Dagkrant 9/09/2015

Page 1

www.theaterfestival.be

Horror Jakop Ahlbom © Sanne Peper

Dag krant woensdag 9 september 2015

© Els Deventer

The Lover Bará Sigfúsdóttir/ Curtain Call Productions

Kriep 4Hoog

© Leif Firnhaber


“Horror is enkel een genre, geen doel op zich” De Nederlandse theatermaker Jakop Ahlbom heeft al een aardig palmares op zijn naam staan. In zijn beeldende voorstellingen lijkt hij het onmogelijke te proberen verbeelden en flirt hij geregeld met filmtechnieken. Dat is in Horror, geselecteerd door de jury van Het Theaterfestival, niet anders. — Rini Vyncke

© Sanne Peper

Horror

Jakop Ahlbom

2


© Sanne Peper

dan enkel angst opwekken. Tegelijkertijd wil ik ook heel bewust ook een publiek aan trekken dat wél van horror houdt, want zij vinden het net leuk om alle verwijzingen naar verschillende films te herkennen.” Wat was de grootste uitdaging om horror op het podium te brengen?

Dag Jakop. Vanwaar komt jouw fascinatie voor horror? Jakop Ahlbom: “Wat me aanspreekt in horror is de aanwezigheid van een soort surrealistische werkelijkheid. Dingen die in het echt niet plaatsvinden, gebeuren in horror plots wel. In het horrorgenre zoekt men naar een manier om onze angsten die we normaal niet kunnen verbeelden, toch te verbeelden. Daarnaast is er ook de dubbelheid van horror: je weet dat je bang gemaakt zal worden en toch ga je alsnog kijken. Die spanning en adrenaline zorgen ervoor dat iets wat niet aangenaam is om te volgen, toch weer leuk wordt.” Ben je zelf wel eens graag goed bang? “Nu minder. Toen ik jong was kon ik best bang worden, maar nu ben ik meer gehard. Ik kan tien horrorfilms na elkaar kijken en toch slapen als een kind. Horror is namelijk fictief. Ik word nu meer bang van de werkelijkheid.” Het is dus ook niet meteen je bedoeling om het publiek echt bang te maken? “Nee. Het is heel gemakkelijk om plots veel lawaai te maken en iedereen te laten schrikken. Daar schuilt geen uitdaging in. Ik hoop wel dat het publiek meegaat in die tweespalt tussen willen kijken en niet kijken. Die spanning is het moeilijkst om naar theater om te zetten. Het publiek moet immers meegaan in een zich langzaam voortbewegend verhaal waarin de spanning wordt opgebouwd.”

Horror

“Toen ik het idee om iets met dit genre te doen voor het eerst in jaren opnieuw uit de kast haalde, was de eerste vraag dan ook wat ik er mee zou willen vertellen. Horror is alleen maar een genre of een middel, maar geen doel op zich. Ik wilde zeker geen spectaculaire horrorshow maken waarin je met de ene na de andere truc uitpakt. Ik ging op zoek naar een setting, een dramatische onderlaag, een zeker trauma om mee verder te werken.” Horror is met andere woorden een voorstelling voor elke theaterliefhebber en niet alleen voor de minnaars van het genre. “Precies. Naast het horrorgenre heb ik een eigen verhaal samengesteld dat goed in elkaar zit. Er zit een vrij dramatisch en treurig gegeven in verwerkt dat iedereen kan raken. In Horror zitten enkele beangstigende elementen, maar ook veel humor, erg dramatische momenten en zelfs iets heel poëtisch. Ik hoop dat de voorstelling een brede schaal aan gevoelens oproept. Je krijgt dingen te zien die je normaal niet in theater ziet, maar toch wilde ik koste wat het kost vermijden dat het een horrorshow zou worden. Het gaat juist over een ontroerend, tragisch familiedrama waarin de ouders veel te streng zijn geweest en de kinderen ernstige schade hebben geleden.” “Ik ben blij dat ik er met Horror in geslaagd ben om een breed publiek te bereiken. De voorstelling is erg toegankelijk. Ik denk zelfs dat mensen die horror niet zo fijn vinden het nu in het theater wel zullen waarderen en inzien dat het genre meer kan

Jakop Ahlbom

“Het mocht zeker geen persiflage worden. In horror heb je ook een soort van gore effect. Er worden dingen getoond die echt heel vies zijn om te zien. Zo’n elementen balanceren op de rand van het enge en het komische. Die evenwichtsoefening bewaren was de grootste uitdaging aan Horror. Net omdat het theatraal is, lijkt het vlug nog veel nepper dan het al in de film is. Ik heb dus geprobeerd om alles zo serieus mogelijk te doen. Er komen ook veel komische elementen in voor, maar die worden niet overdreven gebracht.” En wat met het technische vertalen van filmeffecten naar het podium? “Dat is natuurlijk een grote uitdaging. Wat je in een film met trucage kan suggereren, moet je op een podium heel letterlijk uitbeelden. In Horror proberen we die effecten op zo'n manier te visualiseren dat je niet snel zou denken dat ze écht gebeuren. Illusionisme heeft me hierbij geholpen. Al van jongs af aan ben ik door illusionisme gefascineerd en ondertussen probeer ik het ook toe te passen in mijn voorstellingen. Ik heb mezelf nooit als surrealist gezien, maar het is wel een stroming waar mijn werk heel snel onder wordt geplaatst. Omdat verbeelding erg belangrijk is in mijn producties, zijn illusies erg dankbaar om te gebruiken. Al zijn ze nooit het doel op zich.” Hoop je dat een selectie voor Het Theaterfestival ook meer deuren opent in Vlaanderen? “Dat hoop ik zeker. Ik vind het erg leuk dat Horror zowel voor het Vlaams als voor het Nederlands Theaterfestival geselecteerd is. We hebben met deze voorstelling en eerdere producties al wel enkele keren in België gespeeld, maar eigenlijk niet in de grote steden. Het zou te gek zijn om meer in jullie landje te spelen.”

3


“Mijn lichaam is een raam”

Een IJslandse frisse wind komt binnen­gewaaid in het Kaaitheater. Met een warme thee in de handen, blijkt Bára Sigfúsdóttir al gauw een even warme vrouw. Wanneer ze over The Lover praat, haar voor Circuit X geselecteerde dansvoorstelling, dan glinsteren haar ogen. Bára leeft duidelijk op van haar werk en praat er graag honderduit over. — Evelyne Van Hecke

© Leif Firnhaber

The Lover

Bára Sigfúsdóttir

Curtain Call Productions

4


Dag Bára. Wat heb je juist onderzocht in The Lover? Bára Sigfúsdóttir: “Mijn interesse voor de natuur werd geprikkeld door het huidige discours over klimaatverandering en de manier waarop we tegenwoordig grondstoffen ontginnen. Rond deze thema’s wilde ik aan de slag gaan in The Lover. Ik ontmoette beeldend kunstenares Noémie Goudal en zij zat op een gelijkaardig spoor in haar werk, waardoor het me al gauw duidelijk werd dat we moesten samenwerken. Ik werd vooral geïnspireerd door haar reeks Les Amants, daar komt de titel van mijn voorstelling ook vandaan. The Lover betekent voor mij dat we in onze westerse maatschappij geen langdurige relatie meer hebben met de aarde. Ik maak deze voorstelling niet als propaganda voor hoe het dan wel zou moeten, maar ik hoop dat het mensen aanzet tot nadenken.” Hoe verliep de samenwerking met Noémie Goudal? “Wat ik interessant vind aan haar werk, is dat ze installaties maakt die fungeren als alternatieve landschappen. Ze neemt foto’s van de natuur die ze dan vervolgens in haar installaties verwerkt. Noémie had nog nooit aan een scenografie gewerkt. We beslisten om samen met Jeroen Verrecht, van het collectief 88888, het concept waar ik en Noémie op zaten te broeden, uit te werken. Dankzij de samenwerking met ons drieën zijn we erin geslaagd de scenografie vorm te geven zoals ze nu op scène staat.” De muziek in The Lover is van Borko. Hoe paste hij in dat plaatje? “Met hem werken is echt fantastisch. We hadden van in het begin een hele duidelijk klik. Borko kwam twee keer in België werken in de repetitieruimte, de rest van

The Lover

de tijd maakte hij de muziek in een studio in IJsland. Hij creëerde een laag die echt complementair was met wat Noémie, Jeroen en ik al hadden gemaakt.” Hoe zou je je jezelf omschrijven als danser? “Ik werk vaak met de isolering van lichaams­delen en speel graag met duur en herhaling. Ik zoek vooral naar een manier waarop beweging het publiek kan benaderen. Ik probeer transparant te zijn, zodat de toeschouwers meer zien dan enkel beweging en verder kunnen kijken. Ik vergelijk het met kijken door een raam. Als je wil zien wat er aan de andere kant van het raam is, dan moet je door het glas kijken om het te kunnen zien. Mijn lichaam is een raam. Het gaat niet om mij of mijn lichaam, maar wat je erdoor kan zien. Ik probeer mijn lichaam te linken aan de verbeeldingskracht van het publiek.” Wat wil je dan vertellen met jouw lichaam? “In The Lover was ik vooral geïnteresseerd in de kwetsbaarheid van een lichaam. Je pols, je armplooi, je nek… ik vind het fascinerend welke kwetsbare kracht ze kunnen uitstralen. In het dagelijkse leven vergeten we soms die kleine details over ons lichaam. Om de aandacht erop te vestigen, werk ik in The Lover met de isolering van deze lichaamsdelen.” Hedendaagse dans heeft de reputatie ontoegankelijk te zijn voor het grote publiek. Je hebt best wel een zware thematiek in jouw voorstelling. Waarom breng je deze met dans en niet met woord? “Eigenlijk is het simpel. We hebben toch allemaal een lichaam? Het onderwerp van dans belangt ons allemaal aan. Kijken naar een ander lichaam hoeft dus niet iets

Bára Sigfúsdóttir

vreemd te zijn. Ik denk dat dans minder eenduidig is en meer ruimte laat voor een eigen interpretatie. Woorden hebben meer een gemeenschappelijke betekenis, terwijl mensen een meer persoonlijke relatie hebben met beweging. Soms is die ervaring intellectueel, dan weer emotioneel of sensorieel. Voor mij opent dans een grotere schaal aan mogelijkheden tot ervaren. Dans heeft het potentieel om heel toegankelijk en universeel te zijn. Het is wel nog een jonge kunstvorm, maar in België is dans zich prachtig aan het ontwikkelen.” Je speelde The Lover op Theater Aan Zee voor een breed publiek. Hoe reageerden mensen daar? “Ik was ontroerd om te zien hoeveel verschillende mensen naar mij kwamen om samen over mijn voorstelling te reflecteren of te delen wat het bij hen teweeg had gebracht. Daar gaat het voor mij net om: ik wil communiceren met het publiek. Als mensen niet komen kijken, dan bestaat mijn werk niet voor mij. Mijn selectie voor Circuit X heeft me erg geholpen om meer speelkansen te krijgen.” Het lijkt moeilijk voor Brusselse makers om door te breken bij een breder publiek. Hoe komt dat? “Er komt veel bij kijken om een groot publiek te bereiken. Er worden in Brussel heel veel interessante dansvoorstellingen gemaakt die veel publiek verdienen. Maar de makers ervan krijgen dit niet zelf geregeld. Er wordt veel van hen gevraagd. Een voorstelling maken kost op zich al heel veel tijd en moeite. Bovendien zijn de betalingen niet altijd goed, waardoor artiesten vaak nog ergens anders bij moeten verdienen. Om dan nog zelf te zorgen voor een tournee, daar heb je een goede omkadering en een breed netwerk voor nodig. Dat lukt velen niet alleen.”

Curtain Call Productions

5


Het Theaterfestival vroeger en binnenkort

© Dries Segers

Na deze editie van Het Theaterfestival neemt Kathleen Treier de fakkel over van Els De Bodt, die de afgelopen vier edities organiseerde. Omdat Kathleen dit voorjaar moeder werd van haar eerste kindje en Els ondertussen aan de slag ging bij HETPALEIS, neemt tussenpaus Hendrik De Smedt de coördinatie van deze editie waar. Zijn ervaringen konden jullie reeds in dagkrant#2 lezen, maar nu is het tijd om terug te blikken met Els De Bodt en vooruit te kijken met Kathleen Treier. — Filip Tielens

Festivalleiding

Kathleen Treier Els De Bodt

6


Wat is jullie eerste herinnering aan Het Theaterfestival? Kathleen Treier: “Ik herinner me dat een prof uit de opleiding Theaterwetenschappen ons naar enkele voorstellingen stuurde om er een verslag over te schrijven. Later speelde ik zelf ook in het randprogramma van Het Theaterfestival met de voorstelling Stockholm van ons collectief zie!duif.” Els De Bodt: “Mijn eerste herinnering heb ik ook te danken aan mijn studie Theaterwetenschappen, maar dan eerder indirect. Ik was op uitwisseling in Londen geweest en kon het mondeling examen bij Rudi Laermans moeilijk afleggen omdat ik zijn lessen niet had kunnen bijwonen. Toevallig stond mijn examen gepland op de dag nadat Rudi deelnam aan een debat op Het Theaterfestival. Ik er dus heen. Uiteindelijk bleek dat alles wat er in het debat verteld werd enorm bruikbaar was voor mijn examen. Ik haalde zelfs een 17! Rudi vroeg zich na het examen wel af vanwaar hij mij herkende, want hij herinnerde mij niet uit de les (lacht).” Els, wat vind je zelf jouw belangrijkste verwezenlijking na vier festivaledities geleid te hebben? Els: “Ik ben vooral blij dat Het Theater­festival veel meer een publieks­festival is geworden. Mijn voorganger Don Verboven koos meer voor een gecureerd festival – wat uiteraard ook een valabele keuze is – maar het brede publiek herkende zich minder in de uiteindelijke selectie. Sinds vorig jaar is de jury ook groter geworden en hebben we hen expliciet de opdracht meegegeven dat de selectie een best of van het afgelopen theaterseizoen moet zijn, een soort ‘net gemist’, een staalkaart van alle voorstellingen waar de jury enthousiast over is en die ze met een breder publiek willen delen. Het is de kunst om voor toegankelijkheid te gaan, zonder te moeten inbinden op kwaliteit. Voorstellingen zoals Platonov van NTGent of Toestand van Tristero zijn op het eerste gezicht misschien niet de meest evidente producties, maar ze slagen er wel in om een groot publiek te raken.” Moet Het Theaterfestival niet nog meer een publieksfestival worden, zoals pakweg de filmfestivals van Oostende en Gent dat zijn, met veel media-aandacht en impact? Els: “Film is natuurlijk een heel ander medium. De drempel om naar de cinema te gaan of thuis on demand een video te huren zal altijd lager zijn dan het bijwonen van een theatervoorstelling. Het verschil met de grote filmfestivals is dat zij natuurlijk vooral aandacht genereren voor de premières die zij organiseren, terwijl Het Theaterfestival volledig uit reprises bestaat die al eerder te zien waren. Sommige media zijn ook weinig tot niet geïnteresseerd in theater, ook al gaat het vaak om dezelfde acteurs die in films meespelen waar ze wel over berichten.” Kathleen: “Het Theaterfestival kan zeker tijdens het jaar meer doen om bepaalde thema’s onder de aandacht te brengen. Ook online zie ik heel wat mogelijkheden: Het Theaterfestival zou een ambassadeur voor de podiumkunsten kunnen zijn, en dat een heel jaar lang, niet enkel tijdens de festivalperiode.”

met Johan Leysen en Sara De Bosschere twee Vlaamse acteurs in mee. Natuurlijk zou je alle internationale producties die in het voorbije seizoen op de podia in deSingel en het Kaaitheater te zien waren in overweging kunnen nemen, maar dan wordt het niet meer behapbaar voor een jury om het overzicht te bewaren en alle voorstellingen te bekijken.” Kathleen: “Onze jury gaat ook nog in Nederland prospecteren, terwijl de jury van het Nederlands Theater Festival zich enkel nog maar beperkt tot de voorstellingen die in Nederland te zien zijn, net om het haalbaar te houden voor de juryleden.” Dit jaar is er voor het eerst sinds lang zelfs geen enkele Vlaamse productie bij de tien geselecteerde voorstellingen op het Nederlands Theater Festival. En dat in een Beste Buren-jaar. Els: “Dat is de keuze van hun jury natuurlijk, al zegt dat zeker niets over de kwaliteit van wat er afgelopen seizoen in Vlaanderen gemaakt werd. In het randprogramma van het Nederlands Theater Festival zijn er wel voorstellingen uit Vlaanderen te zien. Wij pakken dit jaar uit met de ‘Kroonjuwelen van de Lage Landen’, een label om de producties uit Nederland extra in de kijker te zetten.” Kathleen: “Met Jeffrey Meulman van het Nederlands Theater Festival overleg ik regelmatig over hoe we meer kunnen samenwerken. Ik zou het bijvoorbeeld zeer fijn vinden als we voor het jonge talent een gezamenlijk festivalluik kunnen ontwikkelen. Nu zie je toch dat er veel overlap is tussen de voorstellingen van Circuit X bij ons en de producties die bij hen voor de BNG Nieuwe Theatermakersprijs genomineerd zijn of in hun zijprogramma te zien zijn. In de toekomst zullen er zeker meer bruggen geslagen worden tussen Vlaanderen en Nederland.” Welke veranderingen wil je nog doorvoeren in de komende jaren? Kathleen: “Het Theaterfestival moet veel meer een stedelijk festival worden. Dit kan door meer samen te werken met andere partners in de stad en linken te leggen naar actuele onderwerpen. Zo zou een thema als Ringland bijvoorbeeld een uitstekende aanleiding kunnen zijn om het in het festival ook over duurzaamheid te hebben en hoe theatermakers zich daartoe verhouden. Nieuw is dat naast Antwerpen en Brussel het festival binnenkort ook in Gent zal doorgaan, in een beurtrol. Zo hebben we drie jaar de tijd om het stedelijk luik uit te werken op iedere plek.” “Daarnaast wil ik meer inzetten op internationalisering, bijvoorbeeld door ieder jaar een programma samen te stellen voor internationale programmatoren. Ik wil ook de band met de theatersector zelf nog versterken. De hele sector moet zich gerepresenteerd voelen en elkaar kunnen ontmoeten op Het Theaterfestival.” Kathleen, hoe lang zie je jezelf voor Het Theaterfestival werken?

Els: “Daar wordt vaak over gediscussieerd. Een voorstelling zoals The Civil Wars is technisch gesproken een productie van het Zwitserse gezelschap van regisseur Milo Rau, maar werd wel gecoproduceerd door het Kunstenfestivaldesarts en er spelen

Kathleen: “Ik heb net een baby gekregen, maar ondertussen beschouw ik ook Het Theaterfestival al als mijn nieuwe kindje waar ik de komende jaren voor mag zorgen. Er is de afgelopen tijd heel wat veranderd in mijn leven. Ik zie het wel zitten om wat stabiliteit in te bouwen en om gedurende een langere periode voor Het Theaterfestival te werken.” Els: “Misschien breekt Kathleen dan wel de omerta van Het Theaterfestival. Alle directeurs zijn immers na een cyclus van vier jaar gestopt: Michel Price, Roel Verniers, Don Verboven, ikzelf… Ik denk dat Kathleen zou moeten proberen om toch minstens vijf festivaledities te organiseren.” Kathleen: “Een nieuw wereldrecord Theaterfestival, ik zie het zeker zitten!”

Festivalleiding

Kathleen Treier Els De Bodt

Moeten in deze geglobaliseerde tijden niet alle voorstellingen die in het afgelopen seizoen in Vlaanderen te zien waren in aanmerking kunnen komen voor een selectie voor Het Theaterfestival?

7


“Kinderen zijn de sterkste impressionisten” Kriep draait rond de plotse verdwijning van een kind. Dat is een verontrustende gebeurtenis om in een kindervoorstelling te brengen.

In de schouwburg van Kortrijk ontmoeten we een bruisende Frans Van der Aa. Hij repeteert er volop aan Woesj, de kinder­opera die 4Hoog momenteel aan het maken is. Maar eerst speelt Kriep nog op Het Theaterfestival. Terwijl op de achtergrond zingende schelpen worden uitgetest, hebben wij een bevlogen gesprek met de artistiek leider van 4Hoog. — Katrien Van Bael en Bart Van Gyseghem

© Els Deventer

Frans Van der Aa: “Als een kind aan de schoolpoort moet wachten terwijl de ouders niet komen opdagen, zorgt dat voor paniek. Een kind vreest op zo’n moment dat het alles kwijt is en dat iedereen hem vergeten is. Iemand verliezen die je graag ziet, is een enorme angst voor een klein kind. Dit uitgangspunt is gesneden brood voor een thriller op kindermaat. Zelf lees ik ook graag thrillers, omdat ik helemaal in die spanning kan opgaan en telkens probeer te weten hoe de puzzel juist in elkaar zit. Ook kinderen vinden dit prikkelend. In Kriep maken we de verdwijning van bij het begin wel wat belachelijk. Zo is Rudy, de vader van het verdwenen kind, door een rottweiler in zijn strot gebeten en ligt hij met een toegenaaide nek in het ziekenhuis. Dat klinkt heel verschrikkelijk, maar is tegelijk zo absurd waardoor je het als publiek niet gelooft.” Is die uitvergroting belangrijk om zo'n thriller voor kinderen te maken? “We spelen met de grens tussen realiteit en surrealiteit. Ik vind het altijd leuk om naast de poëzie en de esthetiek ook met absurditeit te werken. Kinderen zijn ontzettend bezig met fantasie. Ze zijn de sterkste impressionisten: als zij iets tekenen of schilderen, doen ze dat op hun manier, met hun richtingen en ideeën. Volwassenen gaan altijd alles analyseren, terwijl bij kinderen alles veel directer binnenkomt. In Kriep proberen we de kinderen voldoende te triggeren met realiteit, maar halen we deze ook onderuit door uitvergrotingen te maken zoals bij Hitchcock. De afwisseling hiertussen maakt dat je een goede thriller krijgt. Bij film kan je focussen op wat je echt wil laten zien, maar in theater kan je niets verstoppen. Zo werken we in Kriep met live bruitage. Kinderen zijn heel alert voor geluid. Als er onder hun bed iets kraakt, vinden ze dat fenomenaal. Met die live bruitage kunnen we accenten leggen, dingen versterken of

Kriep

Frans Van der Aa

4Hoog

8


juist verkleinen. Of juist niets laten horen. Dat spel maakt alles krachtiger en het zorgt ook voor de nodige humor die wat lucht geeft aan het geheel. Een kind kan het niet aan om de hele tijd op hetzelfde level een thriller te verwerken.” Tijdens Het Theaterfestival speelt ’s avonds na jullie thriller Kriep ook de voorstelling Horror van Jakop Ahlbom. Dat is toch wel erg verdacht? “Ik wil die voorstelling enorm graag zien! Ik hoor dat ze erg visueel is. Misschien is dat ook zo in Horror, maar in Kriep laten we zien hoe de magie in elkaar zit. Als je toont waar een geluid vandaan komt en hoe een actrice zich omkleedt tot een personage, wordt een kind deelgenoot van het spel en kan het veel meer beleven. Kinderen kunnen zo ook kiezen waar ze op focussen: kijk ik naar die creepy clown op dat schilderij waarvan de ogen uitpuilen of naar de benen van de actrice die achter dat schilderij staat?” Hoe belangrijk is muziek in de voorstellingen van 4Hoog? “Muziek is een groot deel van wat we doen. Ooit wil ik een muziekvoorstelling maken met een groot orkest waarin de personificatie van instrumenten centraal staat. Ik ben al die versies van Peter en de wolf een beetje beu. Dat idee zit al een tijdje in mijn hoofd. Eigenlijk wilde ik muzikant worden. Ik benijd mijn dochter (Liesa Van der Aa, nvdr) wel een beetje. We zouden graag eens iets samen maken. Al zal dat niet makkelijk zijn, want we zijn allebei perfectionisten. Theater maken is een heel positief gevecht. Als ik aan het maken ben, zit ik in een niche, weg van de realiteit. Natuurlijk lees ik de gazetten en luister ik naar het nieuws, maar wanneer ik een voorstelling maak ben ik blij om daar ook eens aan te kunnen ontsnappen.” Hebben kinderen eveneens nood aan het ontsnappen uit de realiteit? “Hun leven is gebaseerd op realiteit én fantasie. Al komt de werkelijkheid meer en

Kriep

meer bovendrijven en is de fantasie van kinderen aan het wegebben. Ze krijgen een zogezegde persoonlijke vrijheid die voor hen volledig wordt uitgetekend. Dat mag je een kind niet aandoen. Laat een kind zich toch vervelen! Vroeger was het allemaal dogmatischer. Kinderen luisterden beter, terwijl ze nu verbaler zijn. Ze zijn minder impressionistisch geworden, omdat ze meteen alles uiten wat ze voelen en minder binnenin verwerken. Daardoor komt er minder diepgang. Sommige kindervoorstellingen worden zelfs zo gebouwd dat die diepgang er nooit is. Met 4Hoog proberen wij net wel die extra laag in een voorstelling te stoppen. De koning zonder schoenen gaat niet alleen over een koning en wat muizen die in zijn gouden schoenen wonen, maar toont dat geven aan anderen je blijer kan maken dan alles zelf hebben. We moeten kinderen niet alleen ontspannen, we mogen ook een inspanning van hen verwachten. Wanneer iets louter amusement is, gaat een kind uiteraard makkelijk mee in al de gedachten die het krijgt voorgeschoteld omdat het die al kent, maar het wordt daar niet per se rijker van. Kinderen weten dat je van te veel snoepen ziek wordt, daar hebben ze meneer De Bolle (een personage uit Samson & Gert, nvdr) die heel de snoepwinkel leeg eet en met krampen op de zetel ligt niet voor nodig.” Ligt daar een taak voor beleidsmakers? “Zeker. De meetbaarheid die scholen moeten hanteren is niet slecht, maar ik begrijp niet dat de confrontatie met kunst en theater niet geïntegreerd wordt in een schoolplan. Je zou een heel andere maatschappij creëren, je zou een andere verzameling van mensen krijgen. Bijschaven in de beschaving is wat wij met kunst en theater proberen te doen. Cultuur maakt een mens meer tot mens, anders blijft alles alleen maar drift en kennis. Een kind is altijd in een leerproces en doet constant ervaringen op. Het moet leren waarvoor een lepel dient en dat het best niet in zijn broek moet schijten. Als het dat wel doet, moet het leren de gevolgen ervan te dragen (lacht). Dat is de hele ontdekking van mens zijn: hoe je denkt en voelt, wie je

Frans Van der Aa

bent en wordt. Dat is meer dan getallen en woorden, dat zit ook in tekenen en spelen. Over die bewust­wording moeten we het hebben. Beleids- en theatermakers hebben daar een noodzakelijke rol te spelen.” Kies jij uitsluitend voor projecten die ook een inspanning vragen van kinderen? “Die projecten dragen dat in zich, omdat ik weet met welke mensen ik werk. Hugo Matthysen zorgt telkens voor invalshoeken die nooit rechtlijnig zijn. Hij zet aan tot vragen. En vragen zijn vaak interessanter dan antwoorden, want ze vragen dus die inspanning.” Vertrek je altijd vanuit een artistiek idee? Of onderzoek je eerst de noden van een kind? “Het begint telkens bij de artistieke noodzaak, om daarna te zoeken welke toffe onderwerpen daar bij passen. Daarna kijken we welke lagen we er aan kunnen toevoegen en of het voor ons publiek geschikt is. Je moet dat doen uit respect voor de volwassenwording van een kind. Een kind verdient het dat je als maker nadenkt zoals een volwassene die bezig is met de waardigheid van een kind.” Hoe verrassend was de selectie van Kriep door de kinderjury voor Het Theaterfestival? “De ploeg was er zeer verheugd over, net zoals ik. Ik dacht al wel dat de voorstelling door kinderen geapprecieerd zou worden. Een kinderjury speelt in ons voordeel, maar ik heb me al wel bedacht dat er door de manier waarop de kinderjury nu is samengesteld nooit een kleutervoorstelling geselecteerd zal geraken. Een driejarige kan niet zeggen wat hij het beste vindt en een negenjarige vindt zo’n voorstelling te flauw. Je kan kinder­theater ook best niet bekijken door de ogen van een analytische, intelligente volwassene. Ik vind het fijn om als volwassene bij een kindervoorstelling te kunnen zeggen: ‘Ik ben zestig, maar ik heb me vijftig minuten lang weer vier gevoeld’.”

4Hoog

9


PUBLIEK A AN ZET “ONTVOER MIJ!” staat er in grote letters te lezen op de stickers die sommigen vastberaden hebben opgeplakt. Publiek Aan Zet regelt voor hen, de dappersten onder het publiek, een blik achter de schermen. Wat maakt een technieker gelukkig tijdens een voorstelling? Hoe ervaart een acteur het uitzicht op de zaal? Heb jij jezelf zulke vragen ook al gesteld? Laat je dan na de voorstelling ontvoeren door een medewerker. Die deelt een stukje van zijn of haar leven achter de schermen. Eergisteren trapte Paul, verantwoordelijke voor de infrastructuur van het Kaaitheater, de ontvoeringen af. Hij nam ons mee door de vele gangen en vertelde anekdotes over het leven en werken in het theater. Zijn insteek? Dieren in het theater! Een valk die bij een stuk van Jan Fabre in complete duisternis over de zaal vliegt en dan, tegen het script in, rechtsomkeer maakt. Een geit die voor een voorstelling moest overnachten op de binnenkoer. Een hoop duiven die werden losgelaten in de artiesteningang. Tot slot ook zijn persoonlijke favoriet over de vriendschap met olifant Suzy, opgetrommeld voor het afscheidsfeest van de voormalig directeur. Achteraf zijn de ontvoerden enthousiast. Paul is vervlochten met het gebouw en brengt elk verhaal met evenveel vuur. Velen hadden bij een rondleiding achter de schermen iemand van het theatergezelschap zelf verwacht. Ze waren echter positief verrast dat wij het helemaal anders aanpakten en dat ze een blik konden werpen op iets waar ze totaal niets van af wisten. Theater krijgt zo een lagere drempel: je ziet de vele verschillende aspecten die erachter schuilgaan, de medewerkers krijgen een gezicht en het gebouw komt tot leven. Paul: “Er gaan zoveel verhalen achter dit gebouw schuil, helaas kan je niet alles vertellen. Een collega van mij kwam op het idee om verhalen over dieren als leidraad te gebruiken. Die verhalen zijn inderdaad een goede manier om veel verschillende plekken te laten zien. Rondleidingen geven vind ik plezant en doe ik wel vaker, ik ken het gebouw tenslotte als mijn broekzak.”

ONDERTUS SEN IN NEDERL AND Wouter Hillaert sprak vandaag op De Dag van de Programmering op het Nederlands Theater Festival. Deze tekst is een residu van wat hij er vandaag aan de programmeurs vertelde over de eroderende Vlaams-Nederlandse samenwerking in het theater. Ik kwam vanmorgen gewoon met de directe trein van Brussel. Niet alleen voor jullie, maar voor een meeting met het Transitiebureau. Ik zat daar met mijn klakske op van rekto:verso. We zijn samen een gezamenlijk nummer aan het maken, gesteund door BesteBuren. De onderlinge verschillen tussen Vlamingen en Nederlanders vonden we niet zo interessant. We kijken gewoon met elk onze eigen ogen naar heel gelijkaardige fenomenen die zich overal in Europa voltrekken. Ik heb geen grote theorieën over historische banden en GrootNederlandse gedachten, ik hoef daarvoor niet terug te keren naar Vondel of 1815-1830. Ik zie gewoon dat er veel mooie voorstellingen in Vlaanderen gemaakt worden en ik snap niet dat deze amper in Nederland te zien zijn. Maar als jullie ook geregeld eens de directe trein naar Vlaanderen nemen, dan wisten jullie vast al wel… —dat er na al dat moeilijke theater uit Vlaanderen nu ook een Liefdesverklaring is? fABULEUS maakte deze omkering van de Publikumsbeschimpfung van Peter Handke met zes jongeren. —dat een Brusselse Zwitser de democratie heruitgevonden heeft? Christophe Meierhans presenteert in Some use of your broken claypots een hele nieuwe grondwet. —dat er na Hebzucht en Angst nu ook Hoop is? De derde voorstelling van Braakland/ZheBilding uit Leuven, die nu met de Queeste samengesmolten zijn tot Het Nieuwstedelijk. —dat De Tijd overgenomen is door drie jonge Hollanders? Waarom zitten Freek Vielen, Rebekka De Wit en Suzanne Grotenhuis eigenlijk in België en niet bij jullie? —dat de Vlaamse Golf al lang gaan liggen is? Los van Anne Teresa De Keersmaeker, Needcompany en Ivo Van Hove op zijn goeie momenten zit het helemaal vast in die generatie. —dat Peeping Tom, Studio Orka, Thomas Bellinck, Simon Allemeersch, Lisbeth Gruwez, etc. op dit moment de nieuwe toonaangevende namen zijn in het Vlaamse theaterveld? Jullie spreken over programmeurs, terwijl wij in Vlaanderen programmatoren hebben. Ik weet het, het is geen Nederlands, maar dat is in het ontvoogde Vlaanderen al lang geen argument meer. Wij doen waar we zin in hebben. Wij houden van moeilijk en dwars, wat kan ons dat publiek wat schelen. Daarom zijn ‘programmeurs’ in onze ogen zoiets als ingenieurs. Computernerds die koel en koud uit hun ogen kijken, alleen in cijfers denken, en al hun irrationele passies vervangen hebben door een meetlat. Misschien moeten we wel programmateurs kweken: niet enkel ingenieurs, maar ook passionado’s voor wat er te vinden is over de grens? Want als de Schengenzone zo goed werkt voor theatermakers – denk maar aan Naomi Velissariou, Lucas De Man, Joachim Robbrecht… – waarom dan zo moeilijk voor voorstellingen? Waarom zo moeilijk voor het gros van de programmeurs? Misschien moet er, net zoals de spreidingsplannen voor vluch­ telingen, ook een distributieplan voor het theater in de Lage Landen gemaakt worden?

publiekaanzet.be

tf.nl

10


DE BARBAREN Vandaag:

Horror Marie Peeters

Tot een maand geleden had ik nog nooit een horrorfilm gezien. Het genre was mij totaal vreemd. In juli kreeg ik de opdracht mij te verdiepen in een voorstelling met de titel Horror. Toen moest ik mijn horrorkennis uiteraard dringend bijschaven. Zelf ben ik bijna nooit bang. Angst is bij mij een concreet begrip. Als ik schrik heb, is dat voor iets concreet. Ik vind oude huizen niet eng want ik ben er in opgegroeid. Spinnen doen mij niks. Een bos in de nacht vind ik gezellig. Althans dat dacht ik. Na mijn eerste horrorfilmervaring stond ik ’s nachts alleen in een bos met een fietsslot in mijn hand en fake bloed over heel mijn gezicht uitgesmeerd. Nu moet ik toegeven dat ik toen toch wat schrik kreeg. Dus ging ik op zoek naar mijn angsten. Dat zijn er 31. Waarvan er 16 officieel zijn vastgelegd als fobie. Zo angstvrij ben ik uiteindelijk dus toch niet. Nu begrijp ik ook dat het genre horror heel wat meer om het lijf heeft dan enkel het schrikelement. Horror is een heerlijk genre voor muziek, beeld en special effects, net omdat de sfeer

barbaren.tumblr.com

Voor het zesde jaar op rij organiseert fABULEUS De Barbaren. Zes jongeren werden aan het begin van de zomer gekoppeld aan één van de voorstellingen op Het Theaterfestival. Hun missie: word hier en nu verliefd. Voor de één eindigt het in een ontmoeting. Voor de ander in een vers voetspoor.

doorheen de film zo belangrijk is. Een scene uit een willekeurige horrorfilm voorzien van lachband of bijvoorbeeld Watermusic van Händel zou totaal banaal zijn. Ik was vooral verbaasd door het belang van camerastandpunten en kleur in het beeld van horrorfilms. Omdat ik zelf meer bezig ben met film en fotografie dan met proza en poëzie heb ik mij doorheen deze barbarenmaanden vooral op het beeld in het genre horror gefocust. Zo ben ik bij Cindy Sherman beland. En ook een beetje bij Gerhard Richter. Dit is één van de resultaten van mijn giet-eens-een-emmer-fakebloed-over-je-hoofd experiment. Anders dan Cindy Sherman baseer ik me op bestaande filmbeelden. De horrorfanaten onder jullie zullen het beeld zeker herkennen. Voor de volledige serie foto's kan je de komende dagen op barbaren.tumblr.com terecht. Of ik vanaf nu vooral horrorfilms zal kijken betwijfel ik, maar het smaakt zeker naar meer!

11


TELE X

R A AD JE PL A ATJE Het Theaterfestival Vlaanderen bestaat 25 jaar. Sinds 1991 werden er meer dan 300 voorstellingen geselecteerd door de jury's. Herken jij uit welke productie onderstaande foto komt? Mail jouw antwoord als de bliksem naar filip@theaterfestival.be en win een vrijkaart voor een voorstelling naar keuze op Het Theaterfestival (zolang de voorraad strekt).

Na alle positieve mediaberichtgeving van de afgelopen dagen is er ook minder nieuws voor Sachli Gholamalizad. Haar gsm is namelijk kopje onder gegaan in het toilet (No reason to talk anymore). Misschien moet het rechercheteam van De Bunker zich eens over deze zaak bui-

gen. — Wat de nieuwe festivaldirecteur Kathleen Treier niet in haar interview op p. 7 vertelde, is hoe ze haar man Piet Menu op Het Theaterfestival in 2010 leerde kennen. Het was iets met Springville van Miet Warlop en de hele avond nababbelen op café. De rest van dit verhaal leest u volgende week ongetwijfeld in de Flair. — Wil je graag nog eens de beentjes strekken, kom dan op donderdagavond 10 september naar het festival­centrum in het Kaaitheater. LaVallée geeft er na hun FuckUp Night een after­party. Eerder die avond kan u naar de vernissage van de installatie van Kris Verdonck (waarin onze festival­coördinator Hendrik De Smedt overigens een glansrol als acteur neerzet). — Wij weten al wie er zaterdag in de prijzen valt bij de uitreiking van de Cultuurprijs voor de Podiumkunsten. De rechtszaakAquino wint de prijs voor beste theaterstuk. Daarnaast vond de jury de gespleten persoonlijkheid van Theo Franckenstein ook erg indrukwekkend. Hij wint een knusse tent, gratis af te halen in het Maximiliaanpark.

OPLOSSING 7 SEPTEMBER Tauberbach Les Ballets C de la B & Münchner Kammerspiele Winnaar: Pauline Walgraeve uit Bonheiden

MEER OVER HET THE ATERFE STIVAL

ADVERTEREREN IN DEZE KR ANT?

www.theaterfestival.be — #HTF15

Mail filip@theaterfestival.be

www.facebook.com/het.theaterfestival

voor onze voorwaarden!

www.theaterfestivalblog.be

woensdag 9 september 2015

doorlopend

De Verrijzenis #7 — It's going to get worse and worse and worse, my friend Voetvolk

Kaaicafé

15:00 Kriep 4Hoog

BRONKS

20:30 Horror Jakop Ahlbom

Kaaitheater

20:30 The Lover Bará Sigfúsdóttir/Curtain Call Productions

Kaaistudio's

21:30 The Lover Nagesprek

Kaaistudio's

HOOFDREDACTIE

Filip Tielens

REDACTIE Filip Tielens, Bart Van Gyseghem,

Katrien Van Bael, Evelyne Van Hecke, Rini Vyncke VORMGEVING Mies Van Roy R E AC T I E S & A DV E R T E N T I E S

filip@theaterfestival.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.