White Lies
Sontag / Lies Pauwels
maandag 8 september 2014
Lies Pauwels
In White Lies staat Lies Pauwels op scène in de White Lies rol van een actrice. Qua metaniveau kan dat tellen. White Lies wil echter meer zijn dan een simpele vertoning van een artiest in verval. “Wat is mijn plek in het leven, wat doe ik met vrijheid? Wat doe ik met de combinatie job en kinderen? Wil ik wel vrijheid? Misschien wil ik gewoon iemand die mij zegt ‘doe dit, doe dat’? Neem ik mijn verantwoordelijkheid op, of kan ik het mij als kunstenaar permitteren dit niet te doen?” Het zijn maar enkele vragen die Lies vanochtend op ons afvuurde.
“Wie ben ik om te zeggen hoe de dingen in elkaar zitten?”
— Marijke Van Geel
© Fred Debrock
2
Lies Pauwels: “Als acteur of artiest sta je op een specifieke manier in het leven. Je staat vaak stil bij de dingen. Je denkt na over hoe je zaken verwoordt en gestalte geeft. De vrouw uit White Lies komt tot het besef dat ze haar leven eigenlijk construeert. We weten ook niet of het klopt wat ze zegt. Heeft die auditie wel plaatsgevonden? White Lies betekent ‘een leugentje om bestwil’, dat is waar het om gaat.” Ook in andere voorstellingen van de voorbije seizoenen speelt het thema identiteit en zelfbewustzijn een rol. Het lijkt wel in de lucht te hangen. “Dat vind ik een beetje kort door de bocht. Veel voorstellingen gaan ook over iets anders. Ik zag gisteren een reportage van Woody Allen. Die heeft het ook altijd over acteurs, net zoals
John Cassavetes. Ik wil het niet over mijn vak hebben, maar ik kan wel het best communiceren via mij vak. Ik wil het ook over arrogantie en het belang van het ‘ik’ hebben, over het feit dat iedereen toch maar met zijn ‘ikje’ bezig is en zijn ‘ikje’ een goede plek wil geven. Het is ook de vraag over wat je als kunstenaar doet op een podium. Toon je jezelf om je ego te strelen, of ga je op dat podium staan omdat je iets wil communiceren? Dat is de problematiek die doorsijpelt in alle dingen die ik maak. Ik wil iets over de tijd vertellen. Neem nu YouTube, waarop mensen zichzelf te grabbel gooien. Mensen stellen zich heel kwetsbaar op door met een camera zichzelf de wereld in te sturen.” “Ik sta zelf ook kwetsbaar in het leven. Er zit veel verdriet in White Lies,
je maakt wat je raakt. Het leven is niet helder, duidelijk, klaar, maar altijd complex. Tenzij je in staat bent de dingen te versimpelen, maar dat kan ik niet (lacht). Ik maak altijd vragen, nooit antwoorden. Wie ben ik om te zeggen hoe de dingen in elkaar zitten? Ik probeer in mijn voorstellingen altijd twee kanten te belichten, zowel de ja als de nee, zowel de voor als de tegen. De waarheid ligt bij de extremen, maar daar ik wil mij niet over uitspreken. Ik heb zelf ook niet graag dat mensen mij zeggen hoe ik naar iets moet kijken. Ik weet niet hoe het in elkaar zit. Maar ik heb wel vragen.” De tekst is van de hand van theater auteur Rob De Graaf. Je hebt in het verleden vaak samengewerkt met schrijvers.
What's in a name
Sontag “De voorstelling White Lies is de eerste die ik maak onder mijn eigen vzw Sontag. We hadden een lange longlist met stomme, ludieke, serieuze en absurde namen. Toen we in gesprek waren over de naam van de vzw, lag één van Susan Sontags dagboeken in de buurt, die ik vaak vastpak. Sontag is een interessante vrouw, maar ze
weet wat het is om dit voor theater te schrijven. Toen vroeg ik Rob. Het sluitstuk van de trilogie maak ik met Josse De Pauw.” “Herman Brusselmans kende mij helemaal niet, die heeft mij volledig verzonnen als actrice. Rob weet meer van mij, hij heeft mijn kwetsbaarheid kunnen detecteren. Hij kan ook heel goed voor vrouwen schrijven. Josse ken ik persoonlijk van vroeger. Als kind heeft Josse bij ons gewoond. Die periode zal het aanknopingspunt voor de voorstelling zijn.” Rob De Graaf schreef deze tekst speciaal voor jou. Hoe komt zoiets tot stand? “Rob werkt altijd op de huid van mensen. Hij noteert bijvoorbeeld dingen als je gewoon aan het praten bent. Hij volgt ideeën, maar doet er toch altijd zijn zin mee. Ik was vrij om blokjes tekst te schrappen en te verzetten. Ik heb zijn einde naar het midden verschoven, dat kon allemaal.” “Voor White Lies wou ik het over kunstenaarschap hebben, zo sloot het aan bij de thematiek van de trilogie. Ik had tussendoor eens over Lars Von Trier gepraat en zo heeft Rob het idee gekregen om dit als uitgangspunt te nemen. De relatie tussen Von Trier en zijn acteurs is heel fascinerend. Ze geven alles aan hem. Het draait rond totale overgave. Dat gegeven zit ook in de voorstelling. Het gaat over iemand die zegt: “Ik ben er klaar voor om mij volledig over te geven.” Dat is wel heftig. Sowieso is alleen op scène staan heel intens. Je moet alles alleen dragen, de spanningsboog maken. Soms begin ik te hevig, en dat voel ik dan wel in het tweede stuk van de voorstelling.” “Ik heb heel hard moeten huilen bij het lezen van de tekst van White Lies. Het is echt een heel mooie tekst. Hij greep mij direct bij de keel. Ik werd geconfronteerd met het feit dat iemand mij iets van mezelf teruggaf. Is dat dan omdat ik mij kwetsbaar opstel en dat hij daar iets mee doet, of
is zeker niet mijn groot idool. Voor bijna alle voorstellingen die ik maak, grijp ik toch weer terug naar haar boeken. Soms vind ik aansluiting met iets waar ik mee bezig ben. Niet dat ik grote stukken uit haar werk gebruik, het gaat eerder over een zin die ik nodig heb om op verder te gaan. Sontag als naam voor mijn vzw kiezen, klopte helemaal. En het is ook gewoon een mooie naam.”
is dat omdat hij zoveel inzicht heeft, of is het de combinatie? Veel mensen komen na de voorstelling zeggen dat ze zichzelf herkenden in het personage. Dat heb ik graag. Vaak heb je maar enkele elementen nodig, een detail dat iets in gang steekt. Ik heb geen boodschap nodig die over een voorstelling hangt. Mensen komen soms af met heel andere interpretaties. Heel tof. Dat is de openheid die ik wil hebben. Voor sommigen is het te veel of te vaag, maar als je openstaat om erin mee te gaan, dan begrijp je de voorstelling emotioneel wel.” Op Circuit X sta je geprogrammeerd tussen veel jong geweld. Hoe voelt dit? “Circuit X is in oorsprong niet alleen voor jonge makers, maar vooral voor nieuwe makers. Misschien dat enkele mensen erover struikelen dat ik in die programmatie zit omdat ik eigenlijk wel al lang bezig ben. Maar dit is iets heel nieuw voor mij. Ik begin van nul. Wat dat betreft is het wel leuk om veel te kunnen spelen. Want speelkansen krijgen, blijft het moeilijkst. Voor 2015 heb ik alvast een nieuw stuk in HETPALEIS in het vooruitzicht. De voorstelling zal draaien rond dertien meisjes van dertien jaar oud en een bodybuilder. Eigenlijk wil ik het over omwentelingen hebben, over de momenten waarop alles ineens aan het draaien is. Gebeurt een omwenteling langzaam, of is het iets dat plots gebeurt?”
© Fred Debrock
“Dat is allemaal toevallig gelopen. Zo werkte ik voor Toneelhuis samen met Pjeroo Roobjee. Met Christophe Vekeman werkte ik samen op vraag van Victoria. Hij heeft ook nog een monoloog geschreven die ik regisseerde voor iemand anders. Dimitri Verhulst schreef de tekst bij de voorstelling Aalst. Het is zeker niet zo dat ik op zoek ga naar schrijvers. Ik kom uit het nest van Arne Sierens en Alain Platel waar ik meewerkte in de trilogie Moeder en Kind, Bernadetje en Allemaal Indiaan, voorstellingen met weinig tekst. Het is door Freetown dat ik Rob De Graaf leerde kennen. In dit stuk kreeg ik veel tekst en merkte ik dat dat interessant was.” “White Lies maakt deel uit van een trilogie. Het eerste deel werd geschreven door Herman Brusselmans. CAMPO koppelde ons omdat ze wel nieuwsgierig waren naar die combinatie. Ik was blij met de voorstelling, alleen voelde ik dat mensen die naar theater gaan, het moeilijk hadden met Herman Brusselmans. Er was vrij veel aversie tegen de tekst, die typisch Brusselmans was. Ik speelde de tekst zoals hij was. Herman had eerst iets anders in gedachten. Helemaal in het begin wou hij een tekst schrijven over zijn moeder. Toen had Tom Lanoye net zijn boek Sprakeloos uit en wou hij dit niet meer doen. Daarna had hij iets dat hij heel snel wou bewerken, maar ik wou toch dat hij echt iets voor mij zou schrijven. Dan is hij met een tekst gekomen over een actrice die als actrice een rol speelt. Herman had nog niet veel voor theater geschreven. Ik besloot om de tekst niet te herwerken. Ik vond het een uitdaging om de tekst te spelen zoals hij is en er mijn dingen aan toevoegen. Ik probeerde de tekst te ont-Brusselmansen. In taal kan je dat niet, maar in intensiteit wou ik dit wel proberen. Door dit stuk merkte ik dat het fijn is om alleen op scène te staan. Zo kwam ik op het idee voor White Lies. Hiervoor wilde ik wel samenwerken met iemand die
Anton Tsjechov
Voor haar voorstelling Olga baseerde gezelschap De Koe zich op het leven en het werk van Anton Tsjechov (1860 – 1904). De toneelstukken van deze Russische schrijver, zoals De Meeuw, De Drie Zusters, De Kersentuin, Ivanov en Platonov worden ook nu nog geregeld opgevoerd. Er bestaat zelfs zoiets als een typische Tsjechov-stijl. Wat die precies inhoudt, ontdek je hier.
— Mia Vaerman
Basisingrediënten voor een stuk van Tsjechov De samovar De samovar (zelfkoker) is een koperen of metalen ketel met een kraantje, waarin water wordt verwarmd met houtskool of petroleum. Vandaag zijn ze elektrisch. Zitten bij de samovar betekent in het Russisch zoveel als keuvelen bij de thee. Bij ons heet zoiets koffiekletsen. De uitdrukking samovars naar Toela dragen is het Russische equivalent voor water naar de zee dragen. Die overbodigheid, dat doelloze vormt de kern van Tsjechovs theaterstukken.
Het landgoed Een stuk van Tsjechov speelt zich geheid af op een landgoed en gegarandeerd ligt dat ergens in een saaie provinciestad. Buiten het jaarlijkse defilé van het plaatselijke garnizoen valt er niets te beleven. Afleiding beperkt zich tot het bezoek van de dokter of de belastingsinspecteur, het luidop dromen over verlangens die nooit zullen uitkomen en het kwaad spreken rond de samovar. De tijd glijdt tergend langzaam voorbij, het geld raakt op. Het buitenverblijf is langzaam maar zeker gedoemd tot verval, verkoop en teloorgang. Net als de liefde, de algehele maatschappij, elk gekoesterd ideaal en het hele leven zelf.
Tsjechov-personages
4
Tsjechovs stukken worden bevolkt door bureaucraten, ge ruïneerde kleine landeigenaars, bekrompen en angstige dokters of advocaten, middelmatige kunstenaars, mistroostige mannen en verloren vrouwen. Allemaal zijn ze eenzaam en beschaamd om hun wanhoop. Ze weten dat niemand ze kan helpen. “Alles is koud, koud, koud, woestijn, woestijn, woestijn.” Meestal zijn ze dom, dronken of lui. Zijn ze toch intelligent, dan verliezen ze algauw elke zin voor introspectie en zinken ze weg in de lethargie. Hun kinderen zijn – na enige vruchteloze pogingen tot rebellie – hetzelfde lot beschoren. Al wat ze doen is eten, drinken, slapen en dan sterven. Tussendoor zoeken ze naar de zin van het leven, maar vinden hem niet. Net als de meeuwen dolen ze rond, zonder doel. Decadentie, hypocrisie, eeuwige leugen: dat is hun absurde condition humaine. Toch blijven ze zuchtend verlangen en amechtig snakken naar een betere toekomst. Dat maakt ze dan weer mooi (of gewoon herkenbaar).
Melancholie Tsjechov kreeg de melancholie met de paplepel binnen. Hij groeide op in een afgelegen gehucht, ergens in een provinciaals dorp op het Russische platteland, in een kruidenierswinkel, tussen vijf broers en zussen. Armoe en miserie. “Ik heb in mijn jeugd geen jeugd gehad,” schrijft hij. Later studeert Anton Tsjechov geneeskunde, maakt wat buitenlandse reizen, verblijft vooral in het sanatorium, trouwt te laat, sterft aan tuberculose terwijl zijn vrouw Olga Knipper toert als actrice. Een leven zonder ophef, tussen routine, werk, rekeningen en medicatie. Maar Tsjechov offert hoe dan ook zijn leven op voor zijn schrijverschap. Hij weigert elke passie om zijn vrijheid te vrijwaren. Zonder moralistisch of filosofisch te willen uitpakken is er het diep besef dat er altijd gemis is van het ene of het andere: liefde of vrijheid, tederheid of comfort, denken of doen. Alle illusies lopen bij de auteur te pletter op de dagdagelijkse werkelijkheid. Er bestaat voor Tsjechov geen groot project dat niet vroeg of laat gedoemd is tot mislukken. Waarna de leegheid, de dwaze tragiek van het niets, de melancholie. Alleen het gedroomde leven is mogelijk, en de herinnering, de nostalgie, een utopische en verre toekomst.
Verveling Rondhangen is de hoofdactiviteit van Tsjechovs personages. Om tegen de verveling in te gaan is er vodka, kaartspelen, gechicaneer, achterklap. Mannen liegen, vrouwen gaan vreemd. De tijd doet de personages uit Tsjechovs stukken niet opgroeien. Hij onbindt ze alleen maar, vernietigt hun gevoelens, ontdoet ze van hun zijn. De tijd kan alleen gedood worden. “Het is een saai (kaart)spel, maar het went,” zegt iemand ergens in De Meeuw. De tijd hier en nu is niks anders dan een wonde, enkel de verloren verleden tijd bestaat, en de onmogelijke toekomst. Toch verleent elke stilte, elke tik van de klok de voorbijglijdende tijd een onvermoede densiteit: elk moment uit het heden wordt gevoed met het verleden, en vervat jaren wanhoop, revolte, nostalgie, verveling.
Bron Rosannadelpiano.perso.sfr.fr
Thomas Bellinck
Domo de Europa Historio en Ekzilo (“Huis van de Europese Geschiedenis in Ballingschap”), het bijzondere project van Domo de Europa Historio en Ekzilo theatermaker Thomas Bellinck, kon helaas niet hernomen worden op Het Theaterfestival wegens te groot om voor enkele dagen op te bouwen. Bellinck ontwierp een labyrintische tocht die aan de hand van allerlei voorwerpen het Europa van de toekomst verbeeldt. In deze rubriek bespreken we telkens een voorwerp uit de expo. Komen vandaag aan bod...
Visitekaartjes in vlinderdoosjes
— Stefan Moens
© Danny Willems
5
Thomas Bellinck: “Friedrich Moser en Mathieu Liétard maakten een docu-thriller over het lobbyisme, The Brussels business, en daarin komt een scène voor die mij inspireerde. Op een bepaald moment ontmoeten vier lobbyisten elkaar op een belangrijke event. Blijkt nu dat een van die lobby isten geen visitekaartjes bij heeft, wat tot ongeloof leidt bij de andere lobbyisten. Een businesscard of visitekaartje is een dankbaar symbolisch object om de praktijk van het lobbyen op een tastbare manier te visualiseren. Er zijn op dit moment naar schatting zo’n 15.000 lobbyisten actief in Brussel. Sommigen doen dat werk fulltime voor één bedrijf, anderen vertegenwoordigen verschillende sectoren. Aanvankelijk was het mijn bedoeling om van elke lobbyist een kaartje te bemachtigen. Ik moest dus proberen om 15.000 kaartjes te bemachtigen. Ik begon met via het lobby transparantieregister de namen op te zoeken van alle lobby isten met een toegangspasje tot het Europese Parlement. Nadat ik hun e-mailadressen had gevonden, heb ik hen elk afzonderlijk een mail gestuurd met de vriendelijke vraag om mij hun businesskaartje op te sturen. Deze methode bleek al snel totaal onproductief, want na een paar weken had ik maar een tiental kaartjes ontvangen. Gelukkig ben ik dan een politicus tegen het lijf gelopen die beloofde mij alle businesskaartjes die hij van lobbyisten ontving, voor mij te bewaren. En na een week had ik al een hele stapel. Dat zegt natuurlijk ook al veel over hoe zo’n politicus door lobby isten bestookt wordt…”
“Mijn bedoeling was niet om een verhaal te vertellen tegen of voor het lobbyisme. Belangenbehartiging is zo oud als de straat en er is zeker iets voor te zeggen dat mensen uit het werkveld politici informeren over technische kwesties. De vraag is hoe je met die belangenbehartiging omgaat. Naast de problemen met belangenvermenging en een gebrek aan controle (zo is een inschrijving in het EUtransparantieregister niet eens verplicht), is het onvermijdelijk zo dat grote bedrijven veel efficiënter kunnen lobbyen dan kleine burgerorganisaties omdat die eersten nu eenmaal beschikken over meer middelen en kapitaal. De paradox is dat de EU daarom nu zelfs fondsen vrijmaakt voor bepaalde ngo’s die beschikken over minder geld. Dus de EU subsidieert eigenlijk groepen opdat ze bij diezelfde EU zouden kunnen lobbyen…” “Er was eens een jonge lobbyiste die Domo de Europa had bezocht en ’s anderendaags kwam ze me nog eens opzoeken om me haar kaartje te bezorgen, zodat ik het mee in de collectie kon opnemen. De businesskaartjes hangen in vlinderkastjes. Die mocht ik lenen van het museum voor Midden-Afrika in Tervuren dat zijn vlindercollectie wilde moderniseren en de oudere dozen niet meteen nodig had. Het zijn prachtige dozen die nog de geur hebben van de producten die werden gebruikt om de vlinders klaar te maken. Soms vonden we nog speldjes en naamkaartjes terug met daarop de naam van het insect in prachtig geschreven letters!”
Veerle Eyckermans
Kwartier voor aanvang © Boy Kortekaas
Negen jaar lang was actrice Veerle Eyckermans een vlieg op de muur in vele loges van Vlaamse theaters. Ze fotografeerde er acteurs in de korte periode voor de aanvang van de voorstelling. Deze foto’s werden in 2012 door Lannoo gebundeld in het fotoboek Kwartier voor aanvang, en prijken nu in de tuin van Het Theaterfestival. Marijke Pinoy © Veerle Eyckermans
— Mitch Van Landeghem
Reculer pour mieux sauter
6
Waar kwam het idee voor Kwartier voor aanvang vandaan? Veerle Eyckermans: “Het idee groeide gaandeweg door jarenlang zelf in loges te vertoeven en collega’s te observeren. Ik herinner me nog heel goed de sfeer in de loge toen ik in een voorstelling van Eric De Volder speelde. Sommige acteurs zaten op de grond, anderen op een tafel. Er waren er die veel aten, anderen aten niets. De ene maakte de ene grap na de andere en de ander begon te verstillen. Sferen zijn verschillend: je hebt loges waar het heel druk kan zijn, waar er veel gelachen en gebabbeld wordt en je hebt stille ruimtes, waar je alleen wat geschuifel hoort. Maar overal voel je in de lucht hangen dat de acteurs er naartoe leven om te spelen. Een beetje zoals de geur van een heerlijke maaltijd die door het huis slingert en je meelokt naar de tafel, die hier dan scène heet.” “Ik merkte hoe verschillend acteurs met dat moment omgingen. De tijdspanne – maximaal een halfuur voor aanvang van de voorstelling – fascineerde me daardoor enorm. Ik heb altijd wel gefotografeerd, maar ondertussen is fotografie een passie geworden. En passies kunnen soms hoog oplaaien. Ik begon mij af te vragen of ik de overgang van persoon/speler
naar personage kon vastleggen op foto. Op zoek naar het moment waarop de acteur en het personage zich mengen, alsof je twee portretten over elkaar heen legt. Daar ben ik bijna negen jaar naar op zoek gegaan. Maar waar het eigenlijk vooral vandaan komt, is de liefde die ik voor het theater koester. Ik heb geprobeerd die liefde te projecteren in mijn foto’s.” Je had eerst andere plannen met de foto’s. “Het oorspronkelijke plan dat ik had was om twee werelden met elkaar te confronteren: de wereld van het publiek en die van de acteur. Een publiek bereidt zich ook voor op een voorstelling. Een acteur staat ’s morgens op met de voorstelling die hij ’s avonds gaat spelen in zijn hoofd. Zo zijn er ook mensen die vanaf ’s ochtends de hele tijd denken aan de voorstelling die ze die avond zullen bijwonen. Maar er zijn ook mensen die pas vijf minuten voor aanvang de foyer in komen stormen. Acteurs bereiden zich net zo verschillend voor. Ik vond dat een boeiende gelijkenis. Eerst wou ik een soort gangetje van foto’s bouwen in de foyer van een theater. In dat gangetje zouden dan de Kwartier voor aanvangfoto’s ophangen van acteurs. Zo kon
het publiek dat moment dat ze anders nooit te zien krijgen toch meemaken. Op dat moment vlak voor aanvang vormen de foto’s het kruispunt van deze twee werelden. Ik vind het een heel mooie gedachte om iets wat anders nooit gebeurt samen te brengen en het publiek de kans te geven om hierbij even te verstillen. Een acteur kan door de gordijnen piepen en in de zaal de mensen zien voor wie hij gaat spelen, maar het publiek kan niet terugpiepen. Ze hebben wel een beeld van de acteur maar zien niet wat er aan zo’n voorstelling voorafgaat. Met Kwartier voor aanvang wou ik hetzelfde bereiken als iemand die even naast de bakker kan gaan zitten die voor hem die lekkere taart gaat bakken.” “Helaas is dat concreet heel moeilijk te organiseren. De foto’s werden uiteindelijk gebundeld door uitgeverij Lannoo en als boek uitgebracht. Daar komt heel veel bij kijken. Ik had 13 000 foto’s, wat natuurlijk te veel is om in één boek te kunnen drukken. En dan moet je weten dat ik eigenlijk álle Vlaamse acteurs wou fotograferen! Ik maakte een selectie van 500 foto’s en daar vloog de uitgeverij vervolgens nog eens met de bijl in, waarbij ik regelmatig half in katzwijm viel (lacht). Kill your darlings! Die selectie is in het
boek verschenen. Maar nu de foto’s hier op Het Theaterfestival staan geëxposeerd, komt mijn droompje dat ik in het begin koesterde, namelijk om de foto’s het kruispunt te laten vormen op het moment dat het publiek onderweg is naar de zaal, toch nog uit. Het openluchtaspect maakt het ruimtelijker en trekt het uit de coulissen de wereld in, dat is fijn. De expositie omringt het festival op een koesterende manier. Tussen de foto’s hangt trouwens een primeur! Ik heb een foto teruggezocht van Marijke Pinoy, toen ze in de voorstelling Frans Woyzeck van Eric De Volder speelde. Een portret, een schminkende actrice, met links haar wachtende pruik, en rechts het voorbeeld waar ze zich op richt en de geconcentreerde blik in de spiegel. De bakstenen muur achter de spiegel herinnert je aan de banaliteit van het leven. Die foto heeft het boek niet gehaald. Ik ben heel blij dat ik hem nu toch nog kan tonen.”
Zoutloos — Koen Aelterman
Hoe ging je te werk? Kunnen we ons een volledig in het zwart geklede Veerle Eyckermans voorstellen die de loges komt binnengeslopen? “Dat zou geweldig zijn (lacht)! Veel mensen zouden het niet geloven, maar ik ben nogal verlegen. Ik heb in het
7
begin heel hard getwijfeld. Gelukkig waren de acteurs er om mij te overtuigen met mijn plan door te gaan. Nadat het idee ontstond, ben ik beginnen rondbellen. Het was een hele zoektocht om alle telefoonnummers bij elkaar te sprokkelen en in elkaar te puzzelen wie er waar speelde en wanneer. De meesten reageerden meteen heel erg enthousiast op mijn oproep. Het enige wat ik hun vroeg was de toestemming om in de loge aanwezig te zijn en foto’s te maken. Nooit heb ik een acteur gevraagd iets speciaals te doen of te poseren. Wanneer ik als buitenstaander naar mijn foto’s probeer te kijken, vind ik dat het soms lijkt alsof ze geposeerd zijn. Maar dat was nooit het geval. Acteurs bewegen veel, ze zitten eigenlijk bijna nooit stil. Maar wanneer een acteur in de spiegel kijkt, legt hij contact met zijn diepere zelf, daar waar zijn personage ontstaat, van binnenuit. Dat zijn intense momenten als je daar toeschouwer van bent. Momenten die vaak ook even duren en dankbaar zijn om te fotograferen. Ik heb ook nooit gevraagd een beweging te herhalen. Heel vaak zag ik iets moois, maar was ik te laat om het vast te leggen. Ooit stond ik met mijn camera vlakbij het gezicht van actrice Marilou Mermans, die een nonnen-
kapje opzette. Een beetje verderop zat Leen Dendievel op een stoel te roken. Ik heb toen heel lang naast Marilou staan wachten tot Leen de rook zou uitblazen. Dat was echt even op de tanden bijten. Ik was bang dat ik zou storen door daar zolang te blijven staan. Het geluid van de sluiter van mijn camera haatte ik enorm.” Dit was je eerste project als foto graaf. Zitten er nog meer aan te komen? “Ik heb ontzettend veel ideeën voor nieuwe projecten. Maar mensen zitten niet meteen op fotografie te wachten. Fotografie is naast een heel leuke passie ook een heel dure passie als je er iets meer mee wil… Het feit dat ik Kwartier voor aanvang mocht realiseren, was een fantastisch cadeau van de uitgeverij, waar ik hen heel erg dankbaar voor ben.” Hoe ziet jouw eigen kwartier voor aanvang eruit? “Ik ben het type dat wel mee zot doet, maar daarna verstilt. Reculer pour mieux sauter: een stapje terugzetten om proberen hoger dan de vorige keer te kunnen springen.”
Wordcloud Agenda
Telex
Lies Pauwels White Lies
“The truth is ... she was awesome. All of them. Omnipresent by a shattered lack of being.” Zo tweette @HanneVlogaert over The truth about Kate.
Stuur ook jouw eigen mening vergezeld van #HTF14. — Onze dagkrantredacteur Ester (die met die lange familienaam) leed vandaag aan
een acute aanval van ‘digibetitis’. Tweeten zou voor haar dus een stapje te ver gaan. — Je kan je nog steeds aanmelden om op donder-
dag 11 september mee te reflecteren over de toekomst van de podiumkunsten. Surf naar www.theaterfestival.be/ 2014/ander-gesprek.
maandag 8 september 2014 Expo Kwartier voor aanvang Veerle Eyckermans 20:00
White Lies Sontag / Lies Pauwels
20:30
Olga De Koe
21:30
Nabespreking White Lies
deSingel (festivalcentrum) deSingel (theaterstudio) Monty deSingel
dinsdag 9 september 2014 Expo Kwartier voor aanvang Veerle Eyckermans 20:00
deSingel (festivalcentrum)
Heimat Freek Vielen, Rebekka de Wit, Tom Struyf, Suzanne Grotenhuis Harald Austbø en detheatermaker
deSingel (theaterstudio)
20:30
Garry Davis Marjolijn van Heemstra / Ro Theater & Frascati
22:00
Nabespreking Heimat
H O O F D R E DAC T I E R E DAC T I E
Filip Tielens
Mia Vaerman, Stefan Moens
Mitch Van Landeghem, Marijke Van Geel T H E AT E R T E K E N A A R VO R M G E V I N G
Koen Aelterman
Mies Van Roy
Monty deSingel (naast theaterstudio)
WO R D C L O U D R E AC T I E S
Bregt Van Wijnendaele — www.zendelingen.be
filip@theaterfestival.be
F E S T I VA L K E U K E N ONLINE
doorlopend geopend van 18u tot 20u in deSingel
www.theaterfestival.be, www.facebook.com/het.theaterfestival
L E E S A L L E DAG K R A N T E N O P
www.issuu.com/hettheaterfestival