4 minute read

Soa-sjoemelaar

tekst Liza van den Dijssel fotografie Henri Blommers

NA EEN SEKSUEEL wat wildere periode besloot ik mijn huisarts om een hiv-test te vragen. Seksueel bewust geworden eind jaren ’80 hoeft niemand mij immers iets te vertellen over de gevaren van onbeschermde seks. Mijn laatste (en enige) soaen hiv-test was alweer vijf jaar geleden. En hoewel ik mezelf geen slettebak zou noemen: ik wil verantwoordelijkheid voor mezelf en mijn partners nemen. Ik ben dus eerder een verstandige, brave burger. Zo toog ik, na een jaar waarin ik al meer wijze beslissingen had genomen, met een goed gevoel naar de dokter. Eindelijk zou ik ook dít puntje van mijn ‘verantwoordelijk leven’-lijstje afvinken.

Advertisement

“Met de wetenschap dat hiv in mijn stad kennelijk onder controle is, stond ik binnen enkele minuten weer buiten”

Ik had me voorbereid op diverse intieme vragen van de huisarts, maar die wimpelde mijn verzoek luchtig doch resoluut weg. Klachten had ik immers niet, en als heteroseksuele vrouw van 45 behoorde ik in geen geval tot een risicogroep. “Het komt zelden voor, in onze praktijk hebben we heel weinig hiv-patienten”, zei ze er nog bij. Vragen over mijn seksuele- of ander risicogedrag stelde ze niet. Met de wetenschap dat hiv in mijn stad kennelijk onder controle is, stond ik binnen enkele minuten weer buiten. Maar wél wat beduusd en met een vreemd gevoel. Alsof ik mezelf had willen aangeven voor een ernstig delict, maar de politie geen enkel kwaad zag in mijn misdrijf.

Swinger

Voor poging nummer twee ging ik naar de lokale GGD. Ook daar verwachtte ik een warm welkom, als rechtschapen mens dat van haar hiv-status op de hoogte wil zijn. Maar nu moest ik eerst online een vragenlijst invullen, waarmee zou worden vastgesteld of ik überhaupt in aanmerking zou

Van brave burger tot soa-sjoemelaar

komen voor een test. Er werden nu in elk geval vragen gesteld, dus kon ik mijn escapades eerlijk opbiechten. Die waren vast en zeker risicovol genoeg om onmiddellijk opgeroepen te worden? Na de algemene vragen kwamen de concretere: was ik gewaarschuwd door een van mijn partners? Had of was ik wel eens betaald voor

seks? Wat was mijn geboorteland en dat van mijn ouders? Was ik een swinger? Al snel kreeg ik het donkerbruine vermoeden dat ik ondanks mijn avonturen niet aan de criteria voldeed. Maar daar was een vraag die ik met ‘ja’ kon beantwoorden: een van mijn partners kwam uit een risicoland! Nu zou ik toch wel langs mogen komen? Maar nee, voor mij waren er helaas ‘geen afspraakmogelij- kheden’.

“Verbaasd en, toegegeven, enigszins teleurgesteld sloeg ik de richtlijnen voor huisartsen GGD-en er eens op na”

Verbaasd en, toegegeven, enigs- zins teleurgesteld sloeg ik de richtlijnen voor huisartsen en GGD-en er eens op na. Inderdaad: ik voldeed niet aan de criteria. Bij een volgende online-poging deed ik er daarom maar een schepje bovenop, en loog er partners en risicogebieden bij. Dit keer was het advies: een go- norroe- en syfilis-test. Nog steeds ‘mocht’ ik geen hiv-test laten afnemen, ondanks mijn wildere fictieve activiteiten. Inmiddels was ik verworden tot wat de GGD een ‘soa-sjoemelaar’ noemt. Zo’n (meestal jonge) fraudeur liegt dan een heel leger aan partners bij elkaar in de hoop een gratis test te krijgen, omdat ze € 150 voor een test die niet vergoed wordt te duur vinden na een gescheurd condoom. Deze sjoemelarij is vooral toegenomen sinds de verhoging van het eigen risico. De brave, genuanceerd denkende burger in mij stak de kop weer op: nee, tot die sjoemelaars wilde ik ook weer niet behoren. En bovendien: de medische stand zal toch wel de juiste adviezen geven? Ik dacht terug aan mijn tiener- jaren, toen het gebruik van con- dooms er, nou ja, in werd geramd. Ter bescherming van jezelf en je partner uiteraard, maar ook die van anderen, eigenlijk. Bijna met een beroep op algemene solida- riteit. Onbeschermde seks; we deden het weliswaar wel eens, maar dat hardop zeggen durfde je niet. Toen werden wij – terecht – gezamenlijk verantwoordelijk gemaakt om het virus niet verder te verspreiden. Maar anno 2019 zijn de seksuele activiteiten van niet-risicogroepen minder van belang voor hiv-bestrijding, lijkt het. Dat is op zichzelf erg goed nieuws. En dat er in de vergoeding van kosten voor ge- zondheidszorg keuzes worden gemaakt, is begrijpelijk. Maar hoe weet je zeker of je weinig risico hebt gelopen? Ik zelf kan de vragen van de GGD gemakkelijk beantwoorden, maar mijn partners leg ik in de praktijk niet eerst zo’n vragenlijst voor. Om nog maar te zwijgen over de betrouwbaarheid van de ant- woorden die dan gegeven zouden worden. Dus moeten we er niet de schouders onder blijven zetten, ieder op zijn eigen manier? In de eerste plaats door beschermde seks met status-onbekenden. Als dat misgaat, zijn er de medici die mijn risico inschatten. Maar zij kunnen dat, net als ikzelf, slechts tot op zekere hoogte. De laconieke houding van een (huis)arts kan je ook de indruk geven dat je nooit risico loopt. En dat voelt bijna als vrijbrief om onbeschermd de remmen los te gooien.

This article is from: