Dagkrant 7/09/2015

Page 1

www.theaterfestival.be

Gavrilo Princip De Warme Winkel © Sofie Knijff

Dag krant maandag 7 en dinsdag 8 september 2015 © Phile Deprez

TO BREAK – the Window of Opportunity Robbert & Frank/Frank & Robbert/Campo


“Onze voorstellingen mogen niet té afgelikt zijn”

© Sofie Knijff

Als er één theatergezelschap is dat zijn handelsmerk heeft gemaakt van het schaamteloos grossieren in de Europese geschiedenis, dan is het wel De Warme Winkel. Dit Nederlandse collectief maakte in 2014 een stuk over Gavrilo Princip, de jonge Servische Bosniër die met zijn schot op de Oostenrijkse aartshertog honderd jaar eerder de Eerste Wereldoorlog zou ontketenen. Dat een voorstelling over dit fait divers geen duffe en demonstratieve geschiedenisles hoeft te zijn, bewijst De Warme Winkel met zijn wervelende mix van teksttheater, film, humor én maatschappijkritiek. Een gesprek met Ward Weemhoff. — Stefan Moens

Gavrilo Princip

Ward Weemhoff

De Warme Winkel

2


een perspectief dat voortdurend verandert. In die zin is het dus een metafoor voor geschiedschrijving: het perspectief bepaalt hoe je terugblikt.” Wat wel opvalt in de voorstelling is de expliciete link die jullie maken tussen Gavrilo Princip en de hedendaagse Syriëstrijder. Is dat niet iets té uitleggerig?

© Sofie Knijff

Hoe is Gavrilo Princip tot stand gekomen? Dachten jullie op die manier een graantje mee te pikken van de herdenkingskoorts rond de Eerste Wereldoorlog? Ward Weemhoff: “Het idee om iets te doen met deze gebeurtenis in Sarajevo speelde al langer in ons achterhoofd. In onze vorige stukken plaatsten we het oeuvre van beroemde kunstenaars uit het begin van de twintigste eeuw centraal, zoals Kokoschka, Alma Mahler en Rainer Maria Rilke. Telkens stootten we hierbij op hoe de aanslag van Gavrilo Princip een kantelmoment was in hun leven en bij uitbreiding in de hele oude Europese wereld. Bovendien is de aanslag op zich ook al heel theatraal. Dat we onze voorstelling over Gavrilo Princip in 2014 konden spelen was natuurlijk mooi mee­ genomen, maar dat was niet het opzet om deze productie te maken. Je moet weten dat de Eerste Wereldoorlog in Nederland niet zo sterk leeft als in België, van een echte herdenkingskoorts was bij ons dan ook geen sprake.” Hoe gingen jullie te werk om van deze theatrale anekdote een hele voorstelling te maken? “In tegenstelling tot onze oeuvrestukken waarbij we alles lezen van één auteur, lag dat hier wat moeilijker omdat Gavrilo Princip natuurlijk zelf niets had geschre­ ven. Toch zijn er in die hele herdenkings­ industrie natuurlijk veel boeken over hem geschreven, zoals het prachtige boek De dagen van Gavrilo Princip, dat de Neder­ lander Guido van Hengel over hem schreef. Deze man heeft een verregaand onderzoek gedaan. Hij heeft ons ook de objectieve verslagen laten lezen van de interviews die een psychiater van Gavrilo Princip afnam

Gavrilo Princip

toen die gevangen zat in Theresienstadt. Dichter dan dit kan je niet bij Princip komen. Het belangrijkste voor ons was om geen al te eenduidig verhaal te vertellen, maar om de ambiguïteit van het personage en de hele context te tonen.” Is voor jullie Gavrilo Princip nu een held of een schurk? Of beide? “Hij is alleszins een heel enigmatische figuur. Uiteindelijk weet je heel weinig over hem. Enerzijds kan je het accent leggen op die idiote, kluchtige daad van een eenvoudige jongen. Anderzijds is er ook de idealistisch-romantische kant van het ver­ haal. In de Nederlandse context liggen de gelijkenissen met Mohammed Bouyeri (de moordenaar van Theo Van Gogh, nvdr) en Volkert Van der Graaf (de moordenaar van Pim Fortuyn, nvdr) voor de hand. Het gaat om de volstrekte banaliteit van die gasten en tegelijkertijd de enorme gevolgen van hun handelingen.” Jullie gebruiken in de voorstelling ook een videocamera, wat een heel bevreemdend effect geeft aan de voorstelling. Moeten we hier een link zien met het filmmedium dat in de tijd van Princip nog in zijn kinderschoenen stond? “Die zwart-witbeelden doen ons gewoon denken aan oorlogsbeelden of aan beel­ den gemaakt in oorlogssituaties. Denk bijvoorbeeld aan het filmpje waarbij de Servische opperbevelhebber Ratko Mladic de Nederlandse Dutchbat-commandant in Srebrenica uitkaffert. We zochten naar het effect van dergelijke groezelig onscherpe beelden, die altijd van slechte kwaliteit zijn en telkens opdoemen wanneer men oorlogen probeert te visualiseren. Maar die filmbeelden hebben ook te maken met

Ward Weemhoff

“Die discussie is bij ons ook gevoerd. We hebben gekozen om het verband toch dui­ delijk te maken, omdat de Syriëstrijder net zoals Gavrilo Princip ook iets ambigu heeft. Aan de ene kant is er het gedemoniseerde beeld van de niets en niemand ontziende Syriëstrijder, maar anderzijds ook het beeld van een gewone puber die skypet en Coca-Cola drinkt. Het was er in 1914 ook al: die combinatie van de romantische held in het lichaam van een klootzakje. Het is belangrijk om te beseffen dat toen we voorstelling maakten, de Islamitische Staat nog niet dat gruwelijke imago had dat het nu heeft door al die verschrik­ kelijke onthoofdingen. Een Syriëstrijder was enkele jaren geleden ook nog minder aangetast door dat IS-imago.” Waarom is De Warme Winkel zo gefascineerd door geschiedenis en waar gebeurde verhalen? “Voor ons heeft geschiedenis geen vast­ staand karakter, maar is het juist iets heel beweeglijks. De feiten liggen bij nader inzien niet zo vast. Die beweeglijkheid is voor ons heel inspirerend: je kan stelling innemen ten aanzien van wat er vroeger is gebeurd en bovendien heeft het ook met het échte leven te maken. Dat vinden we boeiender dan repertoire waar alles wél vastligt. Nu hebben we voor het eerst ge­ kozen voor een historische gebeurtenis, in plaats van te kiezen voor het oeuvre van een schrijver uit die tijd. Zo’n historische gebeurtenis is een dankbaar onderwerp omdat het verschillende lagen heeft.” Gavrilo Princip is een groots opgevatte voorstelling met een groot podium. Een belangrijke stap voor de verdere evolutie van De Warme Winkel? Dat we voor een groot podium spelen was op voorhand niet de bedoeling, dat is eigenlijk organisch gegroeid. We wilden onze grenzen wat verleggen, ook iets bal­ dadiger zijn. Onze voorstellingen mogen vooral niet te per fect of te afgelikt zijn. Het moet binnen de menselijke maat van onze onkunde blijven…”

De Warme Winkel

3


Gavrilo Princip:

Servo-Bosnisch klootzakje of toch een held? na zijn uitsluiting te voet van Sarajevo naar Belgrado, een voettocht van 280 kilometer. Hij wilde zich in Belgrado aan­ sluiten bij het genootschap van de Zwarte Hand en wilde zich bij het Servische leger vervoegen om tegen Macedonië ten strijde te trekken, maar hij werd afgewe­ zen omdat hij een te magere gestalte had en te weekhartig zou zijn. Vernederd door die afwijzing besloot hij een opleiding te volgen waarbij het programma bestond uit schietoefeningen en het gebruik van explosieven.

In de jaren dertig schreef een journalist op de voorpagina van een Amerikaanse krant: “Oostenrijkse Aartshertog Lorenz gezond en wel teruggevonden. Eerste Wereldoorlog was maat voor niets”. De titel van het satirische artikel legt de gigantische discrepantie bloot tussen de aanslag op de Hongaars-Oostenrijkse troonopvolger en de enorme wereldbrand die daaruit zou volgen. Een klungelig ge­ organiseerde aanslag in de periferie van Europa zou leiden tot een van de grootste slachtingen uit de geschiedenis. Maar wie was deze negentienjarige boerenzoon, Gavrilo Princip eigenlijk? “Een dweepzuchtige Ser vische melk­ baard”, “een opgeschoten krankzinnige jongen”, “een in zichzelf gekeerd, zenuw­ achtig jongmensch”, “een rasfanatieker”, “een jonge ellendeling”. Dat zijn enkele bewoordingen waarmee journalisten in de Nederlandse pers Gavrilo Princip om­ schreven in de hete julimaand van 1914. In Ser vië zelf werd en wordt hij vereerd als een held, een vrijheidsstrijder, een idealist die zijn volk van vreemde over­ heersing wilde bevrijden. Deze zomer nog kreeg hij een standbeeld in Belgrado. En vorig jaar, exact 100 jaar na de aanslag, werd een koperen standbeeld ingehuldigd in Sarajevo, de hoofdstad van zijn geboorteland. Gavrilo Princip werd geboren in het afge­ legen gehucht Obljai in het berg­achtige Noord-Westen van Bosnië op 25 juli

Gavrilo Princip

1984. Hij was genoemd naar de aarts­ engel Gabriël op vraag van de Servischorthodoxe priester van het dorp omdat men geloofde dat een kind met die naam meer kans zou maken om te overleven. De moeder van Gavrilo had immers negen kinderen op de wereld gezet, waarvan er zes zouden sterven in hun kindertijd. Ondanks de tegenkanting van zijn vader, ging Gavrilo toch naar de lagere school en ontpopte zich na een eerste moeilijke jaar tot een goede student. Op 13-jarige leeftijd trok Princip naar de hoofdstad Sarajevo waar zijn oudere broer Jovan hem wilde inschrijven aan de OostenrijksHongaarse militaire academie. Maar zijn broer veranderde in extremis van gedacht: hij wilde niet dat Gavrilo een moordenaar zou worden van zijn eigen volk en schreef zijn jongere broer in op een handelsschool. In 1910 vatte Gavrilo een diepe bewon­ dering op voor een Bosnisch-Servische revolutionair, Bogdan Zerajic die een moordpoging had ondernomen op de Oostenrijks-Hongaarse gouverneur, maar na de mislukte aanslag zelfmoord had gepleegd. In 1911 werd Gavrilo lid van Jong Bosnië, een geheime organisatie die Bosnië wilde losweken uit de OostenrijksHongaarse dubbelmonarchie en aanhech­ ten bij het koninkrijk Servië. Tijdens de geheime vergaderingen discussieerden de Jong-Bosniërs over literatuur, filosofie, poli­ tiek… In 1912 werd Gavrilo van de school gegooid omdat hij had deelgenomen aan een anti-Oostenrijkse betoging. Hij stapte

Wanneer aartshertog Franz-Ferdinand met zijn vrouw een bezoek bracht aan Sarajevo op 28 juni 1914 stond Gavrilo Princip samen met zes anderen trawanten klaar langs de Appelkade om bij het pas­ seren van het konvooi de aartshertog te vermoorden. De eerste handlanger dur fde zijn bom niet gooien. De tweede gooide een bom, maar die ging iets te laat af, zo­ dat een wagen met daarin onder­officieren, geraakt werd. De andere samenzweer­ ders konden hun plannen niet uitvoeren aangezien de auto’s plots te snel over de kade reden. Gavrilo zag zijn kans wanneer de aartshertog na de audiëntie op het stadhuis van Sarajevo besloot de gewon­ de officieren in het hospitaal op te zoeken. De chauffeur van de aartshertog wist dit echter niet en sloeg op een bepaald moment de verkeerde straat in... Dat ge­ beurde heel traag want in die tijd hadden de wagens nog geen achteruitversnelling en Gavrilo stond toevallig op de hoek van de straat. Hij schoot zowel de aartshertog als zijn vrouw dood. Nota bene met een Belgisch pistool uit de Luikse FN-fabriek. De cyanidepil die Gavrilo bij zich had, werkte niet en het pistool dat hij bij zich had blokkeerde. Gavrilo werd prompt ge­arresteerd. Omdat hij nog geen 20 jaar oud was, werd hij niet ter dood veroor­ deeld, maar kreeg hij een maximumstraf van 20 jaar. Gavrilo zou nog voor het einde van de Tweede Wereldoorlog ster­ ven aan tuberculose in de gevangenis van Teresienstadt.

— Stefan Moens

De Warme Winkel

4


Een inspirerende hel: oorlog in het theater Nooit meer Oorlog? De afgelopen jaren is het eerder ‘Overal Oorlog’, met de brandhaarden in het MiddenOosten, de 100ste verjaardag van de start van de Eerste Wereldoorlog vorig jaar, de 200ste verjaardag van de Slag bij Waterloo en – focus van dit artikel – de vele oorlogen die in het theater werden uitgevochten of herdacht. — Eva Decaesstecker

Het aantal theatervoorstellingen over oorlog die de afgelopen jaren te zien waren op onze planken, lijkt eindeloos. Veel van die producties gaan over de Eerste Wereldoorlog en dat is niet toeval­ lig. Onder de noemer Gone West voorziet de Provincie West-Vlaanderen vier jaar lang subsidies om de Groote Oorlog onder andere cultureel te herdenken. Spontaan denken we aan de blikvanger In Vlaamse Velden, de televisieserie die WO I beschrijft vanuit het perspectief van een Vlaams meisje. Maar er worden ook heel wat podi­ umprojecten gefinancierd uit dit program­ ma, zoals de monoloog Gaz. Pleidooi van een gedoemde moeder van Tom Lanoye bij Theater Malpertuis, De soldaat-facteur en Rachel van Compagnie Cecilia en het massaspektakel Woordfront van Saskia De Coster en Inne Eysermans. Het iconische jaar 1914 zorgt voor opval­ lend veel inspiratie bij heel wat theaterge­ zelschappen: van Gavrilo Princip van De Warme Winkel, die de moordenaar van Franz Ferdinand en zijn vrouw centraal plaatst, over Studio 100 dat met 14-18 een musical maakte over de verschrikking van De Groote Oorlog, tot de opera Shell Shock van Nicholas Lens, Nick Cave, Sidi Larbi Cherkaoui bij De Munt. In dezelfde lijn liggen Slijk van Wouter Deprez, De Val van A van Warre Borgmans, de herneming van De Grote Oorlog door Hotel Modern, We Shall Overcome van Wim Opbrouck en Front van Luk Perceval bij NTGent en Thalia Theater in Hamburg.

Gavrilo Princip

De Eerste Wereldoorlog kan ook als inspiratiebron gelden, zonder dat deze zo letterlijk benoemd moet worden in een voorstelling. LOOP! van HETPALEIS en Ultima Thule vertelt een oorlogsverhaal dat zich eender wanneer en waar zou kunnen afspelen. Joachim Robbrechts ver­ schuift in zijn The Great Warmachine (ook te zien op Het Theaterfestival) de oorlog van het slagveld naar de virtuele dimensie van het internet. Cie Barbarie maakte Risk bij Theater Antigone over de onmogelijk­ heid om nu met het oorlogsverleden om te gaan. Een wat kritischere benadering van de hele WO I-heisa is Memento Park van Thomas Bellinck bij de KVS. In plaats van over de oorlog zelf, gaat dit stuk over de herdenking ervan. Welke betekenis heeft zo’n herdenking nog voor het hedendaags publiek? En is het niet eerder een gelegen­ heid om er een grote commerce rond op te hangen? In ons veilig Belgenlandje is oorlog vaak een ver-van-mijn-bedshow, een drama dat zich ofwel in het verleden ofwel ergens anders in de wereld afspeelt. Toch kunnen we de gevolgen niet meer negeren van de gruwelijkheden die elders plaatsvin­ den. Zo is er de vluchtelingencrisis, die zich op enkele honderden meters van het Kaaitheater duidelijk zichtbaar maakt in het Maximiliaanpark. Ook in het theater is dit een topic. Sachli Gholamalizad vertelt in A reason to talk een heel persoonlijk verhaal over hoe ze met haar moeder naar België vluchtte. Onder andere de moeilijk­

LOOP! © Kurt Van der Elst

heden om in een nieuwe cultuur te leven, de taal niet te begrijpen en er alleen voor te staan, komen hierin aan bod. Op het Nederlands Theater Festival stond Nobody Home als openingsvoorstelling geprogram­ meerd. Er ontstond zelfs een polemiek (zie dagkrant #3) nadat Ola Mafalaani in haar Staat van het Theater de theaterwereld verweet te weinig standpunt in te nemen tegenover de vluchtelingencrisis. In tegen­ stelling tot de honderdtal vluchtelingen die door Ola op scene werden gehaald maar niets mochten zeggen, gaf Nobody Home hen wel een stem bij monde van de drie jonge acteurs die elk een verleden als vluchteling hebben. De oorlog wordt echter niet enkel vanuit het slachtofferperspectief belicht in het theater. Het thema van de Jihadstrijders is daarbij tamelijk populair op onze podia. In Reizen Jihad gaat SINcollectief op zoek naar het verhaal en de verklaring van jonge Belgen die naar het front trekken uit idealistische motivatie. Ook The Civil Wars, de voorstelling van Milo Rau en zijn International Institute of Political Murder, en Valley of Saints van BRONKS en De Theatermaker raken het thema van Syriëstrijders aan. Op Theater Aan Zee 2015 deden Het Nut, De Buren en Vrijstaat O. in de reeks De Extremisten zelfs een onderzoek naar verschillende vormen van extremisme, rond enkele sleutel­figuren zoals Anders Breivik, de broers Kouachi, Kim De Gelder, Malika el Aroud en Ulrike Meinhof.

De Warme Winkel

5


“Ons werk is al minder magic en meer reality geworden” Het zijn drukke tijden voor de mannen van het artistieke duo Frank&Robbert/ Robbert&Frank uit Gent. Afgelopen winter zaten ze in Dubai, deze zomer stond er een grote expo en boek­presentatie in Berlijn op het programma en ondertussen zijn ook de vliegtuigtickets naar Hong Kong en Belfast reeds geboekt. Ze reizen met hun multimediale voorstellingen en installaties de wereld af, maar vanavond spelen ze hun voorstelling TO BREAK – the Window of Opportunity, geselecteerd voor Circuit X, in Brussel. — Katrien Van Bael en Filip Tielens

Was het als studenten aan het KASK in Gent al een droom om de wereld te veroveren met jullie werk? Frank Merkx: “We droomden er altijd al van om te reizen en ons werk aan zoveel moge­ lijk verschillende mensen te tonen. Het is tof dat CAMPO voor onze theatervoorstel­ ling TO BREAK een tournee regelt waardoor we in het buitenland kunnen spelen. Bij beeldende kunst is het een totaal ander verhaal: hier moeten we vooral zelf actief mee bezig zijn. Al werden we net voor onze grote tentoonstellingen in Dubai en Berlijn uitgenodigd via via, omdat andere mensen enthousiast over ons werk vertelden.”

te breken: sommigen zijn meer aan het lobbyen, terwijl ik het gevoel heb dat bij ons de ene kans altijd voortvloeit uit de andere. Toen we voor de eerste keer in het buitenland mochten werken – we waren achttien en zowel Robbert en ik hadden nog nooit gevlogen – werd er een zaadje geplant voor latere projecten. Die reis zorgde immers voor een nieuwe ontmoe­ ting, wat dan weer leidde tot een volgende reis, en zo klikt alles bij ons in elkaar. En bijna alles komt ook weer terug. Op de ope­ ning van onze expo in Berlijn bijvoorbeeld, herkende een Braziliaanse kunstenaar ons logo omdat hij enkele maanden ervoor op een groepstentoonstelling in São Paulo uit een Frank&Robbert-ballenmachine een bal van ons had gedraaid. Dat is super grappig, want dan ontmoet je iemand van de andere kant van de wereld die zo’n Robbert&Frankballetje op zijn kastje heeft liggen.”

Robbert Goyvaerts: “We spelen daar graag mee, vooral via de vormgeving of de gadgets met ons logo op. Of we nu echt een brand zijn weet ik niet… We ontwikke­ len wel een soort huisstijl die we graag bij tentoonstellingen naar binnen smokkelen, dus in die zin is het wel een beetje een brand. Anderzijds is het ook gewoon een artistieke controle op hoe je naar buiten komt.” Frank: “In het vormelijke van onze kunst­ werken zelf komt dat ook wel terug. We kapen soms letterlijk herkenbare symbo­ len of objecten en herladen die met een andere betekenis. In die zin ziet wat we doen er wel een beetje brand-achtig uit, maar we zien onszelf niet alsof we CEO's van Coca-Cola zijn.” Wanneer is de echte klik er gekomen die jullie deed beslissen om als vast artistiek duo verder te werken? Robbert: “We kennen elkaar vanuit het middelbaar, al waren we niet per se vrienden in het begin. Het is pas vanaf dat Frank ook naar het kunstonderwijs kwam dat we elkaar echt beter leerden kennen. De echte klik was er pas bij onze master­ proef toen we beslisten als duo af te zwaaien. Dat was een soort van officiële start als duo.” Waarin verschillen jullie?

Frank: “Je kan niet stellen dat je zomaar opgepikt wordt. Het blijft moeilijk, vooral in de beeldende kunst. Iedere kunstenaar heeft een totaal andere strategie om door

Zijn jullie een merk? Spelen jullie dat zo uit naar de buitenwereld?

Robbert: “Vroeger waren er meer verschil­ len tussen ons, maar sinds we samen­ werken hebben we elkaar wat bijgebeend. Waar ik vroeger misschien meer met technische toestanden bezig was en Frank veel meer met handmatige dingen, is dat nu al wat omgekeerd. Ondertussen is Frank ook een zeer goede videomonteur en omgekeerd kan ik ook wel een handje schilderen.” Frank: “Ik denk dat we elkaar ook verster­ ken. Robbert kan goed dingen afwerken. Hij kan soms twee weken aan één kof­ fertje bezig zijn, terwijl ik in die periode misschien wel twintig koffertjes bedacht heb maar er geen enkel afwerk. Ik word de dingen snel beu en leg het tussendoor

TO BREAK – the Window of Opportunity

Frank&Robbert Robbert&Frank

CAMPO

Gaat het makkelijker eens je opgepikt bent en in ‘het circuit’ zit?

6


© Phile Deprez

WHAT'S IN A NAME? Frank&Robbert/ Robbert&Frank Frank&Robbert ontmoetten elkaar op 15jarige leeftijd op het Koninklijk Atheneum in Kortrijk en ontdekten al snel een aantal gedeelde passies zoals Amerikaanse cul­ tuur, rituelen en spirituele symboliek. Hun vriendschappelijke samenwerking groeide verder op het KASK in Gent. De echte klik om als vast artistiek duo verder te werken, kwam er toen ze beslisten om hun multi­ mediale masterproef samen uit te werken. Ook hun artiestennaam ontstond vanuit die samenwerkingen op school.

vaker weg. Ik kan goed multitasken, terwijl Robbert daar dan weer rampzalig in is.” Vallen kunst en leven bij jullie samen? Robbert: “We hebben ondertussen allebei een vriendin. De vraag hoeveel tijd je aan werk en privé besteedt, begint zich te stellen. Er is soms weinig vrije tijd over. Momenteel is het wel ok, maar ik voel wel dat het erger wordt. We hebben er oog voor dat we niet alleen samen aan het werken zijn.” Frank: “Al twee jaar proberen we onze tijd wat bewuster te managen en werken we gestructureerder in ons atelier. Nu kunnen we ’s avonds al eens koken of een gezel­ schapspelletje spelen met de vrienden, terwijl we vroeger veel langer in ons atelier bleven en daardoor niets om te eten in huis hadden of onze vriendin nooit zagen.” Zit er in jullie werk een rode draad? Of verschilt dat erg per medium en per project? Robbert: “We bouwen aan een universum. Werkjes groeien over de media heen: in de voorstelling TO BREAK werken we met

TO BREAK – the Window of Opportunity

een bloedvlek, die vervolgens ook een onderdeel van ons videowerk kan worden of zelfs als een designobject verkocht wordt in het Kaaitheater (aan de bookshop, nvdr). We hebben een aantal fetisjen die we boeiend vinden: symbolisme, weten­ schap, films... Soms laten we die vallen, soms rapen we die op. Alles groeit. Zelf vind ik dat we vaak rond transformatie werken. Al die verschillende thema’s en media vlechten zich gewoon in elkaar.” Is dat wat op jullie Facebook te lezen staat: “We construct magic realities in a unique universe”? Robbert: “Dat is ondertussen een beetje verouderd, maar de beschrijving klopt wel. Ons werk is al wat verder gegroeid en tegenwoordig doen we meer dingen met een maatschappelijke inslag. Zo maakten we politici in cardboard die ezelsoren ach­ ter elkaars hoofd maakten terwijl ze een peace sign deden. Een jaar later zagen we dat dan terug in een campagne van de N-VA. Plots beweegt ons werk zich dan in de echte wereld. Het is dus ondertussen minder magic en meer reality geworden.”

Robbert&Frank Frank&Robbert

Frank: “We hebben nooit echt nagedacht over hoe we genoemd wilden worden, onze naam is gewoon spontaan gegroeid. Het werd wat onnozel om telkens onze twee lange namen te schrijven en zo ontstond de naam Frank&Robbert/Robbert&Frank. Het was gewoon simpeler.” Robbert: “Nu staat die naam voor iets persoonlijks. Aan de ene kant suggereert ze een soort superpersoon, maar langs de andere kant staat het ook gewoon voor wie we zijn. Door deze verdubbeling is er een soort van gelijkheidsprincipe dat we proberen toe te passen. We starten niet altijd met Frank&Robbert, maar even vaak ook met Robbert&Frank. Ook in drukwerk proberen we die afwisseling consequent toe te passen. Dat is ook weer een beetje een spel op zich, want in veel van ons werk is spel wel belangrijk.” Frank: “We hebben ook een rond logo met F&R en R&F op en dat is een soort van dynamo die nooit afloopt of een jojo die altijd blijft doordraaien.”

CAMPO

7


Quick en Flupke in Qatar Frank&Robbert/Robbert&Frank maken, praten over en reizen in hun eigen universum dat veel over onze wereld vertelt. Die wonderlijk getransformeerde wereld tonen ze op Het Theaterfestival in TO BREAK – the Window of Opportunity. — Bart Van Gyseghem en Filip Tielens Is er een lijn tussen jullie eerste voorstelling A journey into space en TO BREAK – the Window of Opportunity? De eerste toont een flashy fantasiewereld, terwijl de huidige voorstelling meer down to earth en langzamer is. Loopt dat samen met de evolutie in jullie werk als duo? Robbert Goyvaerts: “Dat zou wel eens wonderwel kunnen kloppen. Het reflecteert de evolutie die wij hebben doorgemaakt. Vroeger wilden we graag 101 alter ego’s zijn, terwijl we het nu interessanter vinden om onszelf te proberen te zijn op een podium. Het schone van een simpele actie tonen, in plaats van die eenvoud te maskeren.” Frank Merkx: “Ook in ons videowerk kiezen we meer voor die rechttoe rechtaan-stijl. Nu werken we tot een idee uitgepuurd is.” Robbert: “In dat proces is de rol van Pol Heyvaert van CAMPO belangrijk geweest. Hij zorgde ervoor dat we genoeg vertrou­ wen kregen om eenvoudige beelden te ma­ ken. We zagen in dat dit vaak voldoende is en dat we niet altijd special effects nodig hebben. Eenvoudige middelen genereren soms meer effect dan een confettibom. Wij waren vroeger nogal into that stuff.”

de voorstelling... Een babbelende boom zegt dan: “Je moet luisteren naar de wind en loslaten waarmee je bezig bent.” Je moet niet streven naar the pursuit of happiness, maar je moet wel graven in jezelf. Het is zot hoe sommigen dat spirituele voor werkelijk nemen.” Jullie tonen epische en ambitieuze beelden, maar spelen die erg droog en emotieloos. Dat contrast werkt heerlijk absurd. Robbert: “Een van de moeilijkste zaken in het creatieproces was het vinden van de juiste toon om al onze acties te doen. We zochten een authentieke manier en wilden niet in de val van het theatrale lopen. We ontdekten dat hoe gewoner we performden, hoe beter het werkte. In het begin probeer­ den we nog te spelen dat we verrast waren door onze eigen acties, alsof we het op het moment zelf aan het ontdekken waren, maar dat is fake en onnozel.” Frank: “Dan gaat het niet meer om de actie, maar over dat je verrast bent. Dan wordt het een leugen.” Recensies smijten met de referenties in jullie voorstelling. Wat heeft jullie echt geïnspireerd om TO BREAK te maken?

Waarover gaat de voorstelling eigenlijk? Robbert: “The window of opportunity is iets dat erg leeft: het idee dat je jong bent en het ijzer moet smeden als het heet is. Je moet die mogelijkheid zelf zien te creëren, je moet een go-getter zijn. Het achterlig­ gende idee van de voorstelling is dat je de window volledig verbrijzelt en er dan zelf mee maakt wat je wil.” Frank: “Als ik denk aan hoe sommige men­ sen ontzettend emotioneel reageren op de Pocahontas-achtige shit aan het einde van

Frank: “Laurel en Hardy waren een inspi­ ratiebron. We hebben zelfs een ladder ge­ maakt om slapstick te kunnen tonen zoals zij doen. Daarnaast was ik ook erg bezig met westerns. Het aanvankelijke idee om een cowboy te confronteren met een as­ tronaut, is volledig verdwenen (lacht). Door onze reizen met Port Actif (een internationaal videocollectief, nvdr) zijn we voor de eerste keer in de woestijn geweest in Qatar. Dit heeft ons erg geïnspireerd. Het decor van TO BREAK is ook een woestijnvlakte.”

TO BREAK – the Window of Opportunity

Robbert&Frank Frank&Robbert

Robbert: “We waren ook erg gefascineerd door goudzoekers uit vroegere tijden: avon­ turiers die de horizon aftasten.” Kort door de bocht: Frank en Robbert zijn Jommeke en Filiberke in de Far West? Frank: “Eerder Quick en Flupke eigenlijk (lacht). Dat zijn deugnieten. Hun verhalen zijn sketches van nieuwsgierige kleine jon­ gens, terwijl ik Jommeke en Filiberke maar saaie shit vind.” Robbert: “Het publiek moet in onze voor­ stelling niet gaan zoeken naar big storylines, ze moeten zich gewoon openen for the universe. Of open-upen for happiness zoals bij Coca-Cola.”

WHAT'S IN A NAME? TO BREAK – the Window of Opportunity Frank: “Waarom we voor deze titel van onze voorstelling kozen? Dat is echt een crazy question. Na onze eerste productie A Journey into Space waarin we met verschil­ lende media werkten, wilden we dit keer als reactie een stuk maken met pure ma­ terialen, waarin de ambacht centraal stond. Hout is hout en gips is gips, zonder dat we dit per se moesten bewerken of schilderen ofzo. Omdat we slapstick zo tof vinden, on­ derzochten we of we deze installaties ook konden breken. Zo ontstond de werktitel TO BREAK. Na een jaar vol experiment stel­ den we vast dat het logistiek toch te lastig was om telkens 25 identieke sculpturen te maken die kapot mochten gaan.” Robbert: “The Window of Opportunity werd een onderdeel van de titel omdat ik een boekje had gelezen van Paul Verhaeghe over de meritocratische maatschappij (een maatschappijmodel waarin de individuele verdiensten centraal staan, nvdr) en hoe je slechts één kans krijgt om die window zelf te creëren. Als je die kans niet grijpt, zou je het verpest hebben voor de rest van je leven.” Frank: “Het was tof om die ideeën samen te zetten: iets dat breekt en die window die je moet grabben. Het verwachtingspatroon doorbreken, om te kunnen zien dat daar­ achter andere mogelijkheden liggen.”

Campo

8


Van kanaal tot snelweg Zondag rustdag. Een uitgelezen moment voor een ontspannende wandeling, zo dacht ik. Alleen is de Atypische Assemblee die CC Strombeek en CC Westrand tijdens Het Theaterfestival organiseerden niet zo zeer een promenade, maar wel een ontzettend inhoudelijke tocht van het Kaaitheater naar Strombeek. En dat zeven uur lang. Een verslag van een inspirerende dag! — Eva Decaesstecker

In feite betekent een assemblee zoveel als ‘een vergadering van experten’. Het thema van deze Atypische Assemblee is de grens tussen de stad (Brussel) en de rand (Vlaanderen). Om elf uur ‘s ochtends assembleren we voor de eerste keer, al zittend en luisterend naar wat geograaf Eric Corijn van The Brussels Academy te vertel­ len heeft in zijn introductie. Op een onna­ volgbare manier vertelt hij over de metro­ pool Brussel en haar onvoorstelbare manier van ontwikkelen, terwijl we nog een laatste koffie nuttigen. Vervolgens trekken we de frisse stad in met een veertigkoppige ben­ de. Het is de bedoeling dat we al wande­ lend en op een informele manier met elkaar onze kennis delen. Het voer voor de discus­ sie wordt verschaft door het veranderende landschap en de vele intermezzo’s van andere experten. Het lijkt wel een school­ reis, maar dan zonder zottigheden. Naast Eric Corijn worden we gegidst door Bert De Bisschop van Brukselbinnenstebuiten en Joost Vandenbroele van Bral. Om de zoveel tijd staan we stil bij een meestal niet slecht uitgekozen uitzicht. De wandeling raakt verschillende thema’s aan. Het begint aan het kanaal met zicht op UP-site, het fancy, ‘upper middle-class’ flatgebouw dat hoog boven de stad uit­ torent. Pal daartegenover is Allee du Kaai gevestigd, een collectief project met een volkskeuken (maaltijden met gerecupe­ reerde ingrediënten voor prijs naar keuze/ kunnen). Brussel is duidelijk een stad van grote tegen­stellingen. Vervolgens stijgen we tot aan de achterkant van Tour & Taxis en krijgen we meer te horen over de geschiedenis van deze site: aanvankelijk een douanezone, maar nu geprivatiseerd en afhankelijk van de wil van twee bouw­ promotoren. In het verlengde van het park dat er recent is aangelegd, heeft de organi­ satie Parckfarm zich gevestigd. Dit collec­ tief heeft de verloren ruimte tussen Tour &

© Edwin Groenend

Taxis en Bockstael omgetoverd tot park met een reeks moestuintjes en kippenrennen. Zij benaderen de stad als een collectieve openbare ruimte die meer dan alleen maar recreatie kan verschaffen. Tegelijk gaat Parckfarm ook terug op zoek naar een con­ nectie met de natuur. In de serre wacht een kleurrijke en lekkere lunch op ons en geeft Eric Corijn zijn laatste les over ecologische rampen en de mogelijke mentaliteitsveran­ deringen om die catastrofe te voorkomen. Het thema van de wandeling is het over­ schrijden van de grens. We zijn dan ook een groot aantal grenzen overgestoken: van Brussel-Stad naar Molenbeek en Laken. Van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest naar het Vlaamse Gewest en de Provincie Vlaams-Brabant. Veel van die grenzen zijn onzichtbaar. Om andere kan je niet heen: de balk die de Cité Modèle afscheidt van de buitenwereld, de vreemde constellatie van gebouwen op de Heizel, Parking C die er als een grijs leeg eiland verdwaald bij ligt… We zijn zelfs de autosnelweg A12 overgestoken, een grens die een voetgan­ ger enkel kan oversteken via een brug. Roel Heremans kleurt deze oversteek voor ons met een mentale oefening en geeft ons ieder een kleur om de voorbijrazende auto’s in te beelden. Liefst met de ogen toe. Als bij toeval zijn we getuige van de toestroom van een colonne woonwagenbewoners, zon­ der twijfel de meest grensoverschrijdende

Europeanen. Op Parking C aan de Heizel weet de security van het nabij opgestelde Cirque du Soleil duidelijk geen raad met deze zigeuners. Met een stevige dosis informatie op zak en na heel wat complexe politieke, econo­ mische en stedenbouwkundige verhalen gehoord te hebben, komen we aan bij een tankstation op een brede lelijke weg. Onbemand, volledig geautomatiseerd. We maken plaats voor een oprijdende vracht­ wagen. Op de grond staan witte krijtlijnen, al grotendeels uitgeveegd. Er rond enkele witte stippen, waarschijnlijk kleine stukjes krijt die door de bezoekende auto’s ver­ morzeld werden. Ik zucht en glimlach. Hoe interessant vandaag ook was, de eenvoud en onschuld die dit werk uitstraalt, werkt verlichtend. Bart Lodewijks, die zijn aandeel voor de expo A line is a line is a line aan het voorbereiden is, trekt lijnen waar hij wil. Gewoon, op gevels en voetpaden. Het ultieme doel: in een huiskamer tekenen. Bart wil tekenen bij mensen die normaal niet veel om kunst geven. En dat is hem in Strombeek ook gelukt, in een nogal bouw­ vallig huis met een gigantische vleugel. Hij wil tekenen op gevels en een heel directe band met de omwonenden aangaan, in alle eerlijkheid. Zonder politiek, zonder inkomst­ prijs. Zonder ondergrondse parkings of utopisch modernistische bouwplannen. En na zo’n dag, maakt dat me gelukkig.

Een atypische Assemblee over grenzen op de (stads)grens

9


PUBLIEK A AN ZET

REÜNIE OP HET THEATERFESTIVAL

PAZ programmeert

Transfo Collect

Publiek Aan Zet draagt laagdrempeligheid hoog in het vaandel. Daarom programmeren we een aantal acts nog voor men de theaterzaal binnenwandelt. Hierbij kozen we voor een aantal toegankelijke projecten, die goesting geven in podiumkunsten.

In 2013 startte de theaterafdeling van RITS samen met De Kriekelaar in Schaarbeek het workshop­ traject Transfo Collect op, met als doel om Brusselse jongeren van diverse origine warm te maken voor podiumkunst. — Evelyne Van Hecke

In de hoop een groter publiek warm te maken voor podium­ kunsten organiseren we een bescheiden extra programmatie. Bij het samenstellen hiervan gingen we op zoek naar jonge pro­ jecten met een toegankelijk karakter. Daarnaast trachten we met deze acts meer levendigheid op te wekken en de festivalervaring bij de bezoeker te vergroten. Door de artiesten te laten spelen buiten de theaterzalen, hopen we ook de toevallige passant of de café­ganger zonder ticket voor Het Theaterfestival warm te maken. PAS OP! GEVAAR! 7 en 8 september om 19:30 uur Uitkijken geblazen voor Thomas en Michiel, de muzikanten van PAS OP! GEVAAR! Beide heren brengen alternatieve Nederlandstalige muziek. Haal uw luchtgitaarskills alvast boven! VERONA VERBAKEL 11 september om 19 uur In haar voorstelling De Auditie vertelt actrice Verona Verbakel het relaas over een actrice en haar talloze audities, gebaseerd op haar eigen leven. Ondanks haar 23-jarige leeftijd, doet ze al zo’n 10 jaar audities. En met succes! Zo won ze samen met haar colle­ ga’s van Ontroerend Goed ‘The Stage Award for Acting Excellence’ op het Edinburgh Fringe Festival. Daarnaast is ze binnenkort te zien in haar eerste Hollywoodproductie The Quiet Passion. Reden genoeg om naar deze klepper te komen kijken! LEEN DE GRAEVE 12 september om 18 uur en 20 uur In My number ones onderzoekt Leen De Graeve haar leven aan de hand van popliedjes, die je zelf kan aanvragen. Leen is een duizend­poot. Naast actrice is ze theaterwetenschapper en schrijf­ ster. “Als ik schrijf, laat ik mijn lichaam condenseren in woorden. Als ik theater maak, trek ik mijn lichaam uit de woorden”, vertelde Leen aan het tijdschrift De Revisor.

Vandaag zijn de initiatiefnemers achter Transfo Collect te gast op Het Theaterfestival. De vraag die wij ons bij de dagkrant stel­ len, en voorlegden aan hen, is waarom een project zoals Transfo Collect nodig is. Komen deze Brusselse jongeren dan niet vanzelf naar deze kunstopleidingen? Volgens Geert Opsomer, pedago­ gisch coördinator van het project, komt dit omdat het kunstritueel ontbreekt bij veel bevolkingsgroepen van diverse origine. Met Transfo Collect probeert Opsomer dit ritueel te installeren bij Brusselse jongeren. Het probleem ligt volgens Haider Al Timimi, een van de docenten, ook bij sociale factoren. Families maken zich soms meer zorgen over de financiële gevolgen van een stu­ diekeuze in het hoger kunstonderwijs dan dat ze effectief tegen een artistiek beroep gekeerd zijn. Ook bij de kunstopleidingen zelf is er nog werk aan de winkel. “Deze jongeren zijn vaak op andere manieren creatief bezig. Het podiumlandschap en de kunsthoge­ scholen zijn daar nog niet klaar voor, maar hun creativiteit moet wel een plaats krijgen binnen de theaterwereld”, vindt Geert. Om dat talent van de Brusselse straten bij Transfo Collect te krijgen, is er veel engagement nodig van de gemeenschaps­centra. Maar evenzeer van de middelbare scholen die meer moeite zou­ den moeten doen om de creativiteit van deze jongeren te onder­ steunen. Vandaag staan er op Het Theaterfestival verschillende ontmoetingen gepland met scholen. “Wat we hopen te realiseren, is dat er meer workshops tijdens de lesuren geprogrammeerd worden, maar we staan ook open voor suggesties van de scholen zelf,” vertelt Haider. Via de scholen hopen ze meer vertrouwen te krijgen van de Brusselse jongeren, maar vooral van hun ouders. Zo hopen ze op meer instroom van divers talent in kunstoplei­ dingen. Geert besluit: “Want we willen toch dat kunst de ziel en adem is van onze samenleving?”

© Leen De Graeve

publiekaanzet.be

10


DE BARBAREN Vandaag:

The Civil Wars Julie Behaegel

Aan u en u en u. Ook u meneer, mevrouw hoeft zich niet uitgeslo­ ten te voelen. Ieder van u. Ik daag u uit. Ik speel met u een spel. De keuze of u meespeelt ligt uiteraard bij u. Het duurt niet lang en het is niet moeilijk. Ik vraag u slechts volgende woorden te lezen. Ik geloof in u. “Wanneer een vogel vliegen wilt, regent het sprinkhanen over het paleis van de vakantieganger. Slechts een moment van puur geluk kan dit verhinderen. Een eerlijk vertier van opgaan in een wereld die nooit op gaat in jou.” Laat ik iets duidelijker zijn. Deze woorden ontsnapten me toen ik in Berlijn was enkele weken geleden. Ik vraag u nu uw ogen te sluiten en u mij voor te stellen. In Berlijn, hier in deze ruimte, des­ noods in uw living. Alles is goed, zolang het voor u comfortabel is. Hebt u een beeld in uw hoofd hoe ik er zou kunnen uitzien? Goed, wauw. Ik daag u nu uit mij te zoeken. Ik ben één van u. Ik loop hier rond. Hebt u mij gevonden? Wauw, schitterend. Dan daag ik u uit mij in de ogen te kijken. Niet meer, niet minder. U hoeft geen woord tegen mij te zeggen. U hoeft zich zelfs niet kenbaar te maken. Ik vraag u slechts mijn blik te vangen en deze eventjes vast te houden. Net lang genoeg voor u om te ontdekken of het beeld dat u van mij in uw hoofd had klopt. Net lang genoeg voor u om te ontdekken wat er nu bij u opkomt. Perfect. Is dit voor u une histoire bouleversante? Of spreekt u pas van een duizelingwek­ kend verhaal wanneer ik voor uw voeten op de grond zou vallen en u de eerste zou zijn om me recht te helpen? Er is geen goed of fout. Breekt u er uw hoofd maar niet over, ik vraag u slechts het gevoel over te houden. Het kleine maar gekke gevoel van iets te delen met elkaar. U met mij en ik met u. Slechts een blik. Maar wel een blik van verbondenheid. Concreet. Waarom ik gedurende twee maanden spelletjes ge­ speeld heb met mezelf en zij die mij omringen. Waarom ik deze avond graag ook met u een spel zou spelen. Blikvangertje noem ik het. Het klinkt haast als tikkertje, maar dan zonder de fysieke daad ervan. Tikken met de geest? Gek wel. Aan het begin van de zomer hebben de barbarenopperhoofden me uitgedaagd verliefd te worden. Niet bepaald op iemand, of op iets. Wel op Milo Rau en zijn voorstelling The Civil Wars. Vandaag is dan ook een behoor­ lijk spannende dag. Na twee maanden kom ik eindelijk te weten of mijn liefde beantwoord wordt. Ik moet toegeven. Ik ben een klein beetje zenuwachtig. Twee maanden lang heb ik geprobeerd te ontglippen aan mijn één metertje vierenzestig om mij zo te ver­ plaatsen in het hoofd van Milo Rau. “Wat houdt die man bezig?”, was één van mijn voornaamste vragen. Wat blijkt. Eigenlijk is mijn zoektocht een zoektocht van ons allen. Het is slechts iets wat we

barbaren.tumblr.com

Voor het zesde jaar op rij organiseert fABULEUS De Barbaren. Zes jongeren werden aan het begin van de zomer gekoppeld aan één van de voorstellingen op Het Theaterfestival. Hun missie: word hier en nu verliefd. Voor de één eindigt het in een ontmoeting. Voor de ander in een vers voetspoor.

iedere dag opnieuw proberen te begrijpen: wat voeren wij hier nu eigenlijk allemaal uit op die planeet van ons? Geef toe. Goede vraag toch? Milo Rau, u zet ons aan het denken! Ik heb onder andere geprobeerd Europa in mijn hand te vangen voor een dag. Behoorlijk moeilijk als je rekening houdt met zijn enorme om­ vang… Verder heb ik een week lang dagelijks een ode geplaatst aan een beetje dit en een beetje dat. Nu eens tederheid, dan eens toeval. Ook ga ik nog testen hoe snel je verbondenheid kunt ervaren en hoe bepalend toeval is in onze dagdagelijkse dag. Mijn besluit? U treft mijn woorden op een moment dat mijn daden nog niet koel zijn. Namelijk, ik heb amper tijd gehad om mijn onder­ zoek binnen te laten komen. Ik houd u op de hoogte, geen paniek. Ik zal ieder stapje nauwkeurig beschrijven. Ik zal geen komma weglaten. Wie mijn blik kan vangen zal er misschien zelfs een voorproefje in kunnen lezen. Er rest me weinig meer dan u een fantastische avond toe te wen­ sen. Ik ben, eerlijk waar, benieuwd of ik u zal treffen voor of na de voorstelling. Wanneer u uw jas uitdoet, of op het momenten dat u uw handen wast nadat u naar het toilet bent geweest. Eender wat. Vandaag, morgen, volgende week. Vang mijn blik en ik zal de uwe vangen. Samen zullen we iets delen. Slechts een moment. Maar wel een mooi. Veel liefs.

© Marc Stephan

11


TELE X

R A AD JE PL A ATJE Het Theaterfestival Vlaanderen bestaat 25 jaar. Sinds 1991 werden er meer dan 300 voorstellingen geselecteerd door de jury's. Herken jij uit welke productie onderstaande foto komt? Mail jouw antwoord als de bliksem naar filip@theaterfestival.be en win een vrijkaart voor een voorstelling naar keuze op Het Theaterfestival (zolang de voorraad strekt).

Er zijn nog enkele plaat­ sen voor de DANSdag van Dansendansen op zaterdag 12 september. Ben jij tussen den 15 en 18 jaar en benieuwd naar het dansprogramma van Het Theaterfestival? Surf naar www.theater festival.be/2015/ dansdag. — De structuur van CC Strombeek was duidelijk niet voorzien voor het massa publiek van Het Theaterfestival bij de inleiding van The Civil Wars. — Skype onderbreekt sommige interviewsessies met reclame. “Dat is waarschijnlijk omdat we er niet voor betalen. De schur­ ken!” besluiten Frank&Robbert/ Robbert&Frank.

OPLOSSING 5 SEPTEMBER Isabella's Room Needcompany Winnaar: Matthias Van de Brul uit Bonheiden

maandag 7 september 2015

doorlopend

De Verrijzenis #5 — Images of Affection Needcompany

Kaaicafé

19:30 Vraagkaarten, conversatiemenu's, ontvoeringen, performance 'Pas op gevaar!' Publiek Aan Zet Kaaicafé 20:30 Gavrilo Princip De Warme Winkel

Kaaitheater

dinsdag 8 september 2015

doorlopend

De Verrijzenis #6 — Bezonken rood Toneelhuis & RoTheater

Kaaicafé

19:30 Vraagkaarten, conversatiemenu's, ontvoeringen, performance 'Pas op gevaar!' Publiek Aan Zet Kaaicafé 20:30 Gavrilo Princip De Warme Winkel

Kaaitheater

20:30 TO BREAK – the Window of Opportunity Robbert&Frank/Frank&Robbert, Campo

BRONKS

21:30 TO BREAK – the Window of Opportunity Nagesprek

BRONKS

HOOFDREDACTIE

Filip Tielens

REDACTIE Eva Decaesstecker, Stefan Moens,

Filip Tielens, Bart Van Gyseghem, Katrien Van Bael, Evelyne Van Hecke VORMGEVING Mies Van Roy R E AC T I E S & A DV E R T E N T I E S

filip@theaterfestival.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.