en noden aan feedback leert kennen én hoe groter de kans dat een groepje deelnemers na afloop wil doorgaan en een schrijfgroep wil vormen. Bovendien zullen de leden vaak binnen eenzelfde genre schrijven, wat de feedback makkelijker maakt. Kortom, kijk welke cursus het beste aan je voorkeur beantwoordt en schrijf je in. Breng in de loop van de cursus je behoefte aan een schrijfgroep ter sprake. Veel kans dat de docent je op
1
weg helpt of dat je een medecursist treft met wat organisatietalent. Zijn verre verplaatsingen moeilijk, kies dan voor een lokale schrijfcursus waaruit een lokale schrijfgroep kan groeien.
DE BIB ALS LANCEERPLATFORM Wil of kun je geen cursus volgen, ga dan eens praten met je bibliothecaris. Misschien heeft jouw bib een leesgroep en zitten daar potentiële schrijvers bij? Van de mensen die veel lezen, willen er altijd enkele met schrijven beginnen of zijn er enkele al stiekem bezig op hun ‘zolderkamertje’. Vraag je bibliotheek de zoekactie naar andere lokale schrijvers te coördineren, een aankondiging te zetten op hun website, in een flyer of in het infoblad van de gemeente, en eventueel zelfs een lokaal ter beschikking te stellen of te regelen. Als je ten minste zes mensen bij elkaar krijgt, kun je een startvergadering laten leiden door iemand van de bibliotheek, als je het zelf niet durft. Peil naar ieders motivatie en maak afspraken.
De amateurkunsten in beeld gebracht, onderzoeksrapport van UGent en VUBrussel, 2009
WARMLOPEN MET EEN SCHRIJFDOCENT OF SCHRIJVER Een autonome schrijfgroep werkt doorgaans zonder professionele begeleider. Dat is lastig, zeker in het begin. Daarom is het geen goed idee om zomaar wat mensen bij elkaar te zoeken en ‘we zien wel’ te denken. Een ervaren amateurschrijver die al cursus heeft gevolgd, neemt best de leiding op zich. Nog beter kun je een schrijfdocent of professionele schrijver vragen of hij de schrijfgroep mee op het spoor wil zetten. Een docent kan je een kader aanreiken voor schrijfopdrachten en eventueel een leerlijn uitzetten. Hij kan vooral een systeem introduceren om goed en passend feedback te geven. Kies een docent of schrijver die zijn persoonlijke schrijfstijl niet als norm oplegt. Allicht betaal je een vergoeding voor die begeleiding. Creatief Schrijven vzw kan in die kosten tegemoetkomen en kan je ook een lijst met ervaren schrijvers en schrijfdocenten bezorgen.
DE ONLINE SCHRIJFCLUB Voor online schrijvers op virtuele media ligt een online schrijfgroep voor de hand. Het is makkelijker om aan te sluiten bij zo’n online schrijfgroep door de anonimiteit en de snelheid van communiceren. Je vermijdt verre verplaatsingen, terwijl je toch met andere schrijvers kunt communiceren. In principe is het aantal leden van een ‘online schrijfcommunity’ onbeperkt, maar dan heb je natuurlijk niet met iedereen contact. Er zijn maar weinig schrijfclubs die enkel online functioneren. Je mist het ‘realtime’ sociaal contact, onmisbaar om het vertrouwen op te bouwen dat de basis vormt voor efficiënte en zinvolle feedback. De kans op misverstanden is groter want leden kunnen hun feedback onvoldoende toelichten. Bij het eerste conflict dreigen leden ook af te haken. Om dit op te vangen komen sommige online schrijfgroepen jaarlijks toch een keer bij elkaar. Als je zo’n online groep wilt oprichten, kun je best met een live vergadering beginnen om ‘de huisregels’ vast te leggen. Goed werkende online schrijfclubs zijn vaak gebaseerd op een vroegere gezamenlijke ervaring in de ‘echte’ schrijfwereld, waar de leden elkaar kenden voor ze online gingen (bijvoorbeeld uit een schrijfcursus).
LANCEER ZELF EEN SCHRIJFGROEP Als je nergens steun vindt, kun je er nog altijd zelf aan beginnen. Zoek geïnteresseerden via een oproep op de website van Creatief Schrijven, een advertentie in een literair (online) tijdschrift of een oproep in een lokaal (cultuur)blad, het krantje van Vormingplus … Waar je de advertentie plaatst, bepaalt of je beginners of gevorderden aantrekt. Neem contact op met schrijfdocenten en vraag of ze geïnteresseerden kennen uit hun groepen of een oproep willen doen in hun cursus. Con-
tacteer andere schrijfgroepen om te weten hoe zij het hebben aangepakt. Benader eerst een beperkt aantal mensen, vier tot zes, en laat de groep langzaam groeien. Experimenteer een tijdje met de manier van samenwerken voor je nieuwe mensen aantrekt. Daarna kan iedereen nieuwe schrijvers aanbrengen.
TIPS VOOR EEN GOEDE PENNENVLUCHT •• Kies met wie je wilt werken: met beginners, gevorderden of met iedereen? •• Kies of je een groep met alle genres, één genre of enkele genres wilt. Kies je voor proza of voor poëzie? Kies je, binnen proza, voor fictie of voor autobiografie en dagboekteksten? •• Wil je een specifieke groep met bijvoorbeeld enkel vrouwen, mannen, jongeren, senioren? •• Ga na welke schrijfmotieven je als criterium wilt: zoek je mensen die aan publiceren denken, willen optreden met hun teksten, zich willen ontspannen en anderen in hun teksten willen ontmoeten, een luisterend oor zoeken … ? •• Ga na welke feedback mensen willen: vanuit de leeservaring,
13
schrijftechnisch gericht op genrekenmerken zoals personage, plot, samenhang in een gedicht … of inhoudelijk/thematisch, gericht op de inhoud van de tekst (bijvoorbeeld in levensverhalen). Je kunt het soort feedback ook afwisselen. •• Ga na hoeveel schrijf- en vergadertijd mensen willen besteden of wat je minimaal verwacht. •• Spreek af hoeveel tekst de leden mogen inbrengen en hoe vaak. Werk je met fragmenten of een hele roman? •• Organiseer je bijeenkomsten goed en breng een langdurige wisselwerking tot stand tussen schrijven, lezen, feedbacken en herschrijven.
OPROEP Heb jij leuke ervaringen met of anekdotes in een schrijfgroep? Vertel het dan aan redactie@creatiefschrijven.be
14 Fikry El Azzouzi debuteert met
Het Schapenfeest — Vanop een zonovergoten terras in het hartje van Antwerpen monstert hij aandachtig de voorbijgangers. Twee keer grijpt hij naar zijn gsm en stuurt een bericht. Of doet hij alsof? Want de gsm van Fikry El Azzouzi blijkt meer dan eens een rol te spelen in het schrijfproces. door Anja Giegas
In Het Schapenfeest vertelt Fikry (1978) het verhaal van de elfjarige Ayoub. Op de dag van het Schapenfeest moet Ayoub van zijn vader een schaap helpen slachten. Ayoub heeft hier geen zin in en probeert er met allerhande smoesjes onderuit te komen. Hij wordt daarbij flink tegengewerkt door zijn pesterige zussen Al Jazeera en het Gedrocht. Een dikke twee jaar werkte Fikry aan zijn eerste boek. De motivatie om door te zetten putte hij uit een cursus van de Antwerpse SchrijversAcademie: “Ik ging wekelijks naar de les. Het was leuk om met andere aspirant-schrijvers over literatuur te praten en hetzelfde doel na te streven, namelijk schrijver worden. De cursus gaf een stimulans om verder te gaan.” Al kwam hij er niet openlijk voor uit dat hij schrijver wilde worden: “Ik draaide er wat omheen, zei dat ik ooit wel eens wilde proberen om een boek te schrijven. Maar in mijn achterhoofd wist ik: over twee jaar moet mijn boek er liggen.”
ZELFPIJNIGING OP PAPIER Fikry’s manier van schrijven is behoorlijk arbeidsintensief: “Eerst schrijf ik een stuk tekst op papier. Dat stuk leg ik vervolgens opzij. Ik herlees het en herwerk het. Daarna schrijf ik het opnieuw uit op papier. Pas dan zet ik het op computer. Nadien herwerk ik het nog eens maar vaak is dat nog niet de eindversie. Het schrijven op papier is een ritueel dat ik van bij het begin gebruik. Ik vind het een leuke manier van werken. Misschien pijnig ik mezelf graag en ben ik een beetje een sadomasochist.” (lacht) Heeft hij dan altijd pen en papier bij zich? “Niet altijd. Soms heb ik papier bij me, maar als dat niet het geval is, schrijf ik op mijn hand. Als ik geen pen bij heb, zet ik mijn idee als herinnering in mijn gsm.” Hij stuurde zijn manuscript naar vijf uitgevers. “Eigenlijk meer als test, om te zien wat ze zouden zeggen.” Uiteindelijk bleken er verschillende
partijen geïnteresseerd. “Bij het laatste exemplaar dat ik opstuurde had ik een voorgevoel. Toen dacht ik nog: vecht nu maar voor mij.” (lacht)
VOOR EEN GROOT SCHRIJVER Het Schapenfeest is opgedragen aan ‘een groot schrijver’: “Daarmee bedoel ik mijn grootvader. Hij kon niet lezen of schrijven maar vertelde de mooiste verhalen: over vroeger, over de vrijheidsstrijd tegen de Spanjaarden, over toen ik klein was en wat ik toen allemaal uitstak. Hij vertelde met veel humor en bracht zijn verhalen altijd met een enorme spanningsboog.” Fikry droomt van een leven als schrijver maar blijft met beide benen op de grond: “Of het ooit zal lukken, moet nog blijken. Mijn grote geluk is dat ik als bewakingsagent werk: ik zit op een bureau aan een computer en kan schrijven. Mijn baas weet dat, hij
maakt er geen probleem van. Ik heb mijn job ook bewust gekozen om te kunnen schrijven. Eigenlijk beschouw ik schrijven als mijn hoofdjob. Ook al is schrijven een job waarvan ik niet kan rondkomen. Dat zal altijd wel zo blijven. Van schrijven alleen kun je nu eenmaal niet leven. Maar je kunt altijd dromen.” Ook zijn hoofdpersonage Ayoub droomt graag. In Het Schapenfeest fantaseert de jongen er op los: dat hij een sultan is of schittert als voetballer, dat er een schaap tegen
hem spreekt. “Mijn broer vond mijn boek niet goed, hij vond die dromen van Ayoub maar niks. Mijn zus vond het wel goed, ze heeft er goed om gelachen. De meest positieve reactie op mijn boek kreeg ik via mail van iemand die vertelde dat hij Het Schapenfeest een mooi en geslaagd verhaal vond en er echt van genoten had.”
MAANDEN ZONDER TOILET Fikry is intussen bezig aan een nieuw boek, over een vrouw die van Marokko naar België migreert. “In mijn eerste boek draait alles rond één hoofdpersonage en speelt alles zich af op één dag. In mijn tweede boek spelen verschillende personages een belangrijke rol: de overgrootvader, de grootvader, de grootmoeder. Bovendien strekt het verhaal zich uit over een langere
periode. Het wordt een ambitieuzer boek, in de vorm van een epische familieroman. Of Ayoub nog terugkomt? Nee, met Ayoub is het gedaan, ik was hem op het einde kotsbeu.” (lacht)
“Misschien pijnig ik mezelf graag en ben ik een beetje een sadomasochist.” Ook het schrijven van een tweede boek zal twee à drie jaar in beslag
nemen. Voor de geloofwaardigheid van zijn verhaal trekt Fikry binnenkort naar Marokko, het land waar zijn familie vandaan komt: “In het najaar ga ik een tweetal maanden naar het Rifgebergte. Zo kan ik me inleven in de streek en in mijn personages. Nu, ik ben wel van plan om twee maanden te gaan maar ik zal in een dorp zitten zonder stromend water of toilet. Het kan dus zijn dat ik na een paar dagen gillend wegloop.” (lacht) Net als bij zijn eerste boek zit het verhaal al in zijn hoofd maar kan er nog vanalles veranderen. “In Het Schapenfeest had ik bijvoorbeeld het personage van het sprekende schaap niet van in het begin. Dat personage is onderweg opgedoken omdat het me wel leuk leek.”
GESPREKJES AFLUISTEREN Van writer’s block heeft Fikry naar eigen zeggen maximaal een dag last. Wat niet betekent dat hij altijd inspiratie in overvloed heeft: “Soms overvalt inspiratie je maar soms moet je er echt naar zoeken. Inspiratie vind ik in de dingen die ik zie, lees of zelf meemaak. Vaak zit het in kleine details. Die details gebruik ik, ik maak ze tot iets anders. Ik kijk ook veel rondom mij en analyseer de mensen. Wanneer ik sterke verhalen tegenkom, luister ik met veel interesse. Dan denk ik ‘dat kan ik gebruiken’ en dan doe ik wel eens alsof ik een sms stuur terwijl ik eigenlijk een idee in mijn gsm zet. Soms luister ik ook gesprekjes af. Als schrijver moet je een beetje voyeur zijn, in de goede zin van het woord.” Moet je als schrijver ook veel lezen? “Als schrijver moet je wel wat gelezen hebben. Maar langs de andere kant ben ik er zeker van dat veel schrijvers nog maar weinig lezen omdat schrijven al zo’n zwaar proces is. Voor mij persoonlijk vraagt het discipline om een roman te lezen. Zelfs een ontspannend verhaal vergt een inspanning.” Tot slot geeft Fikry nog een tip: “Zoek kritische lezers. Dat is moeilijk. Ik heb er zelf ook geen gevonden. Gewone lezers wel, maar echt kritische lezers? Ze zeiden allemaal dat het goed was terwijl ik het zelf niet goed vond.” Na ons gesprek vertrekt Fikry huiswaarts, naar Temse, de stad waar hij geboren en getogen is. Hoewel hij een tijdje in Antwerpen woonde, verhuisde hij onlangs terug naar zijn geboortestreek: “Uit noodzaak. In Antwerpen is het onbetaalbaar geworden. Ooit wil ik iets kopen. Misschien als mijn boek een bestseller wordt. Zie je, ik droom altijd. Soms zelfs hardop.”(lacht)
16
STERRENSCHRIJVERS aan het woord — November 2007. Creatief Schrijven lanceert het project 1001 Liefdes. Bedoeling: zoveel mogelijk liefdesbrieven verzamelen via de sprookjesachtige website www.1001liefdes.be, waar elke brief terstond in een ster verandert. De 1001 mooiste brieven worden bovendien beloond met een publicatie in één van de elf liefdesboeken. door Riet Haverans
Ondertussen zijn we twee en een half jaar, bijna 10 boeken of 910 brieven later en gaat het project zijn laatste maanden in. Op 28 augustus is het zover: dan valt het doek definitief over 1001 Liefdes. In het betoverende Brugge kun je op die dag genieten van een met liefde overgoten Slotfeest, waarop ook meteen het allerlaatste boek wordt voorgesteld. Maar voor het zover is laat ik je kennismaken met een aantal van de al gepubliceerde liefdesbrievenschrijvers. Hoe blikken zij terug op hun deelname aan 1001 Liefdes? En wat doet dat nu precies met een mens, je eigen liefdesbrief gepubliceerd zien? Griet Deca schreef Mijn Wollen Warmteding, een ode aan haar wol-
len dekentje waarmee ze al geruime tijd op nummer 1 prijkt in de top van de meest gelezen liefdesbrieven op de site.
overstelpt met mails, dat niet, maar de voorbije jaren heb ik wel een aantal deugddoende reacties mogen ontvangen.”
“Mijn wollen warmteding heeft me in barre tijden al heel wat genegenheid gebracht”, weet Griet te vertellen. “Mensen die wisten dat ik aan het 1001 Liefdes-project meewerkte, hebben vaak geïnformeerd hoe het stond. Ik zag de ster van mijn gedicht groeien en groeide zelf mee, want je voelt toch wel een zekere trots, blijheid ook. Blijheid omdat je schrijfsel geapprecieerd wordt, want hoe je het ook draait of keert, schrijven legt je ziel bloot en woorden van lof vallen daar in vruchtbare grond. Ik ben niet
Met jouw Wollen warmteding was je echter niet aan je proefstuk toe. Griet: Nee, ik schreef al een flink eind voor 1001 Liefdes toen mijn gedicht gepubliceerd werd en ik schrijf nog steeds. De fijne eerste positie heeft me wel de kracht en het zelfvertrouwen gegeven om verder te schrijven. Ik schrijf in de eerste plaats voor mezelf, maar mogen merken dat ook anderen mijn pen waarderen, maakt dat ze nog vloeiender over het papier glijdt.
Kristof De Graeve is in de loop der jaren zowat kind aan huis geworden bij 1001 Liefdes. Hij heeft ondertussen al meer dan 60 liefdesbrieven ingestuurd. En de teller loopt nog steeds… Ook bij Kristof niets dan positieve geluiden over zijn publicatie: “Het is een bijzonder leuke ervaring als je brief in een boek verschijnt en helemaal als hij later ook nog eens wordt voorgelezen tijdens Odegand.” “Maar eigenlijk is lezen mijn grote passie”, vertelt Kristof. “Ik denk dat ik rustig kan spreken van een koop- en leesverslaving. De bibliotheek is niets voor mij. Ik moet een boek bezitten. En van het één komt het ander. Taal intrigeert me mateloos en ik experimenteer er zeer graag mee.” Waar blijf je de inspiratie voor al die brieven vandaan halen? Kristof: Dat is niet moeilijk hoor. Als je met voldoende aandacht in de wereld staat en om je heen kijkt, dan ligt de inspiratie voor het rapen. Een toevallige voorbijganger, een opgevangen gesprek, een artikel in een tijdschrift,… Er is zoveel dat mij inspireert. Ik heb niet echt een vast stramien dat ik volg. Schrijven is voor mij een manier om mijn vluchtige ideeën vaste vorm te geven. Ben je zelf tevreden over wat je schrijft? Kristof: Dat hangt ervan af. Soms wel, soms niet. Maar als ik een gedicht lees van Herman de Coninck, Hans Andreus of Jan Hanlo, drie van mijn grote voorbeelden, dan merk ik pas op welke bescheiden hoogte mijn eigen kattebelletjes zich bevinden. Nog niet tot aan de enkels van de dichtende heren reiken ze. Dat besef verlamt me en daardoor heb ik al een tijdje niet
meer geschreven. Al moet ik toegeven dat het weer begint te kriebelen. Niet schrijven ervaar ik toch als een zwaar gemis. Lennart Vanstaen schreef het gedicht dat uitverkoren werd om aan de rozen te hangen die dit jaar op Valentijnsdag in Brugge werden uitgedeeld. “Ik ben geen doorgewinterde poëet”, steekt Lennart van wal. “Taal wist me wel al van kindsbeen af te boeien. Ik vond het enorm fascinerend hoe mensen een verhaal konden lezen door bizarre lettercodes in een boek te ontcijferen. Maar met het zelf schrijven van poëzie ben ik pas begonnen in het najaar van 2008.” Schreef je met een bepaalde reden? Lennart: Ja, zoals zoveel dichters ben ik beginnen schrijven om bepaalde emoties te verwerken. Liefde is voor mij altijd de grootste bron v a n levensvreugde geweest, maar helaas ook van pijnlijk gemis en groot verdriet. Omdat ik zocht naar de ware liefde - voor mij het hoogste levensdoel - maar ze niet meteen vond, heb ik er dan maar één op papier getoverd. Het deed goed om mijn romantische gevoelens de vrije loop te kunnen laten. Hoe meer ik schreef, des te dichter voelde ik mij bij die ware liefde komen. En tien maanden geleden ben ik ze dan ook echt tegengekomen, op een hete zomerdag vlak na de examens. We kenden elkaar al wel een beetje van aan de unief maar toen is de vonk echt overgeslagen. Ik schrijf nu nog slechts sporadisch gedichten, als ik weer eens overloop van liefde. Het is zoals Lester Burnham in American Beauty zegt: “It is hard to stay mad, when there is so much beauty in the world.
Sometimes I feel like I am seeing it all at once, and it is too much. My heart fills up like a balloon that is about to burst”. Zo voel ik mij soms ook en schrijven is dan de ideale uitlaatklep. Yeter Yesilgöz schreef een brief aan haar lief in het Turks en vertaalde die vervolgens naar het Nederlands. “Dichten is niet echt aan mij besteed, maar een brief schrijven aan mijn geliefde waarin ik mijn gevoelens voor hem verwoord, dat wilde ik wel eens proberen”, vertelt Yeter. “Dus ben ik begonnen aan mijn liefdesbrief... in het Turks! Ik ben van Turkse afkomst, maar geboren in België en spreek vloeiend Turks en Nederlands. Maar als het om emoties uitdrukken gaat, kies ik steevast voor de Turkse taal. Ik ben opgegroeid met Turkse muziek, films en boeken. De brief in het Turks schrijven was voor mij een logische keuze.” Was het moeilijk om de brief te vertalen? Yeter: Ja, dat was behoorlijk lastig! De emoties en nuances van mijn brief in het Nederlands weergeven bleek toch niet zo eenvoudig. In het Turks kun je je echt laten gaan: gevoelens zijn groot, meeslepend, allesverterend en mogen ook op die manier uitgedrukt worden. Maar als je dat naar het Nederlands vertaalt, klinkt het vaak melig en bombastisch. En wat vond jouw geliefde van de brief? Yeter: Hij heeft hem nog niet gelezen! Binnenkort is hij jarig en dan zal ik hem het boek overhandigen als cadeau. Ik ben heel benieuwd wat hij ervan gaat vinden. Spannend!
18
1
Is deelnemen belangrijker dan winnen? De relativiteit van schrijfwedstrijden — Verhalen of gedichten schrijven bij wijze van competitie blijft een eigenaardige bezigheid. Enerzijds zijn er nauwelijks objectieve criteria voorhanden en is de uitslag vaak een kwestie van de persoonlijke smaak van de ‘toevallig’ samengestelde jury. Anderzijds is de mens een competitief wezen dat kickt op overwinningen en erkenning, ook al kent hij zijn tegenstrevers niet en kan hij ze niet beïnvloeden. Uit een rondvraag bij enkele succesvolle wedstrijdauteurs distilleren we enkele stellingen die we graag ter discussie aan jou voorleggen. In schrijfcompetitieland is er immers geen absolute waarheid. door Philip Verhaeghe
SCHRIJF ALTIJD EERST VOOR JEZELF EN JE LEZERS, NOOIT SPECIAAL VOOR EEN WEDSTRIJD
thema en een bepaalde lengte aangereikt die je vooraf kunt incalculeren. “Dat kan toch veel vruchtbaarder zijn en een betere tekst opleveren dan een zoveelste spontane ontboezeming.”
Schrijf eerst een sterk verhaal zonder wedstrijd in gedachten en beoordeel achteraf voor welke wedstrijd jouw afgewerkte tekst zou kunnen dieWIJK NOOIT AF nen. Het specifieke schrijven voor VAN JE EIGEN STIJL een wedstrijd legt de auteur immers veel beperkingen op. Een bestaande Ook een wedstrijdtekst komt uit je tekst kun je echter altijd nog wat aaneigen pen en draagt dus sowieso je passen of inkorten om aan de specieigen stempel. Wijk daar niet te veel fieke voorwaarden van een wedstrijd van af in functie van de jury. Je wilt te voldoen. Op dat toch vooral testen “Ik sta nu op een kruispunt moment heb je wat je eigen schrijfimmers al een volvan wegen. Blijf ik schrijven stijl waard is en niet ledig zicht op het welke schrijfstijl de voor mijn eigen plezier, het verhaal en op het jury het leukst vindt? genoegen van mijn vrienden bijpassende gevoel dat je wilt meegeOf schrijf je echt en mijn literaire kring? Of ven. Het risico dat om te winnen? En waag ik toch nog een gooi de essentie van zijn het niet alleen naar een officiële uitgave bij ervaren poëziewedhet verhaal verloren gaat door wijziginstrijddeelnemers een uitgeverij?” gen a posteriori is die heel af en toe minimaal. eens mogen zondiHans van Helmond gen op die regel? Anderen zijn het daar echter niet mee “Als het om een poëziewedstrijd eens. Waarom zou je geen tekst kungaat, durf ik mijn inzending zeker aannen schrijven speciaal voor een wedpassen naar de ‘poëtica’ van de jurystrijd? Er wordt je immers meteen een leden of van eerder bekroonde wer-
ken. Als je bijvoorbeeld merkt dat er elke keer vrij klassiek werk bekroond werd, heeft het weinig zin om toch iets experimenteels in te sturen.”
BESCHOUW EEN WEDSTRIJD OOK ALS EEN PERSOONLIJKE SCHRIJFOPDRACHT EN EEN OEFENING IN EINDREDACTIE Bij de afwerking van een wedstrijdtekst moet je bewust heel veel aandacht besteden aan de formulering: wat is de juiste manier om uit te drukken wat je wilt zeggen? Als je een wedstrijdtekst schrijft moet je precies en minutieus te werk gaan, ga je langer nadenken over een originele invalshoek en ben je (nog) minder snel tevreden. Dat is dus een zeer goede oefening. Ook om er al je spellingsblunders en stijlfouten uit te halen! Doe de finishing touch volledig zelf of vraag een vriend of bekwame kennis om de laatste revisie te doen.
VERWACHT FEEDBACK, MAAR GEEN PERSOONLIJKE Voor velen is de belangrijkste drijfveer om mee te doen de test of het schrijf-
sel al enig niveau haalt. Je wilt wel eens weten waar je staat, wat je waard bent… Als er heel veel inzendingen zijn, mag je helaas en vanzelfsprekend geen persoonlijke commentaar verwachten. “Bij mijn eerste deelname hoopte ik op wat feedback. Ik kwam er snel achter dat je geen uitgebreide juryrapporten mag verwachten.” Over het algemene niveau van de wedstrijd wordt dikwijls wel enige feedback gegeven. Je kunt eventueel de winnende verhalen van voorbije jaren en bijhorende juryverslagen aandachtig lezen om in te schatten of die wedstrijd toegankelijk genoeg is voor je eigen niveau en stijl. Uit een goed juryverslag kan je bovendien nog nuttige tips halen. De feedback voor de winnaars biedt de andere deelnemers in elk geval nuttige informatie, tenminste als die de teksten ook te lezen krijgen. Zo kom je (hopelijk) te weten waarom en hoe precies dàt specifieke gedicht of verhaal gewonnen heeft.
ernstig door te gaan met schrijven. Maar je moet de uitslag ook kunnen relativeren omdat het uiteindelijk een momentopname blijft in een schrijfwedstrijd en het resultaat met een andere jury even goed anders had kunnen zijn. Anderzijds is de beslissing van een jury natuurlijk niet totaal arbitrair want een echt goed werk zal bij elke jury wel komen bovendrijven (hopen we).
Deze criteria zijn daarbij cruciaal: • een duidelijk reglement met alle
vormvereisten • een goede uitleg over de doel-
•
KIES VOORAL VOOR EEN GOEDE SCHRIJFWEDSTRIJD Er zijn schrijfwedstrijden en schrijfwedstrijden. Neem je enkel deel aan ‘goede’ competities of doe je altijd en overal mee? Volgens onze contactpersonen kan je een goede wedstrijd al herkennen aan de degelijkheid, de volledigheid en de overzichtelijkheid van de website (of de folder).
• • • •
• •
stelling en doelgroep(en) van de wedstrijd en het gewenste genre een ‘open’ thema dat voldoende artistieke vrijheid laat de samenstelling en het niveau van de jury de juryverslagen van de vorige edities de referenties of teksten van vorige winnaars de contactgegevens van de verantwoordelijke die vlot bereikbaar (en goed gebrieft) moet zijn uitleg over het omkaderingsprogramma van de prijsuitreiking voldoende uitleg over de (waardevolle) prijzen en eventuele publicatiemogelijkheden
Met dank aan Inge Boulonois, Kees Kuijper, Peter Mangel Schots, Benny Wie niet in de prijzen valt, waardeert Schacht en Hans van Helmond het altijd om te weten hoe zijn verhaal is ontvangen, al was het maar waar je ongeveer gerangschikt was (op nr. 27 of nr. 274?) en hoeveel deelnemers er waren. En voor wie bijvoorbeeld net in de sub“Een ogenschijnlijk ‘altop zit, is het interessant ledaags’ gedicht dat het Universitaire Werkgroep Literatuur en Media te vernemen waar hij nog meer moet op letten ontastbare en subjectieve Sedert 1980 om toch eens in de prijvan de tijd tussen haar regels zen te vallen. Maar dat is door laat schemeren en koket wellicht ijdele hoop?
WeL
eindigt in een vrolijke noot”.
Laten we alle organisatoren alleszins suggereInge Boulounois, gevraagd naar het ren om alle jurybevindinopvallendste juryoordeel over haar gen online te zetten, niet wedstrijdpoëzie alleen die over de bekroonde teksten, maar ook hun algemene indrukken over het taalgebruik, de originaliteit, de stijl, de thematiek, de inhoudelijkheid en de spelling van alle overige inzendingen!
RELATIVEER DE UITSLAG! Een nominatie, een publicatie in een wedstrijdbundel of een bekroning geven natuurlijk de beste stimulans om
• Opleiding auteurs en journalisten (in Soc. Wet. en Letteren, KU Leuven)
• Wedstrijden: – Essay i.s.m. Stad Leuven (insturen vóór 15 december) – Flitsverhaal – Prozagedicht (idem) • Tijdschrift WeL: verhalen, poëzie, essays en actualiteit. Info/Inschr.: (+ 32) 16-22 93 24 of uwlmwel@yahoo.com Redactie/secretariaat: Kapucijnenvoer 67/15, B-3000 Leuven. http://uwel.allegro.be
20
WEBKIJ
KER
Theaterschrijvers Waar vind je ze op het web? — Schrijven voor toneel is een heel aparte kunst. En wie schrijft voor een improviserend gezelschap pakt dat ook totaal anders aan dan wie een komedie of een schoolvoorstelling uitschrijft. Maar hoe begin je? Hoe bouw je een goede scène op? Hoe pak je je dialogen aan? Waar kun je terecht voor informatie en voorbeelden? Misschien kun je eens rondneuzen op internet, bij enkele Vlaamse en Nederlandse organisaties voor toneelschrijvers … door Philip Verhaeghe Schrijverspodium Schrijverspodium wil dé referentiesite worden over toneelschrijven. De site bundelt info over projecten en festivals en bevat een ruime bibliotheek met toneelteksten, literatuur én profielen van auteurs, gezelschappen en instellingen. De gelijknamige vereniging wil de Nederlandstalige toneelliteratuur in al haar facetten promoten en ondersteunen. Ze wil ook al wie theaterauteur wil worden voorthelpen met workshops, informatie en netwerking. Dit is volgens ons voor Vlaanderen de beste theatersite die ook de meeste nuttige links aanbiedt.
TIN Het Theater Instituut Nederland (TIN) is het sectorinstituut en het kenniscentrum van het Nederlandse theater. Het TIN heeft de grootste theatermediatheek van Europa, organiseert debatten en publiekstentoonstellingen, promoot talent en zorgt voor meer coördinatie binnen de sector. TIN versterkt de maatschappelijke positie van theater en draagt bij aan een rijk en inspirerend theaterklimaat in Nederland. Een zeer informatieve site. www.theaterinstituut.nl
www.schrijverspodium.be
Lira Theaterteksten Lira Theaterteksten is een digitaal platform voor Nederlandse toneelschrijvers, verbonden aan de Nederlandse auteursrechtorganisatie. Nederlandse toneelschrijvers kunnen er hun teksten verkopen of gratis beschikbaar stellen. Op de site vind je een twintigtal nuttige links en actuele informatie over prijzen voor toneelschrijfkunst, wedstrijden als de Toneelschrijfdagen en speciale evenementen. Ook is er ruimte voor afstudeerwerken van studenten en werk van beginnende toneelschrijvers. www.liratheaterteksten.nl
VTI Het Vlaams Theater Instituut (VTI) in Brussel is met zijn documentatieen onderzoekscentrum het Vlaamse steunpunt voor alle podiumkunsten. Het VTI profileert zich als een open huis dat een breed arsenaal van bruikbare instrumenten aanbiedt via drie functies: documenteren, onderzoeken en interactie. De navigatie is wat vreemd maar klik zeker eens op tools, projects, stories en files! www.vti.be/nl
rechten van de scenarist, organiseert workshops, lezingen en debatten. Een goed gedocumenteerde en actieve site. www.scenaristengilde.be
VTA Ook de Vereniging van Vlaamse Toneelauteurs (VTA) wil Vlaams toneelwerk promoten. De ietwat oubollige site beheert een database met de korte inhouden van meer dan 700 toneelstukken en biedt zoekfuncties per auteur, genre en aantal m/v-rollen. Je vindt er links naar auteurs, regisseurs en toneelverenigingen. www.vlaamsetoneelauteurs.be
VVTS De Vereniging van Vlaamse Toneelen Scenarioschrijvers (VVTS) is de officiële beroeps- en belangenvereniging die zich tot doel stelt het Vlaamse drama in al zijn vormen (toneel, hoorspel, tv- en filmscenario) aan te moedigen, te verspreiden en bekend te maken. Maar VVTS heeft helaas geen site die naam waardig … home.scarlet.be/~sd056451/profiel.htm
De Scenaristengilde De Scenaristengilde is een aparte belangenvereniging van de Vlaamse scenaristen. Ze komt op voor de
SCHRIJ
VERSFE
TISJ
21
“Chocolade en mijn favoriete broek” — Er zijn schrijvers die schrijven alsof ze een nine-to-five job hebben, schrijvers die zich opsluiten en schrijvers die juist tussen de mensen willen werken, schrijvers die het van de dag moeten hebben en er zijn er die enkel ’s nachts de laptop aanzetten. Inge Dussart doet het vooral ’s nachts. “Met chocolade en cappuccino en in mijn favoriete broek.” door Ken van de Steene
Je schrijft vooral ’s nachts? Ja en nee. Ik schrijf ook overdag, hoor, maar dan gaat het vooral over artikels en kortverhaaltjes die ik als opdracht krijg van verschillende magazines. ’s Nachts is voor mij wel het uitgelezen moment om aan mijn romannetjes te werken die ik voor de Nederlandse uitgeverij Marken maak. Je maakt dus een onderscheid tussen het eerder creatievere werk ’s nachts en het schrijven op automatische piloot overdag? Het gaat vooral over het in een ‘flow’ terecht komen. Ik heb vaak één à twee dagen nodig voor ik echt op dreef raak, maar als ik dan in die flow zit, dan schrijf ik ook hele nachten vol. Andere schrijfvormen, zoals artikels bijvoorbeeld, zijn veel korter en dan is het ook niet nodig om in één ruk door te kunnen schrijven. Overdag lukt dit niet? Nee, want ik heb twee kinderen en die moet ik naar school brengen en ook afhalen. Daarnaast is er het huishouden. Overdag word ik afgeleid door allerlei zaken. ’s Nachts niet. Iedereen slaapt, de maan schijnt: dat is tijd die niemand me kan afnemen. Eigenlijk is mijn nachtelijk schrijven gegroeid toen mijn kinderen nog klein waren.
Ik wou er overdag echt voor hen zijn, dus moest ik wel’s nachts schrijven om een inkomen te hebben. Dat werkte zo goed, dat ik zo gewoon verder ben blijven schrijven.
“Chocolade is een goede vervanger. Dat en cappuccino.”
Hebben die lange (of korte) nachten dan geen effect op jou? Totaal niet, want je schrijft niet elke dag een romannetje. En eenmaal je in die ‘schrijfflow’ zit geeft dat zoveel energie dat je de rest van de dag door kan gaan. Ik ga niet slapen omdat ik me ziek zou voelen achteraf. Daarnaast heb ik nood aan een paar dingen die me wakker houden. Chocolade bijvoorbeeld. Dat is jouw brandstof? Je bent eigenlijk een extra dag op, maar ik heb dan helemaal geen zin om te beginnen koken. Chocolade is een goede vervanger (lacht). Dat en cappuccino. Ik lust eigenlijk helemaal geen koffie, maar tijdens de nacht hoort dat er op een of andere manier bij.
Schreef je het stuk Tanto, dat in 2007 genomineerd werd voor de literaire wedstrijd De Brandende Pen, ook ‘s nachts? Dat is volledig anders gegroeid. Ik was in Hasselt een driejarige opleiding literaire creatie aan het volgen. Op het eind van het eerste jaar hadden we verschillende opdrachten geschreven die we op het einde moesten bundelen. Ik heb de meeste van die stukken tot één verhaal verweven. Het leek alsof er een puzzel samenviel, terwijl ze op heel verschillende momenten van de dag geschreven waren. Heb je ook een favoriete werkplek? Je zal me tijdens die schrijfmarathons nooit aan mijn bureau terugvinden. Ik zit knus in een zetel met heel veel kussens rondom mij en de laptop op de schoot. Alleen gedichten schrijf ik op papier. Daarbij moet de inkt vloeien. Poëzie heeft ook een ander ritme. Ik zeg mijn gedichten luidop. Bij een roman doe ik dat soms ook wel. Als publiek heb ik mijn poezen die zich op de zetel durven nestelen. Daarnaast heb ik ook nog mijn favoriete ‘schrijfbroek’. Die zat zo comfortabel dat ik, toen die broek echt versleten was, opnieuw heb moeten leren schrijven met andere kleren (lacht).
22 DE LETTERFA
BRIEK
Woorden aan elkaar breien
— Ga er maar aan staan. Drie wildvreemde woorden, grassprietjes, radio en nefast, verwerken in een samenhangend verhaal. Het levert geforceerde teksten op, maar ook heel aardige korte verhalen. Docent creatief schrijven Peter van der Graaf bespreekt drie inzendingen. door Peter van der Graaf
Anekdote van de Grasspriet Er is de bloedrode horizon en het donkere silhouet van de longsom cowboy te paard met bungelende sigaret op zijn onderlip. Longsom cowboy rochelt en spuwt. De sigaret valt met een geelgroene glibberfluim op de grond. Er is aarzeling en dan een duwtje in de flanken. Samen sjokken ze verder. Het land is schraal: zand, rotsen, grassprietjes, stof en een doffe plof bij iedere trage stap van het paard. Ho! Longsom cowboy houdt de teugels in, buigt, plukt een grasspriet en steekt hem in zijn mond. Een zachte por zet het beeld weer in beweging. De spriet bungelt. Ruim, rood en ver is de horizon. En de grasspriet werd nieuws, radio, teevee, kranten berichtten er over. Longsom cowboy zei enkel yep en reed een volgend verhaal in. De spriet verzekerde hem en zijn tekenaar van een leven een held waardig, geen gedoe met fluimen, kuchen, piepende longen en een roemloze
dood met rozig schuim op de mond. Dat zou nefast geweest zijn. Helden sterven niet, tenzij heldhaftig uit zelfopoffering om een maagd te redden of zo. Yep, longsom cowboy was lucky. De einder is ver.
kelt over op gras. Julia schrijft het onderkoeld en vanzelfsprekend – haast alsof Luke het zelf schreef. Yep! Bij ‘Anekdote van de Grasspriet’ lijkt op de achtergrond The Rhinestone Cowboy – een liedje uit de jaren ’70 – van Glen Campbell te klinken.
Julia Beirinckx There’s been a load of compromisin’ On the road to my horizon De Anekdote van de Grasspriet van Julia Beirinckx vertelt het verhaal van een poor ‘longsom’ cowboy. Maar een cowboy op een paard, sigaret in z’n mond, voor een bloedrode zon: dat móet Lucky Luke zijn. Wat Julia niet vertelt, maar wel tussen de regels door laat komen, is hoe onze revolverheld stopt met roken. Van kettingroker naar graskauwer in een paar zinnen. Ze weidt niet uit over de tabaksindustrie, de antirooklobby of het grote geld van de Amerikaanse markt die voor Morris (de schrijver van L.L.) de aanleiding waren om Lucky Luke te laten stoppen met roken. Hij spuugt z’n peuk uit en scha-
Dat compromis slaat niet op de woorden grassprietjes en nefast, maar wel op het woord radio. Die radio (en ook de teevee) voelt heel geforceerd. Uit die radio! Ja, maar de opdracht was toch…? Klopt. Gebruik grassprietjes, nefast en radio, maar een opdracht is slechts een kader om te gaan schrijven. Zeg gewoon dat je heel veel van ‘radio’ houdt en dat je het vanwege kill your darlings hebt weggelaten… Schrijven is schappen, toch?
Snoezig keek ze naar me. Het geruite dekentje lag gespreid op het knapperige gras, onder de schaduwgooiende eikenboom. Terwijl ze beet in een sappige perzik, zette ik de radio wat harder want het liedje dat nu werd gespeeld, was er eentje van ons. In Lise’s ogen sprong een vonkje licht dat ze bleef schijnen op mijn netvlies. Beiden begonnen we mee te zingen en toen het lied ons begon te voeren naar het hoogtepunt, riepen we samen uit volle borst: ‘Mildred, jij weet niet wat je wil!’ Deze zin bracht ons volledig in trance, ik verzeilde in een maagkramp van het lachen, toen de vrouw die ons voorbij wandelde angstig uitweek als een hert na het geweerschot. Ik viel in het dempende gras, snuivend, schokkend, gelukkig en de grassprietjes vonden tegen mijn neuswanden een ideale playmate om te prikkelen. Toen ik opnieuw ‘Mildred’ uitstootte, nog steeds in extase, zette een ietwat verdroogd grashalmpje iets meer kracht. Het werd nefast voor mijn slijmvliezen en de volgende seconde schoot ‘Mildred’ vervormd het park in. Lise dompelde zich in een aanstekelijke lachbui, terwijl ik vocht met de niesprikkels, die me bleven treiteren. Een beetje uitgelachen, het liedje was al lang gedaan, vielen we in stilzwijgen, de zon stak en verhitte onze gezichten. Toen we beiden de hoekjes van de schaduw opzochten verscheen een grote verzwelgende schaduw op ons dekentje. Tegelijkertijd keken we op en ik herkende de vrouw die verschrikt was gepasseerd. Ongelovig moesten onze gezichten hebben geleken toen ze ons zurig vroeg: “Er mankeert niets met Mildred en ik weet best wat ik wil. Wie zijn jullie?” Lise’s blik en mijn blik drukten domheid uit en dit bleef nog even
aanhouden toen het werd verbroken door een niessalvo, die me ontsnapte als een grote gasbel uit prik. Toevallig, was dit toevallig?. Me toerollend als een bol stro op een helling, wrongen zich de eerste tonen uit de radio met opnieuw het liedje: “Mildred, jij weet niet wat je wil!” De eerst aarzelende glimlach van de vrouw werd bekroond door een hevige laatste niesbui. Myriam Laureys
Elke schrijfdocent heeft zo zijn favoriete oneliners. Kill your darlings noemde ik net al. Keep the clou for you, het betere steenkoolengels, staat ook op mijn lijstje. Wat me bij het verhaal van Myriam Laureys te binnen schoot, was: Waar gebeurd is geen excuus. Natuurlijk, ik zie ze zitten op hun dekentje en hoor ze gieren van het lachen. En zeker als je verliefd of bakvis bent, is het hilarisch om mee te maken. Maar dat alles is nog geen excuus voor een verhaal (tenzij in Reader’s Digest). De verplichte woorden zijn overigens wel perfect weggewerkt. Mijn advies aan Myriam is, schrap alles wat overbodig is of afleidt. Knapperig gras, sappige perzik, dempend gras, aanstekelijk, enzovoort. Nog zo’n schrijfwijsheid: vertel niet maar toon. Zeg niet dat de perzik sappig is, maar laat het sap over de kin stromen. Kijk ook nog eens aandachtig naar de vergelijkingen. De meeste herten die ik ken(de) lagen dood op de grond na een geweerschot… Laatste tip: schrijf het verhaal in de tegenwoordige tijd en ik ben gelijk mee.
De bevlekte geur van het kussen penetreert mijn geest. En heel even passeert haar lach, toen ze vanaf de brug wuifde, haar volle haar dansend in de wind. Nauwelijks. Een vluchtige flits die alweer direct tot wit vervaagt. Rimpelloos, vlekkeloos. Starend naar het plafond wacht ik op een stem. Op verlossing of een vleugje allesoverziend advies. Maar hoe mesmeriserend het onwaarneembare ook blijft, het plafond weet geen raad. Het dropt geen hints. Het zwijgt even naadloos als wit. 10CC’s “I’m Not in Love”, dof en terughoudend. De radio van de buren. Ik zou moeten opstaan, maar dat heeft geen zin. Het is vrijdag, zeven uur dertig. Het is november en het is koud. En dit alles is nefast voor het licht. Terwijl Billy Joels “She’s Always a Woman” begint, ook dof en terughoudend, ben ik al terug bij haar. Ik voel opnieuw het hoge gras, het gebrek aan wind en het branden van de blakende zon. Het is heet. Het is hoogzomer en we moeten nog veertien worden. Ik had een bloemenkrans gemaakt. Maar die deed ze niet om. Ze ontleedde mijn naïef juweel en legde elk kruid waaruit het was samengesteld netjes naast elkaar. Daarna ging ze het rijtje af, ze telde ze. Ze telde ze allemaal. Elk madeliefje. Elke paardenbloem. En toen ze daar mee klaar was, begon ze aan de grassprietjes. Ze was altijd al ambitieus geweest, overmoedig in alles wat ze ondernam. En tussen die grassprietjes vond ze een enkel klavertje vier dat mij was ontgaan. Ze leek wel in geluk gehuld. Ze vroeg of ik wel eens aan de dood dacht. Maar ik was te jong, en zij ook. Nu ben ik oud genoeg. Zij zal jong blijven. Altijd. Rimpelloos. Vlekkeloos. Wit. Didier Van der Vorst
Hoe je met drie verplichte woorden een bijna literair ultrakort verhaal vertelt, laat Didier Van der Vorst zien. Met flarden en vluchtige flitsen schetst hij het onwaarneembare. Zijn palet is even naadloos als wit en toch, het is het meest zintuiglijke verhaal van de drie. Juist door dingen niet te zeggen, vertelt hij het verhaal. Wie googlet op zijn naam, komt uit bij een jonge modeontwerper. De foto’s van zijn catwalkshow laten frêle, breekbare meisjes zien. Ze dragen sluiers die hun schoonheid verhullen én benadrukken. Ze lijken in geluk gehuld. Bij die modeshow klinkt 10CC. Mooie keuze daar en hier, maar juist dat andere nummer dat de ‘ik’ in het verhaal door de muren hoort, past uitstekend bij deze korte roman.
Billy Joel zingt een ode aan de vrouw en hoewel het liedje voor veel uitleg vatbaar is, kies ik ervoor er een gebroken-liefdesliedje in te horen. En dat is wat Didier ook laat lezen. Een herinnering aan een verloren liefde. Niet sentimenteel, wel schurend en schrijnend. Een grote witte leegte tegenover een kleurrijke flashback. Zelfs in het geluk van toen voel je al het verdriet van nu. Maar de ‘ik’ zag dat niet, had alleen maar oog voor haar. Of misschien liet zij het hem gewoon nog niet zien, hield ze het onder haar sluier. She only reveals what she wants you to see She hides like a child, but she’s always a woman to me
Wie nog boeken moet lezen voor z’n examen, doet er goed aan om deze miniroman van Didier op z’n lijst te zetten. Wie alleen maar uittreksels leest, heeft op z’n minst een mooi gedicht te pakken.
SCHRIJFUITDAGING
SCHRIJF EN VERBAAS ONS! Luistervinken Een goed verstaander heeft genoeg aan een half woord. Een flard en we zijn mee. Een klein beetje fantasie is genoeg om te raden waarover het gaat in een geanimeerd gesprek. Een schrijver schept er plezier in telkens hij iets opvangt. Steek jouw antennes op en luister naar halve gesprekken. Een lust voor jouw oor. Wij willen het lezen.
Schrijf een half telefoongesprek uit. Dat is meer dan genoeg. • Schrijf het gesprek uit in
ongeveer 20 regels. • De repliek van de gesprekspart-
ner aan de andere kant van de lijn vervang je door een stippellijn. • Mail je tekst voor 8 augustus naar redactie@creatiefschrijven.be • Eén zelfgeschreven tekst per persoon • Gebruik geen bijlagen maar zet je tekst in de mail zelf • Vermeld in de onderwerplijn van je e-mail: schrijfuitdaging VERZ!N
25 Wees eerlijk met jezelf Is There a Book in You? — Persoonlijkheidstestjes in weekbladen: iedereen kent ze en doet meestal ook (stiekem) mee. Is de man die al 20 jaar je vaste partner is, je echte liefde? Ben jij het melk- of pure-chocoladetype? Rijd je met een Nissan, maar droom je stiekem van een BMW? Schrijfster, uitgeefster en trainer Alison Baverstock ontwierp een test om na te gaan of je werkelijk gedreven genoeg bent om een boek te schrijven. Ik deed de test. door Yves Joris
“This book is not a writing manual. “ Wie wacht tot bladzijde 122 van om een dergelijk statement te maken, meent het waarschijnlijk ook. Is There a Book in You? is inderdaad geen boek dat je bij de hand neemt en vertelt hoe je moet schrijven. Nee, dit boek houdt je een spiegel voor en eist dat je eerlijk bent met jezelf.
2000 jaar geleden. Deze boutade herwerkt Baverstock in hoofdstuk zes tot ‘heb je iets te zeggen dat an-
‘Hoe belangrijk is het dat je boek uitgegeven wordt?’ Met deze vraag opent het boek. Aan de hand van tientallen citaten en voorbeelden dwingt Alison Baverstock haar lezers om stil te staan bij vragen als:
deren willen lezen?’. In korte paragrafen dwingt ze de lezer om even stil te staan bij volgende valkuilen:
waarom wil je schrijven? ben je een doorzetter? ben je snel afgeleid? waarom zijn mensen zo trots op een eigen boek? • waarom schrijven en geen ander tijdverdrijf? • • • •
Elke vraag wordt vergezeld van getuigenissen en citaten. Gelukkig kiest de auteur ervoor om de voorbeelden zo algemeen mogelijk te houden, waardoor ze ook voor niet-Engelstalige lezers interessant blijven. ‘De zeeman vertelt verhalen over de zee, de landbouwer over het land, de soldaat over wonden en de herder over schapen,’ schreef de Romeinse dichter Sextus Propertius
If you don’t want to read, don’t bother to write (Philip Pullman)
• weet waarover je schrijft: wie
• •
• • •
niets afweet van forensische geneeskunde, moet geen nieuwe Kay Scarpetta (Patricia Cornwell) op papier trachten te zetten. schrijf over wat na aan je hart ligt. ken jezelf: schrijf geen boek over een tienermoeder die abortus pleegt als je zelf een tegenstander bent. In de meeste gevallen sukkel je zelf harder met je geweten dan het personage op papier. wat geeft je inspiratie? heb je voldoende materiaal om een volwaardig boek af te leveren? herken een doodlopend straatje: de personages die je gecreëerd hebt, worden onbekenden en je hebt meer aandacht voor nieuwe e-mails dan voor je boek - durf dan de knoop door te hakken en naar nieuwe invalshoeken op zoek te gaan.
‘Wie schrijft, moet lezen’. Zo vat ik hoofdstuk 9 samen. Lezen is niet alleen belangrijk om de lat voldoende hoog te leggen voor jezelf, maar biedt tevens de mogelijkheid om te ontdekken wat er gaande is in letterland. Heb je net de laatste hand gelegd aan je oorlogsroman terwijl de boekhandels uitpuilen van literaire thrillers of verhalen over tovenaarsleerlingen, weet dan dat je roman wellicht minder kans maakt om uitgegeven te worden. Beperk je leestijd bovendien niet tot je favoriete genre maar lees in de breedte: grasduin in de rekken van de plaatselijke boekhandel, lees non-fictie en horror, vermeng poëzie met theaterteksten. ‘De invloed van literaire agenten, boekhandels en uitgevers bij de publicatie van manuscripten’, ‘hoe creatief ben je’ en ‘heb je voldoende zelfvertrouwen’: niet alle hoofdstukken zijn even interessant en lijden bij momenten aan het schoolmeestervingertje. Gelukkig biedt Is There a Book in You? voldoende reflectiemomenten om even stil te staan bij jezelf als (toekomstig) auteur. De persoonlijkheidstest is dan leuk meegenomen. Is There a Book in You? Alison Baverstock A&C Black ISBN: 0713679328
26 1 2 3
5
4 6
L TAALSPE
Het recept
7
9
8
10 11 12
van een boek 13
— Wie een boek wil schrijven, weet dat daar veel bij komt kijken. Een vleugje inspiratie en veel fantasie is niet genoeg. Ken jij alle onderdelen van een boek?
14 15
16
door Ellen Weis 17 18
19
20
21
Verticaal
Horizontaal
1. de algmene grondgedachte van een literair werk 2. figuur in een narratief 4. het verhaal onderbreken met een stukje uit het verleden 5. (twee woorden) wanneer de eigenlijke dramatische handing start 6. inleiding op een dramatisch werk 8. intellectueel eigendom van de maker 9. korte samenvatting van het verhaal 10. (twee woorden) een tekst die geen antwoorden geeft op de
3. tekstonderdeel aangeduid door een witregel 5. een herhaald betekenisvol element 7. getypt werkstuk van de auteur 15. factoren die de aandacht richten op een
vragen die hij stelt
11. vermelding van de titel, jaartal, naam uitgeverij, enz. 12. combinatie van woorden waarbij ze elkaar beĂŻnvloeden 13. onderverdeling van een boek 14. (twee woorden) wanneer alle problemen of gevaren voorbij zijn 17. producent van een tekst 18. karakteristieke manier waarop iemand zich uitdrukt in taal
ontknoping van gebeurtenissen
16. focus, point of view 19. instantie die teksten drukt en distribueert 20. artistieke weergave van een gesprek 21. korte tekst op de achterflap
ENT IN EVENEM
DE KIJK
ER
De Paarse Zetel Zak weg in de literatuur — Maurice Maeterlinck had in het salon van zijn kasteel in Nice paarse zetels staan. “En dan?” denk je misschien, maar deze zetels - of de replica’s ervan- staan nu in de Gentse openbare bibliotheek in de Achilles Musschezaal. Acht maal per jaar zitten er prominente schrijvers in, om zich te laten interviewen door Griet Pauwels. De lezingen staan bekend als De Paarse Zetel en zijn erg populair bij het Gentse publiek. door Sophie Siersack
De lezingen beginnen steevast om 12.30 uur en duren drie kwartier. Donderdagmiddagen zijn vooral in trek bij senioren, zij vullen de zaal voor het grootste deel. Maar ook jonge, beginnende schrijvers zitten hier op hun plaats. Zeker als de gast een schrijver of dichter is met ervaring. Op het lijstje van de voorjaarsreeks stonden indrukwekkende namen zoals Bernard Dewulf die De Gouden Uil Literatuurprijs won, en Marita De sterck die De Gouden Uil Prijs van de Jonge Lezer in ontvangst mocht nemen. De bib heeft blijkbaar een neus voor prijswinnaars. Ook Christophe Vekeman, Geert Buelens en Tom Naegels spraken al honderduit over hun oeuvre in de Paarse Zetel. Leuk is dat het nooit om een verplicht promopraatje over hun laatste boek gaat. De schrijvers zitten op hun gemak in die paarse zetels en praten gemoedelijk over hun schrijverschap: over de worsteling met woorden, de blunders en de frustraties, maar ook over de erkenning en voldoening die één enkele zin of dichtregel kan teweegbrengen. Zo kwam ik er te weten dat Vekeman aan het begin van zijn carrière de brieven van de uitgeverijen bewaarde met dat ene verschrikkelijke zinnetje: “ Tot onze spijt past dit manuscript niet bij ons fonds.” Hij bewaarde die brieven omdat ze later geld waard zouden zijn. Een belangrijke les: een begin-
nend schrijver moet doorzetten als hij in zijn kunnen gelooft.
VAN DALE Griet Pauwels researcht grondig alvorens ze een schrijver interviewt. Ze leest stukken voor uit de laatste én de eerste werken van de persoon
dere activiteiten wijken, terwijl hij voor zijn prozawerk soms met drie zaken tegelijk bezig is. Dewulf zweert trouw bij de Van Dale en niet bij de lijfspreuk van een hooggewaardeerde, internationaal bekende schrijver. Waarom veel ex-collega-journalisten nooit Van Dales bij de hand hebben, blijft hem een raadsel. Zelfs de simpelste woorden zoekt hij op om toch maar zeker te zijn van de juiste betekenis van het woord. Het blijft voorlopig even stil rond de Paarse Zetel, in oktober komen de volgende vier lezingen. Namen zijn nog niet bekend maar op de website verschijnt alle informatie. De toegang is gratis, er kunnen maximaal 160 mensen binnen én, niet onbelangrijk, er is een cafeetje op de eerste verdieping waar je iets kunt drinken. Het zou niet de eerste keer zijn dat een aspirant-schrijver inspiratie opdoet in een café…
die rechtover haa zit. Met Bernard Dewulf had ze het bijvoorbeeld over Sinterklaas, een gedicht dat hij op zijn negende schreef. Van de tien gedichten die Dewulf nu schrijft, houdt hij er vaak maar een enkel over, of nog minder. Poëzie gaat voor hem veel trager dan proza. Bij poëzie moeten alle an-
Voor de mensen die op donderdagnamiddag moeten werken: de podcast op de website van de bibliotheek is een aanrader. Je kunt er alle interviews beluisteren. Of je downloadt de interviews op je Ipod. Zo hoor je eens wat anders als je gaat joggen. De bibliotheek en de literatuur, ze gaan mee met hun tijd! http://bibliotheekgent.podomatic.com/
E LITERAIR
TIJDSCH
RIFTEN
BUITEN DE LIJNTJES BINNEN BIJ PASSIONATE MAGAZINE — Passionate Magazine zou je kunnen omschrijven als de Maxim van de literaire tijdschriften, toch wat de vorm betreft. Geen stoffige kijk op literatuur, maar een kleurrijk tijdschrift dat vol passie het stof van de letters blaast en verder kijkt dan het boek alleen. Een geheel eigen aanpak met grote foto’s en columns, maar ook met aandacht voor debuterende schrijvers, new journalism, graphic novels en beeldende kunst. Een inkijkje in een eigenzinnig literair blad. door Yves Heymans
Identikit
Naam: Passionate Magazine Locatie: Rotterdam Opgericht in: 1994 Webadres: www.passionatemagazine.nl Kernbegrippen: debuterende schrijvers, brede culturele aanpak, new journalism Nummers: 6 per jaar Abonnement: 35 euro
DE LEEMTE VULLEN Met zijn 16 jaar heeft Passionate Magazine er al behoorlijk wat ervaring op zitten. En dat merk je: het is een volwassen blad met een geheel eigen visie en invulling. Het magazine werd in 1994 opgericht door vier studenten die vonden dat het literaire aanbod in de stad Rotterdam maar magertjes was: geen uitgeverijen, schrijfwedstrijden, literaire ontmoetingen, tijdschriften of podia. “De oprichters waren erg ambitieus,” vertelt eindredacteur Erik Brus ons.
“Passionate Magazine verscheen toen nog maandelijks. In de jaren die volgden werd de vormgeving fatsoenlijker, het netwerk groter en het verspreidingsgebied spande zich uit tot ver buiten Rotterdam. Maar de focus bleef wel liggen op debuterende schrijvers. In onze recensies focussen we voornamelijk op nieuw talent. De nieuwe roman van Arnon Grunberg zullen we bijvoorbeeld minder toelichten.”
HOE MEER CONCURRENTIE, HOE BETER Passionate Magazine richt zich vooral op mensen van rond de twintig of dertig die een sterke interesse voor cultuur hebben. “We wilden nooit binnen de grenzen van literatuur blijven,” vertelt Erik Brus. “Het belangrijkste was om raakvlakken te zoeken met andere vormen van cultuur. Ons magazine besteedt ook aandacht aan film, fotografie of graphic novels. Het belangrijkste voor ons is het ‘verhalende element’, of dat nu in een
tekst is, een gedicht of een foto. In onze vaste rubrieken vind je onder meer een fotostrip, cartoons of een auteur die zijn favoriete songtekst bespreekt. Die culturele overlap is belangrijk. We willen iets vertellen. Het magazine mag geen grijs leesboek worden. We zoeken vaak grensgebieden op. Ik denk dat die aanpak er ook voor gezorgd heeft dat we nog altijd bestaan. Die brede interesse is naast onze onafhankelijkheid een van onze pijlers. Al is het uiteraard niet makkelijk zo breed te blijven. Je hebt veel verschillende auteurs nodig die in zeer uiteenlopende stijlen kunnen schrijven.” Erik vindt het niet leuk dat het aanbod aan literaire tijdschriften de laatste jaren verkleind is. “Het is jammer dat de concurrentie is afgenomen. Voor de culturele wereld, bedoel ik. Maar veel tijdschriften zijn nu eenmaal afhankelijk van een vereniging of uitgeverij en bij financiële moeilijkheden zijn het meestal zij die als eerste verdwijnen.”
29 Een andere belangrijke troef van Passionate Magazine is dat hun aandacht ook uitgaat naar new journalism: de literaire versie van journalistiek. “Wanneer teksten of beelden maatschappelijk ingebed zijn, is de kans groter dat we ze ook gaan publiceren. Onlangs hadden we een themanummer rond Joost Zwagerman die voor ons magazine het ideale profiel heeft: hij schrijft niet alleen romans, maar is ook columnist en essayist met een sterke politieke interesse. In ons magazine verscheen bijvoorbeeld een artikel waarin we de roman Gimmick! plaatsten in de bredere context van de jaren tachtig. Dat vinden we belangrijk: kunnen verwijzen naar de geschiedenis van de laatste decennia. In het laatste nummer gaan we dieper in op de roman Donderhart van de Vlaamse schrijver Thomas Blondeau. Die speelt zich af tegen de achtergrond van de aanslagen in Londen van 2005. Sowieso besteden we ook veel aandacht aan Belgische auteurs: ook Herman
Brusselmans of Saskia de Coster passeren regelmatig bij ons.”
PUBLICEREN?
Maar wat heb jij, beginnende Vlaamse schrijver, daaraan? Waarom zou jij je kansen wagen bij Passionate Magazine? “Wij worden regelmatig benaderd door uitgevers, of wij stappen naar hen, als we een aantal teksten hebben binnengekregen van een auteur die zeer veelbelovend lijkt. Er komt erg veel bij ons binnen, ook van Belgische beginners, en onze zeskoppige redactie, allemaal mensen die professioneel met literatuur bezig zijn, bekijkt sowieso alles. Iedereen die iets opstuurt, krijgt een bericht terug. Auteurs die opvallen of verrassen, krijgen meer feedback en suggesties. Ongeveer een op de twintig verhalen die binnenkomen, wordt gepubliceerd. En wie aansluit bij de filosofie en kernwaarden van ons magazine maakt sowieso meer kans op publicatie.”
OPLOSSING KRUISWOORDRAADSEL vorige editie VERZ!N N
1 4
J
O
2
U
R
N
A
L
I
S
T
V O
6
L
8
L
V
9
E
M
E
R
D
A
G
T
A
L
I
M
F
R
A
I
11
14
C
3
E
B
C
E
T
L
O
E
D
N
T
I
J
D
S
A
P
O
K
G
C
H
R
L
O
G
R
19
N
A
18
B
A
L
L
E
C
E
N
A
D
E
R M U
21
S
E
N
I O
C
A
L
S
Katrijn Lemoine wint het jaarabonnement op het literaire tijdschrift Lava, dat we verlootten in het vorige nummer.
F
U
F
I
I
F
T
I
F
L L
E
E T
L
T
I M
N 20
A
P
15
C
O
7
T
A S
17
Aan welke literaire versie van journalistiek besteedt Passionate Magazine aandacht? Mail het juiste antwoord naar redactie@creatiefschrijven.be en maak kans op een gratis jaarabonnement.
C
R
M
S
I
I
EEN JAARABONNEMENT
G
E
R 13
M
WIN
5
G 10
O
teksten in de vorm van korte verhalen, artikels of gedichten (maximaal aantal woorden: 2.500, of maximaal 7 gedichten). Heb jij iets geschreven wat in aanmerking komt voor publicatie? Stuur het dan naar: Passionate Magazine, t.a.v. de redactie, Postbus 25264, 3001 HG Rotterdam of mail naar info@ passionatemagazine.nl.
K
U
O
F
I L
E
12
B
PASSIONATE MAGAZINE ZOEKT
I
O
16
-
R
O
M
A
N
WINNEN Waarom je moeder en ik bijna altijd een kamerjas dragen van Wouter Deprez
L
E
E
R
M
I
I
C
E
K
K
Katrijn Lemoine Albert Wittink Julia Beirinckx Ze krijgen het boek thuisgestuurd.
30 12 NIEUWS
TAPIJTVOORDRACHTEN IN HET PARK Creatief Schrijven opent op 28 augustus, het Slotfeest van 1001 Liefdes in Brugge, ook een podium voor ongehoord talent in het Sebrechtspark. Jij krijgt de micro voor drie minuten en je zegt wat je te zeggen hebt. Alles kan, alles mag, als het maar ergens aan de liefde gelinkt is. De toehoorders vlijen zich neer op tapijten. Ongezien talent of rasechte habituépodiumbeesten: het woord is aan jullie. Peter Decroubele leidt alles in goede banen. Meld je snel aan bij hedwig@creatiefschrijven.be. Stuur ook je tekst mee door. Begin augustus hoor je wanneer de drie minuten voor jou zijn.
Express. Een speciaal wandelparcours verbindt verschillende concertlocaties. Eén van die locaties is een Marokkaanse tent. Frank Adam en Els Dottermans lezen er intieme liefdesodes voor uit 1001 Liefdes. Laat je door de liefde en de Arabische klanken van het Ud-trio Qadmoyo meevoeren naar exotische oorden! 8 augustus, om 15.30u Lissewege – tickets: 8/5 euro
000000000 Wil je komen supporteren of jureren, dan ben je welkom op 21 juli in de Hotsy Totsy te Gent of op 19 september op ZuiderZinnen.
1001
LIEFDES IN BRUGGE
MEER INFO
SLOTFEEST 1001 LIEFDES
www.mafestival.be
28 AUGUSTUS IN BRUGGE
CREATIEF SCHRIJVEN Een feest voor passionele schrijvers, gluurders en Romeo's en Julia's
Uit de voorrondes in Vlaanderen, Brussel en Wallonië komen telkens twee kandidaten die strijden voor de eer tijdens de finale op 27 november. De winnaar van de Belgische finale krijgt een podiumplaats op het eerste Europese Poetry Slamkampioenschap in Frankrijk. Een unieke prijs! In Vlaanderen vinden de voorrondes plaats op 21 juli in Gent en op 19 september in Antwerpen. Performer en schrijver Antoine Boute coacht de vier Vlaamse finalisten zodat ze gewapend aantreden op de finale. Interesse? Bekijk de filmpjes van andere slams en lees het reglement op www.creatiefschrijven.be en schrijf je snel in!
VOND
1001 LIEFDESBRIEVEN!
1
FRANK ADAM EN ELS DOTTERMANS BRENGEN 1001 LIEFDES Het Festival van Vlaanderen Brugge organiseert op 8 augustus een mini-festival in Lissewege rond het thema Orient
Ja, ik neem
een jaarabonnement op VERZ!N. Ik ontvang vier nummers na betaling.
BELGISCH KAMPIOENSCHAP POETRY SLAM Schrik je er niet voor terug om op drie minuten een publiek in te pakken met woorden? Is spelen met klanken, letters en je stem jouw sterkte? Neem dan deel aan het Belgisch Poetry Slamkampioenschap.
naam
straat
postcode tel
gemeente
MEER INFO
www.creatiefschrijven.be
voornaam nr
bus land
Ik schrijf vandaag 12 euro over op rekeningnummer 001–4238815-88 met vermelding ‘abo VERZ!N’. Ik wil een factuur. Ik schrijf vandaag 17 euro over op rekeningnummer 001–4238815-88 met vermelding ‘abo VERZ!N’. Ik ontvang een factuur na betaling.
Knip deze bon uit en stuur hem op naar Creatief Schrijven, Zirkstraat 36, 2000 Antwerpen, België
Ik woon in het buitenland en schrijf 30 euro over op rekeningnummer IBAN: BE56 0014 2388 1588 - BIC: GEBABEBB met vermelding ‘abo VERZ!N’.
Publiceer
gratis JOUW boek bij unibook
Zit er diep in jou een schrijver? Is de weg naar een traditionele uitgeverij onvindbaar? Of wil je gewoon ten allen tijde redactionele vrijheid en jouw boek uitgeven in eigen beheer? Wel, dan is UniBook iets voor jou. Via www.unibook.com kun je zelf je werk opladen. In 5 handige stappen is je boek klaar. Wil je andere mensen laten kennismaken met je boek? Dan kan je het boek gratis te koop aanbieden via onze online boekshop. Je boek zal dan te koop staan tussen de ruim 150.000 bestsellers van het moment.
www.unibook.com
A5-formaat, zwart/wit druk, 30 pagina’s, paperback voor ₏6,09 per exemplaar.
AGENDA / Evenementen, cursussen en wedstrijden Last van schrijfkriebels? Werp een blik op de cursussen en wedstrijden in de brochure die je bij dit nummer vindt. Hier serveren we je een selectie van de ons bekende literaire evennementen. Een actuele agenda vind je op www.creatiefschrijven.be. DE STAD VAN ELSSCHOT Wat: literair stadsfestival van Antwerpen Data: 29/5 tot 31/12 Waar: Antwerpen Info: [t] 03 222 93 20 [w] www.destadvanelsschot.be
Waar: Strand Zeebrugge, dijk Nieuwpoort Info: [t ] Zeebrugge: [t] 050 54 50 42, Nieuwpoort: [t] 058 22 30 41 VERZAMELDE VERHALEN #02 Wat: kunstenfestival op de snijlijn tussen taal en beeld Data: 3/7 tot 5/9 Waar: Watou Info: [t] 058 62 39 29 [w] www.watou10.be
LILLO BOEKENDORP Wat: gezellige boekenmarkt Data: 11/7, 8/8 en 19/9 Waar: Lillo Info: [t] 0479 211 408 [w] www.lilloboekendorp.be STRIPFESTIVAL MIDDELKERKE Wat: stripfestival Data: 21/7 tot 8/8 Waar: Middelkerke [w] www.stripbdmiddelkerke.be
GEZELLE GEZONGEN POETRY SLAM
COWBOY HENK AAN ZEE Wat: tentoonstelling 30 jaar Cowboy Henk Data: 19/6 tot 19/9 Waar: MEC Staf Versluys Bredene Info: [t] 059 56 19 65 [w] www.cultuurbredene.be
Wat: muzikale hommage aan Gezelle Data (Waar): 3/7 (Schoten), 9/7 (Kortenberg), 10/7 (Kruibeke) en 11/7 (Kluisbergen, Ninove, Oostende) Info: [t] 016 25 86 06 [w] www.gezellegezongen.be
Wat: 6 Vlaamse en 6 Nederlandse jonge dichters treden op Datum: 8/8 vanaf 11.30u, finale om 18u Waar: Watou Info: [t] 058 62 39 29 [w] www.watou2010.be
LITERATUUR OP ZONDAG
CULTUURMARKT VLAANDEREN
Wat: lezing met Walter van den Broeck Datum: 4/7 Waar: Begijnhof van Diest Info: [t] 013 35 32 45 [w] www.diest.be
Wat: culturele infomarkt met gratis optredens en animatie Datum: 29/8 Waar: Centrum van Antwerpen Info: [t] 03 203 95 85
FEEST IN DE STAD – TOM SCHAMP Wat: tentoonstelling van illustraties van Tom Schamp Data: 20/6 tot 7/11 Organisatie: Literair Museum Hasselt Info: [t] 011 26 17 87 [w] www.literairmuseum.be ZOMER VAN HET SPANNENDE BOEK Wat: spannende boeken zorgen voor leesplezier Data: tot begin augustus Waar: in de boekhandels Info: [t] 03 230 89 23 [w] www.boek.be STRANDBIBLIOTHEEK Wat: bib op strand Zeebrugge en Nieuwpoort Data: 1/7 – 31/8)
[w] www.prospekta.be/cultuurmarkt ZOMERBIBLIOTHEEK COMP. MARIUS
ZUIDERZINNEN
Wat: leestribune Data: 8/7 tot 22/8 Waar: Ledeganckkaai 15 AntwerpenInfo: [t] 03 224 85 28 [w] www.zva.be
Wat: festival van het woord Datum: 19/9 Waar: centrum van Antwerpen Info: [t] info@zuiderzinnen.com [w] www.zuiderzinnen.com
BOEKENMARKT DAMME Wat: uitgebreide boekenmarkt Data: 11/7 , 8/8 en 10/9 Waar: Centrum Damme Info: [t] 050 28 86 10 [w] www.toerismedamme.be