Theaterfestivalkrant 31/08/2017

Page 1

DO 31 AUG 2017 DAGKRANT #HTF17 © Phile Deprez

A portrait of Milo Rau in five easy steps Ramptoerisme met Hannes en Silke Qui est ce Fabrice Murgia?

Alles tonen over Tone Brulin

De concurrent van Shakespeare

om ©T in m lle Ca

www.theaterfestival.be



Another one Maxim Storms & Lobke Leirens

31 aug 2017   1

‘Horror is zo gruwelijk en toch wil je het graag zien. Dat leidt tot een bijzondere kijkervaring!’ Lobke Leirens is een ware force of nature op een podium. Een hele transformatie van de introverte en verlegen Lobke uit het dagelijkse leven. Samen met Maxim Storms mag ze vanavond het TheaterFestival openen met Another one, geselecteerd voor Circuit X. Lynn Elshof Door de annulatie van Volpone mogen jullie vanavond extra keer opdraven in BRONKS. Zenuwachtig?

Ik weet eigenlijk niet zo goed wie er vanavond precies in de zaal zal zitten. Misschien is dat maar goed ook! (lacht) Natuurlijk is het erg leuk dat we op dit festival mogen spelen. Als je een voorstelling maakt, hoop je toch altijd dat die opgepikt wordt. In deze tijd is het echter niet langer evident om op meer dan drie locaties te spelen. Door de selectie voor Circuit X en de daaropvolgende tournee langs cultuurcentra, kunnen we met Another one hopelijk een breder publiek bereiken. Want of we nu op het TheaterFestival spelen of in een klein cc in een boerendorp: je wilt altijd dat je voorstelling er stààt.

Hoe kwam Another one tot stand?

Wanneer Maxim en ik een voorstelling maken, zoeken we altijd naar een eigen universum met zijn specifieke codes en systemen. Voor Another one hadden we besloten om iets te maken rond onze verzonnen oertijd. Maar in de eerste week van de repetities is dat idee van de oertijd eigenlijk meteen gesneuveld. (lacht) We voelden onmiddellijk een weerstand tegen de clichématige ondertoon die ‘de oertijd’ met zich mee kan brengen. Een primitieve, tribale oerdans op scène brengen, wilden we niet. Als tegenreactie ontwikkelden we vervolgens twee burgerlijke, stilgevallen figuren. Let op: dit neemt niet weg dat Another one een uiterst fysieke voorstelling is. Aan de hand van zelfverzonnen destructieve en masochistische rituelen zoeken beide figuren naar een staat om zichzelf en de ander te overstijgen.

Je bent een fysieke actrice. Gebruik je liever je lijf dan woorden?

Als ik zelf iets creëer, start ik altijd vanuit het beeldende. In de producties met Maxim vertrekken we van een ruim uitgangspunt en verliezen we ons daarna in de meest uiteenlopende improvisaties. Fysieke transformatie hoort bij ons werk. Met het gezelschap Kuiperskaai, waarbij ik ook speel, maken we steeds tekstvoorstellingen. Maar ook die voorstellingen zijn telkens erg fysiek. Als ik een tekst overbreng, heeft dat iets zeer lichamelijks: die woorden zitten in heel mijn lijf.

Je hebt een grote fascinatie voor gruwel en horror. Waar komt die vandaan? Toen ik jonger was, ging ik met mijn zus naar de videotheek om horrorfilms te huren. Van mijn ouders mocht ik vaak niet meekijken, al deed ik dat stiekem natuurlijk toch. (lacht) Horror kijken is een soort voyeurisme. En tegelijk is het ook raar om naar een horrorfilm te willen kijken. Het is zo gruwelijk én toch wil je het zo graag zien. Dat leidt tot een bijzonder zintuigelijke kijkervaring. Dat gevoel probeer ik ook te vertalen naar het theater. Hoe lang kan je iets laten duren vooraleer het zijn hoogtepunt bereikt? Dat soort zaken.

In Another one gaan fysiek geweld en absurde humor hand in hand.

Er kan zeker veel gelachen worden in onze voorstelling. Zeker door die twee absurde personages die we spelen. Het zijn erg onbeholpen figuren. Door onze fysieke speelstijl wordt dat vanzelf humoristisch. Al is het vooral een schrijnende humor. De personages ondergaan ook zeer pijnlijke dingen. Wat ze elkaar aandoen, is best wreed. Al doen ze dat eigenlijk met grote liefde, zorg en bereidwilligheid om samen naar iets anders te zoeken. Maar objectief gezien is wat ze doen natuurlijk absurd.

Je speelt vaak bijna monsterlijke creaturen. Je stage persona contrasteert sterk met de Lobke in het dagelijks leven.

Ik ben inderdaad helemaal anders in de rollen die ik speel. Maar op scène ben ik niet bewust bezig met dat contrast. Er is een fascinatie om iets nieuws naar buiten te brengen. Ik kies dan vaak voor een transformatie met groteske mimiek, uitzonderlijke kostuums, pruiken en schmink, waaronder Lobkes uiterlijk niet meer herkenbaar is. Maar ik hoop dat er een lijn te zien is in al die personages die ik speel. Een soort energie en overgave waarin ik doorzinder.


2   31 aug 2017

Five Easy Pieces Milo Rau/IIPM/CAMPO

‘Marc Dutroux is in a way a Shakespearean character’ I’ve met with Swiss director and future head of NTGent Milo Rau (40) on a sultry summer evening. I encountered him at the cafe terrace in the company of the other two boyband members, Steven Heene and Stefan Bläske. After some refreshing drinks and chit-chat together, I take Milo to a quiet spot in the open air and I gently shoot my questions. Dina Dooreman

I believe there are several reasons but I guess the main reason is the fact that it is really touching. For myself, for people who are not trained in theatre, but as well for sophisticated theater critics. They will be touched and shocked as well. It is a very curious case because it stages one of the last taboos existing: pedophilia. I remember a critic from Berlin saying: ‘it is really interesting how the story is told in so many different ways. First of all associatively but simultaneously it goes very straight to the core of the topic’. I think this is the reason why it works from here to even Singapore. Everybody can understand it, just like a fairy tale. Because the play has the same directness and at the same time, on a meta level, it talks about voyeurism, violence, the meaning of theater and the relation between the director and the actor. For me personally it was also an essay or summarization of the work I did over the past years.

Of course. Belgian spectators know these tragic events took place not that long ago. The young actors for example grew up with it and as a result know a lot about it. But for them it is more like an old tale from ancient times. You can compare it to reading Richard III or the brothers Grimm. People are not traumatized by reading these brutal stories because they know they are fictional. Marc Dutroux is a Shakespearean character in a way. Even though his case is actual reality: he still lives in prison and many others who were involved are still alive, even the two surviving girls. So, for the Belgian audience it is interesting because it stages a part of the national history of the country. At the same time it raises universal questions: how can we reproduce feelings that occur during such tragic events? And how can we overcome that trauma?

© Phile Deprez

Five Easy Pieces has been selected for the TheaterFestival. The show has already been awarded several times, including the 3sat-Preis at the Theatertreffen in Berlin. Why do you think this production is so successful?

Do you think the impact of the show will be different for Belgian audience members from the international audience members?

One of the strategies you often apply is the re-enactment. Why is it so meaningful to you, and how is it different from other forms of storytelling?

The re-enactments I create are totally fictional. We have in the Dutroux-case no idea what actually happened. But we created the scenes based on actual facts. The re-enactments are a way to examine and reproduce human feelings. The camera is in that sense a good theatrical tool because it helps transfer facial expressions. And I am in love with the human face. That means you can be close to the stage and at the same time show

the total picture. The first rehearsal exercise I did was showing Ingmar Bergman’s Scenes from a Marriage. I asked the young actors to copy the gestures and movements of the characters. That’s when the Brechtian concept of Verfremdung took place. There was a distance from the emotions because the children had no idea what they were playing as they did not have the experience and sometimes did not even understand the words that were used. This exercise I applied as the structural basis of the show.

‘My manifest for NTGent will be similar to the one of Dogma 95: it will be just as technical but not so dictatorial.’ The age of the children in the show range from 8-13 years old and is similar to the one of the Dutroux’ victims. An age that balances on the verge of childhood and puberty/ adulthood. Would it have made a significant difference if the actors were either younger or older?

It’s difficult to say. Currently, we are rehearsing with a new cast because the international touring is getting too much for the original cast. We are also rewriting a bit of their personal stories as some of the new actors have a different cultural background. One of the new girls for example is of East-Asian origin. Some of the children are also becoming too old and then the difference between adult and child starts to disappear. Besides, in this case the play might have been less of a fairy tale and perhaps more brutal and sadistic. On the other hand, when the actors are too young they do not understand what they are doing. Actually, the production was an exercise for me as well. As a director I had to train these children how to act, to be present and to listen on stage. It is very different from working with professional actors. They just act out my directions and


31 aug 2017   3

Five Easy Pieces Milo Rau/IIPM/CAMPO

then the existential question is not present. Five Easy Pieces is in that sense a classical Lehrstück. A play where the actors learn from being on stage. The five pieces are five different theater schools. The first for example is mimicry and method acting. In this part, one of the actors has to play an old man in Robert De Niro-style with a heavy accent.

Are you planning on working with children again in the future?

Yes, I have plans to make a show called La Reprise for the first season at NTGent. It is again centered around a crime against children. There have been several cases in which parents found themselves in emotional darkness and kill their own children after a split-up. I am personally intrigued by stories of this kind because I am a father of two daughters myself. I was

extremely touched by Helen Garner’s This House of Grief which is based on the trial of a father who is accused of murdering his three sons. It is truly horrible. I believe killing your own children is the most tragic crime. It is different from what Dutroux did because it is also a story of a relationship: that of the parent and the child.

La Reprise will premiere in a few years. What are your plans for the near future?

I am currently working on 1917Exhibition of a Revolution that will be shown on the 19th of October at the Schaubühne Berlin. It will be a fictional film of 90 minutes portraying Lenin during his last days. I want to create an atmosphere similar to horror and ghost movies. While Lenin is lying on the deathbed, major characters from his life pass by: his wife, his

doctor, Lenin and even Leon Trotski. Then on the 3-5th of November we will set up the General Assembly where 60 delegates from all over the world gather for the first world parliament ever. A live stream will be organized in Munich, Paris, Ghent and Brussels among others. We will complete the project with an assault on the Reichstag. In February Jeanne D’arc will premiere at the Residenztheater and the rehearsals for History of Theater for the Kunsten-festivaldesarts 2018 will kick off.

The final question. Soon it will be the first time you’re leading a theater house: how are you preparing for your function as the artistic director of NTGent and will it change your approach to theater-making?

© Phile Deprez

At the moment I am writing a manifest for NTGent that will be published next spring. I am reflecting on what theater and producing means. What are the requirements for a state theater and an ensemble? How to deal with theatrical tradition, text and documentary? I think it is important that an artistic director not only programs and exhibits plays but also produces them. And so I will keep on producing my own shows while being aware of and respect the Flemish theater tradition. I must confess I actually prefer the more naturalistic way of acting in Flanders over German’s dramatic exaggeration. I appreciate how actors and not the director are the center of the show. In my productions as well, I build up around the stories of the actors. Anyhow, my manifest will be similar to the one of Dogma 95. It will be just as technical but not so dictatorial. (laughing)

was Musicst love my fir Five Easy Pieces Milo Rau’s Five Easy Pieces is based on Igor Stravinsky’s composition Cinq pièces faciles from 1917. The Russian composer wrote five small piano pieces for four hands that was meant to help children learn to play the piano. Rau adapted this structure and converted it to a theatrical context. Five Easy Pieces is set up by five small scenes. In each scene the young actors learn a different aspect to acting. Stravinsky’s first movement Andante was a tribute to French composer Erik Satie. Rau decided to have his world famous Gymnopédies as the musical leitmotiv of the show when one of the actors suggested to use Satie during his dance routine. Gymnopédies can be translated freely as ‘moving on music’. The word derives from Ancient Greece were young athletes danced naked during the annual summer festival. This background information actually lifts the Gymnopédies in the context of Five Easy Pieces to a higher level. Milo Rau: ‘The meaning of the word fits perfectly because it is a play about voyeurism. For example the position of the spectator during the show.’ (DD)


4   31 aug 2017

Mining Stories Silke Huysmans & Hannes Dereere

t e h r e v o s ‘Het nieuw n dorpen a v n e l e o p wegs t e h s l a n a a k o o e d l e vo n a v n e l e wegspo n e g n i r e n n mijn heri ’ ë i l i z a r B aan In de bergen van Minas Gerais in Brazilië bezwijkt op 5 november 2015 een dam gebouwd door het mijnbedrijf Samarco. Het gevolg? Een giftige modderstroom veegde een aantal dorpen in de nabije vallei van de kaart. Silke Huysmans en Hannes Dereere reisden in de nasleep van deze ecologische ramp af naar Brazilië. Mining Stories is hun theatraal verslag. Lynn Elshof Dag Silke en Hannes. Laten we in België beginnen. Hoe hebben jullie elkaar als duo gevonden?

Silke Huysmans: Voor mijn afstudeervoorstelling aan het KASK heb ik Hannes voor de eerste keer gevraagd om samen te werken. Hannes Dereere: Het zou voor één keer zijn. Maar na één voorstelling, kwam er een tweede. En een derde. En… Silke: Ik voelde wel dat ik een partner nodig had. Toen Hannes en ik elkaar ontmoetten, bleek al snel dat we dezelfde interesses deelden. Toen we later een koppel werden, bleek het een mooie stap om ook samen een voorstelling te proberen maken. Hannes: Onze visies lijken wel op elkaar, maar zijn niet exact hetzelfde. Mijn sterke kanten zijn niet Silkes sterke kanten, en

haar sterke kanten zijn mijn zwaktes. We zijn dus erg complementair. (lacht)

Silke, jij groeide als kind op in Minais Gerais, het gebied van de ramp. Hoe kijk je terug op je jeugd daar?

Silke: Ik ben geboren in Manaus. Eén jaar later zijn we verhuist naar Mariana, waar ik tot mijn zevende heb gewoond. Van het besluit van mijn ouders om terug te keren naar België heb ik enkel nog een vage herinnering: het afscheid nemen op school. Kinderen passen zich snel aan, weet je. Terug in België kon ik al na een maand weer vloeiend Nederlands spreken. Al maak in nu nog steeds wat foutjes. Portugees blijft toch mijn moedertaal. Toen ik voor dit project voor het eerst terugkeerde naar Brazilië, schrok ik wel van het immense landschap en de bergen. Als kind heb je daar zo weinig besef van.

Hannes, had jij al een band met Brazilië?

Hannes: Ik was er nog nooit eerder geweest. Het was een aparte ervaring om voor het eerst Brazilië te bezoeken in het kader van ons project. We hebben immers heel wat intense gesprekken gevoerd over die mijnramp. Het heeft een grote impact op mij nagelaten. Maar de mensen zijn er zo warm. We zijn overal heel goed ontvangen. Silke: En het was warm in Brazilië. Dat heb jij graag, hé. (lacht)

Hoe vernam je het nieuws over de ramp in de vallei?

Silke: In de week voor de ramp las ik de thesis van mijn vader en was ik met mijn hoofd veel in Brazilië. Niet lang daarna kreeg ik bericht van een vriendin van mij daar dat er een van de grootste ecologische catastrofes ooit gebeurd was. Na het horen van dat nieuws voelde het wegspoelen van dorpen ook als het wegspoelen van delen van mijn herinneringen.

Terug naar Brazilië Voelden jullie na het nieuws over de ramp meteen de noodzaak om er een voorstelling over te maken?

Hannes: We waren in die periode net gestart met de voorbereidingen van een nieuwe voorstelling. Een groot deel van de thematiek uit Mining Stories, namelijk dat geschiedenis zich steeds weer herhaalt, zat daar toen ook al in. Catastrofes zoals de mijnramp zijn al eerder gebeurd en zullen weer opnieuw voorvallen. Dit soort dambreuken herhalen zichzelf in de geschiedenis, steeds volgens eenzelfde economisch patroon: globale grondstofprijzen stijgen, mijnbedrijven nemen hierop meer risico’s en dus ontstaan er telkens meer rampen.

Jullie verrichtten eerst heel wat research voor Mining Stories.

Silke: Ja. Na drie maanden onderzoek hadden we ongeveer dertig interviews verzameld waarin verschillende perspectieven over de mijnramp te horen waren. Naast de thematiek van circulaire geschiedenis waren wij ook al bezig met storytelling. Iets waar het mijnbedrijf na de ramp overigens zelf op inspeelde. Samarco zette een dure reclamecampagne op poten waarin ze opriepen om ‘het verhaal steeds vanuit verschillende hoeken te bekijken’. Waarmee zij natuurlijk bedoelden ‘zie ook hoe moeilijk wij het hebben’. Dat was voor ons een trigger om het verhaal van verschillende perspectieven te bekijken en de mensen daar te gaan interviewen. Dat ik daar ben geboren was een uitgelezen kans om het verhaal over die mijnramp naar hier te brengen. Hannes: De mijnramp is enkel de casus. Onze voorstelling gaat vooral over hoe je je als mens verhoudt tegenover een wereld waarin veel gebeurt. Dat is een heel universeel gegeven. Mensen kunnen zich zo ook herkennen in een verhaal dat zich ver van hen afspeelt.


31 aug 2017   5

Mining Stories Silke Huysmans & Hannes Dereere

Hoe was het om opnieuw naar Minas Gerais te gaan, Silke?

Silke: Erg bijzonder. Iedereen die ik er nog kende, was zeer blij om me weer te zien. Ik heb altijd de dubbele nationaliteit gehad, maar pas bij het terugkeren voelde ik dat ik ook in Brazilië nog een verhaal heb. Hannes: Zeven maanden na de ramp zijn we naar Brazilië vertrokken. Zo’n reis vraagt wel wat voorbereiding. Op voorhand hadden we uitgestippeld welke mensen we graag wilden spreken en welke vragen we hen zouden stellen. Die persoonlijke verhalen hebben we dan stapsgewijs gekoppeld aan de mensen die specifiek vanuit hun vakgebieden erover spreken: een priester, een neuroloog en een econoom.

Hoe reageerden de inwoners op die ramp?

Silke: We merkten dat wanneer er iets heel tragisch gebeurt, men altijd eerst aan persoonlijk verlies denkt: het verlies van al je spullen en je herinneringen. Dat zag je ook bij de inwoners van Mariana. Daarna kan je pas zien wat er eigenlijk écht gebeurd is. Hannes: De volgende stap is dan de vraag: ‘hoe moet het verder?’ Silke: Na een ramp is iedereen gericht op verdergaan met het leven. Maar als het probleem zelf niet opgelost wordt, zal het zich telkens weer herhalen. Dat zie je overal ter wereld. Zo’n ramp raakt mensen even, maar daarna willen ze weer zo snel mogelijk verder. Terwijl er fundamenteel weinig verandert.

Was er een verschil in jullie verwachting en wat jullie daar ter plekke aantroffen?

Silke: Toen we aankwamen in Mariana, de oudste stad van de mijnprovincie op vijftig km van de dambreuk, zag je eigenlijk niet dat er een ramp was gebeurd. Althans, niet op het eerste gezicht. Na een paar dagen zie je pas de problemen en het verlies. Maar het was moeilijk om erover te praten omdat de inwoners zo afhankelijk zijn van die mijnbouw. Het was triestig om

te zien dat maar een kleine groep van activisten bezig was het bedrijf wakker te schudden. De meerderheid probeerde gewoon verder te leven zonder dat ze echt vooruitzichten hadden. Hannes: Het is een van de grote constanten in alle gesprekken die we daar hebben gevoerd. ‘Het is verschrikkelijk wat er is gebeurd, maar we moeten zo snel mogelijk weer verder gaan en de mijnen opendoen, want kijk eens naar de grote rij voor het werkloosheidsbureau!’. Voor ons is dit moeilijk te begrijpen, maar vanuit hun perspectief is het heel simpel. In Mining Stories zetten we ook in op die complexiteit en nuance. We willen niemand in de positie van de slechterik duwen.

‘In Mining Stories zetten we in op complexiteit en nuance. We willen niemand in de positie van de slechterik duwen.’ Op de foto met de burgemeester Hoe verliep jullie onderzoek in Brazilië?

Silke: We dachten dat we zeer goed voorbereid waren, maar eens we daar arriveerden… (lacht) Eenmaal ter plekke verliep alles toch behoorlijk chaotisch. Mensen die je ergens mee naar toe nemen, terwijl je iets anders had gepland. Maar net omdat we daar geen vreemden waren, ging er ook veel vanzelf. Hannes: En juist daardoor hebben we ook absurde dingen meegemaakt die je op voorhand niet kunt plannen. Silke: Ons bezoek aan Bento Rodrigues bijvoorbeeld. Dat is het eerste dorpje dat werd verwoest door de modderstroom. Eigenlijk mocht daar niemand op die site

komen. Maar via via konden wij daar heen, onder politie-escort. Hannes: We wilden ook graag de burgemeester spreken, maar we wisten niet hoe. Eenmaal daar werd ons beloofd dat het wel ging lukken. Vervolgens hoorden we er lange tijd niks over, tot we telefoon kregen met het bericht dat de burgemeester binnen drie minuten voor onze deur zou staan. (lacht)

Hoe stonden de inwoners tegenover jullie theaterproject?

Hannes: Alle gesprekken verliepen erg gemoedelijk. We hebben veel geluisterd en zelf geen mening gevormd. Silke: Ik denk dat de mensen daar wel apprecieerden dat er naar hen geluisterd werd. We mochten zelfs met de burgemeester op de foto voor de krant. (lacht)

Wat is jullie het meest bijgebleven van het bezoek?

Silke: We hebben er een paar dagen met kinderen gewerkt. De eerste dag legden we grote witte doeken op de grond met penselen en verf erbij. We zeiden hen: ‘schilder maar jullie landschap als decor’. We hadden daarbij niks gezegd over de ramp. Ze begonnen met het schilderen van een mooie berg, met veel groen en een zonnetje. Een heel vredevol landschap. Maar plots pakten ze de tube bruine verf, die ze op hun handen uitsmeerden, en begonnen ze het landschap te bekladden. Ze ensceneerden als het ware de modderstroom op doek. Dat was een pakkend moment.

Voelen jullie nog de nood om terug te keren naar Brazilië?

Hannes: We gaan sowieso terug, dat staat vast! Silke: De inwoners willen ook heel graag dat wij onze voorstelling daar gaan spelen. We voelen ons ook wel genoodzaakt dat te doen. Dus de plannen zijn er wel. In Marina zelf willen we ook iets doen naast het spelen Mining Stories, iets om aan de mensen terug te geven.

© Hugo Cordeiro


6   31 aug 2017

Festivaldirecteur Kathleen Treier

De dramaturgie van het TheaterFestival

Van de samenstelling van de jury tot de voorziening van toiletpapier: zowat alles wat u hier de komende dagen in het Kaaitheater aantreft, passeerde eerst de arendsogen van TheaterFestival-directeur Kathleen Treier. Na haar debuut vorig jaar in Antwerpen, stelde ze voor haar eerste Brusselse editie opnieuw een wervelend programma samen. Wat is er dit jaar zoal nieuw? Eline Van Lancker


31 aug 2017   7

Festivaldirecteur Kathleen Treier

Stadsnomaden

Voorbij de horizon

Stokpaardje in de visie van Kathleen vormt ongetwijfeld de stad waar het TheaterFestival neerstrijkt. Brussel speelt dit jaar dé hoofdrol. Lokale theaterhuizen en kunstenaars zijn dus onmisbare partners. Zo zal tg STAN opereren vanuit het hart van Molenbeek: alleen speelt in De Vaartkapoen. Voor het locatietheater van CHASSE PATATE werd het lokale gemeentebestuur van Grimbergen ingeschakeld. En Jozef Wouters gooit de deuren van zijn Decoratelier open voor een intieme kijk in zijn werkproces.

Vorig jaar sprak Herman Van Goethem, rector van de Universiteit Antwerpen, de eerste State of the Other uit. Deze keer zocht Kathleen Treier het verder van huis met de Portugees Tiago Rodrigues. Ook met de extra inzet op boventiteling en een aparte pagina voor niet-Nederlandstalige bezoekers op de website trekt het Theaterfestival volop de internationale kaart.

Kathleen: ‘We zijn een nomadisch festival, dus we hebben die steunpilaren in de stad echt nodig. Ik vind het superinteressant om te beseffen welke voeling artiesten met Brussel hebben, welke plekken kunsthuizen benutten en hoe de lokale gemeenschap betrokken wordt. Het TheaterFestival mag zich niet zomaar ergens neerpoten en zeggen: “Oké, wij gaan hier nu het beste van het seizoen tonen”. We moeten net erkennen wat er in de stad leeft. Dat zie je bijvoorbeeld in projecten als MAPping Brussels en De staat van de stad.’

Kathleen: ‘In een stad als Brussel, waar slechts een minderheid Nederlands spreekt, mis je anders zoveel potentieel publiek. Ook naar buitenlandse programmatoren toe hebben we er baat bij meer zichtbaarheid te geven aan al het mooie, interessante en noodzakelijke werk dat hier gemaakt wordt. Zo is er een tweejaarlijks bezoekersprogramma voor internationale programmatoren, samen met het TF in Nederland.’

Jong volk

Getipt

De discussie van de blanke, mannelijke theaterbezoeker op middelbare leeftijd werd al vaker op tafel gegooid. Zeker na Wouter Hillaert’s fameuze State of the Union vorig jaar kan de lokroep van een nieuwe generatie theatermakers niet langer gesmoord worden. Op het TheaterFestival krijgen ze op allerlei manieren een platform. TOCHT is daarvan zonder twijfel het meest opvallende nieuwe project.

Zelf kijkt Kathleen vooral uit naar het work in progress van Transfo Collect, een werking die Brusselse jongeren — tussen 16 en 26 jaar — uit verschillende subculturen en levensstijlen samen brengt, die minder gemakkelijk in aanraking komen met kunst, maar zich wel artistiek willen ontwikkelen. Op het TheaterFestival bezoeken de Transfo Collect-jongeren drie avonden een voorstelling, waarna ze in gesprek gaan met een van de juryleden én de cast.

Kathleen: ‘We stelden een soort ‘schaduwploeg’ samen van tien jonge denkers. Zij zullen letterlijk kamperen in de krochten van het festival en alles volgen: van de geselecteerde voorstellingen en de speeches tot zowat iedere randactiviteit. Naast de invulling en betekenis van het festival an sich, reflecteren ze ook over vier thema’s die zij als groep belangwekkend vinden. Het TheaterFestival bestaat ondertussen al 27 jaar, dus die frisse en kritische blik van TOCHT wordt zeker interessant.’

Daarnaast lichten haar ogen op wanneer het gaat over de Roel Verniers Prijs, waarbij twaalf podiumkunstenaars uit alle hoeken van het genre (Slam! Performance! Dans! Tekst!) live hun concept in twintig minuten komen pitchen. De winnaar gaat niet alleen met een stevig productiebudget naar huis, maar ontvangt ook een vrijgeleide voor de scène van de volgende festivaleditie. ‘Een heel leuk format, waarbij ook het gewone publiek van harte uitgenodigd is’, aldus Kathleen.

Waar is Nederland?

Bucketlist

Een oplettend oog had het misschien al in de smiezen: geen enkele Nederlandse voorstelling bereikte dit jaar de juryselectie. ‘Maar het is zeker niet onze intentie de banden met Nederland terug te schroeven, integendeel’, verzekert Kathleen ons. “Ik vind het net enorm belangrijk ook Nederlandse makers te betrekken. Er is veel dat we met elkaar delen. In de praktijk wordt er door de jury helaas nog te weinig geprospecteerd in Nederland. Dat komt zeker ook doordat verschillende producties niet meer over de grens komen. Je kan moeilijk voortdurend je hele jury naar Nederland verhuizen. Er staan al zoveel producties op hun kijklijstje in Brussel en Vlaanderen.’

Heel wat vernieuwingen dus, maar ook voor de komende edities heeft Kathleen nog plannen in petto. Eerder werd al bekend dat het festival in 2019 voor het eerst in Gent zal neerstrijken. Over wat daar allemaal zal gebeuren, blijft Kathleen nog even mysterieus. Wel broedt ze op de ontwikkeling van een publieksprijs, waarbij het publiek via een app op zijn favoriete voorstelling zou kunnen stemmen.

Wel werd er bewust gekozen om vanaf volgend jaar niet één, maar twee Nederlandse juryleden aan te stellen. Marijn Lems, afgelopen seizoen in de jury, treedt af. Herien Wensink (De Volkskrant) en Simon van den Berg (Theatermaker) nemen de fakkel over.

Kathleen: ‘Een soort MIA voor het theater, zeg maar. Zo kunnen ook mensen in hun lokale cultuurcentrum over het TheaterFestival horen. Sowieso blijft het telkens een grote uitdaging om zowel een breed publiek als de theatersector te betrekken. Maar ik wil zeker graag verder inspelen op onze rol als publieksfestival. Daar doe je het uiteindelijk toch voor: de kracht van al die voorstellingen bundelen tot één fantastisch festival.’


8   31 aug 2017

State of the Union Fabrice Murgia

‘Un théâtre n’est pas qu’une salle de spectacle avec des sièges, mais une agora citoyenne’ State of the Union Fabrice Murgia © Jérome Van Belle

Ce soir Fabrice Murgia va intervenir pour le discours du State of the Union à l’ouverture du Het Theater Festival. C’est la première fois qu’un artiste francophone est invité. Quel message fort est-il important de faire passer ? Et quelle(s) sont ses attente(s) quant à la programmation du Het Theater Festival ? Fabrice nous dévoile aussi les innovations de la nouvelle saison du Théâtre National. Elise Pierre

Le TheaterFestival existe depuis 1987, après avoir était un temps une collaboration flamande et néerlandaise, aujourd’hui il relie les villes de Bruxelles et d’Anvers qui hébergent tous les deux ans la programmation. Fabrice tu as été invité cette année à prononcer un des discours d’ouverture du festival... un symbole fort selon toi donné au théâtre belge et à la communauté wallonne ?

C’est un geste d’ouverture fort de la part du TheaterFestival, auquel je tenais à répondre en invitant de nouveau à l’ouverture. Il est clair qu’on voit de plus en plus des gestes d’ouverture dans ce sens là mais, malheureusement, ils ne parviennent pas à dépasser le stade de la communication. C’est ce vers quoi il nous faut encore travailler pour combattre la croissance du populisme et du nationalisme. C’est un des rôles primordiaux des politiques culturelles à venir. S’échanger un ou deux artistes par années n’est pas suffisant. La culture ne donne pas dans le marketing. Il est urgent de passer à l’internationalisation des équipes et des plateaux. Je veux dire par là qu’un éclairagiste ou un dramaturge du KVS puisse venir participer à une création du Théâtre National et vise versa.

Les premiers spectacles surtitrés en Belgique, on été introduit par le Kunstfestivaldesarts. C’était dans le début des années 2000... Est-ce que pour autant cela a rendu les programmations flamandes et wallonnes plus ouvertes l’une envers l’autre ?

Non. Je pense que même s’il y a des surtitres de plus en plus dans les différents théâtres, on est resté quand même à des timides explorations des territoires l’un de l’autre. Si j’ai la chance de travailler avec le LOD muziektheater et de jouer en Flandre, c’est bien parce que les productions que je fais sont flamandes. De la même manière, on a vu des néerlandophones qui jouaient leurs spectacles en Français ou encore des acteurs, des actrices, comme Vivianne De Muynck qui peuvent jouer dans les deux langues indifféremment, ce qu’on a moins du côté francophone. On a pris un train de retard sur la transdisciplinarité. Les enfants de Jan Decorte ont été largement accompagnés par les politiques flamandes. Ce qui leur a permis de jouer plus chez nous que l’inverse. En Flandre, on a considéré ces artistes comme des ambassadeurs, Wim

Vandekeybus, Jan Fabre, Jan Lauwers, tandis qu’en Wallonie on a pas du tout adopté la même politique. La Flandre a même été jusqu’à coproduire le Festival d’Avignon pour y avoir sa place. Je n’enlève rien à l’innovation qu’amenaient ces gens, parce que ce sont des génies qui ont réellement leur place sur scène, mais je souligne simplement les contextes opposés dans lequel chaque génération d’artistes a grandit. Aussi on était victime d’un cliché du côté francophone, le cliché du « théâtre français », que nous avons même nous même sur le théâtre français, qui est, une espèce de chose qui tourne autour du texte, du fardeau du « bien dire » que l’on se trimballerait sur le dos. Je suis certain qu’on peut attraper un spectateur flamand sur deux qui ne sera pas que le Théâtre National a une programmation progressiste et non conservatrice.

En deux mots, peux-tu nous dire tes attentes quant à la programmation du TheaterFestival, cette année ?

J’aime l’éclectisme de cette programmation. On peut à la fois y voir de jeunes artistes et des spectacles de Anne Teresa De Keersmaeker. Ça a toujours été la force


31 aug 2017   9

State of the Union Fabrice Murgia

du TheaterFestival et je n’en attend pas moins que les autres années.

Backstage Pour cette deuxième saison en tant que directeur, tu as souhaité apporter quelques innovations dans le rapport au public. A côté de la programmation habituelle, tu as crée une « saison libre ». Qu’elle est la valeur ajoutée de cette proposition ?

Un théâtre n’est pas qu’une salle de spectacle avec des sièges, mais une agora citoyenne. En y valorisant au même titre que les spectacles, des activités ou disciplines différentes, voir des débats d’idées, des conférences, on fait venir des autres publics. Cela participe à une stratégie d’élargissement des publics et ce n’est pas que de la communication et du marketing, c’est aussi la conviction profonde qu’un théâtre, le lieu physique, est un espace citoyen.

Le Théâtre National se donne également la possibilité de filmer les artistes en « backstage ». Une manière de dissoudre complètement le filtre du quatrième mur ou d’introduire le hors champ du cinéma au théâtre ? Où se place ton ambition ?

Mon envie c’est d’intéresser les gens à la manière dont on cuisine les spectacles, à la manière dont on les fabrique. D’une part cela participera au fait de sauvegarder notre profession, à démonter les clichés qui l’entoure et aussi peut-être à sauver les métiers qui fabriquent le théâtre et qui sont en danger. Je parle des métiers traditionnels, des techniciens, mais aussi des modes de production, des rythmes de production. Je pense qu’intéresser le public dans ma ligne de communication à la manière dont on fabrique les spectacles participera à démonter ces clichés là.

Ta compagnie, Artara, a été crée alors que tu étais artiste associé du Théâtre National sous la direction de Jean-Louis Colinet. Est-ce toujours l’ambition du Théâtre National aujourd’hui d’accompagner les jeunes artistes et quels formes cela prend t-il? C’est important aujourd’hui pour eux de pouvoir être associés à un théâtre ?

C’était le cheval de bataille du second mandat de Jean-Louis Colinet, dont je suis en quelque sorte un laboratoire, avec ma compagnie et mon spectacle, Le Chagrin des Ogres. Il a cherché à plusieurs reprises à répéter l’initiative, en y parvenant certaines fois et pas d’autres, ce qui est tout à fait le principe de cette prise de risque conséquente, mais qui est nécessaire. Cependant en grande partie cela a fait émerger des jeunes compagnies. La grande différence c’est que on ne doit pas attendre trois spectacles avant d’accéder à un vrai outil de création. Jean-Louis partait du principe qu’au feeling avec quelqu’un, il pouvait se dire : je vais lui donner un outil de création et on va voir comment il peut faire un premier spectacle avec de vrais moyens. Cela change non seulement l’orientation d’une carrière artistique, mais aussi les possibilités qu’on a pour faire découvrir son travail. Il faut

savoir que les trois premiers spectacles ou les deux premiers en tout cas, sont ceux qui vont vous faire mettre le pied à l’étriller ou pas, le monde est cruel pour les gens qui sortent des écoles.

Tu as été comédien avant d’opter pour la mise en scène. Tu connais bien le parcours de formation artistique belge, et tu as pu travailler en tant que pédagogue dans les écoles. Que faudrait-il améliorer ou changer selon toi, dans les formations des écoles de théâtre ?

Dans les écoles il y a une paupérisation absolument incroyable. D’abord, je pense qu’elles doivent d’avantage se lier les unes aux autres, pas forcément les écoles de théâtre, mais les écoles de disciplines différentes. Par exemple que les chanteurs d’opéra doivent apprendre à jouer et les acteurs de théâtre à chanter. Aussi, je pense qu’il faut surtout leur donner la possibilité d’avoir accès à des moyens techniques. C’est-à-dire qu’aujourd’hui un acteur ne peut pas sortir du conservatoire et travailler pour la première fois avec un micro et une caméra. Alors est-ce qu’il s’agit de réinjecter de l’argent dans les écoles, certainement, ce serait merveilleux. Mais on sait bien qu’on ne vit pas chez les bisounours. Par contre, laisser d’avantage la place aux écoles dans les théâtre subventionnés, pour donner aux élèves, notamment en dernier année, la possibilité de travailler avec des metteurs en scène invités sur de vrais plateaux, ça pourrait être déjà une belle avancée.

Sylvia Plath Tes spectacles abordent des sujets sociaux-politiques, avec souvent en toile de fond un point d’encrage existentiel... les migrations, les frontières, l’exil, les nouvelles technologie, la solitude, l’identité, la religion. Es-tu existentialiste au sens Sartre l’entendait : l’existence précède l’essence ?

Je suis plutôt brute de décoffrage à ce niveau là. J’essaie simplement de faire un portrait des êtres, de ce qu’ils sont, de la manière dont ils appréhendent le monde, mais dans un processus documentaire. Ce qui m’intéresse c’est de faire rentrer en conflit des existences différentes. Par exemple, un réfugié entre en conflit avec un médecin qui a le cancer dans mon spectacle Exils. Et je pose la question : quelle maladie ont-ils tous les deux ? Quelle maladie sociale, maladie biologique, génétique. Mon principe de dramaturgie, si j’en ai un, vise plutôt à confronter les êtres les uns aux autres. Puis c’est le travail de plateau, je cherche à donner une sensation autour de ces personnages tout en dressant leur portrait.

Les formes que peuvent prendre ton théâtre sont variées, le témoignage, le conte, le cabaret ou encore l’opéra cirque, avec peut-être l’utilisation de la vidéo omniprésente dans ton travail. Comment définirais-tu ton esthétique ? Et en quoi te pousse t-elle à aller sans cesse à la recherche de différentes formes, différents artistes ?

J’ai eu la chance assez jeune de commencer à pouvoir faire des spectacles, sans avoir fini ma formation de metteur en scène. Je crois que c’est ce qui me pousse à aller vers d’autres choses. Quand on me dit : est-ce que tu veux faire un spectacle de cirque ? Et bien forcément je mets mes conditions : je sais qu’avec le temps mon travail est balisé d’une certaine façon, mes rythmes de création et ma façon de travailler sont devenus un outil à part entière, et j’en ai besoin pour pouvoir explorer l’inconnu. Mais dans tous les cas, dès que je travaille sur un opéra avec des chanteurs, je suis moi-même dans un processus d’apprentissage. C’est peut-être l’envie de toujours être curieux, j’espère que cela durera le plus longtemps possible. Je ne sais pas si on peut définir en soit mon esthétique. Ce qui est sûr c’est que j’ai l’impression que c’est quelque chose qui est en mouvement, qui avance. Je n’ai pas fais douze spectacles mais un seul composé d’un acte I, d’un acte II, d’un acte III. Un spectacle qui avance, dans son langage aussi. Et puis on ne fait plus du théâtre comme il y a dix ans, et mon premier spectacle je l’ai fais il y a dix ans.

Peux-tu nous dire où se placent tes désirs de mise en scène aujourd’hui ? Dans un futur proche, aura t-on l’occasion de voir un nouveau projet pour Artara ?

La question opératique et musicale m’intéresse beaucoup. Je désire refaire un spectacle sans textes autour de la vie de Sylvia Plath, une auteure poétesse américaine qui s’est suicidée dans les années 60. Elle a laissé un journal intime. J’aimerais le mettre en scène avec une chanteuse et quinze femmes, toujours dans un processus de suivis avec une caméra de ce portrait. D’autre part, je continue la série Ghost Road où je fais des voyages pour écrire des spectacles. Donc il y a une partie documentaire qui va s’accentuer aussi dans mes spectacles.

La Belgique, c’est aussi l’origine du théâtre de la performance. Comment te positionnes tu face à ce théâtre dit « physique » et qu’elle place accordes-tu au travail corporel sur scène ?

A part dans Daral Shaga, je ne l’ai pas encore vraiment explorer parce que je n’en ai pas encore eu l’occasion, mais ça va venir, en tout cas dans cette notion du corps. Je ne suis pas insensible à d’autres formes mais je sais ce que je ne suis pas, je ne suis pas un chorégraphe. J’ai une forme de théâtre assez narrative. Ce qui ne veut pas dire qu’à chaque pièces ont fini par se marier et à avoir des enfants. Mais je joue avez les codes du storytelling, avec la manière dont on raconte des histoires aujourd’hui. Le cinéma américain a bercé toute mon enfance. Je m’amuse à prendre ces codes et à les démonter en quelque sorte, c’est un peu comme une grammaire à exploiter.


10   31 aug 2017

State of the Youth Anne Breure/ State of the Other Tiago Rodrigues

State of the Other

Anne Breure

Tiago Rodrigues

Jonathan van der Horst

Elise Pierre

Anne Breure is een internationaal en actief theaterbeestje. Na haar opleiding mime aan de Amsterdamse Theaterschool, verhuisde ze naar Brussel om er een paar maanden voor het Europees Parlement te werken. Vervolgens trok ze naar Londen voor een master Politics & Arts aan het prestigieuze Goldsmiths College, waar ook grootheden als Damien Hirst en de band Blur hebben gestudeerd. Daarna keerde ze terug naar Amsterdam. Ze werkte er onder meer voor het Transitiebureau, een organisatie die de podiumkunsten verbindt met andere maatschappelijke domeinen. Breure leidde de controversiële Schaduwploeg die het ITS-festival onder de loep nam. Die ploeg raakte in opspraak toen ze felle kritiek uitte op het competitieve karakter van dit afstudeerfestival. Niet zonder succes. De jury besloot intussen geen prijzen meer uit te reiken. Het ITS-festival draait weer om ontdekken en ontmoeten, in plaats van winnen. In 2014 werd de toen 26-jarige Breure aangesteld als artistiek leider van het Amsterdamse Veem Theater, wat ze niet veel later omdoopte tot Veem Huis voor Performance. Het Veem is een internationaal productieplatform voor hedendaagse performance. Jaarlijks komt er een keur van binnen- en buitenlandse artiesten langs om te onderzoeken en te tonen wat performance zou kunnen of moeten zijn. Hoewel, ‘jaarlijks’… In 2016 nam Breure de harde maar dappere beslissing om het Veem maar honderd dagen open te houden, in plaats van het hele jaar. Nadat de subsidiecommissie haar plannen zeer positief beoordeelde, maar de gevraagde subsidieverhoging niet honoreerde, besloot Breure kwaliteit boven kwantiteit te stellen. Op Theaterkrant.nl zegt ze hierover: ‘Met het huidige subsidiebedrag zouden we het bestaande programma alleen in stand kunnen houden als we onszelf zouden uithollen en inhoudelijke compromissen sluiten. Dan kiezen we er liever voor om het huis honderd dagen per jaar te laten leven en het in die periode een sterke publieke instelling voor het dans- en performanceveld te laten zijn. [...] Op deze manier kunnen we vooruitbewegen in plaats van terugschalen.’ Waarover Anne Breure het in haar State of the Youth zal hebben, was op het moment van dit schrijven nog een goedbewaard geheim. Maar zoals hierboven al blijkt, zou haar speech wel eens een fris en tegendraads betoog over de toekomst van het theater kunnen worden.

Né en 1977, avec un père journaliste, Tiago Rodrigues grandit dans les rédactions. Enfant, il prend la plume pour réaliser des caricatures de politiciens et s’amuse à déchiffrer les journaux dans toutes les langues. Il suit ses parents au théâtre de « revues à la portugaises », un théâtre populaire à Lisbonne, et cette expérience le pousse à devenir comédien amateur. En 1997, lorsqu’il a 20 ans, il rencontre le tg STAN, un collectif de théâtre belge flamand, à Lisbonne, ce qui marque définitivement son attachement à une certaine tradition théâtrale : le collectif sans hiérarchie et l’instantanéité de la répétition. Il s’agit de « faire entendre la conscience » et de « voir le monde à travers la sensibilité de l’âme ». Ensuite, il co-crée et réalise avec tg STAN plusieurs spectacles en tournée dans plus de 15 pays. Cette période le lance définitivement. En parallèle, Tiago poursuit un travail d’écriture pour différentes institutions : scénarios de cinéma, articles de presse, recueils de poèmes, préfaces et tribunes. En 2003, a l’âge de 26 ans, il fonde la compagnie Mundo Perfeito au sein de laquelle il débute une carrière d’auteur. Sans jamais s’installer dans un lieu fixe, il devient l’invité d’institutions nationales et internationales. La compagnie compte une trentaine de pièces à son actif, présentées en Europe, en Amérique du Sud, et au Moyen-Orient. En Belgique, le Kunstenfestivaldesarts était le premier à l’inviter. Au Kaaitheater, il présente trois pièces: Yesterday’s Men (2008), By Heart (2016) et Antoine et Cleopatra (2016), dont la dernière est une réécriture de Shakespeare en poèmes chantés mettant en avant la rencontre du couple. Shakespeare devient « une place où l’on se rencontre, un lieu, plus qu’un auteur ». À la tête du Teatro Nacional Dona Maria II à Lisbonne depuis trois ans, Tiago conserve une économie de moyens qu’il s’est appropriée comme un outil et il devient, à plus large échelle, lanceur de ponts entre villes et entre pays, hôte et promoteur d’un théâtre vivant. © Magda Bizarro

State of the Youth

© Mark Driessen


31 aug 2017   11

Handvest voor de podiumkunstenaar

Handvest voor verloning Vorig jaar stond Michiel Vandevelde (Etcetera) nog een uur lang naakt op het podium van het TheaterFestival met Antithesis, the future of the image, geselecteerd voor Circuit X. Dit jaar krijgt hij tijdens de opening twee minuten om, met kleren aan, zijn boodschap over een betere verloning over te brengen. Jonathan van der Horst Een zéér belangrijke boodschap, welteverstaan. Samen met andere artiesten stelde Michiel Vandevelde een handvest op voor een eerlijkere betaling van podiumkunstenaars. Wij belden hem op en vroegen hoe de financiële vork in de steel zit.

Wat houdt het handvest precies in?

Michiel: Het is eigenlijk een heel eenvoudig handvest. Daarin verklaren we het volgende: wanneer er een publieke activiteit georganiseerd wordt in opdracht van een organisatie met minimaal één werknemer in vaste loondienst, moet de kunstenaar die voor deze organisatie werkt steeds betaald kunnen worden volgens categorie A van de cao Podiumkunsten, mét correcte anciënniteit. Publieke activiteiten zijn zowel performances, lezingen, workshops... Vooral bij die laatste

activiteit loopt het vaak fout. Vaak wordt de voorbereidingstijd van zo’n workshop niet of amper vergoed. Het criterium dat er minimaal één iemand in loondienst moet zijn, is er gekomen omdat we niet wilden uitsluiten dat kunstenaars voor elkaar gratis of slecht betaald werk doen. Als je heel graag een project wilt maken en de projectsubsidie valt tegen of is zelfs onbestaande, dan vind ik dat je ook gewoon moet kunnen beslissen om er toch voor te gaan. Maar vanaf het moment dat je werkt voor een culturele instelling moet er gekozen worden voor een correcte verloning voor alle betrokkenen. Dus ook voor de kunstenaar. Dit handvest is wel specifiek gericht op de podiumkunstenaar. Het is geen handvest voor kunst in het algemeen geworden, omdat de realiteit van beeldende kunstenaars nu eenmaal anders is dan de realiteit in de podiumkunsten.

Wat hopen jullie hiermee te bereiken?

We hopen een soort keten van solidariteit tussen kunstenaars te creëren. Kunstenaars zijn sociaal-economisch gezien een erg zwakke groep. Het zijn freelancers, verspreid over het landschap. Niet verenigd onder een organisatie of

Laat jezelf fotograferen Veel podiumkunstenaars zijn onderbelicht op Wikipedia. Daar gaan we dit festival iets aan doen. We schrijven niet alleen Wikipedia-artikels over artiesten en gezelschappen die op Het TheaterFestival staan, we willen daar ook graag beeldmateriaal bij. Een artikel over een kunstenaar zegt immers zo veel meer als er een foto bij staat. Ben je artistiek actief? Laat je dan tijdens de receptie na de State of the Union fotograferen, zodat we zo veel mogelijk artikels kunnen opfleuren met een foto. Aangezien de foto’s onder een vrije licentie worden gepubliceerd, kan je ze overigens ook zelf hergebruiken. Wikimedia Commons — publiek domein

een vakbond. Een kunstenaar kan dit handvest doorsturen als een organisatie een incorrecte verloning voorstelt. Nu is het vaak een vicieuze cirkel. Als jij je onder je prijs laat betalen, dan moet de volgende artiest ook zijn prijs laten zakken. En zo is iedereen de dupe van dit systeem. Maar als genoeg mensen dit handvest ondertekenen, is het voor een organisatie niet meer mogelijk om zomaar hetzelfde slechte voorstel naar een andere kunstenaar te sturen. Als je via zo’n handvest samen afspreekt om te gaan voor een correcte verloning, dan moeten de organisaties wel mee evolueren.

Hoe kan je meedoen?

We hebben de afgelopen maanden heel wat artiesten aangeschreven. Op dit moment zijn er 95 kunstenaars en collectieven die het handvest ondertekend hebben. Er is ook een website die tijdens de opening van het TheaterFestival gelanceerd zal worden. Daar kun je het handvest lezen, onderteken, downloaden en dan gebruiken als reply op onredelijke voorstellen.

handvest.org


12   31 aug 2017

ook dat nog

Over drinken, Milo Rau en Stefan Bläske gesproken: onze reporter (DD) spendeerde maandag een prettige, zwoele zomeravond op café met hen. Ze stelde Milo ook de stoutmoedige vraag of hij niet graag eens de State of the Union zou willen uitspreken. Milo gaf ootmoedig toe dat hij dit jaar gevraagd werd, maar weigerde. Morgen is het immers 1 september en dan wil hij zijn kinderen naar school kunnen brengen. Kijk, dat vinden wij nu eens een hartverwarmend, schattig en eerlijk antwoord! Op het pizzafestijn voor de festivalmedewerkers gisterenavond ontstond er een geanimeerde discussie: waren die glanzende, veellagige schijfjes op onze pizza’s artisjokken of oesterzwammen? Redacteur (EVL) verloste ons uit ons lijden: het waren oesterzwammen. Om medische redenen is (EVL) immers expert in zwammen. Naar eigen zeggen is zij ‘één van de weinige personen werelwijd met een allergie aan shiitake’. De details van wat er gebeurt wanneer ze die paddenstoelen toch binnenspeelt, besparen wij u. Teleurgestelde artiesten die een slechte recensie of teveel kritische vragen krijgen van (EVL), zowel in deze dagkrant als in De Morgen, weten bij deze alvast hoe ze doeltreffend wraak kunnen nemen. Via Facebook bereikte ons triest nieuws: Oma Suus is niet meer. Met haar schone, ontwapenende levenswijsheden (‘Liefde is… je armen openen en dan weer sluiten’) verwierf oma Suus een cult-status bij de fans van Heimat en de Maandagavonden van De Nwe Tijd. We wensen kleindochter Suzanne Grotenhuis (actrice) en haar familie alle sterkte toe. En we zullen de inzichten van Oma Suus nog lang met ons meedragen.

Humans of Theaterfestival Hoe gaat het er achter de schermen van het TheaterFestival aan toe? Wie zijn al die werkkrachten, vrijwilligers en partners die noeste arbeid verrichten om u in theatrale vervoering te brengen? Vandaag: Charlotte Vandijck Charlotte Vandijck is dromer én realist. Die eigenschappen kunnen soms clashen. Ze houdt ervan als onbekenden haar na een voorstelling spontaan vragen hoe ze die vindt. Empathie en openheid zijn volgens Charlotte belangrijk, ‘want uiteindelijk moeten we toch alles met elkaar doen’. Wanneer ik Charlotte interview, moet de eerste dag van het TheaterFestival nog beginnen. Charlotte is er stagiaire sinds eind juli. De stress van de laatste loodjes laat overdag geen pers toe. Het interview vindt dus noodgedwongen plaats op de avondtrein tussen Brussel en Leuven. Omzittenden lijken te denken dat er live radio gemaakt wordt. ‘Tijdens het festival coördineer ik de contextprogramma’s’, legt Charlotte uit. ‘Die bieden een kader aan het festival, maar stellen ook vragen over de theaterpraktijk vandaag. Staat van de stad bijvoorbeeld onderzoekt hoe ruimtelijkheid in een Brusselse context interessant kan zijn voor het theater.’ De stage zelf is voor Charlotte vooral organisatorisch van aard. ‘Ik denk dat ik na mijn stage nog weinig Excelsheets zal kunnen zien. (lacht) Bij momenten is het een bittere pil, maar ook een goeike om te slikken.’

‘Een regisseur die zo’n hele fabriek moet leiden: dat bewonder ik wel’ Het laatste jaar bleek voor Charlotte met stages gevuld. Na vier jaar Kunstwetenschappen koos ze met Culturele Studies immers voor een erg praktische master, waarbij de nadruk meer ligt op productie en organisatie dan op onderzoek. Nauwelijks cursussen dus, wel een scheut praktijkervaring bij KVS en Opera Vlaanderen. ‘Bij KVS heeft slam poetry me verrast, een erg onderschatte kunstvorm. Voor SLOW nodigden we een slamdichter uit uit een totaal andere cultuur dan de Belgische, die op haar manier iets mocht zeggen over de stad Brussel.’ Het resultaat vond ze erg prikkelend. Opera Vlaanderen bleek een totaal andere wereld. ‘De opera is een ontzettend beladen kunstvorm die me echt kan omverblazen. Het genre moet soms vechten tegen zijn historische

© Milana Vojnovic

De prijzenregen voor Five Easy Pieces houdt maar niet op. Zonet verkoos het Duitse vaktijdschrift Theater Heute Milo Rau’s productie nog tot voorstelling van het het jaar. Stefan Bläske werd door hetzelfde tijdschrift ook verkozen als beste dramaturg. Daar klinken we na afloop op in ons festivalcentrum!

Humans of Theaterfestival

jasje. De structuren en hiërarchie zijn weleens roestig. Je hebt als jonge operaregisseur een stevig je m’en fou-gehalte nodig om er iets moderns mee te doen. Als regisseur moet je een hele ‘fabriek’ leiden. Dat bewonder ik wel.’ De laatste jaren heeft Charlotte dan ook meer oog gekregen voor het groepsgebeuren binnen het theater. ‘Vroeger ging mijn aandacht meer naar individuen. Nu vind ik het interessanter om te zien hoe hoe culturele gemeenschappen ontstaan en gevoed worden, of hoe mensen op scène iets maken vanuit een groepsdynamiek.’ Het project waarop Charlotte zich met vriendin en mede-stagiair Isabelle op smijt na het festival, ligt in die lijn. ‘We hebben een aantal artiesten gecureerd en willen laten zien dat ze samen een voorstelling kunnen maken.’ Daarna wacht een stage in Berlijn. Maar overhaast is Charlotte niet. ‘Soms wil ik ook even afstand kunnen nemen van de cultuursector. Je kunt té veel met iets bezig zijn, terwijl de kleine dingen me meer rust geven. Ik wandel graag, bijvoorbeeld. Ik zoek graag het groen op.’ Behalve in Excelsheets dan.

Verschillende voorstellingen zijn er de komende 11 dagen te zien op deze editie van het TheaterFestival. De jury selecteerde 11 producties en uit de Nederlandse TF-selectie wordt er uiteindelijk 1’tje getoond (want Volpone moest helaas geannuleerd worden). Circuit X presenteert 4 stukken. Daarnaast is er 1 Golden Oldie en 1 winnaar van de Roel Verniers Prijs. 2 Brusselse stadsprojecten maken het lijstje compleet.


Wil je ook adverteren? Mail dan naar redactie@theaterfestival.be!

WELKOM IN PODIUMSEIZOEN 2017–2018. FORCED ENTERTAINMENT BENJAMIN VANDEWALLE JAN DECORTE & BLACK BOX REVELATION VOLMIR CORDEIRO DE WARME WINKEL ANNE TERESA DE KEERSMAEKER/ROSAS TG STAN MICHIEL VANDEVELDE JÉRÔME BEL DE KOE GUY CASSIERS/TONEELHUIS GISÈLE VIENNE VERA TUSSING NATURE THEATER OF OKLAHOMA METTE INGVARTSEN LIGIA LEWIS BENJAMIN VERDONCK JAN LAUWERS & NEEDCOMPANY CHRISTOPHE MEIERHANS JAN FABRE/TROUBLEYN MEG STUART/DAMAGED GOODS

ONTDEK HET COMPLETE SEIZOEN OP > KAAITHEATER.BE

KaaiAD Theaterfestivalkrant.indd 1

28/08/17 16:05


Lees de artikels uit deze festivalkrant en ontdek meer op theaterfestival.be/blog f Het TheaterFestival t @theaterfestiva1 en #HTF17 tickets: theaterfestival.be do 31 augustus 17u30 19u00 20u30 20u30 20u30

State of the Union Het TheaterFestival Kaaitheater CHASSE PATATE (8+) Studio Orka Lintbos Grimbergen Five Easy Pieces Milo Rau/IIPM/Campo Kaaitheater Another one Maxim Storms & Lobke Leirens BRONKS Mining Stories Silke Huysmans & Hannes Dereere Beursschouwburg

vr 1 september 19u00 19u00 20u30 20u30

CHASSE PATATE (8+) Studio Orka Lintbos Grimbergen Salut Copain Dounia Mahammed Beursschouwburg Another one Maxim Storms & Lobke Leirens BRONKS Five Easy Pieces Milo Rau/IIPM/Campo Kaaitheater

Pers en media “Vlamingen denken dat Waals theater een kopie is van wat er in Frankrijk te zien is. Maar wij maken helemaal geen oerklassiek teksttheater. (…) Omgekeerd denken mensen uit Wallonië dat er op jullie podia voortdurend blote mensen dansen omdat jullie eigenlijk niets te vertellen hebben.” (lacht) Fabrice Murgia in gesprek met Ciska Hoet, De Morgen 31/8.

Biechtstoel do 31 augustus en vr 1 september 22u15 – 23u30 Five Easy Pieces Na de voorstelling behoefte om je hart te luchten? Om na te praten over wat je net zag? Of je mening te geven over hoe fantastisch of vervelend je het vond? Kom dan biechten in het festivalcentrum! En check andere reacties uit De Biechtstoel op facebook.com/zendelingen.

heater

Podiumtip 2017-2018 Matthias Van Den Brul CHASSE PATATE Wanneer we de jonge acteur Matthias Van Den Brul opbellen, maakt hij net klaar voor een welverdiende vakantie. Tussen het inpakken door vertelt hij ons waarom hij zo’n warm hart krijgt van CHASSE PATATE (Studio ORKA). Hopeloos uitverkocht op het TheaterFestival en daarom zijn podiumtip voor komend seizoen.

‘Op een jaar tijd zie ik voor de toneelschool (Matthias studeerde net af aan LUCA Drama, red.) zo’n 80 à 90 voorstellingen. Dat is meestal allemaal mooi en belangrijk, maar bij Studio ORKA voel je pas echt liefde. Bij hen is alles niet zo afgelikt en proper. Het is nog eens echt vuil theater. Ze schuwen de grote gebaren niet. Alles waarvan je in lessen leert dat het passé is, zie je bij ORKA toch werken. Alleen al dat decor vol prullen en objecten: het is een soort volkstoneel, maar elk beeld is wel volledig doordacht. Denk aan die openingsscène waarin Janne Desmet minutenlang een wasmachine meezeult: daar zie je evengoed Sisyphus met zijn rotsblok in. Zo simpel en met nauwelijks woorden. Maar het hele publiek is mee.’ ‘CHASSE PATATE bewijst opnieuw de intense kracht van een goed verhaal, bevolkt door de zotste personages. Zelf voer ik nogal graag een pleidooi voor de terugkeer van echt spelerstoneel. Dat is zo’n beetje mijn persoonlijk strijdje. (lacht) Ook Risjaar Drei beantwoordt daaraan, maar de gebaren bij CHASSE PATATE zijn zoveel warmer. Ze hebben natuurlijk ook een oer-Vlaams thema: frietjes, ballekes in tomatensaus en een pintje, het zit er allemaal in. Volgens mij is het de ultieme bekeringsvoorstelling van het festival: eender wie je daar mee naartoe neemt, zal het goed vinden. Het is een cliché, maar hoe die voorstelling je langs allerlei emoties leidt, vind ik prachtig. Bovendien zie je dat de acteurs zichzelf ook rot amuseren.’

redactie Jonathan van der Horst, Eline Van Lancker, Dina Dooreman, Lynn Elshof, Elise Pierre, Gilles Michiels, Lieselore Remans, Mia Vaerman, Nina Vurdelja, Milana Vojnovic, Xandry van den Besselaar, Stéphanie Labie hoofdredactie Filip Tielens grafisch ontwerp Mies Van Roy filmteam Kim Snauwaert, Anke Van Meer V.U. het TheaterFestival Vlaanderen, Kathleen Treier, Jan Van Rijswijcklaan 155, 2018 Antwerpen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.