Theaterfestivalkrant 2/09/2017

Page 1

ZA 2 & ZO 3 SEP 2017 DAGKRANT #HTF17 © Bart Grietens

Dubbeldansen met Jason en Thomas Amour entre Rilke et Claire Croizé Is Risjaar Drei vrouwonvriendelijk?

De nomaden van Ballet Dommage

Techno en gipsy music op toneel © Herman Sorgeloos

n Va urt ©K ls rE de t

www.theaterfestival.be


A Love Supreme © Anne Van Aerschot

Thomas Vantuycom

Jason Respilieux

EVOL © Herman Sorgeloos


Dubbelinterview Thomas Vantuycom en Jason Respilieux

2 & 3 sep 2017   1

‘De rollen van danser en choreograaf zijn niet zo strikt gescheiden’ Deze TheaterFestival-editie staat er maar liefst drie maal dans op het programma. Sommige dansers vallen hierdoor twee keer in de prijzen. Ik schuif aan tafel bij de dubbelgeselecteerde dansers Thomas Vantuycom en Jason Respilieux. Beiden vertolken ze een van de vier instrumenten in A Love Supreme van Salva Sanchis & Anne Teresa De Keersmaeker/Rosas. Thomas is ook te zien in Radical Light van Salva Sanchis, Jason in EVOL van Claire Croizé. Eva Decaesstecker


2   2 & 3 sep 2017

Dubbelinterview Thomas Vantuycom en Jason Respilieux

Jullie studeerden samen af aan P.A.R.T.S. in 2014. Is A Love Supreme de eerste keer dat jullie samen in een voorstelling dansen?

Thomas Vantuycom: Op professioneel vlak is dit inderdaad onze eerste samenwerking. Op school hebben we wel redelijk wat projecten samen gedaan en liepen onze trajecten dezelfde richting uit. Als er repertoire was, kozen we daar beiden meestal voor. Binnen de repertoirestudie hebben Jason en ik trouwens in de oude versie van A Love Supreme uit 2005 gedanst. Die voorstelling werd ook hernomen voor de afstudeertour.

Waarom kiezen jullie zo graag voor repertoire?

Jason Respillieux: Wanneer je de kans krijgt om mee te dansen in een repertoirevoorstelling, moet je die grijpen. Niet dat ik destijds zelf geen voorstellingen wilde maken, maar ik ging ervan uit dat ik later nog genoeg tijd zou hebben om mijn eigen werk te creëren. Repertoire dansen is een kans die je misschien enkel op school krijgt. Daarbij is het ook een manier om jezelf te promoten als uitvoerend danser en te laten zien wat je kan. Thomas: Ik vond het zelfs interessanter om te dansen in een bestaande voorstelling. Het auteurschap trok me minder aan dan het mee creëren of sterk participeren binnen een kader dat iemand anders opzet. En daar is repertoire net een uitgelezen context voor: het is een van de weinige momenten waar je zo lang en op zo’n concrete manier aan iets werkt. Regelmatig is er ook ruimte om binnen een repertoirestuk een eigen invulling te geven aan de oorspronkelijke choreografie of persoonlijk materiaal toe te voegen. Sommige repertoirestukken lenen zich hier natuurlijk meer toe dan andere. Jason: Repertoire geeft je ook de kans om eens met een grotere groep te werken. Medestudenten werken vaker in kleinere constellaties. Zij namen zelden het risico om tien of twaalf mensen op te nemen in hun stuk. Grote groepen zijn een uitdaging voor mij. Ik merk dat ik beter functioneer in een kleinere groep en mezelf moeilijker kwijt kan bij een grote bende. Door in repertoire mee te dansen heb ik die uitdaging toch kunnen aangaan.

‘Grote groepen zijn een uitdaging voor mij. Door in repertoire mee te dansen heb ik die uitdaging toch kunnen aangaan.’ — Jason Respilieux A Love Supreme, gedanst op het gelijknamige album van jazzlegende John Coltrane, was dus geen nieuw materiaal voor jullie. Maar hoe sterk verschilt deze herwerkte versie eigenlijk van die uit 2005?

Thomas: Als je beide twee voorstellingen na elkaar zou bekijken, zal je zien dat ze erg verschillen. Dat heeft veel te maken met de aankleding: de versie uit 2005 was volledig in het wit, deze versie is helemaal in het zwart. De dansers uit de eerste versie zijn ook heel anders dan wij. Bovendien is ook de structuur wat veranderd. Maar het is natuurlijk geen radicaal andere voorstelling geworden. Jason: De nieuwe versie is wel comfortabeler om te dansen dan de vorige. Toen we die aanleerden, moesten we echt een bestaande rol uitvoeren. Nu is die rol zodanig herschreven zodat het meer op mijn eigen lichaam afgestemd is. Thomas: Salva heeft inderdaad een nieuwe solo geschreven, specifiek met Jason en de manier waarop hij beweegt in gedach­ ten. Salva is ook de persoon die qua auteur veruit de grootste rol heeft gespeeld en er het hele maakproces bij was. Anne Teresa kwam vooral naar het einde toe mee kijken, discussiëren en keuzes maken. Zij fungeerde eerder als klankbord. Onze eigen inbreng als danser hangt af van rol tot rol. Mijn rol – de saxofoon – doet nagenoeg uitsluitend improvisatie. Bilal El Had, die de piano vertolkt, wisselt dan weer eerder tussen gecomponeerde stukken en improvisatie. Wanneer het instrument in de muziek van Coltrane het voortouw neemt en soleert – de muzikanten improviseren eigenlijk voortdurend – dan improviseert ook de overeenkomstige danser. Elke voorstelling is hierdoor telkens iets anders.

© Milana Vojnovic

Thomas, jij staat op het TheaterFestival ook met een andere heel muzikale voorstelling van Salva Sanchis. Op welke manier verschilde de aanpak bij A Love Supreme met die van Radical Light?

Thomas: Salva’s algemene aanpak van choreografie is vergelijkbaar: op een bepaalde manier heel eenvoudig, en toch heel intelligent en precies. Het materiaal is opnieuw een mix tussen improvisatie en compositie. Alle dansers hebben het materiaal wel mee gemaakt en dat volgens een heel concreet principe: elke danser maakte een frase van exact 1 minuut 4 seconden. Dan leerde je jouw frase aan de volgende persoon, die de vrijheid kreeg om die frase meteen aan te passen aan zijn of haar eigen gewoontes en taal. Op die manier reist en transformeert elke frase van de ene naar de andere danser tot ieder ze ‘kent’. Salva geeft altijd een heel specifieke opdracht om materiaal te creëren en geeft de dansers veel inbreng.

EVOL van Claire Croizé vertrekt niet van muziek, maar van een tekst van Rainer Maria Rilke. De muziek van David Bowie is er pas later aan toegevoegd.

Jason: De voorstelling is inderdaad gebaseerd op een tekst, maar wijkt daar ook weer sterk van af. We zijn vooral bezig geweest met improvisatie, met ogen gesloten, om dichter bij je eigen materiaal te staan. Hoe we ons op het moment zelf voelden, integreerden we in onze bewegingen. Claire creëert zelf niet zozeer choreografieën, ze is eerder dramaturgisch bezig met het verbinden van materiaal van haar dansers. Als er een probleem is of als er iets niet werkt, zal ze dat probleem oplossen door er blijvend op door te werken in plaats van naar iets anders te grijpen. Dat kom je niet zoveel tegen bij andere makers.

‘In dansante stukken mis ik soms tekst of het praten op scène. Maar voluit kunnen dansen is altijd leuk, natuurlijk.’ — Thomas Vantuycom Op het TheaterFestival dansen jullie mee in andermans stukken. Prikkelt het bij jullie ook om zelf te choreograferen?

Thomas: Die zin begint meer en meer te groeien, ja. Al blijft het voorlopig eerder bij een vage interesse dan een concreet plan. De rollen van danser en choreograaf zijn trouwens niet zo strikt gescheiden. Als uitvoerend danser zie ik mezelf ook altijd als een zeer actief participerend en meedenkend iemand. Op een manier ben ik eigenlijk mee aan het choreograferen, vooral wanneer het om een nieuwe creatie gaat. Onafhankelijk van hoe open de situatie is, ben je als danser sowieso bepalend voor het stuk waarin je speelt. Het enige verschil met zelf een choreografie te schrijven, is dat er in dit geval een soort sociale verantwoordelijkheid bijkomt. Je moet dan zelf een groep leiden en voor cohesie zorgen binnen


2 & 3 sep 2017   3

Dubbelinterview Thomas Vantuycom en Jason Respilieux

Radical Light © Bart Grietens

was Musicst love my fir Radical Light Salva Sanchis: ‘Discodesafinado was a duo by Joris Vermeiren & Senjan Jansen. Through the 1990s and the early 2000s the two friends had several collaborations. We collaborate with each other since 1998, they made the music for my very first choreography. We meet again twenty years later for Radical Light. Joris & Senjan were important for the Flemish minimalist techno scene. It doesn't have much to do with the commercial techno. When you listen to their music you hear techno beat music but you will also find delicacy and carefulness. That is why we label it as minimal and experimental. It is really in between two worlds. It is part of the club scene but also of the contempo­ rary dance music scene. This was perfect for Radical Light because I wanted to work with movements that are clearly influenced by the way we dance intuitively in a club. And at the same, I wanted those movements to be choreographed and designed in a way that they belong more to the contemporary dance world. The specific piece of Discodesafinado is a concert that was recorded in 2003 in Charlatan in Ghent. A recording I always kept on listening to, sometimes during rehearsals, during classes. I always had in my mind to make a choreography out of it. It is a 45 min track and it was put together for the audience that was present. There is something about that, you can still feel it in the result. They prepared music material and they mixed it live. Techno music fits my approach to dance. First of all: it doesn't have lyrics, in that sense, it is not theatrical or has a narrative. Secondly, to have regular beat is really interesting for a dancer or a choreographer. There is a mechanical aspect to it but next to that, it is possible to bring out an organic aspect which the dance provides. This combination is really interesting for me. Techno music is strong. It is really present, but at the same time, it is neutral enough to let the dance exist. (EP)

het werk en binnen de groep. Die leidende rol was wat mij tot nu toe afschrikte, maar ik voel me er steeds meer klaar voor. Jason: Ik ben op dit moment zelf ook nog niet bezig met eigen creaties, maar zou dat later wel willen doen. Mijn interesse hiervoor is gegroeid door mijn ervaring als lesgever. Ik had de kans om op vrij jonge leeftijd al te beginnen met lesgeven, om zo mijn studies mee te financieren. Hiervoor moest ik soms ook choreograferen voor mijn studenten en die verantwoordelijkheid waar Thomas het over heeft is inderdaad iets dat meespeelt. Door op jonge leeftijd les te geven, voelde ik me soms wat gegeneerd. Mijn leerlingen waren geregeld tien of twintig jaar ouder dan mezelf. Ik wil geen autoritaire choreograaf zijn en ga dus telkens op zoek hoe ik de leiding kan nemen zonder te veel limieten op te leggen voor mijn dansers. Die ervaring als lesgever heeft mij leren begrijpen wat dans kan zijn voor mensen die er niets of weinig over weten. Ik zou daarom graag dans creëren die in theaters getoond wordt en tegelijk een heel breed publiek kan aanspreken.

Wat tot slot opvalt in de selectie van dansproducties op het TheaterFestival, is dat het heel dansante voorstellingen zijn. Zijn jullie zelf meer geneigd om voor dansante stukken te kiezen?

Jason: Sowieso is het een vorm die ons wel ligt, anders zouden we dat niet meer doen. Voor mezelf hoef ik echter niet de hele tijd te dansen. Vroeger moest en zou ik dansen. Nu dans ik soms en doe ik dan weer iets anders. En dat is ook fijn. Veel heeft te maken met het freelancen, natuurlijk. Het meeste wat ik doe heeft met dans te maken: als uitvoerend danser, maar evengoed als lesgever of als mentor. Thomas: In de stukken waar ik tot nu toe al aan heb mee­ gewerkt, kwamen er verschillende modi van performen aan bod. Bij Rosas is het uitsluitend dansante dans, maar er is ook al tekst geweest en zelfs theater of figureren. Die verschillende dingen doe ik allemaal wel graag. Soms mis ik de tekst of het praten. Maar voluit kunnen dansen is altijd leuk, natuurlijk (lacht).


4   2 & 3 sep 2017

EVOL Claire Croizé

Qui donc, si je criais, parmi les cohortes des anges m'entendrait? Elise Pierre & Milana Vojnovic © Herman Sorgeloos

Qui donc, si je criais, parmi les cohortes des anges m'entendrait? Et l'un d'eux quand même dût-il me prendre soudain sur son cœur, ne m'évanouirais-je pas sous son existence trop forte? Car le beau n'est que ce degré du terrible qu'encore nous supportons et nous ne l'admirons tant que parce que, impassible, il dédaigne de nous détruire. Tout ange est terrible. Et je me contiens donc et refoule l'appeau de mon sanglot obscur. Hélas! qui pourrait nous aider? Ni anges ni hommes, et le flair des bêtes les avertit bientôt que nous ne sommes pas très assurés en ce monde défini. Il nous reste peut-être un arbre, quelque part sur la pente, que tous les jours nous puissions revoir; il nous reste la rue d'hier et l'attachement douillet à quelque habitude du monde qui se plaisait chez nous et qui demeura. Oh! et la nuit, la nuit, quand le vent plein des espaces

Nous ronge la face, à qui ne resterait-elle, tant désirée, tendrement décevante, épreuve pour le cœur solitaire? Aux amants serait-elle plus légère? Hélas! ils ne se cachent que l'un à l'autre leur sort. Ne le savais-tu pas? Hors de tes bras lance le vide vers les espaces que nous respirons peut-être; les oiseaux sentiront-ils l'air élargi d'un vol plus ému.

— Extrait des premières Elégies de Duino de Rainer Maria Rilke.


2 & 3 sep 2017

EVOL Claire Croizé

Claire Croizé, danseuse et chorégraphe, travaille et vit en Belgique depuis plus de quinze ans maintenant. La nouvelle compagnie qu’elle a fondée avec le chorégraphe, danseur et drama­ turge Etienne Guillotteau, ECCE, présente son nouveau spectacle, Mer, le 29 septembre prochain dans l'eglise Sint­ Walburga de Bruges. Ses solos et anciennes créations, parmi lesquelles The Farewell créée en 2009, ont toujours eu comme point de départ la musique classique. Ainsi The Farewell s'est créé à partir de l’Adieu du Chant de la Terre, le 3ème mouvement de la '9ème Symphonie' de Gustav Mahler. Claire opte pour un processus de création complètement différent depuis sa création Primitif (2014) – un mélange innovant entre musique pop thaïlandaise et danses tribales. La musique contemporaine prend le pas sur la musique classique. EVOL, présenté au TheaterFestival ce week­end, se trouve dans la ligne droite de cette recherche. Un spectacle où la musique contempo­ raine de David Bowie se mêle aux poèmes romantiques de Rainer Maria Rilke. Pari osé que celui de donner au romantisme une contemporanéité, et pourtant, Claire nous surprend encore.

Pour nous présenter la pièce, Claire commence par nous révéler les différentes entrées possibles au jeu de piste qu'elle a pris plaisir à composer.

L'intention de Claire est d'écouter, d'obser­ ver, de vivre avec le corps de ses danseurs. Il fallait trouver un langage qui soit propre à chacun, comme une boite à outil que chacun pouvait réutiliser le temps venu au cours du processus de création. Claire nous explique que pour trouver ce langage singulier, ils ont d'abord travaillé en silence, souvent les yeux fermés et dans un mouvement d'introspection. Le fait que la pièce mette à nu le vulnérable et l'intime, c'est cela qui par la suite, les a aidés à garder une connexion forte avec les spectateurs. Une fois cette première phase de travail acquise, Claire com­ mence l'écriture dramaturgique.

Les danseurs sont tour à tour le protagoniste des Elégies de Duino de Rilke, à savoir, le poète lui-même, mais pas uniquement. Il y a aussi la figure de l'ange, celle des amants. Pendant les vingts premières minutes chacun des danseurs prend à sa charge le poème de la première Élégie. La répétition est un élément important du travail de Claire. 'Je ne fais pas de pièces de théâtre, mais il y a une certaine narrativité qui est cachée. Quand ils ne sont pas dans le rôle du poète, les danseurs représentent les personnages évoqués par le poète. Ainsi, même s'ils sont ensemble dans le même poème, ils sont finalement seuls. Ils sont seuls ensemble.' Mais atten­ tion, Claire nous met bien en garde, ce n'est pas un travail littéral. 'Il y a des moments clairs, d'autres un peu moins, je m'amuse toujours avec les codes [...] le changement de costumes, par exemple, a lieu lorsqu'ils doivent représenter un nouveau personnage. Cela crée un mystère, on ne comprend pas trop ce qui se passe. C'est l'intrigue qui me plaît. Elle m'aide à construire la dramaturgie de la pièce'.

Les costumes, la lumière, les personnages, les histoires, rien n'est explicitement référencés. Pourtant chaque élément prend une place essentielle dans la composition finale. En tant que spectateur, Claire déteste qu'on lui dise ce qu'il faut sentir ou penser. 'Le silence qui existe dans EVOL, distingue la pièce des pièces de théâtre traditionnelles.' En vérité, la chorégraphe souligne une abstraction nécessaire dans son travail. Cette abstraction est propre à la danse. C'est la différence entre la danse et le théâtre. Dans le premier cas on rend

compte, dans le second on imite. Il y a eu un travail important fait sur les costumes par la couturière de la compagnie. Il s'agissait de rendre signifiants certains éléments de costumes. Claire nous parle de détails subtiles qui aident inconsciem­ ment à la compréhension de la pièce tels que les plumes sur les oreilles d'un des danseurs. Abstraction ne veut pas dire expérimentation. Le pièce suit une écriture très structurée. 'Je ne suis pas dans l’expérimentation au sens où mes danseurs n'entrent pas sur scène en se disant : 'on verra bien ce qu'il va se passer'. Il y a vraiment une performativité. Je joue en suivant les règles du théâtre, il y a une forme qui peut se révéler parfois burlesque, parfois lyrique.'

La musique me permet d'aller du singulier au général. Plus on avance dans la pièce, plus la musique est présente. Le groupe prend la scène pendant que les solos s'effacent. Beaucoup de monde pense que la pièce est un hommage posthume à David Bowie, ce qui n'est pas le cas. Claire nous explique que son travail de recherche sur la pièce commence dès 2014. Quand elle passe des musiques de David Bowie, elle fait appel à notre mémoire collective plus qu'à la figure d'un seul homme. Même si, 'ce qui est bien avec Bowie, c’est qu’il est un interprète du texte', remarque Claire. Point besoin dans ce cas d'ajouter des textes écrits qui dévoileraient trop la structure. Claire choisit de 'garder la rage des poèmes' quitte à perdre la voix pour un cri qui jaillirait de temps à autres par surprise. La première chanson qui est choisie par Claire et Etienne Guilloteau, son drama­ turge et partenaire dans la vie, est Five Years. 'A l’époque, je faisais un plan de travail pour cinq ans quand j'ai appris que les subventions n'avaient pas été accor­ dées à la compagnie. Je me suis vraiment demandée : où est­ce que je serai dans cinq ans, est­ce que j'arriverai à ne pas lâcher ?' Five Years reprend le thème de l'apocalypse et de la fin du monde. Cette chanson est centrale. Elle est placée au milieu de la pièce. D'autres chansons possèdent un lien plus direct avec les poèmes de Rilke, comme Heroes ou Drowned Girl.

© David Bergé

Inspiré de l'album éponyme du groupe Sonic Youth, album que Claire a long­ temps écouté et récouté, il renferme une désillusion, celle de la génération post­ punk aux Etats­Unis. Une génération pleine de volonté et d'espoir qui a cessé d'avoir foi en l'avenir dans les années 80. EVOL symbolise une avancée presque forcée dans un monde inconnu où tout ce qui avait encore du sens perd soudain toute crédibilité. Quand l'enfant que vous avez été ne peut plus se rattacher à aucun rêve alors que faire ? Un thème que Claire a tout de suite connecté à Rilke et l'idéal romantique. 'Ce désir d'un ailleurs, sa recherche volontaire et le malaise face à une réalité qui se révèle tout autre. Chez Rilke, le poète raconte qu'il est écrasé par la beauté de l'ange. Chez Mahler, il y avait la même idée de désir inatteignable. La tentative des romantiques de tendre vers l'équilibre, c'est quelque chose qui fait écho en moi.' Mais EVOL c'est aussi l'anagramme de LOVE, et le début de EVOLution; L'amour que Claire porte à la danse et à ses danseurs, et l'évolution qu'elle donne à sa recherche en la confrontant au temps présent. Ce qu'elle n'a jamais fait jusqu'à présent.

Il est important d'avoir en tête que l'idée de base pour ce spectacle n'est pas de lier Rilke à Bowie ou même à Sonic Youth.

5


6   2 & 3 sep 2017

Risjaar Drei Olympique Dramatique & Toneelhuis

© Kurt Van der Elst

‘De vrouwen zijn net de enige twee personages die het aandurven om tegen Risjaar Drei in te gaan!’’ Het gebeurt niet vaak dat een recensie lang blijft nazinderen, maar het verdict van Ciska Hoet over Risjaar Drei (De Morgen, 18/2/2017) deed dat wel. Het stuk zelf vindt ze lichtvoetig en bij momenten banaal, de vrouwenrollen oninteressant. Een stomp in de maag van actrices Mieke De Groote en Sanne Samira Hanssen, en tevens het startschot voor een stormloop aan reacties op sociale media. Intussen zijn de gemoederen bedaard en schuiven ze met z’n drieën aan tafel. Eline Van Lancker

Ciska: Die alinea over de positie van de vrouw in de voorstelling heeft enorm veel stof doen opwaaien. Maar daardoor raakte het punt dat ik eigenlijk wilde maken enigzins ondergesneeuwd. De vraag is immers hoe je vandaag als theatermaker omgaat met repertoire. Ik hou van producties die de canon op een slimme manier weten te actualiseren. Je bent als maker niet verplicht om onder­ danige vrouwen op een podium neer te zetten omdat er zo'n rollen in het oorspron­ kelijke stuk zitten. Ik vind het interessant om zoiets te tackelen of te becommentariëren. Sanne: Waar ik in je recensie vooral over gevallen ben, is dat je onze rollen oninte­ ressant vond. Terwijl de vrouwen net de enige twee personages in dit stuk zijn die het aandurven om tegen Risjaar in te gaan. Zeker in een samenleving waar mannen de baas waren, vind ik het straf dat Shakespeare dat destijds zo heeft geschreven. Ciska: Ik snap wat je bedoelt, maar dat kwam er voor mij dus te weinig uit in de bewerking van Tom Dewispelaere en Stijn Van Opstal. Dat geldt ook voor jouw personage Lady Anne, Sanne. Ik vond je eerste scène erg sterk, maar vervolgens moest je gewoon zowat ongemakkelijk achter Risjaar aanhuppelen op je hakjes. Heel jammer dat de kracht van je perso­ nage plots verdween.

Mieke: Wat had je haar personage dan willen laten zeggen? Je had gewoon een ander stuk willen zien? Want het is net eigen aan Sannes personage dat ze die cruciale scène heeft, vervolgens met Risjaar trouwt en dan geen stem meer heeft. Dat is net het tragische eraan. Ciska: Die tragiek kwam voor mij niet naar voren. Je zou dat veel meer kunnen uitbuiten. Daarom spreek ik van omgang met repertoire. Je hoeft niet exact bij het originele verhaal te blijven. Je had dat kunnen actualiseren. Er bestaan verschil­ lende manieren waarop je commentaar kan geven. Dat hoeft zich ook niet enkel op het niveau van de tekst af te spelen. Er zijn heel wat theatrale middelen die je daar­voor kan inzetten. Mieke: Bedoel je met actualiseren dan dat vandaag de dag vrouwen niet meer op die manier behandeld worden? Waarom zou je dat niet mogen tonen? Ciska: Ik wil zelf graag naar theater kijken dat niet zomaar de beelden of machtsverhoudingen reproduceert die ik vandaag zie in de maatschappij. Precies tonen wat er in de samenleving aan de hand is zonder er artistiek mee aan de slag te gaan, komt voor mij neer op een reproductie die het status quo bevestigt. Gewoon repertoire brengen omdat het repertoire is, dat is niet mijn ding. Maar er zijn kijkers die daar zeker wel van houden.

Mieke: Heb jij ooit het oorspronkelijke stuk gelezen? Als je dan onze adaptatie ernaast legt, dan zie je toch dat de taal veel actueler is. Ciska: Ik zie natuurlijk wel dat erover nagedacht is. Risjaar Drei is geen Shake­ speare-drama uit de tijd van de KNS. Sanne: Maar wat jij voorstelt, zou dan betekenen dat we tekst moeten bijschrij­ ven. Dat is bij Shakespeare in dit geval naar mijn mening een beetje heilig­ schennis. Ik vind het net cool wanneer je op een respectvolle manier die teksten kan vertalen. Ik wil niet voor Tom en Stijn spreken, maar zij actualiseren op zo’n genuanceerde wijze dat iedereen het stuk op zijn eigen manier kan lezen. Maar als ik jou hoor spreken over mijn personage, dan denk ik: ‘Het is anders op jou overgekomen dan ik trachtte – niet goed gespeeld dan, wat mij betreft’. Want wat jij zag, een zwakke vrouw die haar man achterna­ loopt, is niet wat er gebeurt. Integendeel, na het stuk hoorden we net vaak: ‘Wauw, die vrouwenrollen!’. Ik vind haar alles­ behalve een onderdanige vrouw. Waarom schrijft Shakespeare haar anders in het stuk? Als ze niks heeft om voor te vechten? Mieke: Wij vonden het net heel boeiende rollen. Ook bij mijn personage van Elisabeth: na die ferme dialoog tussen haar en Risjaar lijkt zij toe te stemmen.Maar ze doet exact het tegenover­gestelde en


2 & 3 sep 2017   7

Risjaar Drei Olympique Dramatique & Toneelhuis

Ciska Hoet

huwelijkt haar dochter uit aan Richmond. Dat wordt zelfs letterlijk gezegd in het stuk. De kroon valt en dat is het begin van het einde voor Risjaar. Wanneer ik gevraagd wordt voor een rol zou ik ook nooit iets spelen waar ik zelf niet achter sta. Maar hoe jij het schrijft lijkt het bijna alsof wij ons als actrice hebben laten doen. Sanne: Ik vind dit ook een moeilijk gesprek omdat ik het gevoel heb dat jij met een vergrootglas naar de vrouwen­ rollen hebt gekeken. Wat je ons verwijt, geldt eigenlijk ook voor de andere mannenrollen. Het stuk is gewoon één grote monoloog van Peter Van den Begin: alles draait rond Risjaar Drei. En wij als nevenpersonages mogen hem ondersteunen.

Mieke: Natuurlijk had ik graag drie uur op dat podium gestaan. Ik ben een actrice, dus ik ben ijdel. (lacht) Maar ik vind wel dat ik mijn personage zoveel mogelijk heb uitgediept binnen de scènes die er te spelen vielen. Soms is het natuur­ lijk bewust een beetje simpel gehouden. Maar dat vind ik net fantastisch. Als ik vandaag zap op televisie denk ik ook vaak: ‘Jezus, wat een poppenkast’. Dus die uitvergrotingen in ons stuk kan je ook daarin kaderen.

Mieke De Groote

Sanne Samina Hansen © Benny Stroet

Mieke, over jou schreef Ciska dat ze vond dat je als actrice te weinig aan bod kwam, terwijl ze je acteerprestatie wel sterker vond dan die van de mannen. Ga je akkoord?

Zelfs wanneer je dan in de borsten geknepen wordt, zoals Ciska in haar recensie aankaart?

Mieke: De man die in mijn tieten knijpt, is mijn echtgenoot, Edward de Vierde. Die stond in het echt ook bekend als de grootste vrouwenzot. Niet dat ik het oké vind dat iedereen zomaar in mijn tieten knijpt, maar op dat moment paste het wel. Ciska: Zelf hou ik niet van dat soort grapjes, dat werkt niet voor mij. Ik denk dat je die platheid op meer overtuigende manieren had kunnen tonen. Ik zie ook wel die links met Trump en ‘Grab them by the pussy’, maar die link kan je gerust op andere manieren opzoeken. Mieke: Ik blijf erbij dat Tom en Stijn de tekst heerlijk bewerkt hebben. Die taal, da’s echt fantastisch om te spelen. Het zijn ook allemaal fijne acteurs om mee samen te werken. Het is iedere keer weer leuk om met Peter die voorstelling aan te gaan. Donderdag hebben we nog een tekst­ repetitie gedaan. Daarna zei ik tegen Sanne: ‘Oh, ik vond het weer zo plezant om te doen. Het was weer zo boenk erop.’ Ciska: Dat wil ik zeker geloven. Maar of jullie leuk samenwerken, is iets waar ik als recensent geen rekening mee kan houden. Ik beoordeel de voorstelling. Mieke: Maar ik voelde me door jouw recensie net in mijn blootje gezet. Je stelt me voor als een actrice die oninteressante vrouwenrollen speelt, zich in de tieten laat knijpen, ‘lachen gieren brullen’ maar die – in jouw woorden – wel moeiteloos alle mannen van het podium speelt. Ik voelde mij echt een beetje vies. Sanne: Chance dat er in dit ensemble geen ego's zitten. Jouw woorden hadden ook heel nefast kunnen zijn voor de sfeer in onze groep.

Mieke: Ik begrijp wel dat je als recen­ sent soms een scherp statement wil maken. Maar het is wel belangrijk om dat op een gefundeerde en respectvolle manier te onderbouwen met de juiste woordkeuze. Woorden als ‘moeiteloos’ of ‘van het podium spelen’… Dat was raar hoor, om de dag nadien op de repetitie te komen. Ciska: Dat snap ik. En ik wil gerust toegeven dat dat voor mij als critica een zoektocht is. Ik vind dat we scherp genoeg moeten durven zijn. De kunsten hebben geen baat bij te brave recensenten. Anderzijds vind ik het absoluut belangrijk om respectvol te zijn voor de mensen die meewerkten aan de voorstelling. Ik ben geen relschopper.

Denken jullie dat er in het algemeen nog werk aan de winkel is wat betreft de positie van de vrouw in het theater?

Sanne: Je kan dat moeilijk veralgeme­ nen voor de veelheid aan gezelschappen

en voorstellingen die er zijn. Mijn generatie denkt daar ook minder over na: ‘Laten we nu eens met x aantal mannen en x aantal vrouwen spelen’. Mieke: Stijn en Tom hebben nooit gedacht: ‘We gaan nu een stuk maken met lekker veel mannenrollen’. Op een bepaald moment hebben ze zelf ook aangegeven dat we met heel wat mannen zaten in onze cast. Als ze nu opnieuw zouden kunnen beslissen, zouden ze misschien wel een extra vrouw aan­ nemen. Maar zo’n grote groep acteurs betalen kost al zoveel, dus er zomaar iemand bijnemen is eigenlijk onbetaal­ baar. Dus daar heeft het ook wat mee te maken. Ciska: Los van wat er op scène gebeurt, kan je er niet omheen dat de podiumsector een tewerkstellingssector is als alle andere. We zien dus dezelfde machtsonevenwichten terugkeren als elders. Op het jeugdtheater na – dat niet toevallig minder prestige heeft – worden directiefuncties binnen het theater


8   2 & 3 sep 2017

Risjaar Drei Olympique Dramatique & Toneelhuis

© Kurt Van der Elst

bijvoorbeeld nog steeds bezet door witte mannen. Maar ook bij het precariaat van de freelance-kunstenaar zie je dat vrouwen het nòg moeilijker hebben dan hun mannelijke collega’s. Uit onderzoek dat in rekto:verso verscheen, bleek nog maar eens dat er wel voldoende vrouwe­ lijke instroom is in het hoger kunstonderwijs, maar dat het vervolgens toch in meerder­ heid mannen zijn die erin slagen om een carrière uit te bouwen als kunstenaar. Dat heeft met tal van factoren te maken die op een negatieve manier op elkaar inwerken. Mensen zijn geneigd om met hun peers samen te werken, dus die witte mannelijke kaderleden, kiezen – onbewust – graag andere witte mannen als collega. De sector is daarnaast vaak weinig flexibel ten aanzien van de situatie van zwangere vrouwen of mensen met jonge kinderen. Stereotype rolpatronen thuis zorgen er dan weer voor dat vrouwen vaker zwaarder belast zijn met het gratis huishoudelijk werk dat ze doen, enzovoort enzovoort. En ja, er is soms ook sprake van plat seksisme. Zeker jonge actrices die moeten hengelen naar een job zijn kwetsbaar. Er is te weinig werk voor te veel acteurs en daar sta je dan als getalenteerd mooi meisje met tien andere even mooie en getalenteerde meisjes bij een casting. Ik bedoel het niet zo plat als dat die vrouwen gedwongen worden om naar bed te gaan met de regisseur, maar er zijn wel voorbeel­ den van mannelijke leidinggevenden die op subtiele en minder subtiele manieren de grenzen van zulke situaties verkennen. Tegelijkertijd komen oudere actrices soms

plots niet meer aan de bak omwille van hun veranderde uiterlijk. Sanne: Dat is absurd. Het gaat toch met name om hoe je speelt? Ik heb net het gevoel dat regisseurs vaak iemand met een atypisch uiterlijk zoeken. Voor AUGUSTUS ergens op de vlakte (vorige voorstelling van Tom en Stijn, red.) had ik contact met Stijn over een stageplek, maar toen zochten ze een lange, 'lelijke' vrouw en kreeg ik aanvankelijk te horen dat het met mij niet zou werken. Bij acteren is het toch onvermijdelijk dat ook fysieke aspecten een rol spelen? Mieke: Bovendien voel ik mij in de eerste plaats mens en acteur. Vreemd genoeg trek je dat op een bepaalde manier weer uit elkaar, door het in hokjes te plaatsen. Soms voel ik mij ook een man. Sanne ook. Zij is echt een klein ventje soms. (lacht) Sanne: Iedereen heeft masculiene en feminiene kanten in zich, hé. Peter is bijvoorbeeld heel vrouwelijk, toch? Mieke: Ja! Peter is een veel vrouwelij­ kere Richard III dan Jan Decleir was in Ten Oorlog. Ciska: Op zich is het inderdaad niet interessant om mensen in hokjes zoals ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ te steken. Maar we hebben een maatschappelijke realiteit waarin het nog altijd een grote rol speelt met welk geslacht je geboren bent. Het heeft invloed op je kansen, je beroeps­ keuzes, de manier waarop je je ontwikkelt. Ook in het Westen. En zolang dat aan de gang is, zolang die categorieën met andere woorden een effect hebben in de

werkelijkheid, kan ik er niet omheen ze te benoemen. Dat is een soort van strate­ gisch essentialisme. Zelf ben ik een witte, hoogopgeleide vrouw met een leuke job. Eigenlijk zou ik apolitiek door het leven kunnen gaan want mijn broodjes zijn gebakken. Maar er zijn veel mensen voor wie dat niet zo is, dus ik vind niet dat we ons dat kunnen veroorloven. En ik hoop dat het er op een dag totaal niet meer toe doet met welk geslacht je geboren bent, net zoals je bloedgroep of haarkleur er niet toe doet. Mieke: Ik vind dat heel nobel en zeker een strijd die gevoerd moet worden. Maar ik denk toch dat je je bril af en toe eens moet kunnen afzetten en gewoon naar theater kijken, zonder alleen daarop te focussen. Ciska: We hebben het nu over die ene recensie. Als theaterwetenschapper ben ik daar niet de hele dag mee bezig, natuur­ lijk. Het is één van de vele factoren die ik meeneem in mijn analyse. Sanne: Agree to disagree dan maar? Ciska: Misschien kunnen we conclude­ ren dat we allemaal met liefde voor ons vak ons werk doen. Mieke: En dat er te weinig geld is in de sector! (lacht)


2 & 3 sep 2017   9

Risjaar Drei Olympique Dramatique & Toneelhuis

Wie is wie in Risjaar Drei? Stamboom van de huizen van Lancaster en York.

1

2

Jan van Gent (Hertog van Lancaster)

Edmond van Langley (Hertog van York)

x Blanche Hertog van Aumale (Hertog van York)

Hendrik Bolingbroke (Hendrik IV)

Richard

Constance

x

Anna Mortimer

Isabella

x Hendrik V

John

Richard Plantagenet (Vader York)

Humphrey

Richard Beauchamps

x Hendrik VI (Hendrik zes, Jan Decleir)

3

x

Lord Buckingham (Koen De Sutter)

Margaretha van Anjou (Margaretha, Jan Decleir)

Cecily Nevil (Hertogin van York, Nico Sturms)

Anna

x Richard Nevil

Anna (Lady Anne, Sanne Samina Hanssen) George

Isabella

Edward

x

x

Jan van Gent (Hertog van Lancaster)

Richard III (Risjaar Drei, Peter Van den Begin)

x Katharina Swynford

John Beaufort

Hendrik Beaufort

Thomas Beaufort

Edward IV Edmond (Keuning Eddy, Marc Van Eeghem)

George (Nico Sturm)

x John Beaufort

Elisabeth Woodville (Koningin Elisabeth, Mieke De Groote)

Edmond Beaufort

Margaretha Beaufort

x Edmond Tudor

Edward V (Kroonprins Junior, Jonas Vermeulen)

Richard Elisabeth (De Kleine York, (Klein Elisabeth) Sanne Samina x Hanssen) Hendrik VII

Hendrik VII (Graaf van Richmond)

x Elisabeth (Klein Elisabeth)

De namen in bold komen in de voorstelling voor.

x Isabelle

Richard

x Anna Nevil


10   2 & 3 sep 2017

Klutserkrakkekilililokatastrof fABULEUS & Ballet Dommage

Het nomadische parcours van Ballet Dommage in vijf haltes Van garage naar garage, van plein naar caravan: sinds haar oprichting in 2010 heeft Ballet Dommage zelden stilgestaan. In Klutser­krakke­kilililokatastrof, de voorstelling die het bij fABULEUS maakte, slaat het collectief van Maxim Storms en Katrien Valckenaers dan wel haar tenten op in het theater, in het hart blijft het duo een zigeunerfamilie. Aan de hand van vijf centrale eigenschappen maakt Katrien Valckenaers ons wegwijs doorheen hun theaterparcours. Gilles Michiels

was Musicst love my fir Klutser­krakke­ kilililokatastrof Oude gitaartjes, krakende piano’s en een flinke scheut volksmuziek: in Klutserkrakke­ kilililokatastrof klinkt de Balkan door. De frivole soundtrack die Katriens vader Gerrit Valckenaers componeerde, ligt de zigeunersfeer in het stuk als gegoten. Valckenaers is een multi-instrumentalist die eerder theatermuziek creëerde voor BRONKS en Braakland/ZheBilding. Op dit

TheaterFestival is zijn muziek ook in Ola Pola Potloodgat te horen. ‘De muziek in Klutser is sterk geïnspireerd op het werk van Emir Kusturica’, vertelt Valckenaers. De cultregisseur die in Black Cat, White Cat alle Servische gekheid op een stokje filmde, componeert en zingt zijn sound­ tracks zelf. Deze zomer stond hij nog op Couleur Café met zijn No Smoking Orchestra – een naam die allesbehalve met de waarheid strookt. Valckenaers’ soundtrack deelt met Kusturica een opgewekte, dansbare melancholie. Van diens Ederlezi, een nummer uit de film Time of the Gypsies, maakte Valckenaers een langere versie dat als slotnummer kon dienen. Het is een erg sferisch nummer: een vrouw begint a capella te zingen, feestelijk maar in mineur, waarna een mannenkoor haar bijtreedt. Terwijl de film

tijdens het nummer een wegvarend eiland toont, verlaat de stoet in het stuk het podium. De gelijkenissen zijn frappant, maar de soundtrack uitsluitend naast Kusturica leggen zou oneer doen aan de muzikale reikwijdte van Klutser. De authen­ tieke zigeunermuziek staat lijnrecht tegenover de kitscherige elektronica en commerciële Eurosong-tunes. Maxim Storms en Katrien Valckenaers, die zelf de zangpartijen in het stuk voor hun rekening nemen, wilden de plastiekerige sceno­ grafie van Rachid Laachir omzetten in de kermisgeluiden van een lunapark. Het resultaat is een aanstekelijke hutsekluts die Klutser, met zijn nostalgie en zijn kritiek op de entertainmentfabriek, perfect typeert. Gilles Michiels


Klutserkrakkekilililokatastrof fABULEUS & Ballet Dommage

2 & 3 sep 2017   11

Het theater als belevenis Het collectief als zigeunerfamilie ‘Bij ons staat de belevenis centraal, gebaseerd op een roman­ tisch beeld van hoe theater vroeger op pleinen gebracht werd’, zegt Valckenaers. Ballet Dommage treedt dan ook het liefst van al in de openbaarheid op. ‘We willen het theater naar de mensen brengen in plaats van dat zij naar het theater moeten komen.’ Voor Graag had ik iets gemaakt met een wolf en een kasteel dat dan uit elkaar zou moeten vallen in de hoop dat het iets mooi en oprecht zou kunnen verteld hebben bouwde Ballet Dommage een kerk op een braakliggend terrein in Oostende. In 2013 en 2016 trok het voor VOLK als een nomade rond langs Gentse huizen, om er in de garages bij de mensen thuis te spelen. Het collectief koos elke dag een andere wijk uit en kondigde zijn komst aan door op voorhand brieven in de bussen te steken. ‘Maar de tofste reacties beleefden we wanneer we onverwacht op bezoek kwamen. De verwonderde blikken als mensen hun deur opendoen, die neem je mee.’ Volgens Valckenaers is ook Ballet Dommage een soort zigeunerfamilie. ‘Voor projecten werken we vaak samen met vrienden en vrijwilligers. Met de jaren breiden we uit, en iedereen die erbij komt geeft onze familie mee vorm.’

‘Het publiek is evenveel deel van de voorstelling als wijzelf’, zegt Katrien Valckenaers. ‘De toeschouwers maken mee de voorstelling door hun reacties, maar ook omdat ze op het podium gevraagd worden. De experimenten die Ballet Dommage op het publiek afvuurt hoeven toegankelijkheid niet in de weg te staan. De toeschouwer wil deel uitmaken van het gekke, rondreizende universum. Zo krijgen de kinderen bij Klutser een okkernoot toegespitst die dienstdoet als betaal­ middel. Zij die aan de flosj boven de tribune trekken mogen het podium betreden, waar ze vergast worden op ironisch vertier. Tegenover de sérieux die bij volwassenvoorstellingen soms in een theaterzaal heerst, willen we een volkse sfeer plaatsen, een echte belevenis. De kijker moet achteraf het gevoel hebben: ‘Ik was erbij’.’

De lach en de traan: twee gezichten, één formule Dat de cultfilm Black cat, white cat, een soort Servische lof der zotheid, genoemd wordt als inspiratiebron voor Klutserkrakke­ kilililokatastrof, mag geen verrassing heten. Ook de voorstelling grossiert namelijk in een mix van tristesse en uitbundigheid, als twee kanten van eenzelfde medaille. ‘De naam van ons gezelschap zegt het eigenlijk al’, zegt Valckenaers. ‘Wij houden van de schoonheid van het imperfecte en de tragi­komedie. Enerzijds hebben onze personages Klut en Lilo elkaar lief, anderzijds halen ze het bloed vanonder elkaars nagels.’ Liefde en onbetrouwbaarheid zijn daarom allebei wezenlijk onderdeel van de voorstelling. ‘De vraag is hoe je sympathie kunt voelen voor iemand die je in essentie niet sympathiek vindt’, zegt Valckenaers. ‘Maar onze personages hebben elkaar wel echt nodig om het publiek te entertainen.’

Het publiek als zelfkritiek ‘Maxim en ik merken in ons eigen leven dat we snel met mensen omgaan die hetzelfde denken’, zegt Valckenaers. ‘De uitdaging van een diverse maatschappij is ook om ook de verschillen op te zoeken. We willen theater als middel gebrui­ ken om ook een ander publiek te bereiken. Ik denk dat we door onze projecten ook onszelf meer in vraag durven te stellen. De ontmoetingen die wij hebben met mensen die nog nooit op een podium hebben gestaan, inspireren ons. Het spelplezier dat zij hebben geeft ons als acteur het gevoel dat ook wij voor de eerste keer op de planken staan. De chemie tussen acteur en publiek is waarom we theater maken. Voor Klutser wilden we de familiale sfeer van theater op straat of in garages naar de theaterzaal meenemen. Voor onszelf was de verandering van locatie dus geen grote ommezwaai.’

Het klutsertaaltje en de onmogelijke titel Ballet Dommage bricoleert graag met de taal, zoveel is duidelijk op basis van de onvergetelijke, niet te onthouden titel Klutser­krakkekilililokatastrof. ‘Wat er als gedachte in je hoofd zit, kun je niet altijd in letterlijke bewoordingen vormgeven’, zegt Valckenaers. Vandaar ook het geklutste mengeltaaltje van West-Vlaams, Engels, Italiaans, Frans dat Klut en Lilo bezigen. ‘Het helpt soms om bepaalde emoties in zo’n brabbeltaal uit te spreken. Die geven voor ons meer uitdrukking aan bepaalde situaties dan het pure Nederlands. Onze titel vertrekt van een soortgelijk spel met de taal. Klutserkrakkekilililokatastrof is een ritmische naam waarin je wel woorden herkent, maar zoals in de voorstelling zelf, zie je geen logisch verhaal. Zo moet je er noodgedwongen je eigen verhaal van maken. Het is opval­ lend dat iedereen na de voorstelling andere aspecten heeft onthouden, net zoals iedereen er ook zijn eigen titel aan overhoudt. Iedereen komt met een andere versie buiten.’


12   2 & 3 sep 2017

ook dat nog Koninklijk bezoek op het TheaterFestival! Terwijl Filip en Mathilde gisteravond troost brachten voor hun kroost (‘Ja, ook na 1 september mogen jullie nog ravotten in onze hof, vooralsnog het grootste geprivatiseerde park van gans Brussel’), frequenteerde de heer Vincent Viaene (spreek uit op z’n Frans) Five Easy Pieces. Deze zelfverklaarde koninklijk adviseur moet ongetwijfeld gedacht hebben: ‘Heb ik teveel gedronken? Is er ondertussen een vorst voor Vlaanderen én Wallonië? Of staat daar nu écht TWEE keer Koning Boudewijn op scène?’ We kunnen u geruststellen, meneer Viaene: de synchrone vertolking door Jan Steen en Winne Vanacker hoort allemaal bij de theatrale reconstructie van Milo Rau. Klutsersvengatzkilililo ­ f a b u l o s o ! Voor de niet-Droedelfans onder ons lezersbestand: Minister van Cultuur Sven Gatz waagt zich vanavond in de BRONKS van Brussel. Het Kanaalplan van Jambon heeft niet kunnen voorkomen dat daar twee verdachte zigeuners, Lilo en Klut, zijn neergestreken. Naar verluidt hebben zij het gemunt op de klutters van onze cultuurpaus. Hopelijk heeft zijn kabinetschef deze guitige gypsies op de hoogte gebracht dat Gatz recent de allereerste Ultima Podium­ kunsten aan hun fABULEUZE bendeleiders doneerde. Kafka in het Kaaicafé! Daarom geven we de rechthebbenden op eet- en drankcoupons enkele handige richtlijnen mee. Maaltijden bestel je aan tafel door te wenken naar Simon, die blonde god… euh ober met het staartje. Drank daarentegen moet afgehaald worden aan de toog. Tenzij je gewoon zelf je consumpties betaalt, dan kan je, om Xavier Waterslaeghers te parafraseren, uw dagschotel gewoon bestellen met de beentjes onder tafel. Zo bent u weer helemaal mee!

Humans of TheaterFestival

Humans of TheaterFestival Hoe gaat het er achter de schermen van het TheaterFestival aan toe? Wie zijn al die werkkrachten, vrijwilligers en partners die noeste arbeid verrichten om u in theatrale vervoering te brengen? Vandaag: Eva De Mulder (WiSPER) Milana Vojnovic Can you tell me more about the workshop you are giving during the TheaterFestival?

This workshop revolves around the plays presented here. It lasts two and a half days and we are going to see three plays. After every play we see, as a group from the workshop, we have a discussion with someone of the actors or with the director and later on, we work actively with some elements from the play. Those elements can vary – they can be about acting, directing, dramaturgy or about the process of the play.

So, it's the discussion that precedes the workshop that gives you direction in which the workshop should go?

Before I watch the play I try to get as much information as I can about it. I read a lot about its creation and, in general, any material that can be useful. During the discussions I am observing and collecting all the impressions and ideas participants have and what can be used later on during our workshop.

Can you tell me more about the participants? Are they necessarily professionals?

No, they are all people who are really interested in theatre but not professionals. Some of them are actors or directors in their spare time, some of them like going to theatre and would like to know more about the theatre and the backside of the play. There is only one group that follows the workshop so we have enough time to go deeper into the subject and dig more about their interests.

What are your expectations for this workshop?

There is no result that we are trying to achieve. It's all about the insights: to feel how it must have felt during the creation of the play and to comprehend what the process may have been. They all come for different reasons but we also work a lot, play a lot and reflect on our­ selves. The objective of this workshop is learning as it is, and not get some actual product at the end of it. It is good to have one group through the workshop because already now I can see the difference between the beginning and now. Before there was a certain distance between them, while now they are becoming louder and express themselves easier.

11 7

© Milana Vojnovic

Do you often do this kind of activity or is this a unique opportunity during the TheaterFestival?

I did similar things before, for instance during Theater Aan Zee and Kunstenfestivaldesarts. I like doing it. Having one activity like this during a year is good. Het TheaterFestival is a suitable place to do it because it has good vision and everything is well connected. We have a chance to talk to the jury, to the actors and directors and to get to know the plays.

What does this experience give you as a teacher, as a person who leads this workshop and the work with non-professionals?

Teaching is my profession. During the year I teach acting and directing, but working with non-professionals is something else. I like to transfer knowledge and watch people learn and evolve. I love to see how they advance step by step. The process of learning is not tied just to their learning about theater but they also learn a lot about themselves and how much they have grown through the process. I am touched and I love observing them, to see what their possibilities are and how we can use them to get more. I really enjoyed watching them grow in front of my eyes.

Dominique Van Malder spant zonder enige twijfel de kroon op dit TheaterFestival. Op 7 dagen tijd speelt hij maar liefst 11 (!) voorstellingen. Dat is 9 keer als de brave meester Daan in CHASSE PATATE van Studio ORKA en 2 keer als zuipschuit Charles Bukowski in BUKO van Abattoir Fermé. In de maandagkrant belichten we uitgebreid die schizofrene situatie!


Wikify de Vlaamse Podiumkunsten Het Firmament & PACKED vzw

How to Wikify yourself? Do's en don'ts De theaterwereld is een allegaartje van inspiratiebronnen; er valt nog zoveel te leren van en over elkaar. Zeker van dat laatste idee moet er hoogdringend werk van gemaakt. Laten we alle kennis die we bezitten delen langs de wegen van het internet! Laten we beginnen aan een eigen Wikipediawereld! Hier een tiental handgrepen om je de Wikipediaanse kunst

eigen te maken.

Lieselore Remans

1. Be the encyclopedia Deze eerste les is misschien wel de meest vanzelfsprekende. Wikipedia als online encyclopedisch gegeven bevat enkel informatie die relevant kan zijn voor het onderwerp. Voeg daarom alleen kennis toe waarvan jij denkt dat die thuishoort in een naslagwerk dat door heel de wereld geraadpleegd kan worden. Allemaal leuk om te weten welke Spice Girl jij mag zijn in je vriendengroep (de masculiene versie betreft Get Ready), de rest van de internetbevolking heeft daar geen zaken mee.

2. Be clear De tekst die je je lezer voorlegt moet helder zijn. Dit impliceert een typisch Wikipediaanse indeling van de informatie waardoor je hem snel diagonaal kan doornemen. Gebruik in ieder geval titels, ondertitels en kopjes om een artikel te structureren. Geen Proustiaanse vertellingen die honderden regels inpalmen. Schrijf kort en to the point. Tevens hoef je niet elk kernwoord uit te leggen, ongetwijfeld bestaat daar reeds een andere pagina van (zo niet: maak er één!). Zo moet je niet bij elke acteur opnieuw leggen wat het betekent om te acteren. Via interne links kan je van een omschrijving als “is een Antwerpse regisseur” de lezer meteen doorverwijzen naar regisseur en Antwerpen, indien de arme stakker niet weet waar dat dat ligt.

3. Be neutral Dit ligt in de lijn van de encyclopedische kennis; alles wat we te weten (moeten) komen over het onderwerp moet vanuit een neutraal standpunt geschreven worden. Beschrijf alle insidersin­ formatie vanuit een buitenstaanderspositie. Leer de lezer alles over theater zonder dat je je eigen standpunt daarover prijsgeeft. Geen theateroorlog starten. Geen East Coast versus West Coast, oftewel Gent versus Brussel of Antwerpen. We blijven allemaal goede vriendjes van mekaar.

4. Be the connector De theaterwereld is klein, iedereen heeft wel met iedereen al eens samengewerkt. Net daarom is het handig om dat radarwerk van interne connecties bloot te leggen. Refereer naar andere acteurs, regisseurs, theatergezelschappen, productiehuizen en leg zo verbanden tussen verschillende Wikipedia­pagina’s. Bekijk vergelijkbare onderwerpen als voorbeeld. Verbind op die manier iedereen in de theater wereld door letterlijk links te leggen naar bestaande pagina’s.

5. Be outside the box Het buiten­de­doos gegeven lijkt al te vaak opgedrongen in een (al dan niet artistieke) creatie, het is tevens een noodzakelijke kwaliteit om je Wikipediaanse cultuur eigen te maken. Concreet betekent dit gegeven dat je niet over jezelf, je baas, een familielid of de eigen organisatie schrijft. De neutrale blik veran­ dert dan maar al te snel in een promopraatje. Zoek verdere contreien op!

6. Be the messenger Deze regel herneemt grotendeels enkele vorige opmerkingen. Wikipedia tracht een objectieve informatiebank te zijn. Feiten, feiten, feiten. Het is geen plaats om nieuwe theorieën of inzichten te spuwen. Probeer niet zelf de rol van analist op te nemen, schrijf wat al geschreven is. Echt behoefte aan je mening te versprei­ den? De toog van het Kaaicafé is daar dan de geschikte plek voor.

7. Be timeless Het is een immer van toepasbare raad om een tijdloze smaak te bezitten. Iets wat niet uit de tijdsgeest verdwijnt. Wees tijdloos, denk tijdloos, schrijf tijdloos. Met omschrijvingen van voorstellin­ gen die gespeeld werden vorig jaar, vorig decennium of zelfs pas overmorgen weet de lezer niet wanneer die precies plaatsvon­ den. Hanteer daarom een veel duidelijkere datumnotatie zoals in de eenentwintigste eeuw, de jaren ’80 of zelfs 4 september 2017.

8. Be humble Temper tot slot je enthousiasme wanneer je over theater schrijft in Wikipediaanse stijl. Gebruik geen kwalificaties in je doorlopende tekst. Ze maakten de beste voorstelling ooit kan dan beter herschreven worden als De voorstelling werd geselecteerd voor Het Theaterfestival 2017. Er bestaat in deze specifieke internetom­ geving niets als beste, meeste of knapste. Doe maar gewoon zoals Kendrick het ons heeft geleerd: Bitch, sit down!


Lees de artikels uit deze festivalkrant en ontdek meer op theaterfestival.be/blog f Het TheaterFestival t @theaterfestiva1 en #HTF17 tickets: theaterfestival.be

CHASSE PATATE (8+) Studio Orka Lintbos Grimbergen Tone Brulin: hommage, bloemlezing, expo Kaaitheater Foyer CHASSE PATATE (8+) Studio Orka Lintbos Grimbergen EVOL Claire Croizé Kaaistudio’s Klutserkrakkekilililokatastrof (6+) fABULEUS & Ballet Dommage Radical Light Salva Sanchis & Kunst/Werk Kaaitheater FEEST Kaaitheater

zo 3 september 14u30 19u00 19u00 20u30

CHASSE PATATE (8+) Studio Orka Lintbos Grimbergen CHASSE PATATE (8+) Studio Orka Lintbos Grimbergen EVOL Claire Croizé Kaaistudio’s Risjaar Drei Olympique Dramatique & Toneelhuis Kaaitheater

Pers en media “Zet kinderen en tieners op een podium en je krijgt een knaller van een voorstelling. Zo lijkt het wel de jongste tijd. Want na een wervelend Het Hamiltoncomplex van hetpaleis vorig jaar heeft het Theaterfestival dit jaar opnieuw een opmerkelijke productie geselecteerd waar jong talent het onderste uit de kan haalt.” Bert Hertogs over Five Easy Pieces, op Concertnews.be.

Biechtstoel za 2 september 22u10 – 23u10 Radical Light Na de voorstelling behoefte om je hart te luchten? Om na te praten over wat je net zag? Of je mening te geven over hoe fantastisch of vervelend je het vond? Kom dan biechten in het festivalcentrum! En check andere reacties uit De Biechtstoel op facebook.com/zendelingen.

heater

Katelijne Damen Delivery Theatre (Mokhallad Rasem) Katelijne Damen is een gevestigde actrice die ondermeer te zien was in producties van Toneelhuis, Compagnie De Koe en Toneelgroep Amsterdam. Momenteel is ze te zien in Grensgeval van Guy Cassiers. Dina Dooreman

za 2 september 14u30 17u00 19u00 19u00 19u00 21u00 22u00

Podiumtip 2017-2018

BRONKS

Met Delivery Theatre breidt Mokhallad Rasem de grenzen van theater nog verder uit. Zijn nieuwste voorstelling zal immers bij mensen in de huiskamer opgevoerd worden. Tegenwoordig kan men alles bestellen, van kleurrijke bloemstukken tot door een topchef bereide kreeft belle­vue. Men hoeft zodoende amper nog zijn luie zetel te verlaten. Mokhallad brengt daarom theatre­on­demand. Eén telefoontje volstaat en de Irakese acteur/regisseur rept zich op zijn blitse scooter naar jou thuis. Katelijne Damen: 'Die combinatie van Mokhallad met een brommer lijkt mij geweldig. Ik vind het bovendien een interessante poging om de scheiding tussen de schouwburg en het dagelijkse leven in de stad kleiner te maken.' De rollen worden in Delivery Theatre omgedraaid. De bezoeker wordt de schouwburg en de schouwburg de bezoeker. De theatermaker zal de voorstelling op locatie presenteren in een kartonnen op­schaal­gemaakte maquette van de Bourla. Katelijne: 'Bovendien brengt Mokhallad met zijn voorstelling steeds een mooie boodschap. Zonder pretentie, maar met veel optimisme kaart hij belangrijke kwesties aan. Zijn kritiek voelt niet als een uppercut in de maag. Je zou kunnen zeggen dat de kwesties die hij aankaart simpel en mis­ schien zelfs naïef zijn, maar zijn warmte en liefde ontroeren mij steeds.' Wie Mokhallad graag over de vloer ziet komen, kan van 9 oktober t.e.m. 22 december een bestelling plaatsen op het volgende nummer: 03 224 88 44.

redactie Jonathan van der Horst, Eline Van Lancker, Dina Dooreman, Lynn Elshof, Elise Pierre, Gilles Michiels, Lieselore Remans, Mia Vaerman, Nina Vurdelja, Milana Vojnovic, Xandry van den Besselaar, Stéphanie Labie hoofdredactie Filip Tielens grafisch ontwerp Mies Van Roy identiteit festival Laura Bergans filmteam Kim Snauwaert, Anke Van Meer V.U. het TheaterFestival Vlaanderen, Kathleen Treier, Jan Van Rijswijcklaan 155, 2018 Antwerpen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.