za 25 augustus 2012
SILENCE FINI . DE WERF
Het fantastische leven van de heilige Sint-Christoffel zoals samengevat in twaalf taferelen en drie liederen Š Ellen de Meulemeester
2
INTERVIEW //
"Toneel is een goede aanleiding om iets anders te doen" De prijs voor de voorstelling met de langste titel hadden ze al, nu komt daar zowel een selectie voor het Theaterfestival als voor Circuit X bij. Reden genoeg om Simon Allemeersch, Stefanie Claes en Barbara Claes proficiat te wensen en hen enkele vragen voor te schotelen. De eerste voorstelling die twee selecties weet te versieren, dat voelt waarschijnlijk erg goed? Simon Allemeersch: “Circuit X bestaat natuurlijk nog maar een jaar, maar het is heel plezant dat we hierdoor de kans krijgen om de voorstelling overal te spelen, ook op plaatsen waar we anders nooit zouden komen. Ik vind het altijd stom als je lang aan een voorstelling werkt en die vervolgens maar zes keer kan spelen.”
© Maya Wilsens
Is dit jullie eerste keer op Het Theaterfestival? Barbara Claes: “Stefanie en ik speelden mee in à l’Attente du livre d’or dat twee jaar geleden geselecteerd werd. In 2009 stond ik hier ook met Nimmermeer, een stuk van Stef Lernous (die dit jaar de state of the union uitsprak, KB). Het is eigenlijk mijn doel om hier elk jaar te staan (lacht).”
Zouden jullie graag in de schoenen van de jury willen staan? Simon: “Ik vind het straf dat ze zo’n selectie durven maken, ik zou het niet kunnen. Het hangt ook af van wat je met je selectie wil zeggen. Afhankelijk daarvan kan je tien verschillende voorstellingen selecteren. Het is al goed dat niemand meer zegt dat het ‘de beste’ voorstellingen zijn, dat is echt onnozel.” Stefanie Claes: “Ik zou in elk geval voorstellingen selecteren die me verrassen en zeker niet voorspelbaar zijn.” Jullie werk wordt vaak verrassend genoemd. Was dat bij de start de bedoeling? Simon: “Ik denk niet dat verrassen een voornemen kan zijn. Het gekke is dat als je iets al lang speelt, alles heel gewoon wordt. Ieder heeft zijn eigen manier om theater te maken, het is niet zo dat er een vaste werkwijze is en wij daar naast zitten klooien.” Zijn jullie eigenlijk een gezelschap? Barbara: “Schrijf maar dat we geen gezelschap zijn, maar wel graag gezelschapsspelletjes spelen (lacht).”
SIMON ALLEMEERSCH, BARBARA & STEFANIE CLAES
Simon: “Onze samenwerking is het gevolg van enkele linken tussen een aantal mensen. Ik had al vaker met drummer Giovanni Barcella gewerkt, en hij kende dan weer saxofonist Jeroen Van Herzeele. Stefanie, Barbara en ik hebben zogezegd op dezelfde school gezeten (RITS, KB), maar we kenden elkaar daar niet zo goed.” Barbara: “Ons werk sprong bij elkaar in het oog, wat bij mij eigenlijk maar zelden gebeurt.” Simon: “Het is eigenlijk raar dat het zo moeilijk is om te beschrijven hoe het precies gegaan is. In de jazzwereld is deze manier van werken heel normaal: je stelt een ploeg samen die bij het project past, doet tijdelijk samen iets en gaat dan weer een andere weg op. Er zijn ook al zoveel gezelschappen.”
"We zijn geen gezelschap, maar spelen wel graag gezelschapsspelletjes" In de voorstelling mixen jullie tekst, muziek, figurentheater en filmfragmenten. Hokjesdenken is niet aan jullie besteed? Simon: “Er is een voor- en een achterkant aan dingen: aan de voorkant zijn er woorden die steeds terugkomen zoals ‘muziektheater’ en ‘gebricoleerd’. Maar je hebt daar niks aan als je aan het werken bent, dan moet je gewoon samen uitzoeken wat werkt, wat nodig is. Soms is het wel leuk om de mensen op het verkeerde been te zetten. Dan start je de voorstelling met heel veel tekst, zodat ze teksttheater verwachten en doe je de rest van het ding je mond niet meer open.” Barbara: “Misschien is dat wel het misbruiken van het toneel.” Simon: “Ja dat denk ik ook, toneel is een goede aanleiding om iets anders te doen.” Wie is de heilige Sint-Christoffel uit jullie titel? Simon: “De heilige Sint-Christoffel is een enorm complex samenraapsel van verzinsels, ideeën en schrik. Doorheen de geschiedenis is er enorm mee gerommeld geweest. Onze titel is dan ook ironisch, het lijkt alsof we alles gaan vertellen terwijl dat juist niet kan. Alle heiligen zijn eigenlijk cut-ups van allerlei halfheidense ideeën en beelden van ergens anders. Zo heeft de heilige Christoffel linken met hondgoden uit het Egyptische rijk.” Hoe zijn jullie bij hem uitgekomen? Simon: “Ik heb ooit een tekst geschreven over Vlamingen die emigreren naar Amerika. Blijkbaar beschermde de heilige Christoffel hen, maar ik ontdekte dat hij evengoed ook Amerika beschermde én reizigers. De figuur met de hondenkop bleef maar in mijn voorstellingen opduiken dus werd dit het uitgangspunt voor een volgend project.”
3
Was dit een thema dat je medeacteurs kon bekoren? Barbara: “Het is een heel ruim verhaal, we hadden het gevoel dat het alle kanten op kon. En de heilige Christoffel heeft een kind over het water gedragen, dat komt niet veel voor hé (lacht).” Wanneer begonnen jullie aan de voorstelling? Simon: “Ons onderzoek startte eigenlijk vorig jaar in Italië, in het geboortedorp van Giovanni, onze drummer. Een paar jaar geleden is de heilige Sint-Christoffel in de buurt van dat dorp verschenen en sindsdien zijn er allerlei processies. We hebben ook aan zo’n nachtelijke tocht deelgenomen. Heiligen zijn daar erg belangrijk, er is een levendige volksdevotie met wassen ledematen die worden rondgedragen enzovoort, hoewel het niet erkend is door de kerk.” Lazen jullie ook heiligenverhalen? Simon: “Ja, dat zijn heel interessante verhalen. De middeleeuwers hadden een grote voorkeur voor heel slechte mensen die heel goed werden. Alle heiligen beginnen dus als heidenen die heel slechte dingen doen. Modaal goede mensen of mensen die altijd goed waren zijn pas later gekomen, zoals moeder Theresa. Die zijn eigenlijk ook niet interessant. Ik las De gouden legende van Voragine, hij verzamelde in de 13e eeuw voor het eerst een hele serie mondelinge verhalen. De tekst waarmee de voorstelling begint komt daar ook uit. Dat is echt goed (lacht).” Barbara: “Beter dan Tom Lanoye.” Simon: “Echt beter dan Tom Lanoye. Wie is Tom Lanoye eigenlijk (lacht)?” ◆ Karolien Byttebier
4
"Alles is een kopie van een kopie geworden" Hoe lang bestaat het gezelschap Boogaerdt/ Vanderschoot al? Bianca van der Schoot: “We zijn nu elf jaar bezig. Suzan Boogaerdt en ik volgden allebei de mimeopleiding in Amsterdam. Ik zat één jaar hoger. Suzan vroeg me haar afstudeerproject te regisseren. Dat was eigenlijk onze eerste samenwerking. Sindsdien creëren we elk seizoen een voorstelling.” Hoe kwamen jullie erop om een voorstelling te maken rond de bimboficering van de vrouw? “Het onderwerp hing al een tijdje in de lucht. Voor ons was het boek Female chauvinist pigs van Ariel Levy een belangrijke trigger. Daarin vraagt Levy zich af of het bloot dat we overal zien zorgt voor de ultieme bevrijding van de vrouw. Of moet ze zich nog steeds presenteren als seksueel wezen? Het fascineert ons dat we blijkbaar niet lijken te beseffen hoe de werkelijkheid vandaag gedicteerd wordt door de dwingende beeldcultuur.
We benaderen ons vertrekpunt altijd persoonlijk. Een tijd geleden had ik toevallig mijn benen niet geschoren. Een jongen vroeg me: ‘is dat een statement?’. Ik schrok daarvan. Blijkbaar moet ik daarin een keuze maken terwijl ik er eigenlijk nooit over nadacht. Die verwarring zette ons aan tot improviseren. Boogaerdt/ Vanderschoot is meer een groep dieren dan denkers, dus ook BIMBO ontstond op de vloer. Uiteindelijk reflecteerden we over de improvisaties en selecteerden we het materiaal. Videoclips à la Beyoncé inspireerden ons. We dachten: ‘we maken er ook zo één’. Maar goed, er kritiek op hebben is één ding. Zelf zo’n clip maken, is absoluut niet evident.”
" Is het een statement als ik mijn benen niet scheer?" Jullie kozen voor een bijzondere publieksopstelling. “De toeschouwers zitten met de rug naar ons toe en zien op breedbeeldtelevisieschermen wat wij achter hen doen. Het publiek kan natuurlijk omkijken, maar het vraagt meer moeite om de werkelijkheid te zien dan hoe de illusie tot stand wordt gebracht en hoe hard werken dat eigenlijk is. De opstelling vertelt net wat we willen zeggen. Het vergt zoveel moeite om de realiteit achter het beeld nog te kunnen aanraken, omdat alles een kopie van een kopie is geworden. Voor ons is het heftig om in zo’n opstelling te spelen. Normaal maak je direct contact met het publiek. Nu niet. Doordat de toeschouwers met de rug naar ons zitten, willen we ook iets zeggen over de samenleving.” BIMBO is een intense, lijfelijke voorstelling. Hoe beleven jullie dit als speelsters? “In het begin voel je je onwennig en bedeesd, maar die drempel moet je over. Op een bepaald moment treedt er een soort gewenning op waardoor je heel vrij kan spelen. Naast de camera hangt een kleine monitor. We zoeken voortdurend naar hoe ons lichaam het best in beeld komt: nu moet ik mijn buik intrekken, nu mijn rug krommen, … Op die manier worden we persoonlijk geconfronteerd met de norm die bepaalt wat sexy is en wat niet. Zo ga je best kritisch naar jezelf en je eigen lichaam kijken. Naar het einde van de voorstelling draait het publiek zich gewoonlijk meer om. Dat is een heel intense ervaring. Het lijkt alsof we letterlijk in het beeld zijn geweest, alsof we even onthecht waren.” Krijgen jullie vaak reacties van mensen die niet om kunnen met wat ze te zien krijgen? “De reacties zijn overwegend positief. De meeste toeschouwers vinden het wel een heftig gebeuren, omdat ze door allerlei fases gaan. Ik vind dat een
INTERVIEW
// BIANCA VAN DER SCHOOT
compliment. Ze voelen aversie, maar moeten soms ook lachen. Hoewel wij op zich niets pornografisch doen, is BIMBO confronterend. We suggereren alleen maar. Je
" Koppels zijn heel nieuwsgierig naar hoe hun partner de voorstelling ervaart" ziet niets schokkender dan in een expliciete videoclip of een billboard voor lingerie op de hoek van de straat. In BIMBO komen de beelden live tot stand. Als je omkijkt, zie je echte vrouwen. Net dàt kruipt onder je huid.” Ervaren mannen BIMBO anders dan vrouwen? “BIMBO is een statement geworden. Wij spitsen ons toe op het vrouwbeeld, maar ik geloof dat ook mannen er iets aan hebben. We vernemen zowel van mannen als vrouwen dat BIMBO hen doet stilstaan bij het feit dat de kinderen van vandaag met die dominante beeldcultuur opgroeien. Hoe gaan we daar als volwassenen mee om? Na de voorstelling gaan we altijd het gesprek aan met het publiek. We merken dan dat koppels heel
5
nieuwsgierig zijn naar hoe hun partner de voorstelling heeft ervaren. Sommige mannen voelen zich op een bepaald moment schuldig, maar dat is geenszins onze bedoeling. Wij tonen enkel stereotiepe beelden, die ook lelijk en afstotend kunnen zijn. We willen mensen wakker schudden. Of dat lukt, is vooral een individuele zaak. Heeft het intense samenspel in BIMBO een invloed op de komende projecten van Boogaerdt/Vanderschoot? “Absoluut. Bij ons wordt elke nieuwe voorstelling uit de vorige geboren. Soms sneuvelen dingen die we heel graag willen gebruiken. Die houden we dan voor een ander project. Onze volgende voorstelling It’s a small world gaat over de disneyficatie, over de wereld als pretpark. Dat haalden we bij BIMBO even aan, maar werken we nu verder uit. Alles moet leuk, makkelijk en catchy zijn. Lelijkheid, grilligheid en chaos bannen we uit het leven. We zoeken naar een glad gepolijste wereld met wortelen als bolletjes in zakjes naast de snoeptomaten. Ons vertrekpunt voor It’s a small world is het levensmotto van Walt Disney: ‘If you can dream it, you can do it!’. Dus als het in je leven niet goed gaat, is het je eigen schuld. Je had het maar mooier moeten dromen. En dan voel je je een ploeteraar.” ◆ Oona Goyvaerts
6
"Het was écht overal een feest" Deze tekst over Circuit X sprak theatermaker Tom Struyf uit op de studiedag Zet mij in CC 2 van LOCUS en VTi op 22 mei 2012. Ik ben Tom, en men heeft mij gevraagd of ik hier kort iets wil komen vertellen over mijn Circuit X-ervaringen. (Ik maakte in 2010 bij Onafhankelijk Toneel in Rotterdam de voorstelling De Tatiana Aarons Experience die vorig jaar geselecteerd werd voor Circuit X. Ik speelde in het kader daarvan op Het Theaterfestival 2011.) Na Het Theaterfestival ben ik met de De Tatiana Aarons Experience op tournee gegaan in Vlaanderen en Nederland. Binnen die tournee vonden er vijf voorstellingen plaats in het kader van Circuit X. Dat was in Mol, Damme, Beersel, Neerpelt en Evergem. Ik moet eerlijk zeggen dat ik, voor ik in september aan deze tour begon, mijn hart een beetje vasthield voor sommige locaties op de speellijst: Tom Struyf, die niemand kent, in zijn eentje, twee avonden in Amsterdam, twee avonden in Haarlem, een avond in Leiden, Tilburg, Den Haag, en – ondanks mijn vertrouwen in Circuit X – Mol, Damme, Beersel, Neerpelt, Evergem,… Ik dacht: wie gaat daar naar komen kijken? En mijn twijfels waren terecht…Tenminste, gedeeltelijk terecht. Ik wil hier graag even een lans breken voor de betrokkenheid en het engagement van programmatoren, medewerkers én publiek hier in Vlaanderen. Ik heb ergens gespeeld waar de receptionist ook de programmator en daarna ook de technicus bleek te zijn. Na afloop bleek hij bovendien ook achter de bar te staan. Ik heb meegemaakt dat ik, drie dagen voor ik ergens ging spelen, door een programmator werd opgebeld die zich excuseerde omdat hij nog maar dertig kaarten had verkocht. Die toewijding was er eigenlijk elke keer. In alle cultuuren gemeenschapscentra waar ik heb gespeeld, hoe klein en afgelegen ook: het was écht overal een feest. Overal waar ik kwam was er veel publiek, was er interesse van de organisator en goesting om de avond mee waar te maken. Misschien vraagt u zich nu af waarom ik daar zo’n punt van maak. Wel, ik heb ook het omgekeerde meegemaakt, met name bij onze noorderburen. Hoewel het eigenlijk in de lijn ligt van de ontwikkelingen in Nederland, stond ik er toch van te kijken. Als je twee avonden na elkaar in hetzelfde theater staat, waar je zelf aan de receptie moet gaan vragen hoeveel reservaties er zijn, waarna de loketbediende in haar computer moet gaan kijken om te zien dat het er ‘oei, niet zo heel erg veel’ zijn. Als je dan
ziet dat een kaartje vaak meer dan het dubbele kost dan wat het in Vlaanderen kost. Als je geen vrijkaartje mag weggeven terwijl er slechts twintig plaatsen verkocht zijn in een zaal met driehonderd zetels. Als je dat niet één keer, maar twee, drie, zelfs vier keer overkomt: dan ga je je toch vragen stellen. Zeker als je de avond voordien ergens in een klein Vlaams stadje voor een volle zaal heb gespeeld. Ik zou willen dat het verschil genuanceerder lag, maar dit was echter de algemene teneur. Ik herinner me dat ik een jaar geleden, toen ik hoorde dat ik voor Circuit X geselecteerd was, in het Grand Theatre in Groningen een gesprek had met iemand die ooit voor Blind Date werd geselecteerd – dat is hetzelfde concept als Circuit X maar dan in Nederland, en bestaat al langer. Hij relativeerde de hele selectie erg. Dat je in een soort festivalconcept wordt gepropt met namen waar wel publiek op afkomt, zei hij. En dat je dan wel op plaatsen speelt waar je anders niet zou komen, maar dat ik niet moest denken dat programmatoren echt ineens zouden weten wie ik was. Laat staan dat ik nog eens terug zou mogen komen. Want je blijft een onbekende naam. Daar komt geen publiek op af. Wat dat betreft heb ik een totaal andere ervaring met Circuit X. Als jonge maker ben ik heel blij met de manier waarop ik de sector via Circuit X van binnenuit beter heb leren kennen, met alle mogelijkheden en beperkingen die er zijn en die zo verschillend zijn van huis tot huis. Ik vond het ongelooflijk interessant om bijvoorbeeld te zien hoe het ene gemeenschapscentrum vooral in functie van het lokale verenigingsleven opereert en daarna slechts budget heeft om zes theatervoorstellingen in een seizoen te plaatsten, terwijl een ander groot cultuurcentrum de middelen – en het publiek – heeft om bijna elke avond van de week in zowel de grote als de kleine zaal een voorstelling te zetten. Dit zijn dingen die voor u waarschijnlijk vanzelfsprekend zijn, maar waar je, volgens mij, als jonge maker niet spontaan bij stilstaat. Desondanks bepalen die wel helemaal de praktische omstandigheden van ons werk. Ik heb wél nieuwe programmatoren leren kennen die me serieus nemen en hun vertrouwen hebben gegeven om ook mijn volgende voorstelling Vergeetstuk bij hen te laten zien. Het is zeker mede dankzij Circuit X dat het me lukt om mijn volgende project aan de man te brengen. Dus: wat mij betreft was deze eerste editie een succes, en uit naam van alle jonge theatermakers hoop ik van harte dat Mevrouw de Minister die mening met mij deelt. En dan haal ik nog een keer de situatie in Nederland aan, waar onlangs bekend werd gemaakt waarop en hoeveel er in de cultuur bezuinigd zal worden. Met ingang van 2013 wordt het TIN, het Theater Instituut Nederland en
7
© Linda Lemmen
// TOM STRUYF
initiatiefnemer van Blind Date, opgeheven, alsook het Onafhankelijk Toneel, het gezelschap waar ik De Tatiana Aarons Experience heb gecreëerd, samen met tientallen andere gezelschappen en productiehuizen. Het is zo belangrijk dat er initiatieven zijn die jonge kunstenaars structuur, een kader en een duwtje in de rug geven. Als alle structuren worden weggesnoeid redden we het niet, want dan blijven we alleen over met onze hoofden vol ideeën. Het is door die bestaande structuren die ons ondersteunen en ons een podium geven, dat we onze ideeën kunnen ombouwen tot iets wat communiceert. En het is alleen op die manier dat we een
GOING OUT WITH A BANG
publiek kunnen overtuigen. Omdat alleen zo onze ideeën een betekenis krijgen. Lief Vlaams Theater Instituut, lief Theaterfestival, lieve LOCUS, lieve Don Verboven, lieve Mevrouw de Minister, lieve programmatoren,…: merci om het jonge theaterwerk hier in Vlaanderen serieus te nemen. Dankuwel. Tom Struyf ◆ Bewerkt door Anne Declercq
// EXTRA PROGRAMMATIE
◆ Er is een bijkomende voorstelling ingelast van Land's End van Berlin. Deze gaat door op zaterdag 1 september om 16.00u op de locatie Oud Justitiepaleis, Britse Lei 55. De twee andere voorstelling van Land's End zijn helaas al uitverkocht. Tickets kunnen nog besteld worden via deSingel.
◆ De jury van Het Theaterfestival wil graag met het publiek verder discussiëren over een aantal topics die tijdens het jurygesprek ter sprake kwamen. Op zaterdag 1 september wordt er verzameld om 14.00u in het Grand Café van deSingel, waarna we ons verplaatsen naar een nog geheime locatie. Geïnteresseerden sturen een mailtje naar anne@theaterfestival.be.
8
MUZIEK
// BRUNO VANDEN BROECKE
"Zwaar bedrogen boel hoor, die plaat" In Gij die mij niet ziet speelt Bruno Vanden Broecke al een zeer catchy nummer op zijn gitaartje. In de festivalshop is zijn debuut-cd Halfweg te koop, met twaalf nummers van de bard met de bretellen.
dat er liefde of een link naar liefde in voorkomt. Eigenlijk zou je dat eens moeten proberen. Is Iron man 2 dat niet? Nee, wacht, zelfs daar komt er een liefdesverhaal in voor (lacht)!”
Waarom noem je je cd Halfweg? Bruno Vanden Broecke: “Ik vind Halfweg een heel mooi woord. Het kan zich zowel in tijd en ruimte uitstrekken. Ik loop al jaren rond met de idee om een cd uit te brengen. Voor mijn veertigste wilde ik die eerste plaat verwezenlijkt hebben. Veertig is voor de meesten halfweg hun leven, al dan niet met de connotatie van een midlifecrisis. Bij mij is het wel zonder dat gevoel.”
Hoe verlopen de repetities voor je cd-voorstelling? “We hebben nu vier dagen in een repetitieruimte gezeten. Het is echt tof. Gek hoe die liedjes live plots beginnen te ademen. De cd is een studio-opname, héél clean. Maar live heeft elke muzikant zijn eigen inbreng. Al die verschillende visies beginnen in elkaar te haken, echt fantastisch.”
Welke rol speelt muziek in jouw leven? “Eigenlijk is het de rode draad in mijn leven. Ik speel al muziek van toen ik vijftien was, en dat is nooit weggegaan. Ik probeer vaak liedjes binnen te smokkelen in voorstellingen. Er zijn ontelbare momenten geweest dat ik bij gezelschappen met dit gitaartje (neemt zijn rode gitaartje in de hand) probeer: ‘kan dit er echt niet nog bij?’. Ik heb me al vaak een beetje de bard uit Asterix en Obelix gevoeld, die ze op het einde van het verhaal altijd aan een boom binden (lacht).” In je songteksten gaat het vaak over de liefde in al haar facetten. Ook een rode draad? “Die twaalf liedjes op de plaat zijn eigenlijk een selectie uit de 60 liedjes die ik de afgelopen 15 jaar geschreven heb. Maar daar een autobiografische pijl op trekken is bijna niet mogelijk. Vaak zijn het gewoon... verzinsels. Alleen Brief naar weleer is echt autobiografisch. Dat liedje is tot stand gekomen doordat ik plots vergat hoe de stem van mijn moeder klonk. En geloof me, dat is een vervelend gevoel (lacht). Het uitte zich in de vorm van een Engels zinnetje. Wat was het ook weer? (denkt diep na, zingt inwendig het liedje) I can feel that you’re still here, I wake up and I fear, I’m losing sense of missing you. En daar heb ik dan een liedje rond gemaakt. Naar aanleiding van deze plaat heb ik besloten om het in het Nederlands te doen.” Waarom zing je in het Nederlands? “Op lange termijn is het volgens mij het meest bevredigend als muzikant om te werken in je moedertaal. De andere liedjes zijn ontstaan uit een kiem van een observatie of een leuk zinnetje dat je hoort. Ik probeer voortdurend leuke dingen die ik hoor of zie bij te houden en neer te schrijven. Na een tijdje heb je een volledig arsenaal waar ik uit kan putten. Zo wordt het iets artistieks en niet meer autobiografisch. Het zou flauw zijn om te zeggen dat ik zwaar uit mijn leven geput heb. Het lijkt misschien zo, maar dat is het helemaal niet. Zwaar bedrogen boel hoor, heel die plaat (lacht)! Ja, natuurlijk gaat het vaak over de liefde. Maar dat is toch normaal? Probeer maar eens een film te maken zonder
Is er een groot verschil tussen de muziek- en de theaterwereld? “Nee, eigenlijk niet. Het grote gemeenschappelijk punt is dat ze beide bezig zijn met niet-tastbare dingen. Los daarvan zijn ze wel vergelijkbaar. Hoewel ik het niet zozeer als aparte werelden zie. Het gaat hem meer om de mensen die je ontmoet. Als het klikt met een persoon heb je een ticket tot het goed besteden van je tijd. Dan is het niet alleen leuk, maar ook je tijd waard. Dat is héél intuïtief, maar het heeft me nog geen windeieren gelegd (lacht).” Binnenkort is de release van je cd. Nerveus? “Eigenlijk best wel. Morgen hebben we ons eerste optreden. Door het repeteren is er de voorbije dagen wel al wat verbeterd, maar het blijft een sprong in het duister. Ja, ik ben zenuwachtig! Als ik te snel begin te praten… (lacht).” Halfweg is exclusief te koop in pop-up shop Vitrine. ◆ Anne Declercq
CREW
// MICHIEL VAN CAUWELAERT
9
Michiel van Cauwelaert is een bezige scenograaf: de laatste jaren werkte hij onder meer voor KVS, Artemis en fABULEUS. Wanneer hij niet aan een voorstelling werkt, is de kans groot dat hij aan het zeilen is. Maar zelfs dan wil hij graag tekst en uitleg geven bij zijn scenografie voor Gij die mij niet ziet. Een Skypegesprek tussen Antwerpen en een Turkse havenstad. Kan je met je eigen woorden het decor van Gij die mij niet ziet beschrijven? Michiel van Cauwelaert: “Het is een kleine doos waarin de twee acteurs (Bruno Vanden Broecke en Wim Helsen) gevangen zitten. Het decor is een kader dat het moment waarin ze zich bevinden omsluit. Eigenlijk een soort tranche de vie. Wat er voor en na dit moment gebeurde of gebeurt, wordt weggesneden.” Waar heb je de inspiratie gevonden voor deze scenografie? “De acteurs wilden een microklimaat creëren, liefst in een huiskamer. Om dit te creëren haalde ik mijn inspiratie bij Gorden Matta Clark, een beeldend kunstenaar-architect uit de jaren zeventig waar ik fan van ben. In New York sneed hij gebouwen middendoor of maakte er gigantische gaten in. Hierdoor krijg je plots een heel ander beeld van die gebouwen: je kan los door een pakhuis de lucht zien.” Hoe verliep de samenwerking met Bruno en Wim? “Héél fijn, Wim en Bruno zijn warme mensen en eigenlijk ook echte vrienden. Door de vele try-outs kon ik veel dingen uittesten. Mijn rol binnen de voorstelling was wel heel klein, ik denk dat het vooral de chemie tussen hen twee is die voor onze selectie op Het Theaterfestival heeft gezorgd.” Moet een decor volgens jou altijd aansluiten bij de sfeer van het stuk? “Zelf probeer ik om niet één op één te werken, en niet letterlijk uit te beelden wat er in de tekst staat. Voor mij mag een decor nooit duidelijk één iets zijn. Een decor moet inwerken op de verbeelding, iets in gang zetten.” Wat maakt voor jou scenografie meer dan een decor bouwen? “Het feit dat je ruimtelijk bezig bent. Bij het bouwen van een decor wordt er vaak een wand gezet terwijl alle ruimte erachter, erboven en eronder ook belangrijk is en deel uitmaakt van de sfeer waar het theater in baadt. Bij scenografie ga je over dat geheel van ruimtelijkheid en architectuur nadenken. Ook licht, kleur, sfeer en zelfs geur maken deel uit van dat geheel. Theater is voor mij een totaalervaring.” Heb je een persoonlijke voorkeur: Less is more of liever een bombastisch decor? “Ik vind het een heel leuke uitdaging als ik veel financiële mogelijkheden of veel ruimte ter beschikking heb. Maar
het is wel zo dat het eindresultaat van een scenografie nooit datgene is waaruit ik vertrokken ben. Het groepsen creatieproces beïnvloedt mijn eerste idee. De uiteindelijke voorstelling dwingt die idee vanzelf wel tot een soort van abstractie.” Heb je bepaalde materialen waarmee je verkiest te werken? “Theater is een tijdelijk iets, dus ik probeer bewust wat ecologisch te werken. Ik vind dat wel een beetje mijn taak als vormgever. Zo gebruik ik vaak gerecupereerde materialen, want die hebben al een eigen leven achter de rug. Dingen uit andere voorstellingen kunnen hergebruikt worden, maar je vindt vaak ook spullen op marktjes of op Kapaza. Los daarvan werk ik graag met natuurlijke materialen, zoals hout. Zo’n materialen hebben al geleefd en vertellen een verhaal.” ◆ Anne Declercq
10
HET JURYLID
// KRISTIEN DE PROOST sector. Maar na een tijdje kom je daar wel weer uit. Ik heb erg genoten van het moeten. Ik ga gewoonlijk vaak naar theater kijken, maar soms zit je thuis en heb je totaal geen zin meer om te gaan, zeker in de winter. Nu moest ik toch het huis uit naar een voorstelling. Achteraf was ik dan altijd blij met wat ik gezien had, zelfs als ik de voorstelling niet zo goed vond.” Had je nog een sociaal leven? “Moeilijk… Mijn vriend en ik hebben alles erg goed moeten plannen. Maar we kennen het wel, doordat we beiden in die branche werken. Als je leven theater is, dan gaat dat wel vaker zo. Ik heb dit jaar tegen veel vrienden moeten zeggen: ‘dit jaar even niet, sorry’.” Zou je het nog eens opnieuw doen? “Ik zou het wel willen, maar er zou wat tijd moeten overgaan. Volgend jaar zou ik het niet doen.”
Wie ben je en wat doe je in het dagelijkse leven? “In het dagelijkse leven -los van eten, drinken en slapenmaak ik deel uit van de artistieke kern van Tristero. Dus ik maak en speel theater.” Hoe kijk je terug op het afgelopen jaar? “Ik heb heel veel gezien! Oei, dit is een cliché antwoord zeker (lacht)?” Heb je geen kijkindigestie opgelopen? “Ja, eigenlijk al redelijk vroeg! Half december had ik het al zitten. Dat komt ook wel doordat ik werk in dezelfde
LIEDTEKST
Heeft u gevochten om een voorstelling geselecteerd te krijgen? “Ik heb hard gevochten (lacht). Mijn drie favorieten zijn geselecteerd, daar ben ik héél blij om. Toch hebben enkele voorstellingen die ik verkoos het niet gehaald, ondanks mijn vechten. Dat is wel frustrerend. Soms wil je gewoon je eigen selectie doordringen en wil je dat de rest daar dan vrede mee neemt (lacht). Maar zo werkt het natuurlijk niet.” ◆ Anne Declercq
// BRUNO VANDEN BROECKE
fragiel de laatste kegel op een bowlingbaan| een schildpadje dat onderuit is gegaan| een man met rood haar in de woestijn zonder iets aan| de nieuwe maan| een voetbalsupporter tussen foute hooligans| en kerel op een skatebord op een skischans| een muis in een terrarium vol slangen| een paranoïde mens op wandel in de gang| in de gangen| fragiel een bonzaïboompje| babydroompjes| ochtendlicht| genot op een gezicht| een handgeschreven gedicht| vlinders in een netje| kantklossen|
zingen| gebroken harten| versleten ringen| banken| geld| roem| assepoester op zoek naar dat schoentje| op zoek| fragiel met stokjes eten tegen beter weten in| elk begin| een fruitvliegje in een spinnenweb| kapotte tuinkabouters in de regen| een kus vol twijfels| herfstblaadjes op een speelplaats in de wind| dingen in de krabbenmand| dit belgenland| een schimmenspel| een albinovel| fragiel
DE BARBAREN
// MAGALI DEGRANDE
11
© Charlien Adriaenssens
Voor het derde jaar op rij infiltreren acht Barbaren van fABULEUS in Het Theaterfestival. Iedere jongere wordt opgedragen om zich minstens voor de duur van het festival fataal aangetrokken te voelen tot een van de geselecteerde makers. Dagelijks leest u in de dagkrant enkele fragmenten uit de blogberichten van een van de Barbaren. Vandaag Magali Degrande over Simon Allemeersch.
14 juli 2012 ›› Het lijkt het mij wel wat om binnen dit en een paar jaar heilig verklaard te worden. Ik weet het, niet het meest vanzelfsprekende levensdoel. Maar een mens mag al eens dromen. Blijven voortbestaan, voor iedereen herkenbaar blijven door dat ene attribuut, en op de kalender terechtkomen. Met wat geluk boven een goede mop. Het gaat natuurlijk niet helemaal vanzelf gaan. Maar ik heb het er gerust voor over om mezelf te trainen in het verrichten van mirakels. En dan hopen dat ze net dat ietsje meer spektakel bevatten dan die van Jezus. 24 juli 2012 ›› Voor mij is de postkaart het ultieme symbool voor een reis. Bij een glas wijn op een zwoele zomeravond, met wat krekels als het even kan, postkaartjes schrijven om het thuisfront jaloers te maken. Kan het vakantiegevoel nog sterker naar boven borrelen?
Zo heb ik Simon Allemeersch van Silence Fini ook een postkaartje gestuurd. Om hem vele zonnige groeten te doen uit eigen land. Om hem te vragen wat reizen voor hem betekent. En of hij ook een liedje heeft dat voor eeuwig en altijd met één bepaalde reis verbonden zal zijn.
29 juli 2012 ›› De postkaart die ik deze week in mijn eigen brievenbus vond, was
De kaart in mijn brievenbus had alleen een voorkant: man met hondenkop wijst man met knapzak de weg. De achterkant was onbeschreven en maagdelijk wit.
De enveloppe was mijn enige leidraad. Afgestempeld in Antwerpen. Met de mysterieuze vermelding: ‘Parket van de procureur des Konings’. Dit kon alleen maar van Simon komen. De hondenkop is immers typerend in de beeltenis van Sint-Christoffel.
K Si aar m tje on v aa an n M ag al
i.
er echter één buiten categorie. Geen weersomschrijvingen, geen anekdotes en al helemaal geen graden Celsius.
AGENDA // TEKENAAR // COLOFON
12
ZATERDAG 25 AUGUSTUS 17.00 u
Het fantastische leven van de Heilige Sint-Christoffel...
Silence Fini/ De Werf
Muziekstudio
18.00 u
Expo Toneelstof 1959-1999
Expozaal
18.00 u
Pop-up shop Vitrine
Festivalcentrum naast Grand Café
18.30 u
Opening Circuit X
Blauwe foyer
20.00 u
Het fantastische leven van de Heilige Sint-Christoffel...
Silence Fini/ De Werf
Muziekstudio
20.00 u
Gij die mij niet ziet
KVS
Rode zaal
20.30u
BIMBO
Boogaerdt/Vanderschoot
Monty
22.00u
BIMBO
Monty
ZONDAG 26 AUGUSTUS 18.00 u
Expo Toneelstof 1959-1999
Expozaal
18.00 u
Pop-up shop Vitrine
Festivalcentrum naast Grand Café
20.00 u
Twee meisjes en een schurk
Ensemble Leporello
Theaterstudio
20.00 u
San Francisco
De Warme Winkel
Duinstraat 124, Borgerhout
Gij die mij niet ziet | © Koen Aelterman
HOOFDREDACTIE Filip Tielens REDACTIE Karolien Byttebier, Anne Declercq, Oona Goyvaerts, Filip Tielens, Marijke Van Geel VORMGEVING Jerina & Tessa Colyn | plumo.be REACTIES filip@theaterfestival.be