12 minute read
De bevrijding
Ammerstol hangt de vlag te vroeg uit DE BEVRIJDING
Advertisement
Vrijdagavond 4 mei 1945: in Ammerstol wordt feest gevierd. De Duitsers zijn verslagen! Er wordt echter te vroeg gejuicht…
“Ammerstollenaren trokken die avond zingend en feestend over de Lekdijk”, vertelt Jan Blom, die uitzocht wat zich nou precies afspeelde tijdens die fatale bevrijdingsavond in zijn geboortedorp. “De grote rietstruiken langs de dijk werden als vreugdevuren in brand gestoken. Men danste en feestte dat het een lieve lust was.”
Verwarring In Schoonhoven waren echter nog Duitse soldaten aanwezig. Zij waren in verwarring over de capitulatie. Jan Blom: “Volgens overlevering betrof het Tsjechen in Duitse dienst. Zeer waarschijnlijk zagen zij het vreugdevuur, waarvan de vlammen en rook tot in de verre omtrek te zien waren, en gingen ze poolshoogte nemen. Iemand uit het verzet, Piet de Bruijn, zag hen aankomen en waarschuwde snel politieman Van den Berg. Deze werkte |zogenaamd samen met de Duitsers, maar speelde informatie door aan het verzet.”
De politieman snelde met nog iemand uit het verzet, van wie Jan Blom de naam niet wil noemen, omdat deze later een Duitse soldaat zou doodschieten, naar de Lekdijk om de feestende meute te waarschuwen. Iedereen moest snel naar huis en alle uitingen van vrijheid, zoals Nederlandse vlaggen die uitgehangen waren, moesten naar binnengehaald worden.
Jan Blom vervolgt: “Op de terugweg zagen Van den Berg en zijn metgezel twee Duitse soldaten de trap bij Het Gebouw -aan de Lekdijk- op lopen. Snel fietsten ze door, maar ze werden gesommeerd halt te houden. De Duitsers zagen dat de twee mannen bewapend waren en een vuurgevecht was onvermijdelijk. Van den Berg draaide zich om, liet zijn fiets vallen, trok zijn pistool en probeerde te schieten, maar zijn
De verzetsgroep in Ammerstol. Foto: Archief Jan Blom
JAN BLOM
wapen weigerde. De verzetsman die bij hem was schoot met zijn stengun. Eén van de Duitsers was gelijk dood, de ander raakte gewond. Deze probeerde nog een handgranaat naar zijn twee belagers te gooien, maar dat mislukte door zijn verwondingen. De handgranaat ontplofte vlak bij hem, waardoor hij nog zwaarder gewond raakte.”
Kerkhof Wat volgde was paniek. “Men besloot de dode soldaat direct naar het kerkhof aan de Capellelaan te brengen. Daar werd hij in eerste instantie in het knekelhuisje geborgen. Doodgraver Thijs Brand kreeg de opdracht om het lichaam te begraven. Dat gebeurde dan ook.” De gewonde soldaat werd in een boerderij op de hooizolder gelegd. Jan Blom: “Nadien werd besloten om dokter Freese uit Bergambacht bij de soldaat te halen. Hij kon echter niets doen: de man was te zwaar gewond. Schoolhoofd Heuting heeft hem met zijn auto naar het ziekenhuis in Gouda gebracht. Daar is hij later aan zijn verwondingen overleden.”
Een deel van het verzet en de gehele mannelijke bevolking vluchtte de polder in, omdat ze zware represailles verwachtten van het garnizoen in Schoonhoven. Die kwamen inderdaad -met zes man- in een boot naar Ammerstol om hun kameraden te zoeken en kamden daarbij het hele dorp uit. “De soldaten in Duitse dienst waren er inmiddels achtergekomen -er waren nog steeds enkele verraders in het dorp- dat hun dode kameraad op het kerkhof begraven lag. Drie Ammerstollenaren moesten het lijk opgraven en naar de boot brengen. De drie geloofden heilig dat ze daarna doodgeschoten zouden worden, maar dat gebeurde niet. Naar verluidt zou Hans Hugenholtz, de zoon van de dominee, als bemiddelaar hebben opgetreden bij de ortscommandant. Waarschijnlijk onder invloed van de totale capitulatie van Duitsland is de zaak gesust. Ammerstol haalde diep opgelucht adem, want het had héél anders af kunnen lopen.” ▸
Nieuwsgierig Jan Blom, geboren en getogen in het Lekdorp, maar inmiddels in Bergambacht woonachtig, was altijd al nieuwsgierig naar de verzetsgroep in Ammerstol en wat zich nou precies had afgespeeld op 4 mei 1945. tuigen gesproken, onder wie Teus de Man, die het incident had gezien, en koerier Lena Bakker. Ook heb ik contact gehad met Sjana en Jan Brand. Zij zijn kinderen van Gerard Brand, waar het hoofdkwartier van het verzet gevestigd was. Dit terwijl ze twee Duitsers in huis gelegerd hadden!”
“Er gingen verschillende lezingen rond. Ik wilde voor eens en altijd beschrijven wat er echt gebeurd was. Ik heb de afgelopen jaren met diverse ooggeJan Blom beschreef de gebeurtenissen in het boekje ‘Het gebeurde op 4 mei 1945 in Ammerstol’, dat in december 2019 verscheen. De auteur haalde
De verzetsgroep in Ammerstol. Deze foto werd door Herman Stuurman op 10 mei 1945 gemaakt op het erf van de boerderij van melkboer Gerard Brand. Hier was het hoofdkwartier van het verzet gevestigd. Foto: Archief Jan Blom
daarbij ook de volgende anekdote boven tafel: “Na het fatale schietincident op Ammers werd aan Dirk van den Berg van de verzetsgroep Bergambacht gevraagd om het wapen waarmee geschoten was op te halen en weg te moffelen. Hij deed het in een juten zak en reed op zijn fiets richting Bergambacht. Onderweg kwam hij enkele Duitsers tegen. Toen hij hen voorbij was, keek hij angstig achterom of hij niet alsnog aangehouden zou worden. Daarbij zag hij dat de loop van het wapen boven de jutezak uit stak. De Duitsers hadden het gelukkig niet gezien.” Tijdpad Hoeveel informatie Jan Blom ook naar boven haalde, het was lastig om het exacte tijdpad te duiden. “Ik heb geen gebeurtenissen per dag kunnen noteren. De oorlog duurde in Ammerstol tot 7 of 8 mei.” Maar toen kon dan ook écht de vlag uit. “Eind goed, al goed. Er werden potten met kaarsen en waxinelichtjes aan hekken gebonden, erepoorten gemaakt en overal hingen van papier gemaakte bloemen in heggen en aan hekken. Er klonk muziek en de klokken beierden. Een opgelucht Ammerstol haalde de schade in.” ▪
COCK VAN HOLTEN Schoonhoven
Hij was 9 toen de oorlog uitbrak en 14 jaar oud toen hij achter de wagen aanliep waarmee NSB’ers na de bevrijding uit hun huizen werden gehaald. Cock van Holten (88) was niet uitbundig op 5 mei 1945. “Twee oudere broers werkten in Duitsland. We hadden geen idee hoe het daar met ze was gegaan. Dat gaf het Schoonhovense feest voor ons toch een zwart randje.”
Met de broers was het overigens goed afgelopen. Ze keerden na omzwervingen en enkele weken in quarantaine gezond huiswaarts. “De oorlog was voor kinderen een spannende tijd. De grootste verandering in mijn jonge leven was het sluiten van de christelijke school aan de Oude Haven, op de plek van de klokkenfabriek. Vanaf 1941 was onderwijs op de lagere school niet meer mogelijk, omdat de Duitsers het gebouw opeisten. Ik werd het hulpje van fietsenmaker Van Wensveen in de Veerstraat. Banden plakken en kleine reparaties. Ik vond dat leuk en was er handig in, maar later heb ik toch de avondschool gevolgd om zilversmid te worden. We hebben geen honger geleden, omdat mijn vader tijdens zijn werk als controleur in de scheepvaart aan voedsel kon komen. Hij ging steeds een volle week naar de haven van Culemborg en was daarna een week thuis.” Dat was hij ook toen in mei ‘45 Zweeds wittebrood werd uitgedeeld. Het brood werd alvast op tafel gelegd voor het ontbijt, maar was de volgende morgen grotendeels spoorloos. Alleen wat korsten waren overgebleven. “De muizen hadden het opgegeten. Die hadden ook veel trek.”
‘DE MUIZEN ATEN ONS WITTEBROOD OP’
MIJN
Collectie: Cock van Holten
BEVRIJDING
Kantoor Schoonhovense Courant, 1945.
Collectie: Cock van Holten
DE BEVRIJDING
Als op 5 mei 1945 Duitsland capituleert, krijgen de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (BS) de taak om samen met het nog aanwezige Duitse leger het burgerlijk bestuur uit te oefenen. Zo ook in Schoonhoven. De plaatselijke afdeling moet er op toezien dat de overgangsperiode, tot het moment dat de burgerlijke overheid weer normaal functioneert, overbrugd wordt.
JOPIE GENEUGELIJK-TROUBORST & ADAM A. TROUBORST Ouderkerk aan den IJssel
“De bevrijdingsdag vergeet ik (…)nooit. Allereerst werd Gerrit Slappendel op de kop van de Lageweg aan de Gouderakse kant, doodgeschoten. Siem Trouwborst en Leen van den Winden waren erbij. Alle drie mannen van het verzet. Wat ik ook nog zo voor me zie, is de open veewagen van buurman De Groot, die de vrouw van een NSB’er wegvoerde. Wij joelden er als jongens achteraan. Dit soort mensen zijn na de oorlog opgesloten in de ‘Kaarsenfabriek’ in Gouda”, vertelde de in 2015 overleden Adam A. Trouborst vijf jaar geleden aan Historische Vereniging Ouderkerck op d’IJssel. Zijn zus Jopie, die ook bij het interview aanwezig was, wist nog dat vader Trouborst haar verbood mee te joelen. De familie woonde tijdens de oorlog op de IJsseldijk Noord in Ouderkerk aan den IJssel.
KRIMPEN AAN DE LEK Een gekostumeerde voetbalwedstrijd ter gelegenheid van de bevrijding. De letters Middelland zijn van de buurtvereniging te Krimpen aan de Lek. Na de bevrijding ontstaan veel buurtverenigingen die feest vierden.
Bevrijding LEKKERKERK
Het hijsen van de driekleur op het raadhuis in Lekkerkerk.
De Binnenlandse Strijdkrachten (BS) marcheren door Lekkerkerk en nemen het raadhuis in bezit. Ook wordt er wacht betrokken bij het raadhuis.
Foto: C.A. den Oudsten
Bevrijding KRIMPEN AAN DE LEK
Foto: Archiefbeheer HV Crempene
Foto: Archiefbeheer HV Crempene
De auto van café Schippers (Krimpen aan de Lek) was in de oorlog verborgen en werd op de Bevrijdingsdag versierd met bloemen.
De erepoort van de buurtvereniging Schoolstraat, Krimpen aan de Lek. Een foto uit circa 1950.
75 JAAR VRIJHEID75 JAAR VRIJHEID Dit is de bevrijdingsoptocht in Krimpen aan de Lek met een auto met het opschrift ‘Brandwijk knapt alle onderduikers op’. Radio’s waren in de oorlog afgenomen of verborgen. Nu konden ze weer opgeknapt worden.
Dit draaiorgel was tijdens de oorlog opgeborgen in een schuur bij Onder de Waal te Krimpen aan de Lek. Direct na de bevrijding werd het te voorschijn gehaald om feest te vieren.
JAN VAN LIT Krimpen aan de Lek
Terwijl grote delen van Nederland al bevrijd waren en er steeds meer hoop kwam op een algeheel einde van de Duitse bezetting van Nederland, werd Jan van Lit tijdens een razzia uit zijn ouderlijk huis gehaald, op de trein gezet en te werk gesteld in Duitsland.
“Het was 20 januari 1945”, herinnert de vroegere inwoner van Krimpen aan de Lek zich nog al te goed. “Ineens stonden ‘ze’ voor de deur, er was geen ontkomen aan. Ook in Lekkerkerk en Krimpen aan den IJssel werden jonge mannen meegenomen. Zelf was ik 19. We werden door de Duitsers ingezet om te werken aan de aanleg van een weg. Het werk was zwaar, er was weinig te eten. Ik had honger en dorst en kapotte voeten en was eigenlijk permanent bang het loodje te gaan leggen. Ik ben nooit ‘een held’ geweest, maar ik leerde dáár pas wat écht angst is. Er werden door de Geallieerden permanent bombardementen uitgevoerd en op een paar honderd meter afstand hoorde en voelde je granaten inslaan. Na een maand of vier kwam er een einde aan de ergste ellende. Britse soldaten kwamen ons ontzetten. Om mij heen werden Duitse soldaten gearresteerd en ik werd in een situatie van totale chaos naar een ziekenhuis gebracht. Een paar weken later werd ik naar Nederland vervoerd en verbleef ik eerst nog een tijdje in Brabant. In juni 1945 keerde ik terug naar Krimpen aan de Lek, dat inmiddels al even bevrijd was. Van die vreugde heb ik niets meegekregen. Wel was ik blij dat ik weer thuis was.”
KOOS VAN DEN HEUVEL Bergambacht
Wie denkt dat men in de meidagen van ‘45 gespannen naar de bevrijding van Duitsland toe leefde, komt bedrogen uit. “Het was een complete verrassing”, zegt Koos van den Heuvel (86) uit Bergambacht. “Dat was niet zo raar. Er kwamen nauwelijks berichten door. Zeker niet naar een plattelandsdorp. Opeens hoorden we gejuich. Mensen gingen na het verlossende radiobericht zingend de straat op. In optocht gingen we in een lange sliert door het dorp. We werden verzocht om niet te uitbundig te doen en alvast de vlaggen uit te steken. De Duitsers waren weliswaar verslagen, maar niet ontwapend. Wraakacties waren mogelijk.”
Van den Heuvel herinnert zich de uittocht van de Duitsers en het ophalen van NSB’ers met de brandweerwagen. “Ik was nieuwsgierig en ging er achteraan met mijn kornuiten. Ik weet nog dat leden van de Binnenlandse Strijdkrachten het niet aandurfden om een ‘foute’ dorpsgenoot uit zijn woning te halen, omdat hij over een jachtgeweer beschikte. Daarvoor werd een meisje uit de ondergrondse ingeschakeld. Zij praatte hem naar buiten. Niet echt een heldhaftige daad.” Bij de familie Van den Heuvel was een Wehrmacht-officier ingekwartierd. “Een rustige man. Hij maakte het ons niet lastig. Af en toe gaf hij ons een stuk worst of een boterham.”
‘WE GINGEN
IN OPTOCHT
DOOR HET DORP’
Een aantal leden van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS).
Foto: Archief Historische Vereniging Bergambacht Foto: Pieter van der Laan
Een paard en wagen op de bevrijdingsdag met opgebrachte NSB’ers voor de watertoren in Bergambacht.
Hitler als schietschijf. Afkomstig uit een fotoreportage van de Binnenlandse Strijdkrachten bij de bevrijding.
Bevrijding BERGAMBACHT
Binnenlandse strijdkrachten halen landverraders op.
Foto’s: Libertum
Foto: Libertum
De Goudse brandspuitauto was in oktober 1944 door de Duitse weermacht gevorderd. De staf van de B.S. besloot de auto ‘te laten duiken’ in de gemeente Haastrecht.