Dagkrant 5/09/2015

Page 1

www.theaterfestival.be

De Bank Theater Stap © Bert De Mulder

A piece of time Nick Steur/Stichting SoAP © Lonneke van der Palen

Dag krant zaterdag 5 en zondag 6 september 2015

© Felix Kindermann

AUGUSTUS ergens op de vlakte Olympique Dramatique/ Toneelhuis, NTGent, KVS

© Kurt Van der Elst

Wij/Zij BRONKS © Sarah Oyserman

© Marc Stephan

The Civil Wars Milo Rau/IIPM A reason to talk Sachli Gholamalizad/kunstZ


De bedrieglijk realistische re-enactments van Milo Rau Enkele maanden geleden was ik samen met enkele tienduizenden getuige van een van de grootste re-enactments ter wereld: op het hoogtepunt van de Waterloo-hype waren tienduizenden toeristen vanuit alle hoeken van de wereld naar de morne plaine van Waterloo afgezakt om daar een avond te kunnen genieten van een historisch verantwoorde imitatie van de Slag van Waterloo. — Stefan Moens

Maar hoe hard die duizenden figuranten en honderden paarden in Waterloo ook hun best deden, veel effect had het wapengekletter niet op mij. De cavaleriecharges, de kanonnades en de kleurrijk authentiek uitgedoste Franse, Engelse en Pruisische soldaten lieten me koud: ik stond erbij, keek ernaar en voelde niets… De eigenlijke déclic kwam er pas toen ik ’s nachts terug in Brussel enkele vermoeide huzaren in hun rode broeken aan de toog van een bruine kroeg zag staan. Dat anachronistische beeld klopte veel meer dan de gigantische reconstructie van enkele uren te voren. Je zou het met enige overdrijving als een voorbeeld kunnen zien van wat de Zwitserse theatermaker en activist Milo Rau het esthetisch moment van het re-enactment noemt: er wordt een artificiële situatie gecreëerd waarvan het niet belangrijk is om te beseffen of het in het verleden werkelijk zo is gegaan, maar waarbij de toeschouwer toch gegrepen wordt en het historische gegeven uitnodigt tot een reflectie over het verleden én het heden.

De Zwitserse regisseur, essayist en documentairemaker Milo Rau studeerde sociologie, Germaanse en Romaanse filologie in Parijs, Zürich en Berlijn. Na zijn studies koos hij voor de journalistiek en maakte hij spraakmakende reportages over Cuba en Mexico voor de prestigieuze kolommen van de Neue Zürcher Zeitung. Tegelijkertijd was hij ook actief als regisseur voor theaterhuizen in Duitsland, Roemenië, Rusland, Frankrijk, België en zijn eigen moederland. Die theatrale ambities zorgden voor een breuk met de krant en Milo Rau zal zich voortaan volledig toeleggen op het theater, de documentaire en het essay. De internationale doorbraak komt er met zijn eerste re-enactment, The Last hours of Elena and Nicolae Ceausescu. Milo Rau reconstrueert in een minutieus nagebouwde rechtszaal de laatste uren van het showproces uit 1989 tegen de meedogenloze Roemeense dictator en zijn vrouw. Hij maakt er een filmversie van die in heel Europa wordt getoond.

The Civil Wars

Milo Rau

Het is geen toeval dat die doorbraak er komt, nadat Milo Rau in 2007 het International Institute of Political Murder had opgericht, een netwerk van zes vaste krachten en ruim 30 vrijwilligers dat voor hem de archieven napluist en research doet naar het recente Europese verleden. Rau gaat nooit over één nacht ijs: hij investeert jarenlang in research, interviewt tientallen getuigen en experten en distilleert uit al dat materiaal een nieuwe inhoud in een herkenbare, historisch accuraat nagebouwde vorm. Rau noemt het zelf de esthetiek van het re-enactment. Een jaar later maakt hij een performance over een fait divers uit de Zwitserse actualiteit, The Sankt Gallen’s Teacher Murder dat het verhaal vertelt van een Albanees-Kosovaarse migrant die de leraar vermoordt waarbij zijn dochter haar beklag had gemaakt over het incestueuze gedrag van haar vader. Een zaak die in Zwitserland heel wat stof deed opwaaien en het debat over het statuut van migranten maandenlang beheerste in de Zwitserse media. Maar blijkbaar was de afstand tot het gebeurde niet groot genoeg en de voorstelling draaide uit op een groot schandaal waarbij Milo Rau en zijn familie na doodsbedreigingen gedwongen werden om te verhuizen. De voorstelling werd verboden maar als reactie installeerde hij een jaar later City of Change, geen nieuwe voorstelling maar een alternatief gemeente­bestuur voor de Zwitserse stad. Milo Rau roept daarbij op tot het toekennen van algemeen stemrecht voor immigranten. Het zal zijn handelsmerk worden: het kopiëren van bestaande organisatievormen uit de maatschappij. Hij zorgt voor een bevreemdend effect door ze niet zonder aanpassing en transformatie over te brengen naar de theaterzaal. Weer een jaar later werkt hij een nieuw reenactment uit, gebaseerd op het verhaal van de Rwandese haatzender Radio Mille Collines die tijdens de genocide in 1994 opriep om de Tutsi’s af te slachten. Ook

IIPM

2


dit re-enactment Hate Radio speelt zich af in een huis clos: de radiostudio wordt heel precies nagebouwd, maar voor de teksten van de re-enactors, gespeeld door nabestaanden van slachtoffers, put hij uit de research die aan de voorstelling is voorafgegaan. Het is voor veel toeschouwers een indringende en verwarrende ervaring, want je wordt langzaam maar zeker meegezogen in een opzwepende mengeling van popmuziek (Rape me van Nirvana!), sport en agressieve haatpropaganda. Heel emotioneel theater, dat tegelijkertijd uitnodigt tot reflectie. Ook zijn volgende re-enactment doet heel wat stof opwaaien: in Breiviks Erklärung laat hij een Duits-Turkse actrice de verdediging voorlezen die de Noorse terrorist uitsprak tijdens zijn proces. In Brussel weigert het gewestelijke parlement om de voorstelling te laten doorgaan binnen zijn muren. Vervolgens verschuift Rau zijn aandacht naar reconstructies van processen. In 2013 brengt hij in het Sacharovcentrum van Moskou Die Moskauer Prozesse, waarbij hij acteurs volgens de regels van de Russische justitie drie processen (waaronder het berucht Pussy Riotproces) laat overdoen. Het zijn re-enactments van processen die binnen het Poetinsysteem werden aangewend om elke vorm van democratische verandering in de kiem te smoren. Milo Rau zal Rusland na afloop ook niet meer binnen geraken. In Die Zürcher Prozesse, dat hij nog hetzelfde jaar maakt, staat de rechtszaak centraal over de Zwitserse rechts-populistische krant Die Weltwoche.

eerste deel, de biografieën van de acteurs centraal. Ook hier worden de grote politieke gebeurtenissen verteld via het heel particuliere, persoonlijke en bij wijlen aangrijpende verhaal van acteurs uit Duitsland, Rusland, Bosnië en Servië. Zowel in The Dark Ages als in The Civil Wars zijn de vertellers als professionele acteurs niet allen expert voor hun eigen leven, maar ook deskundigen in het vertellen. Voor Rau gaat het dus ook over het vertellen zelf en tegelijk over wat de zogenaamde ‘grote verhalen’ met ons doen. Het gaat dus over vertellers/acteurs die ieder voor zich en telkens in hun eigen stijl, experts zijn geworden van een soort permanente existentiële crisis. In het derde deel van de trilogie Empire, dat in december in Berlijn in première gaat, focust Rau op de gevolgen van de economische politiek in Afrika.

Hate Radio © Frank Schroeder

In 2014 begint Milo Rau aan een zogenaamde Europese trilogie waarvan The Civil Wars het eerste luik is. Hij verlaat – voorlopig – de format van het re-enactment en kiest resoluut voor een meer klassiekere, narratievere getuigenisvorm. Milo Rau en zijn team deden research naar de ervaringen van jonge mannen die naar Syrië waren getrokken om daar een nieuwe godsstaat op te richten. Ze interviewden ouders, broers en zussen, maar ook advocaten, hun politieke tegenstanders en experten. Rau vraagt zich daarbij af of het Europese project op het punt staat om “verpletterd te worden tussen islamisten en nationalisten”, zoals Anders Breivik overigens in zijn verdediging voorspelde. Het is tegelijk ook de vraag naar hoe theater en politiek zich tegenover elkaar verhouden. In The Dark Ages, het tweede deel van de Europatrilogie staan, net zoals in het

The Civil Wars

The Civil Wars © Marc Stephan

Milo Rau

IIPM

3


“Lachen met miserie is een manier om het leven draaglijk te maken”

Voor Het Theaterfestival werden twee wervelende publieks­trekkers geselecteerd waarin topacteurs de pannen van het dak spelen. Els Dottermans is zelfs in beide voorstellingen te zien. In Revue Ravage speelt ze de rol van de maîtresse van een politicus die geen afscheid kan nemen van de politiek. In AUGUSTUS ergens op de vlakte is ze een van de drie dochters die proberen hun autoritaire moeder in te perken. — Stefan Moens

© Kurt Van der Elst

AUGUSTUS ergens op de vlakte

Olympique Dramatique

Els Dottermans

Toneelhuis, NTGent, KVS

4


Dag Els. Je bent op een heel toevallige manier in de theaterwereld beland. Els Dottermans: “Ja, ik was in mijn jonge jaren eigenlijk helemaal niet bezig met theater. Ik zat niet in dat wereldje en het was voor mij zelfs geen droom om ooit actrice te worden. In onze familie was het belangrijk om goede punten te halen. Ik was ook een goede studente en ik had kunstgeschiedenis of iets dergelijks kunnen studeren, maar ik heb dan op aansporen van een vriendin meegedaan aan het ingangsexamen van Studio Herman Teirlinck en tot mijn grote verbazing was ik nog geslaagd ook. Ik had immers nooit enige blijk gegeven van theatertalent.” Hoe verliep het eerste jaar? “Het was een vreselijk jaar: de studies, de theatermensen, het jargon... Het was allemaal niks voor mij. Ik was toen een heel verlegen meisje. Een docente, Ilse Uytterlinden, heeft mij toen meer zelfvertrouwen gegeven en dat heeft mij enorm geholpen. Er zijn docenten die opbouwen en anderen die afbreken. Ilse was een docente die opbouwde. Al wil ik best geloven dat er ook zeker wat afbreekwerk is aan een jong beginnend mens, om de puurheid naar boven te laten komen.” Je speelt nu in twee stukken die op het eerste gezicht een familieverhaal vertellen. Zie je zelf nog gelijkenissen tussen Revue Ravage en AUGUSTUS ergens op de vlakte? “Niet zo veel: AUGUSTUS is een stuk dat je moet situeren in de traditie van Tennessee Williams en Who’s afraid of Virginia Woolf. Revue Ravage is daarentegen een hedendaags politiek stuk, bestaande uit fragmenten met daartussen gezongen liedjes. De acteurs worden vooraan op de scène geduwd. Heel veel psychologie komt daar niet bij kijken. Revue Ravage is dus veel eenvoudiger qua opzet.” Je hebt met beide stukken in Nederland gespeeld. Hoe waren de reacties? “Niet zo enthousiast. Ik vind het jammer, maar ik heb de indruk dat Nederland en

AUGUSTUS ergens op de vlakte

Vlaanderen te ver uit elkaar zijn gedreven. Het Theaterfestival is ook opgesplitst. We spelen nog nauwelijks in Nederland en ik vermoed dat het te maken heeft met die culturele aderlating die ze daar hebben moeten ondergaan. Men is daar meer naar binnen gekeerd, het eigen theater krijgt nu alle aandacht. Het is allemaal wat dichtgeklapt. In Vlaanderen moeten wij ook besparen, maar je kan het niet vergelijken met de drastische besparingswoede bij onze noorderburen… Er speelt ook nog een ander element: in Nederland kennen ze wel muziektheater en cabaret, maar ze hebben er geen revuetraditie zoals wij die in België kennen. Wilde Lea, ook een revue-stuk waarin ik speelde, had in de jaren 1990 dan weer wel een gigantisch succes in Nederland, maar dat had vooral te maken met Luk Perceval. We zaten midden in een Vlaamse Golf en Perceval was gewoon hot in Nederland. De paradox is dat Perceval met alles lachte – met het amateurtoneel, met het theaterwereldje – en daar nog succes mee oogstte ook!” AUGUSTUS ergens op de vlakte is een gigantisch wereldsucces en het werd ook verfilmd met Julia Roberts en Meryl Streep. Heeft die film je op een of andere manier geïnspireerd tijdens de repetities? “Het is zeker geen slechte film, maar echt wel op zijn Amerikaans gebracht en dat is niet onze aard. Het verhaal wordt veel genuanceerder gebracht en is dus minder grappig. Door de komedie die wij brengen, kan je dieper in de tragedie gaan. Denk aan onze Vlaamse series zoals Van Vlees en Bloed: net niet huilen maar wel lachen. Er is ook die surreële touch, zoals je die ook vindt in Vlaamse satire zoals In de Gloria. Lachen met de miserie is misschien typisch Vlaams, maar het is een manier om het leven draaglijk te maken. Of zoals de Vlaamse psychiater Damiaan Denys het onlangs in Zomergasten verwoordde: wij Vlamingen zijn implicieter en de Nederlanders zijn explicieter. Bij ons moet je tussen de regels kunnen lezen. Beide kanten hebben hun voor- en nadelen. Ik ben met een Nederlander (acteur Han Kerckhoffs, nvdr) getrouwd, dus ik weet waarover ik spreek. Nu moet ik toegeven: mijn man is niet zo Nederlands en ik ben

niet zo Vlaams, maar ik herken dat impliciete wel. Daarom is onze beeldende kunst ook groter: we kunnen meer zeggen met beelden. Nederlanders hebben dan weer meer grote schrijvers. Al hebben ze geen Hugo Claus (lacht).” Zijn er nog rollen die je heel graag zou willen vertolken? “Wat ik echt nog zou willen spelen is Who’s afraid of Virginia Woolf, maar dan samen met mijn man. Wij spelen bijna nooit samen, maar zo’n heftig stuk, dat zou ik dolgraag met hem willen spelen!” In een interview heb je ooit gezegd dat je eigenlijk niets hebt tegen ouder worden. “Dat moet ik dringend herzien (lacht). Nee, het klopt: op geestelijk vlak vind ik het eigenlijk wel plezierig om oud te worden. Zolang het lichaam meegaat natuurlijk. Ik zou in deze tijd ook niet graag jong willen zijn. Er zijn zoveel prikkels van buitenaf die jongeren beïnvloeden en die ze niet kunnen tegengaan. Alle ogen zijn op hen gericht. Niet dat het vroeger allemaal veel beter was, maar het leven was gewoon simpeler. Het was vroeger veel rustiger om op te groeien. Al die keuzes maakt het voor de jongeren van vandaag zo moeilijk.” Neem je nog de tijd om naar het theater te gaan? Zijn er voorstellingen die je wil zien op Het Theaterfestival? “Ik ga zeker al kijken naar Gavrilo Princip van De Warme Winkel. Het is inderdaad niet evident om als acteur regelmatig naar het theater te gaan, al probeer ik wel naar mijn vrienden te gaan kijken wanneer zij spelen. Ik moet zeggen dat ik een heel gelukkig mens ben als ik een mooie voorstelling heb gezien. Ik had zo’n ervaring bij Front van Luk Perceval: dat was zo mooi, zo fenomenaal goed. Alles – muziek, vorm, tekst – vormde een perfect geheel, alles viel daar samen voor mij. Ik was er echt niet goed van, en dan voel ik mij paradoxaal genoeg enorm goed. Dan besef je ook als actrice wat een goede voorstelling met een publiek doet…”

Olympique Dramatique

Els Dottermans

Toneelhuis, NTGent, KVS

5


“Er moet een risico zijn dat het mislukt”

Nick Steur werd met zijn voorstelling A piece of time – moving pendulums & synchronizing metronomes geselecteerd voor Circuit X en mag daardoor rekenen op een grote tournee doorheen Vlaanderen. Sinds hij met FREEZE! in de prijzen viel op Theater Aan Zee, wordt het werk van deze sympathieke performance-artiest ook bij ons van nabij gevolgd. — Eva Decaesstecker en Filip Tielens

A piece of time bestaat uit een enorme piramidevormige constructie, omgeven door een heleboel metronomen. Hoe kwam je op het idee?

gefascineerd door de pendelbeweging die een metronoom maakt, maar evenzeer de draaibeweging van een pendule die zich rond haar eigen as wentelt.”

Nick Steur: “Ik zag een filmpje waarin drie metronomen op een plankje op rolletjes stonden en uit zichzelf begonnen synchroniseren. Dit principe vond ik zo fascinerend dat ik er verder onderzoek naar wilde doen om te kijken of ik er mijn diepere gevoelswereld mee kon communiceren. Met FREEZE! was het net zo: ‘wauw, die stenen kunnen op elkaar staan, maar wat kan ik hier nog mee doen?’. Uiteindelijk gaat het altijd om deze vraag, of ik nu vertrek vanuit een materiaal, een object of een situatie.”

Welke rol speelt tijd in de voorstelling?

Welke vraag onderzocht je dan bij A piece of time? “Enerzijds was ik erg benieuwd welk effect het zou geven wanneer metronomen uit zichzelf synchroon gaan lopen en wat er zou gebeuren wanneer dit niet lukt. Ik vroeg me af of metronomen die niet synchroon willen lopen, misschien wel een soort van rebelse individuen zouden worden. Aan de andere kant was ik

A piece of time

“Voor mij staat de metronoom voor de rechtlijnige tijdsbeleving zoals wij die als mensen zelf indelen. Het tweedimensionale getik van een metronoom symboliseert voor mij de afspraken die wij als mensen zelf maken. Deze staan tegenover de natuurlijke cyclus van de tijd, bijvoorbeeld dat de aarde in 24 uur om haar as draait en dat de aarde om de zon cirkelt. De pendule in het midden van mijn constructie symboliseert dan deze natuurlijke tijdsindeling. Maar dit is mijn tijdsinterpretatie, ik leg ze alleszins niet op aan het publiek.” In FREEZE! probeer je tot een stilstand te komen door het balanceren van stenen, terwijl A piece of time vooral over een continue beweging lijkt te gaan. Is dit een evolutie in je werk? “De vorm is doorheen de jaren misschien wel veranderd, maar ik ben nog steeds met hetzelfde bezig, namelijk de zoektocht

Nick Steur

naar stilte en leegte via ruis. Bij FREEZE! is dat de audio-opname die de hele tijd speelt, tot deze plots wegvalt en ik in een oorverdovende stilte een balans probeer te vinden met de stenen. Eigenlijk is dit bij A piece of time ook zo. Ik ben lange tijd bezig om met het publiek op één lijn te komen. Het streven is het synchroniseren van de metronomen, het tot stilstand laten komen gebeurt immers vanzelf. Het is juist bijna een gevecht tegen die onvermijdelijke stilte met als oplossing – en dieper doel, voor mezelf – de acceptatie ervan. Je hebt al op verschillende manieren het gebruik van tekst uitgetest in je voorstellingen. Via voice over in FREEZE!, door het schrijven op een raam in SPLIT!, live voor een publiek… Hoe zoek je die verhouding tussen tekst en beeld? “Da’s een goede vraag… Ik heb eigenlijk een haat-liefde-verhouding met tekst. Ik vind dat mensen zich te hard vastklampen aan tekst, terwijl tekst voor mij slechts een secundaire functie heeft in de maatschappij. We ervaren eerst op een zintuiglijke manier beelden, en daarna komt er misschien tekst bij om deze beelden te kunnen analyseren en erover te kunnen communiceren. Als ik tekst gebruik in een voorstelling, is dat om andere lagen aan te boren dan ik met het beeldende doe. Sowieso probeer ik alle elementen die ik gebruik met elkaar te laten integreren alsof ze niet zonder elkaar kunnen.” “Wat ik ook heel belangrijk vind, is dat de tekst in mijn werk direct over het ‘hier en nu’ gaat en niet enkel naar iets anders verwijst. Wanneer het publiek binnenkomt bij A piece of time, ben ik met potlood op de zitbankjes aan het opschrijven wat ik op dat moment hoor en zie. Ik improviseer dus, omdat ik geen tekst wil gebruiken die op voorhand vastligt en die er dan elke keer hetzelfde uitziet.” Waarom zoek je telkens zo’n groot risico op tijdens je voorstellingen? Stenen die geen evenwicht vinden in FREEZE! of metronomen die soms niet synchroniseren in A piece of time: ben je dan niet bang voor mislukkingen?

Stichting SoAP

6


“Ik denk dat dit voor een groot deel te maken heeft met het feit dat ik echt iets wil ervaren tijdens een voorstelling. Ik wil niet steeds hetzelfde trucje herhalen om het aan een publiek te laten zien. In die zin zit ik in de theaterwereld niet helemaal op mijn plaats omdat voorstellingen vaak keer op keer hetzelfde uitgevoerd worden. Het risico om krachten van buitenaf op je te laten inwerken wordt erg vaak geminimaliseerd. Bij een voorstelling geeft het publiek me anderhalf uur van hun leven om samen iets te kunnen meemaken. Ik wil dat we dan samen kunnen omgaan met onverwachte krachten die zich voordoen en dat het ‘hier en nu’ ook meespeelt. Het moment moet echt tellen, er moet een risico zijn dat het mislukt.”

FREEZE!

A piece of time © Giannina Urmeneta

A piece of time

Nick Steur

Stichting SoAP

7


“Tijdens elke voorstelling knak ik. Het is geen streling voor mijn ego” Het gaat de Iraans-Belgische regisseur-actrice Sachli Gholamalizad voor de wind: ze is net terug van het Edinburgh Fringe Festival waar ze haar voorstelling A reason to talk maar liefst twintig maal in het Engels speelde en na afloop ook nog de prestigieuze Fringe Award mee naar huis mocht nemen. Een tournee door Amerika behoort zelfs tot de mogelijkheden. Eerder werd deze voorstelling al geselecteerd voor Circuit X. En alsof het nog niet genoeg is, speelt Sachli Gholamalizad sinds vorige week in Bunker, de nieuwe VTM-serie waarin ze gestalte geeft aan een flamboyante agente van Iraanse afkomst, die werkt voor de (Belgische) staatsveiligheid… — Stefan Moens

We hadden met Sachli Gholamalizad een gesprek over de politieke situatie in Iran, de manier waarop verschillende culturen de notie ‘vrijheid’ invullen, over de dunne grens tussen exhibitionisme en authenticiteit, over het vrouwelijke karakter van Iraanse mannen, over de oorlogszuchtige aard van de mens, over ontworteling en identiteit en oh ja, tussendoor ook nog over A reason to talk, waarin ze het even autobiografische als tragikomische verhaal vertelt van haar moeder die in 1987 besloot om het land van de Ayatollah’s te verlaten. De hele familie zou terecht komen in een grijs maar vreedzaam land aan de Noordzee. Was er een beslissend moment waarop je de drang voelde om een voorstelling te maken over het verhaal van je moeder?

Sachli Gholamalizad: “Ja, dat beslissende moment viel in Iran tijdens een vakantie die ik daar doorbracht met mijn moeder en grootmoeder. We waren op het strand aan de Perzische golf en we hadden diepgaande gesprekken over het leven en relaties. En toen stak er bij mij een licht op: deze verhalen moest ik samenbrengen in een voorstelling waarbij veel aandacht zou gaan naar hoe we ons tot elkaar verhouden. Je moet weten dat we heel hard en kritisch kunnen zijn tegenover elkaar. Op een of andere manier is het in onze familie de gewoonte dat de dochter de hele tijd haar moeder moet dirigeren door haar te zeggen wat ze allemaal moet doen en laten. Ik zie dat bij mezelf, maar even goed bij de omgang van mijn moeder met mijn grootmoeder. Bij mij komt daar nog eens bij dat ik probeer om mijn moeder uit te dagen. Ik

A reason to talk

Sachli Gholamalizad

probeer om haar trotse masker af te gooien. In onze familie is status en het ophouden van de schone schijn heel belangrijk: de anderen moeten de indruk krijgen dat het goed met je gaat, de studies succesvol verlopen enzovoort. Ik probeer juist voorbij die façade te geraken omdat ik op zoek wil gaan naar de échte gevoelens.” Dat lijkt mij net heel universeel? “Het is zeker van alle tijden: oudere generaties herkennen dezelfde strategieën. In katholieke gezinnen werd ook amper gesproken over échte gevoelens, laat staan dat men openlijk sprak over seksualiteit en relaties. De beroemde Schotse acteur Brian Cox was in Edinburgh ook naar mijn voorstelling komen kijken en was in huilen uitgebarsten, omdat hij het verhaal dat ik bracht zo herkenbaar vond. Door het feit dat mijn moeder zich vasthoudt aan haar masker, worden de strategieën die ze gebruikt ook duidelijk. Ondanks de schijn, zegt ze wel heel eerlijke dingen. Ik had niet verwacht dat ze zo eerlijk zou antwoorden en daardoor schaam ik mij eigenlijk over mijn nogal harde houding ten aanzien van haar. De antwoorden die ze op mijn vragen geeft, blijven toch die van de zogenaamd perfecte moeder en zij komt in de voorstelling dus als een sterke vrouw over.” Is er moed en lef nodig om zo openlijk de relatie met je moeder centraal te stellen in een voorstelling? “Ik zie dat niet zo. Ik voel me juist eerder laf tegenover haar. Ik voel juist de onmacht in mezelf, omdat ik geen tactiek kan gebruiken om haar slimmer af te zijn. Mijn moeder beheerst zich volkomen ondanks mijn harde manier en mijn pogingen om achter haar masker te geraken. Ik moet eerlijk toegeven dat ik nooit had gedacht dat deze voorstelling zo’n succes zou kennen. Blijkbaar is er nood aan herkenning en hou ik een spiegel voor.” A reason to talk gaat niet alleen over een problematische moeder-dochterrelatie, maar het is ook een verhaal over migratie. Er is op dit moment geen actueler thema.

8


© Sarah Oyserman

“Ja, mijn ouders zijn gevlucht voor de IranIrakoorlog en voor het religieuze regime. In 1987 hebben we Iran verlaten via Turkije met de bedoeling om in Canada een nieuw leven op te bouwen. Mijn vader praat vandaag nog altijd niet over die vlucht: hij verdringt het, al heeft hij ’s nachts vaak nachtmerries over die periode. Hij heeft nooit geleerd om het een plaats te geven.” Heb je zelf nog levendige herinneringen aan die vlucht? “Ja, ik zie me daar nog zitten als klein vijf­ jarig meisje, in een kamer in de luchthaven met een massa andere vluchtelingen, die daar eindeloos lang moesten wachten. Ik word trouwens vandaag nog altijd emotioneel als ik beelden zie van mensen die op de vlucht zijn. Ik vind dat zo schrijnend. En dan vooral die laffe reacties van de autochtonen. Dat doet me zo denken aan mijn eigen situatie. Gelukkig zijn er genoeg verontwaardigde mensen die positiever reageren!”

zeloos. Ik heb dan de neiging om mijn moeder duidelijk te maken dat ze zichzelf grenzen moet opleggen, dat ze ook aan zichzelf moet denken en niet altijd moet leven in functie van haar kinderen. Ik heb er ook niet voor gekozen om migrant te zijn. Ik ben trots op wat ik nu bereikt heb, want ik kom van ver. Wat al die mensen nog gaan moeten meemaken… Die gaan daar twintig jaar voor nodig hebben!” Heb je nooit het verwijt gekregen dat je voorstelling een exhibitionistisch kantje heeft? Tenslotte pook je heel intieme en persoonlijke zaken op. “Soms drukken toeschouwers na afloop zich voorzichtig uit door mij te vertellen dat ze het wel heel persoonlijk vonden, in de zin van: ‘Moet dit nu allemaal wel verteld worden? Kan dit wel?’. Ik heb ook met die grenzen geworsteld. Ik had tijdens de

eerste optredens echt paniekaanvallen, maar gaandeweg heb ik meer vertrouwen gekregen. De voorstelling is geen streling van mijn ego. Ik voel wel dat, eenmaal de schaamte voorbij, er zich een perspectief opent naar andere mensen toe. We leven ook in een maatschappij waar heel wat oppervlakkig entertainment is. Deze voorstelling probeert juist naar die diepte te gaan, zonder te vervallen in kommer en kwel. Het is tenslotte ook een tragi­komisch verhaal.” Komt er nog een vervolg? “A reason to talk is het eerste deel van een drieluik. De drie generaties vrouwen zullen in die trilogie centraal blijven staan, al zal er wat meer aandacht uitgaan naar mijn grootvader. Op welke manier die volgende delen vorm zullen krijgen, dat weet ik nog helemaal niet…”

Als je zo’n heel persoonlijk verhaal avond na avond moet spelen, neemt de routine het dan niet van je over? “Nee, tijdens elke voorstelling knak ik. Ik heb nog maar twee voorstellingen gebracht waarop ik niet echt begon te huilen. De keuze van mijn moeder om te vertrekken was legitiem, maar mijn pijn daarover is dat natuurlijk ook. Onze ouders hebben zich uit de naad gewerkt voor hun kinderen, zodat wij goede kleren zouden hebben en we niet zouden opvallen als ‘migranten’. Die opoffering geeft mij dan weer een schuldgevoel, want dat offer is zo gren-

A reason to talk

Sachli Gholamalizad

9


“De Bank is als een schilderij vol verlangen en troost” Het is nog erg rustig in de Matterhorn. Frank Dierens repeteert er aan Konijn met pruimen bij Laika, maar daalt naar het kantoor van de Roovers af voor ons gesprek. Luc Nuyens zal wat later zijn, omdat hij enkele uren geleden nog in Genk stond te spelen in Van de brug af gezien. Vandaag hebben we het over De Bank dat ze samen regisseerden met de spelers van Theater Stap en waarin ze zelf ook meespelen. — Bart Van Gyseghem

Frank Dierens: “Ik ben heel nieuwsgierig hoe de spelers van Theater Stap het gaan doen op Het Theaterfestival. Deze zomer hebben we in Watou gespeeld en je voelde dat het ‘er toch weer in komen was’. Bepaalde afspraken moeten soms erg exact zijn voor Stappers, terwijl ze op andere momenten zo’n schone en verrassende dingen doen.” “Toen Luc en ik De broers Perdu aan het spelen waren, zijn we voor het eerst beginnen praten over samen een voorstelling maken bij Theater Stap. In een gesprek met Marc Bryssinck (artistiek leider van Theater Stap, nvdr) kwam het idee om Paul Verrept erbij te vragen. Paul is vervolgens bij Theater Stap langs geweest en heeft aan de hand daarvan een tekst geschreven.”

hem troost biedt en waar hij naar verlangt. Uiteindelijk hebben we de tekst minder letterlijk gevolgd, maar kwam er een grote authenticiteit in de plaats. De observatie van Paul Verrept vooraf heeft wel gezorgd dat de tekst echt over hén gaat. ‘Niet klagen en niet zagen, daar zijt ge niets mee!’ zegt één van de spelers – waarschijnlijk omdat dit ook echt in die persoon gebeiteld zit.”

Frank: “We horen dat ook. Luc en ik zijn uiteraard met teksttheater bezig. De keuze voor Paul Verrept is nochtans erg gericht: hij kan met weinig woorden zo’n essentie raken. Dat leunt erg aan bij de leefwereld van de Stappers. Wij zouden voor zo’n boodschappen normaal een hele monoloog afsteken, maar nu hebben we hard ingezet op de eenvoud en het fysieke. Hun tableaux vivants zijn prachtige schilderijen waar je stil van wordt. We hebben veel beelden moeten laten varen, omdat we voor kinderen een bevattelijke voorstelling wilden maken. Jammer voor die honderden wonderlijke ‘houtsnijwerken’ die we hebben moeten laten liggen!” Hoe was de rolverdeling tussen jou en Luc in het maakproces? Frank: “Dat was een perfecte match. Luc is erg goed in het creëren van vrijheid. Hij smijt repetities open. Spelers schrokken © Bert De Mulder

Laten zo’n uitspraken een indruk op jou en je personage na?

Frank: “De essentie is gebleven: een man besluit om na de dood van zijn ouders naar buiten te treden en de wereld op zich af te laten komen. Hij begint te zoeken naar wat

Frank: “Jazeker. Het draait om een hoop ‘beschadigde mensen’ bij elkaar. Daar moet je vandaag niet ver naar zoeken. Dat zit in jezelf en je directe omgeving, dat zie je in de wereld die op je afkomt via de beelden op televisie. Gelukkig is er ook troost, hoop en warmte als een pleister op al die wonden. Het is die evenwichtsoefening die wij hebben proberen te maken. De Bank geeft een kijk op de wereld in zijn meest simplistische vorm. Het toont het mechanisme van de mens in zijn minimalistisch eenvoud. Daardoor raakt het ook de kern van het mens-zijn aan.”

De Bank

Frank Dierens Luc Nuyens

Is die tekst ook uiteindelijk de voorstelling geworden?

Toch lijkt De Bank een opmerkelijk verbale voorstelling voor Theater Stap?

Theater Stap

10


daar wel van, omdat hun dagen er meestal erg gestructureerd uit zien. Toch deed die rock ’n roll hen erg goed. Daarnaast moet er een groot geduld zijn om op bepaalde woorden of gevoelens verder in te gaan, en daar ligt mijn kracht. Door te praten over enkele zinnetjes raakte ik soms de essentie ervan aan. Ik praatte met de spelers over de gelijkenissen met hun personage en kwam zo in hun persoonlijke leefwereld terecht. Zo werd hét verhaal echt een verhaal van elke speler. Luc en ik zijn complementair in het geven van rust en energie.” Is die zorg een specifiek kenmerk in een proces bij Theater Stap? Frank: “Er is een hele ploeg van het dagcentrum betrokken bij het maken van zo’n voorstelling. Dat is erg belangrijk omdat je voelt dat die opvoeders de persoonlijke, dagelijkse zorgen van de spelers een plaats geven. Wij schuiven onze problemen opzij als er gewerkt moet worden. Bij de Stappers moet er tijd aan die emoties worden gegeven, anders zou het niet lukken om verder te repeteren. Daarnaast herhalen begeleiders ook veel met de spelers en zorgen ze voor een noodzakelijke alertheid voor de voorstellingen. Luc en ik genieten mee van de opwarmingen die gegeven worden. Door samen te bewegen wordt er gefocust op de wereld waar je als speler moet induiken. Die ploeg heeft een expertise die wij niet kennen en waar we aanvankelijk van schrokken. Dat was ook wederzijds: hoe wij dingen konden lossmijten, waren zij minder gewoon. Die schone

wisselwerking is fantastisch om te mogen meemaken.” (Luc komt binnen met kleine oogjes en een verhaal dat het verkeer en de leeftijd niet meezitten vanochtend. Toch neemt hij vlot over...) Luc Nuyens: “Ik vind zo’n voorstelling maken bij Theater Stap nog intenser dan gewoonlijk. Je wil zien hoe het werkt en met wie het werkt. Het laat je niet los. Nonstop ben je aan het denken en zoeken.” Frank: “Er komen veel impulsen op je af. Je bent ook bezig met mechanismes: ‘Wat heb ik gezegd? Dat had ik misschien beter niet gezegd. Hoe los ik dat morgen op?’ Je bedenkt strategieën die voor ons onbekend waren.” Luc: “De verschillen onder die mensen zijn ook zo groot. Het is een hele waaier. En soms zijn ze wel zo en dan weer niet. Soms pakken ze je vast om een soort ‘wrong’ te geven, op andere momenten is het pure liefde die uit hun knuffel spreekt.” Hoeveel zit er van jullie in deze voorstelling en hoeveel van de spelers? Luc: “Wij hebben onszelf op voorhand altijd gezegd dat het over hen moest gaan. Het laatste wat we wilden, is laten zien hoe virtuoos wij als speler naast hen konden staan. We hebben goed bewaakt dat we de Stap-spelers in hun eigenheid konden laten. Eerst waren we niet van plan om zelf mee te spelen in dit stuk. Na een tijdje kom je er echter achter dat het fijn is om enkele steunpunten te hebben. Zo is Frank het hoofdpersonage geworden dat midden tussen de andere spelers staat.” Frank: “Het was het mooiste om een serene ontvanger te hebben, zonder pretentie. Het draait wel om hem, maar toch zijn de anderen de protagonisten.” Luc: “De Stappers zijn eigenlijk deelpersoonlijkheden van die éne man. De man is het omhulsel en de rest zijn de delen van die éne mens: zijn verlangens, zijn twijfel, zijn gemis. ‘Wie is die mens en waar zit hij mee?’ is de kernvraag van ons onderzoek geweest. De antwoorden in het verhaal vertrekken allemaal vanuit de spelers. De voorstelling is totaal van hen.” Frank: “Zo was er het stukje van Gitte waarin ze het over de liefde, trouwen en kinderen had. Tegen mij zei ze: ‘Gij, ook ne schone man, maar te oud.’ Dat is echt en oprecht. Dat blijft dan ook in de tekst.”

De Bank

© Bert De Mulder

Frank Dierens Luc Nuyens

Luc: “Je kan aan de authenticiteit van die spelers niet voorbij gaan. Dat maakt elk van hen onvervangbaar. Ik word nog elke keer door hen verrast. Niet één voorstelling is dezelfde. Het is altijd oprecht, ook als ze het even niet meer weten. Dan staat de hele ploeg daar en komen ze er samen wel uit. Alleen wij zijn inwisselbaar!” (gelach)

WHAT'S IN A NAME? Theater Stap Om te weten waar de naam Theater Stap vandaan komt, belden we met Ingrid Van Den Bergh van het gezelschap uit Turnhout. Ingrid: “Wie zal het zeggen? Er is nergens iets over onze naamgeving geboekstaafd. In oude artikels staat wel geschreven dat het de bedoeling was van oprichters Erik Wouters en Flor Verschueren om de spelers als gewone mensen op de scène te zetten. Gewoon in de betekenis van ‘niet als acteur’. De manier waarop die gasten bewegen/stappen, heeft een uitstraling en dat is genoeg. In de eerste avondvoorstelling Stap speelt Stap stond die loutere aanwezigheid van de persoon met zijn lichamelijkheid centraal.” “Vandaag is dat voor een deel achterhaald. Onze spelers krijgen ondertussen wel theaterlessen en workshops. Natuurlijk gebruiken wij ze als acteurs, dat is hun dagtaak. Maar toch nemen wij elk van hen voor volledig en vol. We begeleiden onze gasten in hun noden en hun ontwikkeling. Het eigen zijn is nog steeds een rode draad.” “Verder zijn er ook de associaties op het woord Stap: een grote stap om op het podium te komen, een stap voor het voetlicht, een stap in het onbekende duister.”

— Bart Van Gyseghem

Theater Stap

11


“Kinderen hebben een groter absorptievermogen” Thomas Vantuycom zette zijn eerste stappen als danser bij fABULEUS, alvorens aan P.A.R.T.S. te gaan studeren. Van daaruit belandde hij in maar liefst twee voorstellingen op deze editie van Het Theaterfestival: Wij/Zij van BRONKS en Work/Travail/Arbeid van Rosas. Vandaag deel één van het interview. — Evelyne Van Hecke

© Felix Kindermann

Carly rond hetzelfde thema. Sommige delen van de tekst waren daardoor al geschreven. We zochten vervolgens samen naar een manier om ook mij in het verhaal te krijgen. Al gauw kwamen we dan bij een perspectief van een jongen en een meisje die hetzelfde verhaal vertellen, maar duidelijk verschillende standpunten innemen op bepaalde momenten. Zo zetten we van in het begin in de verf dat iedereen bij het vertellen van een verhaal een selectie maakt van wat hij wel of niet vertelt. Dat kleurt het uiteindelijke verhaal erg. Als één individu dat doet, merk je dat niet zozeer. Maar als je verschillende standpunten te horen krijgt, dan zie je hoe gekleurd we naar dingen kijken. We vertellen wel een deel van wat er gebeurd is in Beslan, maar we hebben meer gekozen om te praten over hoe er in de media verslag werd uitgebracht over deze aanslag.” Hoe reageren kinderen op de voorstelling?

Na P.A.R.T.S. keer je met Wij/Zij terug naar het jeugdtheater. Waarom wilde je graag aan deze voorstelling meewerken? Thomas Vantuycom: “Regisseur Carly Wijs nodigde me uit om over haar project te komen praten. Ik vond het boeiend om de aanslag in Beslan te proberen vertalen naar de scène voor een jong publiek. Kinderen reageren erg verschillend op zo'n nieuwsfeit. Ik ben dus vooral in Wij/Zij gestapt omdat ik het project interessant vond en niet omdat ik per se wilde terugkeren naar het jeugdtheater.” Het is inderdaad geen evident thema, dus ik begrijp de uitdaging. Hoe hebben jullie dat aangepakt? “Toen ik bij het creatieproces kwam, was er al een deel van het werk gedaan. Gytha Parmentier, mijn tegenspeelster, had als afstudeerproject al samengewerkt met

Wij/Zij

“Ze reageren heel anders dan volwassenen denken dat ze zullen reageren. Voor volwassenen lijkt het thema op papier heel zwaar. Programmatoren waren bang om het stuk te programmeren zonder dat ze de voorstelling zelf gezien hadden, omdat zij dachten dat het een te zwaar thema is voor 9-jarigen. Daarom hebben we ook zo weinig gespeeld vorig seizoen. Maar kinderen beleven de voorstelling wel heel goed. Ze hebben een manier van kijken waarbij ze heel veel absorberen. Zo vertelt mijn personage in de voorstelling veel lijstjes en onnodige informatie. Kinderen onthouden dat. Het geeft hen een aanleiding om dingen te interpreteren die ze niet noodzakelijk begrijpen. Ze vinden de voorstelling alleszins niet traumatisch.”

“Dat viel wel mee hoor. Ik ben uiteraard geen opgeleid acteur, dus ik zet geen stervertolking neer. Maar op zich is de performativiteit die je nodig hebt als danser niet zo verschillend dan als acteur.” Je bent wel een stotteraar. Levert dat geen problemen op bij het acteren? “Dat is niet handig, vooral niet in een voorstelling die veel tekst bevat. Je hebt geen controle over het stotteren, ik kan het dus niet ontwijken. Als je begint te spelen met het idee dat alles er vlot moet uitkomen, dan wordt het een pijnlijke trip. Carly was mijn theaterdocent in mijn eerste jaar aan P.A.R.T.S. en toen stotterde ik nog heel veel. Samen hebben we een manier gevonden om ermee om te gaan, namelijk door het stotteren deel te laten uitmaken van mijn personage. Als je het niet uit de weg gaat, is een stotterend personage niet vervelender dan een vlotsprekend personage. De ironie is dat ik in Wij/Zij amper of niet stotter. We hebben zelfs een internal joke in de voorstelling gestopt, namelijk een klein personage dat stottert. Dan moet ik als stotteraar doen alsof ik stotter, zelfs als ik niet stotter (lacht).” Waar wil je naartoe met je carrière? Waar wil je staan over pakweg vijf jaar? “Ah, de gevreesde vraag (lacht). Op zich wil ik niet ergens anders staan dan waar ik nu sta. Ik heb geen masterplan waar ik wil terecht komen. Mijn hoop is dat ik nog heel veel projecten mag doen waar ik achter sta. Ik wil eerder uitvoerend danser zijn, maar wel actief kunnen deelnemen in het maakproces.”

Je bent danser. Wij/Zij is teksttheater. Hoe was dit geen vreemde overstap voor jou?

Deel twee van het interview leest u op zaterdag 12 september in de dagkrant en op onze www.theaterfestivalblog.be!

Thomas Vantuycom

BRONKS

12


Grenzen op wandelafstand ‘Assemblee’ staat voor samenkomst. In het geval van Sophie De Weert (CC Strombeek) en Wim Van Parijs (CC Westrand) gaat het om een toekomstgerichte bijeenkomst. Eén waar hopelijk veel gediscussieerd zal worden, nieuwe denkpistes vrij kunnen komen en ieder met zijn eigen expertise aan bij kan dragen. — Eva Decaesstecker

Het tempo van deze Assemblee wordt niet aangegeven door het doorgeven van micro­ foons of het geschuif van koffietassen en stoelen. Sophie en Wim kozen voor het ritme van de wandelpas, omdat wandelen aanzet tot praten, reflecteren, discussiëren. Het mist de druk van de vergaderzaal en stimuleert door haar informeler karakter de creativiteit. Daarbij verschaft de wandeling een fysieke ervaring van het onderwerp van Assemblee: de grens tussen stad en stadsrand, of meer specifiek tussen Brussel en de Vlaamse rand. Om het onderwerp concreet te maken, zal zondag te voet de grens van Brussel naar Vlaanderen worden overgestoken. En neen, die ligt niet ver! TUSSEN STAD EN DORP Assemblee is een eerste publieke output van een onderzoek naar stedelijkheid en haar grenzen. Naar hoe Brussel en haar Vlaamse rand zich verhouden tegenover elkaar en op welke manier dat dit op een positieve manier verschoven kan worden. Sophie: “Het idee van dit onderzoek begon in april vorig jaar, toen de aangevraagde subsidies voor het Anderzijds-festival niet werden toegekend. Het Anderzijds-festival, dat speelt met de grenzen in de podiumkunsten, werd daarom stevig onder de loep genomen: Waar gaat dit festival over? Waarom doen we dit? Al snel kwamen we tot de constatatie dat het festival over grenzen gaat, wat nieuwe vragen opwierp. Wat zijn grenzen? Welke grenzen kennen we in ons leven? Zo stuitten we op de grens tussen Brussel en haar Vlaamse rand. Een grens die door vele inwoners van de randgemeenten liefst niet wordt overgestoken.” De steeds groeiende stad boezemt angst in, vult Wim aan: “Vooral de vrees voor het verlies van eigenheid van een gemeente heerst. Het is natuurlijk zo dat de gemeente waarin je grootouders

hebben geleefd niet meer terugkomt. De stad kan je daarom bekijken als iets wat bedreigend is, waar je geen vat op hebt. Maar je kan het ook bekijken als iets dat kansen biedt. En dat is wat we met ons onderzoek willen aantonen.” Tijdens het onderzoek kwam het duo met veel meer aspecten in aanraking dan gedacht, vertelt Wim. “Niet alleen stadsplanners en bouwmeesters, maar ook op economisch vlak speelt de stadsrand een belangrijke rol. Denk maar aan winkelcentra die zich strategisch aan de rand van een stad nestelen.” “We zijn dan ook niet de enige die hiermee bezig zijn,” voegt Sofie toe, “maar vanuit de culturele wereld is dit thema nog niet zo wijd gedragen. En daar ligt onze rol als cultuurcentra aan de rand van de stad: wij hebben de mogelijkheid om eventueel rustig en stap voor stap aan een mentaliteitsverandering te werken waarin Brussel niet afschrikt, maar aantrekt en waar de grens niet meer als belemmering wordt gezien.” Tegelijk is die grens niet enkel voor de randgemeenten te groot. “Ook de Brusselaars zelf zijn niet geneigd die grens over te steken, maar dan eerder uit gemakzucht. Ze hebben het gevoel dat ze in hun stad toch alles al hebben,” vult Wim nog aan. EEN WANDELENDE VERGADERING Ze hebben er goede hoop op. Nadenken over zulke thema’s vraagt niet alleen mensen met expertise op professioneel vlak, maar ook met ervaring van in de rand te wonen. Bij de wandeling zondag – die helaas reeds is uitverkocht – is de helft van de deelnemers een inwoner van de Vlaamse rand. “We hebben de mensen in onze gemeenten hier direct over aangesproken”, vertelt Wim, “en we hopen dat we die mensen dan ook verder kunnen betrekken doorheen het hele onderzoek. Het zou fijn

zijn moesten zij ook mee het draagvlak kunnen uitbreiden.” Assemblee is trouwens niet enkel de eerste output van het onderzoeksproject, maar maakt er ook deel van uit. De term op zich impliceert al dat het een bijeenkomst is, waarvan een resultaat verwacht wordt. De lezingen, toespraken en performances die tijdens de wandeling aan bod komen, zijn bedoeld als triggers voor conversatie en discussie. De ideeën, bedenkingen en opmerkingen die tijdens de wandeling ontstaan, dragen zo bij aan het onderzoek en haar uitwerking naar het publiek toe. De ideeën rond dit thema schieten alvast niet te kort. In het voorjaar 2016 willen Wim en Sophie een testfestival organiseren. Alles wat tot dan toe verzameld is, kan er gepresenteerd worden. Verder liggen er naast Assemblee ook andere projecten zoals Brusselstraat in het verschiet. Dit laatste is het meest metaforische. Het is een kunstproject in de Brusselstraat, een lange baan die nog net in Brussel begint en door Dilbeek en Groot-Bijgaarden loopt. Het verschil tussen stad en platteland en de verstedelijking van de rand, wordt in deze straat gematerialiseerd: van heel stedelijk aan de ene kant tot een echte plattelandsgevoel aan het andere eind. Binnen het kader van de stedelijke grens, is een artistieke benadering dan ook op zijn plaats: Sophie: “Wanneer we aan kunstenaars vragen of ze geïnteresseerd zouden zijn hierrond te werken, stemmen ze allemaal toe. Het idee van een grens biedt kansen aan kunstenaars om er iets mee te doen. Het zorgt voor een inspirerende frictie.”

Een atypische Assemblee over grenzen op de (stads)grens

13


ONDERTUS SEN IN NEDERL AND De Staat van het Theater blijft beroeren De opening van het Nederlands Theater Festival blijft de gemoederen verhitten. Op Facebook waren er heel wat interessante reacties te lezen over de Staat van het Theater van Ola Mafaalani die we jullie niet willen onthouden. — Filip Tielens

MAARTEN VAN DER CAMMEN “In mijn ogen voltrok zich gisteravond in de schouwburg tijdens de Staat van het Theater een volstrek oprechte poging om mensen die in alle media te horen krijgen dat ze niet welkom zijn, dat ze een probleem zijn, dat ze ons geld kosten, dat ze een gelukszoeker zijn, welkom te heten. Ze onderdeel te laten zijn van ons, van de parochie waar iedereen zijn eigen gelijk voor preekt. (…) Ik, als mens én als professional voel mij enorm betrokken en geraakt en verward door deze vluchtelingensituatie. Ik als mens werd geraakt omdat ik mannen met kinderen op het podium zag die ik zelf was. Met dát verschil dat ik hier en zij daar geboren zijn. Ja, dat wist ik ook al eerder maar nu plots zág ik het. Ik vond dat geen pathos, ik vond dat de werkelijkheid tonen aan wij die alles stuk relativeren. En ik als professional was blij dat Ola Mafaalani durft te zeggen ‘godverdomme kunstenaars neem je verantwoordelijkheid’. En ja, ik weet heus dat er al velen zijn die dat doen. En ja, ik vind toch dat het niet vaak genoeg gezegd kan worden. Ik ben toevallig iemand die in woord heel erg stelling neemt vóór vluchtelingen, maar in daad niks doet. En misschien, héél misschien wordt het toch tijd dat ik, we, wij dat wél gaan doen. (…) En misschien ben ik wel te egocentrisch, te beschaamd, te Nederlands om echt álles wat in mijn macht ligt te doen. Ik heb ook een baan, een familie, een eigen geluk en gezondheid om te koesteren. Maar, elke druppel ís er één. Elke glimlach, elk gebaar, elke actie is er een. En alleen daarom al ben ik blij, trots, voorstander van en verdediger van de fantastische stunt van Ola Mafalaani gisterenavond in de Stadschouwburg.” REMCO VAN RIJN “Eerst en vooral: er voltrekt zich een humanitaire ramp. Laten we niet proberen elkaar te overtreffen in wie het erger vindt – dat is zinloos en ijdel. Ik denk dat er in het Nederlandse theaterveld maar zéér weinigen zijn die denken: laat ze allemaal maar verzuipen, die dobbernegers. En ik denk dat bijna iedereen zich afvraagt hoe hulp te bieden. Elkaar daarin aftroeven (mijn manier van hulp bieden is beter dan de jouwe) is net zo zinloos en net zo ijdel. Doe wat je kunt en wees daar bescheiden over: het is nooit meer dan een druppel op een gloeiende plaat. Maar. Ik vind het oprecht ironisch dat een leider van één van de vier grote BIS-gezelschappen in het toneelbeeld van Nobody Home oproept om onze ogen te openen voor deze (en andere, neem ik aan) ellende in de wereld en dat we moeten beslissen om invloed te willen. Dat roept bij mij heel wat vragen en gedachtes op. Een schot voor de boeg:

tf.nl

1. Het afgelopen en komende theaterseizoen kwam en komt de vluchtelingenproblematiek nu juist in heel wat voorstellingen aan bod, vaak zelfs heel direct. Er wordt samengewerkt met vluchtelingen en hulporganisaties aan voorstellingen en randprogramma's om de diepte van deze problemen te doorgronden en oplossingen te vinden, in het theater en daarbuiten. Wie het veld verwijt dat het in een ivoren toren zit opgesloten, toont alleen maar aan dat hijzelf onvoldoende ziet wat er wél gebeurt. Natuurlijk mag je vinden dat het te weinig is, maar het is zeker niet niets. 2. Is er één theatermaker die niet wil dat zijn of haar voorstelling de wereld verandert? Die niet verlangt naar de macht om de publieke opinie te beïnvloeden? Maar om de publieke opinie te beïnvloeden, heb je twee dingen nodig: een opinie en publiek. Het eerste is simpel. In de woorden van de bekende filosoof 'Dirty' Harry Callahan: “Well, opinions are like assholes. Everybody has one.” Het tweede is ingewikkeld. Je verandert de publieke opinie immers niet door een zaal vol gelijkgestemden te vertellen wat ze al weten en graag nog eens willen horen. Daarmee riskeer je alleen maar dat je je dieper in je eigen gelijk ingraaft, omdat je gedachten alleen maar worden bevestigd. Hoe bereik je nu juist het publiek dat leidt aan de door Ola zo scherp geschetste cognitieve dissonantie? Hoe kunnen we iemand die bij een foto van verdronken vluchtelingen op Facebook schrijft 'Mooi, weer wat uitkeringen minder' motiveren om naar onze voorstellingen te komen kijken en daarna eventueel zijn/haar wereldbeeld bij te stellen? 3. De macht van de getallen. Een voorstelling die in een landelijke tournee volle zalen trekt, zoals De Verleiders of Nobody Home, heeft meer kans om de publieke opinie te beïnvloeden dan een project dat drie avonden wordt gespeeld in Zaal 3 van Theater aan het Spui of Frascati 4. Niet alleen omdat die volle zalen een grotere massa mensen betekent, maar ook omdat de media dat interessant vinden (‘Hee, daar gebeurt iets bijzonders!’) en je daardoor misschien ook op tv komt, uitgenodigd wordt om te spreken op andere plekken, etcetera. Maar in de strijd om getallen zal theater altijd een margeverschijnsel blijven: De Wereld Draait Door bereikt op een goede avond 1,8 miljoen kijkers – dat is 6,5 jaar elke avond een volle schouwburgzaal of bijna 20 jaar elke avond een volle zaal in de vlakke vloer. (…) 4. Ik snap Ola's vurige wens. Ik snap haar verdriet. Ik heb diep respect voor haar passie. Maar Ola weet hopelijk toch ook dat zij als vertrekkend leider van een BIS-gezelschap met een relatief groot budget (in elk geval ten opzichte van de meeste andere makers) véél meer macht en invloed heeft dan ze gisteren suggereerde? Ik zou diep voor haar buigen als ze nu, na haar Staat van het Theater, alle theaters opbelt met de mededeling dat ze Borgen schrapt, omdat zij met haar acteurs in deze tijd wel belangrijker verhalen te vertellen heeft dan het naspelen van een succesvolle televisieserie. Laat dan maar eens écht zien hoe hard de harten van het eigen gezelschap, de programmeurs, directies, marketeers en dergelijke kloppen voor de goede zaak. 5. Last, but not least: theater is één van de laatste vrijplaatsen in een steeds meer gereguleerde wereld. Hoewel ik, zoals blijkt, veel moeite heb met Ola’s Staat van het Theater, met de inhoud én de vorm, ben ik blij dat zij haar verhaal gisteren op haar manier aan mij kon vertellen. En morgen vertelt iemand anders weer een nieuw verhaal op zijn of haar manier. Laten wij als theatermakers, dramaturgen, programmeurs etcetera proberen onze eigen idealen en richtlijnen over ethiek en esthetiek in het theater niet maatgevend te maken voor wat anderen op podia al dan niet zouden mogen of moeten doen. Ook als ze ons recht tegen de haren instrijken. Laten wij net zo streng zijn voor onszelf en als we gul zijn voor anderen.”

14


DE BARBAREN Vandaag:

AUGUSTUS ergens op de vlakte Milan Van Bortel

Voor het zesde jaar op rij organiseert fABULEUS De Barbaren. Zes jongeren werden aan het begin van de zomer gekoppeld aan één van de voorstellingen op Het Theaterfestival. Hun missie: word hier en nu verliefd. Voor de één eindigt het in een ontmoeting. Voor de ander in een vers voetspoor.

THE GREEN SPEECH; THE SPEECH OF TRUTH.

Dag theatermensch, Toen ik gisteren de deuren van het Kaaitheater binnenstapte en mij voor de eerste keer in het m’as-tu-vu-circus bevond van een theaterfestivalopeningsavond vroeg ik me af wat ik als theater­ ukkie in godsnaam te zeggen had tegen al deze vakmensen. Ik kwam tot de conclusie dat ik mij kwetsbaar moest opstellen. Daarom dit klein verhaal over de hybris van een 17 jarige jongen die zich een paar maanden met AUGUSTUS ergens op de vlakte bezighield. Ik neem u even mee naar 1998, wanneer u waarschijnlijk nog rondliep in uw jeans-salopette of in uw wranglerbroek. Toen in dat jaar, niet lang nadat mijn moeder mij de wereld in had gepuft, kwam er een film uit met een van de sterkste motorische momenten die ik in mijn jonge leven als filmfanaat kan herinneren. Ik heb het hier over de meesterlijk geënsceneerde ‘green speech’, of zoals Christian het zegt ‘ the speech of truth’. Ja, theatermensch, u heeft het door, ik spreek hier inderdaad over het motorisch moment van Festen. Ik neem even aan dat u, als liefhebber van schone beelden en verhalen, deze film hebt gezien. Of op z’n minst van gehoord hebt. Voor de enkelingen onder jullie die nu echt niet weten waarover ik het heb en het gevoel hebben dat ze vergeten worden, zal ik een klein beetje context bieden. Festen, geregisseerd door Thomas Vinterberg, is één van de best gekende films uit de Deense Dogma 95-beweging, waarin gestreefd wordt naar een überrealisme. In deze film zien we een familie zich verzamelen in een groot kasteel voor de 60ste verjaardag van pater familias Helge. Spijtig voor de grandpappie, stelt zijn jongste zoon al de incestueuze familiegeheimen bloot, wanneer van hem verlangd wordt te toosten op vaders mooie leven. Nu, meneerdemevrouwdetheaterliefhebber, begrijp ik dat u denkt: ah ja dat was wel een goed motorisch moment, maar nu niets wat mij echt is bijgebleven, deze jongeling heeft gewoon voor de eerste keer een goede film gezien. Ik begrijp dat want ik dacht dat namelijk ook. Nu ja, het eerste deel van uw bedenking. Let me explain.

barbaren.tumblr.com

© Kurt Van der Elst

Eventjes terug. Toen ik voor de eerste keer August: Osage County van Tracy Letts gelezen had, vond ik zo’n familiefeestdrama wel fijn en amusant. Toen ik daarna Festen zag, dacht ik een patroon te zien en pas later, wanneer ik dit patroon had doorgrond, kwam mijn fantastische idee om zelf op drie weken zo’n stuk te schrijven. Nu, een week later, heb ik alleen nog maar mijn disfunctionele personages en een bladzijde proza waar ik niet fier op ben. Wat ik dus eigenlijk probeer te zeggen is dat ik door de kwaliteit van mijn twee voorbeelden, Festen en August: Osage County, even ben gaan geloven dat een familiefeestdrama makkelijk in elkaar te knutselen valt. Maar nu, nadat ik meerdere malen tegen een muur ben gelopen, kan ik u vertellen dat dat niet de werkelijkheid is. Want, gelooft u mij, nooit vond ik het zo moeilijk om een motorisch moment te verzinnen, dat past bij de setting en de personages, en het is daarom dat ik zo opkijk naar Tracy Letts en Thomas Vinterberg, want die twee hebben dat namelijk perfect gedaan. De Amerikaan, door biografische verhalen over zijn betovergrootmoeder te gebruiken en daardoor zijn personages door en door te begrijpen. De Deen door nauwgezet de restricties van Dogma te respecteren. De Amerikaan en de Deen, het klinkt als het begin van een slechte grap, maar dat is het eigenlijk, en sorry voor de sentimentaliteit die ik nu op jullie afstuur, helemaal niet. Het zijn deze heren, deze Amerikaan en deze Deen, die deze jonge man nog eens hebben geconfronteerd met de moeilijkheid van het vak. Bedankt, Deense en Amerikaanse theatermensch, bedankt.

15


TELE X

R A AD JE PL A ATJE Het Theaterfestival Vlaanderen bestaat 25 jaar. Sinds 1991 werden er meer dan 300 voorstellingen geselecteerd door de jury's. Herken jij uit welke productie onderstaande foto komt? Mail jouw antwoord als de bliksem naar filip@theaterfestival.be en win een vrijkaart voor een voorstelling naar keuze op Het Theaterfestival (zolang de voorraad strekt).

Breaking: alle artikels die in de dagkrant verschijnen, kan u vanaf vandaag online lezen op www.theaterfestivalblog.be — Fijne reactie op Facebook van Peter Jongenelen: “Mooi als een voorstelling nog blijft nazinderen en zacht knagen in je hoofd. Angels in America komt

OPLOSSING 4 SEPTEMBER Rouw siert Elektra Toneelgroep Amsterdam Winnaar: Anja Van der Plas uit Neeroeteren

MEER OVER HET THE ATERFE STIVAL

ADVERTEREREN IN DEZE KR ANT?

www.theaterfestival.be — #HTF15

Mail filip@theaterfestival.be

www.facebook.com/het.theaterfestival

voor onze voorwaarden!

www.theaterfestivalblog.be

ook af en toe heel dichtbij...” — Gisteren vond de allerlaatste Algemene Vergadering van het Vlaams Theater instituut plaats. Het VTi, zoals het in de volksmond bekend was, is immers gefusioneerd met het BAM en Muziekcentrum Vlaanderen tot Kunstenpunt. — Gisteren zat er een partybus klem in de bocht van de KVS. Even vreesden de onthaalbedienden dat de boenke-boenk muziek AUGUSTUS zou storen, maar dat bleek niet het geval. Conclusie: de KVS is goed geïsoleerd en de medewerkers van Het Theaterfestival hadden nog een onvoorzien feestje in de inkomhal. — De dames van het Kaaitheater waren gisterenavond in vorm toen ze vertelden over hun vroegere bijnaam (‘Saaitheater’), hun huidige imago (‘Taaitheater’), het toekomstideaal (‘Fraaitheater’), hun eigen status op dat moment (‘High-theater’) en het ultieme doel die avond (‘Naaitheater’). — Dubbel feest vandaag: onze vormgeefster viert haar 35ste verjaardag en er is een technieker van het Kaaitheater die vanavond trouwt. Bij deze weet u ook meteen waarom er vanavond niets theatraals en vormelijks in het Kaatheater te beleven valt.

zaterdag 5 september 2015

doorlopend

De Verrijzenis #3 — Weg Josse De Pauw & Peter Vermeersch

Kaaicafé

15:00 Wij/Zij BRONKS

BRONKS

15:00 The Civil Wars Milo Rau/IIPM

CC Strombeek

19:00 A piece of time Nick Steur/Stichting SoAP

BRONKS

20:00 AUGUSTUS ergens op de vlakte Olympique Dramatique/Toneelhuis, NTGent, KVS

KVS

21:00 A reason to talk Sachli Gholamalizad/kunstZ

Kaaistudio's

22:15 A reason to talk Nagesprek

Kaaistudio's

zondag 6 september 2015

doorlopend

De Verrijzenis #4 — Wilde Lea Blauwe Maandag Compagnie

Kaaicafé

11:00 Anderzijds Een atypische assemblee over grenzen op de stadsgrens (volzet)

vertrek: Kaaitheater

15:00 De Bank Theater Stap

BRONKS

20:30 The Civil Wars Milo Rau/IIPM

CC Strombeek

HOOFDREDACTIE

Filip Tielens

REDACTIE Eva Decaesstecker, Stefan Moens,

Filip Tielens, Bart Van Gyseghem, Evelyne Van Hecke R E AC T I E S & A DV E R T E N T I E S

filip@theaterfestival.be

VORMGEVING Mies Van Roy


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.