toelating gesloten verpakking 2030 - Antwerpen X - P602624
TIJDSCHRIFT
Het tijds
chrift da t je aan h
et schrij
ven zet
Peter Holvoet-Hanssen In iedereen zit poëzie
Schrijven voor iPad en e-reader © Katrijn Van Giel
Tips voor je fantasyverhaal en readymade gedichten Driemaandelijks tijdschrift van Creatief Schrijven vzw Jaargang 6/nummer 4/oktober-november-december 2011 V.U.: Guido Vereecke/Waalsekaai 15/BE/2000 Antwerpen/prijs €4/p.36
03
02 COLUMN / Ellen Weis
INHOUD
De gestolen
anekdote
Een van de leukste fases van schrijven is het fantaseren. Bij een goed idee gaat fantaseren meestal vanzelf. Het verhaal ontspint zich, krullende zijtakken groeien en groeien. Tot het einde voor geen mijl meer in zicht is. Fantaseren is opties creëren. Daarna moet je alleen maar snoeien. Een literaire fantasie komt meestal uit het niets. Ze begint met een impuls. Je ziet iets geks op straat of je hoort een flard van een gesprek, en je bent vertrokken. Geef het wat tijd, ga niet meteen zitten krabbelen op een stukje papier. Misschien is je vijfde idee wel beter dan het derde. Plak stukjes verhaallijn aan elkaar, maar wees niet bang om ze weer uit elkaar te halen en om te draaien. Als je geluk hebt, krijg je niet alleen een impuls, maar ook informatie waar je echt mee aan de slag kunt gaan. Meestal komt die informatie toevallig te voorschijn, bij voorkeur na lekker eten, of bij een goed glas wijn en kaarslicht. In elk gesprek zit een verhaal of een kleine anekdote verstopt. Die anekdote is het bewijs dat de realiteit gekker, poëtischer en briljanter is dan de dingen die je ooit kunt bedenken. Zover raakt de fantasie gewoonlijk niet. Je moet de anekdote stelen en gebruiken.
COLOFON
VERZ!N
Een voorbeeld. Laten we zeggen dat we het hadden over vroeger, zomaar, associatief. Plots kwamen er uit de krochten van een familiegeschiedenis twee over-over-achtertantes naar boven. Ze heetten Georgette Claxon en Georgette Grammofon. Claxon, omdat ze heel erg luid praatte. Je kon ze overal horen kwetteren, in de winkel, op straat, misschien zelfs in de kerk. Grammofon, want ze had nu eenmaal zo'n toestel in huis. Daar gaat dan mijn fantasie. Ik zie de tantes zitten met hun tweetjes in hun salon. Victoriaans behangpapier, sierlijke houten meubelen, luid tikkende klokken. Terwijl de ene zeer luid de laatste nieuwtjes door de hele kamer claxonneert, kruipt de andere haast in haar grammofoon om nog wat van de aria te horen. Een mooi beeld, daar schuilt vast een verhaal achter. Ik ben er zeker van dat de tantes elkaar niet kunnen verdragen, maar ook dat ze niet zonder elkaar kunnen. Verder moet ik eerst nog wat fantaseren. Kwestie van de clichés te vermijden.
4
SCHRIJFTIPS Fantasy stelt grenzen aan je fantasie Workshop
Workshop Fantasy stelt grenzen aan je fantasie ..............................4 Cursus in de kijker Help! Ik heb een boek geschreven ...................6 Letterfabriek 2 reisverhalen krijgen feedback ...............................16 Workshop Readymade, de kunst van de kleine ingreep ...............20
SCHRIJVERS AAN HET WOORD Column Ellen Weis .................................................................. 2 Interview Peter Holvoet-Hanssen . ........................................... 8 Vervolgverhaal Dimitri Verbelen zoekt een uitgever ............... 14
8
Peter Holvoet-Hanssen Interview
Interview Debutanten over hun eerstelling ............................ 22 Reportage Per minuut film een pagina boek.......................... 26
INFORMATIE
Bart Plouvier, Sofie Rycken
De Reyghere: Markt 12
Foto’s: Katrijn Van Giel
Gent: Poëziecentrum: Vrijdagmarkt 36
Vormgeving: Albino {www.albino.be}
BVBA Jupiter: Zwijnaardsesteenweg 6
Iedereen digitaal literatuur voor het scherm .................... 12
Druk: EPO drukkerij
Leuven: IMS: Diestsestraat 115
Vakliteratuur Denken over dichten .................................. 24
Redactieadres:
Johannes: A. Smetsplein 10
Literair tijdschrift Terras ................................................ 28
[e] redactie@creatiefschrijven.be
Hasselt: IMS Demerstraat 80a
[w] www.creatiefschrijven.be
oktober/november/ december 2011
[t] +32 3 229 09 90
Copyright berust bij Creatief Schrijven
[a] Waalsekaai 15 – 2000 Antwerpen
vzw. Overname van de teksten is toegela-
12
Iedereen digitaal
ten mits bronvermelding en voorafgaand
Jaargang 6, nummer 4
Schrijven voor iPad en e-readers
REPORTAGE
Verschijnt vier keer per jaar.
Abonnementen
akkoord van de uitgever. Iedere medewer-
Evenement in de kijker Zomerbibliotheek .................. 19
Oplage: 1000 exemplaren
12 euro (voor 4 nummers) - met factuur
ker/inzender is verantwoordelijk voor zijn
Webkijker Nanowrimo jij ook? .................................. 25
17 euro - 30 euro steunend + buitenland:
of haar bijdrage.
Uitgever: Creatief Schrijven vzw
Over te schrijven op rekening
Creatief Schrijven is het aanspreekpunt
Hoofdredacteur: Yves Joris
001-4238815-88 met vermelding
voor iedereen die schrijven niet laten kan.
Eindredactie: Anja Giegas,
VERZ!N / BIC: GEBABEBB -
De vzw adviseert, ondersteunt en bege-
Ben Schokkaert
IBAN: BE56 0014 2388 1588
leidt niet-professionele schrijvers en lite-
Redactieraad: An Leenders,
Los nummer: 4 euro
raire verenigingen.
EN VERDER
Advertentiemogelijkheden en -tarieven op
Peter Mangel Schots, Michiel Leen, Maarten Billiet, Veerle Goossens
VERZ!N is te koop in:
Werkten ook mee aan dit nummer:
Antwerpen: IMS: Meir 125, Melkmarkt 17
Veerle De Meyer, Yves Heymans,
De Groene Waterman: Wolstraat 7
Ken Van de Steene, Dimitri Verbelen,
Mechelen: De Zondvloed:
Ellen Weis, Kirsten Cornelissen,
Onze-Lieve-Vrouwestraat 70
Jorik De Braekeleer, Frank Pollet,
Brugge: IMS: Noordzandstraat 26
aanvraag: veerle@creatiefschrijven.be
25
Nanowrimo De toekomst van de schrijfgroep
Taalspel Kruiswoordraadsel .............................. 30 Nieuws............................................................. 33
04
Fantasy stelt grenzen
WORKSHOP
e aan je fantasi
— Het is fantasy, dus alles kan. Ik kreeg de uitspraak de voorbije jaren ontelbare keren te horen van schrijvers uit mijn omgeving. Ze klopt: fantasy is het genre waarin je als schrijver je hele verbeelding kan steken. En dus liet ik in mijn verhalen al mijn helden, monsters, tovenaars en vreemde creaturen de vrije loop. Nu lees ik die verhalen opnieuw. Wat me enkele jaren geleden episch en groots leek, is veranderd in het literaire equivalent van slechte hutsepot. door Jorik De Braekeleer
De meeste schrijvers die zich aan fantasy wagen, botsen op een zeker ogenblik op deze vaststelling. Het is een hele ontnuchtering. Je geliefde personages en werelden blijken van de ene dag op de andere saai en kinderlijk te zijn. De spanning is verdwenen uit elke epische scene die je in beeld zette. Wat is er gebeurd? Hoe kunnen zoveel fantastische dingen plots zo smakeloos zijn? Ik dook in mijn favoriete boeken, die elke opruimbeurt in mijn kast overleven terwijl massa’s paperbacks in dozen in de kelder belanden. Wat deden de schrijvers van deze boeken dat ik niet deed? Allemaal hebben ze gemeen dat ze de belangrijkste regel van goede fantasy in het achterhoofd houden: het genre is op zijn best wanneer het zichzelf de strengste grenzen oplegt. Dit is de basis, en hij is dubbel zo belangrijk bij fantasy als bij andere genres.
Je EIGEN WERELD Je kunt bij fantasy niet terugvallen op de echte wereld. Alles wat je neerzet, komt volledig uit jouw hoofd. Het hele universum waarin je helden rondlopen, strijden, winnen en sterven, bouw je vanaf nul op. Hier zijn die strenge grenzen het belangrijkst. Of je verhaal nu plaatsvindt in een ver sterrenstelsel, een middeleeuws koninkrijk of een magische parallelle wereld: stel jezelf vooraf enkele vragen en begin niet met schrijven tot je ze beantwoord hebt. Hoe ziet je wereld eruit? Hoe is hij georganiseerd? Hoe is hij gegroeid tot wat hij is? Baseer je op wat je kent en weet, kijk naar bestaande werelden en neem deze als uitgangspunt. Denk aan dingen als natuur, klimaat, fauna en flora. Een wereld is een levend iets; ook zonder je personages draait hij verder met zijn eigen samenleving, religie, gewoontes en tradities.
Dit hoeft niet ingewikkeld te zijn. -
‘Arathnea is een ijswereld, een landschap van bevroren toendra waar het leven even hard is als de bevroren aarde. De ijsvlakten leveren weinig op, en het volk van Arathnea leeft dan ook van de jacht op de machtige oerzwijnen.’ Deze zinnen brengen je al een heel eind ver. Naarmate je meer nodig hebt, kan je verder uitwerken. Teken een kaart, hoe rudimentair ook, en vul deze aan naarmate je het nodig acht. Het belangrijkste blijft het feit dat je wereld draait. Achter elke held zit een functionerende samenleving. Afhankelijk van je verhaal is de achtergrond van je exotische wereld een essentiële factor of een decor waar
je protagonisten af en toe tegenop botsen. Een goed beeld van de wereld waarin je verhaal plaatsvindt, levert je meteen eindeloos veel mogelijkheden op om je personages in moeilijkheden te brengen.
Parels van fantasy Fantasy is een genre waarin zo onmetelijk veel rotzooi bestaat dat echte parels er snel uitschieten.
Onthoud ook: hoe verder je wereld van de onze staat, des te meer moeite het de lezer kost om hem te begrijpen en zich in te leven. Hoe
Fantasy is het genre bij uitstek om te ontsnappen uit deze wereld en met het zwaard in de hand de duisternis in te duiken. meer inspiratie je haalt uit bestaande samenlevingen, diersoorten en rituelen, des te makkelijker het voor de lezer is om je nieuwe wereld instinctief te begrijpen. Dit wilt niet zeggen dat je weg moet blijven van verhalen over werelden die niets gemeen hebben met de onze. Realiseer je wel dat het voor je lezer een grote drempel is.
Je helden Nu nog de helden die de spil van je verhaal zullen vormen. Het fantasygenre loopt vol machtige krijgers, duistere magiërs en beeldschone elfen. De harde waarheid is dat velen onder hen niets meer of minder zijn dan dagdromen van hun auteur. Fantasy is het genre bij uitstek om te ontsnappen uit deze wereld en met het zwaard in de hand de duisternis in te duiken. Er ligt echter hetzelfde addertje onder het gras dat je in elk genre terugvindt, maar bij fantasy veel vaker bijt: de verleiding om je personages allerlei fantastische krachten en eigenschappen mee te geven. Je loopt het risico je helden zodanig fantastisch te maken dat ze er alleen maar saaier door worden. Fijn als dagdroom, oninteressant als personage.
Een hulpmiddel om je helden in te perken is je af te vragen of ze in hun leven de tijd hadden om alle vaardigheden die ze bezitten ook effectief te leren. Je zestienjarige prinses zal de handen vol hebben om die tweede taal onder de knie te krijgen en haar studies in magie zullen hier onder lijden. Laat je helden specialiseren. Het geeft hen een meer afgelijnde persoonlijkheid, met zwakheden die je verhaal verder stuwen. Begrens je werelden en je helden, en je zal zien dat je verhalen in een mum van tijd naar een hoger niveau schieten. Maar hou je niet te veel in! De drakenrijders uit de gouden stad Nhym kunnen nog steeds hun wereld redden, maar met blutsen, builen en razende honger weer thuiskomen. Fantasyfans kunnen op 22 oktober hun hartje ophalen op de fantasyboekenbeurs in de Nocturne (Wollestraat 29d 8000 Brugge).
- De reeks Een Lied van Ijs en Vuur van Neil Jordan draait rond politieke intriges binnen zijn eigen wereld. Elk personage heeft zijn eigen verhaal en is bovenal volledig menselijk. Jaloezie, angst, egoïsme en razernij drijven hen. Hun constante strijd om macht maakt dit tot een topreeks. - Terry Pratchett bouwde in de komische fantasyreeks over de Schijfwereld een steeds complexere wereld uit, waar je vandaag hele naslagwerken over kunt vinden. Zijn helden zijn personages die tegen wil en dank in gruwelijke situaties terechtkomen en spartelend proberen het hoofd boven water te houden. - Het epos In de ban van de ring van J.R.R Tolkien is het bekendste bewijs dat een goed uitgewerkte wereld de perfecte basis voor epische verhalen is. De kolossale schaal maakt dat de krachtigheid van de personages niet echt stoort. Maar de grootste held is ook hier weer degene die het meest op onszelf lijkt. - Neil Gaiman plaatst de fantasie midden in onze eigen wereld en laat daar telkens een verborgen kantje van naar boven komen. Gewone mensen vallen door de kieren tussen de werelden en proberen er wanhopig te overleven.
Ben je geïnspireerd? Stuur dan jouw fantasyverhaal in voor de schrijfuitdaging (zie p.18).
06
Notebooks die je aan het schrijven zetten CURSUS IN
DE KIJKER
Club, je expert in papierwaren pakt uit met een eigen merk. Een gamma kwaliteitspapierwaren aan een zachte prijs.
Laatste hulp voor publicatie
2+1
— Na maanden zwoegen aan je manuscript ben je klaar om het op te sturen naar een uitgeverij. Of toch niet? Wil je zeker weten dat je echt klaar bent, schrijf je dan in voor ‘Help, ik heb een boek geschreven!’
GRATIS*
door Maarten Billiet
op de notebooks van het huismerk Club*
Lesgever Patrick Bernauw schrijft boeken, redigeert voor verschillende uitgeverijen en gaf les in opleidingen aan de SchrijversAcademie en aan de academies van Grimbergen en Aalst. Vanuit deze ervaringen kan hij tijdens de cursus de professionele feedback garanderen zoals je die krijgt bij een uitgeverij. Patrick Bernauw: “Tussen schrijven en uitgegeven worden bemerkte ik een grote leemte. Sommige schrijfliefhebbers, staan al verder in hun schrijven en hebben een manuscript in een eerste versie klaar. Zij zoeken naar een professioneel klankbord. Of ze hebben redactionele hulp nodig. Eigenlijk is het de laatste tussenstop voor ze naar de uitgever stappen." Om te mogen deelnemen aan het traject, moet je al iets in je lade hebben liggen. Patrick Bernauw: “Het is een zeer intensief proces voor mezelf en de andere cursisten, dus ik weet graag op voorhand van elke deelnemer of het de moeite is. Je kunt niet met een leeg blad papier aan deze cursus beginnen, je manuscript moet af zijn of in een vergevorderd stadium zitten. Alleen een synopsis of enkele hoofdstukken volstaan niet omdat ik
graag concreet werk. Dat is ook het meest zinvol voor de andere deelnemers. Je mag als auteur wel ergens vastzitten, graag zelfs." Vijf deelnemers krijgen de kans om in dit traject te stappen. Elke cursist krijgt een uitgebreid leesverslag en een beoordeling van de andere groepsleden. Patrick Bernauw: “Het is bijzonder leerzaam om naast de professionele beoordeling ook de mening van andere schrijvers te krijgen. Hoe meer meningen, hoe beter iets belicht wordt, want als beoordelaar zie je soms dingen over het hoofd. En je schakelt de persoonlijke voorkeur uit die ongewild meespeelt bij een beoordeling. Door die groepsfeedback leer je ook je verhaal verdedigen. Het onder woorden brengen en bepleiten van je specifieke verhaaltechnische keuzes bereidt je voor op die ene kans bij een uitgeverij. Zo kun je ook de begeleidende brief beter stofferen. Die eerste indruk is heel belangrijk omdat ze bijzonder veel kaf van het koren scheidt." Patrick Bernauw beoordeelt tijdens de cursus niet alleen de teksten, hij belicht ook de uitgeefwereld: “Het klinkt misschien logisch, maar we zoeken onder meer het beste fonds
voor je manuscript. We beperken ons niet tot de klassieke uitgevers maar bekijken ook de nieuwe mogelijkheden, zoals print-on-demand en e-books. Welke zijn de nieuwe platformen en wat zijn de valkuilen? Hoe zit het met auteursrechten? Wat zijn de mythes en misvattingen over Sabam? Hoe zit het met leenrecht, zowel in Nederland als in Vlaanderen? En wat met de rechten op reprografie? Kortom, je leert alles wat je moet weten voor je naar een uitgever stapt. Eigenlijk is de cursus het ideale klankbord voor schrijvers die een laatste check-up willen.”
NEW
NOTEBOOK A6
HELP, IK HEB EEN BOEK GESCHREVEN! zaterdag 19, 26 november, 3, 10,17 december, van 14 tot 17u in Erembodegem Meer info en inschrijvingen: www.scriptomanen.org of info@inter-actief.be
€ 4,99/stuk
NOTEBOOK A5 € 6,99/stuk
NOTEBOOK A4
6 kleuren naar keuze
€ 9,99/stuk
* 1 A6-notebook gratis bij aankoop van een A5 en een A4-notebook, kleur naar keuze. Niet cumuleerbaar met andere kortingen of bonnen. Geldig op vertoon van deze bon in de Clubwinkels in onderstaande lijst. Geldig van 1 tot 31 oktober 2011.
Meer info op www.club.be
Surf naar www.club.be voor de openingsuren. Aalst : Kattestraat 31/33 - Gent : Shopping Zuid : Wilsonplein 4 - Kortrijk : K - Steenpoort 2 - Leuven : Fochplein 5 - Roeselare : Ooststraat 36 - Wijnegem Shopping : Turnhoutsebaan 5 - Anderlecht : Wayezstraat 184 - Oudergem : Vorstlaan 240 - City 2 : Nieuwstraat 1 Fort Jaco : Waterloosesteenweg 1361 - Elsene : Flageyplein 7 - Hogeschoollaan 28- Laken : de Wandstraat 101 - Stokkel : Dumonplein 5 - Ukkel : Alsembergsesteenweg 686 - Westland Shopping : Sylvain Dupuislaan 399 Woluwe Shopping - Woluwedal
08 — Zeg niet zomaar dichter tegen Peter Holvoet-Hanssen. Hij is strandjutter, troubadour en speelvogel tegelijk. Kiezen tussen het hokje literatuur en het hokje muziek kan en wilt hij niet. Hij valt tussen wal en schip, en net daar voelt hij zich thuis. door Sofie Rycken
herexamen voor turnen, maar in mijn dromen was ik wel een acrobatische zeerover. Ze kunnen je niet afpakken wat in je hoofd zit, dat is het heerlijke eraan.
Peter Holvoet-Hanssen hangt uit het raam van zijn werkkamer op de eerste verdieping en steekt zijn duim naar me op. "Nog één telefoontje! Hou vol!" Even later zwaait de voordeur open en staat hij voor me. Uitgelaten, een beetje dolgedraaid en zich uitputtend in verontschuldigingen. "Sorry voor het wachten. Wat een verschrikkelijke rommel hier. Stoort het dat de kat hier ligt? Heb ik je nu nog altijd niets aangeboden om te drinken?" Het is maar een momentopname, maar het lijkt Holvoet-Hanssen ten voeten uit: een alerte, springerige geest met een intense verwondering voor de wereld rondom hem.
Geen veilige havens voor jou?
Schotelantenne
Als poëzie een boom is, dan ben ik een eekhoorntje dat graag van de ene naar de andere tak springt. Het verhaal is nog lang niet ten einde.
Wist je meteen dat je van dichten je beroep wilde maken?
Mogen we jou eigenlijk wel een dichter noemen?
fotografie Katrijn Van Giel
Spreek niet over ‘mijn werk’ en noem me niet te ronkend ‘kunstenaar’. Maar een dichter ben ik wel, ja. Ik hou van de magie van woorden, van het taalspel. Maar wat ik doe, past niet binnen het vastomlijnde literaire. Ik schrijf ook theatrale gedichten en gedichten die je kan verfilmen of luidop zingen. Ik ben ook altijd gek geweest op luisterspelen. En in De Veer van César,
“Als poëzie een boom is, dan ben ik een eekhoorntje” Peter Holvoet-Hanssen, strandjutter van woorden
‘In iedereen zit ergens poëzie en dat wil ik hen laten voelen.’ een kortfilm waaraan ik heb meegewerkt (van Minske van Wijk en Oscar Spierenburg, red), versmelten mijn woorden met muziek en animatie. Ik verken dus alle mogelijke vormen en mogelijkheden van poëzie. Er is maar één regel: het mag nooit te veilig worden. Het moet een avontuurlijke reis zijn, altijd.
Hoe is dat verhaal ooit begonnen? Ik zat als tiener op een college waar we de bloemlezing Declamatorium der Nederlandse Poëzie moesten
‘Je gedichten zijn je kindjes, je hebt er niet graag kritiek op.’ aanschaffen. Wat een titel! Hij zegt veel over hoe er daar met poëzie werd omgesprongen. Er stonden zelfs pijltjes bij elk gedicht, zodat je precies wist hoe je het moest voordragen. Maar via dat boek vond ik wel een gedicht dat mijn leven zou veranderen: ‘De zeemeerman’ van Paul Snoek. Het was een bliksem in mijn hersenpan. Je kon dus over gevoelens praten zonder ze botweg op papier te zetten, als een soort gevoelslava. Snoek creëerde een personage, een eenzame zeemeerman diep onder de waterspiegel. Dat was ongelooflijk krachtig. Dat besef is echt een klik geweest. Werd poëzie een uitlaatklep? Het is mijn redding. Ik had een gespleten persoonlijkheid, met een lichte en extraverte, maar ook een heel donkere kant. Poëzie heeft mij geholpen om die twee kanten bij elkaar te krijgen. Mijn gedichten zijn vaak tegelijk melancholisch en speels. Je kan met woorden een heel eigen wereld creëren. Ik had ooit een
Ik ben sinds mijn zestiende nooit meer gestopt met schrijven. Het enige probleem was dat ik er mijn brood niet mee kon verdienen. Eigenlijk had ik eerst plannen om acteur te worden. Ik heb zelfs deelgenomen aan het ingangsexamen voor acteur, maar bedacht toen dat je geen geloofwaardige havenarbeider kan neerzetten als je nog nooit met zo iemand hebt gepraat. Ik vond dat ik eerst meer van het echte leven moest zien. Dat heb ik ten volle gedaan. Ik heb in de dierentuin gewerkt, in de haven en als hulpverlener in een daklozencentrum. Op de toneelschool ben ik uiteindelijk nooit geraakt. Ik ben ook altijd met muziek bezig geweest. Ik was lang dj en speelde in allerlei groepjes. Met wisselend succes. Gelukkig was dat voor het YouTube-tijdperk! Bleef er dan genoeg tijd over om te schrijven? Die jobs verplichtten me om elk vrij moment aan te grijpen: een tramrit, een middagpauze, noem maar op. Ik ben een echte strandjutter van woorden geworden. Als ik een merkwaardige naam hoor of een interessante zin, dan noteer ik die in mijn gsm of op een bierviltje. Zo heb ik schatkisten vol. Een vondst kan tien jaar blijven liggen voor ik er iets mee doe, maar is nooit verloren. De Woordenstroom van ’t Stad die ik dit jaar op de kaaien van Antwerpen heb laten aanbrengen, bestaat bijna volledig uit dat soort flarden. Meer dan drie kilometer woorden, en nog geen honderd meter ervan is van mij.
11
10 Ben je ambitieus? Kun je als stadsdichter van Antwerpen zo vrij werken?
dere dichters. Dat zou ik ook heel gek vinden. Alleen mijn echtgenote (schrijfster Noëlla Elpers, red) mag dichterbij komen. Ze is altijd mijn eerste lezer, mijn klankbord. Ze ziet haarscherp waar ik mij er gemakkelijk van af heb gemaakt of waar ik het te ver heb gezocht.
Ik ben geen gelegenheidsdichter en zal niet vlug in opdracht schrijven, tenzij het past in iets waar ik in bredere zin al mee bezig ben. Naargelang wat ik van plan ben om te schrijven, werk ik wel doelgerichter. Dan wordt mijn hoofd een soort wendbare schotelantenne waarlangs allerlei klanken uit de buitenwereld komen binnenwaaien.
Wat vindt ze van je – excusez le mot – ‘werk’?
Staat die schotelantenne wel eens af? Nooit, maar dat is goed. Ik slaap heel weinig en heel slecht, dus ik verveel mij geen moment. Hoe giet je dan die veelheid aan flarden in een gedicht? Aan ideeën of concepten geen gebrek, maar de uitwerking is inderdaad iets anders. Eens ik het basismateriaal op papier heb verzameld, zet ik me aan mijn computer en leg mezelf een zekere beperking op: een vaste vorm of een bepaald metrum. Vaak valt dat voor de buitenwereld niet eens op. Soms laat ik die vorm later ook weer helemaal los. Maar ik heb iets nodig waarbinnen ik kan werken.
Bouillonblokjes Schrijf je in stilte? Ik heb geleerd om in alle omstandigheden te schrijven. Ik woon in een stad, daar is het niet vaak stil. Als het even kan, heb ik het liefst rust en specifieke muziek op de achtergrond. ‘Vanderlyle Crybaby Geeks’ van The National bijvoorbeeld, of een nummer van Eels. Ken je ‘The Sinking of the Titanic’ van Gavin Bryars? Dat is het melodietje dat het orkest speelde terwijl het schip zonk. Het duurt ongeveer twintig minuten en het is perfect van sfeer.
© Katrijn Van Giel
Wanneer weet je dat een tekst af is? Eens ik een eerste versie klaar heb, begin ik die langs alle kanten te bestoken en trek ik de tekst helemaal uiteen. Eigenlijk val ik het werk aan om de zwakke plekken te vinden. Als de tekst terug naar zijn oorspronke-
‘Iemand anders zou uit een gedicht van mij twintig aparte gedichten kunnen puren met lekker veel witruimte. Strak, minimaal: dat valt in de smaak.’ lijke vorm trekt, dan weet ik dat alles op de perfecte plaats staat. Zoniet is er nog ruimte voor verbetering. Ik gooi niets weg. Woorden die deze keer uit de boot vallen, hou ik gewoon bij. Het zijn brokstukken die ik misschien later nog kan recycleren. Laat je je teksten nalezen? Je gedichten zijn je kindjes. Je hebt er niet graag kritiek op, maar je moet natuurlijk durven schrappen en herwerken. Ik heb geen redacteur, zoals sommige an-
Ze noemt mijn gedichten wel eens bouillonblokjes. Zo gecondenseerd zijn ze, zo volgepropt met beelden en gedachten, achttien lagen dik. Kokend water erop gieten, en hop! Iemand anders zou er waarschijnlijk twintig aparte gedichten uit kunnen puren met lekker veel witruimte. Strak, minimaal: dat valt in de smaak. In mijn nieuwe projecten probeer ik een beetje anders te werken. Ik wil nog altijd een hele wereld oproepen, maar het mag aan het oppervlak iets eenvoudiger lijken. Vind jij je werk zelf toegankelijk? Ik denk dat veel afhangt van de lezer, van de wendbaarheid van zijn geest. Mijn gedichten zijn vaak buitenbeentjes, maar uiteindelijk zijn ze niet zo moeilijk. Het is als een carrousel waar je op moet raken, een naald die de groef van een elpee moet vinden.
Erfenis Heb je met de tijd een zeker zelfvertrouwen opgebouwd? Ik ken ondertussen mijn minpunten, waardoor ik iets zekerder ben van mijn zaak. Jammer genoeg ben ik gek op onmogelijke opdrachten. Ik wil telkens nieuwe dingen uitproberen waardoor ik dan toch weer met een beetje onzekerheid uit de startblokken schiet. Hoe begin ik hier aan? Komt het wel goed?
Toen ik pas begon, had ik totaal geen ambities om mijn gedichten uit te geven. Van mijn eerste bundel bestonden maar twee exemplaren: één voor mezelf en één voor Noëlla. Een plan had ik sowieso niet, behalve alle reten en kieren van de stad te verkennen. Ik leefde er op los, niet altijd even gezond. Maar midden de jaren 1990 ben ik een half jaar ziek geweest. Een geluk bij een ongeluk. Het gaf me de tijd om veel na te denken, hopen notitieschriftjes te herlezen en manuscripten op te sturen. Toen zag ik pas welk parcours ik had afgelegd. Ik zag een bijna filmisch scenario voor me uitgerold, een poëziereis die uiteindelijk bijna twintig jaar zou duren. Dat is de bloemlezing-bundel De reis naar Inframundo geworden. Vind je prijzen en bekroningen belangrijk? Bekroningen zijn roulettes. Er hangt zoveel af van wie er in de jury zit en wat voor boek of bundel er het jaar voordien heeft gewonnen. Zo’n prijs is niet altijd een zegen. Persoonlijk had ik bijvoorbeeld moeite met de plotse media-aandacht die de Debuutprijs (in 1999 voor Dwangbuis van Houdini, red) met zich mee bracht. Ik was met een groot project bezig en plots wordt één fragment daarvan uitgelicht, bijna overbelicht. Mensen fixeren zich daarop, denken dat je zus of zo bent, terwijl het maar een momentopname is. Van de Vlaamse Cultuurprijs voor Poëzie (in 2007, red) vond ik dat andere dichters hem eerder hadden moeten krijgen. Hoop je op een zekere erfenis? Ik begrijp mensen niet die ‘schrijven voor de eeuwigheid’. Misschien word je een tijdje herinnerd voor een handvol gedichten, maar meer niet. Ik ben daar heel realistisch in. Ik droom er wel van om een intrigerend lied te schrijven
waarvan de tekst overeind blijft op papier. Mijn Reuzenwijsje gaat in die richting. Volgens mij is dat beter bestand tegen de tand des tijds. Je hebt een hele geschiedenis met kinderen en jongeren … Samen met mijn vrouw heb ik in 1994 Het Kapersnest opgericht. We wilden scholen en bibliotheken bereiken die weinig auteurs over de vloer kregen, zoals technische opleidingen. Het is fantastisch om te proberen om iets dat in deze maatschappij schijnbaar waardeloos is
‘Ik gooi niets weg. Woorden die deze keer uit de boot vallen, zijn misschien brokstukken voor later.’ toch te laten aanslaan. We gebruiken liedjes, dvd’s, wat dan ook. Je weet dat je nooit iedereen mee krijgt. Maar er zitten altijd een paar jongeren tussen voor wie zo’n avontuurlijke lezing een openbaring is, en daar doe je het voor. In iedereen zit ergens poëzie en dat wil ik hen laten voelen. Eén vonkje is genoeg.
WinNEN Maak kans op een dichtbundel van Peter Holvoet-Hanssen. Stuur een e-mail naar redactie@creatiefschrijven.be met het antwoord op de volgende vraag: op de boeg van welk schip prijkt een gedicht van Peter HolvoetHanssen?
‘Surfende piraten van de geest’ kunnen Peter Holvoet-Hanssen en Noëlla Elpers bezoeken op www.kapersnest.be Het Reuzenwijsje lees en beluister je op www.antwerpenboekenstad.be De reis naar Inframundo verscheen dit jaar bij Prometheus.
Zoals jij als tiener zelf hebt gevoeld? Precies. Paul Snoek sprak ook vaak over zwemmen, vloeibaarheid, een gevoel van vrijheid. Dat kan in poëzie. Ik bedenk en schrijf wat ik maar wil, van heel complexe tot ogenschijnlijk simpele dingen. Een waaier van werelden. Als een eekhoorn vlieg ik van het ene naar het andere, en op het moment dat ik even in de lucht hang, tussen twee takken, ervaar ik iets unieks. En gaat de reis verder.
© Katrijn Van Giel
13
12 Iedereen digitaal Literatuur voor het scherm — Lezen op een scherm wordt steeds aantrekkelijker. Toch blijft het aantal Vlaamse auteurs dat de creatieve mogelijkheden van e-books benut beperkt. Johan Veldeman bracht in België het eerste Engelstalige boek uit dat speciaal voor de iPad ontwikkeld is. door Kirsten Cornelissen Drie jaar liep hij rond met zijn lijvige voorleesboek Antletics, maar geen enkele uitgever durfde een kinderboek van 160 pagina’s uit te geven. Johan Veldeman: “Door de komst van de iPad werd het plots wel mogelijk om mijn verhaal te publiceren, en dat zelfs op een extra creatieve manier.”
verhaal verdwijnt in de groeiende massa van iPad-applicaties. Je hebt echt een grote mediacampagne nodig om eruit te springen.” Johan Veldeman bekostigde de productiekosten van Antletics – zo’n 10.000 euro – met zijn eigen spaarcenten. “Met de opbrengst van 40 cent per verkocht exemplaar, heb ik die kosten nog niet teruggewonnen.”
Hoge productiekosten
Voorlopig kun je enkel het eerste hoofdstuk van Antletics downloaden. Het tweede hoofdstuk verschijnt in het najaar. De auteur droomt ervan om op termijn alle acht episodes van zijn boek op iPad uit te brengen. Nu nog op zoek gaan naar sponsors …
In samenwerking met de Gentse bedrijven Smart-I en MobileJuice voegde de schrijver interactieve extra’s toe aan het boek. “Terwijl de ouder voorleest, kunnen de kinderen dingen ontdekken door op tekeningen en teksten te klikken. Zo krijgen ze het gevoel dat ze deel uitmaken van het boek,” vertelt Johan Veldeman. Kinderen kunnen onder meer de dieren in het verhaal laten bewegen, het dierendorp verkennen, een eigen muziekje maken ... Johan Veldeman schreef het boek in het Engels, waardoor het ook over de landsgrenzen heen furore kan maken. “In Engelstalige landen is het boek bestemd voor zeven- tot tienjarigen. Elders kunnen kinderen het boek gebruiken om hun Engels op te krikken. Door op bepaalde woorden te klikken krijgen ze uitleg bij begrippen en uitdrukkingen.” Antletics werd intussen al in 26 landen minstens één keer gedownload. Toch blijft het grote succes uit. “Mijn
Antletics: interactieve mieren Johan Veldeman bedacht het voorleesverhaal Antletics op vakantie. Hij merkte een groep mieren op, die netjes op een rijtje achter elkaar liepen, waardoor het leek alsof ze aan atletiek deden. Zo ontstond de titel, een samentrekking van ant (mier) en athletics (atletiek). Het boek vertelt de ontdekkingstocht van mier Archie Ant. Die ontmoet onderweg interessante figuren en komt in aanraking met leuke bezigheden. De auteur goot het verhaal in maar liefst 1.000 Engelstalige versregels. Het interactieve kinderboek is opgedeeld in episodes. Het eerste hoofdstuk, ‘Archie and the Mysterious Sphere’,
kun je al downloaden via de App Store. In het najaar verschijnt het tweede hoofdstuk, dat je kunt kopen voor 0,79 euro.
E-books in opmars Johan Veldeman is een van de weinige Belgische auteurs die een digitaal boek met animatie uitbracht. Het Nederlandstalige gebied telt maar een tiental geanimeerde boeken op de digitale markt. Gewone e-books vind je hier wel meer en meer. De auteur van een e-book laat zijn papieren verhaal omzetten naar een digitale versie, zonder iets aan te passen of toe te voegen. Nieuwe papieren boeken komen tegenwoordig meteen ook digitaal uit. In twee jaar tijd verdrievoudigde het aantal Nederlandstalige e-books: 12% van het huidige Nederlandstalige titelaanbod is in een digitale versie verkrijgbaar. Jef Maes, hoofd van het Kenniscentrum van Boek.be, volgt de technologische evoluties op de voet. Hij ziet het digitale aanbod gestaag groeien. “Al heel wat mensen lezen teksten op een e-reader. Het leesgemak van de e-reader evenaart dat van het papieren boek. Meer en meer lezers vinden ook hun weg naar de smartphone. Zo’n miljoen Belgen zijn er de trotse bezitter van. De smartphone leent zich perfect voor korte leesmomenten zoals
in de bus of de wachtzaal van de dokter.” Op de smartphone kunnen auteurs kleuren, bewegingen, stemmen en 3D-effecten toevoegen. Ook de iPad biedt die verschillende functies aan. Je kunt op een iPad, naast gewone boeken, geanimeerde verhalen lezen. Toch gebruiken minder lezers dan verwacht een iPad. “Een beetje spijtig,” vindt Jef Maes, “Er bestaan heel innovatieve stripboeken en kinderboeken voor de iPad. Zo kunnen kinderen op een iPad Fundels verkennen.” Fundels staat voor ‘bundels vol fun’, interactieve prentenboeken die het taalgevoel van jonge kinderen stimuleren. De Fundels bevatten spelletjes, didactische hulpmiddelen en oefeningen. In een aantal bibliotheken kun je Fundels gratis ontlenen check: www.fundels.com/nl_ BE/#/who/bib
“Volg de ontwikkelingen” Aan auteurs raadt Jef Maes aan om de technologische ontwikkelingen te volgen. Digitale tekstdragers geven auteurs nieuwe mogelijkheden om creatief te zijn. Dat maakt het voor auteurs en lezers nog aangenamer. Bovendien voorspelt Jef Maes dat de kinderziektes van digitaal lezen snel zullen verdwijnen. “Het aanbod wordt groter, digitaal lezen gebruiksvriendelijker. Binnenkort komt er een scherm op de markt dat niet reflecteert en geen externe lichtbron nodig heeft om tekst weer te geven. Dat maakt lezen minder vermoeiend.” Geanimeerd leesplezier voor je iPad - De Wedstrijd – Piccolo Picture Books - Timo Lite van Rian Visser - Alice Lite (Alice in Wonderland, Engelstalig) - Leesplankje: Miep, Joop, Aap,… in digitaal formaat
- Wolfie van Ianka Fleerackers - Toy Story - De stuivende Stad – Suske en Wiske bij Standaard Uitgeverij: geanimeerde app die meer dan 80.000 keer werd gedownload - Fundels: een merknaam van Playlane dat bewegende boeken presenteert voor o.a. iPad - Antletics, een Engelstalig verhaal over een mier, van Johan Veldeman - The Fantastic Flying Books of Mr. Morris Lessmore Boek.be ontwikkelde de iPadapplicatie e-boek.org, waarmee je meer dan 6.000 Nederlandstalige e-books kunt lezen. Je vindt er ook een overzicht van de meest verkochte en meest recente titels. Ook Franstalige en Engelstalige e-books behoren tot het uitgebreide aanbod van e-boek.org
Digitaal schrijven voor beginners Zin gekregen om digitaal te gaan? De tips van Johan Veldeman en Jef Maes: 1. Ga scheep met een productiehuis of uitgeverij. Zij hebben de technische kennis om de stemregie en opnames optimaal te laten verlopen. 2. Zit vanaf het begin samen met de mensen die je helpen (illustrator, productiehuis, uitgever). Zo krijgen de interactieve snufjes in je e-book echt een meerwaarde. Johan Veldeman: “Mijn verhaal was al klaar voor ik ermee naar een productiehuis stapte. De tekeningen, oorspronkelijk bedoeld voor een statisch geheel, moest ik plots gebruiken voor een interactieve toepassing. Het gevolg: veel interactie is er puur om de interactie en staat niet in functie van het verhaal.” 3. Besef dat productiekosten hoog kunnen oplopen. De interactieve extra’s die je in je verhaal kunt verwerken, hangen af van je budget. Sponsorgeld is geen overbodige luxe. 4. Zonder een mediacampagne verdrinkt je digitale verhaal in de massa. Maak je verhaal bekend. 5. Pas je tekst aan aan het medium. Schrijf je voor een smartphone, houd het dan compact. De smartphonegebruiker leest een tekst liefst binnen het half uur. Voor een iPad of e-reader mag je tekst wat langer zijn, maar houd er rekening mee dat lezen op een scherm voorlopig vermoeiender blijft dan op papier.
15
14 ‘De uitgever
verkrijgbaar in de handel. Nu is de omlooptijd van een doorsnee boek vaak teruggebracht tot een half jaar. Een half jaar, dat is minder dan de tijd die ik tot op dit moment al wachtend heb doorgebracht.
laat op zich wachten, ik bijt mijn nagels stuk’
Netwerken
— ‘Geduld is een schone deugd’: slagzin van ouden van dagen en scheurkalenders allerhande. Alleen begint de muur van mijn eigen deugdelijkheid onderhand zware barsten te vertonen. Ondertussen al meer dan een half jaar zonder nieuws. Op dit moment verlang ik echt naar een of andere vorm van verlossing. Zelfs al betekent die verlossing de afwijzing van mijn manuscript. Dan kan ik tenminste weer verder. Zes maand is echt wel lang. Een oordeel vellen zou toch sneller moeten kunnen? Stel je voor dat ze Jeanne d’Arc meer dan 150 dagen op de brandstapel hadden laten staan alvorens de boel daadwerkelijk in de fik te steken. Overleden door verveling en ergernis. Dan nog liever de barbecue. Voorlopig blijft het windstil. door Dimitri Verbelen
Uitgevers - of toch die waar ik mijn hoop op heb gesteld - blijken niet heel communicatief omtrent de status van vooruitgang. Inderdaad, ik geef het blozend toe, ik heb gezondigd tegen één van de basisregels: ‘probeer geen contact met ons op te nemen, wij bellen u wel’. Enigszins frustrerend, en wat als je ondertussen al bijna twee keer van telefoonnummer bent veranderd? U snapt het al, ook al beweerde ik in mijn vorige bijdrage over een ijzeren wil te beschikken: vandaag zie ik mij genoodzaakt toe te geven dat roestvorming zijn intrede deed. Ik stuurde tegen beter weten in een mail naar de desbetreffende redactie. Vergeef het mij, ik zat met een deadline voor dit artikel. Mijn inspiratie dreigde op te drogen bij gebrek aan nieuwe info. Anders had ik echt niet gemaild. Echt niet. Dat gelooft u toch? Hun antwoord was niet dat waar ik zat op te wachten. Hoewel … Deze uitdrukking is misschien net iets tè goed gekozen. Want wat blijkt? Mails worden op dezelfde manier behandeld als ingezonden manuscripten. Ik wacht nog steeds op een
antwoord. Consequent is deze uitgeverij dus wel, dat moet ik ze nageven.
omlooptijd Misschien ontdek ik wel interessante zaken in het verhaal van anderen die het allemaal al eens hebben meegemaakt. Of van mensen die ook in mijn situatie zitten. Wachters. Hopers. Want dat ik niet alleen ben, daar ben ik van overtuigd. De instroom van manuscripten bij de uitgeverijen is zeer groot. Zo groot dat in sommige gevallen de inzendingen zelfs een tijdje blijven liggen alvorens ze daadwerkelijk worden ingekeken.
‘In mijn jacht op de gouden tip komen er drie opvallend vaak terug: netwerken, zichtbaar blijven en deelnemen aan wedstrijden.’ Ik snuister wat rond bij een vriend van een vriend, iemand die reeds
boeken schreef toen ik nog oprecht twijfelde over het correcte aantal letters in het alfabet. Pulkend naar antwoorden kan ik niet anders dan vaststellen dat de situatie compleet veranderd is. Dat heeft niet alleen te maken met de opkomst van het internet en de e-books. In de jaren tachtig waren er bitter weinig of zelfs geen debuten. Conservatisme was de norm en risico’s werden heel vaak gemeden. In de jaren negentig werd er een inhaalbeweging gemaakt en professionaliseerde het uitgeversvak. Nieuwe technieken maakten het mogelijk dat boeken in kleinere oplages werden gedrukt. Negatief gevolg hiervan was een overaanbod met té veel auteurs die té veel boeken in té korte tijd produceerden. Waar vroeger een uitgeverij promotie voerde voor je boek, wordt er nu van de auteur verwacht dat hij/zij voor een groot deel zelf het heft in handen neemt. Toen kwam ieder nieuw boek in zowat alle bibliotheken en alle boekhandels terecht. Dat is nu al lang niet meer het geval. Er zijn gewoon te veel boeken. Vroeger was een roman ook makkelijk drie jaar lang
In mijn jacht op de gouden tip komen er drie opvallend vaak terug: netwerken, zichtbaar blijven en deelnemen aan wedstrijden. Laat ons met dat netwerken beginnen. Waar een mens vroeger verplicht werd lijfelijk de boekenpresentaties en literaire onderonsjes af te schuimen, zijn er nu de sociale netwerken. Wanneer ik mijn eigen profiel onder de loep leg, merk ik inderdaad al snel dat iedereen met een beetje literaire aspiraties over een zeer groot aantal gemeenschappelijke vrienden beschikt. Uitgevers en schrijvers zijn nadrukkelijk aanwezig op het net. Al stel ik vast dat het hoofddoel bij beide groepen vaak zelfpromotie is. De uitgever wil zijn werken in de kijker plaatsen, de aspirant-schrijver zichzelf. Het antwoord of het ooit tot wederzijdse liefde via dit kanaal kwam, moet ik u schuldig blijven. Onderschat de kracht van sociale media echter zeker niet. Deze geschreven zoektocht bijvoorbeeld kwam tot stand omdat een medewerker van Creatief Schrijven toevallig langsheen mijn profiel struinde. Blijven schrijven is dus de hoofdboodschap.
zichtbaar blijven Wat betreft dat zichtbaar blijven denkt een mens tegenwoordig al snel aan een blog. Ik heb er geen. Of dan toch geen in de traditionele zin van het woord. Het overaanbod aan blogs deed mij een beetje twijfelen aan het feit of ze wel nog zo
effectief zijn. Het eeuwige verhaal van door de bomen het bos niet meer zien. Bovendien word ik niet echt wild van de uniforme look van die dingen en om zo’n pagina echt in het oog te laten springen ontbreekt het mij aan voldoende informaticakennis. Dus koos ik voor een Facebookgroep, een makkelijk te manipuleren gedachtenhaven waar ik een deel van mijn letters kwijt kon. De vluchtige, de snelle letters welteverstaan. Een soort van visitekaartje misschien? Op het moment van de start was de hele hype nog aan zijn steile opmars bezig en het leek mij dan ook een ideaal middel om in de kijker te raken. Dat lukte ook ten dele. In de Vrolijk relativerende liga ter bestrijding van azijnpis en verzuring worden ondertussen meer dan 5000 leden op regelmatige tijdstippen bestookt met schrijfsels van eigen hand. Dat de vlag niet steeds de lading dekt, laat ik aan u over om te ontdekken.
wedstrijden Over die wedstrijden kan ik kort zijn: ik hou niet van wedstrijden. Toch niet wat schrijven betreft. Wedstrijden zijn bedoeld voor vinkenzetters en andere sporters. Dat ik door die mening misschien wel kansen mis, neem ik er dan maar bij. Het zij zo. Mijn eigen wedstrijd blijft nog steeds beperkt tot wachten. Alleen hoop ik van ganser harte dat het niet op Godot wordt. Ik geef mijn huidige poging nog tot het eind van deze maand. Dan is de zomervakantie afgelopen en ga ik actief op zoek naar nieuwe kansen, naar uitgeverijen waar ik op een of andere manier een affiniteit mee voel. Om mijn buikgevoel aan te
wakkeren lees ik ondertussen meer dan ik schrijf. Nederlandstalige auteurs vooral. Ik let op hun stijl. Maar misschien nog net dat ietsje meer op de vorm van het boek. Omslag. Lettertype. Geur zelfs. Ik zoek naar het gevoel dat een boek mij geeft wanneer ik het in mijn handen houd. Bij een goede vibe noteer ik de naam van de uitgeverij en struin ik hun website af. Zij mogen binnenkort een pakket van mij verwachten. Een bruine envelop gevuld met letters. Maar vooral met hoop. Want gewoon maar wachten, dat is werkelijk geen leven.
16 LETTERFABR
IEK
Kom op verhaal met een reisverhaal
— In de letterfabriek bespreekt een auteur of dichter de beste inzendingen van de schrijfuitdaging. Bart Plouvier boog zich dit keer over de beste reisverhalen. door Bart Plouvier Ik heb het cursisten en andere geïnteresseerden al vaak verteld: het leuke aan reisverhalen is dat je al schrijvend zoveel kanten uit kunt. Geschiedenis en folklore, beeldende kunst en film, bizarre gebruiken en cafécultuur, het kan allemaal aan bod komen. Het klinkt gek, maar je hoeft, om een reisverhaal te schrijven niet eens echt op reis te gaan. Let op: er zijn journalisten die al googelend door een of ander land trekken, en dus doen alsof, maar hun stukken missen sfeer en zijn over het algemeen weinig verrassend, verschaffen nauwelijks leesplezier en zitten volgepropt met informatie die je zelf van het net had kunnen plukken. Nee, ik heb het over andersoortige verhalen. Over, bijvoorbeeld, Reis door mijn hoofd, waarin de auteur, Kamiel Vanhole (1954-2008), op stap gaat door een houtsnede van Frans Masereel. Of over De kleuren van de zee, het verslag van schilder William Turners overtocht van Harwich naar Calais, gemaakt in 1842, gebaseerd op het doek Snowstorm. Of over het nu volgende Een merkwaardige reis. Ik mag hier niet te veel over het verhaal vertellen, want het heeft een heuse plot, wat je bij reisverhalen toch zelden tegenkomt. Pas bij de laatste twee regels wordt duidelijk waar de auteur geweest is. Een prima vondst en stilistisch is er niet zo heel veel op aan te merken. Zelf zou ik voor een wat meer golvende taal kiezen. Te veel
korte zinnen achter elkaar dwingen de lezer in een tak-tak-takritme en dat leest niet altijd even plezierig. In een dialoog vind ik het wel kunnen, maar de auteur zou, in de enkele beschrijvende passages, de teugels even moeten vieren, de zinnen loslaten en ze een eindje laten rollen. De opdracht was een verhaal te schrijven, niet langer dan een A4. Ik zou de auteur aanraden om, puur voor zijn eigen plezier, het verhaal twee keer zo lang te maken. Minstens. Dan creëer je ruimte om stilistisch te freewheelen en komt de wat langer uitgestelde plot als een nog grotere verrassing.
een merkwaardige reis Daar zit ik dan in een trein. In een kamer? Precies weet ik niet hoe ik het noemen moet. De bank waarop ik zit, is wel een echte treinbank. Groen skaileer met hier en daar een scheur of losgepeuterd stuk leer. Ik sla mijn benen over elkaar. Ook mijn armen. Laat maar gebeuren, denk ik. Er stappen nog vier anderen in de wagon. Een vrouw en drie mannen. De vrouw gaat naast mij zitten, de mannen nemen een stoel. Muffe geuren van tweedehands spullen kringelen mijn neusgaten in. Mama, daar ruikt het naar. Ook het theekastje naast mij, met het kanten kleedje erop, doet me aan haar denken. De deurtjes van geslepen glas hebben hetzelfde patroontje als bij ons thuis. Op het kastje ligt een gehaakt kleedje. King pe-
permunt, lees ik op het busje dat erbovenop staat. Mijn blik dwaalt verder. Aan de wand hangt een vergeelde familiefoto, erboven een mattenklopper. Een niet-tikkende ouderwetse klok hangt tegen de andere wand. Ineens staat er voor de opening van de wagon een jongeman. Zijn dreadlocks dansen wild op zijn hoofd. “Prettige reis,” zegt hij. Lachend gooit hij met een smak de deur dicht. Even blijft het stil in de wagon. Iedereen kijkt elkaar onwennig en verwachtingsvol aan. Mijn hoofd draai ik richting raam. Donker. Alsof je de nacht inrijdt. Opeens een vreemd schuivend geluid en zacht gezoem. Nog steeds voel ik geen enkele beweging. Achter het raam gebeurt opeens iets. Er schuift een bos voorbij in horizontale richting. Even daarna een weiland met wat koeien erin. Dan bereiken we een klein dorpje met gezellige huisjes, een watertje, bergen en een brug. Vele herhalingen volgen. In een hoek van de wagon kraakt een microfoon. Verschillende stemmen klinken door elkaar. Dan steeds duidelijker de stemmen van een oude vrouw en twee jongens. “Waar studeer jij?” “In Amsterdam.” “En jij?” “Nijmegen. Medicijnen.” “O, mijn kleinzoon studeert daar ook,” kraakt de stem van de oude dame ertussendoor. “Hij komt mij vaak opzoeken. Het is zo’n lieverd.” De studenten wisselen allerlei wetenswaardigheden met elkaar uit.
De dame mijmert hardop over het landschap en de oude brug die ze nog kent uit haar jeugd en waar ze nu snel overheen zal gaan. “Lusten jullie een pepermuntje?” vraagt ze aan de studenten. “Graag.” Wat geritsel van een rolletje. Moet King geweest zijn. In gedachten zie ik het witte rolletje met het donkerblauwe - of was het zwart? - opschrift voor me. “Dank u.” “We zijn er nu bijna. Nog een paar seconden,” zegt haar vermoeide stem. Dan ineens een oorverdovend lawaai. Of de hel is losgebroken. Iedereen maakt een onverwachte zwenkbeweging naar rechts. De wagon wiebelt, zucht, kreunt. De passagier naast mij botst lachend tegen mij aan. Dan is alles opeens weer rustig. Ook de microfoon in de hoek zwijgt. Iedereen wacht in stilte. Een paar mensen schuifelen ongedurig op hun stoel heen en weer. Dan wordt plotseling de deur opengerukt. “Uitstappen!” roept een van de theatermakers van de Boulevard. “Station Den Bosch!” Gerda Zachariasse Het tweede verhaal dat ik koos is bijna puur sfeerscheppend. Ik zeg bijna, want je komt toch ook een en ander te weten over het hoofdpersonage, over zijn leefomstandigheden, zijn familie en de gevolgen van een oorlog die ergens in de verte woedt. Er valt zelfs een bom. De auteur knipt als het ware een ogenblik uit een avond beleefd door ene Mahmoud, ergens in de woestijn. Hij geeft dat moment in woorden vorm en presenteert het ons – letterlijk – op een blaadje. Heel mooi. Licht melancholisch ook. Ik vind het een beetje jammer dat de titel verraadt waar en wanneer precies een en ander zich afspeelt. Ik zou ‘Libië, april 2011’ schrappen. De lezer komt daar zelf wel achter. Het ritme wisselt mooi en tijdig, en het zijn de
kleine, ogenschijnlijk onbelangrijke details die voor eerder genoemde sfeer zorgen. De openingszin is erg goed gekozen, hij wekt nieuwsgierigheid en nodigt uit om verder te lezen ...
Akakuswoestijn, Libië, april 2011 De kamelen horen het, zoals altijd, het eerst. Ze liggen met de voorpoten vastgebonden onder de kroon van een acacia te herkauwen. Af en toe ontsnapt er een langgerekte boer diep vanuit hun buik. Hun koppen komen schokkerig omhoog terwijl hun kaken onverstoord blijven doormalen, en hij weet dat binnen een paar seconden de stilte van de woestijn kapotgescheurd wordt. Elke dag sinds half februari, dezelfde tijd, twee uur na zonsondergang. De eerste paar keren is hij op een hoge rots geklommen om toe te kijken hoe de blauwe vlammen van de naverbranders als vallende sterren langs de hemel schieten. Nu kijkt hij zelfs niet meer op. Het gierend geluid van de jagers wordt een verre donder in het noorden. Mahmoud port met een stok in de laatste sintels van het vuur waarin zijn theepot staat. Hij drinkt zijn thee nu alleen, en neemt daarom niet de moeite om die van steeds hoger in het kleine theeglaasje te gieten tot er een plakkerig, zoete schuimkraag bovenop ligt. Die ceremonie heeft pas betekenis als hij ze kan delen. Vooral met zijn familie, maar zijn broer Lamin woont in Tripoli, werkt daar in een café voor toeristen in het havenkwartier. Hij heeft al anderhalve maand niets van hem gehoord, want er komt geen post meer en de telefoon geeft alleen geruis. Hij heeft nooit veel nagedacht over politiek. Zijn broer evenmin, die probeert net zoals hij gewoon de eindjes aan elkaar te knopen. Maar hij weet ook wel dat het niet zo eenvoudig in elkaar steekt. Hij hoeft de politiek, de
problemen en de oorlog niet op te zoeken. Die komen wel naar hem toe. Misschien gewoon omdat hij en zijn broer een donkerder huid hebben dan de meeste Arabieren. Dat is een erfenis van hun vader die net over de grens in Mali geboren is. In gewone tijden is een donker vel al minderwaardig, maar in tijden van oorlog, met huurlingen uit Soedan en Mali in dienst van de kolonel, is het levensgevaarlijk. Zijn vader en moeder zijn al lang dood. De mensen leven hier niet zo lang, trekken krom vanaf vijftig en halen zelden zestig. Mahmoud woont nu in het ouderlijk huis, in het oude karavaandorp Ghat dicht bij Algerije. Nog vier dagen stappen en hij is terug thuis. Met zijn kudde van tien kamelen die hij op de markt wil verkopen, want wat moet hij met die kamelen nu er geen toeristen meer door de woestijn trekken? In Ghadames had hij er nog elf, maar één is er door de knieën geknikt. Toen hij een laatste keer omkeek, lag het beest, overdekt door de aasvliegen die midden in de woestijn vanuit het niets vandaan komen, op z’n zij op het einde te wachten. Stil, met de lange nek uitgestrekt in het zand. Mahmoud giet de drab van zijn thee in het vuur en loopt naar de witte kameel die zijn persoonlijke bezittingen draagt. Hij reist licht in de woestijn, zoals elke bedoeïen: een waterzak, wat uien en kikkererwten, een zak meel die nu bijna leeg is, een ketel, een paar geelkoperen schalen die bij elke stap tegen de flanken van de kameel bonken. En een gitaar, die hij van de zadelknop haalt. Ze heeft nog maar vier snaren, maar dat vindt hij niet erg. Hij heeft er geen zes nodig. Hij legt de gitaar over zijn knie en begint de baslijn van ‘Mamadou Boutiquier’ van Ali Farka Touré, die hij ooit in Bamako zag spelen. De oorlog is ver weg. Vandaag was een goede dag. Morgen, dat weet alleen Allah.
18
AGE REPORT
Stuur je Sleeping Beauties de wereld in
WinNEN
Eeuwige roem Ruth Aerts Marloe Mentens Angelique Deserranno
"Democratie, daar doe ik niet aan mee." Een avondje in de zomerbar
Dit is van mij Line Lams Veerle Stappers Kim Hertogs
Een jaarabonnement op Kluger Hans
— Onder de noemer Brulapen en Fluisterschapen trakteert de Zomerbibliotheek van Comp.Marius tijdens de Zomer van Antwerpen elke maandagavond op jonge woordkunstenaars. Vaak met mooie momenten als resultaat. De monoloog van Adriaan Kuipers was echter less than fantastic. door Michiel Leen
Paul Sannen
Homoheks, lieve homoheks Tina Schuddinck Albert Wittink
Schrijfuitdaging
Schrijf en verbaas ons! Foto Viona Ielegems - © www.viona-art.com
Kruip in je pen en deel je mooiste, stoutste, meest fantasierijke dromen met de wereld via de facebookpagina Sleeping Beauties breken uit. Auteur Ivo Van Strijtem selecteert de beste fragmenten. Misschien komt jouw beeld of verhaal wel in het Sleeping Beauties boek terecht!
FANTASYVERHAAL Verslind je fantasyboeken en heb je zelf ook een eigen wereld gecreëerd? Gebruik de tips op p. 4 en 5 en stuur jouw verhaal van maximum 1 A4 pagina naar onze redactie. De beste verhalen worden beloond met feedback. • M aximaal 1 A4 pagina (Times New
info: www. kasteelvangaasbeek.be
Roman 12, 1.5 interlinie) • Mail je tekst voor 7 november naar
redactie@creatiefschrijven.be • Eén zelfgeschreven tekst per
persoon • Gebruik geen bijlagen maar zet je
tekst in de mail zelf • Vermeld in de onderwerplijn van je
e-mail: schrijfuitdaging VERZ!N
Vorig jaar was het podium van de zomerbar onder de noemer Brulapen nog voorbehouden aan de echte amateurs. Dat leverde volgens de organisatoren te weinig spankracht op, en daarom stellen ze hun openluchtbühne op zomerse maandagen open voor performers uit de woordkunst, of mensen die hun sporen verdiend hebben in circuits als De Sprekende Ezels. Een maandagavond in de zomerbar verloopt meestal als volgt: drie performers worden voor de leeuwen geworpen, Stijn Vranken praat het geheel aan elkaar. Bezoekers krijgen een glas wijn aangeboden. Kwestie van iedereen in de juiste sfeer te brengen. Omdat het ons niet vergund is om elke maandagavond naar Antwerpen af te zakken, kiezen we lukraak voor 25 juli. Laat dat nu net de dag zijn waarop de gebruikelijke werkwijze doorbroken wordt. Immers: de avond wordt gereserveerd voor de monoloog Wij Rijmen van de jonge Leuvenaar Adriaan Kuipers. Wat Kuipers de mensen wil voorschotelen, is een alleenspraak annex gedichtencyclus, opgehangen aan de geschiedenis van de ruimtevaart, met name dan het Apolloprogramma (bekend van de maanlanding en “Houston, we have a problem”).
Kuipers laat zich aan captatio benevolentiae niets gelegen liggen. Hij schuift Vranken de coulissen in met de binnenkomer dat zijn monoloog alvast minder saai zal zijn dan de inleiding die eraan voorafging. Vervolgens richt hij zijn branie op het publiek, toeschouwers sommerend om van plaats te wisselen. Immers: “Ik ben hier de baas. Democratie, daar doe ik niet aan mee!” Wie het daar niet mee eens is, kan opstappen. Voelt Kuipers nattigheid wanneer drie toeschouwers effectief de wijk nemen?
“Houston, we have a problem” Ondanks de pedanterie zijn de gedichten die Kuipers voordraagt behoorlijk conventioneel, met hier en daar een aforisme genre “Ik ben heel goed in gewoon zijn, maar geen mens die het ziet.” Eigenlijk zijn ze best te begrijpen zonder de horkerige tirades die de lijm van het betoog vormen. Wanneer Kuipers zijn teksten ook nog eens begint te richten op de onschuldige toeschouwster Sandy (“Ebde gij al ‘ne vriend?” klinkt het met Leuvens accent) wordt het spektakel pijnlijk gênant . Misschien is dit alles ironisch bedoeld. Misschien wordt de geaf-
fronteerde toeschouwer geacht om op te merken dat het personage van de voordrager tegenover Sandy ontdooit, dat hij achter die façade een romanticus is, die droomt van de maan etcetera. Helaas blijkt dat nergens uit dictie of lichaamstaal. Als er ironie mee gemoeid is, slaagt Kuipers er niet in om die met zijn publiek te delen. Het lijkt vooral alsof hij met grote tegenzin parels voor de zwijnen staat te gooien, als een vermoeide geschiedenisleraar die een klas pubers wegwijs moet maken in de historie van de ruimtevaart. “Ge gaat dat waarschijnlijk toch niet begrijpen,” klinkt het steeds even mat. Als toeschouwer heb je daar na een halfuur wel genoeg van. Als recensent mag je niet opstappen wanneer je daartoe gesommeerd wordt, maar moet je integendeel de scherts tot het einde uitzitten, vergeefs hopend op de apotheose. Ik wens het prachtige initiatief dat de Zomerbibliotheek is mooiere maandagavonden toe dan deze, met performers die een béétje goesting uitstralen.
20
Readymade
WORKSHOP
de kunst van de kleine ingreep — In 1917 schudde de kunstwereld (voor de zoveelste keer) op haar grondvesten. Vele kunstkenners en -liefhebbers schreeuwden moord en brand toen Marcel Duchamp een urinoir tegen een museummuur vast schroefde en het een kunstwerk noemde. Wat kan je daar als schrijver van leren? door Frank Pollet
‘Fountain was een gewoon urinoir – gesigneerd met ‘R.Mutt’ 1917 – dat Duchamp anoniem inzond voor een juryloze expositie in 1917 in New York, waarvan hij zelf directielid was. Men nam de inzending echter niet serieus, men dacht dat het ging om een belediging van de organisatie van de expositie. Het werk werd aldus geweigerd. Het kunstwerk is in 2004 door een panel van 500 kunstkenners verkozen tot meest invloedrijke kunstwerk van de 20e eeuw.’ (Wikipedia)
readymades? Toch niet. Want net één stap verder ligt een interessante grens. Daar ligt immers het terrein van de pointe, de boodschap, de toegevoegde waarde.
In de Nederlandse literatuur duurde het tot de jaren 1960 voor de eerste readymades in poëzie opdoken. K. Schippers, Armando, Cees Buddingh’ en Cor Vaandrager amuseerden zich rot en publiceerden in het tijdschrift Barbarber veel dergelijke poëzie. Een readymade maken is eigenlijk poepsimpel: je neemt een krant of een tijdschrift (een stuk tekst tout court), je selecteert daaruit een fragment of meerdere excerpten, je plaatst die bij elkaar en klaar is … Cees. Maar valt er op die manier echte poëzie te maken? Waarschijnlijk niet volgens wie poëzie traditioneel als ‘beklijvend’ wil ervaren. Afvoeren dan maar, die
Nemen we een tweetal gedichten uit een cyclus van Hans Verhagen uit 1966 (opgenomen in de bundel Sterren Cirkels Bellen in 1981): (1) Een pijnloze knobbel kan onheilspellender zijn dan een pijnlijke. (5) Uitsluitend hulp is niet genoeg; vertrouwen en geloof in beterschap alleen hebben totaal geen invloed.
Fountain was de eerste readymade in de plastische kunst. Een kleine honderd jaar later kijkt niemand nog op van dergelijke ongein.
Poepsimpel?
een voorbeeld
Zelfs als 99% van alle kankercellen weggenomen of vernietigd is – De readymades van Marcel Duchamp maakten de boeiende overgang van een retinale kunst (voor het netvlies) naar een men-
De kunstenaar gaf de museumbezoeker stof tot nadenken. tale kunst (die toeschouwers aan het denken zet). Dat is net iets moeilijker dan een schapje vol wijnglazen tot kunst verheffen of een krantenknipsel doodleuk poëzie noemen. Niet voor niets stond er op Duchamps urinoir de tekst ‘R. Mutt’, wat een verbastering van ‘Armut’ (armoede) zou zijn. De kunstenaar gaf de museumbezoeker stof tot nadenken.
dan zal de overgebleven 1% de patiënt doden. Het gedicht heet ‘Kanker’. Hans Verhagen maakte het door doodgewoon een aantal zinnen uit een medisch naslagwerk te kopiëren. Maar hij heeft dat wel heel vakkundig gedaan. De onderkoelde, constaterende, zakelijke toon genereert een maximum aan effect. De juiste woorden zijn op de juiste plek samengebracht.
aan de slag Het mag best wat luchtiger zijn dan het voorbeeld. Googelen we even ‘all inclusive vakantie’, dan vinden we onder andere dit:
De Eden cottages zijn onze nieuwste cottages. Met hun ruime en trendy interieur met grote schuifdeuren, en de vele extra’s (o.a. een badkamer bij elke slaapkamer, Home Cinemaset) biedt deze cottage een eigentijdse vakantiebeleving in harmonie met de natuur. Verder hebben onze Eden cottages een ingerichte keuken, een badkamer, een open haard en een privéterras met tuinmeubels. Er is ook altijd een kinderbed/park en -stoel aanwezig. • Verblijf in een Comfort cottage. • Eten: ontbijt- en lunchbuffet, koffie/ thee met versnapering, dinerbuffet en één keer per verblijf een diner á la carte in de op het betreffende park aangegeven cafés en restaurants. • Drank: onbeperkt frisdrank, fruitsap, koffie/thee, bier van de tap en huiswijn. • Dekbedhoespakket per persoon. • Handdoekenpakket per persoon. • Keukenpakket per cottage. www.centerparks.be Verblijf in een Club kamer Ontbijt, lunch, tea-time, snacking en diner. Choice of restaurants offering refined and generous buffets. Drankjes / Snacks worden overdag en ‘s avonds geserveerd, met keuze uit verschillende bekende merken. Een ruime keuze uit verschillende activiteiten. Toegang tot sauna inbegrepen. Ontspannen, feestelijke sfeer met concerten en shows. www.clubmed.be Het komt er nu op aan om een insteek, een idee, een pointe te bedenken om deze informatie met een minimale ingreep en een kleine eigen toevoeging een nieuwe context te geven, zodat we de oude tekst de overgang van ‘retinaal’ naar ‘mentaal’ doen maken. Als we die nieuwe context hebben bedacht (één zinnetje kan een wereld van verschil maken!) kunnen we de
woorden selecteren die in het nieuwe kraam passen. Zo weinig mogelijk ingrijpen versterkt natuurlijk het readymadegevoel. Vertrekken we van de visie van de echte reiziger. Die wil optimale vrijheid en zo weinig mogelijk gebonden zijn aan welke beperkende kwesties ook. In een all-inclusiveformule zou hij zich als het ware gevangen voelen. Na een kleine schoonmaak in de oorspronkelijke tekst en een beetje schuiven met de woorden houden we dit over: All inclusive Ruim en trendy interieur met grote schuifdeuren, en vele extra’s (o.a. een Home Cinemaset). Een ingerichte keuken, een badkamer, een open haard en een privéterras met tuinmeubels. Er is ook een kinderbed/park en -stoel aanwezig. Eten: ontbijt- en lunchbuffet, koffie/ thee met versnapering, dinerbuffet, één keer per verblijf een diner á la carte. Drank: onbeperkt frisdrank, fruitsap, koffie/thee. Dekbedhoespakket per persoon. Handdoekenpakket per persoon. Een ruime keuze uit verschillende activiteiten. Toegang tot sauna inbegrepen, ontspannen, feestelijke sfeer met concerten en shows. En als we er nu, de visie van de echte reiziger indachtig, doodleuk deze ‘versregel’ onder plaatsen: Welkom in Leuven-Centraal! (of Alcatraz, Guantánamo Bay, Robbeneiland) Dan maken we met een minimale ingreep de overgang van retinaal naar mentaal. De Mona Lisa een klein snorretje geven: daar was het ons om te doen, nietwaar?
Een readymade is geen flarf In ‘All inclusive’ maakte ik dank-
baar gebruik van het internet. Dat maakt van de tekst echter nog geen flarfgedicht. Ik had mijn informatie/inspiratie immers ook uit de folders van Centerparks of Club Med kunnen jatten. Wat is het verschil tussen een readymadegedicht en een flarfvers? Een readymade kán draaien op internetbrandstof, maar dat is geen conditio sine qua non. Zonder internet echter geen flarf. De werkwijze is ook enigszins anders. Wie wil flarfen, googelt enkele zoektermen, bij voorkeur met minimaal verband, en gaat met het overzicht van de zoekresultaten (níét de inhoud van de sites die Google opdiept) aan de slag. Collages met woorden, zinsneden, volzinnen dus, die niet noodzakelijk een semantisch contract hebben. Hierdoor ontstaat vaak een onrustig, ontregelend, verward en verwarrend geheel. Als je al van een geheel kunt spreken, want coherentie is vaak ver te zoeken in flarfpoëzie. Terwijl de readymadedichter doorgaans net het omgekeerde beoogt. Zeg dus nooit zomaar flarf tegen readymade. En vice versa. Anderzijds: who cares? De schrijftechniek van de dichter is voor de lezer onbelangrijk. Voor hem geldt enkel het eindresultaat. De lezer hoeft niet te weten wat de dichter gegoogeld heeft om een flarfgedicht te kunnen lezen. Een goed flarfgedicht kan in principe het etiket flarf (dat enkel verwijst naar het toegepaste schrijfprocedé) overstijgen, zodat de lezer niet eens merkt dat hij een geflarfd gedicht aan het lezen is. Ik maak me sterk dat een redelijk zuiver readymadegedicht steeds zijn origine verraadt. Sterker nog: misschien is de origine net wat de lezer de overgang van retinaal naar mentaal doet maken?
Debutanten over hun
eersteling — Al schelen ze zesentwintig jaar, toch mogen Y.M. Dangre en Bart Vercauteren zichzelf sinds kort debuterend auteur noemen. Y.M. Dangre (22) verraste lezend Vlaanderen met het snijdende Vulkaanvrucht. Bart Vercauteren (48) debuteerde met het op ware feiten gebaseerde Het graf van de voddenraper. Over het schrijven van een debuutroman. door Yves Heymans
Y.M. Dangre, hoe lang zat je al te broeden op Vulkaanvrucht? Y.M. Dangre: “In de middelbare school schreef ik voornamelijk poëzie. Ik stuurde mijn werk wel eens naar literaire tijdschriften, meestal zonder gevolg. Zelf vond ik het op dat moment ook nog niet goed genoeg. Dus ben ik blijven oefenen. Rond mijn achttiende was de poëtische inspiratie plots voor lange tijd op. Dan ben ik proza beginnen te schrijven, iets wat ik tot dan toe weinig had gedaan. Maar het ging verbazend vlot. Toen ik aan Vulkaanvrucht begon, voelde ik al van de eerste bladzijde dat het wel eens iets bijzonders kon worden. Toen ik ongeveer aan bladzijde honderd zat, is de mentale omslag er gekomen: ik wist dat het boek zou afgeraken. Het manuscript heb ik dan naar een uitgeverij gestuurd. Na amper vier dagen kreeg ik bericht dat ze het wilden publiceren. Eens je de goedkeuring van de uitgever hebt, begint het echte werk. Na een eerste gesprek krijg je al een wat professionelere blik en zie je sneller wat er nog verbeterd moet worden. Er is wel discipline nodig om te herschrijven. Het is niet altijd leuk als je je vrienden op café ziet vertrekken, en je moet zeggen dat
je niet meekunt omdat je nog moet schrijven. Op den duur heb je de tekst ook zo vaak gelezen. Hoe kun je nog inschatten hoe groot het verrassingseffect van een bepaalde passage is, als je die zelf al tien, twintig keer gelezen hebt?
“De sprookjes heb ik nooit opgegeven. Niet om erin te geloven, maar als bakens om te verlangen en te begrijpen.” Inspiratie blijft onontbeerlijk. Als het niet komt, dan komt het niet. Dan heeft het geen nut om te schrijven want de dag erna moet je wat je geschreven hebt toch weer wegsmijten. Bij mij heeft het nog een jaar en heel wat herwerkingen gekost eer het boek klaar was voor publicatie. Wat je wel leert en wat ik nu bij het schrijven van mijn tweede roman veel beter kan inschatten, is de reactie van de lezer. Zelfs op zinsniveau voel ik die nu redelijk goed aan.”
Bart Vercauteren, bij jou heeft het geduurd tot je 48e voor je eerste boek verscheen. Wat is jouw voorgeschiedenis? Bart Vercauteren: “Ik ben opgegroeid met verhaaltjes en sprookjes. De sprookjes heb ik nooit opgegeven. Niet om erin te geloven, maar als bakens om te verlangen en te begrijpen. Ik werk in de gezondheidszorg, een sector waar taal en woorden belangrijke instrumenten zijn. Het was mijn collega’s al opgevallen dat ik mijn gevoelens goed onder woorden kon brengen. Tja, je houdt dat niet tegen, die liefde voor taal, woorden, verhalen. Maar het ontbrak me aan rust en ruimte. Mijn gezin vroeg veel aandacht, dus bleef er niet veel tijd over om te schrijven. De ideeën en flarden tekst bleven wel in me opkomen. Ik schreef achter het stuur van de wagen: je krijgt een idee en plots schiet er in je hoofd een hele film in gang. Af en toe schreef ik die ideeën wel op, maar daar bleef het bij. Mijn eerste manuscripten waren onvoldragen pogingen, vingeroefeningen. Eens de kinderen volwassen waren, werd het gemakkelijker. Ik heb een jaar loopbaanonderbreking genomen, onder meer om te schrijven.
Mijn vrouw is jeugdauteur, dus zij kende het wereldje al. Zo kwam ik in contact met Greet Spaepen van uitgeverij Houtekiet. Bij mijn eerste manuscript had zij veel terechte kritiek, maar anderzijds was ze tegelijk respectvol en aanmoedigend. Ze geloofde in mij als schrijver en raadde me aan mijn tekst te herwerken en te polijsten. Dat jaar loopbaanonderbreking was voorbij voor ik het goed en wel besefte. Ik dacht dat het daarbij zou blijven wat schrijven betreft. Ik heb nooit geschreven vanuit ambitie, wel altijd mét ambitie en die ambitie had een deuk gekregen.
“Ik noem het nog altijd ‘het wonder van Mortsel’”
Toen kreeg ik het idee voor mijn roman. Op de Boekenbeurs had ik het boek Tranen over Mortsel van Pieter Serrien gevonden, een boek over het bombardement op Mortsel in 1943. Ik ben zelf ook afkomstig van Mortsel. Op de trappen van de Boekenbeurs heb ik dat boek in een ruk uitgelezen. Ik voelde mij er meteen hevig mee verbonden. Er is toen een kortverhaal van vijftien bladzijden over Mortsel uit mijn pen gevloeid. Ik voelde dat het goed zat. En ook Houtekiet wilde het meteen uitgeven. Ik noem het nog altijd ‘het wonder van Mortsel’ dat ik met dit verhaal schrijver ben geworden.” Wanneer is een manuscript af? Bart Vercauteren: “Ik wist het op het moment dat ik dacht: het is misschien nog wel voor verbetering vatbaar maar anderzijds, beter dan dit valt het niet te verwoorden. Het was af en ik was er fier op.”
Y.M. Dangre: “Dat het geen perfecte roman is, is normaal. Het is uiteindelijk mijn eerste boek. Het kan alleen maar een motivatie zijn om het volgende boek nog beter te maken. De kritieken waren over het algemeen positief. Mijn uitgever had me gewaarschuwd me niet te veel aan te trekken van recensies. Sommige kritieken waren terecht. Bij andere dacht ik dan weer: die heeft het boek duidelijk niet goed gelezen.” Bart Vercauteren: “Ik heb ook het geluk gehad dat ik werd opgepikt door enkele gezaghebbende recensenten. Natuurlijk heb ik faalangst voor mijn tweede boek want de lat ligt hoog.” Ligt de opvolger in dezelfde lijn als jullie debuut? Bart Vercauteren: “Mijn tweede roman Een ziel van glas is een zwoegboek in vergelijking met mijn debuut. Ik verwerk er mijn ervaringen uit de geestelijke gezondheidszorg in. Zonder te moraliseren. Ik schrijf in de eerste plaats literatuur en die draait om beleving en empathie, niet om therapie. In Het graf van de voddenraper heb ik bestaande personages en situaties gebruikt als projectiescherm voor mijn verbeelding. Het boek is autobiografisch genoeg om empathisch te zijn en voldoende fictief om niet te zeuren en te preken. Laat ons zeggen dat in beide boeken de fundamenten non-fictie zijn. Het huis zelf is fantasie.” Y.M. Dangre: “Bij mij is het allemaal fantasie. Ook in mijn tweede roman. Ik heb bewust gekozen voor thematiek en personages die ver van me af liggen. Voor mij is Vulkaanvrucht
intussen wel afgesloten. Ik heb het boek niet meer gelezen sinds de publicatie. Ik zit al volop in mijn tweede roman. Die eerste roman is een
“Als schrijver ben je nooit klaar” drempel waar je over moet. Je leert ook veel bij. Het is nog maar een goed jaar geleden dat ik het boek geschreven heb en, ik denk dat, als ik het nu zou herlezen, ik er nog veel aan zou willen veranderen.” Bart Vercauteren: “In het begin dacht ik: een schrijver is iemand die schrijft. Dat is voldoende. Later wordt dat: een schrijver is iemand die gelezen wordt, nog later: iemand die gepubliceerd wordt en een oeuvre heeft. Zo probeer je de lat steeds hoger te leggen. Als schrijver ben je nooit klaar.” Beide auteurs zijn genomineerd voor de debuutprijs. Ontdek op de Boekenbeurs of ze gewonnen hebben!
Webkijker
Op
VAKLITE
jij ook
ontdekking tijdens een tweede lezing
— Denken over dichten reikt je geen expliciete schrijftips aan, maar daalt diep af in het wezen van de poëzie. Dit is lezen om zelf betere gedichten te schrijven. door Yves Joris
In het prachtig geïllustreerde boek dissecteren Trouw-redacteur Peter Henk Steenhuis en emeritus hoogleraar Theo de Boer poëzie met een filosofisch scalpel. Elk gedicht wordt tot op de letter ontleed en krijgt een meerwaarde voor de lezer die de tijd neemt om het geheel te laten bezinken. IN DE RIVIEREN ten noorden van de toekomst werp ik het net uit, dat jij aarzelend verzwaart met door stenen geschreven schaduwen. (uit Atemwende van Paul Celan in vertaling van Ton Naaijkens, 2002) Wat maakt een gedicht goed? Hiermee opent filosoof Theo de Boer zijn essay over Celan. Onmiddellijk nuanceert hij zijn openingsvraag door ze scherper te stellen: wat geeft een gedicht zeggingskracht, en is het bestand tegen herlezing of is alles al gezegd bij de eerste lectuur? Vervolgens stelt hij de vraag wat er na de eerste lezing blijft hangen: is dat de moeite waard? En de Boer ploegt voort: laag voor laag legt hij de fundamenten van Celans poëzie bloot, tot hij aanbelandt bij de Holocaust, het hoofdthema van Celans poëzie. Door associatie dwaalt de Boer via Jezus en Simon (de netten verwijzen naar het simpele vissersbestaan) over de wetenschap (hoe
fijnmaziger het net der analyse, hoe kleiner het risico dat er iets aan de aandacht ontsnapt) naar Heideggers Sein und Zeit. Die laatste associatie vindt de filosoof terug door ‘uitwerpen’ gemakkelijkheidshalve te lezen als ‘ontwerpen’. Dat die laatste stelling kort door de bocht gaat, hoef ik de lezer niet te vertellen. Op het einde van zijn betoog komt de Boer terug bij het wezen van het gedicht door te verwijzen naar het taalspel van schaduwen van stenen die het net verzwaren. Bij de eerste lectuur werd dit beeld wellicht over het hoofd gezien: het zijn de schaduwen die het net verzwaren, niet de stenen zelf. De auteur bewijst hiermee zijn eigen opgeworpen stelling dat goede poëzie bestand moet zijn tegen herlezing. In het hoofdstuk over liefde bijt Rutger Kopland de spits af met: Ga maar liggen liefste in de tuin, de lege plekken in het hoge gras, ik heb altijd gewild dat ik dat was, een lege plek voor iemand, om te blijven. (Rutger Kopland, Een lege plek om te blijven, 1971) Met dit gedicht richt de Boer zijn pijlen op het debat dat al meer dan tien jaar woedt tussen de dichters van de alledaagse taal en de zogenaamde
?
Nanowrimo
RATUUR
hermetische dichters. Hoofdrolspeler in dit debat is de dichter Ilja Leonard Pfeijffer die complexe poëtische taal een conditio sine qua non vindt, om de simpele reden dat de alledaagse werkelijkheid ook complex is. De mens denkt nooit aan één zaak tegelijk, het hoofd is een vat vol tegenstrijdigheden en poëzie moet dat uitdrukken. Aan de hand van Kopland, toonbeeld van de dichter van de alledaagse taal, krijgt de lezer een beeld van taal die zodanig ontregelt dat voor een gedicht als ‘Lege plek’ twee interpretaties mogelijk zijn. Bij een eerste lezing denk je aan liefde en geborgenheid, maar daarachter zit ook de lege plek van de ik-figuur, zonder eigen inhoud, zonder eigen positie. Zowel inhoud als vormgeving sluiten naadloos aan bij het doel van het boek: de lezer de mogelijkheid bieden om opnieuw te lezen en daarbij andere nuances terug te vinden. En is dat nu net niet wat de Boer probeerde te bewijzen, dat goede lectuur herlezing verdient? Denken over dichten Theo de Boer en Peter Henk Steenhuis ISBN 9789047703556 Prijs: 34,50
— Een boek van ongeveer 175 pagina’s of meer dan 50.000 woorden schrijven in een maand tijd? Gekkenwerk. Of juist niet? In november gaan duizenden amateurschrijvers overal ter wereld de uitdaging aan tijdens de National Novel Writing Month (Nanowrimo). Evi Hoste probeert het project hier in België enige bekendheid te geven. door Ken Van De Steene
‘De meeste mensen komen voor het eerst in aanraking met NaNo via het internet’, steekt Evi Hoste van wal. ‘Enkele jaren geleden, voor Wordpress en Facebook bestonden, was Livejournal een van de grootste blogservices op het internet. Zo heb ik NaNo leren kennen.’ Hoste zag het project direct zitten en wilde graag actief meewerken aan de schrijfmarathon. ‘Al ben ik nog geen officiële medewerker. Iedere regio wordt aangestuurd door twee MLS, wat staat voor Municipal Liasions. Zij organiseren evenementen in hun regio en brengen deelnemers met elkaar in contact. NaNo beschouwt Nederland en Vlaanderen als één regio, onze twee MLS zijn Nederlanders. Ik help hen om leuke locaties te vinden om de schrijfkriebels in zoveel mogelijk mensen naar boven te laten komen.’ Deelnemers zoeken is een niet te onderschatten taak. België doet het in vergelijking met de Angelsaksische landen en Nederland niet zo goed. Maar Hoste is hoopvol. ‘NaNo is in België relatief nieuw, en ons land is toch altijd ietsje trager om dergelijke internationale fenomenen op te pikken. De afgelopen twee jaar is het aantal actieve deelnemers verdubbeld.’ Ligt de drempel niet te hoog? ‘Nie-
tasie, waarbij de deadline steeds om het hoekje zit te loeren en de koekjes en de thee nooit ver weg zijn. Nanowrimo biedt ontelbare mogelijkheden om in contact te komen met hobbyschrijvers of professionele auteurs.’
WEL WINNAARS, Geen prijzen mand kan van je verwachten om op een maand tijd een boek te schrijven dat klaar is voor publicatie’, geeft Hoste toe. ‘Wat NaNo voor ogen heeft, is het losweken van de vastgeroeste hersencellen, een first draft schrijven, je grenzen verleggen en ontdekken dat ook jij het kan. Het is een ontdekkingstocht die dertig dagen duurt. NaNo begeleidt je ook. De MLS sturen je wekelijks motiverende e-mails, bekende auteurs delen hun ervaringen en op de forums kan je bij andere deelnemers terecht.’ Ook na Nanowrimo 2011 wil Hoste betrokken blijven bij het project. ‘Schrijven is voor mij meer dan een hobby. Ik kan weinig aangenamere manieren bedenken om koude herfstavonden door te brengen dan in het gezelschap van elkaars fan-
De National Novel Writing Month ontstond in 1999 in San Francisco. Een groepje vrienden begon boeken te schrijven omdat ze ‘als schrijvers gemakkelijker aan een lief konden geraken’. Een jaar later werd de website opgericht en telde men al 140 deelnemers. Bloggers verspreidden het nieuws, en het derde jaar werd de kaap van drieduizend deelnemers overschreden. Eind 2009 waren er bijna 142.000 accounts aangemaakt. Prijzen zijn er met de National Novel Writing Month (van 1 tot en met 30 november) niet te winnen. Elke schrijver die het aantal vereiste woorden haalt, krijgt wel een winnaarcertificaat en een webbadge. Meer info: www.nanowrimo.org
26
minuut film een pagina boek Per
Van serie naar roman — Witse, Code 37, Zone Stad, Sara, Ella en David zijn bekende televisieseries. Maar ook de boekenwereld geniet mee van hun succes. Deze series werden immers gevolgd door een boek of een reeks boeken. VERZ!N voelde drie novellisten aan de tand. De karakters krijgen ze in hun schoot geworpen, maar hoe vertalen ze die karakters naar papier? door Veerle De Meyer
Een 'novellisatie' is het omgekeerde van een boekverfilming. Je hebt eerst een film of een televisieserie. Op basis daarvan maakt een auteur een roman. De schrijvers Ria Maes, Tom Naegels en Bavo Dhooge hebben elk een eigen band met het ‘genre’. Opvallend is dat ze alle drie vanzelf in de novellisatiewereld zijn gerold. Ze waren niet de grootste fans van de serie en ze meldden zichzelf niet voor de rol aan. Ria Maes schreef in Nederland doktersromans toen VTM haar vroeg om het dagboek van Sara te schrijven. "Op een dag kreeg ik een telefoontje van VTM dat er een serie zou komen, Sara. De telenovelle was nog niet eens op tv verschenen, of ze dachten eraan om daar een dagboek van te maken. Ze zochten een vrouw die romantisch kon schrijven en vroegen of ik eens wou komen praten." In eerste instantie ging het om het schrijven van twee dagboeken met de serie mee. Maar de boeken hadden een ongekend succes, en sinds augustus ligt nummer 9 in de winkels. "Ik ben nu aan een winterverhaal bezig", verklapt Ria Maes. "Het is het derde jaar op rij dat er een winterverhaal komt. Dat is maar half zo dik als een gewoon boek. Het staat eigenlijk buiten de
reeks, zodat iedereen het makkelijk kan lezen." Bavo Dhooghe werkte als scenarioschrijver mee aan de politiereeks Sedes & Belli. Omdat hij ook boeken schreef, werd hij gevraagd een ‘aflevering’ in boekvorm te schrijven. Door het schrijven van het boek-naar-de-aflevering Salieri is hij novellist geworden.
Homoseksuele Witse Ria Maes kent Sara door en door. Ze weet hoe Sara kan reageren. "Je moet trouw blijven aan het personage. Sara is wel veranderd in de loop van de serie, maar het kan niet zijn dat ze innerlijk helemaal verandert. Ik vind wel dat 'vroeger' af en toe nog eens terug moet komen. De Sara van vroeger zit er nog wel in, en ook dat ze anders denkt dan veel mensen." Bij dit type schrijven is het belangrijk dat je dichtbij de
‘In mijn boek pleegt de vader zelfmoord, in de serie werd hij vermoord’ personages blijft. "Bij een gewoon boek mik je op originaliteit, terwijl bij een novellisatie vooral de herken-
baarheid belangrijk is," vertelt exnovellist Tom Naegels. Hij schreef onder andere een Witse naar de bekende politieserie. Had hij voldoende vrijheid in het schrijven van deze boeken? "Ja, maar het is wel een commerciële onderneming. Ik zou mezelf in mijn voet geschoten hebben als ik van Witse ineens een homoseksueel had gemaakt die graag in sm-bars zat en gewelddadige games speelde of zo. Het zou dom geweest zijn dat te doen." Bavo Dhooge nuanceert. "Dat hangt ook wat af van serie tot serie. Bij Witse staan er een paar regels vast. Meestal werken ze daar met een soort van bijbel, een document met een fictieve biografie van de personages, dingen die ze kunnen of mogen doen en dingen die niet door de beugel kunnen. Bij de boeken voor Zone Stad is de vrijheid groter. In het eerste Zone Stad-boek had ik het verhaal opgebouwd rond de vader van het hoofdpersonage.
In het boek pleegt die man zelfmoord. Toen het boek al verschenen was, bleek de vader in de serie nog te leven en werd hij daar vermoord. (lacht) Het zijn dan blijkbaar toch twee totaal verschillende werelden. Misschien zijn mensen die de serie maken wat audiovisueler ingesteld."
Goede opdracht voor schrijvers Bavo Dhooge geeft aan dat er twee verschillende vormen van novellisatie zijn. Je kunt dichtbij de serie blijven en gebruik maken van de karakters. Maar net zo goed kan je een nog onbekende aflevering schrijven die je zelf verzint en niet op televisie te zien is. "Hier kan je
‘Die boeken horen niet bij mijn persoonlijke oeuvre’ een beetje meer van jezelf inleggen. Anders is het effectief gewoon uitschrijven." Je kunt ook een stuk van de serie novelliseren. Hier is Bavo Dhooghe nu mee bezig voor een serie rond K3 van Studio 100. Het is een uitdaging om het zo levendig mogelijk, fris en catchy te houden. Dit is een kwestie van veel schrappen. Bavo Dhooghe ziet novelliseren als een goede opdracht voor schrijvers: "Ik heb zelf, puur als oefening, twee of drie keer een film in een boek gegoten. Ik ben geen voorstander van workshops. Je moet wel een beetje talent hebben, een beetje voeling met taal. Maar het moeilijkste is om
iets af te krijgen. Discipline. Per minuut film heb je ongeveer een pagina boek nodig. Zo maak je dan een boek van 120 pagina’s. Je leert dan de essentie overhouden en iets af te maken." Qua aanpak verschilt het voor Bavo Dhooghe niet veel van het schrijven van zijn ‘gewone’ boeken. Het begint met het idee,
‘Sara is wél echt mijn kindje geworden’ gevolgd door de synopsis en het plan. Op die manier krijgt het boek zijn structuur en een onderverdeling in hoofdstukken, en krijgt de schrijver een volledig overzicht van wat er gaat gebeuren in het boek. Het is wel werken met een deadline. Je opdrachtgever verwacht jouw schrijfsels binnen afzienbare tijd. "Zo’n boek schrijf je sneller, want je hoeft de personages minder te beschrijven; de mensen kennen ze al. Voor de hoofdpersonages is dit wel wat beperkend. Je kunt jezelf meer vrijheid geven door nevenpersonages te creëren. Die kan je meer naar je hand zetten," vertelt Bavo Dhooghe.
Broodschrijverij of baby? Novelliseren is schrijven in een sneltreinvaart. In zijn novellisatieperiode bracht Tom Naegels tien boeken per jaar uit. Hij voelde zich een broodschrijver. "Het was gewoon een baan om de rekeningen te betalen. Het zorgde voor een reeks opdrachten." Hij deed dan ook niet langer dan een maand over een boek, omdat het niet altijd zeker
was hoeveel je ermee verdiende. Dat is ook een van de redenen waarom hij ermee gestopt is: het blijft altijd een gok of het boek goed gaat verkopen. Desondanks brengt dit werk toch een deel zekerheid met zich mee. Het boek heeft meteen publiciteit, maar als schrijver ben je minder in beeld. Belangrijk is het succes van de serie. Tom Naegels schreef zijn Witse onder het pseudoniem Barbara Hofmann. Hij vindt dit boek ook niet bij zijn persoonlijke oeuvre horen. Ria Maes denkt daar anders over: Sara is wél echt haar kindje geworden.
Literair
tijdschrift
— De redactie van het nieuwe Nederlandse tijdschrift Terras weet haar momenten wel te kiezen. Ongeveer op het ogenblik dat de redactie trots het eerste nummer boven de doopvont hield, kondigde de Nederlandse staatssecretaris voor cultuur Halbe Zijlstra aan dat de literaire tijdschriften hun subsidie kwijt zouden raken. door Michiel Leen
De beginselverklaring van Terras klinkt dan ook strijdbaar en schopt tegen de tijdgeest. “Het is een vreemde en bekrompen tendens in onze hedendaagse cultuur om intellectuele diepgang te misprijzen.” Maar nog voordat de criticaster van dienst de balg vol lucht gezogen heeft voor een tegenwerping, wordt daaraan toegevoegd: “Het is evengoed raar om te veronderstellen dat er over complexe zaken alleen maar gecompliceerd en op academische wijze geschreven kan worden.” Die zit. Terras is meer dan een tijdschrift, als je de redactie op haar woord moet nemen. Het wordt een plek, gewijd aan de literatuur en aan de literaire blik op de werkelijkheid. Het tijdschrift zal nog volgens diezelfde inleiding 'meerdere keren per jaar' verschijnen. Tegelijkertijd wordt het aanbod op papier geflankeerd door een uitgebreide website, die constant aanvullende teksten en beelden zal spuien. De bedoeling is dat beide media elkaar gaan complementeren. En inderdaad, op tijdschriftterras.nl vallen nog heel wat bonustracks bij het nulnummer te rapen. Benieuwd of het beloofde audio- en videomateriaal even consistent blijkt.
Literair domein Terras is een opvallend anagram
Nieuw literair tijdschrift terras
van Raster, en dus een duidelijke knipoog naar het tijdschrift voor ‘ander proza’ dat in 2008 ophield te verschijnen. Enkele Raster-oudgedienden die zich momenteel ook bezighouden met het digitaliseren van het Raster-archief, zie je opduiken in de redactie van Terras. Raster wordt permanent in herinnering gehouden via de site www.tijdschriftraster.nl, omdat het tijdschrift dan wel opgehouden heeft te verschijnen op papier, maar “de geest van geavanceerde literatuur uit binnenen buitenland allerminst verdwenen is.” (dixit de redactie.) Toch wil Terras zich op het eerste gezicht niet zomaar nestelen in de schaduw van het ter ziele gegane Raster. De kwaliteit van Raster wil het nieuwe tijdschrift wel gestand
‘Het is evengoed raar om te veronderstellen dat er over complexe zaken alleen maar gecompliceerd en op academische wijze geschreven kan worden.’ doen, maar “we hebben niet de behoefte Raster na te doen of voort te zetten, noch de pretentie Raster te overtroeven. Terras komt gewoon na Raster.” Het klinkt wat dubbelzinnig, alsof de redactie zich in bochten wil wringen om vooral niet
te moeten stellen dat ze Raster wil voortzetten. Wat opvalt, is dat de titel van het tijdschrift ook doorschemert in de metaforiek die de oprichters hanteren. Het Terras dat de redactie de lezer aanbiedt blijkt niet alleen een plek te zijn, maar een heus “literair domein”. Een wat zweverige verhandeling van Janneke Wesseling over de horizon – het Terras is blijkbaar een domein dat reikt zover het oog kan zien – kan in die optiek natuurlijk niet ontbreken. Alleszins ligt de horizon voor de redactie ver buiten de grenzen van het Nederlandse taalgebied – dat heeft het tijdschrift ontegenzeglijk gemeen met Raster. Dit eerste nummer bevat dan ook veel werk van vertaalde auteurs, ingeleid met summiere essays.
Editie 00 In Monika Rincks ‘Honigprotokolle’ vertelt vertaalster Hélène Gelèns in de inleiding hoe Rincks’ poëzie haar zodanig bij de keel greep dat ze, voor het eerst in haar bestaan, spontaan aan het vertalen sloeg. De neerslag daarvan is integraal opgenomen. Lars Gustafsson werd dan weer opgevist omwille van zijn 'volstrekt heldere', quasi metafoorloze poëzie. Een van de meest intrigerende bijdragen in dit nulnummer is Richard Powers’ kortverhaal Ge-
meten maten, een laconiek verhaal waarin literaire geschiedschrijving en de levensloop van de protagoniste haasje-over spelen. Tijdens haar studentenjaren in de jaren 60 stuit de hoofdrolspeelster in kwestie op een boek van de zo goed als vergeten Elton Wentworth en besluit het boek te gebruiken als basis voor een scriptie. Ze wordt ingehaald door het leven en de veranderende literatuurtheorie, die door Powers kalmpjes wordt gefileerd. Op elk keerpunt in het leven van het hoofdpersonage keert Wentworth enigszins ongenood terug. Tussendoor wordt de lezer uitgenodigd in gedachten eenzelfde parcours af te leggen van ramsj naar boekenplank en terug. Eindigend met de opdracht “geef de wereld een cijfer tussen een en tien. Zeg wat je graag in het vervolg zou zien gebeuren.” We komen ook Les Murray tegen, een katholieke Australische dichter die wars is van de ironie die elders in de poëzie zo welig tiert. Hoe sardonisch en droog Murray ook uit de hoek komt – bijvoorbeeld in het groteske ‘Kinderlogica’ – het is hem steeds menens. Sowieso had Murray met zijn gedicht ‘Terrassculptuur’ zijn ticket voor de eerste Terras op zak.
Wie het nog wat droger wil, kan terecht bij de gedichten van Russel Edson. Wrange sprookjes, zo betitelt K. Michel Edsons werk in zijn inleiding. En inderdaad, de sprookjesfiguren tuimelen door het beeld en een streepje magie is nooit ver weg. Maar van ‘ze leefden nog lang en gelukkig’ is zelden sprake. Dichter bij huis brengt Terras 00 nieuwe gedichten van de Nederlanders Tonnus Oosterhoff en Jan Baeke. Erik Lindner neemt op persoonlijke manier afscheid van de Chinese dichter Shang Ch’in.
‘Terras komt gewoon na Raster.’ Op het internet wordt aan die selectie nog eens zoveel materiaal toegevoegd, genoeg om de lezer te vermeien tot de volgende gedrukte editie. Het is de bedoeling ook audio en video toe te voegen, en lezingen te organiseren. In weerwil van zijn sobere verschijningsvorm is de eerste Terras een bijzonder interessant tijdschrift geworden. Aan inhoud, hetzij op verduldig papier, hetzij op het internet, mangelt het althans niet. De summiere maar enthousiaste inleidingen bij het werk van vaak min-
der bekende schrijvers zijn zeker leuk om lezen. Bibliografische info over de originelen zou misschien meegenomen zijn, maar anderzijds houdt niets je tegen om zelf aan het googelen te slaan. Benieuwd hoe de redactie in de toekomst de link met het vroegere Raster zal invullen. Benieuwd ook, helaas, hoe de redactie het hoofd zal bieden aan de financieringsperikelen die de Nederlandse tijdschriften teisteren. Het is alvast te hopen dat de donkere wolken zonder veel erg boven dit terras wegtrekken. Het tegendeel zou zonde zijn.
WIN EEN ABONNEMENT OP Terras Wat was het thema van het nulnummer van Terras? Je vindt het antwoord op www.tijdschriftterras.nl Stuur je antwoord naar redactie@creatiefschrijven.be
30 TAALSPEL
Kruiswoordraadsel Winnen
Horizontaal
Stuur de oplossing naar redactie@creatiefschrijven.be en maak kans op een exemplaar van Dit is van mij van Saskia De Coster.
1
2 3
4
5 6
7
8 9 10 11
1 6
2 3
in Praag geboren dichter * geboortestad van Louis Paul Boon
2.
het adres van een website * Nederlandse dichter/bloemlezer
3.
aansporing * deel van een auto * muzieknoot
4.
deel van een maaltijd
5.
drager van erfelijke informatie * landbouwwerktuig * muzieknoot
6.
geliefde van Zeus * mooi * provinciale controle-eenheid
7.
Europese vulkaan * actrice die de Queen gestalte gaf
8.
tuin * heel lange periode
9.
jaarlijkse happening in Antwerpen
9
4 5
1.
4 2
6
10 8
7 8
10.
voornaam van Madame Bovary * ons inziens * tegenvaller
11.
waar? (Latijn) * familienaam van drie schrijvende zussen
3
9 7
10 1
11
5
Verticaal
4.
muzieknoot * auteur van Het Slot en Het Proces
8.
slee * inhoudsmaat * soort hert
1.
schrijver van De Duivelsverzen * moe, zat
5.
district in Antwerpen
9.
kader van een schilderij * beroemde Franse romanschrijver
2.
Ierse afscheidingsbeweging * populaire Waalse schrijfster
6.
meesterwerk van Paul Verhaeghen (2 woorden)
3.
laatstleden * bevel * meisjesnaam
7.
voor de middag * Griekse letter * korte levensbeschrijving
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
10.
legendarische tennisser met driftbuien
11.
bedenker van de hobbits * futuristisch genre
De letters in de genummerde vakjes vormen de achternaam van een beroemde Franse dichter.
33
32 NIEUWS
TAALSPEL
Oplossing
Oplossing kruiswoordraadsel vorige editie VERZ!N
1 1 2
2 3
D
A
Y S
4
F
5
E
6
M
7
I
8
S
E
9
M
D
10
E
D
11
F
V
3
4
E
T
R 7
A
I
E
A
A
L
S
Y
S
O
A
A
R
R
6
7
8
E 4
S
N
U 3
A I
M
T
H
O
5 6
T H
9
8 9 10 11 S T
1
T H
A 5
L
L
E
R
K
L
E
I
S
L
I
L
E
E
S
R
T
H
E
A
L
M
B
E
M
E
G
I
E
E
R
T
L
A
E
N
M
A
1
T
2
O
3
M
4
L
5
A
6
N
O
7
O
B
8
Y
U
9
E
I L
N
T
Y
2
Tentoonstelling van haiku’s en twaiku’s +literaire matinee
Een Vlaamse schrijver
D
A
Workshop poëzie: tips voor haiku's en twaiku's Op 15 oktober neemt Sylvie Marie (ex Humo-dichter) je mee op stap in Antwerpen om de stad te vatten in korte gedichten. Je leert haiku's, twaiku's en terzines schrijven en krijgt daarna uitgebreide feedback en podiumtips. De resultaten worden tentoongesteld in Fnac Antwerpen. Op 3 december is er een literaire matinee. Alle deelnemers krijgen er een podiumkans.
De beste resultaten van de workshop zijn in november te bewonderen in het FnacForum op de Groenplaats. Op 3 december ben je welkom op de literaire matinee. Sylvie Marie laat je kennismaken met haar poëzie en de deelnemers aan de workshop verrassen je met hun literair talent.
zaterdag 15 oktober van 10 tot 17u Prijs: 15 euro – Fnac-leden 10 euro Inschrijven via info@creatiefschrijven.be of [t] 03 229 09 90
Zaterdag 3 december om 11u FnacForum, Groenplaats
Tips voor de Boekenbeurs Waar beter dan op de Boekenbeurs kun je je schrijftalent bijschaven? Zoals elk jaar is er een uitgebreid aanbod aan workshops, en uiteraard levert Creatief Schrijven zijn bijdrage. (zie volgende pagina)
S
De Boekenbeurs praktisch Locatie: Antwerp Expo, Jan Van Rijswijcklaan 191, 2000 Antwerpen Data: van 31 oktober tot 11 november, van 10 tot 18 uur – op 3 en 10 november tot 22 uur. Meer info: www.boekenbeurs.be
Ja, ik neem
een jaarabonnement op VERZ!N. Ik ontvang vier nummers na betaling.
naam
straat
postcode tel
gemeente
voornaam nr
bus land
Ik schrijf vandaag 12 euro over op rekeningnummer 001–4238815-88 met vermelding ‘abo VERZ!N’. Ik wil een factuur. Ik schrijf vandaag 17 euro over op rekeningnummer 001–4238815-88 met vermelding ‘abo VERZ!N’. Ik ontvang een factuur na betaling.
Knip deze bon uit en stuur hem op naar Creatief Schrijven, Waalsekaai 15, 2000 Antwerpen, België
Ik woon in het buitenland en schrijf 30 euro over op rekeningnummer IBAN: BE56 0014 2388 1588 - BIC: GEBABEBB met vermelding ‘abo VERZ!N’.
34
NIEUWS
Workshops Boekenbeurs
Scenarioschrijven
Zin. Lust in je leven door schrijven
3 november 15.30u tot 17u Gele Zaal
1 november 15.30u tot 17u Gele Zaal
In deze workshop krijg je geen recepten of toverformules voor het schrijven van een scenario. Wel verduidelijkt Marc Didden wat de belangrijke vereisten voor een goed scenario zijn. De filmmaker en scenarist heeft het over de noodzakelijkheid van zitvlees en over het zoeken naar een idee. Ook legt hij uit wat de do’s en dont’s zijn voor goede dialogen. Creatief Schrijven i.s.m. Luster
“Vergeet alle regels over grammatica, structuur of stijl en schrijf alsof je leven ervan hangt,” zo moedigt schrijffan Geertje Couwenbergh de lezers van haar boek Zin. Lust in je leven door schrijven aan. Tijdens deze workshops geeft ze je praktische schrijfoefeningen en –advies. De manier om de liefde, het geluk en de hartstocht in je leven te herontdekken.
Tips e-books 2 november 15.30u tot 17u Gele zaal Zit het e-book gewoon in de lift of is het echt de enige toekomst van het boekbedrijf? Davy Hanegreefs onthult alle geheimen van het digitale boek en geeft je de technische tips om zelf een boek te digitaliseren.
Stiftgedichten en status update-poëzie 3 november 14u tot 15.30u Gele Zaal Jongeren en poëzie, het is wel degelijk een goede combinatie. Xavier Roelens, dichter, reikt je een aantal fijne methodieken aan om met je leerlingen stiftgedichten, twaiku’s, flarfpoëzie en lyrische status updates te schrijven. Volg deze workshop en verbaas je klas met je kennis over de nieuwste vormen van poëzie.
lijk voor dé wanhoopskreet van de jaren '80 in Vlaanderen: I can't live in a living room ! Maar hij schrijft ook kinderboeken. 'Het huis in de midden van de straat', een knipoog naar Madness, haalde zelfs de longlist van de Gouden Uil. Tijdens een interactieve lezing laat hij zien waar zijn inspiratie en gekte vandaan komen. Wil je deelnemen? Slechts één adres: info@creatiefschrijven.be of [t] 03 229 09 90
Publiceer
gratis JOUW boek bij unibook
Erotische liefdesscènes 4 november 16u tot 17.30u Gele Zaal Een treffende erotische scène schrijven is een uitdaging. Veel auteurs beginnen eraan en verzanden snel in bergen en vlaktes; zonder de dingen bij hun naam te noemen. Ann Ceurvels laat de erotiek vlot uit haar pen stromen. Hoe ze dat doet, vertelt ze graag tijdens deze workshop.
Columns schrijven 8 november 15.30u tot 17u Oranje Zaal Gevatte meningen scherp neerzetten op papier, een lust voor het lezend oog. Yves Van Durme, schrijfdocent, leert je tijdens deze workshop om jouw mening spits en uitdagend te ventileren.
zingen in de living – workshop liedteksten 10 november 15.30u tot 17u Gele Zaal Peter Slabbynck was verantwoorde-
Prijsuitreiking Gouden Meeuw 11 november 11.30u tot 12.45u Groene Zaal Wie een boek wil uitgeven, kan dit gemakkelijk zelf doen; in eigen beheer. In dit undergroundcircuit verschijnen af en toe pareltjes. Creatief Schrijven reikt de Gouden Meeuw uit, de prijs voor het beste boek uitgegeven in eigen beheer. Friedl’ Lesage (Radio 1), Gerda Reynaert (eerste literaire agente in België) en Rudy Vanschoonbeek (uitgever) brengen hun favoriete fragmenten en reiken de prijs uit. Een verrassingsact kruidt het geheel muzikaal. Ontdek wie zijn vleugels uitslaat dankzij deze prijs! Deelnemen aan de Gouden Meeuw kan tot 15 oktober. Stuur vier exemplaren van je boek naar Creatief Schrijven, Waalsekaai 15, 2000 Antwerpen. Alle deelnemers ontvangen een ticket voor de Boekenbeurs. De winnaar krijgt promotie-ondersteuning van de literaire agenta, komt in contact met de uitgever en maakt kans op een extra uitgave.
vanaf
€
6,46
Maak jouw eigen unieke CookBook!
Maak jouw eigen unieke PhotoBook!
Bundel al jouw recepten in een uiterst
Je creëert een PhotoBook met de meest
Of hou je het toch liever bij een volledig
persoonlijk CookBook. Kies zelf een
professionele
zelf ontwikkeld boek?
stijl voor jouw boek, voeg je eigen
fotografen mee werken. De grafische
Via UniBook kan je zelf jouw werk
recepten toe en die van grootmoeder,
mogelijkheden zijn enorm. Je kan jezelf
opladen. De handige wizard helpt je
vul jouw boek eventueel aan met
eindeloos verdiepen in het creëren.
vervolgens bij de opmaak van jouw kaft.
leuke recepten uit onze database
Na enkele dagen ontvang je dan jouw
Wil je anderen laten kennismaken met
en creëer erop los. Wij zorgen ervoor
PhotoBook in kleur gedrukt en met een
jouw boek? Dan kan je het boek gratis
dat je jouw eigen CookBook binnen
harde gepersonaliseerde kaft.
te koop aanbieden via onze online
enkele dagen kan ontvangen. Een mooi boek in kleur gedrukt met een harde
software
waar
Maak jouw eigen unieke boek! ook
bookshop. Via UniBook beschik je
immers over een wereldwijd verkoop-
gepersonaliseerde kaft. Zo uniek. Een
en distributieplatform. UniBook zorgt
echte cadeautip of toch eerder een
voor de productie, de betaling en de
musthave voor elke hobbykok?
verzending, zodat jij jezelf volledig kan toeleggen op het schrijven zelf.
AGENDA / Evenementen, cursussen en wedstrijden Zin in literatuur? Wil je zelf schrijven? Werp een blik op de cursussen, wedstrijden en literaire evenementen in deze lijst. Een uitgebreid overzicht vind je op de website www.creatiefschrijven.be
FLITSVERHAALPROZAGEDICHT WEL ESSAYPRIJSVRAAG WEL/ STADLEVEN
(CC Berchem) 26/11 en 27/11 in Hasselt (CC Hasselt) Organisatie: Wisper Info: [t] 016 25 16 21 [w] www.wisper.be
Sleeping beauties
FANTASYBOEKENBEURS
Wat: Expo rond slapen en dromen. Je kan je mooiste en stoutste dromen delen op de facebookpagina. Zo maak je kans op publicatie in de bundel. Data: 9/9 tot 13/11 Waar: Kasteel van Gaasbeek Info: [t] 02 531 01 30 [w] www.kasteelvangaasbeek.be
Wat: Gratis boekenbeurs ter afsluiting van de Fantasy Strijd Brugge Data: 22/10 Waar: Nocturne, Brugge Info: dienst Cultuur Brugge [t] 050 44 82 71 [w] www.brugge.be CUlt 2060
Gouden meeuw Wat: Wedstrijd voor het beste boek uitgegeven in eigen beheer Deadline: 15/10 Organisatie: Creatief Schrijven Info: [t] 03 229 09 90 [w] www.creatiefschrijven.be Workshop PoËzie Wat: Korte gedichten schrijven over de stad Antwerpen met Sylvie Marie Data: 15/10 en 15/12 Waar: Fnac Groenplaats Organisatie: Creatief Schrijven en Fnac Info: [t] 03 229 09 90 [w] www.creatiefschrijven.be donderdagen van de poëzie Wat: Pittige poëzie tijdens de lunch Data: 20/10, 27/10, 17/11, 24/11 Waar: Permeke Bibliotheek en Letterenhuis, Antwerpen Info: [t] 03 222 93 20 / 03 338 3964 [w] www.antwerpen.be INTERNATIONALE AMBROZIJNWEDSTRIJDEN Wat: Wedstrijd poëzie en kortverhaal voor volwassenen en jeugd Deadline: 1/11 Organisatie: Kulturele Kring Ambrozijn vzw Info: [t] 057 20 97 71 [w] www.ambrozijn-vzw.be COLUMNS SCHRIJVEN Wat: Weekend schrijfcursus Datum: 22/10 en 23/10 in Berchem
Wat: 2de editie van dit Cultuurfestival Data: 30/10 Waar: Coninckplein, Antwerpen Info: Bibliotheek Permeke [w] www.antwerpen.be Boekenbeurs
Wat: Schrijfwedstrijd Deadline: 15/12 Organisatie: Universitaire werkgroep Literatuur en Media (WEL) Info: [t] 016 22 93 24 [w] uwel.allegro.be/wedstrijden FRAPPANT TXT Wat: Text-on-stage wedstrijd Data: 15/12 Organisatie: Provincie Antwerpen in samenwerking met Creatief Schrijven Info: [t] 03 290 09 90 [e] nina@creatiefschrijven.be [w] www.frappanttxt.be SCHRIJVEN EN ILLUSTREREN VOOR KINDEREN
Wat: 75e editie van de hoogdagen van het boek Data: 31/10 tot 11/11 Waar: Antwerp Expo Info: [w] www.boekenbeurs.be
Wat: Schrijfcursus van 2 zaterdagen Data: 3/12 en 10/12 Waar: Brugge Organisatie: Vormingplus Brugge Info: [e] info@wisper.be [w] www.wisper.be
Vamos Brasil!
WARD RUYSLINCKPRIJS
Wat: Festival rond literatuur, muziek en performance Data: 4 en 5/11 Waar: deSingel, Antwerpen Info: [w] www.vamosbrasil.be
Wat: Kortverhalenwedstrijd Deadline: 31/12 Organisatie: GC De Muze van Meise Info: [t] 022 72 00 31 [e] wim.meert@meise.be [w] www.demuzevanmeise.be
CROSSING BORDER Wat: Festival waar de combinatie literatuur, muziek, film en beeldende kunst centraal staat Data: 19 en 20/11 Waar: de Arenberg en Toneelhuis (Bourlaschouwburg), Antwerpen Info: [w] www.crossingborder.be POËZIEWEDSTRIJD WEST-VLAANDEREN Wat: Poëziewedstrijd voor alle leeftijden Data: 6/12 Organisatie: provincie West-Vlaanderen Info: [w] www.west-vlaanderen.be/ natuurtalent
JULES VAN CAMPENHOUTPRIJS Wat: Poëziewedstrijd Deadline: 31/12 Organisatie: GC De Muze van Meise Info: [t] 02 272 00 31 [e] wim.meert@meise.be [w] www.demuzevanmeise.be