TheaterFestivalkrant 12-13/9/2022

Page 1

12 & 13 SEP www.theaterfestival.beDAGKRANT2022#HTF22 ©JeanPhillipse Op schok met het DeschaapRonaldo’s over de generatiekloof en overJuniorfalenMthombeniidentiteit Gesprek met de enige art director in het theaterveld elstdervankurt© Bekeken, gewerkt en verwerkt

FERTINELREBECCA©

The Sheep Song FC Bergman

‘Wij doenelkaarkunnengoeddromen’

Als ‘fijngeslepen juweel’ vol prikkelende beelden werd FC Bergmans The Sheep Song dit jaar geselecteerd voor Het TheaterFestival. Theatermakers en oer-Bergmannen Stef Aerts en Thomas Verstraeten vertellen over dat schaap onder de schapen, over grote verhalen en over de zoektocht naar het ultiem Lieseloremenselijke.Remans

12 & 13 sep 2022 3

Thomas: ‘Het is dus niet zo dat we een bepaalde strategie hebben om een werk per se voor binnen of buiten de zaal te maken. Wel is het makkelijker reizen met een zaalvoorstelling. En we hebben daar een voorkeur voor omdat dat elke keer bijzon dere ontmoetingen met een nieuw publiek oplevert.’

Thomas: ‘Veel te goed. Dat was het probleem. Daar viel niets meer te doen. We konden inpakken.’

Stef: ‘De voorstelling wil vertellen dat dat een spannende en interessante, maar ook heel pijnlijke tocht zal zijn. Dat is het mens-zijn an sich ook.’

Stef: ‘De klok in het midden van de zaal is misschien nog een toegeving aan onze oude poëtica, maar verder blijven we volledig op het podium. We spelen op een loopband en daardoor wordt alles tweedi mensionaal. Enkel het begin en het einde maken gebruik van de volledige toneel ruimte, maar de rest speelt zich af op een ruimte van twee meter diep. Die limitatie van©kurtvanderelst

Wat zijn de mogelijkheden en de beperkingen van een zaal bij The Sheep Song?

Thomas: ‘We vonden het verschrikkelijk om dat bijzondere beeld te zien sneuvelen. En dus dachten we er maar een voorstelling rond te bouwen.’

Stef: ‘En dus gingen we op onderzoek uit. Wat als we eens met een podium werkten zoals het bedoeld is? Eerder dan de grenzen van het podium open te breken, wilden we kijken wat we konden doen met de regels en beperkingen zoals ze zijn opgesteld.’

‘Die vraag is onmogelijk te beantwoorden. Dat maakt het ook des te schrijnender voor het schaap.’

Jullie voorstelling Van den vos werd omschreven als ‘een ode aan de Bourlaschouwburg’. Dat zou je ook kunnen zeggen over veel van jullie andere voorstellingen. Hoe gehecht zijn jullie ondertussen aan de theater zaal ?

Stef: ‘In het begin van onze carrière hebben we locatietheater intensief verkend en uitgebuit voor onszelf en daarin gepro beerd om grenzen te verleggen. Met de productie Van den vos zijn we binnenge haald bij Toneelhuis, waardoor we zowel de mogelijkheid als de goesting hadden om ook de beperkingen en de mogelijkheden van een theaterzaal te verkennen.’

Thomas: ‘De rode draad in ons werk gaat steeds over pogingen van mensen die iets ondernemen om zich te verhouden tot een ruimte, om komaf te maken met een angst.’

Stef: ‘Het staat iedereen vrij om te proberen om een voorbestemming in eigen handen te nemen. Als die al bestaat, natuurlijk.’

‘Als mens zijn we zodanig geconditioneerd om te denken dat we de macht hebben om dingen te veranderen naar onze eigen mening en inzicht. Dat berust grotendeels op een illusie.’

Thomas Verstraeten: ‘Hij denkt dat hij gewoon wat vakjes moet afvinken: als ik rechtop kan lopen, als ik mij laat verbouwen, als ik banjo leer spelen…’

Stef: ‘Narratief gezien kon dat toen enkel aan het begin van de voorstelling. Maar alles wat erna kwam, was tevergeefs. Het punt was al gemaakt in minuut tien.’

‘Vanaf het begin. Dat was het uitgangspunt.’

‘De volgende zin wisten we ook al: “Een schaap dat mens wil worden.” Een schaap dat vertrekt uit de kudde en een tocht doormaakt om mens te worden, dat was onze elevator pitch.’ (lacht)

Is zijn transformatie dan ook Thomas:geslaagd?

‘Er ontstaan tijdens het maakproces momenten, een zekere esthetische ervaring, wanneer de dingen samenvallen. Dan zien we wat we wilden vertellen op een onvoor ziene manier. Af en toe maakt de voorstelling de maker overbodig. Sommige keuzes lijken zichzelf te maken.’

Stef: ‘Pas op het moment dat we de repetitievloer betraden, beseften we: eigenlijk gaat het hier gewoon over dat schaap.’

Hoe snel viel de keuze voor echte Stef:schapen?

Thomas: ‘We hadden eerst nog een halfuur extra materiaal, met veel zijsporen en zijpersonages.’

Thomas: ‘Dat is heel ontroerend, maar niet makkelijk. We lijken daar niet voor ontworpen.’

De theatertaal van FC Bergman is ondertussen een vaste waarde in het theaterlandschap: steeds vernieuwend, tiesmeeneerdpodium,tiglectiefledensamenVerstraetenStefwegpakopnieuwacteurHetoverdonderend.steedsTijdensTheaterfestivalkruiptJonasVermeuleninhetschapen-omzichergaande-weervanteontdoen.AertsenThomasbedachtenmetdeanderevanhettheatercol-dezereis.Zokrach-debeeldenstormopzogepassio-dewoordenwaar-zeoverhunproduc-spreken.DejuryprijstTheSheepSongalseenrelaasvaneenschaapdatzograagmenswilzijn.WatisvolgensFCBergmanhetsummumvanmens-zijn?StefAerts:

Thomas:IetsVerstraetenThomasmetschapen?

Thomas: ‘Zeker in het beginstadium mag je niet te snel dingen van tafel vegen omdat ze eventueel niet zouden lukken. Bij zo’n creatieproces moet je naar elkaar luisteren en samen in een fantasie komen.’

Stef: ‘Al is het niet zo dat we eerst freewheelen en dan pas gaan becijferen. Ondertussen hebben we geleerd wanneer we de praktische knop moeten aan- en uitzetten tijdens de conceptie.’

Stef: ‘Dat uitgangspunt was eigenlijk een gesneuvelde scène uit een eerdere voorstel ling, Het Land Nod. Daar zat een scène in met een lammetje. Het was bijna een katharsismoment toen het het decor werd binnengeleid. Dat was echt…’

‘Een schaap dat vertrekt uit de kudde en een tocht doormaakt om mens te worden, dat was onze elevator pitch.’ –

Thomas: ‘Dat is het bijzondere dat wij in mekaar teweegbrengen. Het aandurven om niet eerst aan de praktische kant te denken. Wij kunnen elkaar goed doen dromen. En dus gingen we iets doen met schapen.’

4 12 & 13 sep 2022 The Sheep Song FC Bergman

Ligt er ook een schoonheid in de poging van de theatermaker?

Doorliepen jullie tijdens het creatieproces van The Sheep Song een dergelijke Stef:transformatie?

In juni kwam dan het nieuws naar buiten: FC Bergman keert terug naar zijn roots.

‘Daar valt zeker een parallel te trekken. Odysseus komt als oorlogsveteraan shellshocked naar huis. Wat betekent de liefde die je ooit voor elkaar gevoeld hebt na twintig jaar. En kan je de draad weer oppikken?’

Stef: ‘Je ziet ons thematische stokpaardje: tijd. Het is ook onze voorliefde voor grote literaire meesterwerken die zich doortrekt. Na de Divina Commedia, De Toverberg, JR, de Bijbel en alle andere instituten komt daar nu de Odyssee bij. Een oer-Europees verhaal, maar dan door de operafilter van extreme gekunsteldheid.’

elstdervankurt©

Thomas: ‘Met zo’n rijk thema als meta morfosen ben je meteen vertrokken. Dierenfabels, Frankenstein, Ovidius, religieuze iconografie…’

‘We zochten naar een antago nist voor het schaap, iemand die hem begeleidt op zijn tocht. De bucolische herder met banjo verwijst naar oude iconografie, zoals Orfeus met zijn lier.’

Stef: ‘We maken ons sterk dat de beeldtaal die we gebruiken breed genoeg gedragen wordt. Een soort van gemeen schappelijk archief van beelden waarmee iedereen voeling heeft.’

Thomas: ‘Die afwisseling heb je als maker niet altijd in de hand. Dikwijls begin je al aan

Thomas: ‘Onze rol in dat huis is volledig veranderd: wij zijn daar tien jaar geleden verwelkomd als gast en zijn nu mede verantwoordelijk voor het artistieke reilen en zeilen van het huis. Het is een heel andere insteek waar we toch nog wat aan moeten wennen.’

‘Dat beginidee heeft jaren liggen sudderen. Door de lockdown kregen we ineens tijd om te studeren. Eenmaal weer bijeen om de voorstelling te concipiëren, kwam iedereen met een stevige rugzak. Onze beeldbank was heel uitgebreid.’

Thomas: ‘En daarin mislukken.’

Even dramatisch als een schaap dat niet meer herkend wordt door de rest van de Thomas:kudde?

mag dan wel heel specifiek en precies gekozen zijn, het is interessanter om over het geheel na te denken. Niets is zo vervelend als naar een voorstelling gaan kijken waarbij je je dom voelt.’

Thomas: ‘Er zijn verschillende analyses verschenen die de nagel op de kop sloegen, soms ook wel op die van ons, maar het nagesprek is vaak iets bijzonders. Sommige mensen zijn heel hard bezig met wat ze zien en willen alles weten wat ze niet zagen.’

FC Bergman is daar nu ook co-artis tieke leider.

Thomas: ‘Maar wij kaatsen de waar om-vraag liever terug. Onze eigen insteek

Stef: ‘Je zou het inderdaad ook gewoon kunnen zien als een catalogus van symboliek en westers tekenonderzoek. En daar kan je uiteraard ook een fijne avond mee hebben…’

Stef: ‘Hij verwijst ook naar de christelijke figuur van Jezus als inspirerende kracht die de kudde leidt. Het is bijzonder dat de herder, de persoon waarmee het schaap als eerste geconfronteerd wordt, iets kan wat dieren niet kunnen: muziek spelen, misschien wel het ultiem menselijke.’

‘De enormiteit van de wereld willen begrijpen heeft iets heel ontroerends.’ – Stef

Stef: ‘Door de nakende sluiting van de Bourlaschouwburg in 2024 omwille van renovatiewerken zijn we inderdaad genood zaakt om weer op locatie te spelen. Na JR hebben we toevallig veel zaalvoorstellingen gemaakt, dus de balans zal zo weer min of meer hersteld worden.’ (lacht)

Nog vóór die terugkeer naar de roots trekt FC Bergman eerst naar de operazaal, voor een ander verhaal over een terugkeer.

ruimte wordt dan weer een onderwerp, heel de voorstelling lang wordt er naar ruimte en lucht gezocht.’

‘Natuurlijk. De voorstelling is geen persoonlijk dagboek, maar communicatie met het publiek. We hopen alleszins dat het publiek die beelden eerder als een stroom over zich heen krijgt en de vrijheid kan en durft te nemen. Het zou spijtig zijn als het louter een kwestie van decoderen zou zijn. Uiteraard bedoelen we met elke frase en elk beeld wel iets, maar er moet geen code gekraakt worden. We zoeken een balans tussen directe communicatie en ruimte laten voor verbeelding en anticipatie.’

Thomas: ‘Bij vele opera’s is het narratief zeer dwingend, zelfs dichtgemetseld. Il Ritorno is ook een terugkeer naar de grote verhalen.’

Stef: ‘Op een bepaald moment moesten we onszelf bijna muilkorven tegen die overvloed.’

Stef: ‘In februari staan we inderdaad in de opera van Genève met het prachtige Il Ritorno d’Ulisse in patria van Claudio Monteverdi. Odysseus die na twintig jaar oorlog en omzwervingen huiswaarts keert en niet herkend wordt door zijn vrouw. Een heel dramatisch gegeven.’

Stef: ‘De enormiteit van de wereld willen begrijpen heeft iets heel ontroerends.’

Thomas: ‘Tegelijkertijd voorziet onze herder, muzikant Frederik Leroux, de tocht van een soundtrack. Het is de hartslag van de voorstelling.’

een volgend project terwijl je nog met het vorige bezig bent. Onze voorstellingen werken met grootse gebaren, die vragen om meer voorbereiding, voor zowel de prakti sche regeling als voor de mensen met wie we werken. Soms moeten we daar wel tegen vechten, durven op de rem te staan om in het moment te leven en te werken. Idealiter is die tijdsspanne veel korter. We willen lang niet weten waarover het zal gaan.’

Stef: ‘We pleiten voor het durven vertellen van grote verhalen, voor verhalen die durven het over alles te hebben, voor personages die een poging ondernemen om het leven en de menselijke relaties te vatten.’

Stef: ‘Dat is ergens ook wel een luxe waarin we bij Toneelhuis verkeren: dat we heel lang mogen niet weten wat we gaan doen.’

12 & 13 sep 2022 5The Sheep Song FC Bergman

The Sheep Song speelt op maandag 12 september in NTGent.

aanwezige in dat gemeenschappelijk beeldarchief: de Thomas:herder-muzikant.

Tijdens zijn tocht komt het schaap in een therapiesessie voor transformanten terecht met Michael Jackson, Pinokkio, Kafka’s kever en Daphne. Zijn jullie bezig met de manier waarop het publiek al die beelden kan Stef:decoderen?

Die terugkeer naar theater valt ook heel letterlijk te begrijpen. The Sheep Song kent een overvloed aan theatrale referenties. Hoe snel ontstaan die beelden?Stef:

EenAertsvaste

‘We Innenookten”,grotedigdaangekonworden-als“dearties-maarwijkun-falen’

Een vader en een zoon die samen hun circusleven op een podium brengen. Dat is het uitgangspunt van Sono io?, waarover ik met vader Danny en zoon Pepijn Ronaldo in gesprek ga. ‘Het is een fragiele voorstelling’, steekt Pepijn meteen van wal. ‘Hoe ze er vanavond uitziet is helemaal anders dan morgenavond. De tekeningen blijven dezelfde, maar elke avond kleuren we die anders in. Wij hopen als spelers dat telkens mooi te doen.’

‘De tekeningen blijven dezelfde, maar elke avond kleuren we die anders in.’ – Pepijn Ronaldo

Sono io? staan vader Danny Ronaldo en zijn zoon Pepijn samen op de planken. Als vertegenwoordigers van de zesde en zevende generatie van hun circusfamilie verbeelden ze de spanning tussen verleden en heden.

6 12 & 13 sep 2022

Een samenloop van omstandigheden bracht hun twee aparte wegen weer samen: Pepijn was afgestudeerd en covid zorgde ervoor dat touren even niet meer aan de orde was. Dat was niet de enige invloed van de lockdown op de voorstelling. ‘We hebben toen inspiratie geput uit oudere artiesten die betreurden dat ze al op het einde van hun carrière zaten en plots moesten stoppen met spelen’, vertelt Danny. ‘Hun mineur was sterker dan die van de jongere spelers, omdat ze oprecht geloofden dat het over en uit was voor hen.’ De melancho lie die Danny om zich heen zag, inspireerde het wrange kantje van het vaderpersonage. ‘Het kantje waarin je hunkert naar het verleden en daarin wil blijven leven, omdat het verleden je meer te bieden heeft dan het heden.’

Sono io? Circus Ronaldo PhillipseJean©

Het gevoel van vergane glorie en zelfs van vervreemding bij artiesten die na lange tijd terugkeren naar hun ouderlijk huis, beheerst Sono io? ‘Zonder covid hadden we mogelijk een heel ander begin gehad voor de voorstelling’, zegt Danny. Dat begin is een opvallend melancholi sche scène: de vaderfiguur luistert in bad naar muziek uit zijn glorieuze circusverleden, als plots zijn zoon verschijnt na jaren stilte. De nieuwe generatie dringt letterlijk het verleden binnen.

De fragiliteit van Sono io? heeft misschien wel te maken met het ontstaan van de voorstelling. Danny vertelt: ‘Een idee voor een voorstelling begint voor mij altijd bij een gemis. Dat kan specifiek een gemis uit mijn leven zijn of een groter gemis in de wereld.’ Theater vormt voor hem een manier om dat gevoel te kunnen uiten en in te vullen. Bij Sono io? was het gemis erg persoonlijk: terwijl de vader op tournee was, zat de zoon nog op de schoolbanken.

Katrien Debois

Vader en zoon leren van elkaar. Danny heeft jaren ervaring, maar heeft nooit een klassieke circusopleiding genoten. Hij is een echte ‘broodspeler’, om zijn woorden te gebruiken. Via zijn zoon kreeg hij die scholing toch een beetje mee. ‘Als jonge kerel kon ik me ongelukkig voelen wanneer ik stukken speelde en niet kon omgaan met het lawaai van het publiek. Het heeft jaren geduurd voor ik begreep dat een voorstelling een proces was waarin er dingen misgaan. Elke voorstelling staat op zichzelf met een duidelijke afsluiting, waarbij je de volgende dag opnieuw kan beginnen met een ander publiek. Doordat Pepijn een opleiding heeft gevolgd, kan hij daar beter mee omgaan ondanks zijn jonge leeftijd.’

Complex of niet, het publiek is van het grootste belang voor Danny. Hij vraagt zich af wat theater met hen doet: ‘Ik ben altijd nieuwsgierig naar wat ons spel voor het publiek betekent. We zeggen dat we naar een voorstelling gaan kijken, maar eigenlijk gaan we een voorstelling voelen. Kijken is daar slechts een onderdeel van.’

– Danny Ronaldo

Hij herinnert zich een zin van een van Pepijns leerkrachten van de theaterschool: ‘Het publiek is complex.’ Als jonge speler geloofde Danny dat hij zelf complex was en het publiek ‘standaard’. In werkelijk heid is het nochtans het publiek dat zo enorm divers is: iedereen komt met zijn eigen verlangens, verwachtingen en ideeën naar een voorstelling. Sommigen zijn meer aanwezig dan anderen. De uitda ging ligt er voor de speler in om deze bonte groep mensen te vereni gen en mee te nemen in één gezamenlijke atmosfeer. ‘Het is dan wel goed om een leraar te hebben gehad die bevestigt dat zoiets niet gemakkelijk is en dat het zelfs oké is dat het niet gemakkelijk gaat, juist omdat het publiek complex is.’

‘Het hardste falen in Sono io? zou zijn wanneer we merken dat we niet op dezelfde golflengte zitten als het publiek’, geeft Pepijn toe. Niet dat dat vader en zoon zou ontmoedigen, het zou hen juist een extra motivatie geven om alles uit de kast te halen: ‘Wanneer we merken dat we tegen een muur lopen en we hebben dan nog een halfuur te gaan, dan moeten we zien dat we dat laatste halfuur recht door die muur heen lopen.’ Zo trachten vader en zoon toch elke voorstelling weer die tekening zo mooi mogelijk in te publiek.hunsamenkleuren,metcomplexe

daarop in: ‘We hadden tijd om het niet te weten, om te blijven veranderen van idee en gewoonweg te wachten tot het goede idee kwam.’ Die vertwijfeling en afwachtende houding weerspiegelen de eenzaamheid die de voorstelling kenmerkt: twee mensen die maar proberen, zonder een concreet doel om naartoe te werken. De vertwijfeling van het creatieproces keert terug in de voorstelling, hoewel de twee niet zomaar samenvallen met hun personages. De band tussen vader en zoon in Sono io? is een uitver groting van hun eigen karaktertrekken. ‘Ik was onzeker tijdens het creatieproces omdat ik net van school kwam. Die onzekerheid voel je ook in mijn personage’, aldus Pepijn.

Sono io? is de eerste productie waarin ze enkel met elkaar het podium delen. Dat vinden ze bijzonder. Ze beschouwden hun relatie tijdens het creatieproces als een mix van een collegiale en familiale band, waarbij wederzijdse verdraagzaamheid van essentieel belang was. ‘Het is een mindset die ruimte geeft om iets nieuw uit te proberen’, vertelt Pepijn. ‘Tijdens de try-outs lukten bepaalde truken soms niet en dan moesten we op het einde het applaus in ontvangst nemen. Ondanks dat het niet liep zoals we hadden gewild, konden we elkaar aankijken met een bevestigende blik: we hebben toch samen doorgezet. Dat schept een ruimte waarin je kunt groeien.’

‘We zeggen dat we naar een voorstelling gaan kijken, maar eigenlijk gaan we een voorstelling voelen.’

vertwijfeling

Danny schetst een bekend en vertrouwd beeld, dat van de clown. Het proberen van de clown of de pogingen om iets te ondernemen, geven de schoonheid weer van het falen in de meest bescheiden en menselijke zin. Tegelijkertijd blijkt het haast een haat-liefdeverhouding te zijn. Ondanks alle schoonheid die falen dan mag herbergen kan het soms aan je knagen en je blijven frustreren. Zelfs na al die jaren in het vak. Zelfs als het onderdeel uitmaakt van het hele artistieke

Pepijn ziet dat anders. Zachtjes nuanceert hij zijn vaders woorden door opnieuw terug te koppelen naar het publiek, dat steeds weer verandert en andere houdingen verwacht van zijn spelers. ‘Soms voelt het een beetje aan als een gevecht tussen ons, de voorstelling en het publiek’, legt hij uit. ‘We hadden gisteren een stil publiek, dat was niet wat we hadden verwacht. We probeerden daarmee om te gaan en vroegen ons af hoe we er toch op konden inspelen.’ Het is een uitdaging voor de Ronaldo’s om op zulke momenten de stemming van hun publiek toch tegemoet te komen.

‘Falen is ontroeren’

Voor Danny is theater niet louter een kwestie van visualisatie, maar ook van emotie en reflectie. Om daarop in te spelen, willen de Ronaldo’s het publiek zo veel mogelijk binnenlaten in hun wondere wereld. ‘We spelen niet met een vierde wand. Zo proberen we de toeschouwers ook echt toe te laten. Zij zijn getuige van alles wat er gebeurt. En er is ruimte voor hun eigen kleuren en emoties.’ Wanneer vader en zoon de confrontatie met elkaar aangaan in Sono io? mag en kan het publiek daar even goed deel van uitmaken.

Sono io? is de timing enorm belangrijk om de emotionaliteit van de voorstelling tot zijn recht te laten komen. De emotionele band tussen de personages en het publiek valt of staat met die zuivere timing. Een kuch in het publiek of een trein die voorbijraast kunnen plots alle intimiteit en fragiliteit wegnemen. ‘Soms voel je als speler, als je een klein momentje mist – al is het maar een seconde – dat je toch de helft kwijt bent van wat je hebt opgebouwd. Elke avond heb je wel een moment dat je voelt dat je hebt gefaald. Dat gevoel blijft. Tegelijkertijd denk ik dat elke speler daarmee moet leren leven.’

Sono io? speelt op maandag 12 en dinsdag 13 september in Kunstencentrum VIERNULVIER.

spelers nemen ze die geruststelling ter harte. ‘Voor ons geldt hetzelfde: er mag dan veel zijn misgelopen, we hebben wel een mooie avond gehad’, glimlacht Danny. Falen ontroert. Het hoeft niet meteen iets negatiefs te zijn, en dat krijgt het publiek ook te zien. Volgens Danny zouden zelfs de mooiste ideeën daaruit ontstaan: de poging om iets goed te willen doen, maar er niet in te slagen.

Covid had niet alleen een inhoudelijke invloed op Sono io?, ook de constante onzekerheid en de verschuivende deadlines hadden een impact. ‘In het begin was er een tijdsdruk waarbij de creatieperiode gevolgd werd door de première’, vertelt Danny. ‘Het eerste idee was dat deze voorstelling zou beginnen waar mijn solovoorstelling geëin digd was.’ Plots kwam er veel tijd vrij en het duo belandde in een voortdurende gedachtestroom. ‘Het was bijna een beckettiaans gevoel waarbij we het allemaal niet meer wisten en ons afvroegen wat we hier aan het doen waren’, zucht Danny. ‘We voelden wel dat we iets moesten ondernemen, omdat het anders helemaal zou Pepijnmislopen.’pikt

Complex en welkom publiek

BeckettiaanseRonaldo

12 & 13 sep 2022 7Sono io? Circus

Bijproces.

Het publiek is cruciaal voor de Ronaldo’s, en dat verklaart misschien ook hun perfectionisme. ‘We creëren een stijl die streeft naar perfectie en daarin kunnen we soms falen’, legt Danny uit. Meer nog, voor Circus Ronaldo is de zoektocht naar perfectie, met zijn onvermijdelijke falen, juist datgene wat hun stijl typeert. ‘We hebben geconstateerd dat falen het publiek het meeste kan ontroeren. We worden aange kondigd als “de grote artiesten”, maar ook wij kunnen falen. Het voelt als een geruststelling voor het publiek dat ook zij mogen falen in het Ookleven.’als

1. ‘Ik ben vertrokken uit mijn land toen ik achttien was.’

2. ‘Ze verstaan mij niet.’

StesselStef©

versnelling in het contact als je elkaar begrijpt of een andere Nederlandstalige tegenkomt op vakantie. Maar er zijn zoveel andere dingen die ook deel uitmaken van een identiteit en verbinding: lichaam, expressie, klank, interesse…’ Hij komt tot de conclusie dat taal wordt overschat, als zou het een patent hebben op het identitaire vraagstuk. Junior komt heel stellig over – zelfs op dat kleine schermpje van een computer – wanneer hij zegt dat de suprematie van taal moet worden doorbroken. Dat is wat Jr.cE.sA.r. probeert te doen in Vaderlandloos. Junior, Cesar en Fikry willen tonen dat er ook veel non-verbale zaken zijn die je kan verbinden met het verbale. ‘Op die trilling willen we werken,’ deelt Junior mee, ‘het is een zoektocht naar verschillende manieren van communiceren.’ Deze queeste merk je duidelijk op het podium: het gesproken narratief wordt verrijkt met Engelstalige en Afrikaanse zang, de vertelde beschrijvingen worden aangevuld met klanken die voor een woordenboek onbedui dend zouden overkomen. Toch is het meeste van de verbaliteit te decoderen voor dat woordenboek. Junior was ‘vaderlandloos’, maar niet ‘moedertaalloos’. Hij vertelt: ‘Ik ben ook hier grootgebracht, in het algemeen beschaafd Nederlands. Of beter gezegd: in het Mechels. Dat is ook de taal die ik het meeste spreek tijdens de voorstelling.’

Vaderlandloos is gebaseerd op de persoon lijke familiegeschiedenis van Junior. Op het moment dat bovenstaand citaat in de voorstelling passeert, speelt Junior zijn vader. Hij vertolkt de man die toen hij 17 jaar oud was – ‘In de voorstelling werd er nog 18 gezegd, maar het is 17’ – vertrok uit Zuid-Afrika om een opleiding te volgen bij het African National Congres. Zijn intentie: Zuid-Afrika bevrijden. Zijn perceptie: een terrorist van het ANC. ‘Na veel vijven en zessen is hij in België aangekomen, als een onofficiële spreekbuis van het ANC’, vertelt Junior. Hijzelf was officieel Zuid-Afrikaan noch Belg. ‘Vaderlandsloos’ stond er te lezen op zijn paspoort. Aangezien een stempel op een paspoort ook een stempel op een persoon is, ging Junior officieel met dat etiket door het leven. Deze identiteit zonder nationaliteit werd het uitgangspunt van Vaderlandloos

Vaderlandloos speelt op maandag 12 en dinsdag 13 september in Kunstencentrum VIERNULVIER.

Die zin wordt gezongen door de muzikanten in de voorstelling. Junior wordt liever aangespro ken als ‘Belgische maker’ dan als ‘Vlaamse maker’. ‘Dat Vlaamse heeft al direct zo’n bijklankje. Ik denk dat veel Vlamingen zichzelf zien als deel van een onderdrukt volk.’ We hebben het over de gekende historische ontwikkeling van het flamingantisme: begon nen als emancipatiebeweging, nu in de perceptie gelinkt aan uitsluitingsmechanis men. ‘Maar er is onder de flaminganten eerder angst dan haat’, meent Junior. Hoe vertaalt die maatschappijvisie zich in Juniors theatervisie? ‘Ik zou zeker Vlaamse klassiekers en canonstukken kunnen spelen. Why not? Maar anderen doen dat al. Wat de Vlaamse “theatercanon” betreft: ik vind Drarrie in de nacht (2019) van Fikry El Azzouzi een oerVlaams stuk, vol Vlaamse identiteit.’ Er zit misschien wel een contra-canon aan te komen, opgesteld door de mannen van Jr.cE.

8 12 & 13 sep 2022 Vaderlandloos Jr.cE.sA.r, ARSENAAL & KVS

3. ‘Waarom ik niet voor vreemden buig: omdat ik Vlaming ben.’

Vaderlandloos. Zo klinkt het officiële statuut dat Junior Mthombeni kreeg op zijn paspoort en zo heet ook zijn voorstelling.

WesA.r.ronden

Samen met drie muzikanten loodst hij zijn publiek doorheen zijn Alevensverhaal.eigenndreasKwanten

Samen met Cesar Janssens en Fikry El Azzouzi vormt Junior Mthombeni het collectief Jr.cE. sA.r. In hun nieuwste creatie Vaderlandloos wijzen ze op de relativiteit en fluïditeit – maar ook de sterkte – van identiteit. Voor dit gesprek met Junior was ik aangewezen op zijn online identiteit: een gesprek via MS Teams. De knop ‘vergadering starten’ leverde geen vergade ring op, maar een intrigerende babbel. De lockdown-context die we met MS Teams associëren werd ingeruild voor een openheid aan ideeën en visies op noties als identiteit, nationaliteit en taal. Voor dit gesprek vertrok ken we bij zinnen die Junior uitspreekt tijdens Vaderlandloos. Want zinnen geven betekenis en betekenissen geven zin.

Er wordt veel gesproken over identiteit, maar is het spreken er ook een wezenlijk onderdeel van? We praten over de vraag of identiteit talig, of net taalblind is. Junior vindt taal geen voorwaarde om een individuele of collectieve identiteit te voelen. ‘Taal helpt, het is een hulpmiddel om te connecteren. Het is een

de MS Teams-vergadering opnieuw af. We starten de discussie opnieuw op.

dingen, maar is de schilderkunst dan je favoriete medium?

Bambiraptor speelt op maandag 12 en dinsdag 13 september in CAMPO.

Emiel Vandekerckhove: ‘Jonas en Mats zijn goede vrienden van mij en betrokken me al vroeg in het proces. Jonas liet weten dat hij een voorstelling wou maken met een sterk visueel aspect en vroeg of ik interesse had. Dat zag ik meteen zitten. Het creatieve luik werd het meest beheerd door Jonas en Mats. Zij zijn erg goed op elkaar afgestemd, dus het was soms moeilijk om vanuit mijn ateliertje tussen hen te komen. Hun improvi saties en ideeën waren vaak al erg grappig, dus zij communiceerden meestal wat ze nodig hadden en dan begon ik te schilderen en te maken. Ik werd zo de art director van de voorstelling, al bestaat die titel eigenlijk niet in het theater. Dat was eigenlijk wel een goeie mop. Omdat Jonas en Mats zo erg met de tekst bezig waren en zo dicht op elkaar zaten, kon ik soms ook voor de nodige zuurstof zorgen. Ze hadden mij wel nodig om visueel mee te denken.’

Bambiraptor, een eigenzinnige jeugdvoorstelling van Jonas Baeke en en.fantasierijkeformerendemaargealleenkenmerktVandroogenbroeck,Matszichnietdoorspitsvondi-woordspelletjes,ookdoortrans-gietersenschilderij-Wijsprakenmet art director Vandekerckhove,Emiel verantwoordelijk voor al het visuele dat in de voorstelling zit.

‘Ik wil een beeldend kunstenaar zijn voor het volk!’ (lacht)

‘De tekst is echt het grid van de voorstel ling. Pas toen die vastlag, kon ik zelf visuele elementen verzinnen tijdens de stille momenten. Maar het zou niet eerlijk zijn om te doen alsof die momenten allemaal van mij zijn. Ik werkte vooral in opdracht van big boys Jonas en Mats. Ik ben pragmatischer, zij haarscherp conceptueel.’

‘Ik hou enorm van theater en van film en van een paar schilders. Maar over het algemeen vind ik beeldende kunst echt een heel rare bezigheid. In theater en film moet je als maker met zoveel dingen rekening houden: met mensen, het licht, de technie kers... Je hebt ook te maken met een publiek dat er daarna over in gesprek gaat, terwijl we bij beeldende kunst dat debat een beetje kwijt zijn geraakt. Er zijn heel veel intimiderend abstracte dingen, die eigenlijk nergens over gaan.’

Wat kwam eerst: de tekst of het beeld van de voorstelling?

Hoe verliep het maakproces?

‘Schilderen is het medium waarin ik me het meest kan verliezen. Ik kom ervan tot rust, maar ik heb er ook een rustige uitvalsbasis voor nodig. Dat laatste mis ik nu even. Ik heb daar een atelier voor nodig dus ga ik binnenkort stage lopen bij een kunstenaar in Marseille. Ik moet vooral even weg om te kijken wat ik echt waard ben. Ik woon al mijn hele leven in Gent en door de hele tijd in die sociale kringen te functioneren, ben ik de grip op mezelf wat kwijt.’

‘Ik heb eerst heel veel attributen gekocht, eigenlijk alles wat absurd en esthetisch was, waarmee zij dan konden experimenteren. De gieter uit de voorstelling zat daar bijvoorbeeld tussen en dat bleek al snel een goed personage. Tijdens het maakproces zijn we de hele tijd op die manier aan het sponzen: we zien iets en we verwerken het direct in de voorstelling. We gaan vaak met z’n drieën naar theater en film. Vorig jaar kwam Dune uit en toen heb ik een sci-fi schilderij gemaakt van een hele grote gieter, met een klein mannetje ernaast. Dat is uiteindelijk één van de intermezzo’s uit de voorstelling geworden. Dus ja, Dune zit in Bambiraptor.’

‘El Greco is mijn grote favoriet. Zijn werk heeft iets theatraals en maniëristisch en is erg veelzijdig. Bij hem zit het hem ook in een groteske bravoure. Een kerk, waarin zijn werk vaak te zien is, is bijvoorbeeld echt een installatie. Alles daarin is deel van een groter geheel en niet iets waardevols op zichzelf. Ik heb het gevoel dat in veel beeldende kunst een heel banaal ding geïsoleerd wordt en een gigantische waarde moet krijgen. Ik vind het leuk als dingen samenwerken en niet an sich iets lulligs zijn waar je op moet reflecte ren. Om te vermijden dat mijn eigen werk te banaal wordt, probeer ik het de hele tijd af te toetsen aan de realiteit, door te rade te gaan bij zowel vrienden en andere mensen in mijn omgeving. Natuurlijk lukt dat niet altijd, maar dan wil ik niet de oplichter zijn die probeert het groter te maken dan het is.’

DEPREZPHILE©

Jeroen Lemmens en Gijs Suy

Bambiraptor is een ode aan het creatieve kinderbrein, maar zou niet zijn wat het is zonder jouw bijdrage. Wat houdt die volgens jou in?

12 & 13 sep 2022 9Bambiraptor KOPERGIETERY & KGbe

‘Ik werd de art director van de theater’niettitelbestaatstelling,voor-aldieeigenlijkinhet

‘Ik werkte vooral in opdracht van big boys Jonas en Mats. Ik ben pragmatischer, zij haarscherp conJeceptueel.’doetveelverschillende

‘Over het algemeen vind ik Sommigerarekunstenbeeldendeechteenheelbezigheid.’vandeobjectenuit

Bambiraptor zouden niet misstaan in het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst, hier in Gent. Raak jij geïnspi reerd door al dan niet conceptuele kunstenaars?

Hoor ik nu dat je eigenlijk liever theatermaker zou zijn?

Op welke beeldende kunstenaars baseer je je dan in je eigen werk?

analyseren van voorstellingen om er vervolgens ook werkelijk iets mee te doen. any attempt was echt indrukwekkend! Dat vond heel het publiek. Er ontstond een staande ovatie waarbij de spelers meerdere keren terugkwamen. Het was een aange name kennismaking met een kunstvorm die ik niet goed kende. Na vandaag ken ik die al iets beter. De appreciatie voor de voorstel ling is na de workshop nog groter geworden.’

Al enkele jaren krijgt Kijken, werken en verwerken van WISPER een vaste plaats in het reflectieprogramma van Het TheaterFestival. Tijdens deze meerdaagse workshop verdiept een kleine bende enthousiastelingen zich in drie voorstellingen uit het programma. Op zaterdagmiddag ging ik langs in de dansstudio van Runedezegedaan?benkijkjeVIERNULVIERKunstencentrumomeentenemen.Watheb-dedeelnemersalEnwatmaaktworkshopzouniek?Wittouck

Ian: ‘We zijn deze voormiddag begon nen met een analyse. Dat deden we volgens het model van Tadeusz Kowzan. Zo bespra ken we bijvoorbeeld de expressie of de tekst binnen de voorstelling. Gisteren zagen we dat alle spelers individuele bewegingen hadden, die dan ook samenkwamen. En daarnet hebben we geprobeerd om dat te reproduceren. We hebben zelf onze bewegingen gezocht, in verschillende tempo’s, hoogtes, intenties… Vervolgens konden de andere personen die overne men, zodat we een collectief vormden. Daarna konden we ook weer uit elkaar gaan, zodat iedereen weer bij zijn individuele beweging uitkwam.’

werken en verwerken WISPER

Hadden jullie de workshop al eens Tomgevolgd?

‘Het fijne aan deze workshop is dat je eens ergens anders terechtkomt dan bij de voorstellingen die je zelf zou kiezen.’

VanpachtenbekeRonny©

Tom: ‘We zochten bovendien eigenlijk meer het verhaal dat uit de beweging kwam dan het omgekeerde. Zo konden we bijvoorbeeld geleidelijk aan een emotie koppelen aan een beweging.’

Tom: ‘De opdracht die we net deden komt eigenlijk voort uit de voorstelling die we gisterenavond hebben gezien, any attempt will end in crushed bodies en shattered bones. We hebben na de voorstelling een gesprek gehad met choreograaf Jan Martens en twee dansers over het maakpro ces ervan. En dan zijn we vandaag hier samengekomen om met het concept en de manier van maken aan de slag te gaan.’

Kijken,

Kunnen jullie wat meer vertellen over wat jullie net hebben gedaan?

10 12 & 13 sep 2022

Joke, de workshop wordt al enkele jaren gegeven. Wat maakt hem zo Jokeuniek?

: ‘Je krijgt als docent een bende heel enthousiaste en nieuwsgierige cursisten bij elkaar, die er echt zin in hebben om in de wereld van de voorstelling te kruipen, die te ontleden en daar zelf ook mee aan de slag te gaan. Je kan hem heel gemakkelijk elk jaar opnieuw organiseren, want elke cursus is anders omdat ook de voorstellingen altijd anders zijn. Dat is voor de deelnemers ook spannend. Het festival is een soort praline doos waar van alles in zit en waarvan je kunt snoepen.’

‘Het festival is een soort praline-doos waarvan je kunt snoepen’

‘“Een bende apen” wordt de titel’, zegt één van hen puffend nadat ik mij als redactielid voorstel. Ze zijn net klaar met een intense bewegingsoefening met als rode draad lichamelijkheid in het collectieve en het individuele. Op het einde van de opdracht ontstond organisch een collectief gestamp, maar een bende apen zou ik hen niet noemen. Ik zie vooral heel geconcentreerde en enthousiaste spelers. In de pauze spreek ik deelnemers Ian (29) en Tom (45) aan, alsook Joke Cant die de workshopreeks begeleidt.

Ian: ‘Voor mij is het de eerste keer dat ik zo’n meerdaagse op Het TheaterFestival doe. Ik had wel al andere theatercursussen gevolgd, maar dit is de eerste keer dat er ook een focus ligt op het bekijken en

Twee jaar geleden volgde ik zelf deze driedaagse workshopreeks in Brussel. Toen zagen we enkele voorstellingen, hadden we boeiende gesprekken met elkaar en de artiesten en experimenteerden we met diverse theaterconcepten. Dit jaar staan de voorstellingen any attempt will end in crushed bodies and shattered bones, Songs for no one en The Sheep Song op het programma van de deelnemers.

Tom: ‘Het fijne aan deze workshop is inderdaad dat je eens ergens anders terechtkomt dan bij de voorstellingen die je zelf zou kiezen. En Kunstencentrum VIERNULVIER vind ik een heel toffe locatie, met een prachtig uitzicht. En die grandeur!’

: ‘Ik heb hem vorig jaar ook gevolgd in Antwerpen, maar toen focusten we veel minder op de beweging. Wat je doet, hangt sterk af van de stukken die je gaat kijken. Vorig jaar hebben we onder andere TEN OORLOG III gezien, waar de tekst veel belangrijker was. Bij any attempt is het bijna het omgekeerde.

Hetvolgen.applaus

handjes kunnen geen uren mee. Het zou nog een interessant wetenschappelijk onderzoek kunnen zijn: hoeveel eelt heeft een theater bezoeker gemiddeld op zijn handen? Hoelang kan een mens applaudisseren vooraleer die flauwvalt? Weetje: het langste applaus ooit na een voorstelling was voor de Spaanse tenor Plácido Domingo na zijn vertolking in Othello op 30 juli 1991 in Wenen. Die ovatie duurde tachtig minuten! Domingo moest welgeteld honderdeneen keer opkomen! Te absurd voor woorden.

Na een voorstelling – dewelke is niet relevant – stelt een vriend met een bedrukte blik: ‘Dit heb ik al gezien.’ Hij had het stuk in kwestie nochtans nooit eerder gezien; zijn opmerking was dus niet letterlijk bedoeld. Nee, waar hij op doelde is dat hij te veel van andere voorstellingen herkende in dit stuk – en dat was geen compliment. Hij is absoluut niet de enige die herhaling in kunst eerder als een zwakte dan als een sterkte beschouwt. Van recente kunst wordt vaak verwacht dat ze uitblinkt in innovatief zijn. Ze moet iets uitvinden, een nieuwe kleur claimen, een ongeziene invalshoek exploreren… Herhaling is dan weer flauw en niet interessant. De grote nadruk op innovatie – in de kunsten en daarbuiten – zorgt er ogenschijnlijk voor dat we herhaling in de wereld niet willen (h)erkennen. Nochtans: alles is deels herhaling, want niets komt uit het niets voort. Dus die vriend had ergens gelijk: dit is al eerder gemaakt.

is verworden tot een formaliteit, een beperkende code. En zo lijkt het in waarde gedaald. Vanaf nu sta ik recht wanneer ik het wil, zonder eerst rond te kijken. Ik blijf de strijd voeren tegen het klappen in één maat en zal muisstil blijven bij sprakeloosheid of wansmaak. Ik maak me het applaus weer eigen.

En stop misschien eens wat vroeger. Het hoeft niet altijd drie keer buigen te zijn, toch? Theatercodes zijn er om te breken. Mijn tere

Maar ze zijn nog niet van ons af. Derde keer goeie keer! De dansers komen nog eens op. Intussen heb ik verkrampte handen en wat hoor ik? Plots is heel de zaal als één meute op dezelfde maat aan het klappen. Euhm, wat? De meesten lijken dat nog leuk te vinden ook. Vreselijk! Ik probeer nog ijverig tegen de maat in te klappen, maar dan merk ik dat het een soort gevecht geworden is. Ik tegen de rest van het publiek. Ik klap eens dubbel, triple of doe een roffel. Een hele drumsolo wordt het. Alstublieft mensen, klap nu toch gewoon eens op je eigen tempo!

Ik vind het altijd grappig hoe ongemakkelijk één speler – nog net zichtbaar en duidelijk in twijfel – toch de keuze maakt om voor de zoveelste keer op te komen, om dan aan zijn lot te worden overgelaten door de mede spelers die niet volgen. Of wanneer het applaus eigenlijk al stervende is. Dan staat die daar. Ocharme. Niet enkel voor het publiek is het applaus een duel, ook de spelers moeten berekende, snelle keuzes maken terwijl ze de conventies blijven

RueenApplaColumnusisduelneWittouck

SixtineherhalingOdeColumnaandeBérard

Bovengenoemde voorstelling ‘had ik ook al gezien’. Maar toch smaakte ze mij – door de rafeligheid, door de kleine variaties. Ik heb niet altijd nood aan innovatieve bewijsdrang: een ‘saaie’ pannenkoek kan immers ook aanleiding geven tot een prikkelend gesprek. En een gedeconstrueerde pannen koek smaakt niet per se beter. Nog een geluk dat er heel wat moois wordt herhaald, en dat er heel wat schadelijks wordt herdacht aan de hand van het zachts dat reeds werd bedacht.

Wanneer ik naar een film kijk die ik al vaak heb gezien, speur ik naar de details die me eerder waren ontgaan. Ook in het theater is dat mijn klein gelukje: speuren naar het particuliere in de herhaling.

Maar in een herhaling kan ook iets ‘nieuws’ schuilen. Zo zijn de meeste Grote Thema’s des Levens al eens aangeraakt – mensen zijn immers al een paar miljoen jaar bezig met het verhandelen van verhalen. Op

Columns 12 & 13 sep 2022 11

Ik kijk naar de persoon naast mij. Ik heb het gevoel dat we beiden willen rechtstaan. Iets houdt ons tegen. Een twijfel haast… Jan Martens’ any attempt verdient volgens mij echt wel een staande ovatie, maar we moeten blijkbaar eerst eens goed rondkijken en aftoetsen of er ook al andere mensen opveren. Uit vrees plots als enige daar te staan, blijven we gewoon zitten, als ver dwaalde kinderen op een overvol strand. We kijken, terwijl we blijven klappen. Ergens achteraan zie ik wat mensen opstaan. Een klein groepje in het midden van de parterre volgt. Meer mensen staan nu recht. En zo gaan wij met de golf mee de lucht in. Het applaus is daverend. De dansers buigen enkele keren – uitgeput maar dankbaar – en gaan na een tijdje weer af. Maar het applaus blijft duren…. Ze komen nog eens op en buigen opnieuw. Ze gaan weer af.

ouderschap is er bijvoorbeeld al vaak gereflecteerd, ook in de podiumkunsten. Maar een stuk over ouderschap uit de jaren ’90 – toen mijn ouders even oud waren als ik nu ben – dat in 2022 zou worden hernomen, is geen loutere herhaling. Toeschouwers verhouden zich nu immers op een andere manier tot het thema ‘ouderschap’: mijn generatie is doordrongen van het besef van (en de angst voor) klimaatverandering, waardoor kinderen krijgen geen vanzelfspre kendheid meer is. Dat was bij mijn ouders veel minder het geval. Misschien is de inhoud, de vorm, de muziek nog dezelfde – de nieuwigheid situeert zich dan veeleer in de geesten van de toeschouwers, of in de verhouding van een ‘nieuw’ publiek tot een ‘herhaald’ stuk. Streven naar spliksplinter nieuwigheid kan tevens een zelfingenomen kantje hebben. Door iets krampachtig als ‘nieuw’ te willen kenmerken, erken je niet dat velen voor jou al iets soortgelijks hebben gedacht, of hebben bijgedragen aan een ruimte waarin het mogelijk werd gemaakt om op een aha-erlebnis te komen. De queeste naar innovatie kan uiteraard ook positief zijn – nadenken over nieuwe narratieven, over hoe het anders zou kunnen zijn (iets waar de kunsten bijzonder sterk in zijn) kan leiden tot zachtere omgangen met de wereld, een meer solidair beleid, verwelkomendere armen. Maar ook die verbeteringen bouwen verder op iets dat eerder werd bedacht.

20u30 Sono io? Circus Ronaldo Kunstencentrum VIERNULVIER

18u30 Sono io? Circus Ronaldo Kunstencentrum VIERNULVIER 20u30 Vaderlandloos Jr.cE.sA.r, ARSENAAL & KVS Kunstencentrum VIERNULVIER

20u30 Bambiraptor KOPERGIETERY & KGbe CAMPO

theaterfestival.be/blogticketseninfo:theaterfestival.beScandezeQR-codeenluisteropzondag11/09naarStudioSpeelhuis,deradioshowoverHetTheaterFestivalvanUrgent.fmenXLAIR.IndecoulissenInKunstencentrumVIERNULVIERzoekenwenaardemensendieHetTheaterFestivaldraaiendehouden.VandaagkomtkokTimBurmaanhetwoord.CharlotteDurnajkin

‘Ik werk al vijf jaar als kok in De Vooruit. Daarvoor heb ik ook een periode in de bar en aan de broodjestoog gewerkt. Tijdens Het TheaterFestival zie ik VIERNULVIER helemaal veranderen en heb ik als kok meer werk. Het is een drukke periode. Er komen veel mensen ’s middags en ’s avonds eten, zowel perso neel als artiesten. Gelukkig worden we tijdens het festival geholpen door extra personeel, waaronder vrijwilligers van Refu Interim. We werken dan in een hecht team en vullen elkaar goed aan. In de keuken werken we eigenlijk à l’improviste. We zetten ons elke dag in om een saladebuffet klaar te maken met biologische groenten, zonder op voorhand een menu te bepalen. De gerechten zijn elke dag anders! We maken gewoon klaar wat we zelf graag koken.’

ma 12 september

20U30 KillJoy Quiz Luanda Casella / NTGent NTGent

redactie Gijs Suy, Rune Wittouck, Lieselore Remans, Freek De Craecker, Jeroen Lemmens, Fatou Ka, Andreas Kwanten, Katrien Debois, Sixtine Bérard, Julie Asenova, Ans Van Gasse, Charlotte Durnajkin hoofdredactie Jens Dewulf grafisch ontwerp festival Bureau BoschBerg grafisch zetwerk dagkrant Tijsje Revalk coördinatie radio Lieve De Maeyer, Jeroen Vandesande, Timon Van De Voorde V.U het TheaterFestival Vlaanderen, Nora Mahammed, Jan Van Rijswijcklaan 155, 2018 Antwerpen

13u00 Sono io? Circus Ronaldo Kunstencentrum VIERNULVIER

18u30 The Sheep Song FC Bergman NTGent

20u30 Bambiraptor KOPERGIETERY & KGbe CAMPO

20u30 Vaderlandloos Jr.cE.sA.r, ARSENAAL & KVS Kunstencentrum VIERNULVIER

di 13 september

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.