toelating gesloten verpakking 2030 - Antwerpen X - P602624
TIJDSCHRIFT
Het tijds
chrift da t je aan h
et schrij
ven zet
Koen Peeters
Schrijven gaat over:
Ik ben wie ik ben Hoe win je een schrijfwedstrijd? Tom Naegels en Facebook Driemaandelijks tijdschrift van Creatief Schrijven vzw Jaargang 5/nummer 1 / januari - februari - maart 2010 V.U.: Guido Vereecke/ Zirkstraat 36/BE/2000 Antwerpen/prijs â‚Ź4/p.32
02 VOORWOORD / Ellen Weis
Schrijven is een nobele zaak. Het laat een nieuwe wereld ontstaan, geeft leven aan ongeziene wezens en kan het onmogelijke waarmaken. Het vertelt over vergeten tijden, schrijft een aanklacht of katapulteert ons in de toekomst. Het geeft levens weer van grote heren en dames. Schrijven is een zaak voor echte schrij-vers. Mensen die de wereld bekijken, proeven, ruiken en zich daarna op hun geestelijke zolderkamer terugtrekken om hun verhaal aan het papier te vertellen. Ze verbeelden, vertalen en vervormen tot alleen de essentie overblijft. Maar schrijven is ook gewoon een leuke trukendoos om mee te spelen. En het zijn juist die achterpoortjes die ons het meest interesseren. Laat ik er alvast eentje onthullen over
geloofwaardigheid. Je kunt je lezer werkelijk alles wijsmaken, als je het maar logisch laat lijken. Als je een personage wilt laten vliegen, de toekomst laten voorspellen of hem on-kwetsbaar wilt maken, kan je steeds terecht bij de wetenschap. VERZ!N een wetenschappelijk bewijs dat je personage een gave geeft. Hij heeft er de juiste chromosoomafwijking voor, hij is ooit met een verkeerd medicijn geïnjecteerd, toen hij besmet was door een uitzonderlijke ziekte. In realiteit hoeft het niet geloofwaardig te zijn, als het maar klopt in de geloofwaardigheid van het boek zelf. Het kan ook minder opvallend. Wil je dat je personage een uitgesponnen gevecht overwint? Vermeld dan in het begin dat hij ooit nog een bokscursus heeft gevolgd en dat hij best wel wat talent had. Moet hij een belangrijk historisch geheim ontdekken? Laat hem fan zijn van antiek en andere snuisterijen. Probleem opgelost en jij kunt verder met je verhaal. Het gaat niet zozeer om welke reden je geeft, je moet er gewoon één geven. Daar stelt de lezer zich tevreden mee, want de lezer is immers het meest gewillige slachtoffer van een goede schrijver.
COLOFON
VERZ!N
[w] www.creatiefschrijven.be
Leuven: IMS: Diestsestraat 115
januari/februari/maart 2010
[t] +32 3 229 09 90
Johannes: A. Smetsplein 10
Jaargang 5, nummer 1
[a] Zirkstraat 36 – 2000 Antwerpen
Hasselt: IMS Demerstraat 80a
Abonnementen
Copyright berust bij Creatief Schrijven
12 euro (voor 4 nummers) - met factuur
vzw. Overname van de teksten is toege-
Uitgever: Creatief schrijven vzw
17 euro, 30 euro steunend + buitenland:
laten mits bronvermelding en vooraf-
Hoofdredacteur: Ellen Weis
Over te schrijven op rekening
gaand akkoord van de uitgever.
Eindredactie: Anja Giegas
001-4238815-88 met vermelding
Iedere medewerker/inzender is verant-
Redactieraad: Leen De Vreese, Philip
VERZ!N / BIC: GEBABEBB -
woordelijk voor zijn of haar bijdrage
Verhaeghe, Hedwig Bogaerts, Evelien
IBAN: BE56 0014 2388 1588
Vantomme, Patricia De Laet, Inge
Los nummer: 4 euro
Verschijnt vier keer per jaar. Oplage: 1000 exemplaren
Creatief Schrijven is het aanspreekpunt voor iedereen die schrijven niet laten
Misschaert, Sophie Siersack, Yves Joris Werkten ook mee aan dit nummer:
VERZ!N is te koop in:
kan. De vzw adviseert, ondersteunt en
Dimitri Bontenakel, Roel Richelieu
Antwerpen: IMS: Meir 125
begeleidt niet-professionele schrijvers
Van Londersele, Ken Van de Steene
Melkmarkt 17
en literaire verenigingen.
Foto’s: Katrijn Van Giel
De Groene Waterman: Wolstraat 7
Advertentiemogelijkheden en -tarieven
Vormgeving: Albino {www.albino.be}
Brugge: IMS: Noordzandstraat 26
op aanvraag: an@creatiefschrijven.be
Druk: Drukkerij Gazelle NV
De Reyghere: Markt 12
Redactieadres:
Gent: Poëziecentrum: Vrijdagmarkt 36
[e] redactie@creatiefschrijven.be
BVBA Jupiter: Zwijnaardsesteenweg 6
03 INHOUD
08
Bloemen uit de Kempen Koen Peeters over zijn 10e roman.
Win een exemplaar!
Cursus in de kijker ............................... 4 Schrijftips van een dichter ..................... 6 Taalspel ............................................... 24
Column ............................................. 5 Rachida Lamrabet schrijft eerste scenario .................16
12
Waarom ik nooit een schrijfwedstrijd win? Juryleden klappen uit de biecht.
Vakliteratuur .................................. 22 Literair tijschrift in de kijker .......... 26
19
Belang van de achterflap Een flaptekst is het visitekaartje van je werk. VERZ!N geeft in de Letterfabriek 8 concrete tips.
29
Tom Naegels en zijn 400 Facebookvrienden “Op het moment dat ik iets op Facebook zet denk ik nog altijd dat ik babbel met 20 vrienden.”
Popfolio op zoek naar muzikale portfolio’s .......14 Evenement in de kijker ............ 15 Webkijker ................................. 18 Nieuws .................................... 30 Agenda ................................... 32
04
CURSUS
IN DE KIJ
KER
Waar woorden beelden worden
— Wie denkt dat poëzie moet bestaan uit disticha, alliteraties, enjambementen of witregels, wordt door docente Helen White tijdens de workshop Visuele Poëzie in de bibliotheek van Sint-Niklaas snel op andere gedachten gebracht. door Yves Joris
Een tentoonstelling over het poëtische werk van dichter Paul De Vree was de reden dat, op één van de heetste zaterdagen van 2009, een tiental visuele dichters in spe afzakten naar de Reynaertstad. Bij het betreden van het leslokaal valt dadelijk op dat het er anders aan toe zal gaan dan bij alle andere cursussen die ik ooit gevolgd heb. Hier wacht geen onbeschreven blad op bevlogen woorden. Hier geen serene omgeving die de muze moet helpen. Acrylverf en viltstiften, waskrijt en grafietstaafjes, afgedankte boeken en oude tijdschriften wachten ongeduldig om omgetoverd te worden tot visuele kunstwerkjes. De workshop begint met de kadering van visuele poëzie binnen de overweldigende wereld der Muzen. Namen als Apollinaire, Van Ostaijen en De Vree passeren de revue. Tientallen meege-
brachte kunstboeken ondersteunen de enthousiaste woorden van Helen. We vergapen ons aan A Humument: A treated Victorian novel van de kunstenaar Tom Phillips. Dit kunstwerk, dat voor het eerst verscheen in 1970, werd beschilderd, ingekleurd of tot collage verwerkt. Nog slechts sporadisch herinnert het werk aan het onderliggende boek A human document van W.H. Mallock. Het regengedicht van Apollinaire, de bezette stad van Van Ostaijen, de strakgeometrische werken van Paul De Vree zelf zijn slechts enkele voorbeelden van dichters die synergie van woord en beeld naar een hoger niveau tillen. De toon is gezet. Na deze pareltjes van herinterpretatie mogen we een eerste keer zelf aan het werk. Iedere deelnemer krijgt een pagina uit een populair magazine voor de neus. Zij/ hij is de initiële creator van het nieuwe
werk. Iedereen krijgt de kans om zijn eigen cadavre exquise te scheppen. Sommige woorden verdwijnen onder dikke lagen viltstift, andere krijgen extra nadruk door vette omlijstingen. Randversieringen trachten de aandacht af te leiden van het woord bij de ene, terwijl ze bij een andere deelnemer net een hechte band vormen met de overgebleven woorden. Wat heeft dit nog te maken met schrijven, hoor ik de lezer al kritisch vragen. Als ik eerlijk ben, moet ik toegeven dat je tijdens deze workshop zelden een eigen woord op papier zal zetten. Bij de creatie van visuele poëzie gaat het in de eerste plaats over dat ene procent dat zo belangrijk is bij alle kunstvormen: INSPIRATIE. Door zinnen te schrappen, door leestekens te verstoppen onder een laagje verf, door woorden die net nog geen enkele samenhang had-
den samen te voegen, lees je plots een ander verhaal. Een mooie oefening voor iedereen die even zonder inspiratie zit. Neem een bestaande tekst, duid een aantal opvallende woorden of woordgroepen aan en baseer je op de gewijzigde tekst om je eigen verhaal te vertellen.
05
Meer info
http://www.krikri.be/helen/ (website Helen White)
http://humument.com/ (kunstwerk Tom Phillips)
http://devree.wordpress.com/ (over leven en werk van de dichter)
http://www.tussentaalenbeeld.nl/ Na de middagpauze is het de beurt aan houtskoolgedichten. Een dik A3-karton ligt voor mijn neus. Twee deelnemers lezen tegelijkertijd voor uit willekeurig gekozen bladzijden uit even willekeurige boeken. De mengelmoes van stemmen, intonaties en woorden weergalmt door de ruimte. Mijn handen kleuren grafietzwart als ik zinsflarden en woordgroepen aan het papier toevertrouw. Daarna is het weer de beurt aan Helen die ons verder laat werken met onze kladversie. Accentueer een woord, fixeer het, kleur patronen bij, leg verbanden tussen woorden die je nu pas zelf ziet. Rondom mij veranderen ruwe schetslijnen in intricate woordpatronen. Sommige deelnemers laten zich inspireren door bestaand werk en ontpoppen zich in enkele uren tot echte De Vree-epigonen, terwijl andere met schaar en lijm uitbundige tekstcollages ineenknutselen. Op het einde van de namiddag is het leslokaal veranderd in een grote kleurruimte vol visuele-poëzieaspiraties. Tientallen werken verdringen elkaar in een uitbundige mix van woord en kleur. De literaire muze heeft mee aangezeten, maar heeft zich bedeesd op de achtergrond gehouden. Deze workshop biedt niet alleen een mooi overzicht van wat visuele poëzie in de eerste plaats is, maar laat vooral de deelnemers toe op een speelse wijze nieuwe inspiratie te vinden in bestaande teksten. En is dat tenslotte niet de bedoeling van een geslaagde workshop: nieuwe zienswijzen ontwikkelen op bestaande situaties?
(over interactie tussen taal en beeld)
{ Dimitri Bontenakel }
Oud-strijders onder elkaar column De oud-strijder is een bedreigde diersoort,
De oud-strijder wacht. Hij wacht op het werk-
bedenkt de oud-strijder. Zoals de panda. Zo-
volk dat de bezoekerstoiletten aan het renove-
als de witte neushoorn. Hij trommelt met zijn
ren is. Ze zijn al de hele week in de weer. Ka-
vingernagels op het tafelblad. Ze zijn lang, zijn
baal dat ze maken. Hij kan er niet goed tegen.
vingernagels. Vroeger knipte zijn vrouw ze al-
Toch zit hij hier vandaag. Daar heeft hij een heel
tijd – zelf heeft hij dat nooit gekund. Nu moet
goeie reden voor.
hij wachten tot een verpleegster erover strui-
Daar zijn ze. De Congolees is er ook bij. Con-
kelt. Zijn blik schuift hoger, naar de rug van zijn
golezen trekken allemaal op elkaar maar deze
hand. Hij kijkt niet graag naar zijn handen. Die
kan je herkennen aan het litteken dat een bijl in
blauwe aders onder dat doorschijnende velle-
zijn nek heeft gekerfd. De oud-strijder zet zijn
tje. Ze doen hem denken aan de oldtimer die
bril op. Geen twijfel mogelijk. Dit is de jongen
hij als kind op de akker van zijn grootvader zag
die hij gisterenavond in Koppen heeft gezien.
wegroesten. Elk jaar kwam de machinerie een
Ze interviewden Congolese kindsoldaten die
beetje bloter te liggen. Hij moffelt zijn handen
als vluchteling naar België waren gehaald. De
onder tafel weg.
jongen met het litteken hadden ze ook onder-
De oud-strijder zit klaar. Hij heeft een goed
vraagd. Vijf jaar geleden was hij op Zaventem
plekje uitgekozen. Dit tafeltje op de gang biedt
geland. Nu werkt hij hier als klusjesman. Hij
uitzicht op inkomhal én bezoekerstoiletten. Het
trekt een beetje met zijn been. Oorlogswonde?
stagiairetje dat hier met een kompres op haar
De oud-strijder is tot uitsterven gedoemd. Zo-
hoofd zat in te dutten, heeft hij weggejaagd. Hij
als de Tasmaanse tijger. Zoals de dodo. Vol-
ziet de koffie staan die het kind achterliet en
gende week is het een jaar geleden dat ze zijn
krijgt trek. Voorzichtig brengt hij de beker naar
makker Louis, de enige andere veteraan in dit
de lippen. Bah, koud. Misschien maar goed
rusthuis, in de grond hebben gestopt. De rest
ook, zijn darmen verdragen steeds minder.
heeft het alleen maar over hun kleinkinderen en
De oud-strijder is niet meer van de jongste.
het koningshuis. Maar met deze jongen uit de
Zijn ogen verslechteren met de dag. Lezen zit
Congo… die ook in een oorlog heeft gezeten…
er niet meer in. Hij kijkt veel tv. National Geo-
gespreksstof voor uren.
graphic voornamelijk, niet zozeer voor de
Hun blikken kruisen. De oud-strijder zoekt naar
natuurdocumentaires, maar omdat ze soms
woorden. Maar hoe doe je dat: vriendschap
dingen over de oorlog brengen. Sinds Vlaams
sluiten met een neger?
Brussel van naam is veranderd, is de oorlog van het scherm verdwenen. Maurice dingske zou zich omdraaien in zijn graf. Verdorie, hoe heet hij ook alweer, die met zijn programma’s over de collaboratie. Ach, zijn geheugen laat hem in de steek. Logisch ook, in dit rusthuis gebeurt niets wat het onthouden waard is.
06
15 Schrijftips
van een dichter die in veel gelooft
— Een mens kan niet in alles geloven. Zo geloof ik niet heel erg in schrijftips, omdat ik ook niet geloof dat goede poëzie bestaat. Ik heb altijd het gevoel gehad dat er enkel goede gedichten bestaan. En zelfs dat is bediscussieerbaar. Over poëzie kun je heel zinvol praten, maar van om het even welke uitspraak die je erover doet, kun je het omgekeerde beweren en evenzeer gelijk hebben. Op dezelfde manier is een tip waardevol voor de ene schrijver en belandt hij bij de andere schrijver via de kortste weg in de prullenmand. door Jan Geerts Omdat elk gedicht vanaf het eerste woord zijn eigen wetten bepaalt met betrekking tot ritme, beeldspraak, logica, klankspel, zintuiglijkheid, enz., lijkt me het niet onbelangrijk voor een dichter om te luisteren naar het gedicht.
dicht. De taal heeft altijd gelijk. Als je toch veel te vertellen hebt, schrijf dan een roman, een essay, een dagboek… De boeiendste gedichten zijn die die je leiden naar een onverwachte plek; niet alleen voor de lezer maar ook voor de dichter.
Lees wat de taal die je hanteert jou te vertellen heeft. Ontdek welke betekenissen er worden aangereikt in de verzen. Vind de souplesse om de taal te volgen en je
Vertrouw niet op de inspiratie die geniale verzen tevoorschijn tovert. Vertrouw enkel op de inspiratie die het gevolg is van concentratie, wachten, tijd maken, tijd vinden, woordschaven, uit het venster staren, op tijd stoppen met schrijven, lezen en herlezen, je afzonderen, je afvragen waar je mee bezig bent.
“De taal heeft altijd gelijk.” vooropgestelde bedoelingen achterwege te laten. Hou niet krampachtig vast aan wat je wou zeggen als je merkt dat het gedicht iets anders te zeggen heeft. Een dichter staat altijd in dienst van het ge-
Vertrouw niet op talent. Zoals elke mens zijn/haar taal heeft geleerd, zo moet elke dichter zijn/haar dichttaal onder de knie krijgen; hetgeen een levenslange leerschool is.
Leer je eerste lezer te zijn; wat eenvoudiger klinkt dan het is. Als je uren, dagen, weken over een gedicht hebt gehangen, is het niet vanzelfsprekend om dat gedicht te lezen zonder de echo van alle frustraties, goede bedoelingen en mislukkingen die bij het ontstaan ervan hebben meegespeeld. Eén oplossing: tijd. Geef je gedicht een kelder, laat het rijpen en verdwijnen uit je hoofd zodat je het later kan lezen met de nodige afstand en helderheid. Het opzij leggen van een gedicht en er niet naar omkijken is een belangrijk deel van het schrijven. Lees je eigen gedichten vervolgens genadeloos. Koester ze niet, maar zie hun mooie kanten. Schrijf niet als er niets te schrijven is. Krampachtigheid om toch maar enkele verzen op papier of op
het scherm te krijgen, is meestal contraproductief. Zoek je eigen stijl en volhard daarin. Luister naar feedback, kritiek en suggesties van anderen, maar ga vervolgens je eigen weg. Schrijf de poëzie die jij bent. Als je anderen naar het hart gaat schrijven, ga je dichter spelen. Je gaat als het ware tussen twee stoelen zitten; die van je eigen stijl en die van de verwachtingen van anderen. En tussen twee stoelen gaan zitten, doe je zelden elegant. De authenticiteit van een dichter heeft niets te maken met autobiografische correctheid, wel met je eigen stijl die je elke dag opnieuw moet uitvinden. Wees bescheiden. Schrijf gedicht per gedicht, maar mik in elk gedicht op niets minder dan het volmaakte. Aanvaard je eigen grenzen. Weet dat een goed gedicht dat gedicht is dat zijn eigen verwachtingen, hoe groot of klein ook, waarmaakt. Laat in elk gedicht een dwingende noodzaak spreken. Overtuig je lezer ervan dat elk woord er staat omdat het daar moet staan en dat het gedicht gelezen moet worden. Men zegt vaak dat poëzie over het onzegbare gaat. Je kan dus niet anders dan met suggestie werken. Het hart van elk gedicht is vaak dat wat er net niet staat. Verwar suggestie niet met zweverigheid. Geef je gedicht grond onder de voeten. Concrete details roepen vaak meer op dan vage verzen waarin betekenis verzandt. Streef, hoe complex je onderwerp en je taal ook zijn, naar helderheid, zonder oppervlakkig te zijn. Wees subtiel in je suggestiviteit. Een klein steentje tegen het venster dat de aandacht trekt, heeft meestal een gewenster effect dan een baksteen waardoor er van het venster niets overblijft. Suggestie moet heel
precies zijn, anders heeft het geen effect of het foute effect van richtingloosheid. Suggestie die een gedicht enkel verduistert, is niet functioneel. Bovendien behoedt suggestie je voor uitleggerigheid, het te expliciet blootgeven van je intenties.
“Poëzie moet niet louter rationeel te doorgronden zijn.” Onderschat je lezer niet. Je moet niet alles uitleggen; je mag beelden voor zich laten spreken. Zorg ervoor dat je gedicht nog gelezen moet worden, dat niet alles er staat. Verwacht aan de andere kant ook niet te veel van je lezer. Wees blij met het feit dat hij/zij je gedicht wil lezen. Charmeer hem/ haar, verleid hem/haar tot lectuur. Zoek meerwaarde in ruis, chaos, vervreemding, meerduidigheid, verwarring… alle dingen die het alledaagse taalgebruik duister maken. Durf de logica van elke dag te verlaten en met bovenstaande elementen een heldere, poëtische logica te construeren die beroep doet op intelligentie, emotie, zintuiglijk denken, klankassociaties, verwachtingen… Poëzie moet niet louter rationeel te doorgronden zijn. Je kan zelfs stellen dat, gezien de hoeveelheid aan betekenissen die elk beeld oproept, poëzie per definitie het niet-logische en het irrationele verkent. Laat dat de kracht zijn van je gedicht. Op het moment dat je bij de rand van het bevattelijke aankomt, wordt poëzie boeiend, beklijvend, ontroerend… Heb oog voor de coherentie van het gedicht. Zorg er bijvoorbeeld voor dat je beelden er in thuishoren. Een geslaagd beeld in het ene gedicht is dat niet noodzakelijk in een ander gedicht. Zoek het evenwicht tussen de autonomie van het detail en de grotere constructie.
Emoties zijn voor veel dichters een belangrijke voedingsbron voor het schrijven. Belangrijk is dat je afstand neemt van de emoties waar het om gaat, zonder ze uit het oog te verliezen. Als dichter moet je in de eerste plaats werken met woorden, niet met sentimenten. Ga creatief om met het gevoel dat je geen inspiratie hebt. Als je de woorden niet vindt, laat ze dan zelf tot bij jou komen. Hiervoor zijn honderden techniekjes: pluk 30 woorden uit de krant en begin ermee te puzzelen; gebruik een andere tekstsoort (recept, gebruiksaanwijzing, weerbericht…) als uitgangspunt; leg jezelf een vormelijke beperkingen op (b.v. geen zinnen van meer dan 4 woorden; geen adjectieven; in elk vers een zintuiglijke indruk; geen ‘ik’ in je gedicht). Deze technieken dagen je uit om de grenzen van je eigen schriftuur te verleggen. Heb altijd pen en papier bij je. Goede ideeën komen vaak op de proppen op momenten dat je niet aan het schrijven bent. Gooi niets weg. Zelfs het banaalste woordspelletje kan vroeg of laat zijn plek krijgen in een gedicht. Schrijf veilig. Doe het niet terwijl je in de file staat. Het leven is belangrijker. Maak de juiste keuze wanneer je wil schrijven en je dochter vraagt of je mee verstoppertje wil spelen. Geen dochter hebben is ook handig. Relativeer de poëzie maar wees je er ook van bewust dat je met heel je lijf, ziel en leven kiest voor de poëzie. Dichter zijn is niet iets wat je met een knopje aan- of uitzet. Zorg ervoor dat poëzie ook bij je leefgenoten een plaats krijgt.
Jan Geerts is dichter en schrijfdocent bij Jeugd en Poëzie en de SchrijversAcademie.
08 © j tri Ka n n Va G l ie
Bloemen
uit de Kempen
— In september verscheen het tiende boek van Koen Peeters: De bloemen. Ondanks zijn omvangrijke oeuvre blijft de auteur met beide voeten op de grond. De publicatie van nummer tien is geen aanleiding voor een groot feest, maar wel een stap in de richting van de realisatie van zijn droom: een persoonlijk oeuvre van 30 cm. “Ik heb nu al 20 cm, dus nog 10 cm of ongeveer 5 boeken te gaan. Dat moet lukken! Tegenwoordig, met die dikke kaften, gaat het goed vooruit.” door An Leenders
Gefeliciteerd met je tiende boek! De bloemen is een streekroman die zich afspeelt in de Kempen. Het is een bijzondere stijlbreuk met je eerdere werken die zich afspelen in een internationale context. Een bewuste keuze? Ik geloofde eigenlijk niet in het genre streekroman. Ik heb me er altijd ver van af gehouden. Zoals je weet, ben ik schrijver van Grote Europese romans. (lacht ironisch) Maar toen mijn vader overleden was, gaf mijn nonkel mij oude familiedocumenten: brieven van mijn grootmoeder en proces-verbalen van mijn vader. Daar moest ik echt iets mee doen en wel in de juiste vorm. Die vorm is een streekroman geworden. Ik kon dat niet tegenhouden. Vergelijk het met water dat naar het laagste punt vloeit. Dat kun je ook niet tegenhouden.
Wat heb je zelf met bloemen? Mijn grootmoeder heette Hortence. Ik heb zelf een dochter die Fleur heet en ik breng elke week bloemen mee van de Colruyt voor mijn vrouw (lacht). Eigenlijk vind ik bloemen een bijzonder mooie vorm van esthetica waarmee wij ons omringen. Hoewel we eigenlijk allemaal weten dat het dingen zijn die we afknippen en in huis halen op het moment dat ze doodgaan. Ze stralen en communiceren nog even op een waanzinnige manier, maar ook heel absurd en nutteloos want ze zijn dood. Toch vinden we het belangrijk om ze in huis te hebben. Ze ruiken ook lekker. Ze zeggen heel veel, betekenen veel. Ze maken onze wereld schoon, al weten we dat het niet echt is. Het is met dezelfde zucht dat straten Madeliefjeslaan worden genoemd, of een appartementsgebouw ‘Iris’.
Hortence, jouw grootmoeder, komt als een heel sterke vrouw uit de roman. De passage waarin je haar dood beschrijft, is prachtig. Je zegt bijvoorbeeld “God neemt het belangrijkste weg: haar handschrift.” Verklaar je nader... Ik zeg dat als schrijver, omdat ik haar ontdekt heb via handgeschreven brieven die ze stuurde aan haar kinderen die op internaat zaten in het Klein Seminarie in Hoogstraten. In die brieven, en dus in haar handschrift, las ik ook haar zorg en bezorgdheid. Als mijn grootmoeder in de kruidenierszaak bezig was, waren haar gedachten bij de kinderen die op school zaten. Ze schreef in de brieven wat haar kinderen moesten doen: “Doe een sjaal rond je nek, dat je het niet koud krijgt. Pas op als je de fles met citroensap opendoet want je gaat morsen.”
Die brieven dateren uit de jaren 40 maar vandaag zeggen jonge mama’s exact hetzelfde. Ik vind dat ouderwets schoon. Het is natuurlijk naïef en heel gewoon maar in dit boek wou ik daar echt wel voluit in gaan, een beetje in zwelgen zelfs. Zo is het leven, soms, vanuit een bepaalde blik bekeken.
De bloemen bevat heel wat autobiografische elementen. Hoe ga je daar als schrijver mee om? Is er tussen die waargebeurde feiten plaats voor verbeelding? Ik vertel in dit boek een verhaal over het verleden. Vermits het verleden voorbij is, is de inhoud natuurlijk allemaal verzinsel. Het gaat om dingen die we onthouden of die we willen onthouden. Dat is al een selectieve stap. Bovendien bestaat De bloemen uit verhalen die me verteld zijn, die ook gedeeltelijk geïdealiseerd zijn of die ik gereconstrueerd heb. Aan de hand van proces-verbalen een belangrijk moment in het leven van mijn vader beschrijven is natuurlijk ook een heel vreemde bril om ernaar te kijken. Terwijl ik de verhalen neerschrijf, verzin ik ze. Als ik ze nadien vertel, dan herinner ik ze me, zoals ik ze zelf beschreven heb. Ze zijn literaire werkelijkheid geworden. Bijvoorbeeld op een bepaald moment gaat het in deze roman over het geloof. Als ik nu terugkijk naar de Kempen, dan zijn die voor mij veel katholieker geworden dan voor ik het boek schreef. Het is natuurlijk belachelijk om zo te werken, bijna manisch zelfs, (lacht) dat besef ik wel, maar ik verklaar het met de gebrekkige theorie dat ik een heel slecht geheugen heb. De ruimte in mijn hoofd is beperkt. Zoals een volle boekenplank. Als je er een nieuw boek bijzet, valt er een ander af, ook al wil je dat niet.
Heb je De bloemen voor publicatie laten lezen aan je vrouw, die ook in het boek voorkomt, en aan familie en betrokkenen? Ja, mijn vrouw heeft het op voorhand gelezen maar vooral ook de twee betrokken nonkels. Ik wilde hen op geen enkele manier beledigen of irriteren. Dat is misschien mijn Kempische zucht naar consensus. Walter van den Broeck schrijft in Het Beleg van Laken (ook een wereld-streekroman die zich afspeelt in de Kempen – nvdr) een passage over het zoeken naar een wereld die goed geregeld is, waar iedereen zijn plaats kent, waar het gezin vredig samen op de sofa zit. Ik besef dat dit géén literair criterium is, maar ik vind het fijn dat mijn personages nog kunnen buitenkomen. In dit boek maak ik ook geen afrekeningen, tenzij met dat ene hoofdpersonage God. En die verweert zich amper.
“Als ik ’s avonds thuiskom, heb ik nood aan dat kleine vakje om wat te kribbelen.” De bloemen is heel mooi vormgegeven. Heb je daar zelf voor gekozen? Het boek heeft inderdaad een mooie jas gekregen van Gerda Dendooven en Gert Dooreman. Op dat vlak heb ik geluk gehad. Meulenhoff/Manteau is mijn uitgever. Dooreman is daar de huisvormgever. Mijn uitgever Harold Polis zei op voorhand: “Het moet een heel mooi boek worden omdat het ook wel echt gaat over het schone, het mooie.” In de Kempische of Vlaamse betekenis van het woord: er zitten geen angels in dit boek. Gerda heeft bloemen getekend zoals bloemen kunnen zijn: uiterst onschuldig, doornloos en flauw. Het moest gewoon zo zijn. Trouwens, naarmate het leven – en het lezen - virtueler wordt, wordt de objectvorm van het boek volgens mij steeds be-
langrijker. Ik vind dat een boek stevig moet zijn, je moet ermee kunnen kloppen. Letterlijk en figuurlijk.
09
Je combineert schrijven met een voltijdse baan. Is die combinatie doenbaar? En hoe lang heb je dan aan deze roman gewerkt? Ik werk aan een boek 2 tot 2,5 jaar. In combinatie met een voltijdse baan vergt dat wat discipline, maar op de duur weet je niet beter (lacht). In mijn baan heb ik veel sociale contacten, veel overleg en vergaderingen. Als ik dan ’s avonds thuiskom, heb ik nood aan dat kleine vakje dat van mij is. Het witte blad om wat te kribbelen. Als ik ’s nachts wakker lig, denk ik na over een situatie, over een plot. Ik denk trouwens dat iedereen recht heeft op verschillende hokken in zijn hoofd. En dat je van het ene hok in het andere kunt lopen. Willen we niet allemaal verschillende personen zijn, vele levens hebben? Bij mij is één persoon schrijver, het is een belangrijke persoon maar slechts één van de vele. In die zin is het te combineren met een voltijdse baan. En dat tempo is ook goed.
HET SCHRIJFPROCES Maak je een schema voor je aan een roman begint? Of groeien je boeken organisch? Ik maak op voorhand nooit een schema. Ik krijg wel af en toe schrijfopdrachtjes. Het Boekenweekgeschenk vroeg me nu bijvoorbeeld om een brief aan mezelf te schrijven toen ik een kind was. Omdat ik al helemaal in de sfeer van het volgende boek zit, dat zich afspeelt in Afrika, zal die brief ook helemaal in dat thema baden. Toen ik een jong gastje was, vond ik op een bepaald moment een zeer intrigerend boek over het Kivumeer. Een maand geleden zat ik aan het Kivumeer.
Š Katrijn Van Giel
Ik schrijf die brief dan ook terwijl ik aan het Kivumeer zit en richt hem aan mezelf als kind op het moment dat ik het boekje over het Kivumeer vond. Zo krijg ik regelmatig opdrachten en die benut ik om aan mijn boek door te werken. Niet dat ik er rijk van word, maar ik ben bezig. Ik krijg deadlines en moet schrijven. Het schema komt daarna wel.
Heb je een mentale coach in je schrijfproces? Een goede vriend leest mijn manuscript altijd eerst. Hij stelt vragen – in potlood - zoals: “Klopt dat met het karakter? Vertel me meer over een bepaalde reactie van een personage? Wat denkt hij nu?” Dat is natuurlijk wat redacteurs doen, maar daar heb ik heel veel aan. Soms ben ik te schematisch in de karaktertekeningen. De vragen helpen mij om de psychologie meer uit te tekenen. Iemand die op deze manier de eerste lectuur doet, wens ik elke schrijver toe.
Tussen de 10 boeken die je uitgaf, zit ook één dichtbundel. Heb je ambitie om nog meer poëzie op de markt te brengen? Ja, ik zou graag nog een bundel uitgeven. Ik heb gedichten liggen maar die moeten nog onpersoonlijker worden. Er worden trouwens heel veel slechte gedichten geschreven. Poëzie is geen kanaal om emoties te lozen. Dat mag, maar dat moet dan in huis blijven, of in de brief aan het lief. Het is natuurlijk snel gebeurd. Je bent even onachtzaam en schrijft een gedicht. (lacht) Maar dat moet belet worden. Wat mij betreft: introductie van houten regels, voor slechte poëzie.
En tot slot, heb je tips voor jonge schrijvers die ervan dromen om in jouw voetsporen te treden? Kijk naar goede voorbeelden. Lees en bestudeer goede teksten. Probeer te ontdekken waarom ze nu net zo goed zijn. Laat je vervolgens overmannen door jaloezie en de gedachte “dat wil ik ook kunnen”. Op dat moment ga je je eigen grenzen verleggen. Ik geloof heel sterk in dit soort zelfscholing. We zijn als mensen, laat staan als schrijvers, niet af. Leren is een proces dat levenslang gebeurt, al doende en vaak gewoon uit eergevoel, bewondering en zelfs uit nijd.
“Schrijven doe je niet om indruk te maken op de vrouwen.” Verder denk ik dat je op zoek moet gaan naar je persoonlijke kern. Datgene wat jou onderscheidt van anderen; wat heel specifiek is in leven, ervaring of gevoeligheid. Dat moet je ontdekken en wellicht kun je daar ook goed over schrijven. Wellicht is dat ook je eerste boek dat je verschillend maakt van anderen. Schrijven is plaatsbepaling, niet iets vrijblijvends, waar je bijvoorbeeld een lief mee vindt. Dat is niet zo. Schrijven doe je niet om indruk te maken op de vrouwen. (lacht) Schrijven gaat voor mij over: “Ik ben wie ik ben” en dat wil ik meedelen en wel in een juiste vorm. Dat is heel idealistisch, ouderwets, zweemt naar onsterfelijkheid maar ik meen het. Als schrijver moet je op papier zetten wat niet gezegd zal worden als jij het niet zegt!
Bedankt voor het interview, Koen. En succes met de volgende vijf boeken!
De bloemen, Meulenhoff/ Manteau, 2009 ISBN: 9789085422082 Prijs: 22,50 euro
11
WIN DE BLOEMEN VERZ!N geeft 2 exemplaren van De bloemen cadeau. Hoe heet de dichtbundel die Koen Peeters publiceerde? Mail het antwoord naar redactie@creatiefschrijven. be. De winnaars verschijnen in het volgende nummer. Ze krijgen het boek thuisgestuurd.
12
Waarom ik nooit een schrijfwedstrijd win?
Juryleden klappen uit de biecht — Waar kunnen mensen die schrijven terecht met hun verhalen? Vrienden of familieleden vinden ze misschien heel degelijk, maar zij zijn geen professionele noch objectieve lezers. Uitgeverijen antwoorden zelden als het niet in hun kraam past en literaire tijdschriften leggen de lat erg hoog. Aan wedstrijden deelnemen is dan een gemakkelijk alternatief: de drempel is laag en je hebt niets te verliezen. door Philip Verhaeghe
Feedback graag We gingen ons licht opsteken bij de jury’s van vooraanstaande schrijfwedstrijden en stelden de hamvraag die meer dan 99% van de deelnemers zich stelt: “Waarom heb ik niet gewonnen?” Waarom de laureaat gewonnen heeft, verneem je meestal in het literair geformuleerde en plechtig voorgelezen juryverslag. Maar de vele andere deelnemers vernemen zelden of nooit waarom die eer hun niet gegund was. Meer nog: “Over de beslissing van de jury wordt niet gecorrespondeerd.” Elk jurylid herinnert zich wel ergens een verbitterde reactie van deze of gene verongelijkte schrijver die een diepgaande feedback verwacht had op zijn afgewezen tekst. Sommige juryleden maken er wel een punt van eer van om bij de prijsuitreiking beschikbaar te zijn om
mondeling toch enige, persoonlijke commentaar te geven aan al wie erom verzoekt. Mooi zo! Maar zeker jonge en beginnende schrijvers hebben hier hoe dan ook een punt: voor hen is feedback van essentieel belang. Alleen, hoe krijg je dat praktisch georganiseerd? Voor juryleden is zoiets onbegonnen werk en veel te tijdrovend. Laat ons hier dus zelf eens een bescheiden en zeer algemene poging ondernemen om uit te leggen waarom je misschien nooit een wedstrijd zult winnen.
De naakte cijfers “Vierenvijftig manuscripten lezen is een tijdrovende bezigheid. Als het goede boeken zijn, is het lezen ervan een genot en geen karwei. Jammer genoeg was het niveau van tal van inzendingen vrij laag.”
We moeten er niet flauw over doen: juryleden krijgen zeer veel slechte verhalen te lezen. “Je houdt het niet voor mogelijk hoeveel mensen ten onrechte denken dat ze goed kunnen schrijven.” Het ene jurylid is hier uiteraard wat kritischer of wat optimistischer dan het andere. Maar de naakte cijfers spreken boekdelen. 90 % van de ingezonden verhalen bij CJP is eigenlijk niet goed. Deze teksten hebben niets literairs en geen boeiend of origineel thema. Te weinig fantasie, te weinig persoonlijkheid in de stijl, te rommelig. 40% van de inzendingen voor de wedstrijd van de Leuvense Werkgroep Literatuur en Media haalt geen 5 op 10. “Het percentage dat de eerste selectie van de wedstrijd van De Brakke Hond overleeft, schommelt tussen de 27 en 38: dit wil dus zeggen dat 2/3 tot 3/4 van de ingezonden
teksten eigenlijk ondermaats is.” Van de 31 geldige inzendingen voor de Ambrozijnwedstrijd werden er voor het jaar 2008 slechts 7 geselecteerd voor de finale bespreking. Van de 75 gedichten kwamen er slechts 9 in aanmerking voor een prijs. De jury kon haar quotum van 12 voor de toplijst dus niet eens volmaken. En ook bij de Guido Gezellewedstrijd voor onuitgegeven romans kwam zeker 85% helemaal niet in aanmerking. Elke jury heeft natuurlijk haar eigen aanpak en rekenkundige logica om het kaf van het koren te scheiden. Maar je mag er echt van uitgaan dat ze samen een streng maar rechtvaardig oordeel vellen.
Mankementen in je tekst Jonge deelnemers schrijven vaak duistere, gewelddadige, uiterst bizarre of moeilijk geconstrueerde vertelsels. De hedendaagse jeugd vertrekt vanuit een ongebreidelde fantasie in een soms te exotische setting en verwacht dat de jurerende lezer toch meteen mee is en hun “wereldberoemde” personages onmiddellijk kan situeren. In sommige jaren heb je een groot aantal inzendingen over één en hetzelfde thema: dementerende ouderen, kindermisbruik of extreem geweld. Volwassen auteurs voelen vaak de behoefte om hun midlifecrisis van zich af te schrijven. “Dergelijke en andere autobiografische manuscripten bevatten ontroerende en zelfs schrijnende verhalen, maar van een tranendal maak je niet automatisch goede literatuur.” Er worden ook verrassend veel spelfouten gemaakt. De slordigheid in het taalgebruik wordt zelfs “opvallend” genoemd. “Iedereen beschikt nu toch over een of ander tekstprogramma? Of kent nog niet iedereen de knop om het spellingsprogramma te activeren?” Sommigen vertrouwen dan weer te veel op de spellingscorrector. “Die haalt er inderdaad heel
wat spelfouten uit maar werkwoordsvervoegingen gaan ook zijn petje te boven.” Een ander jurylid vat het nogal cynisch samen met een boutade: “Er zijn twee soorten deelnemers aan schrijfwedstrijden: zij die kunnen schrijven, maar niets te vertellen hebben en zij die iets te vertellen hebben, maar niet kunnen schrijven. En de uitzondering op die regel wint.”
Reglement is reglement Hoewel het reglement van vele wedstrijden overduidelijk is, slagen sommigen er toch nog in door een ongeldige bijdrage vooraf al gediskwalificeerd te worden. Zo heb je altijd deelnemers die hun verhaal niet anoniem insturen als dat wel moet of elders hun naam vergeten, die zich vergissen qua thema, die plagiaat plegen, die te laat insturen of die het aantal tekens ruimschoots overschrijden. “Ons reglement stelt dat het verhaal plusminus 3.500 woorden moet bevatten. Sommigen trachten dit aantal exact te benaderen omdat ze denken dat wij de woorden ook precies gaan tellen. Als er al eens een inzending wordt geweigerd, dan is het enkel omdat die iets te lang is: 35.000 in plaats van 3.500 woorden bijvoorbeeld.” “En wat moeten we aanvangen met deelnemers aan een wedstrijd kortverhaal of novelle die blijkens hun tekst niet eens weten wat dit genre precies inhoudt? Kunnen jullie daar bij Creatief Schrijven niet iets aan doen? Beschrijf eens de verschillende soorten literatuurvormen, dan kunnen wij daarnaar verwijzen.” Zo krijgt de redactie van VERZ!N meteen ook nog een waardevolle suggestie.
blijken te zijn.” Als je te weinig goede en volwassen literatuur leest, weet je nauwelijks aan welke criteria goede literatuur moet voldoen. Veel lezen - echt waar - is de eerste stap om goed te leren schrijven. Lezen kan je inspireren om eens een andere toer op te gaan. “Als je niet leest, werk je in een vacuüm en heb je geen referentiekader.” Andere aandachtspunten: draag zorg voor een goede titel, een duidelijke structuur en een consistent vertelperspectief. “Hoe kan je eigenlijk vanuit het ik-perspectief een verhaal afwerken waarin je zelfmoord pleegt?” Als dat geen doordenkertje is!
13
Checklist We ronden af. De reden waarom je nooit een wedstrijd wint, is vrij banaal: je verhaal of gedicht is gewoon nog niet goed genoeg. Het ligt echt niet aan de jury die er niets van snapt. Maar blijf proberen! Niet opgeven! Met de hulp van de juryleden konden we zelfs een kleine checklist opstellen. Je zal er nog niet mee winnen, maar je haalt zo misschien wel de finale.
• Is je tekst wel degelijk een verhaal en
• •
• • • • •
geen anekdote of een slecht opgebouwd vertelseltje? Laat je taalbeheersing niet te wensen over? Heb je een kritische kennis de tekst laten nalezen en daarna nog eens de spellingchecker gebruikt? Is je verhaal origineel en relevant? Gebruik je niet te veel clichés? Beantwoordt je tekst aan de criteria en het reglement van de wedstrijd? Heeft je verhaal een stevige structuur met een begin, een midden en een slot? Bevat je verhaal geen algemene of maatschappelijke inconsistenties?
Wijze raad “Meer lezen”, klinkt het unisono. “Veel mensen voelen de drang om boeken te schrijven terwijl ze anderzijds weinig ervaren lezers
Met oprechte dank aan juryleden Edward Bongers, Hans Devroe, Belle Kuijken, Peter Pauwels, Edgard Storme en Marie-Christine Vanhoucke voor hun tijd en inzet.
14
op zoek naar muzikale portfolio’s — Ben je creatief met tekst, beeld, video of internet en bovendien gepassioneerd door muziek? Dan is Popfolio misschien iets voor jou. Poppunt, Creatief Schrijven, Centrum voor Beeldexpressie en Kunstwerk[t] organiseren voor de tweede keer dit multimediaal muziekproject. VERZ!N stelt de nieuwe editie graag aan jullie voor via de 26-jarige Lene Hardy, winnares in de categorie tekst van vorig jaar. door Ken Van de Steene
Hoe heb je Popfolio leren kennen? Het was de hoofdredacteur van het online muziekmagazine Damusic, waarvoor ik schrijf, die de uitnodiging voor Popfolio heeft rondgestuurd. Ik vond het een leuk initiatief en ik vond er tevens enkele vrienden van vroeger terug. Die hebben me uiteindelijk over de streep gehaald. Ik wou ze graag een pleziertje doen.
Popfolio is niet gemakkelijk in één zin samen te vatten. Kan je kort het initiatief voorstellen? Popfolio stelt elke editie acht muzikanten of muziekgroepen voor. Aan de hand van de profielen van alle deelnemers kun je dan op zoek gaan naar een profiel van een mu-
ziekgroepje waar je je kunt in vinden. Dan kun je je kandidaat stellen om met de band van je keuze een creatief team te vormen. Een tijdje later volgt de bekendmaking van de teams. Die krijgen een budget om mee te werken. Maar veel geld is er niet naar mij gegaan (lacht). Tekst is niet zo duur. In 2008 was er een eerste kennismaking en begin 2009 hebben we dan voor het eerst echt samengewerkt. Popfolio zorgt tevens voor een gepaste begeleiding voor de verschillende groepjes. We hebben enkele workshops gevolgd. Voor mij was dat o.a. een workshop met Wouter Van den Driessche en Jan Delvaux georganiseerd door Creatief Schrijven.
Er wordt met verschillende mensen aan eenzelfde project gewerkt. Verliep de samenwerking altijd vlot? Voor ons project rond de band Lewis Cats kenden we op het einde wel wat problemen. Zo heeft onze grafische ontwerper op het laatste moment verstek moeten laten gaan. Gelukkig was onze fotografe tevens ontwerpster en heeft zij die de taak overgenomen. Maar al bij al kan je zeggen dat de samenwerking steeds vlot verliep. Het project van boyShouting, een soloproject, werd zelfs grotendeels uitgewerkt via mail.
De organisatie belooft professionele opdrachten. Heeft jouw overwinning reeds deuren geopend? Ik heb een betaalde opdracht gedaan voor Rifraf (Free Belgian Music magazie, kvdst). Dat was heel leuk, maar het is voorlopig bij één opdracht gebleven. Momenteel heb ik ook niet echt veel tijd. Ik werk in een Academische Uitgeverij in Brussel als redactrice en daar is er heel wat te doen.’ Andere deelnemers aan Popfolio liepen meer in de kijker. De clip ‘Wablief’ van De Predikanten werd op JIM getoond. De Popfolio van Wallace Vanborn bracht hen in contact met hun platenlabel en ‘Rite Hands’ stoomde door naar de eerste plek in JIM’s Puur Belgisch. Het nummer werd tevens gebombardeerd tot hoogste nieuwkomer in Humo’s Top Twintig. Ook de jongerenzender Studio Brussel pikte het nummer op.
--Doe mee-Ben jij een schrijver met een passie voor muziek? Droom je van een carrière als popjournalist? Neem dan zeker deel aan Popfolio. Acht straffe muziekbands willen een upgrade van hun imago. We zoeken schrijvers die hun een zetje geven met intrigerende bio’s, blogs of interviews. Uit alle kandidaturen selecteren we acht schrijvers. Ben je bij de gelukkigen, dan krijg je een gratis workshop ‘muziekjournalistiek’ aangeboden plus de ervaring om in een creatief team te werken samen met een fotograaf, cineast en graficus. Bovendien maak je kans op een Fnacbon van 200 euro, een reisje naar Londen en de publicatie van je tekst in RifRaf. Schrijf je vóór 17 januari in via de website www.popfolio.be.
Evenem
ent in
de kijker
15
Het podium op van boekhandel Walry — Boekhandel Walry is een begrip in Gent. Maar Walry is nu al dertig jaar lang zo veel meer dan een verzamelplaats van kwaliteitsboeken. Elke maand biedt zaakvoerder Paul Luyten enkele literaire evenementen aan via het Walry-podium. VERZ!N was wel benieuwd naar de voorstelling van de nieuwe dichtbundel Tot zij de wijn is van Roel Richelieu Van Londersele en kwam tevreden terug. door Ken Van de Steene
Wie denkt dat boekvoorstellingen saai zijn, weet meestal niet beter. Het landelijke parochiezaaltje met flikkerend tl-licht is al lang verleden tijd. Vandaag de dag worden de mensen gelokt naar trendy locaties en zorgt men voor een heus avondje uit. De locatie voor de nieuweling van Richelieu Van Londersele kon alvast niet beter gekozen worden. Brasserie Waterfront aan de Gentse Watersportbaan zorgt voor een gezellige huiskamersfeer. Bij aankomst heet de uitgever ons persoonlijk welkom en krijgen we meteen een drankbonnetje in de handen gestopt. De avond kan niet beter beginnen. Na het obligate woordje van uitgeverij Atlas trakteert het jazzensemble Just Friends ons op een streepje muziek. De muziekkeuze is alvast niet toevallig. Radiomaker en collega-dichter Bart Stouten van Klara, die de inleiding verzorgt, vindt dat de verzen van Richelieu Van Londersele ”tot je spreken zoals een bluesy melodie tot je spreekt. De woorden zijn trage noten, het hele effect van de verzen is dat van een muzikale wolkenpartij.” Uiteindelijk is het dan de beurt aan de dichter zelf, die in vergelijking met de sprekers vóór hem maar weinig tijd toebedeeld krijgt. Richelieu Van Londersele trekt er zich niet al te veel van aan en zorgt met zijn selectie gedichten uit Tot zij de wijn is voor het hoogtepunt van de avond. Het talrijk opgekomen publiek kan het alvast smaken. Boekhandel Walry verrast met een vlekkeloze organisatie en brengt een interessante, literaire avond. En zo moet het ook zijn. We zien het een of andere grootketen nog niet doen. Ondanks de sterke concurrentie van supermarkten, ketens en internet, die boe-
ken vaak aan dumpingprijzen aanbieden, is het toe te juichen dat er nog een plaats is voor de kleine, onafhankelijke boekhandel die het moet hebben van de kwaliteit die hij levert en van extraatjes zoals boekpresentaties en literaire avonden. Walry is zo een boekhandel. Volgens Luyten komt de winkel ook steeds dichter bij het oorspronkelijke plan, bij wat hij als een aantrekkelijke boekhandel beschouwt. “Veel boekhandelaren stappen in het boekenvak uit liefde voor het boek.”, zegt Luyten, ”Dat is mooi, maar gevaarlijk. Naïviteit wordt in zakendoen snel afgestraft. Een boekhandel uitbaten is voor mij altijd een grote evenwichtsoefening geweest, het is balanceren tussen rendabiliteit en kwaliteit. Natuurlijk kunnen de voorraad, de inrichting, het drukwerk, de literaire evenementen altijd beter. Het zou idioot zijn het tegendeel te beweren, maar het moet wel rendabel blijven. We zijn trots op het niveau waarop wij zitten, op de kwaliteit die we halen. Boekhandel Walry wil tonen dat de oorspronkelijke liefde voor het boek er nog steeds is, ook na 30 jaar boekhandel te zijn. En we doen er alles aan om die liefde te voeden, te onderhouden.”
Op zoek naar een goed boek? Boekhandel Walry viert in 2009 zijn 30-jarig bestaan en biedt om de 3 weken 3 nieuwe boeken aan met 30% korting. En dit nog tot 31 maart 2010! Een interessante, literaire avond kun je uitkiezen op de website van boekhandel Walry (www.walry.be/podium). Je kunt natuurlijk ook steeds een bezoekje brengen aan de pas gerenoveerde winkel op de Zwijnaardsesteenweg 6 in Gent.
16 Rachida Lamrabet schrijft haar eerste scenario
© jn tri Ka n Va l
ie
G
Rachida Lamrabet kennen we van haar debuutroman Vrouwland die de Vlaamse Debuutprijs 2008 won. Haar tweede boek, Een kind van God, “moderne sprookjes in grootstedelijke context”, verscheen ook in 2008. Dit jaar schreef de charismatische Belgisch-Marokkaanse dame haar eerste theaterstuk: Belga. Het stuk gaat over een jonge Marokkaan die in de jaren 60 vol verwachtingen in België arriveert, maar wiens verwachtingen botsen met de harde realiteit. Migratie, identiteit en geloof zijn vaste thema’s in het prille oeuvre van Rachida Lamrabet. Een vrouw met schrijftalent én een geëngageerde kijk op het leven, daar kunnen er nooit genoeg van zijn! door Sophie Siersack
Om acht uur ’s avonds moet ik haar bellen, Rachida. Ik had haar graag “live” geïnterviewd, maar ze heeft het razend druk met vanalles en nog wat. Ze combineert het schrijven met een job als juriste op het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (CGKR). Bovendien is ze hoogzwanger, en een mens heeft ook maar twee handen. Ik las in een interview dat ze op een dag graag fulltime wil schrijven, het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Tijd voor een belletje: “Hallo Rachida, mag ik jou enkele interessante vragen stellen?”
finaliteit van de agressie, de botheid of zelfs een clash wil bewerkstelligen. Het zou zo veel beter zijn moesten we elkaars talenten aanwenden. De media vertolken wat er nu leeft en sommige sprekers in het migratiedebat lijken elkaar het licht in de ogen niet te gunnen.
Multiculturaliteit en identiteit zijn enkele terugkerende thema’s in jouw verhalen. Waarom denk je dat politici en de media zich altijd focussen op het hoofddoekendebat of op de verschillen tussen onze nationaliteiten, terwijl we eigenlijk veel zaken gemeen hebben?
Belga ging in november in première. Kan je scenarioschrijven vergelijken met een roman schrijven?
Mensen hebben nu eenmaal de behoefte om zichzelf te identificeren, via taal of op een andere manier. Het debat rond identiteit is soms moeilijk te volgen. Soms lijkt het alsof men niet op een constructieve manier wil denken en alsof men de
Zeker iets waar je als hoogzwangere vrouw over nadenkt? Ja, inderdaad. Je wilt je kind toch voorbereiden op een aangename wereld.
Dat kan je totaal niet vergelijken. Wat ze wel gemeen hebben, is dat je een verhaal wilt vertellen, maar voor de rest spint een roman zich langzaam uit. Je kunt meer diepgang aan de personages geven en het verhaal spreiden over heel veel bladzijden. Bij een scenario moet je op een korte, krachtige manier karakters schetsen en via een aantal technieken de inwendige kanten van de personages tonen. Je moet ook veel meer actie gaan beschrijven.
Heb je voor die technische kantjes hulp gekregen van ervaren scenarioschrijvers of van de regisseur (Michael De Cock)? Nee. Ik schreef het helemaal zelf. Dat wou ik ook. Ik dacht ook na over het decor, de muziek en het licht, want anders had ik dat scenario niet kunnen schrijven.
Had de regisseur daar geen probleem mee? Nee, dat is ook volledig anders dan bij het schrijven van een roman. Wanneer het scenario af is, moet je het afgeven. Niet alleen aan de regisseur, maar ook aan de acteurs. Zij beslissen allemaal mee over het eindresultaat. Het verhaal is niet alleen van jou, maar van een hele groep mensen en dat moet je aanvaarden. Wat ik ook deed natuurlijk.
Ben je tevreden met de voorstelling?
Mijn stijl is sober en to the point. Ik probeer niet al te omfloerst te zijn en ik denk dat die stijl het best beantwoordt aan hoe ik het schrijven zie. Af en toe gebruik ik ook wel een meer lyrische stijl.
Las je veel Marokkaanse literatuur? Bestaat er zoiets als Marokkaanse literatuur? Arabische teksten zijn toch vaak heel verhalend en sprookjesachtig of niet? Dit najaar trokken we met de Schrijverskaravaan, een project van Het Beschrijf, naar Marokko, op zoek naar Marokkaanse collega-schrijvers. We ontmoetten heel wat schrijvers die elk hun eigen stem hebben. En eigenlijk verschilt de Marokkaanse literatuur niet zo hard van de westerse literatuur. Ze is niet alleen dromerig, maar ook heel modernistisch: er wordt ook geschreven over vrouwenemancipatie of het zich seksueel vrijvechten. Ik denk dan aan Mohamed Berrada of aan de verzen van Abdellah Zrika.
Het is niet wat ik onmiddellijk voor ogen had. Een theaterstuk is een proces dat zich via veel mensen ontvouwt en daardoor krijgen de thema’s bij iedereen een andere interpretatie of invulling. Maar dat is zeker niet slecht want dat bevrijdt je van je eigen starheid. Je beseft dat je de dingen ook anders kan interpreteren.
Die prijs houdt wel een zekere erkenning in, maar of ik nu heb gewonnen of niet, ik schrijf sowieso verder.
Was het gemakkelijker om via die weg je tweede boek gepubliceerd te krijgen? Het tweede boek was er al, ik had al een contract. Ach zo? Ik begon eigenlijk eerst aan die sprookjes, totdat zich halverwege een ander verhaal aan mij opdrong. Zo ben ik aan Vrouwland beginnen te schrijven. Vreemd hoe het schrijfproces zich kan ontplooien…Inderdaad. Ik kon niet anders dan er gehoor aan geven en ben dus even gestopt met het schrijven van die sprookjes. Anders zou Vrouwland er misschien nooit gekomen zijn.
Welke tips zou je aan beginnende schrijvers willen meegeven? Leg jezelf de discipline op om dagelijks minstens enkele uren te schrijven. Die discipline is voor mij nodig, zodat ik altijd bij mezelf kan zien of ik op de goede weg ben. Je kunt misschien wel denken dat je in je hoofd met een meesterwerk zit, maar eens je dat verhaal op papier zet en het herleest, dan moet je kunnen relativeren. Schrijven is niet romantisch maar vergt de nodige inspanning.
Zou je graag een van je eigen boeken in een scenario willen gieten? Daar heb ik eigenlijk nog niet over nagedacht. De verhalen zouden er zich toe kunnen lenen. Misschien moet ik het zelf eens proberen. Toch denk ik dat het niet gemakkelijk is, want een boek is persoonlijker dan een scenario. Het is moeilijker om af te geven ook.
Lukt het bij jou nog om enkele uren per dag te schrijven?
© Katrijn Van Giel
Recensenten houden wel van jouw schrijfstijl. Waar haal je de mosterd vandaan?
Maakte de Debuutprijs voor jou een groot verschil? Op mentaal vlak dan?
Nu onmiddellijk lukt dat niet, maar ik dwing mezelf daar toch toe. Ik zou graag een tweede roman op papier zetten. Die zit nu al in grote lijnen in mijn hoofd, maar ik moet nog op een ander elan zien te geraken om eraan te kunnen werken.
12 18 Webkijker Focus op lees- en schrijfgemeenschappen door Philip Verhaeghe
De geletterde mens De Geletterde Mens positioneert zich als een doorlopende en eindeloos literaire weblog die elke dag, elk uur, elke minuut beweegt. De diverse essays, bedenkingen, foto’s, gedichten, aankondigingen en andere schrijfsels van een tiental bekwame auteurs schuiven vlug naar onderen en verdwijnen dan bij “Oude berichten”. Het is dus doodjammer dat deze blog om onduidelijke redenen maar de helft van het toegestane scherm gebruikt. De site herbergt een interessante oproep, want via de ‘knop voor gastdichters, gastschrijvers, gastredacteurs’, kan je je kandidaat stellen om voor één maand gastredacteur te zijn. Je inzendingen komen dan centraal en met een opvallende (lees: helrode) voorrang op de site. Een to do voor onze actiefste lezers! www.geletterdemens.blogspot.com
Vertel eens Elf kinderboekenlezers hebben hun eigenzinnige passie gebundeld in een zeer toegankelijke en gastvrije kinderboekenblog. Voor al wie graag kinderboeken leest, er graag over praat, er graag over schrijft of ze gewoon graag schrijft. De initiatiefnemers hebben heel verschillende achtergronden en invalshoeken (mama, docent, student, auteur, jurylid, leesjuf) en vinden de open dialoog over (kinder)litera-
tuur zinvol, boeiend en verrijkend. Ze baseerden zich op het boek uit 1983 van de Brit Aidan Chambers, Tell me – Vertel eens met als ondertitel Kinderen, lezen en praten. Sedert februari 2008 confronteren ze dus hun meningen, leesleven en leesopvattingen. Professioneel, goed gestructureerd en met de nodige en nuttige extra’s. www.verteleens.be
Over boeken De site van vzw Vlabin-vbc, een documentatiecentrum voor de bibliotheeksector, is geen echte blog maar geldt, ook voor schrijvers, als een nuttig informatiepunt over boeken en schrijven. De site biedt geregeld updates in verband met zijn drie eigen tijdschriften, zijn verzameling auteursmappen en zijn literair nieuws, … en dan vergeten we nog ‘het boek van de week’. De vzw zoekt momenteel recensenten met een vlotte en kritische pen voor besprekingen van jeugdliteratuur, Nederlands proza, poëzie, thrillers & detectives en non-fictie. www.vlabinvbc.be
Taalpuristen of taalprof? Sedert november 2006 voeren de genaamden Lime, Marcus, Nozzman en Scrubs op hun taalpuristenweblog een bikkelharde strijd
tegen taalverloedering. Hun archief bevat bijdragen over beeldspraak, contaminaties, leestekengebruik, onnodig Engels, schrijffouten en verkeerd spatiegebruik, stijlproblemen en al wat met taalbeheersing te maken heeft. Ze geven in de rechterkolom een boeiend en uitvoerig ‘koppelingenoverzicht’ (Is dat eigenlijk een correct woord?) van allerhande taalblogs, taalinstituten, taalcolumns en taalnieuwsbrieven. Hun oproep tot medewerking geeft mooi hun eigenzinnige stijl weer: “Voorwaarts en niet versagen! Strijd met open vizier tegen de taalterreur! Laat aanrukken die bijdragen!” Qua gebruiksvriendelijkheid en praktische overzichtelijkheid getuigt deze weblog helaas niet van grote klasse. http://taalpuristen.web-log.nl De weblog van de Taalprof - die zich al sinds februari 2006 in een geheimzinnige waas van anonimiteit hult (is de Taalprof trouwens een individu of een groep?) - werkt volgens een totaal ander stramien aan hetzelfde doel: hij beantwoordt al je vragen over grammatica, geeft uitleg en snijdt zelf leuke en interessante grammaticakwesties aan. “Er staan al meer dan 200 artikeltjes op deze site, vol met uitleg, achtergrond en humor. Meer dan 1500 mensen stelden een vraag en kregen een antwoord. En dat allemaal voor niks, eh, gratis.” http://taalprof.web-log.nl
19 De Letterfabriek Het uitdagende leven van de achterflap — In het vorige nummer van VERZ!N vroegen we onze lezers om ons te overdonderen met originele en rake achterflapteksten. Yves Joris geeft feedback op enkele inzendingen.
Het is eindelijk gelukt. Liters inkt en koffie vloeiden, soms was er een hard woord met de levenspartner die maar niet begrijpt waarom je tot diep in de nacht achter je klavier op de muze blijft jagen. Op een zekere dag zet je letterlijk een laatste punt achter je roman en dan begint de zoektocht naar een uitgever die met jou in zee wil gaan. Als dit gelukt is, begint de volgende uitdaging: hoe zorg ik ervoor dat mijn boek opvalt tussen al die andere werken waarmee het de winkelkruimte moet delen. In de eerste plaats moet je ervoor zorgen dat de cover en titel je lezer naar zich toetrekken en dan is het de beurt aan de flaptekst. Deze moet ervoor zorgen dat de potentiële koper in dertig seconden overtuigd wordt dat jouw boek thuishoort in zijn literaire wereld. Welkom in de wereld van de achterflap of de blurb.
1 Aangename kennismaking We staarden allemaal naar die boomstam die krakend als een pak droge spaghettistengels doorbrak en zich met een donderende dreun op onze auto stortte. Meteen morsdood was ik. En Jooris
en Maariekje en onze ouders ook. – door Louise Martien Een blurb moet overdonderen, de lezer bij de keel grijpen en daarin is Louise Martien zeker geslaagd. Wie wil niet weten wat er gebeurt met dat personage dat ons vanuit het hiernamaals toespreekt. Meteen morsdood was ik, trekt je als lezer dadelijk het verhaal binnen. Introduceer je held-hoofdpersonage. Let wel op dat je niet te veel informatie geeft. Je hebt tenslotte nog geen volle pagina. Een dreun is meestal wel donderend en droge spaghettistengels lijken me binnen deze context dan ook overbodig.
Hoofdfiguur in deze roman is Veronica Voss, die na het behalen van haar Havo-diploma op zoek gaat naar het echte leven. Samen met jeugdvriend Bram verhuist ze van een klein plaatsje in Drenthe naar Amsterdam om daar te worden ontdekt als superster. – door Jo Landa Wat valt je op bij deze blurb? Ben jij nog geïnteresseerd in de verdere afloop van het boek? Ben je nieuwsgierig geworden? Teveel overbodige informatie in deze
blurb neemt alle vaart weg. Dat het over een roman gaat is volkomen logisch: je hebt het boek immers in je handen. Wat is het echte leven? Voor de ene is dat huisje-tuintje-kindje, terwijl een ander liever verdwaalt in de Mongoolse steppen. Werk met concrete beelden.
Na het behalen van haar Havodiploma ontvluchten Veronica en Bram de verstikkende alledaagsheid van hun geboortedorp. Een gesjeesde toneelauditie in Amsterdam heeft verstrekkende gevolgen. Ik beweer niet dat deze herwerkte tekst beter is, maar in deze paragraaf introduceer ik de twee hoofdpersonages, een deel van de plot en licht ik tegelijk een tipje van de sluier op. In een tweede paragraaf beschrijf je dan het conflict tussen de hoofdpersonen onderling, met zichzelf en de rest van de omgeving.
Evaa is een geest, maar door haar ouders wordt ze gedwongen een mensenleven te leiden. Zeer tegen haar zin en die van haar broer Jooris, want ze vinden mensen
20 maar saai. (...) Daarom proberen ze samen een manier te bedeken om het geestenrijk binnen te geraken zonder hun broertje in de steek te laten. En dan is er nog tante Mathilde, steendood maar levenslustig en met meer begrip voor de kinderen. Zal zij hen kunnen helpen? – door Louise Martien Hier krijgen we een gedetailleerder beeld van de gevolgen van het auto-ongeluk. Let op de mooie introductie van de verschillende personages, hun onderlinge spanningen (ouders-kinderen, kinderen-tante Mathilde, geesten-levende broertje). De auteur trekt ons tegelijk haar werk binnen met haar vragen. Na afloop blijven we nieuwsgierig achter en willen we meer weten over Evaa en haar leefwereld. Een meer dan geslaagde blurb.
sen door Amsterdam, waarbij de odyssee van Veronica en Ilya niet moet onderdoen voor deze van Boelgakovs Woland en Margarita door Moskou. Dan wordt Bram gearresteerd voor een moord die hij zich niet kan herinneren. Of was er geen moord? – door Jo Landa Overdreven? Zoals ik reeds eerder schreef, je hebt slechts een pagina om met jouw boek te dingen naar de gunst van een lezer. Wat is er dan beter om je even te laten opmerken in het gezelschap van de groten der literatuur?
TIPS: • Let op je woordkeuze: een lite-
•
•
•
Ze huren een zolderverdieping bij een geflipte hospita met twaalf katten en verdienen de kost met slechtbetaalde baantjes. Op een dag doet Veronica auditie voor een rol in een toneelstuk en ontmoet dan Ilya, in wie ze haar reddende engel (...) ziet. Ze geeft zich volledig aan hem en onderwerpt zich op haast spirituele wijze aan allerlei ervaringen. – door Jo Landa We zijn opnieuw aanbeland bij Veronica. De auteur introduceert verschillende elementen: hospita met twaalf katten, toneelauditie, Ilya en allerlei ervaringen. Ook hier vind ik veel te veel nutteloze en vage informatie die me niet over de streep zullen trekken om het boek te kopen.
Na een geslaagde toneelauditie laat Veronica zich helemaal op sleeptouw nemen door Ilya. Deze mysterieuze regisseur voert haar in een wervelwind van gebeurtenis-
• •
•
•
raire thriller gebruikt een ander jargon dan een stationsroman. Vertel je lezer waarover je boek gaat, maar verklap niet alle plotwendingen. Gebruik enkele tekstflarden uit je eigen werk om het geheel te illustreren. Verlekker je lezer met een vraag naar nog: Of was het dan toch geen moord? Schrijf niet te veel. De koper heeft meestal niet teveel tijd. Gebruik superlatieven. (een moord is altijd gruwelijk, een seksscène stomend en een wagen een Porsche) Verwijs gerust naar bekende schrijvers om je werk meer elan te geven. De klap op de vuurpijl: overdrijven mag. (Wie dit jaar één boek leest, ...)
Louise Martien was als kind een boekenwurm en nu schrijft ze de verhalen die ze zelf graag leest, vol spanning en humor. In Geestig laat ze haar hoofdrolspeelster de vraag stellen die elk kind van vroeger en nu, altijd en overal ter wereld ooit wel eens aan zichzelf stelt: “Wat zal ik later gaan doen?” Een moeilijke ontdekkingstocht, want hoewel volwassenen kinderen daarbij horen te helpen, hebben ze soms hun redenen om dat niet te doen. Een ander voorbeeld vind ik in de dichtbundel van Yerna Van den Driessche: (...) probeert de gruwelijk dood van haar geliefde zus te verwerken. Nadat ze gisteren nog kotste op de resten van haar en huid, gaat ze aan de slag met cuttermes en zuiver vinyl om haar gezicht (letterlijk) te reconstrueren, want ‘verdriet op maat gesneden draagt gemakkelijker’. Jan Caeyers is dirigent en musicoloog. Hij studeerde en werkte vele jaren in Wenen, en specialiseerde zich in de achttiende- en vroegnegentiende-eeuwse muziek. Met de door hem opgerichte Beethoven Academie trad hij op in de belangrijkste concertzalen van Europa. (...) (Uit Beethoven, een biografie van Jan Caeyers) Bovenstaande drie voorbeelden maken het duidelijk. Pas je blurb aan aan je doelgroep.
2 DOELGROEP Tenzij je naam Pieter Aspe, Annelies Verbeke of Leonard Nolens is, ben je meestal een grote onbekende bij het brede publiek. Je correct voorstellen is dan ook belangrijk. Ook hier bepaalt je doelgroep je introductie. Enkele voorbeelden:
3 De vrienden van mijn vrienden
Schrijf en verbaas ons!
Je debuut mag dan nog zo schitterend zijn, onbekend is onbemind (om het eens met een cliché te zeggen). Daarom gaan auteurs op zoek naar positieve commentaren uit recensies, aanbevelingen van bekende auteurs om tijdens de literaire cocktailparty geïntroduceerd te worden.
Experimenteren is leren. Schrijf een beeldgedicht! Wij dagen je uit om in de voetsporen te treden van Lucebert, Rutger Kopland en Bernlef. Zij lieten zich door de grote kunstenaars inspireren en schreven een gedicht bij één van hun werken. Wij hebben voor jullie een schilderij geselecteerd. Bekijk het aandachtig en schrijf zelf een beeldgedicht.
Een man (nvdr. Bart Stouten) die het moet hebben van mooie en accurate woorden. -- De Standaard (uit de bundel Happy Christmas, Happy New York) Danielewski zal in de komende decennia één van de belangrijkste auteurs van de Amerikaanse literatuur blijken te zijn. -- De Volkskrant (uit het boek Het Kaartenhuis) Nieuwe vertaling én verklaring van het meesterwerk uit de twintigsteeeuwse poëzie (uit het boek Het barre land van T.S. Eliot in vertaling van Paul Claes)
4 Het middelpunt van het feest Een flaptekst of blurb is het visitekaartje van je werk. Je werk mag dan nog zo goed geschreven zijn, de plot staan als een huis en je personages getuigen van een uitmuntende kennis van de menselijke psyche, als je flaptekst niet overtuigt, loopt je boek een groot risico om dadelijk opnieuw in de anonimiteit van het winkelrek te verdwijnen. Bovenstaande tips zijn niet heiligmakend, maar ze kunnen toch al het verschil maken tussen de verschijning in cocktailkleedje of afgewassen jeansbroek op een feestje.
21
Wat ziE jij in dit schilderij? Obra de Joan (Miro) • Het gedicht heeft maximaal 16 regels • Mail je tekst ten laatste op 10 februari naar
redactie@creatiefschrijven.be • Eén zelfgeschreven tekst per persoon • Gebruik geen bijlagen maar zet je tekst
in de mail zelf. • Vermeld in de onderwerplijn van je e-mail:
schrijfuitdaging VERZ!N.
22
VAKLITE
RATUUR
Ludieke zoektocht naar slechte verhalen
— Hoe lang ligt je manuscript al in de lade? Je herinnert je nog hoe enthousiast vrienden en familie waren over Het verdriet van Hoboken. Zelf vond je de knipoog naar Claus een kapitale vondst. In overmoedige bui besloot je je manuscript op te sturen naar verschillende uitgeverijen. Na enkele nagelbijtende maanden vielen de eerste antwoorden in de bus. Blijkbaar bekeken uitgevers je werk toch met andere ogen. Je ontwikkelde een eigen versie voor de vele afwijzingen. De uitgeverswereld geraak je nooit binnen. Ze hebben zelfs geen moeite gedaan om de verrassende plotwending op pagina 745 te lezen. Eén reden komt pas als laatste in je op: vrienden lezen met andere ogen dan een uitgever. Je besluit om je werk opnieuw aan een kritische lezing te onderwerpen. Maar hoe begin je eraan? door Yves Joris
Creatief schrijven is een booming business. Met de regelmaat van een klok verschijnen er boeken die je eens haarfijn zullen uitleggen waarop je moet letten bij het schrijven van een toekomstige bestseller. De meeste van deze boeken hebben echter één groot nadeel: ze komen veel te belerend over. Steeds weer duikt het vermanende vingertje op. Je zou voor minder je klavier tegen de muur smijten en goudvissen beginnen kwe-
ken. Sandra Newman en Howard Mittelmark moeten met diezelfde gedachte rondgelopen hebben. In hun boek How not to write a novel reiken ze de would-be auteur niet minder dan tweehonderd tips aan om je boek tot een complete ramp om te toveren. In het eerste deel nemen de auteurs het plot onder de loep. Daar uitgevers meestal enkel de eerste bladzijden van een manuscript le-
zen, moet je openingszin niet meer vermelden dan de plaats en tijd van actie. De meeste nachten zijn kil en koud, zomerdagen overgoten met een kwakje hete barbecuesaus. Wanneer je je manuscript begint met dergelijke informatie, reduceer je zijn overlevingskansen tot een uiterst minimum. Probeer ook meer dan een verhaallijn in je boek uit te werken, waardoor je lezer zichzelf verliest in eindeloos uitwaaierende familiestambomen die niet tot de
kern van de zaak behoren. En ten slotte zorg er ook voor dat je roman verschillende stijlen heeft. Onder de noemer van het postmodernisme hebben vele auteurs nietsvermoedende lezers om de oren geslagen met verschillende romanvormen in eenzelfde boek - ik denk hierbij aan Zwerm van Peter Verhelst en Het Kaartenhuis van Mark Danielewski – maar weet wel dat slechts enkelingen geroepen zijn om dit tot een goed einde te brengen. Shiv grinnikte wanneer hij het voorovergebogen lichaam van zijn nieuwste aanwinst betastte. Eersteklas vlees was ze. (...) Dit kippetje was wellicht juist afgestudeerd. Nu ja, wanneer ze morgen wakker wordt, zal ze wellicht meer seksuele ervaring hebben dan veel vrouwen die dubbel haar leeftijd zijn. Hij moest er alleen maar voor zorgen dat ze opgesloten blijft in de kelder. De dagelijkse portie smack zal haar snel genoeg afhankelijk van hem maken. Eens verslaafd zijn ze toch zo lief, meneer. Terwijl hij in de wasbak het bloed van zijn handen spoelde, viel zijn oog op de foto van zijn moeder. Zijn gezicht werd zachter. Moeder, dat was pas een echte vrouw. Hij dacht terug aan de tijd dat hij drie baantjes had om haar geneesmiddelen te bekostigen. Hij vroeg zich af of hij een andere man zou zijn, wanneer ze niet zo jong gestorven zou zijn. Je mag jonge meisjes in elkaar slaan, ze verslaafd maken aan drugs, ze opsluiten in donkere kelders en ze vervolgens uitleveren aan alle perverten die je kent, zolang je maar houdt van je moeder. Gebrek aan empathie is ook vaak een struikelblok voor veel beginnende schrijvers. Schurken zijn zwart en helden wit. Plots beseffen ze echter dat deze aanpak al snel het etiket CLICHE opgekleefd zal krijgen en daarom verzinnen ze een eigenschap waardoor de schurk iets sympathieker moet overkomen. Spijtig genoeg wordt deze eigenschap zo uitver-
groot dat je schurk op staande voet verandert in een oedipaal watje. Exit manuscript. In deel twee wordt dieper ingegaan op de psychologie van het personage. Wanneer je absoluut zeker wil zijn dat je uitgever je boek na enkele regels aan de kant schuift moet je je protagonisten zo vaag mogelijk omschrijven en er voor zorgen dat ze zich geen enkel moment menselijk gedragen. Indien ze wel reageren op een bepaalde situatie moet je er zorg voor dragen dat elk mogelijk cliché gebruikt wordt. Laat de baas zijn secretaresse bepotelen, de doorslechte gangster moet een overdreven menselijk kantje hebben en geef een toevallige voorbijganger zo’n fysionomie dat hij in het straatbeeld niet opvalt. Jan was een man van gemiddelde lengte, met bruin haar en dito ogen. Beeld je als aandachtige lezer dergelijk boeiend personage maar eens in. In dit deel over het gebruik van personages wordt ook aandacht besteed aan het optreden van dieren in romans. Tenzij ze een cruciale rol spelen in het verdere verloop van het verhaal, mogen huisdieren niet meer gevoelswaarde toegekend worden dan een gemiddelde stoel. Schrijver, let ook op als je kat de show steelt met een naam als Mevrouw Snorremans, KATafalk en Katacombje. Je uitgever gebruikt de volgende dag je manuscript als kattenbakvulling. De vergadering begon met een openingswoord van de burgemeester. Bij toeval zaten Jan en Hilde naast elkaar op het einde van de lange vergadertafel. Hilde deed moeite om niet naar hem te kijken. Jan nam zijn pen en tikte er ostentatief mee op de tafel. Hij wist dat ze er gek van werd. Ze staarde naar hem. Jan grinnikte. Ze trok de pen uit zijn hand. Zijn blik vertederde bij haar aanblik. Hilde. Ik wil het niet weten. Wil je echt niet weten hoezeer het me spijt?
Daar had je maar aan moeten denken alvorens jij en je nichtje ... Aangetrouwde nicht. De zachte woorden waren vergeten. Het is niet illegaal. ‘Als ze twee maanden jonger geweest was, wellicht wel’, beet ze hem toe. (...) Hoe pittig en scabreus de dialoog tussen Jan en Hilde ook mag zijn, de auteur heeft zijn omgeving niet al te best gekozen. Hoe zal de burgemeester reageren wanneer hij verneemt dat een van zijn naaste medewerkers er intieme momenten op nahoudt met een naast familielid? Het antwoord is vrij simpel: de burgemeester en de andere aanwezigen zijn volledig verdwenen in het geruzie van de twee personages. De aandachtige lezer, en dus ook de uitgever, blijft met een oningevulde verhaallijn (hoe reageren de andere aanwezigen) achter. exit manuscript. Tweehonderd voorbeelden lang nemen de auteurs je mee op hun queeste naar het meest onpubliceerbare boek. Hilarisch, overdreven, maar steeds weer zo herkenbaar voor iedereen die al ooit een verhaal op papier gezet heeft. Het belerende vingertje maakt plaats voor een spiegel waarin je hopelijk niet te veel jezelf ziet. How not to write a novel is niet verkrijgbaar in het Nederlands, maar dit boek hoort in de boekenkast van iedereen die er ooit aan denkt een verhaal te schrijven. How not to write a novel – Sandra Newman & Howard Mittelmark Penguin Books ISBN 978-141-03854-4
24 L TAALSPE
Ken jij
je personage?
— Een ‘personage’ speelt een belangrijke rol in een boek, film, toneelstuk of videospel. In dit kruiswoordraadsel zitten verschillende personages verstopt. Vind jij ze allemaal? De oplossing verschijnt in het volgende nummer. door Ellen Weis
1 2
3
4 5
6 7
8
9
10 11
12
13
14
15
16
Verticaal
Horizontaal
1. hoofdpersonage 3. graaf en bekende vampier 4. personage van ondergeschikt belang 7. door mensenhand geschapen
2. karikaturaal kleinburgerlijk personage 5. een speurder die een misdaad opheldert 6. krijger, strijder die uitblinkt door moed 10. een persoon met extreme zucht
gedrochtelijke wezen
8. gesprekspartner of tegenstander 9. iemand die zozeer op een ander lijkt, dat hij voor deze kan doorgaan
11.
een figuur die afwijkt van een traditionele
heldenfiguur
14. bekende koning uit engelse legendes 15. schelm
naar distinctie en raffinement
12.
een man op een eiland, ver van de bewoonde wereld
(2 woorden)
13. iemand die verslag uitbrengt 16. stereotiep figuur uit de commedia dell’ arte
25
Oplossing kruiswoordraadsel vorige editie VERZ!N R
H
1 3
T O
E
D
E
L
A
2
A
U A P
M 6
U
7
K
P I
S
S
K 9
S O
E
Z
E
5
N
P
E
L
I
S
S
E
8
I
A P
E O
K U
E
T
Z
T
E
I
M
R
W E
R
11
P
A
U
L
P
L O W
K
E
L
E
K
U
T
I
E
E
M O
E
L
16
N
P
E
T
N
T
O
T
A
M
P
E
T
E
T
O K
I
I
E
H
Tussen haakjes staat de titel die zij aan hun bestseller zouden geven
L
T
E I
J
Kathy Rubbens (Verloren in een wereldstad) Cecilia Haesendonck (Meer dan Water) Myriam Laureys (Wanneer ogen binnendrijven) Yves Saerens (Tussen dag en nacht) Leen De Pesser (De kip en het punt)
N S
K L
E
T U
20
T 21
R
E N
U H O
19
R
S
I M
Een bestseller schrijven voor dummies
S
U A
K
R A
N
L
T
R
Winnen
E R
W
A 17
18
E
I
E N
E
F
O
N
R
T
15
G
L
14
O
Z
H O
N
L
E
S C
A
P E
N
K
R
A
D
M
12
L
P B
N
13
F
T
10
K
E
A
F L
U
P
4
R
E
L
U
U
R
S
A
L
A
B
I
M
Ze krijgen het boek thuisgestuurd.
T D O
K
I
advertentie j&p CM sep08
S I
22
M
16-09-2008
S
14:09
Pagina 1
GEMEENTEBESTUUR KNOKKE-HEIST EN DAVIDSFONDS UITGEVERIJ
kunsteducatieve vereniging die kinderen en jongeren begeleidt bij het schrijven van poëzie schrijfateliers, Soetendaellewedstrijd, lesmappen, bundels met jongerenpoëzie VerSlingerd aan taal en 15+? Ontdek onze jongerenwerking op
www.jeugdenpoezie.be
Gepassioneerd door jeuGdliteratuur? drooM je Van een Carrière als jeuGdauteur? Grijp nu je Kans! sChrijf het beste jeuGdboeK en win 12.500 euro! de Zoute Zoen is de Grootste en belanGrijKste ManusCriptenprijs Voor jeuGdboeKen • 12.500 euro voor het winnende manuscript • 2.500 euro voor de publiekswinnaar • winnende manuscript verschijnt bij davidsfonds uitgeverij • anonieme jurering • Vakkundige juryleden Gezicht van de Zoute Zoen 2010 is friedl’ lesage
poëzieloft Bogaerdstraat 23 1785 Merchtem 052-570170 en 0496-393473 info@jeugdenpoezie.be
hoe deelneMen? Klim in je pen en stuur je manuscript voor een jeugdboek voor jongeren vanaf 12 jaar in vóór 28 februari 2010. het wedstrijdreglement en verdere info vind je terug op www.davidsfondsuitgeverij.be en www.zoutezoen.be
26
Literaire
tijdsch
riften
Pure Fantasy Wegwijs in de literaire tijdschriften in Nederland — VERZ!N maakte in de voorbije jaargangen een lange reis doorheen het Vlaamse literaire tijdschriftenlandschap. Vanaf vorige editie zetten we onze speurtocht verder in Nederland. Gewapend met onze twintig vragen legden we ons oor te luisteren bij uitgever Alex de Jong van Pure Fantasy. Meteen leek onze wereld fantastisch: een snelle reactie, een groot enthousiasme en ook steeds ‘fantastische groeten’ aan het einde van elke mail. Het enige wat dit artikel nog kon dwarsbomen was Alex’ bescheidenheid: ‘Pure Fantasy is eigenlijk geen literair tijdschrift, maar een verhalenmagazine. Wel eentje dat een springplank wil zijn voor aanstormend talent.’ Dat klonk ons meteen als een fantastisch verhaal in de oren. door Leen De Vreese
1. Hoe is Pure Fantasy ontstaan? Ikzelf ben de initiator en uitgever van Pure Fantasy en ik speelde al jaren met het plan. Het eerste, vage idee ontstond meer dan tien jaar geleden, toen ik, puur vanuit liefhebberij voor het fantastische genre (fantasy, sf en horror/suspense) schrijfwedstrijden op het internet organiseerde. Daar kwamen vaak hele mooie verhalen bovendrijven die aansluitend werden beoordeeld, een prijs toegekend kregen en tja, dat was het dan. Vijf jaar later, in april 2004, sprak ik mijn idee uit en dienden een aan-
tal mensen zich aan om me bij de verwezenlijking van een fantastisch verhalenblad te helpen. In december 2004 lanceerde Pure Fantasy zijn nulnummer op een fantasyevenement. Sindsdien is het blad gaan groeien en heeft het, na vijf jaar, zijn plaats op de markt ruimschoots bewezen.
2. Wie kan publiceren in Pure Fantasy? Pure Fantasy wil een platform bieden voor nieuw aanstormend fantastisch schrijftalent. We juichen
het dus toe wanneer nieuwe namen hun pennenvruchten inzenden. Daarnaast hebben we ook bekende namen uit het wereldje die hun medewerking aan ons verlenen, zoals Tais Teng (vanaf dag één vaste columnist en schrijver), Peter Schaap (inmiddels ook bij de Belgische uitgeverij Kramat met de fantastische roman Stormbreker) en W.J. Maryson (Neerlands meest succesvolle fantasy-auteur). Zo staat nieuw talent dus ineens tussen reeds gevestigde en grote namen binnen ons wereldje!
3. Wie zit er in de redactie? Vrijwilligers of academici? De redactie bestaat uit vrijwilligers, zelf ook grote liefhebbers van het genre, als lezer, of als schrijver. Want daarmee willen we Pure Fantasy zijn onderscheidend vermogen meegeven. We zijn er voor en door de schrijver. Ons forum kent een hele hoop wannabe schrijvers die elkaars verhalen beoordelen, samen meedoen aan workshops en schrijfoefeningen en zo proberen hun schrijfkunst steeds verder te verbeteren.
4. Hoe wordt de inhoud bepaald? Eenieder die dat wil, kan verhalen inzenden (mits het aan enkele eisen qua lengte en genre voldoet). De verhalen worden anoniem door de redactie (tien mensen) en leescommissie (zes mensen) beoordeeld. Wanneer we meer dan de helft van de stemmen binnen hebben, wordt bepaald of een verhaal geschikt is voor publicatie. De auteur krijgt ook altijd feedback van de diverse redactieleden.
5. Hoe werkt de redactie concreet? Wanneer een verhaal wordt goedgekeurd, koppelt de hoofdredactrice (Bianca Mastenbroek) de auteur van dit verhaal aan een redacteur, zodat zij samen de spreekwoordelijke puntjes op de i kunnen zetten. Dan gaat het aansluitend nog eens naar de eindredactie (uitgever) en vindt het daarna zijn weg naar onze grootste magiër: de vormgever. Intussen heeft Bianca ook al een illustratie van één van onze illustratoren geregeld, zodat die bij het verhaal geplaatst kan worden. Enkele redactieleden hebben ook een eigen vaste rubriek.
6. Zijn er al bekende(re) schrijvers uit jullie rangen ontsproten? Wellicht zijn we daarvoor nog net iets te kort bezig. Wel is het zo dat enkele namen vaak terugkomen en inmiddels een begrip zijn geworden. Van eentje weet ik dat zij een principecontract van een grote fantasy-uitgever in Nederland heeft gekregen; anderen zullen wellicht volgen. Voor een uitgever is het echter zoveel gemakkelijker om een vertaald werk uit te geven van een auteur die het reeds in het buitenland goed heeft gedaan, dan een nieuwe naam vanaf nul op te starten. Veel uitgevers, zo is mijn gevoel, kiezen voor de gemakkelijkste weg. Misschien ook wel noodgedwongen omdat de boekhandels ook niet bijster innoverend zijn en liever een nieuwe J.K. Rowling of Terry Goodkind op de schappen hebben liggen dan een boek van een aanstormend talent. Wel heb ik eerder, in onze recensies, een aankomend talent gespot. Adrian Stone/Ad van Tiggelen had zijn boek eerst in ‘eigen beheer’ uitgebracht via een POD-uitgever. Hij is inmiddels een groot succes bij Luitingh Fantasy en ook de grootste sponsor van onze verhalenwedstrijd de Unleash Award. Deze schrijfwedstrijd met deadline jaarlijks op 31 december, heeft als hoofdprijs de Adrian Stone Prijs van duizend euro (www.unleashaward.nl).
7. Hoe is Pure Fantasy geëvolueerd sinds de start? Pure Fantasy begon als een onooglijk verhalenblad op A4. Zwartwit binnenwerk met een rommelige lay-out, een paar plaatjes, maar altijd met mooie verhalen. Binnen een jaar hadden we een ‘tovenaar’ als vormgever en werd Pure Fantasy professioneel. Na een jaar zijn we van A4 - met deels kleur – overgestapt naar een A5-boekwerkje (minimaal 160 pagina’s leesvoer), met binnenwerk zwart-wit. Sindsdien zijn
we, als abonnementenblad, flink gegroeid. Pure Fantasy, dat dit jaar zijn eerste lustrum viert, kwam zodoende dit jaar in nog dikkere verschijning uit. Ons jubileumnummer van december 2009 zal maar liefst meer dan 300 pagina’s dik zijn en is dus gewoon een lekker dik boek vol verhalen! Allemaal inzendingen van de vorige editie van de Unleash Award, trouwens.
8. Werkt Pure Fantasy samen met andere literaire tijdschriften? Vanaf de allereerste dag heb ik contact gezocht met andere bladen op het gebied van fantasy en sf. Zodoende zijn er nauwe banden met de eerder rivaliserende verenigingen SF Terra en NCSF ontstaan. Beide verenigingen hebben, door de samenwerking met Pure Fantasy, ook elkaar gevonden en beschouwen elkaar niet meer, zoals in de veertig jaar daarvoor, als ‘vijanden’ of ‘concurrenten.’
9. Hoe is de samenwerking met de culturele sector? Pure Fantasy is mijn initiatief en teerde dus vanaf het begin op het geld uit mijn zakken. Beginverliezen dekte ikzelf, onder het motto ‘iedere hobby kost nu eenmaal geld’. En nog steeds. Ideeën voor fondsenwerving bij culturele initiatieven zijn er wel, maar nimmer uitgevoerd omdat er vooralsnog te veel haken en ogen aan zitten. Wel heeft Pure Fantasy een vriendenclub die onbaatzuchtig geld doneert en zo het initiatief, naast de abonnementsinkomsten, mede in stand houdt. Pure Fantasy geeft ook al vijf jaar lang acte de présence op een cultureel festival: Castlefest (www. castlefest.nl). Dit grote feest (Folk/ Middeleeuws/Pagan) steunt Pure Fantasy en biedt het magazine een platform om zich aan het publiek te presenteren. Hier zijn dan veel illustratoren en auteurs aan-
wezig om niet alleen Pure Fantasy, maar ook om zichzelf te promoten en te presenteren.
hebben redacteuren die zelf ook veel schrijven en weten waarover ze praten om een verhaal publiceerbaar te maken.
10. Heeft Pure Fantasy banden met de uitgeverswereld?
14. Krijgen debutanten volgens jullie genoeg kansen?
Pure Fantasy heeft zich de eerste jaren flink moeten bewijzen; uitgevers keken de kat uit de boom en haakten niet snel in, maar na vijf jaar hebben we een positie verworven en weet men dat we geen eendagsvlieg zijn. Steeds meer uitgevers zoeken samenwerking met ons en dat is natuurlijk erg prettig. Uitgevers presenteren hun boeken graag in ons blad omdat wij natuurlijk lezers bereiken die van fantastische boeken houden.
Bij ons zeker. We zijn er juist voor hen. Bij de gevestigde boekenuitgevers stukken minder, denk ik. Zodoende ben ik ook een eigen imprint Books of Fantasy (www. booksoffantasy.com) begonnen. In dit boekenfonds is er aandacht voor beginnende auteurs. Deze uitgeverij drijft dus niet op commercie, maar op liefde en passie voor het genre. Het biedt beginnende auteurs kans om het eigen boek te publiceren, mee te liften op de bekendheid van Pure Fantasy, en dergelijke. Wel dienen de auteurs zelf mee te financieren in de totstandkoming van hun boek, maar Books of Fantasy betaalt die investering gegarandeerd terug en betaalt ook royalty’s aan de desbetreffende auteurs.
11. Hoe staan jullie tegenover internet als literair gegeven? Zonder internet zouden we niet zijn ontstaan. We begonnen er onze verhalenwedstrijd en groeiden zo uit tot een verhalenmagazine voor nieuw talent. Internet is dus van wezenlijk belang voor ons ontstaan en ook bestaan, want ons forum, met veel schrijvers, is erg actief en onmisbaar.
12. Wat is er op jullie website te vinden? Op onze website vind je nieuws dat vooral aan Pure Fantasy gerelateerd is. We zijn geen algemene website met nieuws over het genre in het algemeen. Op de website dus aankondigingen van wedstrijden, themaverhalen, algemene info over het blad, et cetera. Kom gewoon eens kijken!
13. Is er behoefte aan programma’s die schrijvers begeleiden bij hun teksten? Of doen jullie dat zelf? We begeleiden de auteurs wier verhalen zijn goedgekeurd zelf. We
15. Is de boekensector hypegedreven of staat kwaliteit nog voorop?
teraire jongens’ die vinden dat wat wij uitgeven geen kwaliteit is (voornamelijk omdat we hun verhalen niet publiceren), maar: we hebben gemerkt dat we met Pure Fantasy een gat opvullen, dat we iets doen voor de beginnende fantastische schrijver die, zonder ons initiatief, nergens aan de bak zou komen. Onze kweekvijver voor talent werkt. Steeds mooiere en betere verhalen borrelen op. Dat zien we ook aan de groeiende kwaliteit van de verhalen die bij onze verhalenwedstrijd worden ingezonden. Kortom: we groeien tegen de stroom in. We voorzien in een behoefte en daar was het ons vanaf dag één om te doen. En ach, het is altijd fijn om na vijf jaar ploeteren, ‘tegenwerking’ en financiële tegenslag, toch tevreden terug te kunnen kijken en te zeggen “moet je eens zien wat we allemaal al hebben bereikt en wie zich door ons op de kaart van uitgevers heeft gezet.” Ja, trots overheerst!
17. Slotsom: kan een literair tijdschrift als springplank voor een literaire carrière dienen? Zonder twijfel: beslist!
Met een goede marketingmachine kom je ver en kom je er snel. Veel auteurs hebben zo naam gemaakt en verkopen, puur op hun naam, boeken. Dat is mooi voor uitgevers, boekwinkels en de desbetreffende auteurs en jaloersmakend voor ons. Wij kunnen dat niet. Onze weg is er een van de lange adem. Maar: met Pure Fantasy hebben we trouwe liefhebbers van het genre. We komen er wel. We groeien ieder jaar en steeds meer amateurschrijvers weten ons te vinden en zijn blij met wat we hen kunnen bieden.
16. Wat met de literaire polemiek in Nederland? Tja, ons genre wordt door ‘literair’ Nederland niet serieus genomen. Zelfs binnen ons genre zijn er ‘li-
Pure Fantasy verschijnt 4 maal per jaar. Abonnement: 29,95 euro www.purefantasy.nl
Win
een jaarabonnement Hoeveel euro krijg je cadeau als je de Adrian Stone prijs wint? Mail het juiste antwoord naar redactie@creatiefschrijven.be en maak kans op een gratis jaarabonnement. Iris Bridts wint het jaarabonnement op het literaire tijdschrift Op Ruwe Planken, dat we verlootten in het vorige nummer.
29 SCHRIJV
ERSFETIS
J
Zal ik maar weer
een dagboek beginnen? Tom Naegels en zijn 400 Facebookvrienden
— Tom Naegels lijkt een fervent Facebooker. Hij past zijn status geregeld aan, tot meerdere keren per dag. Af en toe wordt er duchtig gediscussieerd over onderwerpen die je nadien terugvindt in zijn wekelijkse column in De Standaard. Relevante en minder relevante weetjes en meningen wisselen elkaar vlot af op de socialenetwerksite. Heeft Tom nog wel tijd om gewoon te schrijven?
feite is Facebook een ideale manier om met mensen in contact te blijven. Het is soms gemakkelijker om elkaars leven zo uit te wisselen dan de agenda’s naast elkaar te leggen en merken dat je de eerste zes maanden nergens een gaatje vindt.”
door Hedwig Bogaerts
Ken je vrienden •
“IK HOU HET MEER EN
“Mensen krijgen soms de inOp zijn profiel lees je “Dit is het pridruk dat ik godganse dagen op • MEER BIJ DITJES EN DATJES vé profiel van Tom Naegels. Het is Facebook vertoef, maar die ingeen openbare blog of website. Wat • UIT MIJN EIGEN LEVEN.” druk is niet juist. Vaak log ik evenik hier schrijf, is enkel bedoeld voor de tjes aan en zet er iets op, maar verdwijn mensen die ik zelf toevoeg als vriend.” Hoe ik even snel. Als je dat een paar keer per dag doet, rijmt Tom dat met 399 vriendjes? En mag ik het vierdan lijkt het alsof je vaker online dan offline bent. Niet honderdste zijn? “Oh ja, een heikel punt. Omdat ik je zo, dus. Toch biecht ik op: ik zou meer discipline aan al een paar keer gesproken heb, zal ik jou toevoegen de dag moeten leggen om niet op Facebook te kijken, als vriendje. En als een redacteur van een krant mij als maar als schrijver zit je nu eenmaal vaak achter de vriend wil toevoegen, kan ik ook moeilijk nee zeggen. computer en de verleiding is groot. Soms pauzeer ik Maar ik moet dan wel de gevolgen dragen, want naer even, maar soms is Facebook ook een vlucht omdat tuurlijk duikelen jullie mijn status updates op om voor het schrijven potvast zit. Als schrijver kun je niet zonder te leggen tijdens interviews: ‘Beleg was geen gemakinternet, je moet af en toe gewoon op het web om iets kelijke bevalling, je was de depressie nabij, lazen we op op te zoeken.” jouw profiel?’ Misschien trek ik mij vanaf nu beter terug op een zolderkamertje als ik een boek schrijf? Dan kan ik de romantische idee cultiveren dat boeken schrijven als vanzelf gaat.” “Weet je, op het moment dat ik iets Bezint voor je updatet! op Facebook zet, denk ik nog altijd dat ik babbel met die twintig vrienden die reageren. Ik vergeet dat er on“Ik ben wel voorzichtiger geworden op Facebook, omdertussen 380 zitten mee te lezen… Misschien schaf ik dat een idee snel verkeerd geïnterpreteerd wordt. Ik heb beter een dagboek aan waarin ik plaats maak voor die al op menig zere teen getrapt omdat mijn boodschap dingen die de openbaarheid beter eventjes schuwen? ‘sterker’ werd begrepen dan ik bedoelde. En dan moet Zo deed ik het vroeger ook, voor ik op Facebook zat.” je ‘t weer gaan rechttrekken en nuanceren en bijschaven, of sterker nog: updates of commentaren deleten. Ik zet niet meer om het even wat op mijn profiel, ik hou het meer en meer bij ditjes en datjes uit mijn eigen leven. Foto’s van mijn familie vind je ook op mijn profiel. In
30 12 NIEUWS
Frappant TXT: de voorrondes
De kandidaten van de txt-onstagewedstrijd Frappant TXT zijn bekend! Tijdens verschillende voorrondes in maart 2010 laten ze je proeven van hun kunnen. Juryleden Ruth Lasters, Hannelore Bedert, Ben Segers en Rudy Van Schoonbeek (Uitgeverij Vrijdag) beoordelen het lekkers. Verschillende laureaten gaan door naar de finale. Als dessert serveren we je een freaky muzikaal optreden. Kom en proef dit verse talent!
150 woorden over liefde en doe ons versteld staan! Mail je tekst vóór 6 januari naar daphny@creatiefschrijven.be of stuur hem per post naar 1001 pikante nachten, Creatief Schrijven, Zirkstraat 36 te 2000 Antwerpen. De winnaar krijgt een boekenpakket ter waarde van 100 Euro. Het winnende gedicht verspreiden we op een originele manier tijdens Gedichtendag op 28 januari 2010.
Creatief Schrijven, [t] 03 229 09 90 [w] www.creatiefschrijven.be
Als figuren leven
1001 Liefdes: Boek 7
www.frappanttxt.be
Ben je verlekkerd op het schrijven van teksten? Ben je gulzig met gedichten waar liefst nog een pikant kantje aan zit? Dit is de moment om je schrijftalent te tonen aan de buitenwereld! Creatief Schrijven organiseert de wedstrijd 1001 pikante nachten. Schrijf een origineel, ondeugend of gewaagd gedicht van maximaal
Meer info
Het volledige reglement vind je op www.creatiefschrijven.be
Meer info
1001 pikante nachten: wedstrijd
Wie intekent op de elfdelige reeks krijgt een korting van 22,50 euro en daarbovenop nog een sprookjesachtige verzamelbox.
Over de liefde raak je nooit uitgepraat. Dat bewijzen de 91 verschillende schrijvers in boek 7 uit de reeks 1001 Liefdes. Ze verwoorden wat niet eenvoudig is om in woorden te vatten: de liefde. Ook 7 tekenaars brengen amor in beeld. Saskia De Coster en Tom Naegels betoveren elkaar. Volg stiekem het vervolg op www.1001liefdes.be (gluren). En laat er ook je eigen brief achter! Boek 7 kost 12,95 euro en is te verkrijgen via www.unibook.com.
Tijdens een schrijfcursus leverde een aantal auteurs volwaardige scenario’s af voor figurentheater. De resultaten vind je in het lijvige boek Als figuren leven. Een aanrader voor leerkrachten en figurentheatergezelschappen. Bij elke tekst staat een uitgewerkte lesmodule. De regie- en decoraanwijzingen kunnen je inspireren om de tekst ook echt met je leerlingen op de planken te brengen. Kostprijs: 45 euro Meer info
Te verkrijgen bij OPENDOEK [t] 03 222 40 90 [e] secretariaat@opendoek-vzw.be
Publiceer gratis JOUW boek bij unibook
Zit er diep in jou een schrijver? Is de weg naar een traditionele uitgeverij onvindbaar? Of wil je gewoon ten allen tijde redactionele vrijheid en jouw boek uitgeven in eigen beheer? Wel, dan is UniBook iets voor jou. Via www.unibook.com kun je zelf je werk opladen. In 5 handige stappen is je boek klaar. Wil je andere mensen laten kennismaken met je boek? Dan kan je het boek gratis te koop aanbieden via onze online boekshop. Je boek zal dan te koop staan tussen de ruim 150.000 bestsellers van het moment. A5-formaat, zwart/wit druk, 30 pagina’s, paperback voor ₏6,09 per exemplaar.
AGENDA / Evenementen We serveren je een selectie van de ons bekende literaire evenementen bij het samenstellen van dit nummer. Een uitgebreid cursus- en wedstrijdoverzicht vind je als bijlage bij dit nummer of kun je gratis downloaden op www. creatiefschrijven.be. Je vindt er ook een actuele agenda.
Zeg Roodkapje, waar ga je heen? Wat: Tentoonstelling Data: 16/6 tot 20/2 Waar: Literair Museum in Hasselt Info: [w] www.literairmuseum.be
Tom Naegels Wat: Literaire lezing Data: 13/1 – 19u30 Waar: Raadhuis in Lommel Info: [t] 011 55 35 11 [w] www.ccdeadelberg.be
Voorlezen: Durven en doen
Chagrin d’amour
Wat: Literaire lezing Data: 21/1 – 20u Waar: Bibliotheek Desselgem Info: [t] +32 56 70 49 83
Wat: literaire avond Data: 12/2 tot 24/2 Info: [t] 03 272 40 41 [w] www.begeerte.be
Gedichtendag 2010
Woest
Wat: Poëziefeest Data: 28/1 - 20u15 Waar: Activiteiten in Vlaanderen en Nederland Info: [w] www.gedichtendag.com
Wat: literaire performance met Tom Lanoye Data: 6/3 tot 23/3 Info: [t] 03 272 40 41 [w] www.begeerte.be
Donderdagen van de Poëzie
Jeugdboekenweek: Recht op boeken!
Wat: Ideale poëtische lunch Data: 28/1, 18/2, 28/2, 18/3, 25/3 – 12u30 Waar: Letterenhuis in Antwerpen Info: [t] 03 222 93 21 [w] www.antwerpen.be
Wat: Kinderboekenfestival Data: 13/3 tot 28/3 Info: [w] www.woeps.be
Johannes Moschus. De woestijn. Literatuur op de middag
Uitgelezen Wat: Levend Boekenprogramma Data: 20/1 – 20u30 Waar: Zuiderpershuis in Antwerpen Info: [t] 03 248 01 00 [w] www.zuiderpershuis.be
Wat: Literatuur tijdens je middagpauze Data: 9/2 -12u40 Waar: Paleis voor Schone Kunsten in Brussel Info: [w] www.bozar.be
Wat: Boekpresentatie Data: 24/3 – 20u Waar: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde in Gent Info: [t] 09 233 07 72 [w] www.kantl.be