di 28 augustus 2012
THOMAS GUNZIG, MANU RICHE & JOSSE DE PAUW / KVS & THÉÂTRE NATIONAL
Raymond © danny Willems
"als ge zo oud zijt als ik, je vais te dire, quand on a mon âge... quand on a mon âge, la plupart des gens ont une théorie sur la vie... ze hebben een theorie, verstaat ge, de mensen, ze hebben een theorie over het leven... hé bien, moi j'ai pas une théorie sur la vie... j'en ai quatre."
2
“De echte Raymond interesseert mij niet” Manu Riche maakte al vele documentaires, maar deze keer ruilde hij de camera in om als regisseueen voorstelling te maken met Josse De Pauw: Manu Riche over de Raymond in hem. Wie was Raymond Goethals voor jou voor je aan dit project begon? Manu Riche: “Raymond is parallel met mijn jeugd geëvolueerd. Hij intrigeerde me vooral in de jaren tachtig, omdat hij toen trainer werd van Standaard Luik. Een Brusselaar die een Luikse ploeg ging coachen, mijn favoriete club dan nog wel! Dat kon ik niet goed vatten. Raymond was een belangrijk figuur, maar ik verafgood hem niet.” Is de figuur van Raymond voor jou veranderd door deze productie? “Hij evolueert nog elke avond voor mij. Telkens als ik Josse De Pauw hem zie spelen komen er betekenislagen bij. Raymond is voor veel mensen toch een icoon, en de herinneringen aan hem zijn soms gekleurd. Door theater haal je de roest van de herinnering weg en kan je de figuur opnieuw tot leven wekken. Theater is een ideale manier om aan geschiedenis te doen.” U verwijst vaak naar het België van toen. Heb je heimwee naar die periode? “Nee, die periode was helemaal niet zo mooi, hoor. Maar het was wel het echte België. Onze tv was zwart-wit, en in mijn hoofd zijn alle herinneringen aan die periode ook zwart-wit. Ik heb geen heimwee naar toen, maar probeer te begrijpen waar ik vandaan kom.”
© Anne Declercq
Hoe sta je tegenover het België van vandaag? “Ik denk dat we momenteel in een land zitten dat eigenlijk geen land meer is, en misschien zelfs nooit een land is geweest. België is eigenlijk onbestaande. Is dit goed of slecht? Geen idee. Wat mij interesseert is hoe België, Europa wordt. België is aan het verdwijnen, maar is de constructie rond Europa dan ook niet aan het verdwijnen? Dat fascineert mij.” De voorstelling heet Raymond, maar het personage dat Josse neerzet is geen letterlijke weerspiegeling van Raymond Goethals. Daar is door sommigen al wat kritiek op gegeven. “Dat begrijp ik niet goed. Schrijvers die bekende figuren in hun roman gebruiken, krijgen toch ook geen kritiek wanneer ze woorden aan hen toeschrijven die ze nooit gezegd hebben? Sommigen in het publiek hebben Raymond natuurlijk goed gekend, al weten de meeste mensen alleen wie Raymond is dankzij de tv. Oké, de sportjournalisten herkennen waarschijnlijk helemaal niet de Raymond die ze gekend hebben. Maar daar draait het voor mij niet om. De echte Raymond interesseert mij eigenlijk niet. Het gaat om het proces dat het publiek aanzet tot het voorstellen van Raymond. Het is een voorstelling (lacht).” Ik las dat je om deze Raymond neer te zetten terug bent gegaan naar ‘het moment waarop Raymond Raymond is geworden’. Wat bedoel je daar juist mee?
INTERVIEW
“Dat klopt. We brengen de Raymond uit een periode waarin hij nog niet bekend was. Er zijn weinig bronnen uit die tijd, dus we kunnen het personage zelf uitvinden. De Raymond die wij gebruiken is hevig verliefd op een meisje. Uit frustratie omdat hij haar niet kan krijgen, bouwt hij zijn hele voetbalcarrière op. Het is interessant hoe iedereen komt kijken omdat ze het ‘echte’ verhaal van Raymond willen leren kennen. Maar wij nemen zijn echte geschiedenis – voor zover we die menen te kennen – en plaatsen die in ons eigen verhaal. Zo creëren we een spanning die ik leuk en eigenlijk ook best grappig vind. Je kan zeggen dat Raymond documentair theater is. Het is niet biografisch, maar wel gebaseerd op de figuur Raymond.” Waarom maak je dan een theatervoorstelling over Raymond, en niet pakweg een deels fictieve film? “(diepe zucht) Soms heeft een mens zo’n idee, hé (lacht). Aanvankelijk zat ik met het idee om een fictiefilm over Raymond te maken. Maar door er over te praten met Dimitri Verhulst – die eerst de tekst zou schrijven, maar daarna moest afhaken – kwam er plots een theatervoorstelling op de proppen.”
// MANU RICHE
3
Is er een groot verschil tussen de film- en theaterwereld? “Ja, absoluut. In de filmwereld draait alles rond geld. Voor je begint te filmen moet je een groot budget hebben. In theater daarentegen is er meer vrijheid. Ik had de luxe om in de KVS te mogen werken, een heel goede omgeving om dingen te proberen. In de filmwereld moet je constant het vertrouwen proberen te winnen van anderen. Eerst via een dossier, dan via een scenario, dan via de samenstelling van de productiegroep…” Jouw laatste docufilm Snake Dance gaat over de atoombom. Waarom net dat onderwerp? “Jammer genoeg was de atoombom in mijn jeugd erg aanwezig. Uit research bleek dat er bij het maakproces van de atoombom veel Belgen betrokken waren, deels omdat er uranium werd ontgonnen in Congo. Gaandeweg is Snake Dance een reflectie geworden over de wereld die mijn generatie achterlaat. De erfenis van de atoombom, het nucleaire dreigement,…" Wil je met die film een statement maken? “Het is inderdaad een statement, maar niet in de zin van een wijsvinger. Het is misschien een zware reflectie.” U ziet onze toekomst dan niet zo rooskleurig? “Nee, niet echt. We zitten op een héél groot scharnierpunt. We moeten vandaag een paar dingen in vraag stellen. De keuzes die we gaan maken in de toekomst zullen héél cruciaal zijn. Ik zie het inderdaad steeds minder en minder rooskleurig in, maar misschien heeft dat ook wat met de leeftijd te maken (lacht).”
Zien we je dan binnenkort misschien zelf op de planken? “Euh...nee (lacht)."
◆ Anne Declercq
© Danny Willems
Is een theatervoorstelling maken voor herhaling vatbaar? “Ja, maar momenteel zijn er geen concrete producties gepland. Er komt wel een nieuw project met Josse, al zal dat waarschijnlijk geen theater zijn. Mijn nieuwste film Snake Dance heeft wel een theaterintroductie. Ik zou durven zeggen dat ik in mijn theaterperiode zit (lacht).”
4
INTERVIEW
// THOMAS JANSSENS
zijn was soms best confronterend. Je begint na te denken over wat acteren nu juist is, en begint te knoeien met de manier waarop je je eigen gedachtegang kunt communiceren naar een publiek. Ik hoopte dat ik daar na een maand in zou slagen. De selectie voor Circuit X is dan ook een deugddoend schouderklopje.”
© Willy Wtterwulghe
Waarom koos je net voor de novelle Winterlicht van Jeroen Brouwers? “Ik heb al veel van Brouwers gelezen. Toen ik van Lucas Vandervost iets mocht maken voor m² dacht ik meteen aan hem. Ik wou iets dat dicht bij mezelf lag. Winterlicht gaat over een jonge schrijver. Hij projecteert al zijn angsten, ambities, verlangens en afgunst op een oude schrijver die totaal onbekend is. Ik vond het wel een mooie metafoor om van deze tekst mijn eerste voorstelling te maken. Het hoofdpersonage ligt heel dicht bij mezelf. Het gaat over een jonge schrijver, maar je zou hem evengoed kunnen vervangen door een acteur of danser. Het gevoel is universeel: jong zijn en aan de bak willen geraken, een verhaal willen vertellen en spelen in een milieu waarin zovelen hetzelfde willen doen. Na elke productie denk je dan: ben ik wel juist bezig? Was het wel goed genoeg?”
We probeerden acteur Thomas Janssens al een tijdje te bereiken voor een interview met de dagkrant. Tot gisteren zat hij echter nog in Cuba, waardoor communiceren niet zo makkelijk was. “Internet is redelijk onbestaande in Cuba. In sommige luxehotels kan je tegen een stevig prijsje wel op het internet, maar de gewone Cubaan kan daar alleen maar van dromen.” Klopt het dat de armoede nog zeer zichtbaar is in Cuba? Thomas Janssens: “Ja, je ziet het overal. Het communisme is er erg aanwezig. Je komt voortdurend pleinen van de revolutie tegen. Alle straten zijn genoemd naar hun grote helden. Er is maar één snelweg en die is zelfs niet af. Het systeem heeft duidelijk zijn voor- en nadelen. Maar het heeft wel ontzettend veel charme. Ik ben er een maand gaan rondtrekken met mijn vriendin, en vond het een zalige reis.” En nu sta je hier vanavond in de selectie van Circuit X met je voorstelling Winterlicht. “Ik geef toe dat ik niet verwacht had dat er nog een staartje aan de voorstelling zou komen. Ik maakte Winterlicht eind 2011 in het m²-project van De Tijd, waarbij je slechts één vierkante meter krijgt om te spelen. Juist door die beperking in de ruimte moest ik enkel met mezelf en met de tekst bezig zijn. Dat alleen
Je maakt deel uit van het jonge gezelschap Fernweh. Hoe zijn jullie ontstaan? “Wij kennen elkaar van voor of tijdens onze opleiding. Sommigen van het gezelschap waren al jeugdvrienden, en met anderen speelde ik samen in de jongerenprojecten van Het Toneelhuis. Toen we afstudeerden was het ook logisch dat we samen dingen zouden maken.” Is Fernweh een soort parapluorganisatie waaronder jullie elk ook eigen projecten kunnen doen? “Ja, dat is een goede omschrijving. Fernweh is een platform waarbij we onze eigen projecten kunnen maken, maar ook andere artiesten bij kunnen betrekken. Met De Minnaar en De Voorbijgangers hebben we het afgelopen jaar twee gezamenlijke creaties gemaakt, en ik maakte dan de monoloog Winterlicht. Komend seizoen maakt ook Maya Sannen een monoloog op basis van het boek Schaduwkind van P. F. Thomése. We hebben onze opleiding gevolgd bij Dora van der Groen, vandaar dat het niet onlogisch is dat we vooral teksttheater maken met Fernweh – ook al was De Voorbijgangers een woordloze voorstelling. Vanaf december gaan Simon Van Buyten en ik repeteren aan een voorstelling rond dokter Jack Kevorkian, die een paar jaar geleden overleden is. Hij was een van de eersten die ijverde voor legale euthanasie. Je merkt dat dit een onderwerp is dat leeft. We zijn heel blij dat we er als jonge organisatie in slagen om onze projecten uit te voeren, en dat we hier erg in gesteund worden door de Arenbergschouwburg.” ◆ Filip Tielens ◆ Anne Declercq
WHAT'S IN A NAME
// FERNWEH
5
Thomas Janssens: “We hebben er héél lang over gedaan om een naam voor ons gezelschap te vinden (lacht). Ik denk zelfs twee maanden. Leonard Muylle heeft Duits gestudeerd, en hij begon plots op goed geluk Duitse woorden op te sommen. Daartussen zat dan Fernweh."
© Willy Wtterwulghe
"Het leuke is dat dit woord onvertaalbaar is, we hebben er geen Nederlands woord voor. Je zou het kunnen omschrijven als het omgekeerde van heimwee. Het verlangen om weg te willen zijn in plaats van thuis. Is er een inhoudelijke link met ons gezelschap? In zekere zin wel, zonder er te veel symboliek aan op te hangen. Ik denk dat het wel voor een gevoel spreekt dat bij veel jonge makers leeft." "Iedereen wil het wel anders aanpakken dan de vorige generatie en zijn eigen weg zoeken. In ons geval: een nieuw soort theater maken.” ◆ Anne Declercq
PORTRET Jeroen Brouwers is een veelbesproken Nederlandse schrijver, die gekend staat om zijn rebellie. Hij leeft teruggetrokken in zijn villa te Zutendaal, midden in een natuurdomein. Een groepsmens kun je hem niet noemen. In 2007 werd hem De Prijs Der Nederlandse Letteren toegekend. Brouwers weigerde deze echter. Hij wou zo wijzen op de armtierige economische toestand van het schrijverschap. Laten we hem schetsen aan de hand van zijn boeken: Bezonken rood. Een deel van zijn jeugd bracht Jeroen Brouwers door in een interneringskamp in Japan. Zijn herinneringen hieraan verwerkte hij tot dit boek. Hierop kwam veel kritiek, vooral van collega-schrijver Guy Kousbroek. Die verweet Brouwers leugens en overdrijvingen. Bezonken rood werd herwerkt tot een monoloog, die nu nog steeds gebracht wordt door Dirk Roofthooft. Datumloze dagen. Voor Datumloze dagen won hij in 2008 de publieksprijs van de Gouden Uil. Brouwers was zo gefascineerd door een foto van een gebodypainte vrouw die hij in Focus Knack zag, dat hij die foto ook wilde gebruiken op de cover van dit boek. Zijn uitgever wou pas akkoord gaan indien de vrouw ook voorkwam in het verhaal. Zo gezegd zo gedaan: Brouwers schreef één zin waarin hij haar vermeldde. En de vrouw mocht op de cover. Bittere bloemen. Zijn recentste roman werd door
// JEROEN BROUWERS
de recensenten als een meesterwerk ontvangen. Bittere bloemen werd genomineerd voor de AKO- en Libris Literatuurprijs en de Gouden Boekenuil. Jeroen Brouwers beweert het nu echter wat kalmer aan te doen. Door een herseninfarct kampt hij met een verlamde schrijfhand. ◆ Anne Declercq
6
© Herman Sorgeloos
Binnengluren bij A Louer
Te laat, te laat, ik ben hopeloos te laat. DeSingel doet haar reputatie als doolhof weer alle eer aan wanneer ik door de gangen race. Mijn target is de groep figuranten van Peeping Tom die ik behoor te vervoegen. Op tijd komen was minder opvallend geweest: geen goede start voor een undercover reportage. Gelukkig kom ik een levende wegwijzer tegen, die me meteen ook vriendelijk maar kordaat een vrijwilligerscontract onder de neus schuift. Nu is er no way back. Het Brusselse danstheatergezelschap Peeping Tom werd geselecteerd voor Het Theaterfestival met A Louer, een voorstelling die ik tot nu toe enkel associeer met het scènebeeld van een statige vrouw die haar donkere jurk openspreidt. Daar zal snel verandering in komen. Alle figuranten worden naar de loges begeleid, eentje voor de vijf vrouwen, eentje voor de drie mannen. Geen persoonlijke loges met naamkaartje op de deur, maar er is wel een douche. Zouden we die nodig hebben? We krijgen ook drankjes en fruit aangeboden en ik voel me stiekem al een beetje belangrijk. Al snel blijkt dat de groep erg divers is. Verschillende leeftijden zijn
vertegenwoordigd, verschillende redenen om deel te nemen ook. Bij de meeste primeert het plezier en de ervaring. De gemeenschappelijke factor is uiteraard de liefde voor theater: sommigen studeren het, met een praktische of meer theoretische invalshoek, anderen leven zich uit in amateurtheaterverenigingen of gaan er gewoon erg graag naar kijken. We mogen het podium op! Laura, de productieverantwoordelijke, heet ons welkom met enkele geruststellende woorden. De toon is gezet, gedurende de dag wordt ons groepje overspoeld met een stroom aan vriendelijke aanwijzingen, geduldige herhalingen en aanmoedigingen. Waarschijnlijk bedoeld om onze zenuwen in te dijken, wat maar half lukt. Er volgt een korte stemming – Engels of Frans als voertaal? – en vervolgens worden we in het Engels aan de spilfiguur van het gezelschap Gabriella Carrizo voorgesteld. Deze schetst ons kort het verloop van de dag: een uur uitleg over wat ons te doen staat, vervolgens een pasmoment en technische doorloop en dan – derde keer, goede keer – voor echt. Eenmaal Gabriella met ons begint te overlopen wat we allemaal moeten doen, slikken
ONDERZOEKSJOURNALISTIEK
we toch wel even. Vijf keer op exact het juiste moment opkomen, naar de juiste persoon kijken, op tijd met een handeling starten en stoppen. Het klinkt allemaal nog wat abstract. Gelukkig helpt het beeld dat Gabriella voor ons schept: we moeten ons inbeelden dat we personages zijn die ontsproten zijn uit de fantasie van Marie, het hoofdpersonage in de zwarte jurk. We zijn een soort kwelgeesten die enkel voor haar zichtbaar zijn. De douche in de kleedkamer krijgt een wat lugubere bijklank als we te horen krijgen hoe we als een stel cucaracha’s (kakkerlakken) op onze knieën op de bühne moeten rondkrabbelen. Spoelen we bij afloop massaal het bloed van onze knieën? Ik ben duidelijk al beïnvloed door de sfeer van het stuk. In A Louer kraken de deuren bij het opengaan, snerpen de violen en tollen duistere figuren rond tussen droombeelden. Ook backstage hangt een bijzondere sfeer met dansers die zich als opwarming in menselijke knopen draaien, roerloze manshoge poppen en verborgen openingen in het decor. Dat decor is werkelijk een pareltje. Een dag lang werkten meer dan vijftien technici aan de opbouw ervan. De kostprijs zal niet min geweest zijn, maar het resultaat doet je dat meteen vergeten. Op het podium staat een levensecht herenhuis waar de grandeur van afspat. Aan de achterzijde zorgen inventieve trapjes en zelfs een glijbaan ervoor dat de acteurs zich razendsnel kunnen verplaatsen.
// PEEPING TOM
Terug naar de harde realiteit. Na de basiscursus A Louer voor dummy -figuranten, volgt een deel waar ik – ik geef het toe – toch wel naar uitkeek: het kiezen van de kostuums. Laura leidde ons met lichte dwang naar de gepaste jurk, wij trokken onze ‘klassieke schoenen met hak’ aan. We besluiten dat we er niet slecht uitzien, of in elk geval toch al beter bij het decor passen. Doorloop, aanwijzingen, eten van de traiteur in de foyer. Waar is al die tijd plots naartoe? Voor we het weten, staan we alweer in onze nette outfit achter de schermen. Het publiek zoekt zijn plaats terwijl ik enkele zweetdruppeltjes voel verschijnen. De acteurs en dansers wensen ons veel succes en verzekeren dat we het goed gaan doen. Zelf lijken ze amper zenuwachtig. Hoewel, langzaam daalt over iedereen een houding neer die enkel te vertalen valt als ‘nu niet storen’. Wij hopen dat we niet langs de verkeerde deur zullen opkomen, geen bord laten vallen of met het verkeerde meubelstuk beginnen stoeien. Het wachten op onze five minutes of fame lijkt uren te duren, terwijl de minuten tot seconden versmelten eenmaal we op het podium staan. Spannend! De zaal lacht, wij niet. Wij zijn doodserieus. We klappen geruisloos en krijgen even later een enthousiast applaus terug. ◆ Karolien Byttebier
ROLFS RODDEL
Woef! Als huishond van deSingel heb ik mijn oortjes weer wijd opengesperd de laatste dagen. Blijkbaar heeft mijn werkgever – de dagkrant – succes. Al blijkt dat er één nummer net dat tikkeltje extra over de toonbank gaat. Het betreft hier editie twee, met de halfnaakte vrouw van de voorstelling BIMBO op de cover. Theaterliefhebbers zijn duidelijk geen wollige platonische elitairen, maar houden net als ik van een lekkere portie vlees. De algemene magazineregel sex sells geldt dus duidelijk ook in de niche der theatertijdschriften. Op zondag was er met de roddelrubriek Het Flaterfestival en de promotionele bijdrage voor Vitrine ook een verdienstelijke poging om het tot een echt ‘boekske’ te schoppen.
7
// SEX SELLS
Ik trippelde ook even backstage tijdens de voorstelling A Louer van Peeping Tom. Wat was me dat daar voor een bloot boeltje zeg. Die blonde danser liep er tot groot jolijt van de figuranten wel heel wellustig in zijn witte onderbroek rond. Volgens mij worden er ook veel kinderen gekweekt in de theaterwereld. Wist je trouwens dat de pianoman uit A Louer in het echte leven de vader is van operazangeres Eurydike De Beul die ook in de voorstelling zong? Helaas moet ik het hier zonder hondin stellen in deSingel, en zal mijn baasje Koen het nog even zonder kleine Rolfjes moeten stellen. Woef!
8
BARBAARSE TERUGBLIK
//
© Charlien Adriaenssens
Kokoschka Live! These are the days of miracle and wonder.
Voor sommige dingen moet je tijd maken. Voor een stalking, bijvoorbeeld. Toegegeven, het klinkt ziek, en ik zou het niet iedereen in gelijk welke situatie aanraden. Maar dit was anders. Dit overviel me. In juli 2010 schreef fABULEUS een project uit voor Het Theaterfestival in Antwerpen. Ze zochten acht jongeren die zich gedurende de tijd van het Theaterfestival bovenmaats wilden interesseren voor één van de geselecteerde gezelschappen. Alle resultaten zouden op een blog verschijnen. Ik had nog een paar dagen vrij. Ik was nog nooit op Het Theaterfestival geweest. Dus ik schreef me in. Ik vroeg expliciet naar een maker die alleen werkte en liefst in Antwerpen woonde. Benjamin Verdonck of zo. Eén persoon, dichtbij huis. Dat zag ik zitten. fABULEUS gaf me een 12-koppig gezelschap. Hollanders bovendien. Great. Zo begon het. De Warme Winkel/Veenfabriek. Ik las op internet dat hun werk groots en bombastisch was. Heel aanwezig, heel véél met weinig middelen. Zo zou ook mijn project zijn. Aangezien Jeroen de Man en Vincent Rietveld, twee van de acteurs, de meeste
overeenkomstige namen op Facebook hadden, werden zij mijn focus. Ik wilde hen van op afstand bestuderen, hen zover krijgen dat zij mij wilden spreken, maar zelf nooit opdagen op de afspraak. Een afwezige fan. Ik maakte een vals Facebook-account aan, waar Jeroen en Vincent ‘vrienden’ met me werden en waarop ze konden lezen wat ik via via over hen te weten was gekomen. Jeroen stuurde me een mailtje dat mijn bronnen te doorzichtig waren, en dat ik beter kon. Dat hoefde hij maar één keer te schrijven. Ik stuurde post naar het hotel, mailde al hun actieve Facebookvrienden, deelde flyers uit om informatie in te winnen, sliep niet meer maar zat met mijn fototoestel achter de glascontainer te wachten tot ze naar het MUHKA trokken voor hun repetities, schreef daar boodschappen met krijt rond hun auto en liet pizza leveren met daarop in ketchup hun initialen. Paul Simon zong in mijn hoofd: ‘these are the days of miracle and wonder’. Op een dag mailde Jeroen of ik naar zijn hotelkamer kon komen voor een interview. Ik was niet van plan om te gaan, het was te makkelijk, maar ook mijn moeder vond dit ab-so-luut niet kunnen. Zo’n vreemde man die mij alleen uitnodigde op zijn hotelkamer en zelfs vroeg of ik bier kon meenemen. Ongehoord. Ha.
CHARLIEN ADRIAENSSENS
De avond dat ik naar hun voorstelling ging kijken, was ik bang dat ik hen niet goed zou vinden. Maar het was geweldig. Ontroerend. Innemend. Mijn blog werd één grote reclamecampagne voor hen. Maar bovenal bereidde ik mijn einddoel voor: in hun huis binnendringen. Dichter dan dat zou ik niet geraken. Ik sprak af met hun vrouwen, in Amsterdam. Bij Vincent Rietveld liet ik een wegwerpcamera achter, met de vraag om foto’s voor me te maken. Geschminkt als één van de personages van de voorstelling, liet ik me fotograferen in de living van Jeroen de Man. Ik liet Belgisch bier achter in de koelkast, met een lange rode draad daaraan die tot aan hun voordeur ging. Dan kwam hij ’s nachts thuis van een repetitie, terwijl zijn vrouw al sliep, en vond die draad die in de ijskast verdween. Met aan het bier een briefje van mij: “Je wilde toch dat ik bier meebracht?”. Het ging…ver. Niet lang daarna heb ik alle info, foto’s en blogberichten in een boekje gebundeld en hen alles
9
cadeau gedaan. Het moest ergens stoppen. Wat houd ik nu, twee jaar later, nog over van die periode? Ten eerste heb ik geen enkele voorstelling van de Warme Winkel meer gemist. Maar het heeft ook keuzes beïnvloed: na mijn studie Rechten ben ik Beeldende Kunsten gaan studeren in Amsterdam. Op mijn bureau staat nog steeds een niet-ontwikkeld fotorolletje van Vincent Rietveld. Vakantiefoto’s van hem en zijn familie. Ik weet niet waarom ik het nog niet liet ontwikkelen. Misschien omdat ik toch de deur nog op een kier wil houden? En ik vond mijn lief. Op de avond van de voorstelling, gaf ik hem een flyer, anderhalve maand later waren we een koppel. Of hoe dit uiteindelijk eigenlijk ook een groot liefdesverhaal is. Zo. Nu weet u het ook. Bedankt aan iedereen, voor alles. Charlien. ◆ Charlien Adrianssens
CREW
// RIKUS DE STAGIAIR
in Groningen. Tijdens de opleiding heb ik ook een workshop van hen gehad, en zo ben ik er een beetje ingerold.”
© Jeroen De Man
Rikus deed voor San Francisco wel meer dan dansen. “Aanvankelijk had ik het idee om dingen te bouwen in de stijl van De Warme Winkel. Al vrij snel werd duidelijk dat het decor voor San Francisco gewoon een lege witte ruimte moest zijn. Dit ontstond vanuit de idee dat zelfvoorziening een oplossing zou kunnen zijn voor de crisis. We laten het publiek het decor in hun eigen hoofd creëren.” Rikus is zelf de hele tijd aanwezig op het podium, wat eerder uitzonderlijk is voor een scenograaf. “Wat belangrijk is in mijn positie als speler is dat ik me continu blijf concentreren op wat er gebeurt. Ik moet meegaan in het gevoel van Vincent en Mara en mag nooit mijn aandacht verliezen. Dat is af en toe best wel zwaar. Soms zit ik op de scène drie kwartier niets te doen. Ik probeer elke keer te resetten en te doen alsof ik het stuk nog nooit zag.”
Wie San Francisco van De Warme Winkel zag, herinnert zich ongetwijfeld Rikus de stagiair. De kerel die er niet voor terugdeinst om in een nietsverhullend lycrapakje rond een discobol te dansen met een zaklamp in zijn mond. Die dolle fratsen maken deel uit van zijn scenografiestage. “Ik studeer scenografie in Groningen en vanuit die opleiding doe ik stage bij De Warme Winkel. Ik ontmoette hen tijdens de Weense Herfst-voorstellingen
Wie maar niet genoeg kan krijgen van Rikus’ kunsten moet zich reppen naar de website van De Warme Winkel. Daar kan u Rikus adopteren voor de ronde som van €222. “Dat is onze interpretatie van crowdfunding. Je kan ook allerlei rekwisieten adopteren. Je krijgt een foto van het rekwisiet, en afhankelijk van de prijs ook nog extra’s zoals vrijkaartjes of een VIP-pakket. Ik ben best populair (lacht). Ik ben nog niet geadopteerd, maar mijn pagina is wel de meest bekeken pagina.” ◆ Marijke Van Geel
© Katleen Vinck
10
MEDEWERKER
Voor San Francisco van De Warme Winkel verleent Katleen Vinck haar ruimte in Borgerhout. Wij belden haar even op.
Is het de eerste keer dat jouw pand als speelplek dient? Katleen Vinck: “Nee, de ruimte werd in het verleden al gebruikt voor verschillende locatieprojecten: presentaties van beeldende kunst, dansen theatervoorstellingen, afstudeerprojecten van studenten kostuumontwerp, ... Soms werken er ook mensen voor een langere periode in de zaal.” Waarom kocht je deze locatie op? “Ik droomde er altijd al van om in een oude fabriek te kunnen werken én wonen. Het gebouw is lange tijd een elektriciteitscentrale geweest. Op het moment dat ik het pand toevallig op een website zag staan, had ik geen
// KATLEEN VINCK
plannen om te verhuizen. Toch hakte ik de knoop door en ik heb daar nog geen minuut spijt van gehad.” Wat doe je in het dagelijkse leven? “Ik ben freelance scenografe en beeldend kunstenares. Momenteel werk ik in Nederland voor Danshuis Station Zuid en Panama Pictures. Daarnaast loopt er een project met Marc Vanrunxt en eentje met Chokri Ben Chikha. Verschillende dingen tegelijkertijd dus (lacht).” Heb San Francisco zelf al gezien? “Ja, ik ging zondag kijken. Ik kende De Warme Winkel enkel van naam, maar ik zag nog nooit een productie van hen. Doorgaans ben ik niet de grootste fan van teksttheater, maar San Francisco overtuigde me helemaal.” Zijn de spelers van De Warme Winkel tevreden met de locatie? “Blijkbaar wel. Ze lopen hier toch vrolijk rond.” ◆ Oona Goyvaerts
// DE WARME WINKEL
© Sanne Peper
WHAT'S IN A NAME
Vaak wordt er heel lang en diep nagedacht wanneer een collectief op zoek gaat naar een naam. Soms ook helemaal niet. Hoewel het niets afdoet aan de welluidendheid, is De Warme Winkel niet bepaald doordacht ontstaan. Vincent Rietveld, één van de kernleden van het collectief: “In het eerste jaar van de toneelschool werkten we samen met een zekere Tim Winkel. Zijn naam is ons altijd bijgebleven. In een melige
bui ontstond zo De Warme Winkel. Op een bepaald moment dachten we: ‘moeten we niets serieuzer zoeken?’, maar onze naam begon net rond te gaan in Nederland en mensen leerden hem kennen, dus besloten we De Warme Winkel te blijven gebruiken.” ◆ Oona Goyvaerts
DE BARBAREN
// MAXIME VAN STEEN
11
© Charlien Adriaenssens
Voor het derde jaar op rij infiltreren acht Barbaren van fABULEUS in Het Theaterfestival. Iedere jongere wordt opgedragen om zich minstens voor de duur van het festival fataal aangetrokken te voelen tot een van de geselecteerde makers. Dagelijks leest u in de dagkrant enkele fragmenten uit de blogberichten van een van de Barbaren. Vandaag Maxime Van Steen over De Warme Winkel.
1 juli 2012 ›› Waarom in hemelsnaam De Warme Winkel? Wel, redenen genoeg. Eén: er staat immers het woord 'warm' in deze naam en deze zomer heeft volgens mij nood aan hoge temperaturen. Twee: het winkelelement natuurlijk, want Barbaar of niet, we kunnen niet zonder. En de combo: De Warme Winkel, omdat deze 'shop' meer te bieden heeft dan alle andere. Het is een winkel voor de verbeelding, waar je troost voor de economische crisis kan vinden of ontroerd kan worden. En het beste van allemaal, omdat er in De Warme Winkel met verse Nederlandse producten gewerkt word, die zo kwaliteits- en beloftevol zijn dat ze door Het Theaterfestival naar België werden gehaald. 1 augustus 201 ›› Crisis? Nee. De Olympische Spelen. Dat is het nieuws. (…) Maar toen haalde de werkelijkheid ons weer in. Met haar dagelijkse kwaaltjes. En vooral met haar aanhoudende monetaire, financiële beurscrisis. (…) In tijden van crisis als deze, in tijden dus van besparingen, ontslagen, subsidietekorten, budgetinkrimpingen, werkloosheid, beursdalingen en de hele ‘battaklang’, leeft er immers een Warme Winkel, die deze ‘kutrecessie’ (om het met de woorden van De Winkel zelf te zeggen) de wereld uit wil drijven. De Warme Winkel heeft dus besloten de crisis op het spel te zetten. Wat een inzet. Wat een doel. Maar met welke winst? En wat weet ik? Wel, we zullen blijven spelen, ook na Londen, misschien wel al meteen erna, misschien wel samen, misschien wel in De Warme Winkel. 15 augustus 2012 ›› Het plan is als volgt samen te vatten: ik word het voorprogramma, the warming up, de applausmeesteres
van De Warme Winkel. Noem het waanzin, noem het gekte, noem het idioot, maar mijn doel wordt om tot aan de voorstelling van De Warme Winkel zo veel mogelijk mensen te laten lachen met ‘recessie’. Op dat moment nemen de Nederlanders het van mij over.
26 augustus 2012 ›› Zal De Warme Winkel vandaag nog, op zondag, de deur voor me open doen? Ik voel dat de ontmoeting
met De Warme Winkel niet veraf meer is... Mijn mailtje 'Mag dit een opwarmertje zijn voor San Francisco?' aan de infolijn van De Warme Winkel is aangekomen.
Over de foto stuurde de productieleider Fleur Feij: ' Ik print 'm uit en hang 'm hier aan de muur.' Via wat gefoefel ben ik aan het gsm-nummer van Ward Weemhoff geraakt. Hij is de coach van San Francisco. En als je de coach kunt overtuigen, dan heb je het hele team in je zak. Niet? Uit die overtuiging stuurde ik hem een sms. En ja hoor. Ward Weemhoff heeft geantwoord: 'Een coach, als uit de voetballerij, spreekt af met een barbaar. Hoe ver is het gekomen. Kom je kijken vanavond? Zien we elkaar daar of verlang je meer van me?' Het wordt interessant zei ik al. Het wordt buitengewoon interessant, denk ik nu.
AGENDA // TEKENAAR // COLOFON
12
DINSDAG 28 AUGUSTUS 18.00 u
Expo Toneelstof 1959-1999
Expozaal
18.00 u
Pop-up shop Vitrine
Festivalcentrum naast Grand Café
20.00 u
Raymond
KVS / Théatre National
Rode Zaal
20.00 u
Winterlicht
Thomas Janssens / Fernweh
Theaterstudio
20.00 u
San Francisco
De Warme Winkel
Duinstraat 124, Borgerhout
WOENSDAG 29 AUGUSTUS 18.00 u
Expo Toneelstof 1959-1999
Expozaal
18.00 u
Pop-up shop Vitrine
Festivalcentrum naast Grand Café
20.00 u
Raymond
KVS / Théatre National
20.00 u
Jake & Pete’s big reconciliation attempt for the disputes from the past
Pieter Ampe & Jakob Ampe/ Theaterstudio Campo
20.30 u
Krenz, de gedoodverfde opvolger
De Koe
Rode Zaal
Monty
A Louer | © Koen Aelterman
HOOFDREDACTIE Filip Tielens REDACTIE Karolien Byttebier, Anne Declercq, Oona Goyvaerts, Filip Tielens, Marijke Van Geel VORMGEVING Jerina & Tessa Colyn | plumo.be REACTIES filip@theaterfestival.be