Rauw/Raw
Kabinet K
Š Kurt Van der Elst
zaterdag 13 september 2014
Joke Laureyns Kwint Manshoven Rauw / Raw
“Rauw gaat over ons. Het gaat over straatkinderen.” Dat was wat één van de dansertjes van Kabinet K ons via een Skype-sessie meedeelde. Een bizarre, tegenstrijdige uitspraak uit de mond van een elfjarige. Maar in het universum van makers Joke Laureyns en Kwint Manshoven zijn zelfs de grootste uitersten verenigbaar. Dansvoorstelling Rauw, waarin een bende kinderen samen met twee volwassenen en een muzikant op scene staan, is daar het beste voorbeeld van.
— Marijke Van Geel
“We willen alles afpellen en weggooien wat overbodig is”
2
Kwint Manshoven: “De kinderen die meedansen in Rauw zijn natuurlijk geen straatkinderen.” Joke Laureyns: “Ze staan honderd procent als zichzelf op het podium, dus ben ik blij dat ze dat zelf ook zo zien. Ergens is de voorstelling een ver-van-mijn-bedshow, maar tegelijkertijd voelt het voor hen aan als een heel natuurlijke situatie.” Waarover gaat Rauw voor jullie? Joke: “We wilden iets maken over veerkracht in verschillende stadia van het leven. Ik had de BBCdocumentaire Poor Kids gezien. Het was wel frappant hoe die kinderen, die allemaal onder de armoedegrens leven in Groot-Brittannië, heel helder konden uitleggen hoe zij overleven. Ze deden dat zonder zelfmedelijden, terwijl ze in een heel schrijnende situatie zaten. Dat vond ik interessant. Kinderen dragen een veerkracht in zich, en heel wat volwassenen ook, maar ergens onderweg verliezen ze die. Om die veerkracht te kunnen schetsen, moesten wij voor de voorstelling een donkere context creëren waar de kinderen zich in alle omstandigheden boven konden plaatsen door heel speels en licht te blijven. Rauw kan gaan over straatkinderen, maar het kan ook een metafoor zijn voor kinderen die bij ouders opgroeien die niet genoeg aandacht voor hen hebben.” Kwint: “De eerste drie maanden van het repetitieproces zijn we niet bezig met de voorstelling. We nemen in ons
proces veel tijd om te kijken wie de kinderen zijn. Als de kinderen stellen dat de voorstelling vooral over hen gaat, is dat dan ook echt waar.” Hoe verliep de samenwerking met muzikant Thomas Devos? Kwint: “Thomas was er van in het begin bij. Hij heeft ook veel meegedanst omdat hij wou voelen wat dat betekende. Naarmate de tijd vorderde, zette hij muziek op om ritmes of sferen af te toetsen aan wat hij in zijn hoofd had.” Joke: “Thomas heeft veel op zichzelf gewerkt, maar was er wel iedere repetitie bij. We geven sowieso carte blanche aan de muzikanten waar we mee samenwerken. Je kiest hen voor een bepaalde klankkleur. We willen natuurlijk wel dat de muziek in relatie staat tot de dans. In Rauw hebben de volwassenen een dubieuze relatie tot de kinderen. Aan Thomas hebben we gevraagd om op scène partij te kiezen voor de kinderen.” Kabinet K, jullie gezelschap, wordt onder verschillende noemers geprogrammeerd in cultuurcentra. Soms zitten jullie onder het jeugdprogramma, dan weer vallen jullie onder dans. Hoe gaan jullie daar mee om? Joke: “Wij proberen elk etiket te vermijden. We hebben er al die jaren voor gezorgd dat we tussen elk schotje bleven laveren, en dat in een wereld die meer en meer nood heeft aan labels. In Vlaanderen hebben wij in de culturele centra vooral met de jeugdprogram-
matoren te maken, tenzij op plaatsen waar de jeugdprogrammator ook de dansprogrammator is. Die snappen het verhaal feilloos. Maar ik ben blij dat er zoiets is als Europa en de wereld.” Kwint: “Ik denk dat we meer en meer ook internationaal als ambassadeurs van voorstellingen mét kinderen bekend staan.” Joke: “De kunstencentra blijven moeilijker. Daar denk ik dat er veel vooroordelen bestaan. De perceptie verandert als een voorstelling te vaak geprogrammeerd staat onder het label 8+. Mensen associëren ons met het jeugdcircuit. Dat is niet pejoratief, maar kunstencentra denken dan ‘waarom zouden wij ons daar nog mee bezig houden’. We krijgen wel ondersteuning zoals repetitieruimtes bij Les Ballets C de la B en in de Vooruit, dus dat is geen probleem. Alleen is er soms een volwassen publiek dat de trein mist om onze voorstellingen te zien omdat de perceptie fout zit.” Kwint: “Door bij fABULEUS en De Kopergietery te starten, zijn we terechtgekomen wij in het jeugd theatercircuit. Het is veel moeilijker om uit dat circuit te stappen dan erin te geraken.” Joke: “In dat opzicht zijn we dus heel blij met de verandering die bijvoorbeeld bij kunstencentrum STUK in Leuven op til is. Zij gaan zich vanaf seizoen 2015-2016 toespitsen op dans, beeld en geluid, zonder enkel op een programmatie voor volwassenen te focussen. Dat is fantastisch.”
Hoe zouden jullie de Kabinet Ksignatuur omschrijven? Joke: “Ik denk daarbij aan een heel grote naturel, een vanzelfsprekendheid.” Kwint: “Een motto dat wij vaak hanteren naar kinderen en volwassenen toe is: ‘doe maar gewoon’.” Joke: “Eenvoud is ook erg belangrijk. We willen altijd alles afpellen en weggooien wat overbodig is, maar het is toch geen minimalisme wat wij doen. We zijn allebei emotionele mensen, dat zie je zeker terug in ons werk. Ik hoop, en dat vind ik de grote uitdaging als maker, dat de wereld in onze voorstellingen te zien is.” Kwint: “Een ander handelsmerk is misschien dat iedereen zijn verhaal op onze voorstellingen kan leggen en met twee verhalen naar huis kan gaan.” Joke: “Ik blij dat het niet evident is om in woorden te omschrijven waar onze stukken over gaan. Zelfs als ik het juryrapport van Het Theaterfestival lees, denk ik ‘ja, zo mag je ook kijken, zo zagen wij het nog niet’ (lacht).” Joke, je schreef in 2011 een Staat van de jeugddans voor het Krokusfestival in Hasselt. Hierin haalde je onder andere aan dat je je een buitenstaander voelde, een gastarbeider in een gastland. Ondertussen zijn we een goede drie jaar verder. Is er veel veranderd? Joke: “Er is veel beginnen bewegen. De laatste jaren worden er meer voor-
stellingen gemaakt die ik kan appreciëren, terwijl ik mij daarvoor soms een beetje schaamde (lacht). Toen dacht ik na een voorstelling soms ‘natuurlijk hebben mensen bij dans voor kinderen de oei oei-reactie’.” Kwint: “Doorheen de jaren zijn we nog meer gaan geloven in wat we doen. Ook de buitenwereld snapt ons nu beter. Zo geven we geregeld masterclasses in het buitenland. In dat opzicht voel ik mij minder ‘gastarbeider’ in het danslandschap.”
zodanig dat ik er meer over wou weten. Pas in die periode zag ik voor het eerst een voorstelling en was ik overdonderd hoe je zonder woorden toch fascinerende werelden kunt creëren.” Kwint: “Ik ben voor het eerst naar een dansvoorstelling gaan kijken omdat ik bij de Chiro in één of andere artistieke workshop terecht was gekomen. Na die voorstelling van Wim Vandekeybus, ik denk What the body does not remember, heb ik beslist om verder te gaan met dans.”
Wanneer wisten jullie zelf dat jullie voor dans wilden gaan? Kwint: “Ik heb productontwikkeling gestudeerd, wat iets heel anders is dan dans. In wezen ben ik een knutselaar. Een voorstelling maken is knutselen vanuit het fysieke. Pas toen ik 22 jaar was, ging ik voor het eerst naar een dansworkshop, waar ik Joke dan ontmoet heb.” Joke: “Dat was voor mij ook de eerste keer dat ik danste (lacht). Ik was bezig met filosofie, taal en vergelijkende godsdienstwetenschappen en dacht altijd dat ik boeken zou schrijven. Maar toch is wat ik nu doe ook werelden creëren zonder enige vorm van gesproken woord, en dat voelt fantastisch.”
Zijn jullie blij met het pad dat jullie hebben afgelegd? Welk advies zouden jullie geven aan jonge makers? Joke: “Ik zou zeggen: relativeer je opleidingen.” Kwint: “Ik ben erg content dat wij op een andere manier de danswereld zijn ingerold.” Joke: “Ik zou jonge makers ook het advies geven alleen iets te maken als ze een noodzaak voelen en geen voorstellingen te maken omdat ze het gevoel hebben dat het moet. Met Kabinet K hebben we ook heel lang gedacht dat we niet voor structurele subsidies zouden gaan, net omdat we alleen iets wilden maken als we een noodzaak voelden. Dat deden we dan via projectsubsidies. Omdat we zicht hebben op wat we de komende drie jaar absoluut willen maken, hebben we nu voor het eerst structurele subsidies aangevraagd en gekregen. Zo komen we niet meer voor verrassingen te staan.”
Hoe kwamen jullie dan in die dansworkshop terecht? Joke: “Ik was geïnteresseerd in theater en nam deel aan enkele bewegingsworkshops. Die interesseerden mij
© Kurt Van der Elst
3
Bart Van Nuffelen
Dinska Bronska is niet zomaar een voorstelling. Dinska Bronska Vormelijk is het een totaalkunstwerk bestaande uit dans, animatiefilm en een vertelling via voice over. Inhoudelijk houdt het de vinger aan de pols van de tijd: vanuit het standpunt van een kind wordt er een universeel verhaal verteld over ergens vertrekken en aankomen in een ander land. Dat Dinska Bronska aanslaat, bewijst haar selectie voor Het Theaterfestival en de enthousiaste reacties van het publiek. In een koffiebar in het centrum van de stad waar Bart Van Nuffelen van MartHa!tentatief leeft en werkt, vertelt hij over zijn “topjob” en de keuze om “grote verhalen over de kleine mens” te vertellen.
“Ik wil sprookjes over de moderne tijd vertellen”
— Filip Tielens
© Koen Broos
4
Dinska Bronska bestaat uit heel wat laagjes. Wat was het eerste idee en hoe is het puzzelen van de voorstelling uiteindelijk in zijn werk gegaan? Bart Van Nuffelen: “Eerst was er de vraag van het Red Star Line Museum in Antwerpen om een voorstelling te maken rond migratie van vroeger en nu. Er zijn heel wat verbanden tussen de grote trek van de Europeanen naar Amerika honderd jaar geleden en de immigratie naar Europa vandaag. Maar er is ook een groot verschil: waar de oversteek naar het beloofde land omhangen was met glorie, nostalgie en
heldendom, geldt dit zeker niet voor de meeste mensen die nu naar hier verhuizen. We wilden graag de schone esthetiek van vroeger – zoals de grote steden die uit de mist opduiken wanneer je ze nadert met de stoomboot – combineren met een migratieverhaal van nu. Toen ik het eindproject zag van Boris Sverlow, een jonge student animatiefilm, voelde ik meteen dat dit een goede vorm kon zijn om ons verhaal te vertellen omdat we via animatiefilm op een aantrekkelijke manier de verschillende tijdsperiodes in elkaar kunnen laten overvloeien. Daarnaast
vond ik het ook erg belangrijk om het verhaal te laten vertellen door een kind dat echt de oversteek van ‘daar’ naar ‘hier’ gemaakt heeft. Arevik Akopian, een meisje met Armeense roots, vertelt het verhaal via voice over. Voor de kinderen die nieuw in ons land zijn, is taal vaak niet hun grootste kracht. Daarom besloten we niet met acteurs te werken maar met een danseres. Je ziet, verschrikkelijk veel laagjes die we dan op een interessante manier met elkaar moesten combineren (lacht). Het was niet gemakkelijk, maar ik denk wel dat we daarin geslaagd zijn, getuige onze
Om de tekst te schrijven heb je gesprekken afgenomen met kinderen uit OKAN-klassen (Onthaalklas Anderstalige Nieuwkomers). Kwamen daar verrassende inzichten naar boven die je niet zelf had kunnen bedenken? “Er is soms een groot verschil tussen wat kinderen fascineert en hoe volwassenen over hen denken. Wat opviel uit de gesprekken was dat veel kinderen het moeilijk hebben met het drukke verkeer in Antwerpen, omdat ze dat niet altijd gewoon zijn uit hun streek van herkomst. Verrassender vond ik dat ze erg verbaasd zijn over de naaktheid van ons straatbeeld: in alle etalages hangen foto’s van schaars geklede mensen. Maar evenzeer bleek uit die gesprekken hoe lief ze de ‘ontvangers’ wel niet vonden: de asielcentra- medewerkers, leerkrachten, sociaal werkers… Wat ook opviel: honden vinden ze echt kei-raar. Dat deed me denken aan een van de schoonste beelden die ik ooit zag: een vrouw op het De Coninckplein – waar ik woon – die een kinderwagen voortduwde met daarin drie poedels in gele, blauwe en roze outfit. Ze zette die hondjes soms naast haar op het bankje, en op een keer passeerde er net op dat moment een grote Nepalese familie, compleet gepakt en gezakt. Hun kinderen keken stomverbaasd naar de poedels in de gekke kostuums. Had ik dit tafereel kunnen vastleggen, het zou dé foto van de nieuwe stad geweest zijn (lacht). We hebben Dinska Bronska ook gespeeld voor driehonderd kinderen uit OKAN-klassen. Zij herkenden zich erg goed in het verhaal op scène. Onze voorstellingen gaan immers nooit over koningen en prinsen, maar wel over de grote verhalen van kleine mensen. Achteraf praatte ik ook met de juffen van die klassen en zij gaven aan hoe belangrijk het stuk was voor de kinderen.”
5
Hoe kadert de thematiek van Dinska Bronska binnen het parcours van MartHa!tentatief? “Met ons gezelschap proberen we te kijken naar de veranderende wereld om ons heen. Zo maakten we de afgelopen jaren de Revue van het ontembare leven waarin we erg documentaire voorstellingen maakten over
© Koen Broos
selectie voor Het Theaterfestival. Ik ben ook bijzonder blij dat het de kinderjury was die ons selecteerde, wat toch bewijst dat we geen voorstelling over een ‘moeilijke thema’ gemaakt hebben die enkel door volwassenen gesmaakt wordt.”
de grootstad. Daarin proberen we de problematiek niet te schuwen, maar ook de mogelijkheden van verandering in kaart te brengen. Dat is mijn job als theatermaker en de bril waardoor ik naar de stad kijk. Ik heb enkele vrienden die rijkswachter zijn en het valt me op dat zij met andere ogen naar dezelfde stad kijken. Zo hebben zij het meteen gezien als iemand te lang op dezelfde plaats staat te wachten of er ergens gedeald wordt, terwijl ik daar totaal geen oog voor heb. Wat zijn jouw toekomstplannen? “In onze documentaire insteek van de afgelopen jaren wil ik meer fictie injecteren. Graag zou ik sprookjes over de moderne tijd vertellen. Komend seizoen maken we een stuk voor volwassenen, getiteld De Fietsendief. Deze voorstelling gaat over de fietslessen voor migrantenvrouwen die de stad Antwerpen organiseert. Ik ben enkele
van die lessen gaan prospecteren: volledig gesluierde vrouwen op een fiets, of extreem geschminkte vrouwen uit het Oostblok vol glitters die dan gillend omver vallen, supergraaf vind ik dat (lacht). In onze voorstelling gaan we een jonge vrouw casten die op dat moment echt leert fietsen, naast een speedverslaafde fietsendief, de hoofdspeurder van de drugsbrigade – echt de coolste Antwerpse machoflik die ik ken –, een oud-wielrenner die nu de fietslessen moet geven en een ambtenaar – gespeeld door mijn favoriete actrice Sofie Decleir – die de vrouw wiens fiets gestolen wordt uiteindelijk niet verder helpt omdat er daar volgens haar andere diensten voor zijn. Voor mijn onderzoek mag ik naar al die fietslessen gaan kijken en antwoorden op al mijn vragen uit die ambtenaren lospeuteren. Ik heb echt een topjob (lacht).”
Luc Muylaert
Begin augustus trekt de theaterwereld en masse naar de enige stad aan zee voor haar jaarlijkse Cultuurprijs zomerkamp. Na achttien edities mag Theater Aan Theater Aan Zee Zee met recht en rede het grootste en meest gezellige podiumfestival van Vlaanderen genoemd worden. Dat vond ook de jury van de Cultuurprijs, die TAZ in de bloemetjes wil zetten voor zoveel jaren ondersteuning van (vooral) jonge kunstenaars. Met artistiek leider Luc Muylaert graven we in de herinnering van het festival.
— Filip Tielens
“TAZ is één grote theaterfamilie”
6
Waar liggen de kiemen van Theater Aan Zee? Luc Muylaert: “In 1997 besliste de Stad Oostende om een toeristische dienst op te richten. Geert Declerck, de toenmalige directeur van Toerisme Oostende, had theater gestudeerd aan Studio Herman Teirlinck. Na vele avonden op café met onder andere Rits-docent Marc Lybaert ontstond het idee om uit te pakken met een theaterfestival. Marc verzamelde allerlei mensen die hij kende van de VRT rond zich: Luc Bosmans, Geert Van De Walle, Vincent Rouffaer, ikzelf, enz. Voornamelijk mensen die uit de videosector kwamen. In het eerste jaar toonden we dan ook veel filmwerk naast grote evenementen. Om de lat zo hoog mogelijk te leggen, ging Marc vaak principieel extreem over zijn budget. We kregen meteen al heel wat aandacht trouwens. Zo stond tijdens onze tweede editie een cameraploeg van BBC in Oostende om te filmen hoe een acteur gearresteerd werd die in zijn blootje en met een appel in de mond in een vitrine lag (lacht). In die eerste jaren konden we rustig groeien. Vanaf 2001 bleek echter dat de hele organisatie van Theater Aan Zee te veel werd om te dragen door Toerisme Oostende en werd de vzw Tartart opgericht. We kregen een dotatie van 15 miljoen frank van de stad, wat in die tijd een enorme hoeveelheid geld was. Dit stond ons toe om het festival verder op de kaart te zetten.” Waren er later nog grote kantel punten? “In 2005 en 2006 veranderde er heel wat. We werden structureel gesubsidieerd door de Vlaamse Overheid en konden eindelijk mensen in dienst nemen voor productie, communicatie
en de zakelijke werking. Tot daarvoor combineerde ik het vrijwillig organiseren van Theater Aan Zee met een halftijdse job bij de VRT, maar dat werd hoe langer hoe moeilijker. Mijn huis was echt één groot onoverzichtelijk bureau geworden. De naam van Theater Aan Zee veranderde in die jaren naar TAZ, er kwam een nieuwe, hippere huisstijl en we werkten vanaf dan ook met centrale gasten, die de zichtbaarheid van het festival in de hand werkten. In die jaren verhuisden we ook van de dienst Toerisme naar Cultuur. Dit stond ons toe om een verscherpt artistiek profiel aan te meten en niet meer de disciplines te tonen die al opgepikt werden binnen het commerciële circuit.” Wat is voor jou dé kern van Theater Aan Zee? “Zonder twijfel het jong werk. We tonen heel veel creaties van jonge kunstenaars en begeleiden hen volop, zelfs al voor het festival. De voorstellingen van de centrale gasten zijn de omkadering van het jong werk, maar voor mij zeker niet de hoofdmoot. Daarom hebben we sinds drie jaar besloten om de centrale gasten niet meer op de affiche af te beelden, maar om hier een artistiekere invulling aan te geven. Ons festival heet dan misschien wel Theater Aan Zee, maar we tonen evenzeer jonge muziekgroepen, jonge schrijvers en dichters, dit jaar zelfs audioverhalen en kortfilms van jonge makers… We zijn een multi disciplinair festival dat er wil zijn voor alle jonge professionelen binnen de kunsten. Daarnaast vind ik het ook erg belangrijk dat we geen sectorfestival zijn, maar echt binnen een stedelijke context opereren en ontmoetingen creëren tussen artiesten, medewer-
kers en een breed publiek. Bij ons is er bewust geen backstage, maar eten de kunstenaars gewoon tussen de toeschouwers.” Vanwaar die haast magnetische kracht van Theater Aan Zee? Iedereen wil er spelen, de hele theatersector komt er op bezoek, jullie hebben honderden vrijwilligers die jaar na jaar terugkomen… “Theater Aan Zee is één grote familie. Het is een jaarlijks weerzien tussen alle medewerkers en artiesten. Iedereen werkt met bijzonder veel goesting en inzet mee aan het festival. Artiesten die er enkele jaren geleden speelden, keren ieder jaar weer terug als toeschouwer. Vele vrijwilligers werken al achttien jaar voor het festival. Mijn nek doet soms pijn van iedereen op het festival iedere dag goedemorgen te knikken (lacht). Dat TAZ blijft marcheren, komt vooral door de strenge kwaliteitsbewaking. De programmatoren van jong theater en jong muziek zijn ontzettend gepassioneerd door hun vak. Zo kan muziekprogrammator Pieter-Jan Vervondel mij in het midden van de nacht bleitend van geluk opbellen en zeggen dat ik dringend naar het concert moet komen kijken dat op dat moment plaatsvindt, waarna ik daar met hem mee ga staan bleiten.” “Die passie van medewerkers en artiesten straalt ook af op het publiek. Het grootste compliment dat ik kan krijgen, is toeschouwers aan de kassa horen vragen voor welke voorstellingen er nog kaartjes over zijn omdat ze eender welke voorstelling graag willen zien. Dat duidt op de kracht van het merk Theater Aan Zee en het vertrouwen dat het publiek in ons festival heeft. We krijgen ook
steeds meer internationale weerklank. Dankzij de Big in Belgium-tournee kunnen TAZ-laureaten zoals Hof van Eede op het prestigieuze Edinburgh Fringe Festival spelen en in het geval van Nick Steur zelfs een internationale carrière uitbouwen.”
Sinds drie jaar is het festivalcentrum verhuisd van het station naar het Leopoldpark en sinds twee jaar is er met Cultuurcentrum De Grote Post eindelijk ook theaterinfrastructuur beschikbaar. De context van TAZ is recent dus behoorlijk veranderd.
gasten opnieuw programmeren, zoals bijvoorbeeld het Dylanconcert van Stef Kamil Carlens. Dat dit een heel plezante editie wordt, weet ik nu al. We zijn momenteel ook volop aan het brainstormen over de verdere toekomst van het TAZ. Drastisch veranderen is gevaarlijk, maar we mogen nooit conservatief worden. We moeten onszelf steeds in vraag durven stellen en ons artistieke profiel bewaken. Maar in oktober word ik 55 jaar, te ver in de toekomst wil ik dan ook niet kijken.”
Zou De Grote Post er gekomen zijn zonder TAZ? “Moeilijke vraag. Ik denk van niet. TAZ toonde aan dat er een markt is voor theater in Oostende en dat investeren in cultuur bijdraagt tot de uitstraling van een stad. Ik zat ook mee in de bestuursgroep die een architect moest aanduiden voor de bouw van het cultuurcentrum. Theater Aan Zee is er van in het begin nauw bij betrokken geweest.”
Volgens mij zal jij TAZ blijven organiseren tot je er bij neervalt. “Nee nee nee, er moet zeker ooit op volging komen. Alleen moet het een persoon zijn die alle gevoeligheden van TAZ kent, want het is een bijzonder complex festival. Maar gelukkig ook een wreed schoon festival dat ik nooit meer zou kunnen missen.”
Over twee jaar bestaat TAZ twintig jaar. Staat er iets speciaals gepland? “Ons twintig jarig bestaan is het perfecte moment om al onze ex-laureaten nog een keer uit te nodigen met nieuw of oud werk. Daarnaast wil ik ook een aantal ijkpunten van centrale
© Filip Tielens
Kan je eigenlijk zelf iets zien tijdens Theater Aan Zee? “Amper. Ik ben de hele tijd bezig met de contacten te onderhouden met de sponsors en de subsidiënten, ik programmeer zelf het luik literatuur, moet altijd aanspreekbaar zijn… Als ik dit jaar vijf voorstellingen gezien heb, zal het veel zijn. De werkdruk ligt dan ook abnormaal hoog. Ik vind overigens nog altijd dat we zwaar ondergesubsidieerd zijn. In het zoeken naar extra middelen kruipt ontzettend veel tijd en arbeid. En op dat vlak ben ik een estheet: ik wil geen banners of commerciële uithangborden op het festival. Sponsors moeten dus helemaal overtuigd worden van ons inhoudelijk project.”
“Voor CC De Grote Post er was, moesten we onze theaterzalen opbouwen in sporthallen, oude loodsen, … Nu kunnen we tenminste grotere en technisch moeilijkere voorstellingen programmeren. Het nabijgelegen Leopoldpark is ook een enorme meerwaarde, al is het een gigantische onderneming om daar ieder jaar weer een idyllisch festivalcentrum op te bouwen. Dit park wordt stilaan hét beeld van TAZ: veel strand en zee krijg ik alvast niet meer te zien tijdens onze festivals (lacht).”
Winnaars TAZ 2014 © Jolien Fagard
7
Lene Van Langenhove
Een jaar geleden vierde podiumkunstentijdschrift Etcetera tijdens Het Theaterfestival zijn dertigjarig bestaan. Begin 2014 gaf hoofdredacteur Johan Reyniers zijn ontslag omdat Etcetera hij kon starten als dramaturg bij Toneelgroep Amsterdam. Lene Van Langenhove kreeg de taak om een nieuwe redactie op de been te brengen en presenteerde vandaag het eerste Etcetera-nummer onder haar bewind.
— Marijke Van Geel
“Elk nummer van Etcetera moet een dwarsdoorsnede van het kunstenlandschap zijn”
8
“Een receptie ter ere van de vernieuwde Etcetera vond ik nogal droogjes, dus organiseerde ik een debat over macht en vriendschap. Ik heb psychoanalyticus Lieven Jonckheere, politicoloog Dave Sinardet en cultuurfilosoof Lieven De Cauter kunnen overtuigen om naar drie voorstellingen van Het Theaterfestival te gaan kijken: Van den vos, Hamlet vs Hamlet en Garry Davis. Drie voorstellingen die op subtiele wijze over politiek gaan, maar tegelijk ook over vriendschap. Voor het debat wou ik geen sprekers die vaak naar het theater gaan. Zo kunnen zij een frisse blik werpen op de voorstellingen in relatie tot het thema, waar zij elk op hun manier mee vertrouwd zijn. Erwin Jans leidt het debat in goede banen.” “Het vorige nummer, dat nog samengesteld werd door Johan Reyniers, heb ik mee afgewerkt. Daarna startte de zoektocht naar een nieuwe redactie. Voor de samenstelling vond ik het van groot belang dat ik mensen uitkoos die echt in de praktijk staan, maar tegelijkertijd ook een stap achteruit kunnen zetten en het veld kritisch kunnen overschouwen. Ik had wel wat mensen in mijn hoofd. Met ieder van hen sprak ik afzonderlijk af en het klikte telkens meteen. Ik vind het een mooi evenwicht tussen jonge en niet meer zo jonge veulens: Charlotte De Somviele, Kristof van Baarle en Bauke Lievens zijn twintigers, Sébastien Hendrickx en ikzelf jonge dertigers en Geert Opsomer, Erwin Jans en Mia Vaerman zijn ons wandelend geheugen, zij hebben gewoon alles al eens meegemaakt (lacht).” Wat met de erfenis van Etcetera? “Natuurlijk wil ik de geschiedenis van het tijdschrift in ere houden. Een magazine over alleen maar podiumkunsten, dat is uniek in Vlaanderen. Ik denk wel dat de Raad van Bestuur op zoek was naar vernieuwing. Alle voorstellen die ik op tafel legde, werden door hen goedgekeurd.” Die vernieuwing reikt ver: naast de keuze voor een nieuwe redactie en een andere vormgeving, wil Lene ook inhoudelijk eigen accenten leggen. “Het is de taak van Etcetera om mee te bouwen aan een discours en daarbinnen nieuwe perspectieven te bieden, en om nog meer aandacht te hebben voor wat buiten onze taal- en landsgrenzen gebeurt. Elk nummer moet een doorsnede zijn van het kunstenlandschap. Etcetera heeft altijd een hoge archiefwaarde gehad. Als je nu teruggrijpt naar een nummer uit de jaren ‘80 of ‘90, zie je meteen wat er toen leefde. In het nieuwe nummer van
Etcetera gaat het bijvoorbeeld over hoe artiesten zoals Kim Noble en Fabrice Murgia omgaan met respectievelijk identiteit in dit sociale media-tijdperk en de eenzaamheid van de hypercommunicatie. Als er over twintig jaar iemand dit nummer vastneemt, gaat die hopelijk zeggen “Ja, dat was het tijdperk van de selfies en de autobiografische voorstellingen.” “In eerste instantie wil ik jonge makers meer aandacht geven. Niet evident, want jong werk is heel broos. Je kan het niet op dezelfde manier benaderen als een voorstelling van iemand die al twintig jaar in het vak staat. Maar vaak word ik meer geraakt door voorstellingen die nog niet helemaal af zijn, maar waarbij je voelt dat de maker echt iets moet vertellen en een eigen taal zoekt.” Variatie troef in de nieuwe Etcetera. “Een goed evenwicht tussen interviews, reportages, essays en andere vormen, dat is wat we beogen. Ook met de site zijn we druk bezig. Zo zullen er geregeld Engelstalige teksten verschijnen, naast Nederlandstalige long reads. We doen verder met de online reviews, want het laat ons toe iets korter op de bal te spelen.” En dan vergeten we misschien wel de belangrijkste aardverschuiving: Etcetera zal voortaan gratis verschijnen en de oplage gaat ook omhoog naar 8000 exemplaren. “Eigenlijk was het niet onlogisch om voor het gratis model te gaan. Het is natuurlijk een risico, want eenmaal je gratis verschijnt, kan je niet meer terug betalend worden. Maar ik denk dat het haalbaar is, en de Raad van Bestuur ging ook mee in mijn idee. De kosten die er in het oude model waren, zoals de verzendkosten en de abonnementenadministratie, konden sowieso niet betaald worden met het lidgeld van de abonnees alleen. Nu zetten we nog harder in op advertenties, en dat lijkt te lukken.” www.e-tcetera.be
Cees Vossen
Jaarlijks wordt op Het Theaterfestival de Roel Verniers Prijs uitgereikt aan de beste voorstelling Roel Verniers Prijs uit de selectie van Circuit X. Naast een bekroning voor de maker(s) is de prijs ook een eerbetoon aan ‘theatermens’ Roel Verniers, die in 2011 overleed. We belden met Cees Vossen, juryvoorzitter en tevens vriend en collega van Roel Verniers.
— Mitch Van Landeghem
“De durf en het elan waarmee Jonas Vermeulen en Boris Van Severen op het podium staan, zijn ongelofelijk”
Wat is de Roel Verniers Prijs? Cees Vossen: “De prijs is een stimulans voor jonge theatermakers. De winnaar wordt geselecteerd uit de selectie van Circuit X: er wordt dus gekozen uit een reeds gemaakte selectie. De Roel Verniers Prijs is nóg een extra duwtje in de rug voor deze jonge podiumkunstenaars.” Wat zijn de criteria? “Bij het maken van de beslissing laten we ons leiden door de herinnering aan hoe Roel was als mens. Hij was iemand die jong talent heel erg ondersteunde en jonge makers enorm aanmoedigde. Roel toonde ontzettend veel engagement en durf om nieuwe paden te bewandelen en uitdagingen te zoeken. We zoeken dus eigenlijk naar de criteria waarmee Roel de prijs zelf zou hebben uitgereikt.”
9
De afgelopen twee jaar wonnen respectievelijk Simon Allemeersch en Suzanne Grotenhuis. Wie wint de Roel Verniers Prijs dit jaar? “De prijs gaat dit jaar naar The Great Downhill Journey of Little Tommy van Jonas Vermeulen en Boris Van Severen. We vonden dat die voorstelling van zoveel uitzinnigheid en lef betuigde. Jonas en Boris blazen de rockopera nieuw leven in door een concert
Wat houdt de prijs in? “De makers krijgen een ondersteuning om een nieuw project te maken. Zo biedt De Theatermaker hen als co-producent een ondersteuning van 5000 euro en begeleiding aan. Dit project krijgt een plaats volgend jaar op Het Theaterfestival.”
Was er een groot niveauverschil tussen Little Tommy en de andere Circuit X voorstellingen? Nee, we vonden het een zeer sterke, maar wel diverse selectie. Een aantal makers zijn al langer aan het werk, terwijl anderen nog maar net bezig zijn. We merkten al snel dat onze voorkeuren bij de nieuwere, jongere makers terechtkwamen. Niet alleen omdat ze jonger zijn, maar ook omdat we dat werk ‘sprekender’ vonden.”
Jonas en Boris wonnen op Theater Aan Zee eerder al de Publieksprijs (een arrangement in Oostende) en werden er geselecteerd voor Big in Belgium, wat wil zeggen dat ze volgende zomer met The Great Downhill Journey of Little Tommy mogen spelen op het Edinburgh Fringe Festival. Dat zijn heel wat prijzen voor één voorstelling. “Absoluut terecht vanwege de durf en het elan waarmee ze aan het werk zijn”, aldus Cees Vossen. © Sarah Yu Zeebroek
Wat was jouw band met Roel Verniers? “We waren naast collega’s in CC Berchem ook vrienden in het dagelijkse leven. Roel en ik kenden elkaar al heel lang: van toen ik nog theater maakte en hij directeur was van jeugdtheaterfestival Tweetakt.”
vertelling op die manier in het theater te plaatsen. Er zit ongelooflijk veel power achter. Maar we vonden het ook een hele mooie vertelling waar je zo ingezogen wordt. Er was weinig onenigheid in de jury. Er werd unaniem beslist dat Little Tommy de prijs zou krijgen.”
Rosas
10
Partita 2 ontstond in 2010 uit een spontaan improvisatie moment tussen beide dansers op het lege podium van het Cloître des Célestins in Avignon. In mei 2013 ging de afgewerkte voorstelling in wereldpremière op het Kunstenfestivaldesarts in Brussel. Naar aanleiding van Partita 2 werd Anne Teresa De Keersmaeker in 2013 gekozen tot Danseres van het jaar door Tanz Jahrbuch. De voorstelling won eveneens de Prijs voor beste hedendaagse voorstelling van het vooraanstaande Italiaanse dansmagazine Danza&Danza. Ook Het Theaterfestival selecteerde Partita 2. Anne Teresa De Keersmaeker en Boris Charmatz zijn twee choreografen die zelf ook steeds zijn blijven dansen. In Partita 2 betreden ze samen de dansvloer in alledaagse kleren en met stevige sportschoenen. De voorstelling begint echter met hun afwezigheid. Door een kier van licht neemt violiste Amandine Beyer haar plaats in op scène. Het donker overvalt opnieuw haar aanwezigheid en die leegte vult ze met Bach. Kunstenaar Michel François speelt in zijn scenografie met licht en donker, aanwezigheid en afwezigheid. Op de vloer zijn in krijt een cirkel en lijnen getrokken. Een geometrische vertaling van Bachs partituur of eerder een weergave van waar levenslijnen elkaar ontmoeten? De Keersmaeker en Charmatz tasten deze ruimte af. Samen en alleen. Sporen van de vrijheid van improvisatie en de sturing van strakke structuren lossen samen op. Beweging en muziek vallen samen en maken de partituur zichtbaar.
Ook de pers was enthousiast: “Een prachtige, genereuze avond.” (Pieter T’Jonck, De Morgen) “Anne Teresa De Keersmaeker creëerde eerder Toccata (1993) en Zeitung (2008) op muziek van Bach. Maar met Partita 2 gaat ze een stap verder: dit is geen ‘dansen op’ maar ‘dansen met’. Het maakt Partita 2 in de eerste plaats tot een voorstelling voor het hoofd. Precies zoals het een grootmeester betaamt.” (Sarah Vankersschaever, De Standaard) “De voorstelling is niet perfect, maar wel de perfectie voorbij.” (Els Van Steenberghe, Knack Focus) © Anne Van Aarschot
Vortex Temporum — Koen Aelterman
— Rini Vyncke
Enkele voorstellingen konden om praktische redenen niet hernomen worden. Partita 2 van Rosas door Anne Teresa De Partita 2 Keersmaeker en Boris Charmatz is daar een van. De Partita No. 2 voor viool van Bach bestaat uit vijf figuren. In de voorstelling vormen twee dansers, een violiste, de muziek en de scenografie Partita 2. Rosas is ook met Vortex Temporum geselecteerd voor Het Theaterfestival, een voorstelling samen met Ictus, die vanavond wel nog te zien is in deSingel.
Wolfram Ghesquière
— Mitch Van Landeghem
‘Een wervelend feest waar bont uitgedoste nacht raven en nimfen elkaar vinden tot het ochtendLeave Us At Dawn – blauw.’ Zo laat Leave Us At Dawn, het nachtelijke Theatre Edition evenement in DE Studio zich omschrijven. Het brein achter het dansfeest is Wolfram Ghesquière, frontman van muziekgroep Winther. Vanavond kunnen de bezoekers van Het Theaterfestival hun benen losschudden op Leave Us At Dawn – The Theatre Edition, het officiële slotfeest van tien dagen TF.
Wolfram Ghesquière: “Toen ons debuutalbum Winther uitkwam wilden we een groot release-feest organiseren in een fantastisch decor. DE Studio gaf ons toen hun gebouw ter beschikking. We noemden het feest naar een nummer op onze plaat: Leave Me At Dawn. Er kwam heel veel volk en het feest was keitof. Eigenlijk zijn we het vanaf toen blijven herhalen, elke keer in een ander jasje. Zo hebben we elk jaar een erotische editie, was er een ‘extase-editie’ en organiseerde FC Bergman vorig jaar een eigen versie van Leave Us At Dawn. Ik organiseer gewoon heel graag dingen, denk ik. In het begin merkte ik dat we altijd veel te veel wilden doen: te veel optredens, te veel dj’s. Daar zijn we intussen beter in geworden. Het feest leeft nu al twee jaar. We zijn een samenwerking met radiozender Klara begonnen, die op deze manier een jonger publiek kan aanspreken. Het is leuk dat Leave Us At Dawn daaraan kan meehelpen.”
Edition worden alle optredens ingevuld door acteurs. kRaMer, de band van acteur Jeroen Perceval, geeft een concert en acteur Bart Hollanders verschijnt weer ten tonele als dj KhemDikkenAmbrasMeOnsMoeder. Wie er nog allemaal langskomt kan je ontdekken op de website.”
Feest in de stad “Het is heel moeilijk om een succesvol feest te organiseren in Antwerpen aangezien er een overdaad aan evenementen is. Ik denk dat Leave Us At Dawn zoveel volk trekt omdat we iets anders aanbieden dan de overige feestjes. Er is een dresscode en er zijn kleine performances die heel dicht bij de toeschouwers plaatsvinden, zoals een danseres die niet meer dan een vierkante meter ruimte heeft bijvoorbeeld. De belevenis staat centraal tijdens Leave Us At Dawn.” © Lara Gasporotto
The Theatre Edition “Dit jaar kregen we de vraag van Het Theaterfestival om het slotfeest te organiseren. We mochten volledig onze gang gaan. Ik wou een avond bouwen met de idee ‘vanavond ben je zelf de acteur’. Er zal onder andere een speeddate-sessie zijn met twee hostessen waar je de persoon tegenover je kan wijsmaken over jezelf wat je wil. Er is, zoals bij de andere themafeesten, een dresscode (‘avondkledij’, wie correct gekleed is, krijgt voor 22u een gratis glas cava!, red.) en een karaoke waar het publiek zelf het podium kan beklimmen. Bij de inkom is er een catwalk waar je kan schitteren als een ster. Verder is er nog veel meer te ontdekken en de performances en belevenissen worden uiteraard gevolgd door een gigantisch dansfeest. Voor Leave Us At Dawn: The Theatre
Veel tekst komt er niet voor in
notallwhowanderarelost Benjamin Verdonck opent de voorstelling met volgend gedicht van J.L. Borges dat we jullie niet willen onthouden.
11
Time is a river which sweeps me along but I am the river It is a tiger which destroys me but I am the tiger It is a fire which consumes me but I am the fire J. L. Borges
Wordcloud
MartHa!tentatief Dinska Bronska
Agenda
Telex
tekst: Bart Van Nuffelen
Gisteren had uw dagkrant een spellings-offday (hoe schrijf je dit trouwens?). De aandachtige lezer merkte dat we Ictus per abuis ‘Ictuts’ noemden en dat we foutievelijk Met mijn vader in bed (wegens omstandgheden) neerschreven. Op Facebook
dacht iemand overigens dat de correcte titel van deze laatste voorstelling Met mijn vader in bad (wegens omstandigheden) moest zijn. — U vraagt zich vast ook af waarom Het Theaterfestival dit jaar van 4 – 14 september 2014 gepland staat, terwijl er
morgen niets georganiseerd wordt. Naast het mooiere visuele beeld is dit volgens Els De Bodt nochtans taalkundig terecht: er werd immers nooit gezegd dat Het Theaterfestival van ‘4 tot en met 14’ zou doorgaan, maar wel ‘van 4 tot 14’ september.
Klein nuanceverschil. Maar just is just. — Dit was alweer uw laatste dagkrant voor dit jaar. In 2015 zijn we er weer met meer diepgravende onderzoeksjournalistiek / zever in pakjes / doorwrochte interviews / roddels (schrappen wat niet past). Doek.
zaterdag 13 september 2014 Expo Kwartier voor aanvang Veerle Eyckermans 15:00
Dinska Bronska MartHa!tentatief
15:30
Lancering vernieuwde Etcetera
deSingel (festivalcentrum) DE Studio deSingel (blauwe foyer)
17:00
Infosessie archief en collectie TRACKS-helpdesk
19:00
Rauw / Raw Kabinet K
19:00
Uitreiking Roel Vernier Prijs / Cultuurprijs voor Podiumkunsten
20:00
Slotfeest Leave Us At Dawn – The Theatre Edition
20:30
Vortex Temporum Rosas & Ictus
20:30
notallwhowanderarelost Benjamin Verdonck / KVS & Toneelhuis
H O O F D R E DAC T I E R E DAC T I E
Filip Tielens
Marijke Van Geel, Rini Vyncke
Mitch Van Landeghem T H E AT E R T E K E N A A R VO R M G E V I N G
Koen Aelterman
Mies Van Roy
deSingel (festivalcentrum) deSingel (theaterstudio) deSingel (blauwe zaal) DE Studio deSingel (rode zaal)
WO R D C L O U D R E AC T I E S
deSingel (zwarte zaal)
Bregt Van Wijnendaele — www.zendelingen.be
filip@theaterfestival.be
F E S T I VA L K E U K E N ONLINE
doorlopend geopend van 18u tot 20u in deSingel
www.theaterfestival.be, www.facebook.com/het.theaterfestival
L E E S A L L E DAG K R A N T E N O P
www.issuu.com/hettheaterfestival