Dagkrant 11/09/2015

Page 1

www.theaterfestival.be

Slumberland An Pierlé, Fulco Ottervanger & Nathalie Teirlinck/Zonzo Compagnie

Dag krant Vader Franck Chartier/ Peeping Tom © Oleg Degtiarov

© Dries Segers

© Luc Depreitere

© Anne Van Aerschot

Work/Travail/Arbeid Anne Teresa De Keersmaeker/Rosas & WIELS AH/HA Lisbeth Gruwez/Voetvolk

vrijdag 11 september 2015


Waaghalzerij in het rusthuis

© Herman Sorgeloos

De grootschalige en overweldigende creaties van Peeping Tom vallen erg in de smaak op Het Theaterfestival. Na Le Sous Sol in 2007 en A Louer in 2012 werd ook de nieuwe voorstelling Vader geselecteerd door de jury. Omdat regisseur Franck Chartier momenteel in Den Haag aan het repeteren is, spraken wij met Gabriela Carrizo, de andere artistiek leider van het Brusselse danstheater­gezelschap. — Filip Tielens

Deze Leo De Beul is dan ook de echte ster in deze productie. Met de pianocover Wild is the wind had hij al het laatste woord in A Louer, hier mag hij helemaal loos gaan op het klavier in het rusthuis met het ontroerende Feelings, waarbij de oude vrouwtjes bijna in zwijm vallen voor hem…

INTERNATIONALE DOORBRAAK

Eerst even Vader schetsen. Aan het begin van de voorstelling sleept een oude man (Simon Versnel) zijn nog oudere vader (Leo De Beul) het rusthuis in, duidelijk tegen de wil van deze laatste. Net zoals een kind zijn ouders mist in een crèche, zo mist een oudere zijn kind in een rusthuis. Regisseur Frank Chartier alludeert hier al op door het rusthuis op kelderniveau te situeren, met enkel hoge ramen die amper licht binnen­laten. Een laatste stop in het leven alvorens we helemaal ondergronds verdwijnen. Het rode tapijt uit de eerdere voorstelling A Louer is gebleven, maar de chique villa die daar te huur stond is nu vervangen door een even monumentaal, maar troosteloos turquoise bejaardentehuis. Een tiental figuranten spelen de bewoners van het rusthuis. Daartussen halen de Peeping Tom-dansers weer allerlei waaghalzerij uit. Eens de oude man het bruuske afscheid van zijn zoon is vergeten, ontpopt hij zich tot de populaire charmeur die alle rusthuisdames het hof maakt. Hij rebelleert tegen het zorgcentrum dat hem wil betuttelen, even hart­ verwarmend als hoe Tania Van der Sanden een kranige maar stoute oma speelde in Zoutloos van Studio Orka.

Vader is vintage Peeping Tom: de immense decors, de meeslepende muziek, de acrobatische dansbewegingen, de grote emoties… Humor en tragiek liggen zoals gewoonlijk weer dicht bij elkaar. Toch is Vader de eerste voorstelling in de vijftienjarige geschiedenis van het gezelschap waarin enkel Frank Chartier als regisseur vermeld staat. Collega-artistiek leider Gabriela Carrizo heeft dan weer de eindverantwoordelijkheid voor de volgende voorstelling Moeder. Het derde deel van de trilogie, Kinderen, staat gepland voor 2018 en regisseren ze opnieuw samen. Gabriela Carrizo: “Het leek ons leuk om eens apart te werken, het kan ons eigen parcours alleen maar voeden. Na vijftien jaar samenwerken en een gedeelde artistieke taal te ontwikkelen, kan dit zeker geen kwaad.”

Zo hermaakte Franck bij de Göteborg Opera 32 rue Vandenbranden tot – let op het subtiele verschil – 33 rue Vanden­ branden. Beide voorstellingen zijn dus buren van elkaar, met het verschil dat het originele project met 6 dansers gemaakt werd en er in de Zweedse versie maar liefst 22 performers op scène stonden. Gabriela: “Het bewegingsmateriaal in de Zweedse versie was dan wel hetzelfde als in het origineel, maar de rollen werden hier gewoon door meerdere dansers vertolkt. Wanneer we in een nieuw creatie­proces

Vader

Gabriela Carrizo

Peeping Tom

Dit voorjaar viel Peeping Tom enkele keren in de prijzen. 32 rue Vandenbranden won de prestigieuze Oliver Award voor beste nieuwe danscreatie. Vader werd door het NRC Handelsblad verkozen tot beste dansvoorstelling uit 2014 en won de Premio de la Critica Barcelona als beste internationale dansproductie. Gabriela: “Door het internationale succes van onze laatste voorstellingen krijgen Franck en ik heel wat vragen van buitenlandse theaters om er als gastregisseur te komen werken.”

2


“Er zijn zeker parallellen te trekken tussen mijn werk ginder en dat bij Peeping Tom. Ik denk dat er telkens een grote rusteloosheid in de voorstellingen zit, een zenuwachtige danstaal.” FAMILIEBANDEN Peeping Tom fungeert een beetje als een familie. In de eerste trilogie van het gezelschap, Le Jardin (2002), Le Salon (2004) Le Sous Sol (2007) speelden Gabriela en Franck ook nog zelf mee. Hun dochtertje Uma Chartier stond zelfs mee op het podium in Le Salon, waarbij ze tijdens het jarenlange touren letterlijk mee opgroeide op scène. Leo De Beul, de hoofdrolspeler uit Vader, is ook in het echte leven de papa van Eurudike De Beul, die samen met Gabriela en Franck Peeping Tom oprichtte en al in verschillende producties mee speelde of als coach betrokken was. Daarnaast is er ook een los-vaste club dansers waar Peeping Tom voor iedere voorstelling mee werkt. Simon Versnel, met wie u morgen een interview in deze dagkrant leest, was al betrokken bij Le Jardin en speelt nu, bijna vijftien jaar later, ook weer mee in Vader.

stappen met Peeping Tom, hebben we niet alles al op voorhand vastgelegd. We vragen telkens aan de dansers om zelf eigen materiaal te creëren. Dat is tenslotte toch het fijnst voor hen, want we touren meestal enkele jaren met onze voorstellingen. Maar omdat we telkens heel lang onderzoek voeren voor een nieuwe creatie en zo’n vijf maanden repeteren, is het ook wel eens fijn om in kortere tijd een productie te kunnen maken bij een buitenlands gezelschap.” Franck is momenteel aan de slag in Den Haag waar hij met het Nederlands Dans Theater een nieuwe creatie maakt. Deze zal getoond worden in het compilatie­ programma Start Again dat op 1 oktober in première gaat. Voor de gelegenheid wordt dan ook de korte voorstelling The missing door die Gabriela in 2013 bij het NDT maakte, hernomen. Afgelopen voorjaar maakte Gabriela The Land met het acteursensemble van het Residenztheater in München. De setting was een dorps­ gemeenschap gevangen in een miniatuurlandschap waarin angst regeert.

Vader

Binnen de voorstellingen zelf speelt het thema familie ook een erg belangrijke rol, net zoals ouderdom en verval. Over Le Salon lezen we op de website van het gezelschap: “Deze voorstelling toont het mentale, fysieke en financiële verval van wat ooit een rijke familie was. De aristocratische grootvader, ooit steunpilaar van de familie, sleurt zijn kinderen onbewust mee terwijl hij de schijn hoog houdt. Le Salon is een reflectie over relaties tussen koppels, tussen generaties, heden en verleden, jong en oud.” Over Le Sous Sol, waarin samen­ gewerkt werd met de 80-jarige butohdanseres Maria Otal: “De familie­leden zijn nu dood en begraven, maar leven verder onder de grond. Er zijn geen regels en afspraken meer, de familiale pikorde wordt grondig op haar kop gezet.” En bij 32 rue Vandenbranden klonk het: “Deze voorstelling gaat over de psychologische ballast waaronder jonge mensen gebukt gaan, ook zij die wegrennen van hun roots, familie of cultuur. Inspiratie vonden we in een film waarin een oude vrouw door haar kinderen naar de top van de berg Narayama wordt genomen om daar te sterven.”

zorgen voor een hoge gemiddelde leeftijd van de cast. Gabriela: “Een tijd geleden organiseerden we in Frankrijk een workshop met oudere mensen rond het thema ‘spijt’. Dit liet een erg sterke indruk op ons na en bracht ons op het idee om ook in Vader figuranten te gebruiken. Het is een echt plezier om met externen te werken, iedere keer draait dit zeer goed uit. De oudere figuranten brengen ook een nieuwe leefwereld binnen in de voorstelling. Zelf ken ik rusthuizen immers niet erg goed. Ik kom uit Argentinië, waar het de gewoonte is dat oude mensen binnen de familie zelf verzorgd worden.” MOEDER Begin 2016 starten de repetities voor Moeder. Weet Gabriela al meer over hoe deze voorstelling er uit zal zien? “Eerder dan een moederfiguur centraal te stellen, wil ik haar net afwezig maken. Het publiek leert het verhaal van de moeder kennen via de andere personages die haar reconstrueren vanuit hun eigen gezichtspunt. Tot nu toe werkten we bij Peeping Tom telkens met een groot en vaststaand decor in een productie, maar voor Moeder overweeg ik om met een veranderend decor te werken, want dat hebben we nog nooit gedaan. Het geluidsdecor zal ook extra belangrijk worden”, aldus Gabriela. Afspraak eind september 2016 in Ludwigshafen in Duitsland, waar de voorstelling in het Theater im Pfalzbau in première gaat.

WHAT'S IN A NAME? Peeping Tom

Naast Leo De Beul en Simon Versnel zijn het vooral de figuranten die in Vader

Gabriella Carrizo: “In 1999 creëerden we de voorstelling Caravana, waarbij het publiek door een raam van een caravan keek. Ons eerste werk maakten we dus in de periode van Big Brother. We waren uitgenodigd in Zürich om er te spelen, maar hadden nog geen naam voor ons gezelschap. Uiteindelijk kozen we Peeping Tom, gelinkt aan dat Caravana-project: door het raam kijken, nieuwsgierig zijn, voyeurisme. Veel mensen denken dat onze naam geïnspireerd is op de gelijk­namige film van Michael Powell, maar daar heeft het niets mee te maken. We houden van de klank van de naam en van zijn eerste betekenis. Peeping Tom zegt ook iets over hoe we werken: we willen dingen in verschillende perspectieven laten zien.”

Gabriela Carrizo

Peeping Tom

3


“AH/HA is eigenlijk niet grappig” Na de repetitie van AH/HA vond ik de twee dansende heren uit deze voorstelling nog lichtjes bezweet in hun kleedkamer. Ik vraag hen hoe ze bij Voetvolk terecht kwamen. “Het is eigenlijk allemaal een groot toeval,” zeggen de Spanjaard Vincente Arlandis Recuerda en de Amerikaan Lucius RomeoFromm in koor. Ze werden uitgenodigd voor een auditieworkshop en toen ging de bal aan het rollen.  — Evelyne Van Hecke

Vincente: “Tijdens het repetitieproces hebben we heel veel gelachen. We volgden ook enkele lachworkshops gedaan waarin we onderzochten wat de impact van lachen is op het lichaam. Wanneer je lacht, laat je namelijk erg veel energie los. Ik hou van dat relaxerende gevoel. Maar in de voorstelling daarentegen voel ik heel veel spanning, omdat we echt proberen om de ontlading uit te stellen. Die opbouw naar explosies vereist veel van een lichaam.”

Waarom werden jullie uit de auditie gekozen om mee te spelen in AH/HA?

Wat betekent de voorstelling AH/HA voor jullie?

Vincente Arlandis Recuerda: “Lisbeth Gruwez en Maarten Van Cauwenberghe waren voor AH/HA niet per se op zoek naar de beste dansers, ze zochten meer naar…” Lucius Romeo-Fromm: “… een bepaalde chemie tussen mensen.” Vincente: “De gekozen dansers zijn allemaal heel erg goed in lachen, denk ik (lacht luid).” Lucius: “Ja, dat was eigenlijk het enige criterium om te slagen voor de auditie (lacht nog luider)!”

Vincente: “AH/HA is een heel formele reis geworden.” Lucius: “Het is echt een trip. De voorstelling wordt heel erg bepaald door het ritme. Het lijkt een beetje de polsslag van het leven, van alledag. Het is een uitvergroot ritme van je hart of je adem, van wandelen, van trillende steden… Van alles wat in onze omgeving is. Dat ritme komt tot uiting in de dansers.”

AH/HA

Welke fysieke impact heeft de voorstel­ ling op jullie?

V. Arlandis Recuerda L. Romeo-Fromm

Lachen is heel leuk en vrolijk, maar jullie staan onder spanning tijdens het spelen. Beleven jullie wel plezier aan de voorstel­ ling? Lucius: “Het is opmerkelijk dat deze vraag altijd gesteld wordt. Een publiek verwacht dat lachen de belangrijkste clou is in deze voorstelling, maar eigenlijk draait de voorstelling daar niet om. AH/HA is niet grappig.” Vincente: “We werken niet met het plezier van lachen, maar de voorstelling zelf is wel leuk om te doen. De repetitieve modus van het stuk lijkt een beetje op dansen in een club. Je raakt in een soort van trance en daar hou ik wel van.”

Voetvolk

4


© Luc Depreitere

WHAT'S IN A NAME? Voetvolk Lachen kan iedereen. Wat is er dan zo speciaal aan hoe jullie de lach dansen? Vincente: “Lachen is inderdaad gemakkelijk en iedereen kan het, maar dat is toch ook het leuke eraan, niet? Bij dans denkt men vaak aan techniek die enkel door specialisten uitgevoerd kan worden, zoals bij ballet. Maar zelf kan ik helemaal geen ballet. Ik hou er net van om als toeschouwer ook bewegingen te zien die ik zelf ook zou kunnen uitvoeren. Voor mij devalueert zoiets niet de dansvoorstelling. Integendeel, zo’n stuk krijgt voor mij net meer waarde.” Lucius: “Er hoeven geen hyperingewikkelde structuren en moeilijke, riskante bewegingen gebruikt te worden om informatie over te brengen naar een publiek. Je kan zo weggeblazen worden door het spektakel van ingewikkelde choreografieën, maar als je een danser ziet die in een kleine zaal een simpele beweging doet, kan je dat soms meer raken.” Hoe zijn Lisbeth en Maarten als duo? Vincente: “Ze zijn allebei altijd aanwezig op de repetities. Lisbeth is natuurlijk meer bezig met de choreografie, terwijl Maarten de muziek maakt.”

AH/HA

Lucius: “Maarten heeft ook een goed overzicht over alles wat te maken heeft met publiek, management en netwerken. Hij kan zichzelf ook heel duidelijk uiten met zijn lichaam, waardoor er een kruisbestuiving ontstaat tussen Lisbeth en hem.” Hadden jullie verwacht dat AH/HA zo geapprecieerd zou worden? Lucius: “Voor mij gaat het niet om goede reacties, erkenning of prestige. Wat ik echt belangrijk vind is dat mensen geraakt worden.” Vincente: “Erkenning heeft weinig te maken met het feit of een stuk goed is of niet. Een fantastische voorstelling kan evengoed in de schaduw blijven. De reacties van het publiek zijn over het algemeen eensgezind positief.” Lucius: “Ik denk dat het publiek zich kan vinden in de evolutie van de personages, de persoonlijke trips.” Vincente: “Het is een heel open stuk, waarmee ik bedoel dat je als toeschouwer fysiek betrokken raakt.” Lucius: “Inderdaad, binnen de 30 seconden raak je besmet door het ritme.” Vincente: “AH/HA is echt besmettelijk.”

V. Arlandis Recuerda L. Romeo-Fromm

Voor deze What’s in a name doken we even in het archief van de dagkrant. In 2012 vertelde Lisbeth Gruwez het volgende: “De naam Voetvolk is geen cadeau als je een internationale carrière ambieert. Het is een stomme naam in het buitenland, daar kunnen ze hem nooit uitspreken. Het klinkt bijna Russisch: Voddenvolk (lacht). In het buitenland gebruik ik dan ook liever de vertaling Infanterie.” Waarom koos ze dan voor de naam Voetvolk? Lisbeth: “Voor mij heeft het woord een mooie connotatie. Dansers zijn mensen die hun lijf gebruiken. In de oorlog zal het voetvolk zonder paard het lijf in de strijd gooien. Omdat ik altijd redelijk fysieke voorstellingen maak, vond ik dat een mooi uitgangspunt. Daarnaast willen Maarten en ik ook toegankelijke voorstellingen maken. Letterlijk voor het ‘voetvolk’, dus. Wij willen niet alleen voorstellingen maken voor de elite.” Bovendien was er ook een rechtstreekse aanleiding om het gezelschap Voetvolk te dopen. “Voor we met ons gezelschap begonnen, voelden Maarten en ik ons uitgezogen. Wij waren gewoon het voetvolk geworden: we werden heel weinig betaald, maar kwamen als eerste binnen op de repetities en gingen als laatsten naar huis.”

Voetvolk

5


“Ik ben een tikkerslaper, ik sta liever op” Slaap kindje slaap? Zo zoetjes gaat het er niet aan toe in de dromerige voorstelling Slumberland van Zonzo Compagnie. Sprookjesachtige figuren zoals het Maanmeisje of de Vleermuisjongen creëren een geheimzinnige sfeer tussen slapen en wakker zijn, omhuld door de vreemde klanken van muzikanten An Pierlé en Fulco Ottervanger en de fragiele beeldtaal van cineaste Nathalie Teirlinck. Vijf vragen aan de drie makers van deze droomvoorstelling! — Eva Decaesstecker

Ben je zelf een schone slaap(st)er? Waar was jij als kind bang voor?

Wat vind je het meest fascinerend aan slaap?

FULCO OTTERVANGER

“Soms slaap ik minder goed, vooral als ik veel te doen heb. Maar gelukkig is dat niet zo vaak het geval. Als kind was ik niet per se bang van monsters onder mijn bed, maar wel van monsters in de garage. Daar stond namelijk een grote rubberen spaarpot in de vorm van een kat. Die vond ik als kind echt doodeng.”

“Als je slaapt heb je toegang tot een grotere dimensie van mens-zijn dan overdag. Slapen is misschien wel een waardigere en echte manier van leven. Ook fysiek gebeurt er van alles als je slaapt en dat beleef je onbewust. Misschien zijn al die dromen gewoon een hoop onzin, maar gedachten zijn dat soms ook en bevatten toch ook een kern van waarheid.”

AN PIERLÉ

“De laatste tijd ben ik zo moe dat ik heel goed slaap. Sinds ik een kindje heb, slaap ik ook veel beter. Vroeger had ik nogal last van insomnia, dus de thematiek van wakker liggen in bed en rare dingen dromen was mij niet vreemd. Als kind had ik een hele grote fantasie. Ik was vooral bang van spoken en geesten die mijn lichaam zouden overnemen.”

“De hele wereld tussen slapen en waken: het onderbewuste, de oervormen van angst en het feit dat die angst zo dicht bij de schoonheid van slaap ligt. Het mooiste aan slapen vind ik dromen, omdat je dan helemaal weg van de wereld kan zijn. Slapen is een beetje een oefening op de dood: omdat slapen en doodzijn zo hard op elkaar lijken, moet je niet bang zijn van de dood.”

NATHALIE TEIRLINCK

“Ik ben een tikkerslaper, iemand die de hele nacht woelt. Ooit werd ik voor de reeks Slapers van De Standaard gefotografeerd tijdens mijn slaap, en daar zie je mij echt van de ene kant naar de andere kant van het bed rollen! Ik ben eerder een ochtendmens, ik sta heel graag op.”

“De grens tussen de echte wereld en de droomwereld en hoe slaap daartussen staat. Dat was ook het vertrekpunt voor Slumberland. Samen met Fulco en An zijn we heel associatief te werk gegaan om rond slaap te brainstormen. Soms kan één beeld, personage of geluid hard op de verbeelding inwerken en een hele nieuwe sfeer creëren.”

Slumberland

A. Pierlé, N. Teirlinck F. Ottenvanger

Zonzo Compagnie

6


© Dries Segers

Was de combinatie Fulco – An – Nathalie een droom of eerder een nachtmerrie?

Wat was jouw beste bijdrage in deze voorstelling?

Welke reactie van de kinderen uit het publiek vond je het meest bijzonder?

“De samenwerking met An en Nathalie was een droom. We nemen heel veel initiatief en kunnen ook erg impulsief zijn. Daarnaast vullen we elkaars kennis goed aan. Soms zaten we een hele dag te wroeten op iets en kwam de oplossing pas een dag later tevoorschijn, maar op andere dagen konden we een nummer op een uur tijd af hebben. Het creatieproces was wel echt een chaotische bedoeling.”

“An en ik waren de liedjesmakers van het stuk en daarin hebben we dan ook echt een gelijkwaardige bijdrage. Mijn Nederlands accent heeft wel geïnspireerd om inspiratie te halen uit Nederlandstalige muziek uit de jaren ’60, ’70 en ’80. An houdt ook wel van wat meer Hollandse vocalen, denk ik. Omdat ik uit de jazzwereld kom, heb ik er ook wel wat improvisatie ingestopt.”

“De meest verbazende reactie tot nu toe kwam van de dochter van An, die bang was van het Maanmeisje. Dat vond ik gek, want het Maanmeisje is best wel een lieve figuur in de voorstelling. Ik heb het liedje over het Maanmeisje ook aan andere mensen laten horen. Zij vonden het ook best creepy, terwijl ik net dacht dat het een gewoon popliedje was.”

“De samenwerking was een droom! Werken met een thematische insteek is anders dan eigen platen maken en altijd in jezelf moeten graven. Muzikaal vullen Fulco en ik elkaar ook heel goed aan. We hebben de muziek ondertussen ook opgenomen, er komt binnenkort een plaatje van uit. Het is het soort muziek dat we zelf ook graag zouden opzetten.”

“Ik heb niet echt een ‘beste bijdrage’. Ik denk eerder aan het feit dat we er met z’n allen in geslaagd zijn om dit te maken en dat we zo compatibel met elkaar waren. Als je samen iets creëert en het klikt onderling, dan wordt het geheel groter dan de afzonderlijke delen. Een heel fijn gevoel. Ik vind Slumberland ook echt goed gelukt, soms moet je dat ook gewoon durven zeggen.”

“Er zijn kinderen die Slumberland prachtig vinden en er zijn kinderen die bang worden. Het vreemde is wel dat wat wij angstaanjagend vinden niet per se datgene is waar kinderen bang van zijn, en andersom. Sommige jongens vonden Slumberland een heel stoer stuk, misschien net omdat ze stiekem bang waren, maar dat niet durven toegeven.”

“In het begin was de samenwerking nog een beetje een woelige droom. Het was een zoektocht om twee verschillende media, namelijk muziek en film, samen te laten communiceren op een podium. In het begin was het ook een beetje vechten om het eigen medium een volwaardige plaats in het stuk te geven. Maar plots lukte dat en werd de samenwerking echt een droom.”

“Waarschijnlijk het maken van de puzzel: de prachtige ingrediënten die Fulco en An me aanreikten in elkaar laten passen met de beelden om zo tot een samenhangend geheel te komen. Slumberland had een heel ander maakproces dan Starend Meisje waarin de tekstfragmenten een verbindende factor waren, terwijl hier enkel het thema slaap vooropstond, wat de puzzel moeilijker maakte.”

(Hier moet Nathalie even over nadenken. Ze herinnert zich een heel mooie reactie, maar weet niet meer precies welke, tot ze me die achteraf nog smst) “Yes, gevonden! Ik herinner me een papa die me kwam vertellen dat zijn zoontje tegen hem zei: ‘Ik had zin om te slapen, maar mijn ogen niet.’ Dat vond ik een heel mooi compliment!”

Slumberland

A. Pierlé, N. Teirlinck F. Ottenvanger

Zonzo Compagnie

7


“Er is iets heel menselijks en dichtbij aan het dansen in een museum” Wat gebeurt er als een dansgezelschap en een museum de handen in elkaar slaan? Heel wat, zo bewijst Anne Teresa De Keersmaeker met Work/Travail/Arbeid in WIELS. De choreografe vormde haar voorstelling Vortex Temporum om tot een dansproject in een museum. Een dansvoorstelling associëren we met een podium, een vaste speelduur en een frontaal zittend publiek. Een tentoonstelling daarentegen stalt kunstwerken uit die te bezichtigen zijn vanuit verschillende hoeken en over een langere periode. We hadden een gesprek met Cynthia Loemij die in beide projecten meedanst en uitstekend geplaatst is om een ver­ gelijking te maken. — Liza Noteris

© Anne Van Aerschot

Anne Teresa De Keersmaeker/

Work/Travail/Arbeid

Cynthia Loemij

Rosas & WIELS

8


Work/Travail/Arbeid is een herinter­ pretatie van Vortex Temporum uit 2013. Waarom juist deze voorstelling als basis voor het project in WIELS? Cynthia Loemij: “Vortex Temporum is vervlochten met het gelijknamige muziekstuk van de Franse componist Gérard Grisey. Grisey onderzocht de tijd in al zijn gelaagdheid. En dat was ook de centrale focus voor de dansvoorstelling. Tijdens het maken van Vortex Temporum ontdekten we tal van originele perspectieven. Anne Teresa de Keersmaeker bekeek het stuk vanuit verschillende invalshoeken. Ook als danser raakte je bij dat proces betrokken. Zo heb ik ontdekt dat een dansvoorstelling even mooi kan zijn vanuit de coulisse, als vanuit het perspectief van de zaal. Of misschien zelfs mooier. Het maken van Vortex Temporum was organisch en niet meer zo frontaal als vroeger. Toen WIELS, een van de meest toonaangevende instellingen voor hedendaagse kunst, aan De Keersmaeker vroeg om de handen in elkaar te slaan, was de keuze voor het stuk snel gemaakt. Zeker omdat het concept tijd een belangrijke stempel moest drukken op de tentoonstelling.” In hoeverre is de opbouw van Vortex Temporum te vergelijken met die van Work/Travail/Arbeid? “Vortex Temporum is in laagjes opgebouwd. Eerst plaatsten we de cello, daarna gingen we na welk samenspel een viool zou opleveren, en zo gingen we verder. De voorstelling is opgebouwd als een motor waar je alle stukjes apart van kan bezichtigen. Maar je kan ze ook langzaam in elkaar zetten, zien hoe ze een geheel vormen en naar een eindproduct toegaan. Deze opbouw paste perfect bij een tentoonstellingsruimte. Ook in Work/Travail/ Arbeid wordt het kleine en het grote, het complexe en het simpele vervlochten met elkaar.” Hoe ervaar je het om als danser in een tentoonstelling te staan? “Het is intensief. Bij Vortex Temporum heeft elke danser zijn rustmomenten. Een theater heeft iets beschermend. Het publiek zit daar, wij zitten hier. Maar bij Work/Travail/ Arbeid sta je als danser veel dichter bij je publiek. Je kijkt mensen recht in de ogen. Als ze zuchten of een opmerking maken, hoor je het. Ze filmen je voeten

15 minuten lang. Of raken je aan. Ze zien het zweet van je af druppelen. Het doel is niet dat wij als een soort zombies ronddansen en dan huiswaarts keren. We gaan een relatie aan met het publiek.” Welke gezamenlijke ervaringen met het publiek zijn je het meest bijgebleven? “Het zachte van hun ogen, een gedeelde glimlach of een zeer geconcentreerde blik. Er is iets heel menselijks en dichtbij aan deze opstelling. Ook het onverwachte spreekt me aan. Bij een klassieke voorstelling zoals Vortex Temporum creëer je enkel energie tussen de dansers, maar bij Work/ Travail/Arbeid ga je met onbekenden een fysieke ervaring aan zonder te spreken. Het is een bewuste ervaring van het tactiele, de ademhaling. Een zekere energie tussen mensen, maar dan zonder woorden. De lijn tussen wat gepermitteerd is en wat niet, is echter flinterdun. Zo gaan sommige toeschouwers met opzet op de lijn staan waar jij over moet dansen. Ik herinner me ook een dame die plotseling begon te dansen. Ze stond te zwaaien en te draaien tijdens één van onze groepsdansen. Dat was bevreemdend. En nog iemand anders plantte zijn schildersezel voor ons neer. Work/Travail/Arbeid wil graag de grenzen aftasten en ermee spelen.” Je had niet enkel verstorende elementen, neem ik aan? “Nee, er was ook magie: de stilte en de uitgelezen timing van mensen die rondjes lopen op exact de juiste plek. En ze dan verheugd zien omdat ze in de wervelwind staan en echt mee deel uitmaken van onze voorstelling.” Anne Teresa De Keersmaeker laat zich voor choreografieën vaak inspireren door muziek. Hoe zit dat hier? “Work/Travail/Arbeid visualiseert de muziek. Het is een muzikaal geschreven stuk. De voorstelling wil net in alle stilte de muziek laten zien. Elke danser is gekoppeld aan een instrument. De klanken van een cello, viool, dwarsfluit, altviool, klarinet en piano weerklinken in het lichaam van de dansers. Ook de tijd wordt uitgebeeld, bijvoorbeeld door bescheiden akoestische geluiden die worden afgewisseld met steeds snellere pianogeluiden. Mensen nemen hun tijd om de tijdservaring te beleven.”

Op zondag 13 september om 11u stellen WIELS, Rosas en Mercatorfonds de catalogus van de tentoonstelling Work/ Travail/Arbeid voor. Tijdens deze presen­ tatie in WIELS lichten choreografe Anne Teresa De Keersmaeker en WIELSdirecteur Dirk Snauwaert de uitgave toe en blikken zij samen met Rosas-danser Michaël Pomero en Ictus-pianist Jean-Luc Plouvier terug op het project. De catalogus wordt in vier delen uitgegeven door WIELS, Rosas en Mercatorfonds ter gelegenheid van de tentoonstelling. De twee eerste delen (die reeds beschikbaar waren tijdens de eerste tentoonstellings­ reeks in de lente van 2015) introduceren Work/Travail/Arbeid en traceren de voorbereidingen van het project, de twee laatste (die nu uitgegeven worden en de catalogus vervolledigen) gaan dieper in op de tentoonstelling zelf. De catalogus bevat een heruitgave van het originele Vortex Temporum-programmaboek, fotografische documentatie door Babette Mangolte, Herman Sorgeloos en Anne Van Aerschot, tekeningen van Anne Teresa De Keersmaeker, en nieuwe essays van Douglas Crimp, Bojana Cveji, Brian Dillon, André Lepecki en Catherine Wood.

Anne Teresa De Keersmaeker/

Work/Travail/Arbeid

Cynthia Loemij

Rosas & WIELS

9


PUBLIEK A AN ZET Nabesprekingen, maar dan net anders!

WAT U HEBT MOETEN MIS SEN The Fountainhead en Medea

Het Theaterfestival trekt een indrukwekkend aantal bezoekers. Velen daarvan behoren tot de relatief kleine groep van regel­ matige of professionele toeschouwers. Publiek Aan Zet wil graag inzetten op het bereiken van een breder publiek.

De onder luid gejuich onthaalde voorstelling The Fountainhead van Toneelgroep Amsterdam werd geselecteerd voor Het Theaterfestival maar kon helaas niet hernomen worden. Dit hebt u dus moeten missen:

Daartoe experimenteren we vooral met omkaderende activiteiten. En hoewel we deze ontwikkelden met een minder doorwinterd publiek in het achterhoofd, worden onze acties ook door veel ‘klassieke bezoekers’ warm onthaald. Van conversatiemenu’s die willen uitdagen over een spannend gesprek tot ontvoeringen die een aparte kijk achter de schermen geven: we trachten een theaterbezoek voor iedereen tot een rijke ervaring te maken. Ook de alom gekende nabespreking moest eraan geloven.

— Een partijtje schaduwboksen tussen de geniale architect Howard Roark en de middelmatige ontwerper Peter Keating en hun twee visies op het kunstenaarschap: de kunstenaar als creatief en autonoom genie of de kunstenaar waarbij carrière primeert op principes. — De neoliberale idealen die uit het stuk spatten: ‘Geloof in jezelf.’ ‘Maak geen compromissen.’ ‘Je kan het maken, als je maar hard genoeg je best doet.’ ‘Jaag je dromen na.’ — Een alles-consumerende liefde en niets aan de verbeelding overlatende seksscènes tussen Roark en Dominique Francon. — Ex-stadsdichter van Antwerpen Ramsey Nasr die uitblinkt in zijn rol als Howard Roark. Ramsey tekent ontwerpen op de scène alsof hij dat zijn leven lang al doet. Maar vooral op het einde van het stuk, wanneer hij de beroemde monoloog van schrijver Ayn Rand afsteekt, belandt hij in de categorie van groot acteur. — Theater dat je doet overwegen je hele leven overhoop te gooien, want bij het publiek werden na het zien van The Fountainhead relaties afgebroken en jobs stopgezet die niet spannend genoeg bleken.

Publiek Aan Zet probeert een ander format uit. De vragen worden gesteld door iemand die niet gespecialiseerd is in theater, en die de voorstelling zoals de (meeste) andere bezoekers net voor het eerst heeft gezien. Op die manier hopen we dat het gesprek meer zal aansluiten bij de vragen van het brede publiek. Tegelijk kiezen we de interviewer zorgvuldig: hij of zij is specialist in een andere artistieke discipline en onze opdracht is om te werken vanuit die invalshoek. Zo hopen we een kijk te bieden op verschillende manieren waarop je een voorstelling kan beleven. Als kers op de taart zitten we hiervoor gewoon in de bar en kan je nog uren doorpraten bij een drankje. We vroegen Ewoud Ceulemans, redactielid van het filmmagazine Vertigo en tevens horroradept, om met dramaturge Judith Wendel in gesprek te gaan over de voorstelling Horror. Samen onderzochten ze de verschillende aspecten van het horrorgenre. Ze hadden het over de gelijkenissen en verschillen tussen horror in film en in theater, en over de uitdagingen waarvoor het theatergezelschap gesteld werd. Vanavond proberen we dit concept opnieuw uit bij de voorstelling Vader. Hierover zal dichter Dries Martens spreken met dramaturge Gabriela Carrizo. Binnenkort debuteert Dries met zijn dichtbundel Wildgroei. Als zenboeddhist is hij geïnteresseerd in de intrinsieke connectie tussen geest en lichaam. Of dit straks voor een unieke kijk op de voorstelling zal zorgen? Daar zijn wij wel zeker van.

We misten nog een voorstelling van Toneelgroep Amsterdam die geselecteerd was voor Het Theaterfestival: Medea geregisseerd door de internationaal gelauwerde Australiër Simon Stone. Hij maakte van Euripides’ bekende tragedie een rauw portret van een hedendaags gezin en een krank­zinnige Medea genaamd Anna. Ook dit moesten we dus ontberen: — Intriges, jaloezie, wraak, verraad en dood. De thema’s van een Griekse tragedie verpakt in een herkenbaar, hedendaags jasje. Wie zijn de Griekse helden en verraders in onze huidige maat- schappij? — Marieke Heebink als waanzinnige Anna die voor haar vertolking werd genomineerd voor de Theo d’Or 2015. — Een spierwit, naakt decor waar de personages rondom elkaar cirkelen en met as sporen nalaten, om zo het web van intriges duidelijk te maken. — Messcherpe dialogen die je soms doen gieren van het lachen, en je dan weer ongemakkelijk maken door de emoties en het geweld. — Een eigen oordeel over het stuk. De recensies waren alvast kritisch. Medea en The Fountainhead waren beide ook geselecteerd voor het Nederlands Theater Festival in Nederland. Medea werd vertoond op 8 september in de Stadsschouwburg van Amsterdam.

— Liza Noteris

publiekaanzet.be

10


Summerschool Kunstkritiek Alles moet eerst worden gelogen — Jan-Jasper Persijn

© Sanne Peper

Je herkent ze op dit festival aan hun gefronste blik met open ogen. Als je goed kijkt, zie je zelfs het geslepen potlood achter hun oor. Ze opereren collectief, maar als aparte persoonlijkheden ademen ze de toekomst. Met z’n elven zijn ze: prille pennen met bakken talent, die tien dagen lang op de summerschool ‘kunstkritiek’ door rekto:verso ingewijd worden in de wondere wereld van de kunstkritiek. Hier nog een pareltje, de rest vind je op de blog van Het Theaterfestival.

voortdurend het perspectief tussen acteurs en personages, zodat tegelijk duidelijk wordt hoe de makers dit stuk doorheen een intensief repetitieproces hebben bijeengelegd. De voorstelling lijkt de tijdsdimensie zodanig te condenseren dat ze als geheel ook aan relevantie wint. De Wolf weet het dooreenlopen van de verschillende verhaallijnen zo subtiel ineen te zetten dat het nooit echt te moeilijk voelt of vervelend wordt. Een enkele blik tussen twee dochters van Karl Marx: de een op een podium in het Londense Hyde Park net voor ze een stakende arbeidersmassa zal toespreken, de ander te midden van de menigte voor datzelfde podium. Vanuit dat ene beeld in The Marx Sisters van Tg Stan & De Koe zullen zich geleidelijk hun levens­ verhalen ontvouwen, nadrukkelijk verteld in functie van verschil en geschil. Daarbij wordt Laura (Natali Broods) neergezet als kritisch en integer, maar bovenal hardvochtig en teleurgesteld in het ware leven achter de revolutionaire idealen van haar roemrijke vader. De toon van haar discours verruilt dan ook voortdurend kwaadheid voor verzuchting (“Armoede kost zo godvergeten veel tijd”) en verdriet voor berusting. Haar zus Eleonor (Sara De Roo) toont zich daarentegen consequent strijdvaardig en koppig ten dienste van de Marxistische zaak. Haar karakter volgt bijna uitsluitend de wet van strategie en berekening (“Alles moet eerst worden gelogen”) en lijkt daarom voor het grootste deel samen te vallen met de politieke rol die zij omwille van haar afkomst tracht te spelen. Daarnaast neemt Willem De Wolf de rol van Eleonors zelfzuchtige echtgenoot Edward Aveling voor zijn rekening – net als alle overige mannelijke personages. Zoals dat ene beeld impliceert, liggen beide zussen voortdurend voor elkaar op de loer, met ‘de nalatenschap’ als intellectueel en financieel dispuut tussen hen in. Hoe heeft eenzelfde milieu zo uiteenlopende levens kunnen voortbrengen? Pas voorbij de overweging van die vraag gaat de voorstelling echt overtuigen, wanneer dat historisch giswerk ook open komt te liggen in de opbouw van het verhaal. Doordat de makers ook al hun persoonlijke bijgedachten, twijfels en andere mogelijkheden binnentrekken en de bewegingen van de techniek opnemen in het scènebeeld, doet de vorm aanvankelijk denken aan een soort eerste repetitie. De ontzettende meerwaarde van die ingreep is op meer dan een vlak voelbaar. Die gelaagdheid geeft de toeschouwer niet alleen op een betekenisvolle manier inzicht in het historische interpretatiewerk dat een dergelijke voorstelling vereist. Ze wisselt ook

The Marx Sisters

De verschillende lagen van het verhaal behandelen onder meer de lotgevallen van de zusters Marx zelf, maar eveneens het documentatieproces en de aanleiding van de voorstelling. Die aanleiding blijkt De Wolfs lectuur van Mary Gabriels Liefde en Kapitaal te zijn, met nogal wat nadruk voltooid in het Italiaanse Triëst. Te midden van het interpretatiewerk opgehangen aan de veelzeggende regel “het is niet met zekerheid te zeggen dat de zusters Marx nooit in Triëst zijn geweest”, opent zich een mogelijke lezing vanuit de ontdubbeling van de betekenaar ‘in Triëst’. Gezien hun spel de tragiek van beide vrouwen breed verhaalt, lijkt de substitutie voor het adjectief ‘intriest’ op zijn minst gepast. Door het stuk daarnaast zowel in Triëst te laten beginnen als eindigen, omsluiten de makers met deze kwalificatie evenzeer hun uiteindelijke interpretatie van de zussen Marx. The Marx Sisters overtuigt daarom in de eerste plaats door de geweldige tekst van De Wolf. De passief-agressieve en ironische toon van de dialogen tussen beide zussen (zo overtuigend neergezet door Broods en De Roo) legt steeds opnieuw de pijnpunten en nuances van hun overwegend gespannen verhouding bloot. De historische oefening (wie waren Laura en Eleonor Marx?) is eigenlijk bijzaak. Bovenal biedt The Marx Sisters een reflectie over wat het betekent te moeten leven met opgedrongen idealen, met een erfenis zo gewichtig dat ze moed vraagt om er trouw aan te blijven, of om er juist van weg te lopen omdat ze het goede leven uitstelt naar de toekomst. Van begin tot eind vormt de voorstelling een bevlogen, kritische en genuanceerde reflectie die de menselijke randen aftast van een ideologische structuur als het marxisme, die vandaag steeds opnieuw met het argument van de geschiedenis onder de mat wordt geveegd.

De Koe & Tg Stan

11


TELE X

R A AD JE PL A ATJE Het Theaterfestival Vlaanderen bestaat 25 jaar. Sinds 1991 werden er meer dan 300 voorstellingen geselecteerd door de jury's. Herken jij uit welke productie onderstaande foto komt? Mail jouw antwoord als de bliksem naar filip@theaterfestival.be en win een vrijkaart voor een voorstelling naar keuze op Het Theaterfestival (zolang de voorraad strekt).

De dansvloer bleef rustig gisteren op de afterparty van LaVallée in het Kaaitheater. Hopelijk is er zaterdag tijdens het slotfeest van Het Theaterfestival meer volk. Dan komt DJ Jan Ducheyne aka Monsieur Le Selecteur vanaf 22u plaatjes draaien in het Kaaitheater. — Schrijven

voor de dagkrant heeft zo zijn voordelen. Onze redactrice Eva Decaesstecker kreeg niet één, maar zelfs twee jobaanbiedingen. Niet alleen mag ze morgen de kassa in WIELS bevolken, de komende twee maanden mag ze ook aan de slag bij de communicatiedienst van het Kaaitheater. — Vanavond opent in WIELS de Art Book Fair, waar je tot zondag kunt komen snuisteren op zoek naar je favoriete kunstboek. — Het beeldje dat de winnaar van de Cultuurprijs voor de Podiumkunsten morgen in ontvangst zal mogen nemen, is veilig gearriveerd in het Kaaitheater. — Gewoon is duidelijk niet goed genoeg voor het Kaaicafé: een pintje krijg je hier niet in een gewoon glas geserveerd, maar in een fancy coupe.

OPLOSSING 10 SEPTEMBER Ten oorlog Blauwe Maandag Compagnie Winnaar: Lien Van den Abbeele uit Gent

MEER OVER HET THE ATERFE STIVAL www.theaterfestival.be — www.theaterfestivalblog.be www.facebook.com/het.theaterfestival — #HTF15

vrijdag 11 september 2015

doorlopend

Vraagkaarten en ontvoeringen Publiek Aan Zet

BRONKS

11:00 – 20:00 Work/Travail/Arbeid Anne Teresa De Keersmaeker/Rosas

WIELS

19:00 De auditie Verona Verbakel, Publiek Aan Zet

Kaaitheater

19:00 Slumberland An Pierlé, Fulco Ottenvanger & Nathalie Teirlinck/Zonzo Compagnie

Kaaistudio's

20:30 AH/HA Lisbeth Gruwez/Voetvolk

BRONKS

20:30 Vader Peeping Tom

Kaaitheater

HOOFDREDACTIE

Filip Tielens

REDACTIE Eva Decaesstecker, Liza Noteris,

Filip Tielens, Evelyne Van Hecke R E AC T I E S & A DV E R T E N T I E S

VORMGEVING Mies Van Roy

filip@theaterfestival.be

12


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.