Dagkrant 12/9/2014

Page 1

Vortex Temporum

Rosas & Ictus

© Anne Van Aarschot

© Herman Sorgeloos

vrijdag 12 september 2014


Anne Teresa De Keersmaeker Vortex Temporum

Rosas werd met twee voorstellingen geselecteerd voor Het Theaterfestival. Partita 2, een duet van Anne Teresa De Keersmaeker en Boris Charmatz, kan helaas niet hernomen worden. Vortex Temporum, een choreografie van De Keersmaeker op live muziek van Ictus, speelt vandaag en morgen in de rode zaal van deSingel. Bojana Cvejic tekende dit interview met Anne Teresa De Keersmaeker op voor het MonnaieMuntMagazine 22, sept-nov 2013.

“Ik wil de ervaringen met de muziek choreograferen”

— Bojana Cvejic

© Herman Sorgeloos

2

De wens om een choreografie te creëren op Vortex Temporum, het rigoureus geconstrueerde en verfijnde werk dat de Franse componist Gérard Grisey op het einde van zijn leven schreef, dateert al van veel langer. Is het, zoals bij de Ars subtilior-muziek uit En Atendant en Cesena opnieuw een ‘rendez-vous retardé’ – ditmaal met een van de sleutelcomposities van de spectrale muziek? Anne Teresa De Keersmaeker: “Mijn antwoord dreigt ‘standaard’ te worden: de aanzet om Vortex te choreograferen ben ik verschuldigd aan mijn ‘muzikale dealer’. Toen ik aan Zeitung (2006) werkte, raadde Thierry De Mey me een concert aan waarop Ictus een werk zou uitvoeren dat, naar zijn zeggen, een van de sleutelwerken van de

hedendaagse muziek van de afgelopen veertig jaar was. Toen hoorde ik voor het eerst Vortex Temporum in een liveuitvoering.” U bent een van de weinige choreografen die het belangrijk vindt om dans in relatie met klassieke en hedendaagse muziek te beschouwen en te verkennen. Is dit een missie waaraan u uw choreografisch werk wil wijden? Een soort van geloof in de vruchtbaarheid van wederzijdse dienstbaarheid: niet enkel wat de muziek betekent voor de dans, maar wat uw choreografie kan betekenen voor de muziek? “De muziek waartoe ik nog steeds aangetrokken word, is het reusachtige repertoire van de vroege, pre-barokke periode, vanaf de 11de eeuw. Dan is

er Bach, wiens oeuvre uniek is in de geschiedenis van de mensheid, niet enkel door zijn grootsheid maar ook door zijn verscheidenheid. Na Bach springt mijn nieuwsgierigheid over de klassieke en romantische periode heen naar de moderne muziek, in eerste instantie naar de muziek van Webern, en vervolgens naar eigentijdse muziek van nog levende componisten als Thierry De Mey, Steve Reich, Toshio Hosokawa, George Benjamin en Magnus Lindberg. Ik wist niet veel af van spectrale muziek toen mijn aandacht begon te cirkelen rond Vortex, maar ik kon ze benaderen via Debussy en Messiaen, die een voorloper was van de spectrale harmonie en tevens Grisey’s leermeester.” “Om uw vraag te beantwoorden over het waarom van mijn gehecht-


heid aan hedendaagse muziek: los van de authentieke inspiratie die ik er uit put, voel ik er me moreel toe verplicht. Hedendaagse muziek weerspiegelt onze tijd, maar vindt niet gemakkelijk toegang bij een breder publiek. Soms zie ik ze zelfs letterlijk verdwijnen op de laagste schappen van winkelrekken en wil ik ze opnieuw voor het voetlicht halen, aanwezig stellen en toegankelijk maken. Ik ben niet op zoek naar manieren om het publiek te onderwijzen en hen muziek te doen doorgronden die ze bij een eerste beluistering misschien niet graag horen. Ik wil mijn ervaringen met die muziek choreograferen. Ik wil manieren vinden om het publiek te laten aanvoelen welke danskwaliteiten er in die muziek verscholen zitten. En dat is des te uitdagender met hedendaagse muziek omdat ze breekt met het regelmatige ritme en de tonale harmonie waar ons gehoor dankzij de popmuziek in baadt. De alliantie tussen hedendaagse muziek en dans is dan ook veel problematischer: ze reikt verder dan de onmiddellijke relatie die intuïtief kan worden aangevoeld tussen de eigenschappen van klank en beweging.”

Tegelijkertijd hanteert u een strikte methode om bewegingen maat per maat te componeren, wat een grondige analyse vergt van de muzikale partituur met de dirigent van het Ictus Ensemble, Georges-Elie Octors. “Ik ontwikkelde de methode om noten visueel te transponeren naar beweging bij het choreograferen van Bartóks strijkkwartet in 1984. Bij het choreograferen van de muziek uit de Ars subtilior in En Atendant en Cesena (2010-2011), werd de idee om dicht bij de muziek te blijven gerealiseerd door te leren de muziek te ‘wandelen’ en uiteindelijk zelfs te zingen. Dansers werden paarsgewijs gekoppeld aan musici, wat ik opnieuw toepas in Vortex tussen de zes muzikanten die een klein kamermuziekensemble vormen (fluit, klarinet, viool, altviool, cello en piano) en de zeven dansers

(zeven en niet zes, omdat twee dansers overeenstemmen met de twee handen van de uiterst virtuoze pianopartij).” Hoe evolueert de relatie tussen de danser en de musicus en diens instrument fysiek? “In mijn laatste twee werken, die gewijd waren aan het driestemmige contrapunt van de Ars subtilior, kregen de dansers tenor-, contratenor- of cantuszinnen toegewezen naargelang de instrumenten of stemmen. In Vortex koppelen de dansers hun bewegingen niet alleen aan de instrumentale partij van de uitgeschreven partituur, maar interpreteren ze ook de fysieke bewegingen van het musiceren. Zodoende worden de armbewegingen prominent voor dansers die aan strijkers gekoppeld zijn, of de ademhaling voor zij die aan blazers gekoppeld zijn, of sprongen voor zij die gekoppeld zijn aan de percussieve cascades van de piano. Ik herinner me dat reeds bij de creatie van Achterland (1990) onze dans olifantachtig leek in vergelijking met de verfijnde en gezwinde bewegingen van de violist die Eugène Ysaÿe’s sonates speelde. Om dans nauw aan de muziek te kunnen verbinden leek het noodzakelijk om bepaalde lichaamsdelen te isoleren en te vermijden dat het volledige, zware skelet aan hoge snelheid beweegt. Met Zeitung begon ik aan een fundamenteel onderzoek naar hoe beweging in hoofd, torso en bekken ontstaat. Ik begon toen andere lichaamsdelen te koppelen aan deze drie zones, handen symmetrisch met voeten, polsen met enkels, knieën met schouders. Al deze bewegingszones worden met elkaar verbonden door de ruggengraat, de as van het lichaam als kathedraal. Met Vortex Temporum verken ik verder de beweging van open- en dichtvouwen, de contractie en expansie van de ruggengraat.” —ingekort door de redactie

© Anne Van Aarschot

3

Wat boeit u zo in Vortex? “Het klankveld van Vortex is enorm uitgebreid, zowel door de fijnzinnigheid als door het contrast van uitersten. Ik hoor het als vol van beweging, vooral wat de bewegingen van het samentrekken en uitrekken van de tijd betreft. In deze muziek zit een groot danspotentieel. Enerzijds komt dit voort uit een abstracte mathematische constructie die enkel leesbaar is in de partituur, wat ik mooi vind. Anderzijds is het gekoppeld aan de vertolking van de muziek, aan de fysieke gebaren van het spelen die de relatie onthullen tussen de lichamen van de musici en hun instrumenten, alsook de klank die resulteert uit de concrete en rauwe materialiteit van het instrument dat die voortbrengt. Bij Vortex hou ik er enorm van dat intensiteit er integraal deel uitmaakt van het componeren en dat het doel van de compositie erin bestaat de luisterervaring vorm te geven, een microscopisch inzicht te bieden in de wereld van de klanken en bewegingen die haar voortbrengen. Wat mij er voortdurend toe aanzet om musici te betrekken bij live vertolkingen van mijn werk, is dat ik hen graag aan het werk zie en graag dicht bij hen blijf wanneer ze muziek spelen. Een dansbeweging materialiseert de muzikale energie voor de ogen en de kinesthetische ervaring van het publiek, ze legt

de perceptie van verandering in het tijdsverloop visueel vast.” “Zelfs al is muziek mijn belangrijkste ‘partner’, toch besteed ik heel wat tijd in de studio in stilte, onderzoekend hoe muzikaliteit kan gecreëerd worden door beweging op zich. Een van de principes die ik daarbij toepas, heb ik ‘my walking is my dancing’ genoemd. De ritmes die de basis vormen voor de organisatie van de beweging in tijd en ruimte, en ook voor de muzikaliteit ervan, zijn ritmes die inherent zijn aan het lichaam. Zo heb je het mechanische en automatische ritme van de hartslag, het half-mechanische ritme van de ademhaling dat dus onderhevig is aan verandering, en de bewuste beweging van het wandelen. In de studio trachten we te luisteren naar de dans. Daarnaast besteed ik met mijn dansers ook heel veel tijd aan het bekijken van de musici die Vortex uitvoeren. Wanneer we de muziek bekijken, trachten we te zien hoe er een dans uit ontspruit.”


Paul Knieriem

Een vader (René Van ’t Hof) en een dochter (Marieke De Kleine) moeten Met mijn vader in bed verder na het overlijden van zijn vrouw, (wegens omstandigheden) haar moeder. Met twee. Hoe doe je dat wanneer niet alleen een lijfelijke maar ook een emotionele afstand te overbruggen valt? Vader en dochter bellen elkaar op. Soms gaat het over het weer, soms over troost. Er is ook de nieuwe vriendin van vader. Zijn ze dan met drie? Of eerder twee plus één? In hun poging dichterbij te komen, drijven ze steeds verder weg van elkaar. Met mijn vader in bed (wegens omstandigheden) is een soort van minitragedie met de nodige lichtheid en humor.

— Rini Vyncke

“Een loodzware Griekse tragedie zou niets voor mij zijn”

Met mijn vader in bed (wegens omstandigheden) gaat in Vlaamse première op Het Theaterfestival. Regisseur Paul Knieriem is benieuwd hoe het Vlaamse publiek er op zal reageren: “Ik hoop dat het publiek het vooral met open geest over zich heen laat komen, zonder op voorhand te denken dat het ‘typisch Hollands’ zal zijn.” Wanneer ik hem tegenspreek omdat ik het grootse en luide ‘typisch Hollandse’ helemaal niet met deze stille voorstelling associeer, lacht hij: “Dit is misschien inderdaad wel een heel Vlaamse voorstelling, ja.” De voorstelling is ontstaan toen Magne van den Berg op vraag van actrice Marieke De Kleine een tekst schreef. Nadien zijn ook jij als regisseur en René Van ’t Hof als acteur bij de productie betrokken. Wat bewoog Marieke er aanvankelijk toe om aan Magne te vragen een tekst te schrijven? Paul Knieriem: “Toen een aantal jaar geleden Mariekes moeder stierf, moest ze de relatie met haar vader herdefiniëren. Dat was best een moeilijk proces, waar ze graag mee aan de slag wou op de planken. Ze besefte echter al vlug dat ze dat niet alleen kon en dat ze een vorm nodig had om dat te kunnen spelen. Marieke had al een aantal stukken van Magne gezien en dat taalidioom sprak haar heel erg aan. De tekst is dus wel ontstaan vertrekkende van Mariekes ervaringen, maar daarna is het toch heel erg een ‘Magne van den Bergstuk’ geworden.”

4

Hoe zou je dat typische taalidioom van Magne precies definiëren? “Het is heel minimalistisch. Ze werkt met korte zinnen en woorden die op een of andere manier toch een poëtische lading hebben. Er zit een heel sterk woordbewustzijn in. Van in het begin stond ook vast dat telefoongesprekken het uitgangspunt zouden vormen van de tekst. Dat op zich brengt ook al een specifiek taalidioom met zich mee omdat je dan twee personen hebt die wel met elkaar praten, maar die zich niet in dezelfde ruimte bevinden. De teksten van Magne schuren heel hard tegen het realisme aan, maar het is

misschien eerder een vorm van hyperrealisme.” Op jullie site lezen we de ondertitel “een tekst voor een vader en een dochter”. Het is teksttheater dat van een heel gestileerde vorm gebruik maakt. Ook de projecties leiden tot heel wat interpretaties bij het publiek. “Omdat die tekst van zo’n sterke vorm uitgaat, moet je daar ook in je beeld iets heel helder tegenover zetten. Er zit een soort van meditatieve onderstroom in de tekst. Ik zou het ook wel durven vergelijken met minimalistische muziek waarin themaatjes terugkomen. Er zit iets mijmerends, iets kabbelends in. Ik wilde dat het publiek ook op zo’n manier naar de voorstelling kon kijken. Bij sommige voorstellingen wil je juist dat het publiek op het puntje van de stoel zit, maar bij andere voorstellingen wil je dat ze achterover leunen en het over zich heen laten komen. Dat wilde ik ook bij deze voorstelling. Daardoor besloot ik dat er ook iets van beweging in het beeld moest zijn. Het uitgangspunt van die projecties was dan heel simpel: wanneer ik bij mijn ouders op bezoek ga, neem ik altijd de trein en net zoals de voorstelling duurt die rit ook een uur. We hebben dan die treinrit gefilmd en dat werkte. Er wordt ook veel gesproken over het weer in de voorstelling en in het begin zie je vooral de lucht op die beelden. De treinkabels lijken aanvankelijk ook wel telefoonlijnen te zijn. In de trein zijn mensen naar elkaar onderweg. Soms hoor je ook iemand zijn hele leven vertellen terwijl hij aan het telefoneren is in de trein. Inhoudelijk klopt het en sferisch werkt het ook heel goed.” Het is natuurlijk geen gemakkelijk onderwerp. Hoe waak je erover dat het niet te zwaar wordt? Hoe zoek je de juiste toon? “We zijn daar niet bewust mee bezig geweest, maar er is wel een evenwicht. In de eerste plaats omwille van de typische stijl van Magne. Ten tweede omdat René en ik allebei altijd op zoek gaan naar zowel de zwaarte als de lichtheid van de dingen. Daarin konden we elkaar wel goed vinden. Dat is


© Sanne Peper

bijna vanzelfsprekend gegaan. Een loodzware Griekse tragedie zou bijvoorbeeld niets voor mij zijn.” Jullie staan zowel op het Vlaams als het Nederlands Theaterfestival, jij werd genomineerd voor de BNG Nieuwe Theatermakersprijs en René Van 't Hof werd genomineerd voor de Louis d'Or toneelprijs voor beste mannelijke hoofdrol. Openen zo’n nominaties meer deuren of is het bovenal een persoonlijke bevestiging? “Op het moment dat je zo’n voorstelling maakt, ben je daar op geen enkele manier mee bezig natuurlijk. Pas na de première gaat zo’n stuk dan een eigen leven leiden. Ik vind het wel opmerkelijk dat zowel de voorstelling als René en ikzelf voor prijzen werden genomineerd, en dat daarnaast ook de theatertekst in Duitsland werd genomineerd voor een prijs. Er is dus blijkbaar iets aan die voorstelling waardoor men vindt dat ze klopt in al haar facetten. Dat is heel fijn natuurlijk.” “Ik weet niet hoe het in Vlaanderen is momenteel, maar er is in Nederland best wel sprake van een hypecultuur. Het publiek kiest steeds meer voor de absolute successen en laat de rest links liggen. De kranten hebben nu ook een systeem waarbij ze sterren toekennen aan voorstellingen. Wanneer een voorstelling dan drie of vier sterren toegekend krijgt, denkt het publiek al vlug: ‘Ja, dat zal wel.’ Ook al kunnen dat ontzettend interessante voorstellingen zijn. Maar wanneer een voorstelling vijf sterren krijgt, wil ineens iedereen die voorstelling zien. Ik ben helemaal niet enthousiast over die cultuur, maar dankzij die prijzen wordt onze naam er wel weer even uitgelicht natuurlijk.”

5

Jullie gaan op Het Theaterfestival voor het eerst in Vlaanderen spelen. Wat zijn jullie verwachtingen? “Ik zou dit misschien beter niet vertellen… maar ik zal het toch maar doen (lacht). René Van ’t Hof heeft jarenlang bij de Nederlandse theatergroep Carver gespeeld. Dat was een ontzettend succesvolle groep in Nederland, maar toen zij met een bepaalde voorstelling ook in de Monty in

Antwerpen speelden, werd die voorstelling compleet de grond in geboord door het Vlaamse publiek. We vinden het dus best spannend. In Nederland zien we best wel veel Vlaams theater, vind ik, en dat brengt een bepaalde sfeer met zich mee die we exotisch vinden. Terwijl ik denk dat er in Vlaanderen toch minder Nederlands theater speelt.” Afgelopen jaar verzorgde je niet minder dan zeven regieopdrachten. Heb je het gevoel dat je daar nu de vruchten van kan plukken? “Ja, in zoverre dat het allemaal redelijk goed gegaan is. Dat schept wel vertrouwen voor de toekomst. Toch wil ik het volgend jaar wat rustiger aan doen, minder ‘overleven’. Het sterkt je enerzijds wel dat je over een soort vakmanschap beschikt, maar anderzijds is het belangrijk om ook momenten van rust in te bouwen. Dat heb ik het afgelopen jaar weinig gehad. Ik haal er ook geen kick uit om zoveel mogelijk projecten te doen.” Zie je het dan eerder als een noodzaak om als jonge maker met veel projecten bezig te zijn? “Twee jaar geleden waren er in Nederland heftige bezuinigen. Ik heb me toen afgevraagd of dat betekende dat ik me moest omscholen. Toen de aanvragen van de nieuwe kunstplannen er kwamen, heb ik vrij opportunistisch gedacht: ‘Alles wat me aangeboden wordt, daar ga ik ja op zeggen, want het is nog maar de vraag of het achteraf ook gaat doorgaan.’ In mijn geval ging het allemaal door en dan ben ik ook gewoon voor al die plannen gegaan.” Wat brengt de toekomst? “Volgend jaar staan er alvast drie voorstellingen gepland. Ik ga een jeugdtheatervoorstelling maken bij De Toneel­ makerij, daarna doe ik een nieuw stuk van de toneelschrijver Willem de Vlam en dan ga ik bij Via Rudolphi met Marlies Heuer en Jan Kuijken de beeldende muziektheatervoorstelling Fatigue maken.”


De Zendelingen

notallwhowanderarelost — Koen Aelterman 6

De avond voor mijn eigen debuut leg ik zelf bekentenissen af. Ik wil weten hoe het voelt om een persoonlijk nagesprek te voeren. We praten over de voorstelling en bij uitbreiding ook over het leven. Het is intiem. Het is grappig. Het is leerrijk. Zo vertelt de stem aan de andere kant me bijvoorbeeld over L’esprit de l’escalier, die situatie waarin een gevat antwoord je pas te binnen schiet op de trap op weg naar beneden… Mooie uitdrukking. fastforward Ik wacht. Wie zal er langs de andere kant zitten? Ik hoor gerommel. Een vrouwenstem. Een jonge vrouwenstem. Een jonge Nederlandse vrouwen­stem. Ik denk al deze gedachten in de tijdsspanne waarin zij “Hallo” zegt. Het viel me gisteren op hoezeer je in een eigen cocon zit met je biechtmoeder of -vader. Je hoort enkel elkaar omdat het geluid via een hoofdtelefoon komt. De omgevings­ geluiden worden dof, voor je zie je en-

kel de plooien van het fluweel. “Hallo,” zegt ze dus. Goed, ik moet iets zeggen. Liefst iets intelligents. Uit mijn mond komt er echter: “Hallo” – dat lijkt me wel beleefd om ze ook te begroeten – “Ik ben je biechtmoeder. Wat ben ik blij dat je er bent.” Het klopt: ik ben blij dat ze er is. En nieuwsgierig. We praten over de voorstelling en bij uitbreiding over het leven. Het is intiem. Het is grappig. Het is leerrijk. Het gaat vanzelf. – Hoera, het gaat vanzelf! Waarom je ook eens in de biechtstoel moet gaan zitten: — Je blijkt meer te weten dan je denkt. — Je ervaring van de voorstelling wordt verdiept. — Het is gezellig. — Een jongen vertelt me dat hij het fijn vindt om nog eens “écht met iemand te kunnen praten”. Ik wil bijna ons gesprek afsluiten met een welgemeende “Ga, drink iets in het café en praat met elkander.”

Je kan de biechtstoel vinden aan de Exporuimte in deSingel, na de voorstelling Vortex Temporum van Rosas & Ictus. Of ik er zal zijn? Dat weet je niet, net zomin als ik kan weten of jij er bent. www.zendelingen.be © Stijn Grupping

— Ester Torres Falcato Simões

Je zag hem misschien al staan, ‘de Biechtstoel’. Op de fluwelen gordijntjes na, doet hij in niets denDe Biechtstoel ken aan zijn inspiratiebron. Zendelingen Bregt Van Wijnendaele en Filip Tielens mochten hun stoel neerplanten op Het Theaterfestival om anoniem reacties bij het publiek te sprokkelen. De heren zijn opperhoofd bij dit kleine en fijne uitzendbureau voor kunstkritiek. En ik? Ik ben uw biechtmoeder.


fABULEUS stuurt acht moedige, nieuwsgierige jongeren op mysterieuze missie tijdens Het Theaterfestival. Hun opdracht: infiltreer in het universum van een theatermaker. Voor de één eindigt het in een ontmoeting. Voor de ander in een vers voetspoor. Volg alles op blog.fabuleus.be.

— Hanne Waerzeggers

Met mijn vader in bed (wegens omstandigheden)

Interpreteer de titel van de voorstelling, lieve mensen, alstublieft niet – al te – letterlijk. — Een geliefde sterft, ademt niet meer, ligt levenloos, in staat tot niets anders dan ontbinding. Je vanzelfsprekendheid wordt woest doorbroken. Je waarheid uiteengereten. Je luchtbel – de waan dat alles is en blijft – doorprikt. Alles wat rest, is een grote leegte die gaapt, die broeit in je hart. Rouwen is misschien vooral missen, het missen van contact. Een permanent gemis. Ik persoonlijk, denk dat rouwen iets groter omvat. Ik geloof dat, wanneer iemand sterft, je ook rouwt om de vergankelijkheid van het bestaan in het algemeen. Om een soort schoonheid die wordt uitgeroeid. — Aldous Huxley: “We live together, we act on, and react to, one another; but always and in all circumstances we are by ourselves. The martyrs go hand in hand into the arena; they are crucified alone. Embraced, the lovers desperately try to fuse their insulated ecstasies into a single self-transcendence, in vain. By its very nature every embodied spirit is doomed to suffer and enjoy in solitude. From family to nation, every human group is a society of island universes.” — zwijg erover. praat stil. en zeg vooral niets. sssst. beweeg je lippen niet. laat die lippen liggen. ik weet dat je liegt. en als het waar zou zijn, was het een leugen. — Ik stelde me de loskoppeling voor en voelde me wegglijden. Beangstigend en bevrijdend tegelijk. Als van een klif springen. Ik omhelsde hem, mijn vader. — Phara de Aguirre: ‘Een vader is altijd een verhaal. Ook als er niets meer gezegd wordt. De meningsverschillen zijn in stiltes geëindigd. En dat wringt. Vader, zoon of dochter zijn, het is een levenslange zoektocht.’ — Elke vader-dochterrelatie heeft een persoonlijke geschiedenis. Met dit idee in je achterhoofd, moet je – volgens mij – de voorstelling gaan bekijken. Want achter de ogenschijnlijk simpele gesprekken, schuilen herinneringen. Veel liefdevolle momenten, maar ook mindere gebeurtenissen en misschien zelfs wonden. Nooit uitgesproken woorden. —

Als kind leef je in de illusie dat er iets groters is, dat er mensen voor je zorgen die wijzer zijn en alles onder controle hebben. Alsof zij weten wat ze doen. Iedereen loopt in zijn leven tegen een muur aan. Herhaaldelijk. Vanuit een bepaald onvermogen. Neem nu het blinde geloof in een hogere macht die je verzorgt. Mensen hebben zoiets nodig, ook volwassenen. Religies zijn gebaseerd op dit soort nood aan bescherming. Ook ouders zijn zo’n hogere machten. En een vader voor zijn dochter al zeker. Sigmund Freud zei het al: ‘I cannot think of any need in childhood as strong as the need for a father’s protection.’ en ‘At bottom God is nothing more than an exalted father.’ Toen ik degene was die mijn eigen vader moest troosten – wist ik: ook hij is verdwaald. Als hij al verdwaald is, is de hele wereld dat dan niet? — Johan Anthierens: ‘Kinderen zijn kwetsbaar spul. Volwassenen zijn gelijmde kinderen.’ Lees hier alle blogs die Hanne schreef: http://barbaren.tumblr.com/tagged/BED/chrono Queen Victoria met kinderen

7

Aangenaam. Ik ben Hanne Waerzeggers, 19 jaar, studeer kunstwetenschappen, hou van dansen, zingen, tekenen, de schoonheid van de natuur, cultuur, andere culturen en het menselijk brein, rommelmarktjes, vervallen panden, dromen… Mijn doel in het Barbaren-project? De voorstelling Met mijn vader in bed (wegens omstandigheden) uitpluizen. Hier een aantal losse fragmenten uit mijn blog:


Wordcloud

Toneelschuur Productie / Paul Knieriem Met mijn vader in bed (wegens omstandigheden)

Agenda

Telex

tekst: Magne van den Berg

Wilt u na de laatste dagkrant morgen nog meer uitstekende theaterliteratuur lezen, kom dan naar de lancering van de vernieuwde Etcetera,

waar cultuurfilosoof Lieven De Cauter en politicoloog Dave Sinardet met elkaar in debat zullen gaan, alvorens u zich te goed kan

doen aan cava, etcetera. — Rarara, wie zou morgen de Cultuurprijs voor Podiumkunsten winnen? Waag alvast een gokje op de zuil van

de Zendelingen! — Morgen om 19u wordt ook de Roel Verniersprijs uitgereikt aan een van de jonge theatermakers uit Circuit X.

vrijdag 12 september 2014 Expo Kwartier voor aanvang Veerle Eyckermans

deSingel (festivalcentrum)

20:00

Vortex Temporum Rosas & Ictus (

20:00

Met mijn vader in bed (wegens omstandigheden) Toneelschuur Productie / Paul Knieriem

20:30

notallwhowanderarelost Benjamin Verdonck / KVS & Toneelhuis

deSingel (zwarte zaal)

21:30

Nabespreking notallwhowanderarelost

deSingel (zwarte zaal)

)

deSingel (rode zaal) Monty

zaterdag 13 september 2014 Expo Kwartier voor aanvang Veerle Eyckermans 15:00

Dinska Bronska MartHa!tentatief

15:30

Lancering vernieuwde Etcetera

deSingel (festivalcentrum) DEstudio deSingel (blauwe foyer)

17:00

Infosessie archief en collectie TRACKS-helpdesk

19:00

Rauw / Raw Kabinet K

19:00

Uitreiking Roel Verniersprijs / Cultuurprijs voor Podiumkunsten

20:00

Slotfeest Leave Us At Dawn – The Theatre Edition

20:30

Vortex Temporum Rosas & Ictus

20:30

notallwhowanderarelost Benjamin Verdonck / KVS & Toneelhuis

H O O F D R E DAC T I E R E DAC T I E

Filip Tielens

Rini Vynke, Ester Torres Falcato Simões,

Bojana Cvejic

deSingel (theaterstudio) deSingel (blauwe zaal) DEstudio deSingel (rode zaal)

WO R D C L O U D R E AC T I E S

deSingel (zwarte zaal)

Bregt Van Wijnendaele — www.zendelingen.be

filip@theaterfestival.be

F E S T I VA L K E U K E N

T H E AT E R T E K E N A A R VO R M G E V I N G

deSingel (festivalcentrum)

Koen Aelterman

Mies Van Roy

ONLINE

doorlopend geopend van 18u tot 20u in deSingel

www.theaterfestival.be, www.facebook.com/het.theaterfestival

L E E S A L L E DAG K R A N T E N O P

www.issuu.com/hettheaterfestival


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.