VR 8 SEP 2017 DAGKRANT #HTF17 Romana Vrede over verborgen racisme Mapping Brussels: an artistic walk Being present with Vera Tussing
Randi De Vlieghe: Ola Pola... een danser die acteert!
Ondertussen op het Nederlands Theater Festival Š Sanne Peper
n Va urt ŠK ls rE de t
www.theaterfestival.be
Š Kurt Van der Elst
Mark Rietman en Romana Vrede Werner Kolf en Hein van der Heijden Š Kurt Van der Elst
RACE Het Nationale Theater
8 sep 2017 1
‘Ik vertel mezelf graag de leugen dat het er niet toe doet hoe ik eruitzie’ Het blauwe schijnsel van de computer wordt bijgestaan door het vrolijk bubbelende geluid van Skype. Op het scherm verschijnt Romana Vrede, actrice bij het Nationale Theater in Den Haag, die met de voorstelling RACE op het TheaterFestival staat. Xandry van den Besselaar RACE is een snelle show waarin het vooraanstaande advoca tenduo Jack Lawson en Henry Brown – de een wit, de ander zwart – wordt benaderd door Charles Strickland. Deze rijke, witte zaken man wordt ervan beschuldigd een zwarte vrouw in een hotel te hebben verkracht. In de media wordt Strickland berecht als ‘sek sist’ en vooral ‘racist’. Romana Vrede speelt de zwarte stagiaire Susan. Zij raakt zeer betrokken bij de zaak. Of haar personage een tweede agenda heeft, weet Romana niet. ‘Als kijker ga je er bijna automatisch van uit dat zij een tweede agenda moet hebben, omdat dat het enige is wat logisch lijkt. Auteur David Mamet probeert ons net te wijzen op dat verborgen racisme, denk ik. Terwijl Susan volgens regisseur Eric de Vroedt helemaal geen dubbele agenda heeft.’ Volgens de actrice zijn dit soort subtiele mechanismen maar moeilijk te detecteren. ‘Ik denk dat iedereen tot op zekere hoogte een racist is, omdat iedereen een blinde vlek heeft. En het is heel moeilijk om je daar bewust van te zijn, juist omdat het een blinde vlek is. Je kan aan een kleurenblinde toch ook niet uitleggen hoe kleuren eruitzien?’ Volgens Romana kan je die blinde vlek toch detecteren door te luisteren. ‘Als mensen je wijzen op verborgen racisme, moet je hen aanhoren. En niet meteen reageren met: “Zo zit dat helemaal niet! Het was maar een grapje!”’ De personages uit RACE luisteren alleszins duidelijk niet naar elkaar. ‘RACE gaat er net over dat het publiek ziet dat de persona ges een blinde vlek hebben. Dat verandert naar het einde van het stuk toe. Als Strickland, gespeeld door Hein van der Heijden, ervan beschuldigd wordt dat hij een zwart meisje heeft verkracht, bedenkt hij hoe hij zich ook op de lagere school al heeft misdragen tegenover zwarte meisjes. Hij ontdekt zijn blinde vlek en beseft dat hij die heel lang heeft goedgepraat door te zeggen: “Dat is toch maar een grapje?”’.
‘Alsof meisjes die mooi zijn, niet slim en intelligent kunnen zijn!’ In de repetities stuitten de acteurs en de regisseur ook op elkaars blinde vlek. Zo had Eric de Vroedt een aanvaring met acteur Werner Kolf, die het gevoel had te worden afgebeeld als een zwarte karikatuur. Als de vrolijke zwarte die een dansje doet en een grapje maakt, terwijl de witte man de baas is.
‘We hebben honderden van zulke gesprekken gevoerd tijdens het creatieproces’, vertelt Romana. ‘In dit voorbeeld werd Eric bijvoorbeeld gewezen op zijn blinde vlek. Maar wij stuitten daar net zo goed op. Zo wordt er vaak gezegd dat Werner en ik altijd heel erg op tijd arriveren. Kennelijk denken we nog altijd: “Zwarte men sen komen altijd te laat, dat zal ons niet overkomen!”. Ik liep ook tegen mijn eigen seksisme aan. Ik vond Susan te tuttig en te meisjes achtig. Alsof meisjes die mooi zijn, niet slim en intelligent kunnen zijn!’ Welke huidskleur je hebt, is volgens Romana in de theatersector nog altijd van belang. ‘Als vrouw op het toneel staan? Dat was in 1800 misschien nog opmerkelijk, maar nu niet meer. Maar: het is wel nog opmerkelijk om als zwarte vrouw op de planken te staan. Of als zwarte man. Of als Turkse man. Het is iets wat telkens weer benoemd moet worden. Ook door dit interview!’ ‘Bob Marley zong: “Until the color of a man’s skin is of no more significance than the color of his eyes, me say war”. Ik geloof niet dat het echt oorlog is, maar ik geloof wel dat er iets te bevechten valt. Ik zou het heel fijn vinden dat, als je vanavond iets gaat drin ken, je zegt: “Ik heb met een actrice gesproken en het was een fijn gesprek” en niet: “Ik heb met een zwarte actrice gesproken en het was een fijn gesprek”. Ik vertel mezelf graag de leugen dat het er niet toe doet hoe ik eruitzie, maar dat doet er wel toe.’
‘Ik word vier keer per week aangesproken als man’ Romana Vrede maakt zelf ook voorstellingen. Haar laatste productie Who’s afraid of Charlie Stevens? ging over haar zoontje bij wie autisme is vastgesteld en die bovendien is gediagnosti ceerd als extreem zwakzinnig. ‘Voor mij gaat die voorstelling over de ander. Charlie wijkt af van de norm. Dit stuk stelt de vraag hoe we daarmee omgaan. Is Charlie een tweederangsburger? Doet hij mee? Hoe gaan we om met datgene wat vreemd is of anders?’ Het zijn vragen die Romana bezighouden. ‘Ik geloof wel in een soort waarachtigheid in het theater. Iets wat ook typerend is voor het werk van Eric. Dat je inzicht probeert te verkrijgen, dat je de andere kant van de medaille ziet. Je perspectief verbreden. Ik noem theater altijd: “De waarheid in een gedicht gebracht”. Het is de waarheid, maar we brengen het niet als een statement, in de vorm van een verslag of reportage, maar in de vorm van een gedicht.’ Haar volgende voorstelling zal over gender gaan, een thema dat Romana sterk aanbelangt. ‘Ben je een vrouw omdat je lang haar hebt? Of een jurk draagt? Of oorbellen aandoet? En waarom is dat voor mij anders? Ik word vier keer per week aangesproken als man. Waar zit dat in? Dat mensen naar mij kijken en denken: “Jij bent mannelijk”. Dat kan toch niet alleen komen door mijn korte haar? Ik ben er nieuwsgierig naar hoe dat komt.’ Op de vraag waar het Vlaamse theaterpubliek haar van zou moeten kennen, antwoordt Romana tot slot: ‘Ik zou het fijn vinden als óók de zwarte acteur of actrice in België wordt opgemerkt. Mij hoef je niet te kennen. Misschien herken je me wel in hen.’
2 8 sep 2017
Mazing Vera Tussing
‘It is a challenge for all of us, to be really present’ The day before Mazing is shown at the Theater Festival, I meet dancer and choreographer Vera Tussing in the rehearsal space at Kaaistudio’s. A calm and articulate presence, she welcomed me very warmly. Nina Vurdelja Vera Tussing is artist in residence (20172021) at Kaaitheater. After living in Germany and London, she also lived in Brussels for a while. But at the moment she finds herself more being here than ever before. Immersed in the space, I confi dently skip the small talk and go immedi ately to the point.
So, what are you working on at the moment? What is Mazing about?
For three or four years I have been working around ideas of touch and tactility. If I look at it retrospectively, I see this piece as the third chapter of the work that I am developing: there was T- dance in 2014, The Palm of Your Hand in 2015, and Mazing that premiered in 2016. Tacticity is the concept that runs through each piece here, but each has a specific relationship to the audience. For Mazing, we create a situation, which allows the choreographic material of the piece to develop in through a series of encounters with the audience. One of the core concepts in Mazing is the idea of passive and active audience. We, as performers, call people into action, creating a series of physical networks. Throughout the process, we aim not to simply “execute” tasks, but to experience the moment of creation in contact with an active audience. That said, any form of participation has to be negotiated. We don’t try to force a consensus and people finding their own way into the piece is a complement. I am interested to see how dance and movement can be built in a particular moment and in relation to a particular audience, and how, in the course of the show, it can transform into something else.
It might be interesting to think about transformation in terms of shift from physical to digital reality, and how it shapes the notions of presence, community, togetherness.
There is always so much of the digital around us. In this traveling artist community, like everyone else, we communicate so much via technology and social networks.
All that is very much a part of our lives. But, there is an element of dance and physicality that allows us to be in this moment, and to be able to communicate with our surroundings in a different way. It is a challenge for all of us to be really present. I enjoy theatre as a potential for non-digi tal space.
In Mazing you are calling people to be active and present on the stage, but also giving them a freedom to be in another space in the same time. How do you see theatre space in relation to what is our daily reality, our everyday routines and habits?
Being occupied with some concepts in the studio affects how you encounter them outside, you notice what is around you in a different way. It is a process of sensibilisa tion to reality. I usually begin a new work longing to understand our reality. But again, for me it is hard to tell, I have danced since I was nine and I feel completely immersed by dance.
You seem to have very particular aesthetics, but what catches atten tion is more what is beyond that, in-between and around the images and choreography we see on stage. What is that exactly about?
I avoid treating dance as a product. We transform, our bodies transform – we are not simply hanging on the wall to be looked at. We build a sort of community with the audience. Through small acts of staging, the idea of agency over the theatre apparatus is shared – though we stay performers, and the audience stays an audience.
That makes me think about a certain tendency that we witness lately in the contemporary dance scene, an obvious decrease of the human performer, of the bodily. How do you position towards this poetics?
In the current climate, is it very tempt ing to reduce performers, because of decrease of funding (laughing). For me personally, the body is the starting point – it is the centre of our curiosity and the possibilities of the sensory apparatus. It has been my focus and I don’t think it will ever go. Whenever I am looking into technique, or the technical possibilities of the theatre – I am actually asking how it triggers the body. As long as I am hanging around perceiving with a body, I will relate to the work in a physical way. It always comes back to the body.
© Danny Willems
MAPping Brussels KVS, Mestizo Arts Platform, Pianofabriek Citylab & Théâtre de Galafronie
8 sep 2017
3
An alternative cartography of the city On a sunny Wednesday afternoon, I met with dramaturge Gerardo Salinas in KVS. After MAPing Mechelen and MAPing Antwerp, MAPing Brussels was created. The director of the Brussels edition is Junior Mthombeni, also known from Malcolm X. I was curious to hear more about MAPing Brussels and asked Gerardo what to expect during the performance walk on the closing weekend of The TheaterFestival. Nina Vurdelja With MAPping Brussels you are offering a new take on the creative city. What makes your approach unique and different?
In MAPping, we are looking for art that creates a new city, wishing to explore the artistic possibilities in the environment we live and work in. The main idea is to come closer with people from a different (art) community. We also set a new function for art: to communicate with people working in different poetics, to connect and create a heritage for the future.
Why Brussels?
If you look around you, there are people from everywhere living and working in Brussels. They are together, but, in a way, they are not. We encourage people to look at the beauty from another perception, another experience. There are many different scenes in the city, each
with their own sensibility and own lan guage. So we made a map, helping people to discover different layers of the city and to connect among themselves.
How did you create the map, can you explain the process?
We started by searching for different art networks in the city, identifying disciplines, and then groups and individuals. It took us three years, since it has been the process of the collective creation and the consen sus; we looked for a common ground. There are nine artists and a much bigger group of collaborators, producers, institu tions... The first step was to make an individual biographical experience of the city: how you are using the city, how do you live in the city. Teams indicated some important concepts in the city, starting from the very physical experience of moving through the city. The second step was the publication and, eventually, the performance reenacting all these different layers and realities. MAPping is our way to get physical with the concepts in and about the city, that we – should – talk about. In the end we had discussion; we sometimes did shout at each other, but after all we had a great time together!
What are the main phenomena that you point out with MAPping and why are they important?
We are moving from different concepts: the feeling of being watched, safety, fear,
hospitality, the need to be taken care of. But it also concerns gentrification, racism, fear and much more. What makes it all more significant is the process of negotia tion: what of this is true and for whom? Do the same concepts arise in different communities and layers of the city, or not?
Approaching the end of the project, how do you see the city of Brussels now and in the future?
As we say in our manifesto, the city does not exist; it has been charted from collective repeated performances, on a daily level. We are the ones who create the city. A city is created by parallel realities that exist next to each other but rarely meet. With MAPping we used artistic tools and logic to break these realities and to allow differences to meet. We create these fancy lenses to look through the eyes of the other. We worked a lot about the possibilities and the future of the city. By means of symbolic material we tried to create the idea of togetherness. We have to look for a way to stay together and to create together.
After our talk, Gerardo took me on a very exclusive MAPing tour along the streets of Brussels. I am not revealing the locations here, so if you are curious, show up on Saturday 9th at 2 p.m. in front of KVS (even if it rains)!
4 8 sep 2017
Risjaar Drei Olympique Dramatique & Toneelhuis
Reacties op het interview over de vrouwenrollen in Risjaar Drei Dit weekend gingen actrices Mieke De Groote, Sanne Samira Hanssen en recensente Ciska Hoet in onze dagkrant een gesprek aan over de positie van de vrouw in het theater, naar aanlei ding van Ciska’s recen sie over Risjaar Drei. Ook na het gesprek bleven vele vragen onopgelost: hoe ga je vandaag om met repertoire? Moet elke voorstelling multicultu reel, feministisch en geactualiseerd zijn? En wat is de positie van de recensent daarin? Enkele reacties. Eline Van Lancker
Zowel onze mailbox als Facebookfeed stonden roodgloeiend na de publicatie van het interview. Naast het eigenlijke onderwerp van het gesprek, regende het reacties over de manier waarop de com municatie verliep. Een consensus werd immers zelfs na een twee uur durend gesprek allerminst bereikt. ‘Ik heb op basis van dit interview eigenlijk niet het idee dat jullie een millimeter nader tot elkaar zijn gekomen, wat vooral te wijten is aan het onvermogen van de actrices om jou inhoudelijk van repliek te dienen’, reageert Nederlands theatercriticus Marijn Lems op de Facebookpagina van Ciska. Ook op onze wall verwijst hij naar ‘de gekwetste ego’s van de actrices’ die een diep gaande discussie zouden verhinderd hebben: ‘Hoe kan je in godsnaam bewe ren dat dit sterke vrouwenrollen zijn? Dat betekent nog niet dat ze niet goed gespeeld zijn, maar als je je in zo’n bochten moet wringen om kritiek te kunnen pareren moet je je toch maar eens achter de oren krabben.’
Dovemansgesprek Een soortgelijke repliek kwam naar voren uit het poëtische antwoord van de TOCHTgroep. Met het mantra ‘Maar daar gaat het niet om’ kaarten ze aan dat het eigen lijke onderwerp ondergesneeuwd raakte door tal van bijkomende argumenten. Zo
worden het repetitieproces, de status van de canon, de groepssfeer en ontvangst door het publiek aangehaald als illegi tieme elementen wat betreft de beeld vorming van de vrouw op de planken. Acteur Benny Claessens schaart zich hierachter, maar anders dan de Tochters heeft hij hier ook een verklaring voor. ‘Ik vind dat van een (zonder twijfel ongewilde en goedbedoelde) arrogantie die ik dikwijls in Vlaamse stadstheaterstructuren heb mogen meemaken. Iemand probeert een grens te overschrijden met een vraagstel ling die niet over Shakespeare gaat, maar over wat de positie van de vrouw binnen zo een verouderde structuur als de Vlaamse (en ik zeg wel degelijk Vlaams) sinds eeu wen betekent. Van de andere twee vrou wen krijgt ze het deksel op de neus. Dat vind ik hallucinant.’ Daarnaast reikt Benny ook oplossingen aan in de hoop op een meer genuanceerd gesprek, in de vorm van enkele boekentips.
Bewust issue of blinde vlek?
© Kurt Van der Elst
Maar ook de actrices hebben enkele autoritaire stemmen in hun ‘kamp’. Katleen Van Langendonck, artistiek leider van Kaaitheater en uitgesproken feministe, heeft zich niet gestoord aan de vrouwon vriendelijkheid van Risjaar Drei. ‘Ik zag het stuk vanuit de ogen van Risjaar Drei, met ergens een heel feminiene Peter Van den Begin. Alles rond hem, ook de genderis sues, pasten in dat plaatje. Een mimesis van hoe het ten tijde van Shakespeare was, maar hoe het ook nu nog veelal is.’ Al betekent dat niet dat ze Ciska’s opmerkingen irrelevant vindt. ‘Natuurlijk hoop ik met Ciska dat gender ooit wordt als een bloedgroep of een haarkleur, en besef ik dat we er nog niet zijn.’ Naast de gehoorde stemmen is ze vooral erg benieuwd naar wat de makers hierover te vertellen hebben. ‘Wat me interesseert is: was gender een issue tijdens de bewer king? Is er bewust over nagedacht en werd er dan voor deze enscenering gekozen? Of was het een blinde vlek die nu pas zicht baar wordt?’ ‘Met een genderbril naar voorstellingen kijken is altijd subjectief’, concludeert Kathleen tenslotte. Dat brengt ons alweer bij een volgende prangende vraag: verliest Ciska autoriteit als recensent omdat ze zelf werkzaam is bij een kenniscentrum voor gender en feminisme? Mag je als recen sent verwachten dat elke voorstelling naast de artistieke kwaliteit ook voldoet aan
8 sep 2017 5
Risjaar Drei Olympique Dramatique & Toneelhuis
© Kurt Van der Elst
maatschappelijke waarden die je zelf belangrijk vindt? Een recensie is geen representatieve blik voor het gehele publiek, maar zijn er ook grenzen aan de kleuring van die bril? Stof voor een nieuwe discussie dringt zich op.
Canon en repertoire Los van de vrouwen in Risjaar Drei wierp Ciska ook de vraag op hoe je vandaag de dag moet omgaan met repertoire. Die kwestie werd in het interview grotendeels in het ijle gelaten, maar achteraf terug opgepikt door Kleo van Ostade. In een ingezonden brief ontspint de drama turge in spe een discours over het immer tijds- en plaatsgebonden karakter van repertoire. Historische stukken zijn volgens haar dan ook niet klakkeloos toepasbaar
op onze tijd: ‘Ik geloof graag dat theater iets zegt over de wereld, over de tijden waarin we leven. Zo zegt Richard III bijvoor beeld iets over machtsverhoudingen. Dat kan ook vandaag inzicht brengen, wat waarschijnlijk de trigger was om William Shakespeares stuk opnieuw te brengen. Maar het stuk zegt ook iets over man-vrouwverhoudingen. (…) De man-vrouwverhoudingen uit de theater canon zijn in de meeste gevallen niet geactualiseerd, met deze reden: dat is niet het verhaal dat we willen vertellen. We willen het over de inhoudelijke thematiek hebben, wat dat over vandaag zegt. Maar hoe die gebracht wordt zegt ook veel over vandaag.’ In tegenstelling tot Sanne, die stelde dat de aantasting van Shakespeares originele tekst voor haar als heiligschennis geldt, is die herwerking volgens Kleo juist essentieel: ‘De theatercanon zien als
onaantastbare meesterwerken is gevaar lijk, en artistiek weinig interessant. Ik weiger dit als een onoverkomelijk probleem te zien, maar als een uitdaging en een ope ning tot dialoog die eerder niet mogelijk was. Ik geloof oprecht dat deze sector ruimdenkend en creatief genoeg is om op een constructieve manier met deze canon om te gaan. Ook al beschouwt iedereen het als een meesterwerk: het is belangrijk steeds te herdenken, to read against the grain.’ Ten slotte schreef ook Wouter Hillaert een tekst over de actualisering van reper toire waaruit we enkele interessante inzich ten kunnen puren. Belangrijk is voor hem het onderscheid tussen een ‘vastgelegde’ overlevering als een film of boek, waarbij de tijdsgeest onveranderlijk aanwezig blijft, en de vluchtigheid van theater. ‘Die nood zakelijke bemiddeling maakt van elke opvoering van Strauss of Strindberg vanzelf een actualisering, zo gaat de boutade. Maar zo simpel is het niet. Met die extra bemiddeling steekt ook een extra verant woordelijkheid de kop op: niet enkel tegen over de schepper van toen, maar ook tegenover het publiek van nu.’ Vergelijkbaar met Ciska’s statement in het interview, pleit Wouter ervoor dat actualisering van repertoire verder moet gaan dan een thematische overeenkomst met een hedendaagse problematiek. ‘Herkenbaar hedendaags blijkt soms ook gewoon een verkleed verleden, een oma op pumps. Veel moderniseringen van de canon geraken niet verder dan een reno vatie van de façade.’ Voor de duidelijkheid: Hillaert heeft het hier over Ibsen en niet over Risjaar Drei. Meerdere makers lijken dus in hetzelfde bedje ziek, wat nog maar eens benadrukt hoe breed het issue is. Hoe moet het dan anders? Wouter verwijst zelf naar het Pijler van de samen leving van Moeremans & Sons, waarin per personage een versie uit 1877 en 2017 letterlijk met elkaar in dialoog gaan. Ook in hun Crashten Ibsen-saga houdt de adap tatie niet op bij de kleding en omgeving van de personages, maar is zelfs hun identiteit onderhevig aan de heden daagse ontwikkelingen. ‘Een zwaar vertim merde tekst, personages die zich radicaal bij de tijd tonen, knallende techno- of rap-momenten tussen de bedrijven door, en bewust aangedikte actuele discours als populisme of neoliberalisme bij de pas sende personages’, lijst Wouter op. Een verkrachting van onze mooie canon of net een noodzakelijke levensader voor een progressief theaterlandschap? Onze reactievloer staat open.
Surf naar theaterfestival.be/blog voor de volledige teksten en om zelf te reageren.
6 8 sep 2017
Ola Pola Potloodgat Het TheaterFestival & BRONKS
‘Acteur of danser? Ik doe alsof ik een goede danser ben’ Randi De Vlieghe is als choreograaf, regisseur en danser van vele markten thuis. In het BRONKS-theater, aan de Brusselse Varkensmarkt, kruipt hij voor Ola Pola Potloodgat in de huid van twee olifanten en een piraat. Zijn fysieke acteerprestatie verraadt dan wel een achtergrond als danser, toch blijft Randi’s acteerkant vaak onder belicht. Hoezo? Gilles Michiels Naar aanleiding van de herneming van Ola Pola Potloodgat stond vooral Pascale Platel in de belangstelling. De reportage in De Standaard maakte gewag van háár jeugdtheater. In De Morgen prijkte een interview met de actrice. Toch is Ola Pola Potloodgat bovenal een duet van Pascales verteltheater én Randi’s danstheater. Meer zelfs: tijdens ons interview verklaarde Pascale vleiend dat ze Randi bij aanvang van Ola Pola de beste acteur van Vlaan deren vond. Maar ook zij kende hem eerst als danser. ‘Soms is het vervelend dat mensen mij niet kennen als acteur’, zegt Randi. Toen hij in 2009 de Vlaamse Cultuurprijs kreeg, werd hij door de jury in de eerste plaats geprezen als ‘een bevlogen choreograaf, danser, theatermaker én persoonlijkheid’. Niet als acteur. Volgens zijn kersverse Wikipediapagina acteerde Randi in onder meer Scoliozee d'artrozee (met Platel) en Toope en Toetonne, maar niet in Ola Pola Potloodgat, waar hij als danser wordt gezien. ‘Maar eigenlijk doe ik als danser vooral alsóf ik een goede danser ben. Alle bagage die ik als danser heb opgebouwd, zit altijd in mijn spel.’ In Ola Pola Potloodgat heeft Randi aan zijn lichaamstaal genoeg om te vervellen van de olifant Suzy tot de olifant Petrouche, van een triestige moeder
was Musicst love my fir Ola Pola Potloodgat Het minste wat je van de soundtrack in Ola Pola Potloodgat kunt zeggen, is dat hij eclectisch is. Eclectisch als in: Marco Borsato staat te kwelen naast Meneer de Uil uit De Fabeltjeskrant. Of nog: de opera Orfeo ed Euridice van de 18de-eeuwse Duitse componist Christoph Willibald Gluck flankeert de soundtrack van The Waltons, een seventiesserie waarmee Pascale Platel in haar tienerjaren opgroeide. Reken daar ook muziek bij van The Shadows, Cliff Richards’ legendarische begeleidings band die fijnbesnaarde goden als Mark
olifant tot een waanzinnig verliefde. ‘Elk personage heeft zijn eigen fysieke meta morfose: soms is die heel spectaculair, soms volstaat een manier van stappen of staan.’ Zoals Ola Pola Potloodgat laat Randi’s werk zich lezen als een mengvorm van theater en dans. De beide disciplines staan in zijn recente producties zelden los van elkaar. In de uit de hand gelopen verkleed partij Voetbal op hoge hakken (2015) wipt Randi sierlijk van dialoog naar danspas. In de dansvoorstelling Popcorn (2015) laat hij een drummer en drie dansers interageren op de maat van het mannelijk machismo, maar aan het eind trekken ook deze heren een verkleedkoffer open. ‘Zoals bij acteurs gaat het ook bij dansers over geloofwaar
digheid’, vindt Randi. ‘Als je iets puur als dans benadert, is het snel op. Dan heb je geen groot gamma om op terug te vallen. Ik ben heel laat als danser begonnen en ik moest altijd doen alsof ik dat goed kon. Steek mij in een les klassiek ballet en ik zal een uur lang spelen dat ik een heel goede klassieke danser ben.’
Knopfler en Brian May aan het tokkelen bracht, en je krijgt voor elk wat wils. Hoe verklaren Platel en De Vlieghe die eigenaardige mix? Wanneer ik die vraag stel, moeten de geheugens kennelijk opgefrist worden. Welk nummer van The Shadows wordt alweer gedraaid (nog steeds geen idee, red.)? Hoe heet dat jazznummer waarmee componist Gerrit Valckenaers de voorstelling wilde besluiten (schijnt niemand te weten, red.)? Valckenaers, die de muziek in het stuk monteerde, wijt de gaten in de memorie aan de verouderde technologie. Spotify en YouTube waren in 2001 nog toekomstmuziek. In elk geval bevatten de meeste num mers voor de acteurs een flinke scheut persoonlijke nostalgie. Maria Callas, de wereldberoemde sopraan die Orfeo ed Euridice ten berde brengt, krijgt zelfs een figurantenrol in het stuk: Platel droomt luidop dat ze met de zangeres door
de supermarkt loopt. Het liedje uit De Fabeltjeskrant, ‘een echte oldie’, zou volgens Platel zo opnieuw gelanceerd kunnen worden bij een kinderpubliek. Ook De Vlieghe kon zich uitleven op het nummer. Een choreograaf vertrekt nu eenmaal graag van muziek wanneer hij een scène creëert. In het stuk hoort een mooi dansje bij het nummer. ‘De soundtrack is een mengeling van ons beiden’, zegt Platel. ‘Als je zo’n voor stelling honderd keer moet spelen, kies je beter muziek die je graag hoort’, vindt De Vlieghe. Dus brachten Platel en De Vlieghe hun eigen muziek mee naar het repetitie zaaltje en gingen daarop samen los. Ook daaruit is het stuk ontstaan. Het had nog erger kunnen zijn, verzekeren ze onze redactie. De gevolgen van een twee uur durende improvisatie op Madonna zijn niet in de voorstelling opgenomen.
‘Elk personage in Ola Pola heeft zijn eigen fysieke metamorfose’
Gilles Michiels
8 sep 2017 7
Nederlands Theater Festival / Wikify de Vlaamse podiumkunsten
(Theater) kijken bij de buren: de Staat van het Theater in NL
Wikipédia sait désormais tout sur le TheaterFestival !
‘Moed zonder angst is geen moed.’ Zo echoden de woorden van theaterauteur Lot Vekemans gisterenavond in de Amsterdamse Stadsschouwburg. Haar Staat van het Theater – de plaatselijke State of the Union – luidde de start van het elfde Nederlands Theater Festival in. Daar presenteren onze noorderburen de komende tien dagen de beste voorstellingen van het afgelopen jaar. Een theaterfeest met alvast een geslaagd startsein.
Depuis plus d’une semaine, toute une équipe s’affaire, se documente, recherche les données les plus pertinentes, fait le tri parmi toutes les ressources disponibles dans ce monde ultra connecté, rédige article après article avec un seul objectif en tête : remplir Wikipédia d’informations fiables à propos du TheaterFestival et surtout des artistes et compagnies qui y sont présents cette année.
Lieselore Remans
Stéphanie Labie
© Anna van Kooij
Tijdens het opstellen van haar Staat merkte Lot Vekemans op dat alles eigenlijk al gezegd was, in vorige edities en vorige spee ches. Ze zag een theaterwereld die in een kringetje loopt, een theaterwereld die gedefinieerd wordt van buitenaf. ‘Wij moeten vooral van alles zijn voor de maatschappij. We moeten voldoen.’ Als antwoord op dat koekeloeren pleitte Vekemans voor de intrinsieke motivatie van de kunstenaar, waarbij ze toegeeft hoe onsmakelijk de termen intrinsiek en kunsten naast elkaar staan. Vekemans stelde dan ook een copernicaanse omwenteling voor – ‘Waarom moet de kunstenaar kunst maken?’ is voortaan ‘Waarom wil IK kunst maken?’ – en deed alvast haar eigen intrinsieke motivatie uit de doeken. Waar ze vroeger immers geweigerd werd voor een filmopleiding, naar eigen zeggen omdat ze niet kon antwoorden op de vraag waarom ze film wilde maken, wist ze nu wel heel duidelijk waarom ze theater maakte: ‘Geen andere kunstvorm waar het leven zo in al zijn verscheidenheid wordt aangeraakt.’ Om haar pleidooi voor theaterenthousiasme kracht bij te zetten, citeerde Vekemans het befaamde vers van de Nederlandse dichter Lucebert, deze keer mét vervolgverzen. ‘Alles van waarde is weerloos / En wordt van aanraakbaarheid rijk / En aan alles gelijk’. De theaterwereld moet zich niet meer afvragen of ze mag meedoen, ze moet aanraakbaar durven te zijn. Er is een theater nodig dat zich durft te tonen en zich kwets baar opstelt. Daar is moed voor nodig. Moed en angst. Vekemans' herwaardering van de intrinsieke motivatie werd met een staande ovatie onthaald. Op enkelingen na, die het discours misschien als te naïef of te idealistisch beschouwden, werd de Stadsschouwburg Amsterdam muisstil. Haar nazinde rende woorden legden de wonden van de sector bloot: er mist enthousiasme.’ Het jonge gezelschap Nineties Producties ging diezelfde avond aan de haal met de BNG Nieuwe Theatermakersprijs. Voor hun voorstelling Untitled, 2017, omschreven door de jury als een ‘ogenschijnlijk onschuldige theaterhappening waarin de regels van de kunst worden bevraagd’, ontvingen ze de royale som van 45 000 euro. Ook onze landgenoot Kurt Van der Elst werd gelauwerd. Voor zijn fotoserie van de voorstelling Horses van kabinet k en hetpa leis ontving hij de Theaterfotografie Prijs. Deze serie gaat voorbij dansfotografie, dixit de jury. Met Phile Deprez was nog een andere Belg genomineerd, zowel voor Platform van NTGent als voor CHASSE PATATE van Studio ORKA.
Mais qui sont-ils et pourquoi se donnent-ils tant de mal ? Nous les avons rencontrés et leur avons posé la question. L’initiative du projet Wikify provient de deux organisations : Het Firmament (Centre d’ex pertise du patrimoine culturel des arts du spectacle en Flandre) et PACKED (Centre d’Expertise pour le Patrimoine Numérique). Leur démarche consiste en la mise à disposition sur Wikipédia d’informa tions fiables et durables dans le domaine des arts de la scène. En effet, le site de l’encyclopédie libre est un des sites les plus consultés et aussi des plus accessibles. Mais il est également très pauvre en ce qui concerne le théâtre et la danse. ‘Sur les sites des artistes, les informations changent très souvent, disparaissent après un certain temps ou sont très peu accessibles’, explique Bart Magnus de PACKED. L’avantage de ces nouvelles pages Wikipédia, c’est qu’elles permettent ‘de présenter un artiste, d’indiquer son importance dans le secteur artistique mais aussi de diriger les gens vers d’autres sources moins faciles à trouver’, poursuit son collègue Sam Donvil. Par ailleurs, les plateformes de Wikimedia sont multilingues, ce qui donne la possibilité aux internautes de trouver des informations dans leur propre langue ou dans d’autres langues et éventuellement de découvrir des productions culturelles d’une autre communauté linguistique. Par exemple, le site contient déjà plusieurs articles détaillés sur Anne Teresa De Keersmaeker en français, mais aucun en néerlandais. Comme c’est également le cas pour Milo Rau, dont les pages en allemand et en anglais existent déjà, les auteurs d’articles en ligne se servent alors des textes préexistants pour élaborer de nouvelles pages en néerlandais. Pour les aider dans leur tâche de partage de connaissance, la petite équipe a fait appel à quelques volontaires. Ce sont par exemple des étudiants ou des professionnels qui offrent gratuitement leurs talents de rédacteurs du net pour contribuer à la publication libre d’information culturelle. Grâce à eux, vous pouvez d’ores et déjà lire des articles flambant neufs à propos du Theaterfestival Vlaanderen évidemment, du Nederlands Theater Festival, de Circuit X, de Milo Rau et de Randi De Vlieghe. Les articles concernant le Theaterfestival, Kaaitheater, Studio Orka, Compagnie De Koe, Fikry El Azzouzi, Junior Mthombeni, Jan Decorte, Pascale Platel, Peter Van den Begin, Katelijne Damen, Chokri Ben Chikha et P.A.R.T.S. ont quant à eux été complétés par nos rédacteurs web. Et cette liste pourrait bien s’allonger dans les jours à venir car le travail n’est pas encore terminé. Bien-sûr, tous ces articles ont été rédigés en néerlandais, mais si vous vous sentez l’âme d’un traducteur, n’hésitez pas à mettre la main à la pâte !
8 8 sep 2017
ook dat nog Je hebt het pas helemaal gemaakt als je in een artikel in de festivaldag krant kan citeren uit een ander artikel dat je zelf hebt geschreven in De Standaard. Ondertussen schrijft redacteur (GM) under cover ook aan zijn eigen Wikipedia-pagina. Betrapt! In deze dagkrant publiceren we bewust géén recensies. Toch waagde onze hoofdre dacteur zich gisteren aan een vergelijkende studie van de gegratineerde pasta uit het Kaaicafé en de pasta von gole van Michael De Cock himself in de KVS. Wie de meeste sterren binnenrijfde, kan u eenvoudigweg te weten komen in ruil voor een massage van zijn vermoeide schouders. Alvast één publiek puntje van kritiek: was die pornosnor nu echt nodig, signore De Kok? Terwijl redacteur (GM) naar stig aan zijn Wikipediapagina typt, werd hij even in verleiding gebracht om te surfen naar de site van Randi De Vlieghe – naast danser en acteur ook gediplomeerd spierontspanner. Altruïstisch als hij is, boekte (GM) meteen een massage voor onze hoofdredacteur. De streber! Redacteur (EVL) haalde zich, in al haar ochtendlijk enthou siasme, een helse opdracht op de hals: alle performers op deze editie van het Theater Festival tellen. Zuchtend en turvend ging ze aan de slag. Dat deze onderneming haar op het lijf geschreven was, bleek ’s namiddags, toen ze vrolijk verkondigde dat ze in haar wekker alleen tijdstip pen met het cijfer 8 opneemt. Dat noemen we nu een digital na(t)ive! Het moest er eens van komen. Onze Franstalige redacteur (SL) ontdekte gisterennacht een taalfout in onze Neder landstalige rubriek Ook dat nog. Of moeten we zeggen: Ook dat noch?
Humans of TheaterFestival
Humans of TheaterFestival Hoe gaat het er achter de schermen van het TheaterFestival aan toe? Wie zijn al die werk krachten, vrijwilligers en partners die noeste arbeid verrichten om u in theatrale vervoering te brengen? Vandaag: Elise van Dam Xandry van den Besselaar Je zal haar niet snel met een streng gezicht en een notitieboekje in de hand zure recensies zien neerpennen. Elise van Dam, nieuwbakken en frisse film- en theatercriticus, zit namelijk het liefst als liefhebber in de zaal: zonder boekje en met een open blik. De Nederlandse critica schrijft onder andere voor Theaterkrant en Theater maker en bezocht dit jaar voor het eerst ook het Vlaams TheaterFestival. ‘Ik heb het gevoel dat de sfeer van een festival meer leeft in Vlaanderen dan in Nederland. In Nederland is het niet veel anders dan een reguliere voorstel ling bezoeken. In Brussel had ik wel echt een festivalgevoel!’ Elise van Dam werd uitgenodigd om een vergelijking te maken tussen het Nederlandse en het Vlaamse TheaterFestival. Kunnen we bijvoorbeeld aanwijzen hoe er in Vlaanderen en hoe er in Nederland wordt geselecteerd? Is er een zichtbaar verschil tussen het Vlaamse en het Nederlands theaterlandschap? Gisteren pas opende het Nederlands Theater Festival, toch belde we haar vanochtend op met de vraag of ze al iets had ontdekt. ‘Het is opvallend hoeveel dans er is geselecteerd in Vlaanderen! Dat is in Nederland niet het geval, al kan dat natuurlijk toeval zijn. Toch heb ik het gevoel dat de Nederlandse jury sneller voorstellingen selecteert waarmee een groot publiek bereikt kan worden. In Nederland bestaat zelfs een verdeelsleutel hoeveel voorstellingen er voor de grote zaal en hoeveel voor de kleine zaal opgenomen moeten worden. Terwijl bij het Vlaams TheaterFestival naar mijn gevoel een aantal voorstellingen zijn opgenomen die juist dóór het festival in staat worden gesteld een groter publiek te bereiken dan ze anders zouden hebben bereikt. Ik vind dat een hele goede opdracht die een jury zichzelf kan geven. De echt grote voorstellingen, zoals die van Toneelgroep Amsterdam, vinden toch wel hun weg naar het publiek. Ik vind het net interessant dat het Vlaams TheaterFestival een podium biedt aan die kleinere voorstellingen.’ Tijdens de voorstelling probeert Elise niet anders te kijken dan een andere toeschouwer. Dat lukt niet altijd. ‘Omdat ik heel veel voorstellin gen zie, kijk ik onbewust toch anders. Maar ik probeer altijd pas achteraf te beginnen met de analyse.’ Het liefst schrijft ze niet te veel op tijdens
102 ****
de voorstelling zelf. ‘Ik heb altijd het idee dat het publiek wordt afgeleid als ik schrijf. Ook tegen over de mensen op het toneel, al denk ik niet dat ze het zullen zien. Maar soms zit je zo dicht bij de scène dat ik mijn boekje toch liever in mijn tas laat!’ De avond zelf schrijft ze vaak nog een paar woorden op. ‘Dat is een eerste indruk. Een toneelbeeld dat me heel erg is bijgebleven, bijvoorbeeld.’ Meer dan een paar woorden zijn dat echter niet. ‘Ik probeer toch vooral het gevoel van de voorstelling vast te houden. Daar wil ik vanuit schrijven. De volgende ochtend ga ik pas op de analytische tour. Dan stel ik mezelf de vraag: “Waar werd dat gevoel waarmee ik de voorstelling uitliep precies door veroorzaakt?”’
Zoveel performers staan er dit jaar in totaal op de planken tijdens het TheaterFestival. * exclusief MAPping en INFINI 1-15, wegens de cryptische aard van deze voorstellingen die zich niet op de traditionele planken afspelen. ** exclusief Volpone, wegens de jammerlijke afgelasting van het dode paard. *** exclusief Transfo Collect en TOCHT, die niet behoren tot de juryselectie of het programma van Circuit X. **** inclusief de volledige crew van Malcolm X, die an sich al één vijfde uitmaakt van de totaalbemanning.
Residentenfestival
12—14/10/2017
KAAP | De GroenPlAAts Groenestraat 19b, 8000 Brugge
Spare Time © buren
worK in ProGress, interventies, voorstellinGen en DeBAt
KAAP Creative Compass | Brugge, Oostende www.kaap.be |
Lees de artikels uit deze festivalkrant en ontdek meer op theaterfestival.be/blog f Het TheaterFestival t @theaterfestiva1 en #HTF17 hettheaterfestival tickets: theaterfestival.be
Ola Pola Potloodgat Het TheaterFestival & BRONKS alleen tg STAN De Vaartkapoen Mazing Vera Tussing Kaaistudio's RACE Het Nationale Theater Kaaitheater
BRONKS
za 9 september 10u30 14u00 15u00 16u00 17u00 18u00 19u00 20u30 20u30 22u00
Katleen Van Langendonck CROWD (Gisèle Vienne) Aujourd’hui, j’enquête sur les pièces à ne pas manquer cette saison dans les théâtres néerlandophones de Belgique. Je rends donc visite à Katleen Van Langendonck, directrice artistique du Kaaitheater, pour lui demander conseil. Stéphanie Labie
vr 8 september 19u00 20u30 20u30 20u30
Podiumtip 20172018
Staat van de Stad Kunstenpunt & Het TheaterFestival Allee du Kaai MAPping Brussels KVS KVS BOX Ola Pola Potloodgat Het TheaterFestival & BRONKS KVS BOL MAPping Brussels KVS KVS BOX Boekpresentatie INFINI 1-15 Decoratelier Decoratelier MAPping Brussels KVS KVS BOX Ola Pola Potloodgat Het TheaterFestival & BRONKS KVS BOL A Love Supreme Salva Sanchis & Anne Teresa De Keersmaeker / Rosas Kaaitheater Lone Wolves (work in progress) Transfo Collect GC De Kriekelaar Slotfeest Kaaitheater
‘Le programme contient aussi beaucoup de spectacles pour les francophones.’ Ce programme, c’est celui de la saison 20172018 du Kaaitheater et cette ouverture à la plus grande variété de publics, notamment grâce à une communication multilingue, est une volonté explicite de la direction. Comme le souligne Katleen, les spectacles de danse, en anglais ou contenant peu de texte sont souvent les plus conseillés aux francophones. Il arrive aussi que les pièces soient surtitrées, comme ce sera le cas pour Conversations (at the end of the world) de Kris Verdonck. Cependant, Katleen parle également avec enthousiasme de l’artiste française Gisèle Vienne qui oscille entre plusieurs disciplines comme la danse, le théâtre, les arts visuels et la performance. Dans CROWD, la chorégraphe envisage la violence comme une émotion qu’il n’est pas toujours nécessaire de diaboliser. Le plus de CROWD : le spectacle s’accorde parfaitement avec le fil rouge de la nouvelle saison, le rituel. Ceci dit, les coups de cœur de la directrice artistique ne se résument pas à cette unique suggestion car ‘c’est impossible de trouver un spectacle préféré, ça je ne peux pas.’
Biechtstoel vr 8 september 22u15 – 23u30
Race
Na de voorstelling behoefte om je hart te luchten? Om na te praten over wat je net zag? Of je mening te geven over hoe fantastisch of vervelend je het vond? Kom dan biechten in het festivalcentrum! En check andere reacties uit De Biechtstoel op facebook.com/zendelingen.
heater
redactie Jonathan van der Horst, Eline Van Lancker, Dina Dooreman, Lynn Elshof, Elise Pierre, Gilles Michiels, Lieselore Remans, Mia Vaerman, Nina Vurdelja, Milana Vojnovic, Xandry van den Besselaar, Stéphanie Labie hoofdredactie Filip Tielens grafisch ontwerp Mies Van Roy identiteit festival Laura Bergans filmteam Kim Snauwaert, Anke Van Meer V.U. het TheaterFestival Vlaanderen, Kathleen Treier, Jan Van Rijswijcklaan 155, 2018 Antwerpen