VERZ!N, jaargang 7, nummer 2 (2012)

Page 1

toelating gesloten verpakking 2030 - Antwerpen X - P602624

TIJDSCHRIFT

Het tijds

chrift da t je aan h

et schrij

ven zet

Anne Provoost Gênant dat mensen mijn boeken lezen Experimenteren met proza © Katrijn Van Giel

(on)nut van een literair agent Driemaandelijks tijdschrift van Creatief Schrijven vzw Jaargang 7/nummer 2/april-mei-juni 2012 V.U.: Frank Van Damme/Waalsekaai 15/BE/2000 Antwerpen/prijs €4/p.36


03

02 COLUMN /

INHOUD

- door Ellen Weiss

Verhaal, versie 7b Eindelijk is het af. Ik heb eindeloos punten en komma’s verplaatst tot ze weer op hun originele plaats stonden. Kortom, er staat op mijn computer een Worddocument dat een kortverhaal bevat. Plot, personages, karakterevolutie en een gepast einde. Alles. En het is klaar. Niet te geloven. Het enige wat ontbreekt is een titel. Titels zoeken is een moeilijke zaak. Ik wil geen In de schaduw van het Palazzo of Dood heeft mij een aanzoek gedaan. Het moet klinken, zoals Oorlog & vrede, 's Nachts komen de vossen of Bezonken rood. Een titel representeert het verhaal. Hij moet nieuwsgierigheid opwekken en diepte aan de inhoud geven. Zal ik een frappante zin uit de tekst selecteren? Of moet ik alles opnieuw bestuderen en een intelligente metafoor vinden? Ik geef het op. Misschien kunnen anderen me helpen. Ik geef de bundel papier aan een paar vriendelijke, maar kritische taalliefhebbers. Ze doen hun best, ik krijg zorgvuldige feedback. Het is grappig om te horen hoe elke lezer het verhaal op zijn eigen manier interpreteert. Ze geven complimenten over passages waar ik geen twee keer over heb nagedacht. De stukken waar ik mee heb geworsteld, pikken

COLOFON VERZ!N

ze er meteen uit en wijzen ze af. Als ik vraag of ze een woord kunnen vinden dat het verhaal representeert, hoor ik diepgang die ik er nooit heb ingestoken. Althans niet met opzet. Ze doen suggesties voor een goede titel. Niet slecht, soms zelfs heel goed, ritmisch en vol betekenis. Maar ik kan geen titel van hen stelen, want dan zou ik vals spelen. Mijn titel moet en zal ik zelf vinden.

4

SCHRIJFTIPS Workshop Dierlijk dichten .............................................................4

Dierlijk dichten

Cursus in de kijker Verhalen schrijven voor kinderen......................6

Workshop

Letterfabriek Feedback op gedichten . .........................................18

Het duurt een week of twee. Het manuscript ligt in een schuif te sudderen. Ik denk er niet meer al te veel over na. Ik sta onder de douche en ben net begonnen met mijn haar uit te spoelen. Uit mijn grijze hersenmassa, bijna uit het niets, komt er een woord naar boven. Het past. Het heeft twee e's, twee o's en net genoeg consonanten. Ik kleed me aan en loop naar de computer. Open document, schrijf titel, sla op, titel.doc. Klaar. Ik staar naar het scherm en zucht. Wat nu?

SCHRIJVERS AAN HET WOORD Column Ellen Weis .................................................................. 2 Interview Anne Provoost ......................................................... 8 Vervolgverhaal Op zoek naar een uitgever ............................. 16

8

Anne Provoost Win een meet and greet!

Interview Ghostwriters ....................................................... . 22 Interview Signeren, een kunst . ............................................ 24

INFORMATIE Druk: EPO drukkerij

BVBA Jupiter: Zwijnaardsesteenweg 6

Redactieadres:

Leuven: IMS: Diestsestraat 115

[e] redactie@creatiefschrijven.be

Johannes: A. Smetsplein 10

[w] www.creatiefschrijven.be

Hasselt: IMS Demerstraat 80a

[t] +32 3 229 09 90 [a] Waalsekaai 15 – 2000 Antwerpen

April/mei/juni 2012

Copyright berust bij Creatief Schrijven vzw. Overname van de teksten is toegela-

Jaargang 7, nummer 2

Abonnementen

ten mits bronvermelding en voorafgaand

Verschijnt vier keer per jaar.

12 euro (voor 4 nummers) – met fac-

akkoord van de uitgever. Iedere medewer-

Oplage: 1000 exemplaren

tuur 17 euro – 30 euro steunend +

ker/inzender is verantwoordelijk voor zijn

Vakliteratuur ....................................................................... 7 Experimenteren met proza ............................................... 12 Literair tijdschrift............................................................. 26

12

Experimenteren met proza

REPORTAGE

buitenland. Over te schrijven op rekening

of haar bijdrage.

Reportage SchrijversAcademie................................... 20

Uitgever: Creatief Schrijven vzw

001-4238815-88 met vermelding

Creatief Schrijven is het aanspreekpunt

Webkijker Lezen in bits en bytes ................................ 28

Hoofdredacteur: Yves Joris

VERZ!N / BIC: GEBABEBB – IBAN:

voor iedereen die schrijven niet laten kan.

Evenement in de kijker Prinsentuin............................ 30

Eindredactie: Anja Giegas,

BE56 0014 2388 1588

De vzw adviseert, ondersteunt en bege-

Ben Schokkaert

Los nummer: 4 euro

leidt niet-professionele schrijvers en literaire verenigingen.

Redactieraad: Peter Mangel Schots,

20

Schijversacademie

Michiel Leen, Annelien De Geest, Sofie

VERZ!N is te koop in:

Advertentiemogelijkheden en -tarieven op

Rycken, An Leenders , Veerle Goossens

Antwerpen: IMS: Meir 125, Melkmarkt 17

aanvraag: veerle@creatiefschrijven.be

Werkten ook mee aan dit nummer:

De Groene Waterman: Wolstraat 7

Ellen Weis, Jan Loogman, Daniel Billiet,

Mechelen: De Zondvloed:

Taalspel Kruiswoordraadsel............................... 31

David Troch, Ken Van de Steene, Wiete

Onze-Lieve-Vrouwestraat 70

Nieuws............................................................. 33

Andrasch, Tom Lievens, Ellen Van Gool

Brugge: IMS: Noordzandstraat 26

Foto’s: Katrijn Van Giel

De Reyghere: Markt 12

Vormgeving: Albino {www.albino.be}

Gent: Poëziecentrum: Vrijdagmarkt 36

EN VERDER


05

04 WORKSHOP

Dierlijk

dichten — Wie een workshop poëzie wil volgen, is best van geen kleintje vervaard. Poëzie is worstelen en wroeten. En je leermeester is rechtvaardig, maar vooral streng. door David Troch David Troch won in januari de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd in Nederland.

Schrijf je een gedicht voor de eeuwigheid na één workshop poëzie? Die kans is gering. Verwacht je hoogstens aan een bemoedigend schouderklopje van de meester, dat hij met wat instemmend gegrom gepaard laat gaan. Verwacht van de meester niet dat hij je ophemelt, hij is je moeder niet, noch een ander naast familielid dat al je letters, al je komma’s blindelings geweldig vindt zonder ook maar één dichtbundel te hebben gelezen. En laten we voor alle duidelijkheid de boekjes van figuren als Toon Hermans en Steph Goossens geen dichtbundels noemen, mocht die bric-à-brac wel in de kast van je familie staan. Het is haast verbazingwekkend, maar lang niet iedereen die een workshop poëzie volgt, heeft dichtbundels achter de kiezen. De meester kan niet genoeg herhalen dat er geconsumeerd dient te worden en dat poëzie wel wat meer is dan de

rijmpjes die ze ooit in de kleuterklas uit het hoofd hebben geleerd. Wie wil schrijven, moet lezen. Om te tonen hoe gevarieerd poëzie is, gooit de meester aan het begin van een workshop een stapel dichtbundels op tafel. Niet zomaar willekeurig wat, de bundels houden verband met het thema waarrond er wordt gewerkt. Stel, het thema is dieren, dan belanden bijvoorbeeld een bundel van Patty Scholten vol met dierlijke sonnetten en de prachtige bloemlezing Gedichten voor dode dieren op tafel. Eventueel vliegen ook De dieren in mij van Delphine Lecompte en Sorry dat ik het paard en de hond heb doodgeschoten van Adriaan Jaeggi door de lucht, al passeren in die bundels nauwelijks gedichten over dieren de revue. Om maar te zeggen, uit een collectie van pakweg vijfhonderd dichtbundels is er keuze te over. De meester kiest enkele gedichten uit die klassikaal worden besproken. Dat kan leiden

tot lange discussies over de technieken die er zijn gebruikt, over de manier waarop de dichter het dier aan het woord laat … En het inspireert zodat je zelf aan de slag kunt.

eenvoudige feiten “Oei, gaan we over dieren schrijven? Is dat niet meer iets voor kinderen?” Ja, zulke verschrikte opmerkingen zijn haast standaard. Natuurlijk kan ook een volwassene een gedicht over een dier schrijven. De dichtbundels op de tafel onderstrepen dat. Elk thema is goed voor een gedicht. Trouwens, als iemand per se kinderrijmpjes uit zijn pen wil knijpen, laat de meester dat oogluikend toe. Wie poëzie schrijft, mag zich door niets of niemand belemmerd voelen. Al zeker niet door een wit blad. Een wit blad is maar een wit blad. Daar mag een dichter niet voor terugdeinzen.

“Oei, gaan we schrijven?” Ja, een enkeling zegt het wel eens luidop als de meester vraagt pen en papier te nemen. Weet dat als je een workshop volgt, het wel eens kan gebeuren dat je zelf aan de slag moet. Om de angst voor het witte blad te overwinnen bestaan er tal van kleine oefeningen om de vingers op te warmen. Neem het thema dieren. Het ligt voor de hand om bovenaan het blad te schrijven: mijn lievelingsdier is ... Maar, let op, wat voor de hand ligt, vermijd je best in poëzie. Dus wil de meester dat de leerlingen opschrijven voor welk dier ze een heilige schrik hebben. Je krijgt alleen al van het woord 'kolibrie' de blubber in de broek? Perfect, dan zweet je de rest van de workshop op een gedicht over die vogel. Eens je dier gekozen, vraagt de meester dat je er een aantal typische kenmerken van beschrijft. Zoals: welke kleur van veren heeft een kolibrie? “Het mannetje is bont, meestal metaalachtig groen gekleurd, met een glanzend rode, blauwe of smaragdgroene keelkleur. Het vrouwtje is onopvallend gekleurd.” Wat is zijn leefgebied? “Kolibries leven onder andere in de woestijn, in het koude hooggebergte en in het tropisch regenwoud. Ze komen alleen voor in Amerika, maar dan wel over het hele continent, van Alaska tot in Vuurland.” Waarmee voedt het zijn jongen? “De moeder voedt de jongen gedurende drie tot vier weken met insecten en nectar.” Eenvoudige feiten.

Inleven in de kolibrie De volgende stap vraagt meer inspanning. De meester wil immers dat je je in een kolibrie naar eigen goeddunken inleeft. Dat kan door jezelf eenvoudige vragen te stellen, vragen op het kinderlijke af. Waaraan denkt de kolibrie? “Ik moet thuis zijn voor het donker.” Is de vogel verliefd? “Mijn vleugels en mijn hart halen wel tachtig slagen per seconde.” Maar, omdat je nog

steeds een onbeschrijfelijke angst voor de kolibrie voelt en omdat je dat die rotvogel nu voor eens en voor altijd betaald wilt zetten, is het interessanter als je toegeeft aan je sadistisch kantje. “Ik ben een kolibrie. Ik ben een vogel. Ik ben een vogel met hoogtevrees en diabetes. Gelukkig zit ik opgesloten in een kooi waarin ik me nauwelijks kan bewegen.” Anders gezegd, na de doordeweekse beschrijving verzin je zaken die de beschrijving iets extra, iets poëtisch geven. Je denkt, kortom, buiten het hokje. Nu, dat wat je zo spontaan neerpent, is bijlange geen gedicht. Het is hooguit een aanzet daartoe. Voordat je bij een gedicht uitkomt, moet je de beschrijving en de extra’s op een geheel eigen wijze door elkaar mengen. Vervolgens schrap, schaaf en herschrijf je. Ook dat moet de meester de deelnemers bij zo’n workshop aan het verstand brengen, dat dichten ontevreden zijn is.

“Dichten is ontevredener zijn dan anderen, bijvoorbeeld over goeie regels, zodat je alleen hele goeie overhoudt en op den duur ook die niet.” Herman de Coninck.

De meester laat je daarbij niet aan je lot over. Zo legt hij je een aantal stellingen over poëzie voor. Twee voorbeelden: “Poëzie: het enig middel om de werkelijkheid te ontmaskeren.” Jan Greshoff

“Poëzie is het enige wapen dat de taal kan verslaan met de middelen van de taal zelf.” Joseph Brodsky

Je kunt het met Greshoff en Brodsky eens of oneens zijn, zolang je maar begint na te denken over wat poëzie precies voor jou betekent. Nog beter is dat je je eigen stelling verwoordt. Als je weet wat je in poëzie zoekt of waarom je ze zus of zo wilt schrijven, wil de kwaliteit van je gedichten wel eens verbeteren. Uiteraard heb je daarbij ook maar beter oog voor een aantal stijlkenmerken. Zo is het aan te raden dat je het gedicht eens luidop leest om te horen of er voldoende klank en ritme in zit. Dat je nadenkt over de plaats waar je je regels afbreekt. En vraag je vooral af of je gedicht niet te overladen is met beeldspraak.

GEEF JE BLOOT Oh, en welke titel geef je je gedicht? Doodeenvoudig ‘de kolibrie’, ‘mijn grootste angst’ of toch iets origineels? Vind je titels wel nodig? Gaat je gedicht na al dat schrappen of herschrijven nog wel over een kolibrie of heb je uiteindelijk iets bij elkaar gepuzzeld wat feitelijk over een bidsprinkhaan gaat? Wat je schrijft, gooi je voor de leeuwen. “Oei, moet ik mijn gedicht nu aan de anderen tonen?” Ja, het is alleen maar goed als je gedichten niet langer alleen door je moeder worden gelezen. Overigens schudt niet alleen de meester je schrijfsels door elkaar, ook de rest van de klas doet dat. Zij kijken erop toe of je de vele tips uit de workshop in het gedicht ter harte hebt genomen. Waar ben je de mist in gegaan? Wat is je meest poëtische vondst? Als je bang bent om op je bek te gaan, kom dan niet naar een workshop poëzie. De poëzie heeft niets aan angsthazen. Op blog.creatiefschrijven.be en de facebookpagina van Alle dagen dichten vind je elke dag een poëzieopdracht.


07

06 CURSUS IN

DE KIJKER

vakliterat

uur

Recepten

voor zakelijke teksten

Verhalen

schrijven

door Jan Loogman

voor kinderen, een kennismaking — Schrijven voor kinderen, wat is dat precies? En is het iets voor jou? Ontdek het op de kennismakingscursus van de organisatie Wisper. door Veerle Goossens

“Schrijven voor kinderen is niet zozeer anders dan schrijven voor volwassenen, het is vooral meer”, luidt de aankondiging van de cursus Verhalen schrijven voor kinderen. Maar wat houdt dat ‘meer’ precies in? “We raken alle aspecten van het schrijven voor kinderen kort aan”, vertelt Sandrine Lambert, de begeleidster. “We bekijken de verschillen en de overeenkomsten tussen proza voor volwassenen en kinderen. Wat de verschillende genres zijn. Hoe je een sterk personage neerzet en een spanningsboog uitwerkt. Krijg je de smaak te pakken, dan kun je instappen in de basisopleiding.” In de basisopleiding worden de verschillende aspecten van het schrijven van kinderverhalen verder uitgewerkt, weet Sandrine Lambert. “Om te beginnen gaan we na welk thema bij welke leeftijd past. Dat moet je weten voor je je verhaal begint uit te werken. Daarna bekijken we hoe je je personages vorm kunt geven. Wanneer die cruciale kwesties duidelijk zijn, gaan we dieper in op zintuiglijk schrijven, de spanningsboog, de verschillende genres en dergelijke. Alles wordt geïl-

lustreerd aan de hand van kleine schrijfoefeningen.” Na de basisopleiding volgt nog een praktijkcursus. “Daar werken we echt aan een eindproduct”, zegt Sandrine Lambert. “Dat kan één hoofdstuk zijn, maar evengoed een volledig verhaal.” "De kennismakingscursus is geen vereiste om te mogen deelnemen aan de basisopleiding. Maar je kunt maar beter zeker zijn dat kinderverhalen schrijven echt iets voor jou is voor je aan een lange opleiding begint, " meent Sandrine Lambert. “Anderzijds zijn mensen die even van het genre willen proeven niet verplicht om meteen een lange cursus te volgen. Vaak volgen kinderverzorgers en onderwijzers de kennismakingscursus zonder dat ze het verdere traject afleggen. Ze gebruiken de inzichten uit de cursus in hun klas. Daarvoor hebben ze een lange cursus niet nodig.” Wie alles wil leren over het illustreren van kinder- en prentenboeken, kan dan weer zijn hart ophalen in de cursus Prentenboeken: schrijven en illustreren. Deze volgende stap komt uiteraard pas aan bod wanneer het verhaal af is.

De kennismakingscursus Verhalen schrijven voor kinderen vindt plaats op donderdag 3, 10 en 17 mei van 19.30 tot 22u in de lokalen van Wisper, Koetsweg 122 in Leuven (Kessel-Lo). Docent is Sandrine Lambert, auteur en illustrator van kinderboeken. Vorig jaar verscheen haar eerste roman voor volwassenen, Wildgroen. Info en inschrijvingen cursus: www.wisper.be info@wisper.be - 016 25 89 94

Sandrine Lambert geeft ook een workshop op de Schrijfdag op 5 mei in Mechelen. Info en inschrijvingen Schrijfdag: www.creatiefschrijven.be info@creatiefschrijven.be

“Een boek over schrijven moet net zo praktisch zijn als een kookboek. Net als bij een kookboek moet je het kunnen openslaan op pagina’s die je op dat moment nodig hebt.” Dit schrijven Johannes de Geus en Natasja Loomans in het voorwoord van hun boek Stukken beter schrijven, een boek over zakelijk schrijven met als ondertitel Zo wordt schrijven gemakkelijker en leuker. Al lezende in deel 1 van dit boek, met hoofdstukken over schrijfstrategieën en schrijfproces, viel het me op dat die hoofdstukken niet geschreven zijn voor doeners. Dit boek is volgens het voorwoord weliswaar bedoeld voor “Pieter die vlotter wil leren schrijven, voor Maartje die beknopter wil leren formuleren en voor Ralph die vindt dat zijn offertes nog te weinig overtuigend zijn”, maar het biedt Pieter en zijn vrienden geen oefenstof. Er zijn wel voorbeelden opgenomen, maar daarmee is dit nog geen doeboek. Maar ja, werpen de schrijvers mij tegen, het is een kookboek. Per tekstsoort vindt de gebruiker direct wat hij nodig heeft om goed te kunnen schrijven. Dat klinkt aardig, maar het is niet waar. Ik laat nog buiten beschouwing dat er maar een beperkt aantal recepten in dit boek staan (waar is het format voor de reclamefolder, de beschikking, het nieuwsbericht?). Dat dit geen kookboek is, komt vooral doordat de aanwijzingen van de chef-koks buitengewoon algemeen zijn. Als

voorbeeld het recept voor de sollicitatiebrief. De Geus en Loomans schrijven op pagina 116: “De eerste indruk die een sollicitatiebrief maakt, wordt mede bepaald door de lay-out en de spelling. Dat is gemakkelijk. Lastiger is een goede inhoud”. Mijn bezwaar is niet alleen dat de schrijvers hier nalaten aanwijzingen te geven aan mensen die moeite hebben een tekst aantrekkelijk in te delen (“Dat is gemakkelijk”). Mijn bezwaar is ook dat de schrijvers voor de lastigere inhoud erg weinig tips aanbieden. Zij volstaan met een voorbeeld voor een indeling van een sollicitatiebrief. Daarin staat onder andere dat je na de openingszin een algemene motivatie en vervolgens een specifieke motivatie moet opnemen. Grote kans dat Pieter dat al eens gehoord had en nu juist hoopte te ontdekken hoe hij die het beste kon formuleren. Hier laten de schrijvers de doelgroep in de kou staan. Kortom, wie zichzelf wil bekwamen in het schrijven van zakelijke teksten, heeft weinig aan dit boek omdat het geen oefenstof biedt. Evenmin voldoet het boek als kookboek omdat het te algemene aanwijzingen geeft voor het opstellen van concrete teksten. Het derde deel van het boek, over het schrijven via de sociale media, biedt te weinig om deze tekortkomingen te compenseren. Dat het goed mogelijk is een boek over zakelijke teksten op te zetten als een kookboek, bewijst een an-

der in 2011 verschenen boekje. In Hand(ig) boek zakelijk schrijven, zakelijke teksten van A tot Z behandelen Afke van der Horst en Jeanine Reuver 28 tekstsoorten. Van de aanmaning tot de zakelijke e-mail, met daartussen ook de sollicitatiebrief. Ook in dit boek behoort volgens het format de motivatie onderdeel te zijn van de sollicitatiebrief, maar hier geven de schrijvers concreet aan hoe je die het beste kunt formuleren (positief!) en waar je in je motivatie de focus moet leggen (niet bij jezelf, maar bij de organisatie waar je solliciteert). In dit boek geen beschouwingen over schrijven, maar per tekstsoort een voorbeeld en de vraag wat er misging, waarna het vervolg uitlegt hoe het dan wel moet, met een tweede voorbeeld en een bespreking wat daar goed aan is. Per tekstsoort geven de schrijvers een format en een tamelijk uitgebreid stappenplan met concrete tips voor het invullen van het format. Kijk, dat noem ik een kookboek. Johannes de Geus, Natasja Loomans: Stukken beter schrijven. Zo wordt schrijven gemakkelijker en leuker. 224 pagina’s. Uitgeverij Thema, 2011. ISBN 978 90 5871 429 9. Prijs: 24,95 euro. Afke van der Horst, Jeanine Reuver: Hand(ig) boek zakelijk schrijven. Zakelijke teksten van A tot Z. 149 pagina’s. Sdu Uitgevers, 2011. ISBN 978 90 12 58253 7. Prijs: 22,95 euro.


— Jeugdschrijfster Anne Provoost is te gast op de Schrijfdag van Creatief Schrijven. Voor de lezers van VERZ!N heeft ze alvast schrijfadvies klaar. Een gesprek in haar schrijfkamer, tussen de koffers met onafgewerkte manuscripten. door Michel Leen

Ben je momenteel aan het schrijven?

Schrijver als podiumbeest

“De voorbije dertig jaar is er geen moment geweest waarop ik niet aan het schrijven was. Maar niet alles wat ik schrijf, wordt gepubliceerd. Een manuscript gaat vaak enkele jaren een koffer in. De dag dat ik een boek indien bij de uitgever, zit ik alweer in een van mijn koffers te neuzen om te kijken welk manuscript ik ga afwerken. Veel van wat ik heb liggen, stamt uit de tijd vóór Google: ambachtelijk opzoekwerk, met krantenknipsels en tijdschriftenartikels. Fictieschrijvers hebben de luxe om al dat bronnenmateriaal naast zich neer te leggen, het te vergeten en te verdoezelen.”

Het lijkt me iets waarmee je jezelf slapeloze nachten bezorgt. Went die perfectionistische werkwijze ooit?

Toch ga je ernaar op zoek. Op een of andere manier komt die documentatie je dus van pas?

inTERVIE

W

“Gênant

dat mensen mijn boeken lezen”

Anne Provoost

© Katrijn Van Giel

“Elk dossier bestaat uit materiaal dat mij niet loslaat. Ik heb het verzameld en op basis daarvan mijn eerste versie geschreven. Soms dateert de incubatietijd van vijftien jaar geleden. Een enkele keer gaat het sneller. Een tekst hoeft niet per se vijf jaar in een koffer te chillen. Wanneer je je boek helemaal kunt doorlezen zonder dat je nog een woord wilt aanpassen, is het klaar om vrijgegeven te worden. Maar zodra je een woord verandert – en dan heb ik het niet over spelfouten – moet je weer gaan puzzelen. Elke verandering zet een kettingreactie in gang, die ook esthetische gevolgen heeft. Ik moet de volledige paragraaf opnieuw gezien hebben voordat ik een aanpassing kan doen.”.

“Ik heb het altijd zo gedaan. Stringente deadlines bezorgen me wel slapeloze nachten omdat ik dan de tijd niet krijg om de effecten van die kleine wijzigingen na te gaan. Allicht breng ik daardoor minder werk uit dan wanneer er iemand zou zijn die tegen me zegt: zo is het wel goed. Ik besef ook dat die correcties het verschil niet meer maken tussen een geslaagde en een mislukte roman. Maar ik zie niet in waarom ik me zou haasten. Op deze manier kom ik tenminste niet meer voor onaangename verrassingen te staan op het moment dat ik het gedrukte boek in handen heb.”

Je staat bekend als jeugdschrijfster, maar een aantal boeken zijn als volwassenenfictie uitgebracht. Beslis je dat zelf? “De arkvaarders verscheen eerst als young-adult-roman, vervolgens als volwassenenboek. De noemer waaronder dat boek verschijnt, laat je niet door anderen bepalen. Dat gebeurt in overleg met de uitgeverij. Toch heb ik spijt van hoe we De arkvaarders hebben gecatalogeerd, het was beter niet als jeugdroman verschenen. Vooral in het buitenland werd duidelijk dat het meer aansloeg als volwassenenroman, door de taboeonderwerpen zoals dronkenschap, overspel en homoseksualiteit, het onverwachte ver-

telstandpunt en de atheïstische blik op een bijbelverhaal. Bovendien merk je dat de voorkennis van de verhalen van Genesis er bij jongeren niet meer is, terwijl die cruciaal is voor het begrip van de roman. Mensen zien een boek gebaseerd op een bijbelverhaal en denken meteen dat het een soort christelijke propaganda is. Volwassenen waren net geïntrigeerd door die onorthodoxe hervertelling van een hun bekend verhaal. Toen het boek hier bij ons in een versie voor volwassenen werd heruitgegeven, legden boekverkopers het nog altijd tussen de jeugdboeken. Je kunt dat beeld achteraf blijkbaar niet meer bijstu-

"Ik zie niet in waarom ik me zou haasten." ren. Dit gezegd zijnde: doorgaans is de marktzetting mijn zorg niet. Ik discussieer er graag over met mijn uitgever, maar houd altijd voor ogen dat ik aan de productiekant sta, de receptiekant hoeft mijn bekommernis niet te zijn. Het komt er toch altijd op neer dat er een genremuur rond je werk wordt gezet. Mijn uitgever noemde me een nicheauteur. Dat geeft de koper blijkbaar houvast.”

Moet een schrijver het podium op? “Men gaat ervan uit dat je, omdat je schrijft, meteen de bühne op kunt met je teksten. Alsof elke schrijver per se iets theatraals heeft wat van hem in een moeite door een podiumdier maakt. Sommige Vlaamse schrijvers ‘pakken’ niet op het podium, maar schrijven ze daarom slechter? Anderzijds zijn er heel wat auteurs wier werk minder succes zou hebben als ze toevallig niet zo mooi konden voordragen. Hoe je die tegenstelling oplost, weet ik niet. Ik sta graag op het podium,


11

10 maar sterf als wordt verwacht dat ik een rolletje speel. Ik heb geleerd hoe dat moet, optreden, maar het podium zal nooit mijn biotoop zijn. Tegelijkertijd blijft schrijven een erg eenzaam beroep, dus het is fijn om mensen te ontmoeten en het over

"Sommige Vlaamse schrijvers ‘pakken’ niet op het podium, maar schrijven ze daarom slechter?" je werk te hebben. Lezingen voor leesclubs, scholen en bibliotheken geef ik heel graag. Op zo’n moment heb ik de voldoening dat ik aan lees- én schrijfbevordering doe. Ik probeer mensen aan te zetten om te lezen, al hoeven dat zeker niet mijn boeken te zijn. Dat mensen mijn boeken lezen vind ik gênant.”

Angst voor afwijzing Hoezo? “Omdat mensen in mijn ziel kijken. Ik schrijf nooit autobiografisch, dus het is niet zozeer dat de lezer te dicht bij mijn privéleven komt. Maar mensen maken tijd vrij om kennis te nemen van wat je geschreven hebt. Multatuli schreef: ik wil gele-

zen worden. Ja, natuurlijk wil ik dat ook. Maar als ik er nu eens voor kon zorgen dat die boeken pas na mijn dood verschenen? Er valt iets voor te zeggen om bij leven een heleboel manuscripten klaar te maken en ze postuum vrij te geven. Het is meer dan louter bescheidenheid, het heeft ook te maken met de angst om afgewezen te worden. Een boek is zo teer. Verdraagt het wel kritiek? Je weet zelf ook dat het niet perfect is. Op zich doe je iets wat te gek is voor woorden: je verzint een verhaal, maakt je geen zorgen over de band met de realiteit maar verwringt die. Als ik ervoor kon kiezen om veiliger boeken te schrijven, zou publiceren me niet zoveel zorgen baren. Na 25 jaar in het vak weet ik hoe een klassieke jeugdroman

"Schrijven is een kwestie van erop of eronder." eruitziet. Maar ik heb alleen plezier aan mijn werk als er een onveilige dimensie aan zit. Schrijven is een kwestie van erop of eronder: je zult scènes schrijven die bepaalde lezers doen afhaken. Daarin zit het tere, het kwetsbare van het boek. Ik wil mezelf niet inkapselen tegen de mogelijke ongeloofwaardigheid van mijn verhaal, want dan is er geen uitdaging meer aan. En

tegelijkertijd denk je: wat ben ik aan het doen? Deze ene passage kan mijn hele boek verknallen!”

Op de Schrijfdag ga je in debat over de kwestie ‘Is het boek beter dan de film?’ Je roman Vallen werd verfilmd en je werk was de basis voor enkele kortfilms. Wat vind je ervan als cineasten met je boeken aan de slag gaan? “Ik vind het spannend om te zien wat een ander met mijn materiaal doet. Wat als het eindresultaat je niet bevalt? Al beseft het publiek ook wel dat de film en het boek niet samenvallen. Ik ben daar heel ontspannen in: de film is een ander, zelfstandig artefact, geïnspireerd door iets wat ik heb aangeleverd. Ik voel me niet aangesproken door kritiek op de film.”

Vallen is een verhaal met een duidelijke waarschuwing voor het neofascisme in de jaren 90, te midden van de zwarte zondagen. Zou je een dergelijke roman anno 2012 nog schrijven?

© Katrijn Van Giel

“Ik zou het zeker opnieuw doen, misschien met een nog grotere urgentie dan destijds. Je mag niet vergeten dat dat boek ook in andere landen een gevoelige snaar raakte. Het oversteeg de specifieke politieke situatie rond het Vlaams Blok en het Vlaams Belang in België. De angst voor extreem rechts leefde elders evenzeer. Bovendien was er in die pre-internettijden – eind jaren 80 – weinig informatie voorhanden. Dus schreef ik brieven naar organisaties als het Britse National Front, waarin ik me voordeed als aanhanger van hun gedachtegoed, en zij stuurden me per post tijdschriften en pamfletten. Ik wilde hun populistische retoriek doorgronden. Zolang ik student was, stelde die vraag zich niet, want onder gelijkgezinden leefde dat gedachtegoed niet. Maar later, on-

der kennissen en op trouwfeesten, verzeil je in al die discussies die beginnen met “Ik ben geen racist, maar …”. Daar stond je machteloos tegenover. Ik wilde weten hoe ik daarop kon reageren. Het resultaat is een jeugdboek dat je generatie na generatie kunt voorleggen aan jongeren die zich met dezelfde vraag geconfronteerd zien. Anno 2012 zou ik over gelijkaardige zaken hetzelfde schrijven. Maar historisch valt mijn schrijfpraktijk uiteen in twee helften: voor en na het internet. We zijn vergeten hoezeer het internet alles opengebroken heeft en hoe nu ideeën gecorrigeerd kunnen worden. Zowel het ontkrachten als het verspreiden van bullshit gaat nu veel sneller dan vroeger. Dus een nieuw Vallen zou daarmee rekening moeten houden.”

Hoeveel discipline heb je als schrijver nodig? “Schrijven vereist voor mij geen discipline. Als je mij liet doen, zou ik niets anders doen. Ik heb juist discipline nodig om achter mijn schrijftafel uit te komen en te gaan sporten bijvoorbeeld. Maar dat is het lot van een schrijver: zelfs als je naar een film kijkt of gewoon zit te eten, wil je verder gaan schrijven. Nu goed, met drie kinderen is er aanleiding genoeg om dat bureau te verlaten. Ik zit hier niet enkel om te schrijven, overigens. Er komt heel wat administratie bij kijken. En interviews.”

Ga weg van jezelf De eenzaamheid van het beroep: moet je die letterlijk nemen? Hoe moeilijk is het die tijd met jezelf door te brengen? “Het is geen letterlijke eenzaamheid: ik heb een grote familie en vriendenkring, dus ik ben nooit alleen. Daarom probeer ik twee keer per jaar writer in residence te zijn om echt in afzondering te kunnen werken, al slaat skype daar

barsten in. Dan zit ik in Estland en moet ik via internet mijn dochter helpen zoeken naar haar zwempak. Voordeel is wel: skype kun je uitschakelen, thuis kan dat niet. Ik zie mijn vrienden veel te weinig, omdat ik zoveel zit te schrijven. Maar wanneer we elkaar ontmoeten, is de eerste vraag wel altijd: wanneer is je volgende boek klaar? Het aspect ‘met jezelf werken’ problematiseer ik niet. Je werkt wel jarenlang aan een project dat nooit getoetst wordt, wat als je al die tijd verkeerd bezig bent? Al zal ik dat gevoel pas krijgen als mijn manuscript mij niet meer roept en ik met tegenzin naar mijn werkkamer trek. Daarin ben ik genadeloos: een boek waaraan ik niet meer met volle goesting kan werken, gaat de koffer in.”

"Schrijven is niet noodzakelijk fictie schrijven." Is het moeilijk om een verhaalwereld op poten te zetten? “Ik worstel niet met mijn personages. Ik kan me ook niet voorstellen dat ze een eigen leven gaan leiden. Ik ben toch hun baas? Met de vertelling worstel ik veel harder, de plot is cruciaal. Als een karakter zich niet gedraagt zoals het moet, scheelt er iets aan de opbouw. De psychologie zit in het verhaal, ik ga ze niet expliciteren. Ik wil in mijn teksten de directheid van iets wat je overrompelt, in plaats van de traagheid van de analyse. We onderschatten de rol van directe fysieke ervaringen bij alles wat we doen en beslissen. Toen ik jaren geleden enkele literaire prijzen in ontvangst nam, kon ik dat niet belangrijker vinden dan het feit dat mijn kind op dat ogenblik de borst moest krijgen. Als schrijver dwing je lezers in de fysieke beklemming van een ander. Ons lijf, dat harnas dat ons bewustzijn omknelt, wordt tijdelijk vervangen.”

Een tip voor onze schrijvende lezers? “Heb je een uurtje? (lacht) Het feit dat we kunnen verwoorden, onderscheidt ons van de dieren. Dus hoe meer we kunnen verwoorden, hoe menselijker we worden. De schrijfdaad emancipeert en vermenselijkt: iedereen kan zich vaardig maken in taal. Begin met dagboeken en brieven, mails, blogberichten. Zo leer je het vak. En, meer technisch: schrijf in de tegenwoordige tijd en in de eerste persoon. Experimenteren kun je daarna nog. Begin niet aan je verhaal als je nog niet weet waar je naartoe wilt. Zet eerst je lijnen uit. En probeer iets nieuws te vertellen. Blijf bij je lijf, maar probeer terzelfder tijd ook zo ver mogelijk weg te gaan van jezelf. Stuur je ikpersonage op reis, maak het enkele decennia jonger of ouder dan je zelf bent, situeer het in het verleden. En vooral: hecht je niet te snel aan een bepaald genre. Niet iedereen moet romans schrijven. Schrijven is niet noodzakelijk fictie schrijven.”

WIN EEN EXCLUSIEVE MEET AND GREET MET ANNE PROVOOST Schrijf een vervolg op deze zin: "Olivia boog zover als het ging over de reling van het balkon. Ze steunde. Ook als ze haar rug niet kromde, en haar gewicht zo veel mogelijk met haar armen schraagde, was de houding pijnlijk." Valt jouw tekst in de smaak bij Anne Provoost dan verwelkomen we je gratis en feestelijk op de Schrijfdag van 12.15 tot 13u voor een exclusieve babbel met deze grote schrijfster. Enkel VERZ!Nabonnees kunnen deelnemen. Mail je verhaal voor 25 april 2012 naar

schrijfdag@creatiefschrijven.be


13

12 een raadsel, maar toch dwingt deze taalkrachtpatserij ontzag af. Het stimuleert de schrijver alvast om het onderste uit zijn pen te halen en bewust over stijl en woordkeuze na te denken.

info

{Schrijftussendoortje}

xperimenteren

met proza: gestoord of geniaal?

— Je lezers laten beslissen over de opeenvolging van hoofdstukken, een bestaande tekst verknippen tot een nieuw verhaal of weigeren om deze of gene letter te gebruiken: VERZ!N neemt je mee op literair experiment. door Annelien De Geest Poëzie mag dan al serieus experimenteren met vorm, stijl en inhoud; proza blijft meestal veilig binnen de grenzen van het boekenformaat en de eisen van het verhaal. Tussen het begin, midden en einde gebeurt er iets: een conflict ontstaat, ontspoort, escaleert of wordt opgelost. Dit alles wordt geordend in

hoofdstukken (meestal chronologisch) die je lineair leest zoals de paginanummering aangeeft. Vermoedelijk beantwoordt 95% van de gepubliceerde boeken aan dit standaardpatroon. Toch zijn er duizend-en-een manieren om buiten dat keurslijf te treden. Soms zijn die experimenten een ongelooflijk suc-

ces en blazen ze auteurs de canon in, soms verdwijnen ze haast onopgemerkt. De enige zekerheid: you love it or you hate it.

Beperkt geletterd Een goed voorbeeld om mee te beginnen is het experimentele boek Eunoia van de Canadese auteur Christian Bök. Het boek is een verzameling lipogrammen, teksten waarin een of meerdere letters niet

voorkomen. Meer specifiek wordt er in ieder hoofdstuk van Eunoia slechts een klinker gebruikt en worden de andere vier vermeden. Alsof dat nog niet moeilijk genoeg was, legde Bök zich bovendien nog enkele inhoudelijke verplichtingen op. Zo bevat elk hoofdstuk een verwijzing naar de kunst van het schrijven, een culinair banket, een pastoraal tableau en een orgie. Het idee om jezelf bij het schrijven vormelijke en inhoudelijke beperkingen op te leggen, is niet nieuw. Met Eunoia treedt Bök in de voetsporen van de Franse auteur Georges Perec die een volledig boek schreef zonder gebruik te maken van de letter ‘e’ (La Disparition). Die stijlbeperking weerspiegelt bovendien de inhoud van het verhaal: het hoofdpersonage heeft namelijk het gevoel dat er iets essentieels in zijn leven ontbreekt. Later schrijft Perec nog een boek met enkel de klinker ‘e’, Les Reventes. Een boek schrijven zonder ‘e’ lijkt in het Nederlands nog onmogelijker dan in het Frans. Toch is La Disparition in 2009 vertaald naar het Nederlands onder de titel ’t Manco. Waarom je in godsnaam een boek wilt schrijven zonder de meest frequente letter uit ons alfabet blijft

Schrijf een verhaal van max. 20 regels zonder een bepaalde klinker (in navolging van La Disparition) of met uitsluitend de klinker ‘e’ (in navolging van Les Reventes), of schrijf een gedicht met slechts één klinker of een liefdesbrief zonder de letters van de naam van je geliefde ...

Stijlbesef Dat experimentele literatuur dienst kan doen als schrijfoefening, bewijst de titel van Queneau’s experimenteel werk Exercises de style. Daarin beschrijft hij telkens dezelfde scène waarbij een verteller op de tram een opvallend geklede jongeman ziet die hij later op de dag opnieuw tegen het lijf loopt. Twee simpele scènes die hij op 99 verschillende manieren uitwerkt. Daarbij varieert hij onder andere de toon (subjectief, objectief, positief, negatief), de stijl (onhandig, gekunsteld, poëtisch, chaotisch, formeel, spreektaal), de woordkeuze (lipogrammen, overdadig gebruik van leenwoorden of tussenwerpsels) en de grammatica (vol ontkenningen, alles in het passief). Het benadrukken van de talloze stijlvariaties is interessant, maar 99 keer dezelfde scène lezen wordt na een tijdje vervelend. Met Singular Pleasures probeerde Harry Mathews de lezer (en zichzelf) te boeien door 61 masturbatie-

scènes met 61 verschillende hoofdpersonages (met verschillende geslachten, nationaliteiten, achtergronden) te beschrijven, telkens in een andere stijl (om het toch enigszins literair verantwoord te houden en niet louter voyeuristisch).

{Schrijftussendoortje} Queneau’s Stijloefeningen smeken bijna om herhaald te worden als schrijfoefening. Kies een alledaagse ontmoeting (bv. een vrouw gaat naar de bakker en bestelt een groot, bruin gesneden brood) en herschrijf hetzelfde fragment op vier volledige verschillende manieren. Varieer bijvoorbeeld de invalshoek en schrijf het fragment achtereenvolgens als een politie-interview, als een subjectieve ervaring, als een droog genoteerde formele tekst en als de flaptekst van een boek (stuk voor stuk variaties die Queneau ook toegepast heeft).


15

14 Willekeurige volgorde Bovenvernoemde stijlexperimenten leggen vooral nadruk op het schrijfproces: als schrijver ben je bewuster met je tekst bezig. Experimenten waarbij ook aan de structuur van het boek geraakt wordt, veranderen echter ook de leeservaring. Zo zijn er een aantal prozawerken waarbij je als lezer inspraak krijgt in de loop van het verhaal. Rayuela: een hinkelspel van Julio Cortázar kan bijvoorbeeld op twee manieren gelezen worden. Je kunt het boek gewoon hoofdstuk per hoofdstuk lezen, met additionele hoofdstukken in de 200 bladzijden dikke appendix. Bij de tweede leeswijze verandert de volgorde van de oorspronkelijke hoofdstukken en krijg je als lezer op het einde van elk hoofdstuk een aanwijzing naar het volgende. Zodoende worden de extra hoofdstukken in het verhaal geïncorporeerd. Het boek bevat dus eigenlijk twee boeken die elkaar gedeeltelijk overlappen. Cortázar houdt daarbij niet alleen rekening met de noden van zijn traditionele lezerspubliek, maar ook met die van zijn progres-

Gedachtestroom: ultieme vrijheid

sieve, experimentele lezers. Extremer kan natuurlijk altijd. The Unfortunates van B.S. Johnson bestaat uit een aantal (letterlijk) losse hoofdstukken die je in willekeurige volgorde kunt lezen, alleen het eerste en het laatste hoofdstuk liggen vast. Verder is er ook nog Composition Nr. 1 van Marc Saporta dat uit losse pagina’s bestaat en Heart Suit van Robert Coover dat gedrukt is op grote speelkaarten die je na het schudden in eender welke volgorde kunt lezen. Uiteraard lijdt het verhaal daar wel onder.

Copy, paste, delete In tegenstelling tot Cortázar heeft Jonathan Safran Foer absoluut geen problemen met schrappen, tenminste zolang hij dat niet in zijn eigen werk moet doen. Zijn Tree of Codes is eigenlijk een uitgeholde en uitgezuiverde versie van zijn favoriete boek, A Street of Crocodiles. Dat mag je behoorlijk letterlijk nemen: hij nam er een kopie van en knipte daar vervolgens zodanig veel woorden uit tot het boek zijn eigen verhaal vertelde. Uit de meeste pagina’s is dan ook meer weggeknipt dan gebleven. Het resultaat is een volledig nieuw, poëtisch verhaal dat enigszins (maar niet helemaal)

zinnig is en een bizarre, ietwat onhandige leeservaring met pagina’s vol gaten creëert. Iets gelijkaardigs werd in het Nederlandse taalgebied – nog voor Foer zelfs – gepresteerd door Paul Bogaers. Zijn boek, Onderlangs, bestaat volledig uit zinnen die gerecycleerd zijn uit andere boeken.

{Schrijftussendoortje:} Origineel, tijdrovend en waarschijnlijk aartsmoeilijk. Helaas wordt dat niet altijd weerspiegeld in het succes van het resultaat. Om hiermee zelf aan de slag te gaan, kun je het dus misschien beter iets bescheidener aanpakken. Steel de beginzin van je favoriete roman, creëer een ‘stiftgedicht’ door woorden weg te stiften in een krantenartikel of verplicht jezelf om minstens drie willekeurige zinnen uit een andere tekst in je kortverhaal te verwerken (liefst met vermelding van je brontekst)

De stream of consciousness (letterlijk vertaald: stroom van bewustzijn) is ondertussen zo ingeburgerd dat hij nauwelijks nog experimenteel te noemen is. Deze verteltechniek dankt haar bekendheid aan de slotscène van James Joyce’ Ulysses. Het grootste Vlaamse voorbeeld is Het Boek Alfa van Ivo Michiels. In een gedachtestroom worden de ideeën van een personage weergegeven als een continue stroom van reflecties, observaties en gevoelens. Die stroom weerspiegelt onze natuurlijk vorm van denken die ook associatief en fragmentarisch is. Er kan van de hak op de tak gesprongen worden, ongrammaticaal gesproken worden, tegenstrijdigheden zijn toegestaan ... Het fragmentarische van het menselijke denken weerspiegelt zich vaak ook in een gebrek aan interpunctie. In Het Boek Alfa kan een zin gemakkelijk meerdere pagina’s beslaan. Een stream of consciousness voelt aan als het resultaat van free writing, maar toch hebben de bovenstaande auteurs er vermoedelijk hard aan gewerkt. Door het schijnbare gebrek aan structuur kan zo’n gedachtestroom soms ontoegankelijk zijn om te lezen, maar het is des te leuker om te schrijven. Het is de ultieme free-writing-oefening waarbij je je volledig kunt laten gaan en je voor één keer alle woorden als één associatieve hoop gevoelens op papier mag gooien. Ideaal om een writer’s block te doorbreken of om de gevoelens van je personages volledig te doorgronden.

Vormgeving volgt verhaal Van Ostaijen spelen en de typografie naar je hand zetten werkt niet alleen voor dichters, maar ook voor prozaschrijvers. Voorbeeld bij

uitstek is Mark Z. Danielewski die in Het Kaartenhuis en Niets dan omwentelingen lay-out en verhaal hand in hand laat gaan. Wanneer er in het verhaal iets valt, valt ook de typografie. Wordt een personage achtervolgd, dan staan er steeds minder woorden op de pagina waardoor je als lezer sneller door de pagina’s gaat lopen. Op die manier versterkt de bladschikking de leeservaring. Af en toe zijn de woorden zo vreemd op de pagina gedrukt dat je het boek voortdurend moet draaien om het te kunnen lezen, zoals wanneer de tekst in een spiraal gedrukt is of gewoon ondersteboven. Lezen wordt dus werkelijk anders door de typografie.

Geniaal of gestoord? Zoals eerder gezegd: you love it or you hate it. Gedeeltelijk is dit natuurlijk een kwestie van smaak, maar los daarvan zijn er een aantal literaire experimenten die nergens op slaan. Denk maar aan Kenneth Goldsmith die een volledige editie van de New York Times transcribeerde als boek. Diezelfde man schreef overigens ook gedurende een week álles neer wat hij zei en publiceerde ook dat in boekvorm. Ook de 61 masturbatiescènes van Harry Mathews zijn enigszins bedenkelijk. Andere literaire experimenten zijn geweldig als idee, maar niet altijd even aangenaam om te lezen. Zo bewonder ik Foers geïnspireerde poging met A Street of Crocodiles, maar stiekem had ik toch liever een eigen, nieuw boek van hem gelezen dat ongetwijfeld tien keer meeslepender was geweest. Hoe dan ook, literatuurexperimenten bewandelen een dunne lijn tussen lichtjes gestoord en geniaal, tussen slimme vondst en meesterwerk. Of je er nu van houdt of niet, inspiratie levert het ongetwijfeld.


Een aasgier op

een zoek naar

uitgever

die voor schnabbels zorgt

Over het (on)nut van een literaire agent — Over literaire agenten zijn er meer meningen dan zandkorrels in een woestijn. Zo zouden ze manuscripten afwijzen om een dure redactieronde te kunnen verkopen. Tom Lievens ging voor zijn eerste boek in zee met een agent. “Ik spendeerde nog geen rode duit, mijn manuscript werd al tweemaal gelezen en ik had steevast een vlot contact.” Door Tom Lievens

Als het schrijven van een boek een tijdschrift of deelnemen aan schrijfaan idiotie grenzende masowedstrijden kan de aandacht chistische oefening is, trekken van uitgeverijen dan is het vinden van en literaire agenten. een uitgever al heleDat vergt tijd en inmaal van de pot gespanning. Maar geEen goede agent rukt. Niet omdat uitduld is een mooie kent de geverijen in donkere zaak. Doen dus. boekenwereld. krochten gehuisvest Medeblogger Ivo zijn. Simpelweg worVictoria schoot op den ze overspoeld met die manier meteen de manuscripten. Een afwijhoofdvogel af. Hij stuurde zing betekent niet meteen dat zeven pagina’s tekst op naar je manuscript slecht is. Het kan ook literair agent Paul Sebes van het zijn dat de uitgeverij er geen centliterair agentschap Sebes & Van jes in ziet. Kookboeken doen het nu Gelderen in Amsterdam en kreeg eenmaal beter dan literatuur.

De triomf van Victoria Ik heb de afgelopen jaren geleerd dat twitteren en korte stukjes schrijven op een eigen blog en via sociale media sterke instrumenten zijn om jezelf op de kaart te zetten. Gepubliceerd worden in een literair

prompt het voorstel om een boek te schrijven. Na zijn triomf mailde ik met Ivo en waagde ook mijn kans. Omdat ik niet meteen om de hoek van Amsterdam woon, vroeg ik of ik het via e-mail mocht bezorgen in plaats van de zooi te printen en op te sturen. “Geen probleem!” kwam dezelfde dag nog het antwoord. Twintig pagina’s gingen de deur uit. Ik bereidde me voor op

een paar maanden wachten. Niet dan in godsnaam een literaire agent hun fonds past. De geïnteresseerde dus, vijf dagen nadien kreeg ik willen die nog eens een percentage uitgeverijen kunnen een bod op reeds een e-mail: “Goed van mijn hoogstwaarschijnlijk karige het manuscript doen. Een hoor! Heb je meer?” Ik vergoeding afroomt? Wel, omdat hij veiling dus, waarbij de stuurde de volgende niet alleen zorgt voor mijn boek, meestbiedende het Een goede agent vijftig pagina’s op maar ook voor schnabbels in de haalt. Het bod is een en kreeg binnen de vorm van lezingen, een column in weet het best welke niet-terugvorderbaar week de raad het af een krant of een literaire avond waar voorschot. Je krijgt uitgeverij het meest te werken en alles ik bezoldigd mijn zegje mag doen. het uitbetaald en geschikt is. op te sturen, want het Een niet onaardige bijverdienste je hoeft het nooit tewas nog niet voldoende die me misschien toelaat meer tijd rug te betalen, ook al voor publicatie. Teleuraan het schrijven te wijden zonflopt achteraf de verkoop stelling, maar ook blijdschap: der al te veel financiële besognes. van je boek. Wel ontvangt de ik werd niet meteen afgeknald Al bij al mag ik tevreden zijn met hoe agent tien à vijftien procent van de met een vriendelijk bedankbriefje. men mij behandelt. Ik spendeerde centen die jij eventueel verdient. Een aantal maanden later schreef alsnog geen rode duit, mijn manusBij een bestseller die meerdere hetzelfde literaire agentschap een cript werd al tweemaal gelezen en drukken heeft, zakt zijn percentwitterwedstrijd uit: stuur twinik had steevast een vlot en aangetage naarmate de oplage stijgt. tig pagina’s van je manuscript naam contact. Terwijl ik dit neerpen, Over literaire agenten zijn er meer op en win een redactieronde ter ligt mijn manuscript voor een meningen dan zandkorrels waarde van vijfhonderd euro. Uit derde keer te wachten in een woestijn. De ene meer dan tweehonderd inzenop een beslissing. Misschreeuwt moord en dingen kwam mijn stuk als winschien is de kogel brand dat het een Een goede agent naar uit de bus. Blijdschap alom, eindelijk door de kerk dief is, de andere is maar… nog steeds geen uitgever. of wordt het manuser de hemel te rijk scheidt het kaf cript voor een derde mee. Op internetfora van het koren. (en voor mij laatste) vindt men aan meninmaal niet voldoende gen voor elk wat wils. Manuscriptenveiling bevonden. Dan ga ik met Wie een agent afkraakt, het boek de hort op richting is meestal iemand die een Wat is nu eigenlijk de taak van een uitgeverijen. Intussen is een tweede afwijzing op zijn ingestuurde schrijfliteraire agent? Is hij een concurboek in de maak. Het gaat na volsel heft gekregen. Het meest gerent van uitgeverijen? Is hij een tooiing terug richting een agent hoorde argument is dat een agent aasgier die knabbelt aan de per- mocht het eerste boek nog altijd manuscripten afwijst om de afgecentjes van de centjes van de geen onderdak hebben gevonden. wezenen een dure redactieronde schrijver die hij vertegenwoordigt? Ja, ik volhard om het toch via een of schrijfdag te kunnen aansmeren. agent te proberen. Omdat een Dat is niet mijn ervaring. Ook al is Allereerst fungeert een literaire goede agent de boekenmijn manuscript nog niet veilbaar, agent als filter voor uitgeverijen. wereld kent, het best toch werd ik niet overstelpt met Een goed literair agent scheidt het weet welke uitgeveaanbiedingen om deze of gene kaf van het koren. Wat hij als goed Een goede agent rij het meest gecursus te volgen. Ook werd mij beschouwt, zal bijna altijd zijn weg schikt is om mijn meermaals duidelijk verteld dat uitvraagt geen geld naar een uitgever vinden. Hij vraagt kans te wagen geven niet evident is en dat amper alvorens hij je geen enkele vergoeding alvorens en voor schnabéén procent van de ingestuurde jij je manuscript of je voorstel - het manuscript bels zorgt. En manuscripten het haalt. Raddraaihoeft geen afgewerkt boek te zijn heeft geveild. omdat het mij om erij was er in mijn geval niet bij. bij een uitgever kunt het schrijven gaat. onderbrengen. Hoe meer tijd ik daar De werkwijze Schnabbels aan spendeer, hoe gelukkiis simpel. De ger ik ben. Het tweede boek heeft Een goede agent agent gaat Van de verkoop van een boek kun je trouwens al een titel: Het eerste langs bij uitgezorgt voor normaliter niet leven. Wie schrijft om was beter. Kwestie van de critici verijen waarschnabbels. er geld aan te verdienen, bergt zijn een hak te zetten als mijn boeken van hij weet dat pen maar beter op. Waarom zou ik ooit mochten uitgegeven worden… je manuscript in


19

18 LETTERFABR

Help!

IEK

Daar heb je mijn dode vader weer — In de letterfabriek bespreekt een auteur of dichter de beste inzendingen van de schrijfuitdaging. Daniel Billiet boog zich dit keer over de beste gedichten. door Daniel Billiet

Julia Beirinckx opent haar gedicht met: Hij reist met mij / de afstand vast geijkt / in louter lucht en dichtbij / zijn toegedane hand haast / raakbaar aaibaar niet / inhaalbaar door deze tocht die geen ontsnappen geen / achterblijven kent. / Niet alleen qua inhoud een opening die verwachtingen schept, maar opvallend hoe hier ook de klanken hun volle gang mogen gaan: de ei/ij en ook de lange a-klanken. Daarna vernauwt het gedicht helaas meer tot een gedacht dan een gedicht. En uiteraard heb je voor een goed gedicht een sterk idee nodig, maar een goed gedacht alleen levert nog niet automatisch een goed gedicht op. Ook Geert Viaene heeft moeite om de spanning van zijn opening een gedicht lang vol te houden. Hij begint met een aantrekkelijk familiair parlando, uiteraard, want hij richt zich tot zijn moeder en dit met een sprookjesachtig poëtisch verschijnen: Dag mama! / Hoi. Je ziet er precies nog brozer uit vandaag! / Of is dat door het licht van suikerspinnen wolken / die je brachten? Ook gisteren zag ik je schim / toch op de fiets naar ‘t werk of was dat / Hier breekt hij abrupt af en dat ‘werkt’ perfect in het gedicht want hij sluit aan bij dat soort van ervaringen dat we allen herkennen. Helaas loopt het gedicht hem uit de hand en schakelt hij over op een prozaïsche toon en inhoud waarbij nog maar weinig taalspanning aanwezig is.

De tweede strofe van het gedicht van Jill Marchant bekoort: Je draagt dezelfde bril en je blik voelt vertrouwd / Zoals vaders onveranderen en jij eeuwig zal blijven / Houden van charmeren en flaneren / En ik van momenten van jou stelen / Uiteraard geef ik een extra schouderklop omwille van dat verrassende ‘onveranderen’. Wat hier staat in de tweede strofe IS echter het gedicht. Wat volgt voegt niets toe en gooit ook geen hoge poëtische ogen.

terlijke, zo herkenbare mededeling uit de boxen in het treincoupé: ‘we komen aan in Roeselare, station Roeselare.’ Er kan nog een kort groetje af, alsof de dichter weet: op de volgende treinrit zie ik mijn pa opnieuw. Veel affectie, veel vader-zoonemoties spreken deze verzen niet uit. Expliciet niet, nee, maar impliciet, verzwegen, droomt de zoon de droom, het denken van de vader mee. Dat is knap gedaan. De opvallende afwezigheid van emoties roept op die manier deze net sterk op. als een geheim

als een schipper zijn boot zo neemt hij de trein de zee is met straten geplaveid, bomen boeien die hun anker diepgeworteld laten een kerk met een binnenschip we komen aan in Roeselare, station Roeselare dag pa Te prijzen gebald gedicht van Tom Veys. Hij vertrekt van meet af aan van een vergelijking tussen hoe een schipper een boot en zijn vader de trein neemt. Associatief houdt hij die vergelijking het gehele gedicht vol, alsof hij met de vader meereist en samen met hem zijn dromen in korte flitsen los laat. Krachtig, zonder enige omhaal, ontnuchterend wordt op het einde van het gedicht de droom én de vader losgelaten met de let-

zat in ons een andere man verborgen, een onbewoond eiland, een reus uit een andere wereld. waar het bed niet ingedijkt werd door een rubbertje. Beeldrijk wordt hier de vader vanaf de eerste regel neergeplant: een geheim in ons, een onbewoond eiland, een reus. Een complex figuur dus, moeilijk te benaderen en met een laatste stroferegel die op een originele manier wijze omfloerst suggereert dat het seksuele leven van de vader als meer dan gemiddeld vruchtbaar mag omschreven worden. Een kroostrijk gezin? Daar lijkt ook het begin van strofe 2 op te doelen, maar er is meer aan de hand: zijn vruchten verkocht, er moet een wijdere wereld geweest zijn, een toegang tot een ander gelijke

aan ons lichaam. terwijl wij in dezelfde kamer onze ruggen aan elkaar aten, was hij sierlijk zoals wijde armen in een versmeltend gezin.

De volgende en laatste dichteres kiest ervoor om van de vader ‘letterlijk’ twee mannen te maken. Marleen Van Nijverseel heeft beslist kaas gegeten van dichten:

dat een ander huis huiverde in een minnares, leefde ons dak zuinig en groot geleerd. nadat wij wolken bevolkten

Tweespan Twee mannen gaan op reis. De ene is mijn vader, de ander weet het niet.

uit naam van een grootman. Hier lijkt het of Karin Dée het heeft over een soort van buitenechtelijke relatie van de vader. 'dat een ander huis huiverde in een minnares’. Dat zou dus dat geheim kunnen zijn waar de titel naar verwijst! Maar er is meer: de dichteres duidt ook op de nog altijd navibrerende tegenstelling: wij in ons kroostrijk gezin moesten ons van alles ontzeggen - ‘onze ruggen aan elkaar aten’ - terwijl de vader grote sier maakt ergens anders. Let op de trefzekere dubbelzinnigheid van ‘versmeltend gezin’. Die ‘reus uit een andere wereld’ uit de eerste strofe wordt op die manier voor de lezer ook wel knap dubbel: een reus zeker en wel, maar meestal op een ander. ‘nadat wij wolken bevolkten’ wijst erop dat de kinderen toen niet beseften wat er aan de hand was in het gezin, ook de titel geeft een duidelijke hint in die richting. Ik heb lang nagedacht over die slotregel en dan vooral dat laatste woord, ‘grootman’. Je vindt het niet terug in het woordenboek. Ooit heb ik het woord gehoord, in Indonesië. Men vertelde me dat het om een leider gaat, iemand die volgelingen heeft. Ik weet niet of de dichteres het woord daaraan heeft ontleend, dan wel dat het om een neologisme gaat. Het kan ook om een tikfout gaan, dat er een spatie is gesneuveld. Hoe dan ook wil de dichteres toch uitdrukken: die vader was een complex man, met geheimen, maar voor mij geen watje, geen niemendal.

Kijk, dat is een sterke, bevreemdende opening en met opvallend weinig woorden waardoor de opening nog indringender wordt. De dichteres houdt deze keuze voor dualiteit vol tot het einde, ook de vreemde magische sfeer wordt doorgetrokken. Tussen potten bier slikt de ene een mondvol zout verdriet. De ander toont het niet. Niet hier. (…) Zeventien woorden maar! Uiterst gebald staat hier heel veel gesuggereerd. Krachtige zinnen, overtuigende beelden die in lijn liggen met de inhoud; de verscheurdheid van de ‘ik’ versus de ‘tweespaltige’ vaderfiguur komt helder over. Een gids leidt hun blik naar buiten voorbij de ruiten dus, langs de glans van de verglazing, het drijfzand hier en daar en terwijl de ene zit te zwijgen praat de ander met elkaar. Schijnbaar zonder omwegen: dit bevalt me enorm. ‘voorbij de ruiten dus’ fijntjes wordt op die manier, ook met ‘een gids’, plaats en vervoermiddel, een trein, een tram, een bus, geduid. Om de onmogelijke, en dus in de verbeelding zich afspelende ‘ontmoeting’ weer te geven, komt de dichteres tot oplossingen als die ‘gids’, het metaforische ‘drijfzand hier en daar’ en het in realiteit onmogelijke, maar hier

perfect aanvaardbare ‘praat de ander met elkaar’. Hoedje af! Twee mannen gaan op reis. Ze trekken tegen beter weten in door zwart en wit de einder dun en grijs. Maar niemand vraagt waarom. Mijn vader is twee mannen. Ze kijken niet meer om. Tegen beter weten in trekken ze door ‘zwart en wit’, alsof de dichteres zeggen wil: ik schrijf, ploeter door inkt en het wit van het blad, maar de vader blijft voor mij ongrijpbaar op reis, want niet te ontmoeten. Minder gelukkig ben ik met de twee slotregels. Voor mij voegen die niets meer toe. Dat die vader twee mannen is weten we immers al. Een menigmaal zoveel sterker slot voor het gedicht is het: ‘niemand vraagt waarom’.

Schrijfuitdaging

Schrijf en verbaas ons! DICHT EEN DIERLIJK De schrijfuitdaging in het vorige nummer was van de hand van Daniel Billiet. Meer poëzieopdrachten vind je op de blog.creatiefschrijven.be of de facebookpagina van Alle dagen dichten. Op pagina 4 en 5 lees je hoe je een gedicht kunt schrijven over een dier. Ga met deze tips aan de slag. • Mail je gedicht voor 10 mei naar

redactie@creatiefschrijven.be • Eén zelfgeschreven gedicht per

persoon • Je gedicht telt maximaal 16 regels • Vermeld in de onderwerplijn van

je e-mail: schrijfuitdaging VERZ!N


21

20 AGE REPORT

Van losse eindjes een verhaal breien

Twintig jaar SchrijversAcademie — Sinds 1991 biedt SchrijversAcademie Antwerpen de vierjarige avondopleiding voor aspirant-schrijvers aan. Vele jaren deed ze dat zonder subsidies, zodat ze financieel in een dood straatje belandde. Twee jaar geleden kon de academie fuseren met Creatief Schrijven. De krachtenbundeling is een winwinsituatie, zo blijkt op de twintigste verjaardag van SchrijversAcademie.

kregen er inspiratie, nieuw leesvoer en feedback op hun teksten. Veel auteurs hebben tijdens de vier jaar geleerd om uit hun verzameling van losse eindjes een afgewerkt verhaal te breien. “Toen ik aan SchrijversAcademie begon, was ik een ongeleid projectiel”, vertelt Dimitri Bontenakel. “Mijn kortverhalen draaiden stuk voor stuk rond een onverwachte of bizarre plotwending, mijn romans stierven een vroege dood. De knipsel/ideeënmap barstte uit zijn voegen, maar ik deed er niets mee. Toen ik vier jaar later SchrijversAcademie verliet, had ik mijn eerste roman geschreven.” Dit najaar verschijnt zijn derde roman.

kans om verder te groeien als de tegenhanger van het grote aanbod aan schrijfworkshops. Andersom kan Creatief Schrijven uitpakken met een hoogstaande opleiding. Terwijl de cursussen rond creatief schrijven de nadruk eerder leggen

Een opleiding tot schrijver bestaat simpelweg niet Al twintig jaar organiseert SchrijversAcademie Antwerpen de vierjarige avondopleiding voor aspirant-schrijvers. De studenten volgen in het eerste jaar twee keer per week les in de genres proza, poëzie, toneel, scenario en essay. Verder zijn er specifieke oefeningen schrijftraining. Elke week krijgen de studenten een schrijfopdracht mee naar huis. Het eerste jaar sluiten de studenten af met een kortverhaal. Vanaf het tweede jaar kiezen ze voor een genre: poëzie, proza, theater of essay. In het derde jaar verdiepen ze zich in hun verworven kennis en bereiden ze zich voor op het eindwerk dat ze tijdens het vierde jaar zullen schrijven onder begeleiding van een docent. Afhankelijk van het genre is de docent een scenarioschrijver, dichter, romancier of essayist. Allemaal hebben ze reeds een aantal publicaties op hun naam staan. De studenten krijgen dus les van docenten die niet enkel theoriekennis meebrengen maar ook uit eigen ervaring spreken en lesgeven. De docenten, en hun heel persoonlijke visie over schrijven en literatuur die ze meebrengen naar de les, zijn een belangrijke troef van de opleiding. Want één ding is zeker: er bestaat niet één stijl of één manier van schrijven. Wel moet elke student tijdens de vierjarige opleiding zijn eigen stijl vinden, pas dan kan hij echt zelfstandig aan de slag gaan. Zoals Ruth Lasters het verwoordt: “Een opleiding tot schrijver bestaat simpelweg niet. Je moet het zelf doen. Alles. En het is juist dat leerproces dat het mooiste is aan schrijven.”

door Wiete Andrasch

Creatieve fusie

Het verhaal van SchrijversAcademie begon meer dan twintig jaar geleden, ergens in West-Vlaanderen. Leo Geerts (1935-1991) en Hubert van Lier ontdekten hun gedeelde passie voor literatuur. Geerts was hogeschooldocent, schrijver en literatuurrecensent, van Lier doceerde en schreef thrillers. In 1989 organiseerden ze hun eerste project: Antwerpen Literair, een reeks van workshops over de theorie en de praktijk van het literaire schrijven. Het initiatief had succes en smaakte naar meer. Geerts en van Lier kwamen in contact met de organisatoren van ‘t Colofon, de huidige Schrijversvakschool in Amsterdam. Die school bood een vierjarige deeltijdse opleiding aan voor wie literair auteur wilde worden. Ook Geerts en van Lier waren ervan overtuigd dat je bepaalde basistechnieken van het schrijven kunt leren en wilden iets gelijkaardigs oprichten in België. Om een idee te krijgen van de structuur van een dergelijke school, volgde van Lier les bij de collega’s in

Na van Lier stonden de schrijvers Erik Vlaminck en Lief Vleugels een tijd aan het roer van SchrijversAcademie. In tegenstelling tot van Lier waren Vlaminck en Vleugels niet alleen organisatoren maar ook docenten. Vlaminck haalde enorm veel genot uit het lesgeven. Tussen schrijver/docent en leerlingen vindt een continue uitwisseling plaats, die erg verrijkend is en hem scherper heeft gemaakt in het schrijven en lezen van literatuur. De laatste jaren begon de financiële op schrijven als vrijetijdsbesteding en impasse echter door te wegen. Toen middel tot zelfontplooiing, staat bij de zich twee jaar geleden de kans aanSchrijversAcademie de kwaliteit van bood om met Creatief Schrijven te het resultaat op de eerste plaats. fuseren, was de beslissing snel geSinds 2010 is Xavier Roelens coörnomen. dinator van SchrijversAcademie. De De fusie is meer dan een financiële dichter, bloemlezer reddingsoperaen tijdschriftenmatie. De krachtenker werkt samen bundeling is voor Je moet het zelf doen. met Creatief Schrijbeide organisaven en een comties een voordeel. Alles. En het is juist missie van externe Binnen het grote dat leerproces dat het deskundigen hard netwerk van Creamooiste is aan schrijven. om nieuwe lijnen tief Schrijven krijgt van de opleiding SchrijversAcadeuit te tekenen. Zijn mie een unieke

Amsterdam. In 1991 zetten de twee heren de deuren open van hun eigen SchrijversAcademie in Antwerpen. Hun missie: de Vlaming doelgericht aan het schrijven zetten en het literair schrijversvak in ons land professionaliseren.

denten kon de lopende kosten nooit helemaal dekken. Zonder de talrijke vrijwilligers had SchrijversAcademie al lang de deuren moeten sluiten. Dat zijn geesteskind in subsidieland nooit naar waarde werd geschat, knaagt nog steeds aan de stichter Hubert van Lier. Ondanks alles bleef SchrijversAcademie kiezen voor kwaliteit. Met succes: Ongeleid projectiel Hilde Keteleer, Betty Antierens, Ruth Lasters, Dimitri Bontenakel en Fikry Hubert van Lier was de eerste tien El Azzouzi zijn maar enkele oud-stujaar coördinator en drijvende kracht denten die vandaag het literaire landachter SchrijversAcademie. Hij orschap van Vlaandeganiseerde de curren mee kleur geven. sussen, trok docenten Hebben zij dan alleaan en probeerde aan Hilde Keteleer, Betty maal leren schrijven subsidies te geraken. Antierens, Ruth Lasters, aan SchrijversAcaDat laatste was enorm Dimitri Bontenakel en demie? Neen. Maar tijdrovend en frustreFikry El Azzouzi zijn SchrijversAcademie rend. Al die jaren heeft maar enkele oud-studenten bood hen wel een SchrijversAcademie parcours waar ze geen enkele financiële die vandaag het literaire met ervaren auteurs ondersteuning gekrelandschap van Vlaanderen konden uitwisselen gen. De opleiding is mee kleur geven. en gelijkgezinden teduur en het inschrijgenkwamen. En ze vingsgeld van de stu-

doelstelling is ambitieus: elk jaar wil SchrijversAcademie minstens één beloftevolle debutant afleveren. Daarnaast wil Roelens de opleiding gaandeweg meer professionaliseren.

Wie aan SchrijversAcademie wil studeren, moet behalve een behoorlijke portie ambitie en doorzettingsvermogen ook een lange adem en talent meebrengen. Voor je het eerste inschrijvingsgeld mag overmaken, stuur je een eigen verhaal op. Pas als dat overtuigt, word je uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek en mag je beginnen aan het vierjarige parcours. Maar niemand garandeert dat je nadien een succesvolle schrijver zult zijn.


23

22 INTERVIE

W

De ghostwriter ontmaskerd

— Ghostwriters spreken tot de verbeelding. Moeten ze echt zwijgen over hun opdrachtgevers? Noteren ze vooral wat hun wordt toegefluisterd of sturen ze het verhaal actief in een bepaalde richting? En over welke talenten beschikt een succesvol ghostwriter? VERZ!N richt de spotlichten op de literaire huurling. door Sofie Rycken

Maandenlang werken aan een doorleefd en uitermate persoonlijk boek om dan te zien hoe iemand anders met de pluimen gaat lopen. Het klinkt als de nachtmerrie van elke schrijver. En toch is dat precies hoe ghostwriters de kost verdienen. Ze begeleiden mensen die zelf de tijd of het talent niet hebben om hun verhaal neer te pennen. Geen eenvoudige opdracht, maar de meeste ghostwriters blijven er bijzonder bescheiden bij.

Werkt een ghostwriter altijd in totale anonimiteit? “Af en toe komt het voor dat een opdrachtgever als enige auteur naar buiten wil treden,” vertelt journaliste Nathalie Le Blanc uit persoonlijke ervaring. Maar dat zijn gelukkig uitzonderingen. De meeste opdrachtgevers spelen open kaart over het feit dat ze hulp kregen van een

ghostwriter. Vaak staat hun naam ook gewoon in de colofon van het boek. Rudy Vanschoonbeek, een van de oprichters van Uitgeverij Vrijdag, laat zijn medewerkers de keuze: “De ene wil liever subtiel worden vermeld, de andere wil zijn naam mee op de cover.” Veel ghostwriters kiezen voor de formulering “opgetekend door”. Het idee dat ghostwriters als naamloze werkmieren rondsluipen, raakt dus steeds meer achterhaald.

Moet een ghostwriter niet vooral noteren wat er wordt verteld? Een verhaal in boekvorm gieten is meer dan dt-fouten verbeteren en hoofdstukken nummeren. Wim De Bock van uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts bevestigt: “Ghostwriters zijn geen veredelde secretaresses die een gesprek opnemen

afstand te bewaren én veel geduld aan de dag te leggen. Een levensverhaal rolt tenslotte niet zomaar van iemands tong. Nathalie Le Blanc heeft zo haar eigen werkmethodes: “Je moet je onderwerp echt willen leren kennen, nieuwsgierig blijven naar elk detail van het verhaal. Dat probeer ik creatief en met de nodige humor aan te pakken. Ik ben al eens met iemand gaan rondrijden om zijn geheugen op te frissen. Of ik geef mensen enkele schrijfoefeningen, waardoor ze zich bepaalde details misschien beter gaan herinneren.”

Mag een ghostwriter zijn eigen stem laten doorschemeren en zijn stempel op het boek drukken?

en dan het bandje uittypen. Je moet je grondig voorbereiden, de juiste vragen stellen en kritische bedenkingen kunnen maken.” Journaliste Désirée De Poot, die onder meer verschillende boeken schreef met professor Marleen Temmerman, heeft dezelfde ervaring: “Wanneer mensen beginnen te vertellen, springen ze vaak van de hak op de tak. Hoofdzaken van bijzaken onderscheiden lukt niet altijd goed. En als hun emoties de overhand nemen, komen er soms oude, rancuneuze gevoelens naar boven. Op dat moment is het aan jou om mensen te behoeden voor ondoordachte zetten en het gesprek opnieuw de juiste richting uit te sturen.” Eerder dan passief te absorberen wat de opdrachtgever je vertelt, komt het er dus op aan om alert te zijn, een zekere kritische

Als de woorden en de toon van een boek niet lijken te passen bij de persoon over wie het gaat, dan is er een probleem. De vertelstem moet altijd geloofwaardig blijven voor de lezers. Nathalie Le Blanc neemt bewust bepaalde stopwoorden en stijlfiguren over van de personen die ze interviewt. Hoe ze dat doet? “Luisteren, luisteren en nog eens luisteren. De persoon wiens verhaal ik vertel, moet zich herkennen in de finale tekst.” Haar collega Désirée De Poot vergelijkt het met het werk van een gebarentolk: “Je vertaalt de woorden van iemand anders naar een andere soort taal, zonder de inhoud naar je hand te zetten.” Ook copywriter Jan Verstraete schrijft altijd in de geest van zijn opdrachtgever: “Om zeker te zijn dat het juist zit, laat ik mijn opdrachtgever altijd nalezen en aanpassingen aanbrengen. Je wordt binnengelaten in de leefwereld van iemand anders, daar moet je gewoon respect voor opbrengen.”

Kan een getalenteerde ghostwriter allerlei soorten boeken aan? Als een ghostwriter zich zo grondig moet inleven in iemand anders, kan hij dan eender welk masker opzetten? Toch niet. Uitgever Wim De Bock: “Een ghostwriter die alles aankan, bestaat niet. Voor elk nieuw boek moeten we als uitgeverij wel degelijk op zoek naar de juiste persoon. En die moet voeling hebben met het onderwerp, anders lijkt het mij een onmogelijke opdracht.” Désirée De Poot treedt hem bij: “Er moet echt een klik zijn met het onderwerp. Als ik een nieuwe opdracht overweeg, neem ik sowieso eerst contact op met de persoon in kwestie en ga ik bij hem langs. Liefst zie ik hem thuis, zo krijg ik meteen een goed beeld van wie hij is. Merk ik dat ik zijn verhaal of stem echt niet aanvoel, dan neem ik de opdracht niet aan. Ghostwriten is te arbeidsintensief om op automatische piloot te doen. Gelukkig ben ik door veel gefascineerd, dat is ook een van de redenen waarom ik voor de journalistiek heb gekozen.”

Is ghostwriten een goede manier om schrijfervaring op te doen? Kun je als totale beginneling aankloppen bij een uitgeverij en je diensten aanbieden? “Dat kan, maar je moet wel realistisch blijven,” dixit Wim De Bock. “Het aanbod is helaas veel groter dan de vraag. Mensen denken blijkbaar dat ghostwriters veel vaker worden ingezet dan het geval is.” “Bij Uitgeverij Vrijdag staan ze zeker open voor nieuwe talenten,” zegt Rudy Vanschoonbeek, al geeft hij wel toe dat journalisten met enkele jaren schrijfervaring vaak als beste kandidaat uit de bus komen.

Désirée De Poot werkte al tien jaar als journalist toen ze begon met ghostwriten: “Twee belangrijke zaken had ik toen al geleerd: om assertief te zijn en om de nodige emotionele afstand te behouden.” Voor journalist Karel Michiels, die als ghostwriter vooral voor Linkeroever Uitgevers werkt, is zeker het afnemen van intense, diepgravende interviews een talent dat je langzaam moet opbouwen.

Is het een lucratieve bijverdienste? Het is een delicate, maar belangrijke vraag: kun je met ghostwriten je gewone loon flink aandikken? Of doe je het toch vooral uit liefde voor het schrijven en uit passie voor een sterk verhaal? Jan Verstraete: “De winst verschilt van boek tot boek, maar geld is niet mijn grote drijfveer. Het is vooral interessant om een wereld binnen te stappen en te worden rondgeleid door een expert. Zo heb ik de business van ideeën en reclame maken beter leren kennen door mee te schrijven aan Maak van je merk een held van reclamemaker Guillaume Van der Stighelen." Nathalie Le Blanc besluit: “Ik doe het omdat ik het doodgraag doe. Mijn journalistieke werk is een stuk lucratiever, maar op persoonlijk vlak – wat ik al heb bijgeleerd over de menselijke natuur, bijvoorbeeld – is het ontzettend verrijkend.”

Ghostwriters zijn geen veredelde secretaresses die een gesprek opnemen en dan het bandje uittypen.


25

24 INTERVIE

Signeren,

een kunst — Een gesigneerd exemplaar van je favoriete boek, voor veel lezers blijft het een te koesteren hebbeding. Desnoods staan ze uren in de rij voor een handtekening, een opdracht en – misschien – een korte babbel met hun idool. Maar vinden de auteurs dat handtekeningen en opdrachten uitdelen zelf ook zo leuk? Christophe Vekeman, Stefan Brijs en Ann De Craemer doen een boekje open over de kunst van het signeren. door Michiel Leen

Stefan Brijs: “Wildvreemden zijn gemakkelijk” “Met de jaren krijg je het signeren onder de knie. En gelukkig maar, want de afgelopen Boekenbeurs had ik het drukker dan ooit tevoren. Dat was vroeger wel anders,” lacht Stefan Brijs. “Ik herinner me mijn eerste doortochten op de Boekenbeurs maar al te goed. Soms had je slechts één klant op een hele namiddag. Ik kan je zeggen: dan slaat het aquariumgevoel toe. En Jeroen Brouwers, die aan het tafeltje naast het mijne steevast meer te doen had, probeerde me dan moed in te spreken: “Ooit overkomt jou hetzelfde.” Mijn jongste roman Post voor mevrouw Bromley speelt zich af tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ik krijg nu veel lezers bij me die verhalen vertellen over het wedervaren van hun voorouders in de Grote Oorlog. De voorstelling van Post voor mevrouw Bromley vond plaats in Poperinge. Je merkt duidelijk dat iedereen daar nog erg meeleeft met de gebeurte-

nissen van toen. Zien wie je lezers zijn, maakt een groot deel van de charme uit. Zo viel het me op dat ik heel wat jonge lezers heb: ze zijn begonnen met mijn roman De Engelenmaker en staan nu in de rij voor Post voor mevrouw Bromley. Het is fijn om te zien dat ze je op die jonge leeftijd al volgen.” “Een opdracht verzinnen is voor mij niet altijd even gemakkelijk,” geeft Brijs toe. “Als je weet dat ik soms een week bezig ben met één bladzijde proza, begrijp je wel dat het voor mij niet altijd eenvoudig is om voor de vuist weg een originele opdracht te bedenken. Signeren voor wildvreemden is niet eens zo moeilijk. Het zijn meestal mensen die je vaagweg kent, die er het meest op staan dat je een originele opdracht schrijft. Nu, na een aantal jaren ben ik daar behendiger in geworden. Boeken van andere auteurs krijg ik soms ook onder de neus geduwd, maar die signeer ik niet. Dat is toch wel respectloos.”

Ook vorig jaar zaten Brijs en Brouwers zij aan zij te signeren. Wie van beiden het meest te doen had? “Eerlijk waar, het was zo druk dat ik niet de tijd heb gehad om de score bij te houden.”

Ann De Craemer “Meer doen dan krabbelen” Ann De Craemer maakte vorig jaar haar romandebuut met Vurige Tong. Haar eerste signeerbeurt op de Boekenbeurs was een jeugddroom die in vervulling ging. “Het is een overweldigend en geweldig gevoel. Als kind ging ik al naar de Boekenbeurs. Ik wist algauw dat ik er zelf ooit wilde staan als auteur.” Toch is het contact met de lezer noodgedwongen vluchtig. “Na een lezing is het toch anders,” klinkt het. “De sfeer is meer ontspannen, wat het wat aangenamer maakt.” Vurige Tong is gebaseerd op De

W Craemers eigen jeugd in het katholieke West-Vlaanderen van niet eens zo heel lang geleden. Het is een afrekening met het Tielt van haar jeugdjaren. Net na het verschijnen van haar debuut ging De Craemer haar pennenvrucht doodleuk zitten signeren in de plaatselijke Standaard boekhandel. “Het was best wel leuk. Op die signeersessie is heel wat volk afgekomen. Veel bekenden, natuurlijk, al weet je nooit op voorhand wie er allemaal gaat komen. Zelfs meneer de deken van Tielt, die in het boek aan bod komt, maakte zijn opwachting. Niet voor een gesigneerd exemplaar, maar wel om me een brief in handen te duwen waarin hij me zijn bedenkingen bij het boek kenbaar maakt. Maar negatieve reacties heb ik nog niet gemerkt. Het zit niet in de Vlaming ingebakken om bij zo’n gelegenheid rechtuit zijn gedacht te komen zeggen.” Sommige lezers doen hun eigen, vaak schrijnende verhaal tijdens het signeren. “Veel mensen zijn blij dat iemand er eens over schrijft, maar bij sommige verhalen krijg ik het lastig: die zijn vaak nog zo veel erger dan de ervaringen die ik in mijn roman heb verwerkt.” En dan was er nog die man die een opdracht wilde voor zijn kleinzoon van vier jaar ‘opdat die zou weten hoe erg het vroeger is geweest’. “Uiteraard bedoelde die man dat met een vette knipoog. Maar soms ben je blij dat mensen je haast de opdracht dicteren. Het is niet altijd gemakkelijk om een opdracht te bedenken, en ik wil toch meer doen dan zomaar wat krabbelen.”

Christophe Vekeman “Goed excuus voor een praatje” Christophe Vekeman heeft de vorige Boekenbeurs aan zich laten voorbijgaan. “Ik had het te druk met optreden in binnen- en buitenland. En dat leek me toch plezieriger dan in die zuurstofarme betonnen bunker van Antwerp Expo aan een tafeltje te gaan zitten, geflankeerd door auteurs die even weinig boeken verkopen als jijzelf. Of net veel meer. Wat misschien nog erger is. Niet wat je noemt een optimale sfeer. Los daarvan doe ik het graag, signeren, zeker na een optreden, wanneer je toch wat spontaner contact hebt met je lezers. Ik betrap mezelf erop dat ik steeds met grote innigheid mijn werken opdraag, of het nu de 20ste of de 45ste lezer van de avond is die erom vraagt. Ik put mezelf uit in geestdriftige boodschappen.” Of er ooit mensen dat enthousiasme misbruiken voor vreemde boodschappen? “Soms heb je mensen die niet willen dat je hun naam vermeldt in je opdracht. Heel vreemd vind ik dat. Of mensen die per se willen dat je het boek

opdraagt aan hun lief. Laatst was er iemand die wilde dat ik het boek opdroeg ‘aan mijn allerliefste Afke’. Ik kén die Afke helemaal niet. Stel je voor dat zo’n boek over enkele decennia weer boven water komt, wat zullen mijn biografen daar dan van maken? Voor veel mensen doet het boek of zelfs de opdracht er overigens niet zo toe. Vaak is het een excuus om toch even contact te maken. Je ziet de mensen vaak schutterig en timide staan drentelen, alvorens ze al hun moed bijeenrapen en op je af stappen: het is een echt mini-avontuurtje, dat merk je. Die handtekening is dan niets anders dan een excuus om even een praatje te kunnen slaan. Nu, op dat vlak ben ik een ervaringsdeskundige, hoor. Halverwege de jaren 90 ging ik als jonge gast ook handtekeningen vragen aan Jeroen Brouwers en Gerard Reve, louter en alleen om een gesprekje te kunnen aanknopen. Je moet dat niet onderschatten: ik droom er nu nog van!”


27

26 ft Strak, tijdschri erair t Li groezelig of opgefokt?

Voor de verplichte portie fruitcake moet je dan weer bij Alfred Tampeloeres Kwak zijn. Kwak kijkt in zijn gedichten niet op een kwak stront. “Als het maar naar kut stinkt, visboer!” orakelt hij.

De moffen & de Nieuwe Nieuwe Zakelijkheid

Mengele

— “Masturberen doe je voor jezelf, schrijven doe je voor de lezer!” Ziehier het motto van het geïllustreerd literair tijdschrift Strak dat clubdanseres Elfie Tromp en punkrocker Jeroen Aalbers in mei 2011 lanceerden. In het tweede nummer vind je vooral groezelig proza en dito poëzie met stevige echo’s van Brusselmans, Bukowski en Cremer. En verdomd als de moffen niet weer de literatuur zijn binnengedenderd! door Michiel Leen

De toon in de inleiding van Strak#2 is strijdbaar. Wie op het eerste nummer kritiek uitte, wordt weggezet als een straal, een klier of een oude lul. Wie teksten wil inzenden, kan maar beter geen “navelstaarderig dagboekenproza” of “kruiswoordpuzzelpoëzie” schrijven. Met zoveel stelligheid zou je veronderstellen dat de initiatiefnemers ook inzoomen op wat ze dan wél van hun literatuur verwachten. Strak is echter geen tijdschrift voor manifestenschrijvers. Het heeft een hekel aan moeilijkdoenerij, lees je in de intro. Daar hoort blijkbaar een uitgebreide poëticale verantwoording bij. The proof of the pudding is in the eating, lijkt het wel. “Is het plot driven, is het Hemingway?” klinkt het dan weer kernachtig in een interview met weblog Ooteoote. Als de tekst in het blad opgenomen wordt, is dat voldoende bewijs van zijn Nieuwe Nieuwe Zakelijkheid, en verder geen geneuzel.

Kwak Het merendeel van de schrijvers en grafici in dit nummer is jonger dan dertig. De notoire uitzondering is de 75-jarige Frans Vogel. Groos zijn de samenstellers, groos als een aap met zeven lullen, vanwege de medewerking van deze ouderdomsdeken, die in Apobaterium zijn smacken crackverslaafde Surinaamse vriendinnetje de wacht aanzegt. Trainspotting in de polder. Elfie Tromps verhaal Queen of Rings, waarin de clueless protagoniste via een schaamlippiercing haar sociaal kapitaal probeert op te schroeven, intrigeert door het fatalisme van het hoofdpersonage. Welbeschouwd blijft alles bij het oude, op een littekentje na. Het gedicht Spirispleetje one-onone van Daniël Vis speelt dan weer met het contrast tussen zweverige huis-, tuin- en keukenspiritualiteit en een summiere schets van studentikoze morsigheid.

‘s Ochtends liegt ze me met een goed gevoel de tram in

Er is ook een Belg in het Strak-gezelschap. Geert Simonis is volgens zijn bio “lid van een collectief dat zich richt op fellatio voor mimespelers.” Meer nog is deze cult-Limburger bekend van de elfendertig onlinekanalen waarlangs hij de wereld kond doet van zijn belevenissen, knip-, plak- en stiftgedichten en concertrecensies. Temidden van de twitterfähige branie levert hij een strofe die klettert van tristesse:

In de kroeg mag ik roepen dat ik mijn moeder haat zolang ik het op het familiefeest maar laat.

ik zag haar nooit meer iets met golflengtes, schreef ze. samen met het ECG van een ernstig hartpatiënt

Intrigerend is ook Edwin De Voigts gedicht Eerste Rotterdamsche VMBO-Bijbel, oftewel het evangelie volgens een (allochtone?) Feyenoordfan.

Het volk had al Ajax een godenzoon Deze stierf aan het kruis voor onze slechte spel Scoren bleef hij gul Deze:1 Ajax altijd:0

In Simonis’ gedicht Alvleesklierkoorts vallen dan weer de moffen op:

De wehrmacht moet van mij niet weten de sa moet van mij niet weten de ss moet van mij niet weten de geallieerden moeten van mij niet weten.

Het mag weer, jongens, de Tweede Wereldoorlog erbij sleuren. Zo vind je een concentratiekampcameo in het verhaal van Arjan Verhagen, wanneer de terminale maagpatiënt Nadelson beelden ziet opdoemen van een onderzoek in hel wit licht, “alsof de schijnwerpers van een concentratiekamp over je lichaam glijden”. En in Kwaks poëzie komt

Hitler even piepen. het van de hoogste literaire waarde Het verhaal Lekker zuipen met Joachten.” Misschien is het een leuke sef Mengele van Vincent Niks zet uitdaging om in een volgend numhet hardst in op de nazikaart. De mer na te gaan of de Nieuwe Nieuschrijver valt door we Zakelijkheid ook de mand, ondanks teksten in een ander “Als wij een absurd het feit dat de beregister kan voortgewelddadig verhaal ruchtste nazibeul brengen. Of ligt in een hoofdrol in die vraag al de verpubliceren, dan niet het verhaal speelt. foeide moeilijkdoeom te shockeren, maar Heeft Niks zich generij op de loer? om de literaire waarde” spiegeld aan het Er tekent zich in de vroege werk van nieuwe NederlandBrusselmans, waarin ook te pas en se tijdschriften een tendens af van te onpas horrormoffen kwamen ophevige afkeer voor alles wat lijkt op duiken? Voor een schok zorgt het al uitgebreide theoretisering of verlang niet meer. Maar afgaande op antwoording van het eigen project. hun opvallende aanwezigheid in In Das Magazin (zie vorige Verz!n) deze Strak, zijn die dekselse moffen hebben de samenstellers genoeg here to stay. aan enkele cocky slogans om het tijdschrift te profileren. De vrolijke branie die Das Magazin kenmerkt, is bij Strak minder te bekennen. Het Hemingway? editoriaal klinkt agressief, op een toon van “heb-ik-wat-van-je-aanQua toon en decor hebben de misschien?” Woede lijkt de drijfmeeste teksten in deze Strak wel veer; wie het niet lust, geeft zijn porwat gemeen. Een leven in gore optie maar aan Fikkie en moet verder kamertjes en achterafstraatjes van niet zeuren. onuitnodigende steden, drugspanStrak vormgegeven, vaak strak geden, zweertjes, pukkels, littekens, schreven, maakt het blad zijn naam alles onaf, groezelig en goor: de wel waar. In Strak lees je wat nog thema’s en settings werden in de nergens elders te lezen valt, door Nederlandse letteren al eerder aanmensen van wie we waarschijnlijk geboord, meer bepaald in het ‘ontnog gaan horen. Maar de grens luisterende’ proza na de Tweede tussen strak en opgefokt is dun. Wereldoorlog. Sublieme uitschieAan Hemingway hebben wij, bij ters vind je in het vroege werk van geen enkele van de teksten in dit Reve en Hermans, bij Wolkers ten nummer, moeten denken. tijde van Een roos van vlees en Kort Amerikaans en in de onbehouwen stoutemeisjesroman Het kan me niet schelen van Nel Noordzij. In hun inleiding verwijzen Aalbers en Tromp naar Wolkers, Arends, Cremer, H.S Thompson en Bukowski, de gecanoniseerde helden van de Waarvan is initiatiefneemster laatste generatie schrijvers die konElfie Tromp bekend? den choqueren met hun teksten. Het gáát de samenstellers al lang Stuur voor 20 mei je niet meer om shock value: “Dus antwoord voor naar als wij een poep- en piesgedicht redactie@creatiefschrijven.be of een absurd gewelddadig verhaal publiceren, dan doen wij dit niet om te shockeren, maar omdat wij

WIN

EEN ABONNEMENT OP STRAK


28

Lezen

webkijker

in bits en bytes — Digitaal lezen bestaat al een tijdje. Toch bleef het voor de fabrikanten van e-readers wachten op verkoopsucces tot Apple met de iPad, de iPhone en de iPod het digitale lezen in een stroomversnelling zou brengen. Tegenwoordig vliegen de literaire applicaties ons om de oren. Verz!n ging op zoek naar interessante lees-apps. door Ken Van de Steene

track voeg je ook aan je digitale boeken gesynchroniseerde muziek, geluidseffecten en omgevingsgeluiden toe. Het programma meet automatisch de leessnelheid van de lezer en voegt muziek en geluid toe wanneer dat nodig is. Dankzij de muziek ga je volledig op in een verhaal.

5

de app is het eenvoudig om tekst in blokken te plaatsen en afbeeldingen toe te voegen. De zelfgemaakte e-books kun je versturen naar vrienden of aanbieden aan de iBookstore.

6

je met een vinger het scherm aanraakt, stopt de app en kun je lezen wat er staat. Haal je je vinger weer van het scherm af, dan flitst de tekst verder, zodat je vrijwel onmogelijk de eerder gelezen tekst nog terugvindt. Het idee is dat iedereen zijn eigen willekeurige boek samenstelt uit de stroom tekst die op het scherm verschijnt.

Composition No.1

Book Creator Heb je door al dat digitaal lezen zin gekregen om zelf een digitaal boek te schrijven, download dan snel de Book Creator. Met deze app maak je zelf e-books op de iPad. Met

Je telefoon weet perfect waar je je in het boek bevindt

Misschien wel het vreemdste ebook van dit moment is Composition No.1, een digitaal boek dat je enkel in willekeurige volgorde kunt lezen. De honderden pagina's tekst van het boek flitsen willekeurig over het scherm van je iPad. Wanneer

Booktrack meet je leessnelheid en voegt muziek en geluid toe

1 VertragingsApp Staan wachten op de bus of de trein is dankzij deze app nog nooit zo leuk geweest. Afhankelijk van de wachttijd die je ingeeft, krijg je verhalen aangereikt met een leestijd tussen vijf en zestig minuten. De wintereditie van de VertragingsApp bevat achttien verhalen van schrijvers, onder wie Anna Enquist, Arthur Japin en Dante. De wintereditie is de vierde uit de reeks. Je kan nog steeds de lente-, zomer- en herfsteditie van de App Store halen.

2 Piccolo Picture Books Heb je kleine kinderen? Dan zullen die waarschijnlijk verslaafd raken aan deze app voor de iPad. De app verzamelt de volledige reeks

digitale prentenboeken van Uitgeverij Unieboek/Het Spectrum. Je hoeft voor de app niet te betalen. Meer nog: je krijgt er bij het downloaden een voorbeeldboek gratis bij. De kinderboeken, verkrijgbaar in vijf talen, verzamel je in je virtuele boekenkast. Heb je een drukke werkdag achter de rug, dan laat je het boek voorlezen door de iPad. Kinderen kunnen zelf aan de slag gaan met het verhaal dankzij de vele interactieve functies.

3 App Book Je hebt tegenwoordig boeken met video’s en weblinks die ideaal zijn om digitaal gepubliceerd te worden. Andere boeken bestaan dan weer hoofdzakelijk uit tekst en zijn veel minder geschikt voor een ta-

blet. De App Book combineert beide versies: het fysieke boek met een app voor de iPhone. Je hoeft enkel je telefoon in de uitsparing in het midden van het boek te leggen. De iPhone-app reageert op de bladzijden die omgeslagen worden. Je telefoon weet dus perfect waar je je in het boek bevindt en geeft extra informatie aan de hand van filmpjes of geluidsfragmenten. De App Book The Next Ten gaat over de voortdurende behoefte aan innovatie om met de kansen en uitdagingen van de komende tien jaar om te gaan.

4

Misschien wel het vreemdste e-book van dit moment is Composition No.1

Booktrack

In films wordt muziek vaak gebruikt om extra spanning aan het verhaal toe te voegen of een bepaalde sfeer op te roepen. Met de Book-

6


31

30 ENT IN EVENEM

DE KIJK

ER

Dichters

TAALSPE

L

Kruiswoordraadsel

Horizontaal 1.

Wind * Voornaam van schrijvers

Winnen

in de Prinsentuin

Buwalda en Verhelst

2. Auteur van De kleine Johannes *

Stuur de oplossing voor 20 mei naar redactie@creatiefschrijven.be en maak kans op een exemplaar van Vallen van Anne Provoost.

— Ruim twee dagen poëzie in zijn gezelligste vorm voor luisteraars en voordragers: op naar Groningen!

University of Queensland

door Peter Mangel Schots

3. Populaire Nederlandse violist * De

1 Een groovy festival hoort te beginnen tussen gelijkgestemde zielen. Op de internationale trein naar Groningen lukt dat aardig. Als in Brussel, Mechelen en Antwerpen de coupédeuren open glijden, duikt telkens één of twee bekende gezichten op. Voorbij Utrecht stapt een Canadees gezin op, rondreizend met rugzakken en gitaar: het lijkt even de bus van Leuven naar Werchter. Groningen kampt deze zomer (2011) met een typisch Belgisch verschijnsel: regen op het verkeerde moment. Wanneer ik kort na de middag de Prinsentuin betreed, schuilt iedereen onder zeiltjes en afdakjes. Maar na enkele voordrachten breekt de hemel breed open. Zo helpt poëzie.

Thee en taart Het festival Dichters in de Prinsentuin brengt elk jaar in juli een vijftigtal poëten en tweeduizend poëzieliefhebbers samen in Groningen. Van woensdag- tot vrijdagavond staan er lezingen en voordrachten op het programma, maar ook interviews, workshops, tafelgesprekken, een literaire wandeling en muzikale optredens. De locatie is telkens de binnenstad, alles op gezellige wandelafstand, van café tot schouwburg. Toch ligt het zwaartepunt nadrukkelijk in de Prinsentuin, een ommuurd stadsparkje, voor een stuk aangelegd in de stijl van de

Hoofdpersonage uit Gone With The

grote Franse tuinen, maar dan meer bescheiden. De poëzie zingt er boven het Theeveld en de Loofgangen uit. Op het Theeveld, een lap gazon van enkele aren groot, staan tafeltjes, stoeltjes en parasols die tussendoor als paraplu’s dienstdoen. Het veld is afgezoomd met boekenstandjes. Hier treden de grote namen op. Bezoekers zitten geboeid te luisteren of slenteren rond met een kopje thee en een stuk taart. Een frisse pint is hier niet te koop, wel de lekkerste thee in alle smaken en kleuren.

Alsof je op bed voorleest Achter het Theeveld, aan de andere kant van de kruiden- en bloemenperken, liggen de Loofgangen. Daar mag ik in de late namiddag zelf optreden. Stel het je voor: twee ronde hagen met een doorsnee van een twintigtal meter. In elke haag is een dozijn ‘vensters’ uitgespaard. De dichters staan aan de binnenkant van de haagcirkels, op enkele meters van elkaar, en lezen voor aan het publiek dat eromheen wandelt, een uur lang. Eerlijk gezegd: het schrikt mij en veel collega’s wat af om zo close met je toehoorders te worden. Het is alsof je hen op bed voorleest, zo nabij zijn ze. Het is ook een uitdaging: kun je hun interesse wekken en hen aan je binden? Of schuiven ze ongeïnteresseerd verder naar een volgend ‘venster’? Het is een geweldige ervaring, klinkt

het achteraf eensgezind. Je ziet hoe de mensen echt aandachtig luisteren en genieten van de poëzie. Sommigen blijven voor één gedicht, anderen hangen een kwartier aan je lippen. Zalig! Het uitwisselen van ervaringen en praten met andere dichters is een belangrijk onderdeel van het festival. Wie opgetreden heeft, wordt in een groepje met een zestal lotgenoten op restaurant gestuurd, beginners en gevestigde waarden door elkaar. Ik prijs me gelukkig om van gedachten te mogen wisselen met onder meer Rodaan Al Galidi, Marjolijn van Heemstra en Xavier Roelens. ’s Avonds staat nog een panelgesprek met Rutger Kopland en Delphine Lecompte op het programma. Helaas bakt de moderator er weinig van. Hij heeft het ook niet gemakkelijk: alsof hij Tony Corsari met Lady Gaga moet laten converseren. Gauw de nacht in, Groningen wenkt. De dag nadien begint het weer van voren af aan en kan ik zelf in de Loofgangen van de ene naar de andere dichter wandelen. Diep en dieper word je zo ondergedompeld in de poëzie. Een heerlijk gebeuren. De vijftiende editie van Dichters in de Prinsentuin vindt plaats van 25 tot 27 juli 2012. Wie er zelf wil optreden, kan zich kandidaat stellen via www.dichtersindeprinsentuin.nl.

1

2 3

4

5 6

7

gezamenlijke belastingambtenaren

8 9 10 11

4. Lengtegraad * Franse schrijver

9

(1783-1842) van onder meer Le Rouge et le Noir

2 7

3

6. Zuid-Afrikaanse Nobelprijswinnares 5

4 5

5. Kunst (Latijn)

3

* Stilte!

7. Hoofdpersonage uit een roman

12

van John Irving * Personage uit L.P.Boons Pieter Daens

6 6

7

8. Bijwoord * Ierse dichter en Nobel-

8

prijswinnaar * Het Romeinse Rijk

9. Periode * Koekjesmerk * ambifie

8

10. Bekende uitgeverij

9

11. Amerikaanse auteur van opmerke-

1

10

lijke romans zoals V en Vineland *

10

11

Deel van een huis

4

Verticaal

4. Dit soort figuur is het personage

8. Niet gedateerd (Latijnse afkorting) *

Gargantua van Rabelais * Droog

1.

Roman van Hella Haasse *

een toepasselijke naam

Stopwoord bij aarzeling

wielrenner

10. Merrie (Latijn) * Griekse historicus

6. Stevig of mooi * Aldus

3. Afscheidsgroet * Tijdperk * Erfelijkheidsdrager

3

pline * Schrijversorganisatie met

5. Meisjesnaam * Stad in China *

2. Voorspoed, welzijn * Australische

2

9. Het opleggen van regels en disci-

(Engels)

Jongensnaam

1

Zaak (Latijn)

(van dranken) * Voor Christus

(64 v.Chr. - 19 n.Chr.)

7. Poëtische locatie in Groningen 4

5

6

7

8

9

10

11. Hedendaagse Duitse cultuurfilosoof 11

De letters in de genummerde vakjes vormen de naam van een Vlaamse dichter.


33 Oplossing kruiswoordraadsel vorige editie VERZ!N

1

2 3

4

5 6

1

S

T

O

O

2

W

IJ

P

S

3

I

4

F

5

P

R

12

T

A

6 7

R

8

Z

9

O

L

1

8

O

M

M

B

A

R

9

S

O

A

10

K

O

N

11

A

L

M

A

11

A

Y

R

5

7

L

R

E

V

I

E

A

N

L

O

10

E

8 9 10 11 S

P

I

M

E

N

R

C

N

A

T

R

Misdaad

Helga Broos

I

O

P

H

E

F

R

E

Pieter Bonte

Z

De reis naar Inframundo

3

C

F

IJ

T

E

N

A

N

O

N

I

op VERZ!N. Ik ontvang vier nummers na betaling.

7

T

T

een jaarabonnement

A

A

E

Ja, ik neem

WinNEN

M

C

N

6

2

N

S

U

R

M

E

E

Jaarabonnement Das Magazin

E

Marianne De Bouw

M

naam

straat

postcode tel

gemeente

voornaam nr

bus land

e-mail

Ik schrijf vandaag 12 euro over op rekeningnummer 001–4238815-88 met vermelding ‘abo VERZ!N’. Ik wil een factuur. Ik schrijf vandaag 17 euro over op rekeningnummer 001–4238815-88 met vermelding ‘abo VERZ!N’. Ik ontvang een factuur na betaling.

TUSSEN TAAL EN BEELD - VERZAMELDE VERHALEN #4 - 7 juli tot en met 2 september 2012 maandag en dinsdag gesloten / woe-do-vr van 14u tot 19u / za-zo en feestdagen 11u tot 19u www.kunstenfestivalwatou.be info@kunstenfestivalwatou.be

Knip deze bon uit en stuur hem op naar Creatief Schrijven, Waalsekaai 15, 2000 Antwerpen, België

Ik woon in het buitenland en schrijf 30 euro over op rekeningnummer IBAN: BE56 0014 2388 1588 - BIC: GEBABEBB met vermelding ‘abo VERZ!N’.


34

35

Publiceer

AGENDA / Evenementen, cursussen en wedstrijden Zin in literatuur? Wil je zelf schrijven? Werp een blik op de cursussen, wedstrijden en literaire evenementen in deze lijst. Een uitgebreid overzicht vind je op de website www.creatiefschrijven.be 10 JAAR HET LIEGEND KONIJN Wat: literair evenement Data: 11/4 – 12u30 Waar: Vlaams Parlement, Brussel Info: [t] 02 212 19 30 [w] www.deburen.eu WELKOM IN EGO-LAND Wat: schrijfcursus Data: 11/4, 18/4, 2/5 en 16/5 Waar: Wisper, Gent Info: [t] 09 229 21 72 [w] www.wisper.be ONCE UPON A FESTIVAL Wat: kunstenfestival mét literatuur Data: 13 en 14/4 Waar: Kasteel van Laarne Info: [w] www.onceuponafestival.be HET MOOISTE TESTAMENT Wat: wedstrijd Deadline: 15/4 Organisatie: Testament.be Info: [t] 0479 76 00 76 [w] www.hetmooistetestament.be BOEKENWEEKEND Wat: literair evenement Datum: 20/4 tot 22/4 Waar: Sint-Niklaas Info: [t] 037 60 91 53 [w] www.ccsint-niklaas.be

DONDERDAGEN VAN DE POËZIE SCHRIJFDAG 2012 Wat: poëzie tijdens de lunch Data: 19/4, 26/4, 24/5 en 31/5 – 12.30u Waar: Letterenhuis of Bibliotheek Permeke, Antwerpen Info: [t] 03 222 93 20 [w] www.antwerpen.be

Wat: het literaire treffen voor en door schrijvers Data: 5/5 Waar: Mechelen Info: [t] 03 229 09 90 [w] www.creatiefschrijven.be

gratis JOUW boek bij unibook

FINALE FRAPPANT TXT SCHRIJVEN OP EEN LANDGOED Wat: text on stagewedstrijd Data: 27/4 Waar: Bibliotheek Permeke, Antwerpen Info: [t] 03 222 93 20 [t] www.frappanttxt.be VOORRONDE BELGISCH KAMPIOENSCHAP POETRY SLAM Wat: TXT on stage Data: 30/4 Waar: Brussel, Antwerpen, Gent, Hasselt en Watou Info: [t] 03 229 09 90 [w] www.beslam.be

Wat: schrijfcursus Data: 16/5 tot 20/5 Waar: Villa Hellebosch, Vollezele Info: [t] 03 229 09 90 [w] www.creatiefschrijven.be COLUMNS SCHRIJVEN Wat: schrijfcursus Data: 19/5, 26/5 en 2/6 Waar: Wisper Gent Info: [t] 09 229 21 72 [w] www.wisper.be

vanaf

FELIX POETRY FESTIVAL

NACHT VAN DE POWEZIE Wat: literaire avond Deadline: 30/4 Waar: Kievitsnest, Antwerpen Info: [w] www.kievitsnest.wordpress. com HAIKUWEDSTRIJD Wat: Wedstrijd Data: 28/2 Waar: Haikukern Limburg Info: [w] www.poeziecentrum.be/ wedstrijden VERHALEN SCHRIJVEN VOOR KINDEREN - KENNISMAKING Wat: schrijfcursus Data: 3/5, 10/5 en 17/5 Waar: Wisper Leuven Info: [t] 016 25 16 21 [w] www.wisper.be

Wat: poëziefestival Data: 14 en 15/6 Waar: Felixpakhuis, Antwerpen Info: [w] www.antwerpenboekenstad.be FANTASY STRIJD BRUGGE Wat: wedstrijd fantasyverhaal Data: 24/6 Organisatie: Stad Brugge Info: [t] 050 44 82 70 [w] www.brugge.be

6,46

Maak jouw eigen unieke CookBook!

Maak jouw eigen unieke PhotoBook!

Bundel al jouw recepten in een uiterst

Je creëert een PhotoBook met de meest

Of hou je het toch liever bij een volledig

persoonlijk CookBook. Kies zelf een

professionele

zelf ontwikkeld boek?

stijl voor jouw boek, voeg je eigen

fotografen mee werken. De grafische

Via UniBook kan je zelf jouw werk

recepten toe en die van grootmoeder,

mogelijkheden zijn enorm. Je kan jezelf

opladen. De handige wizard helpt je

vul jouw boek eventueel aan met

eindeloos verdiepen in het creëren.

vervolgens bij de opmaak van jouw kaft.

leuke recepten uit onze database

Na enkele dagen ontvang je dan jouw

Wil je anderen laten kennismaken met

en creëer erop los. Wij zorgen ervoor

PhotoBook in kleur gedrukt en met een

jouw boek? Dan kan je het boek gratis

dat je jouw eigen CookBook binnen

harde gepersonaliseerde kaft.

te koop aanbieden via onze online

enkele dagen kan ontvangen. Een mooi boek in kleur gedrukt met een harde

software

waar

Maak jouw eigen unieke boek! ook

bookshop. Via UniBook beschik je

immers over een wereldwijd verkoop-

gepersonaliseerde kaft. Zo uniek. Een

en distributieplatform. UniBook zorgt

echte cadeautip of toch eerder een

voor de productie, de betaling en de

musthave voor elke hobbykok?

verzending, zodat jij jezelf volledig kan toeleggen op het schrijven zelf.


Nieuw: Van Dale Taalhandboeken Snel antwoord op al je taalvragen in het Nederlands

Taal is leuk, maar soms ook moeilijk. Gelukkig zijn er nu de Van Dale Taalhandboeken Nederlands en Engels voor taalvragen! “Moet ik hier hen of hun gebruiken?”, “Wanneer gebruik je een puntkomma?”, “Hoe deel ik mijn tekst in?”. Of het gaat om stijl, grammatica, spelling of punten en komma’s, in deze boeken vind je altijd wat je zoekt.

• Antwoord op de meest uiteenlopende taalvragen • Pittige, technisch-inhoudelijke passages • Toegankelijk, luchtig geschreven en fris vormgegeven • Eenvoudig zoeken en snel vinden • De zekerheid van kwaliteit door Van Dale

€ 34,95

per stuk

Te koop bij de boekhandel of via www.vandale.be

We geven je ons woord Taaltrainingen

|

Vertaalbureau

|

Van Dale Online

|

Woordenboeken


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.