TheaterFestivalkrant 30/08/2018

Page 1

DO 30 AUG 2018 DAGKRANT NR. 1 © Danny Willems

De jeugdige branie van Aïcha Cissé & Aminata Demba Het spannende parcours van Sara De Roo Interview met de échte Para: Aziz

ne ha sD ma ho ©T

Seppe Baeyens nodigt uit ten dans Wat is er dit jaar nieuw op het TheaterFestival? Alles wat u altijd al wou weten over deSingel

ns

www.theaterfestival.be


© Illias Teirlinck


State of the Youth State of the Youth Aïcha Cissé & Aminata Demba

30 augustus 2018   1

Aïcha Cissé &

Aminata Demba

‘De nieuwe stroming is overal’ Op de vooravond van de opening van het TheaterFestival komen theater­makers Aïcha Cissé en Aminata Demba vrolijk binnen gewandeld: hun blik is open en genereus. Of ze zenuwachtig zijn voor hun State of the Youth? Toch wel, blijkt als ze horen dat de zaal compleet uitverkocht is, en ze al giebelend over hun stoel heen en weer schuiven. Maar wat ze te zeggen hebben is belangrijk. Dat weten ze zeker. Lars Brinkman en Xandry van den Besselaar


2   30 augustus 2018 Waarvoor pleiten jullie in de State of the Youth?

Aminata Demba: ‘The youth is coming!’ Dit citaat uit onze State of the Youth dient om een stroming jongeren aan te duiden die niet het klassieke parcours hebben gevolgd. Je kunt bijvoorbeeld filmmaker worden door naar de filmschool te gaan en daar het vak te leren. Maar binnen een aantal jaar gaan er ook filmmakers zijn die op een meer autonome manier hebben geleerd om films te maken.

Zijn jullie zelf een voorbeeld van die nieuwe stroming jongeren?

Aïcha Cissé: Toen we begonnen wel. We hebben wat we noemen ‘beginnersgeluk’ gehad. We zijn in het begin omringd geweest door de juiste mensen, die ons de nodige ondersteuning hebben geboden. Aminata: We hebben ons laten leiden door ons instinct. Door te zoeken wat onze passie is, zijn we bij GEN2020 terecht gekomen. Dat was een professionaliseringstraject voor acteurs, theater­ makers en auteurs, die geen klassieke opleiding hebben genoten. De initiatiefnemers van’t Arsenaal in Mechelen waren zich als het ware bewust van die zijstroom, die via alternatieve wegen een plek op het podium zochten.

Waar kunnen we die nieuwe stroming vooral vinden?

Aïcha en Aminata: Overal! Aminata: Maar misschien vindt die stroming minder snel haar weg naar deSingel of naar een instelling als Toneelhuis. De brug daar naartoe is nog iets te groot.

Hoe komt dat?

Aminata: Ik denk dat dat met name te maken heeft met verschillende leefwerelden en milieus. En informatie die in som­ mige van die leefwerelden niet altijd meteen voorhanden is. We begeven ons in een stadium dat die werelden van de nieuwe stroming en het klassieke traject nog niet echt met elkaar ver­ mengd zijn.

Hoe ziet die vermenging eruit?

Aminata: Wij zijn eigenlijk de vermenging! Aïcha: We hebben het vak eigenlijk al doende geleerd, en op een bepaald moment voldoe je aan een zekere ‘kwaliteitsnorm’. We zijn destijds opgepikt geweest en daardoor kunnen samen­ vloeien met de klassieke, meer gevestigde waarden. Maar daarvoor hebben we veel moeten ontdekken en veel eigen projecten moeten maken. Aminata: Een instelling als ’t Arsenaal is daarin ook heel belangrijk geweest. Zij bood ons een platform door ruimte, tijd en middelen ter beschikking te stellen. Zo leer je al doende het reilen en zeilen binnen het theater: hoe moet je dingen aanpakken als je een idee hebt, wie moet je aanspreken?

Wat vinden jullie van die vermenging?

Aminata: Absoluut noodzakelijk. Aïcha: Sommige personen zijn gemaakt voor de kunstscholen en en vinden daar hun weg in. Maar je hebt natuurlijk ook een groep mensen die geen goesting hebben in een opleiding en het vak al doende leren. Dat betekent natuurlijk niet dat die mensen niet getalenteerd zijn of dat zij niet de nodige ambities of kwalitei­ ten hebben. Zij moeten ook zeker een kans krijgen. Aminata: Wat niet wil zeggen dat die klassieke opleidingen hun waarden niet hebben, natuurlijk. Maar soms is de brug gewoon te groot om te bewandelen. Aïcha: We willen er in onze State of the Youth echt voor pleiten om die vermenging te stimuleren. We voelen ons verantwoordelijk om de theaters tot een plek te maken voor iedereen. Zowel voor de mensen op het podium, als voor het publiek.

Naar de State of the Youth komen vooral veel mensen uit de sector. Heeft dat een rol gespeeld tijdens het schrijven?

Aminata: Absoluut! We moeten dit moment grijpen om de hele sector aan te spreken, en de inzichten die we de afgelopen jaren hebben opgedaan te delen met de sector.

Wat verbindt de jeugd met elkaar?

Aminata: Je hebt natuurlijk de gevestigde waarden die al héél lang op hun posities zitten en dan de nieuwe generatie spelers die een eigen aanpak óók als mogelijkheid zien. Maar de gevestigde orde heeft nog heel veel macht.

State of the Youth Aïcha Cissé & Aminata Demba

Aïcha: Het losbreken van de verankerde structuren misschien? Aminata: Ik denk dat Vlaanderen hier ook een belangrijke rol in speelt. Onze buurlanden, Nederland is daar een voorbeeld van, zijn al langer bezig met een transitie. Daarom zeggen we ook in deze State of the Youth: het moment is nu, want we huppelen al achter!

Wat is het grote verschil tussen de jeugdige artiesten en de gevestigde waarden?

Aïcha: Ik denk dat de jeugd al veel meer vermengd is. Er is een groter onderling begrip. Aminata: Het hokjesdenken is minder aanwezig: er wordt verder gekeken dan het hokje.

Is de sector klaar voor de jeugd?

Aïcha: Er worden wel inspanningen gedaan en stap voor stap zien we veranderingen. Maar ik denk dat we op een punt zijn gekomen dat we echt even een TGV kunnen nemen, en heel snel een grotere sprong kunnen maken. Maar die sprong is echt wel nodig. De jeugd is er! Aminata: Dat zeggen we ook in de speech. We zijn niet de eersten die dit zeggen. Er heerst zelfs een soort vermoeidheid rond deze thematiek, maar vanuit onze inzichten denken we dat naar een aantal dingen nog gekeken moet worden. Aïcha: Die herhaling is gewoon noodzakelijk.

Jullie zijn met veel jonge mensen gaan praten, alvorens de State werd geschreven. Waarom was dat?

Aminata: We hebben deze stem gekregen, maar die wilden we niet alleen gebruiken voor onszelf. We vonden het belangrijk dat mensen die in de zaal zitten, kunnen denken: ‘Ja! Dat had ik ook willen zeggen. Dat is exact wat ik denk of voel. Die gedachte heb ik ook gehad.’ We proberen een stem te zijn voor jonge makers. In die gesprekken leerden we bovendien dat de thema’s die ons dwars zaten, onder meerdere makers leven.

Maatschappelijk engagement lijkt steeds meer een verplichting voor de kunstenaar te worden. Wat vinden jullie van deze tendens?

Aminata: Laat ons als kunstenaar alsjeblieft met rust! Laat aan ons de keuze. Aïcha: Die keuze en de vrijheid moet er zijn. Er heerst een onuitgesproken verwachting dat er in ons werk politieke kwesties aangekaart zullen worden. Maar als je het over een bloempot wilt hebben, moet dat kunnen! Dat is opvallend: als ik het heb over een bloempot voor een divers en gekleurd publiek, dan ziet dat publiek een bloempot. Als ik datzelfde doe voor een wit publiek, dan ziet dat publiek een zwarte vrouw die het over een bloempot heeft, en het daardoor over bepaalde maatschappelijke kwesties wil hebben. Natuurlijk geldt dat niet voor het volledige witte publiek. Maar mijn ervaring is toch wel, dat als ik het over een bepaald onderwerp wil hebben, er, naargelang het publiek, verschillende interpretaties worden gegeven, die ik niet perse wilde meegeven. Aminata: En we betrappen onszelf daar ook op! We vinden het belangrijk om het te benoemen, zodat we gezamenlijk kunnen leren. Het is absoluut geen aanklacht. Aïcha: Inderdaad, aan dat wij-zij moeten we echt voorbij! Aminata: Het is een transitieproces dat al jaren bezig is. Dat moeten we blijven bijsturen.

Hoe doe je dat?

Aïcha: Ik geloof enorm in eerlijke een-op-eengesprekken: samen zitten en praten. En daarbij geen blad voor de mond nemen! Een kat een kat noemen. Durven praten. Er moet ruimte zijn om vragen aan elkaar te durven stellen. Zowel voor degene die vragen hebben als degene aan wie de vragen gesteld worden. Soms zijn mensen geneigd om in de verdediging te gaan. Dat is ook maar normaal, natuurlijk. Maar ik denk dat het belang­ rijk is om die defensie soms naast je neer te kunnen leggen. Ik denk echt dat dat heel constructief kan werken. Aminata: Gesprekken liggen tegenwoordig gevoelig. Dat komt omdat een aantal van deze thema’s vandaag de dag enorm worden bevochten. En dat maakt dat gesprekken iets minder open zijn. Maar soms moet je vlakaf eens ruzie maken!


State of the Youth Aïcha Cissé & Aminata Demba

30 augustus 2018   3 © Illias Teirlinck © Illias Teirlinck


4   30 augustus 2018

State of the Union Sara De Roo

State of the Union Sara

De Roo

De State of the Union werd dit jaar verzorgd door Sara De Roo: gevierd actrice, theatermaakster en sinds kort ook artistiek co-coördinator van de opleiding drama/acteren aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen, in samenwerking met Clara van den Broek. Voor zij die haar (nog) niet kennen is dit een portretschets, gevolgd door een bescheiden close reading van haar vertoog. Daan Borloo Throwback naar 1 februari 2018: Sara De Roo kondigt haar vertrek aan bij tg STAN en in de kleine Vlaamse podiumwereld is dat groot nieuws. Hoewel De Roo er niet bij was

toen tg STAN boven het doopvont werd gehouden, intussen al bijna dertig jaar geleden, zal ze wellicht tot in de eeuwig­ heid gerelateerd worden aan Jolente De Keersmaeker, Damiaan De Schrijver en Frank Vercruyssen, haar gewezen partnersin-art. Een absoluut krachtkwartet, dat met Poquelin II al voor de twaalfde keer werd geselecteerd voor het TheaterFestival (te zien op 4 en 5 september). Andere STANsuccessen van en met De Roo die meer dan wellicht een bel doen rinkelen: The Marx Sisters, Oogst, de originele Poquelin en Lucia smelt, nota bene de allereerste theatertekst van Oscar van den Boogaard. Daarnaast is Sara De Roo ook een begenadigd film- en tv-actrice, bekend van De parelvissers, Swooni, Brasserie Romantiek en, onlangs nog, de verfilming van Griet Op de Beecks Vele hemels boven de zevende. Waar ze zich evenwel nooit toe zal laten verleiden: reclamespotjes. Volgens De Roo verspilt een toneelspeler in de regel geen woorden aan gladde praat die mensen moet overtuigen om iets te kopen. Het enige wat duchtig geconsumeerd dient te worden, is het moment. Vorig jaar nog stond De Roo op het TheaterFestival met alleen, een solovoor­ stelling op tekst van Fikry El Azzouzi en een mooie illustratie van hoe ze in het leven en het theater staat: goudeerlijk, zonder de twijfels weg te moffelen. Bij uitbreiding is dat

ook de manier waarop tg STAN altijd heeft gewerkt: met een overmaat aan respect en aandacht voor creatieve besluiteloosheid en de eeuwige nuance. Rumour has it dat de première van een STAN-voorstelling ook écht de eerste keer is dat ze het stuk integraal samen spelen. Tegelijk wordt dat kenmerkende metaspel aangevuld met een onomwon­ den engagement, zeker en vast in alleen. De voorstelling zoomt expliciet in op de (vaak intercultureel geïnspireerde) menings­ verschillen tussen De Roo en El Azzouzi en, meer algemeen, op de moeilijkheid om het over culturele verschillen te hebben of van hardnekkige stereotypen los te weken. Dat het theater dringend diverser moet, heeft ze vorig jaar ook in de festivalkrant laten optekenen: “Je kunt niet blijven zeggen: het zal wel komen. Zeker met het politieke klimaat dat harder wordt. Het is niet meer opportuun om te wachten. Je moet handelen.” Haar State of the Union, die bij deze krant is gevoegd, borduurt deels voort op dat idee. “Hoe gaan we om met onze machteloosheid, met onze medeplichtig­ heid aan het onrecht en de gruwel in de wereld? Hoe gaan we om met de stigmati­ sering van mensen die een andere kleur hebben, mensen die religieus zijn? (...) Hoe gaan we om met ons gebrek aan verbeel­ ding om ons een nieuwe, hybride wereld te


State of the Union Sara De Roo

Nog niet zo heel lang geleden zat De Roo zelf op het Conservatorium dat ze nu mee vormgeeft. Leerling van het fenomeen Dora van der Groen, in een tijd waarin anderhalve toneelspeler per jaar afstu­ deerde. Dat aantal is ondertussen meer dan vertienvoudigd. Ook de samenleving en de werkomstandigheden van kunste­ naars zijn in tussentijd ingrijpend veranderd, en niet altijd in de goeie richting. “Zowel de korte als langere termijnmogelijkheden voor de toneelspeler zijn verschrompeld,” beargumenteert De Roo in haar State, en haalt onder andere het manifest van NTGent-voorman Milo Rau aan, waarin (nogal boud) gesteld wordt dat “minstens twee van de acteurs op het podium geen professionele acteurs mogen zijn”. In het licht van die lonkende scheef­ groei moedigt ze kersverse acteurs aan om zich te verenigen. “Ik kan met kennis van zaken zeggen dat het collectief een ideale omgeving is voor een toneelspeler om haar ambacht te ontwikkelen. Om alle facetten van het maken en spelen onder de knie te krijgen. In het collectief ontdek je wie je bent, als kunstenaar en ook als mens.” Een mooie shout-out naar tg STAN, dat spreekt. Waar De Roo vorig jaar zelfbewust solo ging met alleen omdat ze “na 25 jaar voorstellingen spelen in een ensemble soms het gevoel had dat het een olietanker werd”, breekt ze dit jaar een lans voor de alliantie: “Bundel de krachten, toneelspe­ lers aller landen, verenigt u, in ensembles en collectieven. Engageer u voor mekaar, voor een gemeenschappelijk werk, ga samen de hort op of betrek een pand, en werk duurzaam, streef naar continuïteit. Van alle kunstenaars hoeven wij NIET ALLEEN door de modder te ploeteren. Het is juist de schoonheid van onze ambacht en onze kunst dat wij onze tijd SAMEN doorbrengen.” Een heerlijke paradox, die laatste alinea, die nog maar eens benadrukt hoe echt en onaflatend bevragend Sara De Roo in leven en werk staat. Hulde.

alleen © Koen Broos

Als co-coördinator van de drama­ opleiding van het Antwerpse Conser­ vatorium wordt De Roo uitgedaagd om na te denken wat ze aan een nieuwe generatie spelers wil meegeven. Zo wil ze bijvoorbeeld het vak ‘westerse toneelge­ schiedenis’ vervangen door het bredere ‘toneelgeschiedenis’, want “zolang wij de ander alleen maar meten met onze eigen maatstaven, zullen wij naast elkaar blijven leven.” Een druppel op een nog veel te hete plaat, maar een druppel niettemin. Onze structuren lijden aan betonrot en het zijn grote schoenen om te vullen...

alleen © Koen Broos

kunnen voorstellen, gebaseerd op vertrou­ wen en nieuwsgierigheid, één die vanzelf­ sprekend veelkleurig en ecologisch duurzaam is?” Vragen die al vaker werden gesteld, maar nog steeds wachten op een voldragen antwoord. De Roo formuleert voorzichtig het hare: “Laten we onze esthetische kaders oprekken, onze premisses lossen, onze leitmotiven en onze motto’s. Laten we ons kwetsbaar opstellen, bereid om een nieuwe vorm aan te nemen. Als we echt geloven in wat we beweren, namelijk een betere wereld, kunnen we zelf een mogelijkheid tonen.”

30 augustus 2018   5


6   30 augustus 2018

Para David Van Reybrouck, Raven Ruëll & Bruno Vanden Broecke/KVS

‘Het leger is de universiteit van het leven’ © Filip Tielens

David Van Reybrouck, Raven Ruëll en Bruno Vanden Broecke namen in Para een brok verdrongen vaderlandse geschiedenis onder handen: de omstreden Belgische paracommandomissie Restore Hope uit 1993, die we vooral kennen door de destijds druk besproken beelden van getreiterde Somali’s. Wij zochten het volledige verhaal bij para Aziz Zoubir (45), die niet alleen als informant diende voor Bruno’s rol, maar zelf ook een off-stage personage werd in het stuk. Ans Van Gasse en Lars Brinkman Aziz, wat was je eerste reactie toen David Van Reybrouck jou benaderde als informant voor Para?

Aziz Zoubir: Ik heb sterk getwijfeld, omdat wij daar als militair toestemming voor moeten vragen. Iedereen weet dat er in Somalië zaken zijn gebeurd die niet koosjer waren. Ik was zelf niet bij de situaties op die foto’s, maar vroeg me toch af of het theaterstuk ons niet gewoon zwart zou maken. David heeft mij verzekerd dat het stuk vooral zou schetsen hoe zulke situaties een mens beïnvloeden. Dat stelde me wel gerust.

Je zag Para ondertussen al vijf keer. Is de voorstelling volgens jou waarheidsgetrouw?

Zeker. Bruno speelt het ook allemaal zeer goed: zijn opwinding, zijn uitdrukkingen... 90 minuten lang is hij militair, en iedere para kan zich vinden in het verhaal dat hij vertelt. Zoals Bruno vertelt, duurt het jaren om over sommige ervaringen te geraken. Dankzij het toneelstuk heb ik eindelijk die periode kunnen plaatsen. Dat was nodig: we zijn allemaal maar mensen, natuurlijk. Vier en halve maand een robot spelen, dat komt vroeg of laat terug zoals een boemerang. Dat is dan ook bij iedereen gebeurd. Ik herinner me dat ik op een dag in de Carrefour was. Ik wou cornflakes kopen en kwam in een rayon vol verschillende merken en smaken. Toen bedacht ik me: in Somalië moet je tien kilometer stappen voor water! In de eerste weken na mijn thuiskomst heb ik ook op de grond geslapen, mijn bed was te zacht. Je ervaart toch een soort schuldgevoel, dat voelt wel even raar.

De missie in Somalië wordt nu vooral geassocieerd met de foto’s die toen opdoken. Van Reybrouck vroeg zich in een interview met MO* nog af of een conflict zonder wandaden wel kan bestaan.

Ik denk van niet. Oorlog op zich is een wandaad. Ik keur het ook allemaal niet goed. Je vertrekt met een ideaal om mensen te

helpen, maar vanaf de eerste keer dat je wordt beschoten slaat dat om in boosheid, frustratie en passie. Dan kan het gebeuren dat op termijn iemand zijn stoppen doorslaan.

Maar jullie waren wel op een vredesmissie.

Dat was de bedoeling. Wij waren daar om voedselkonvooien van de Verenigde Naties te begeleiden. Als para wil je er de vrede handhaven, maar je ziet ook dat er gehandeld werd in drugs en wapens. Zo werden schepen vol koeien uit Dubai uitgeladen en in de plaats werden hele tonnen drugs — qat — opgeladen. Niemand had er eten, maar elk huis zat vol Russische of Amerikaanse wapens. Dan vraag je je wel af wat je er eigenlijk doet. We hebben zeker goede dingen gedaan met onze para’s, maar alleen op korte termijn. Er was geen opvolging. Missies lossen ook niet alles op: zo heb ik een missie gedaan in Irak waar je de mensen hoort snakken naar de tijd van Saddam Hoessein omdat ze toen tenminste hun kinderen veilig naar school konden bren­ gen. Ook al kan je soms weinig doen als para, het geeft je wel voldoening in vergelijking met de hoop ellende daar ter plaatse. Onze missie heette Restore Hope: dat hebben wij toen heel eventjes gedaan.

‘Restore Hope heette onze missie. Dat hebben wij heel eventjes gedaan in Somalië.’ Hoe reageerden de inwoners daarop?

Dat wisselde. De ene week kon je op patrouille gaan zonder


Para David Van Reybrouck, Raven Ruëll & Bruno Vanden Broecke/KVS

met agressie te worden geconfronteerd. Er waren kindjes die naar ons zwaaiden, maar op dezelfde plek werd er een week later met stenen naar ons gegooid. Uitzichtloosheid maakt mensen kwaad, natuurlijk. Met onze para’s deden we politietaken, maar we hadden het mandaat niet om het verschil te maken. Hadden we dat wel gehad, dan konden we misschien achter de warlords aangaan, de oorzaak van alle ellende daar. Jaren nadien begon in Somalië de piraterij. Ik begrijp dat mensen piraat werden: wat zou je zelf doen als ze jouw vis afpakten?

In de voorstelling wordt jouw personage geschetst als de eerste moslim bij de para’s. Hoe heb jij dat zelf ervaren?

In die tijd was er minder cultural awareness over gebieden als Somalië. Onze para’s bestonden grotendeels uit jonge gasten die voorheen nooit of weinig reisden. We zijn dan nog eens naar een islamitisch land gestuurd, terwijl de meeste mensen de islam en hun gewoonten eigenlijk gewoon niet kenden. Ik wel, want ik heb zelf Marokkaanse achtergrond, maar voor heel wat para’s was dat een cultuurshock. Zelf voelde ik eigenlijk meteen een band met de inwoners daar. Ze hadden dezelfde gebruiken als ik, zoals de oproep tot het gebed. Voor mijn collega’s was dat nochtans enorm bevreemdend. In die tijd bestond er ook geen echte wetgeving omtrent discriminatie. Bij Defensie werd alles ook erg intern gehou­ den. Je kwam voor de krijgsraad, maar verder hoefde je je niet te

30 augustus 2018   7 Als je in een benarde situatie staat en je krijgt het bevel om te vuren, wat gaat er dan door je heen?

Dan vuur je gewoon. Als je een bevel krijgt, voer je dat gewoon uit. Aan een twijfelaar heb je op zo’n moment niets. Maar als je een vuurgevecht kan vermijden, zal je dat zeker doen. In zo’n gevecht lijken tien minuten wel tien uur, dat wil je geen tweede keer. Toch is het soms snel beslissen: een slachtoffer aan de overkant is misschien wel erg, maar een slachtoffer in je eigen rangen… Op de missie zelf heb ik zeker momenten gekend dat ik zin had om in een hoekje te kruipen en te verdwijnen, maar dat gaat niet. In die vijf maanden tijd heeft iedereen wel een zwak moment, maar als je dat laat zien word je — bij wijze van spreken — opgevreten. Het moment om na te denken komt daarna pas. Die knop staat af en gaat pas terug aan als je thuiskomt. Dan is er tijd om alles terug af te spelen en je emoties los te laten. Sommigen storten zich in de drank, anderen in de drugs, sommigen maken er een eind aan: dat is de realiteit. Zo was dat 25 jaar geleden. Nu is dat misschien iets anders. Toen was het vooral: ge zij de para, ge zij geen watje. Er was een heuse machocultuur, waar geldt: ‘pijn is een gevoel’. En gevoe­ lens kun je onderdrukken, want als para ben je van staal. Maar we zijn allemaal mensen: 90 procent van de para’s die zijn teruggeko­ men, hebben het moeilijk gehad.

© Filip Tielens

Toen we de research voor dit interview deden, vonden we op de Wikipedia-pagina van de Belgische paracommando’s slechts één zinnetje over de missie in Somalië. Krijgt die missie volgens jou wel genoeg erkenning?

Bij de missie in Somalië zijn er 3000 militairen geweest, verspreid over drie jaar. Toch wordt vooral de slechte kant belicht, door één foto in de pers. Dat is eigenlijk discriminatie. Iedereen wordt beoordeeld op één geïsoleerd feit. Sowieso krijgt de job van militair geen erkenning, vind ik. De mensen weten niet wat wij doen. Kijk naar de militairen die op 22 maart (dag van de aanslagen in 2016 in Brussel, red.) gewonden gered hebben op risico van eigen leven. De politiek zegt dan dat zij gewoon hun taak hebben uitgevoerd. Terwijl: België had zoiets nog nooit meegemaakt, dat is dus niet ‘gewoon’. De mensen bij Defensie zitten daar uit idealisme, om iets te betekenen in de maatschappij. Het is zoals Bruno zegt in het stuk: ieder deftig land heeft een leger nodig. Het heet ook defensie en niet offensie.

veel zorgen te maken. Nu zijn er hier veel meer regels over en worden para’s ook beoordeeld door de burgerrechter. Veel zaken die ik heb meegemaakt, zouden nu niet meer kunnen gebeuren. Uiteindelijk heeft mijn sectie me wel leren kennen. Voor het vertrek waren er weken voorbereiding waarin je sectie eigenlijk je familie wordt. Als één iemand wegvalt, is er een probleem. Je moet dus wel samenwerken. Zoals David het zegt: je kwam aan bij de training als een ‘vol vat’. Dat vat werd leeggemaakt en opnieuw gevuld met vertrouwen, hardheid en kameraadschap. Je kwam dan uit die training als een emotioneel neutrale persoon.

David Van Reybrouck zei in een interview met de krant De Tijd dat jij hem zei dat 90 tot 95 procent van de paracommando’s extreemrechts zijn.

Toen zeker, in mijn bataljon. De reden waarom ik in het leger ben gegaan, was ook echt om te bewijzen dat ik kan functioneren in deze maatschappij. Dat was de bedoeling. Ik dacht: we dragen allemaal dezelfde muts en kledij, maar je naamkaartje hangt er wel op. Ik heet niet Janssens, maar Zoubir. Je zag meteen dat ik anders was.

Denk je dat er nu meer moslims voor deze job kiezen?

Een niet-praktiserende moslim zal nu wel meer zijn weg vinden in Defensie dan 25 jaar geleden. Een praktiserende moslim, daar zijn de para’s niet klaar voor. De islam is een soort synoniem geworden van terreur. Of is het andersom? Ik weet het niet meer. Er staan nu al twee jaar militairen te patrouilleren op straat. Sommige soldaten denken dat ze daar staan door de terroristen, die snel worden verward met moslims. Nochtans zijn terroristen volgens mij geen moslims, maar mensen die ten prooi zijn gevallen aan een foute doctrine.

‘Vier en halve maand een robot spelen, dat komt vroeg of laat terug zoals een boemerang.’ Heb je het gevoel dat het theaterstuk helpt om die erkenning te herstellen?

Het geeft de toeschouwers wel een beeld. Mensen die het zagen, contacteerden me en zeiden dat ze enorm veel respect voor mij hadden. Er zijn duizenden militairen die op missie gaan. Die verdienen allemaal respect. De meeste mensen onthouden alleen de slechte dingen. Iets goeds, vergeten we sneller. Daarbij is er in de pers maar weinig positiefs over Somalië verschenen. Er was helemaal geen informatie over onze opdracht. Wij hebben nergens iets te zoeken, maar de wereldpolitiek vraagt dat elk land zijn bijdrage levert. Wij zijn die bijdrage, en dat beseften de mensen niet.

Hoe sta je tegenover dienstplicht? Onlangs zei VUBprofessor Jonathan Holslag nog dat dit gunstig zou zijn voor de ‘waarden en principes die ons samenhouden’.

Ik denk dat dienstplicht een goede zaak is voor iedereen. Het leger is de universiteit van het leven. Je komt jezelf een paar keer tegen en wordt uit je comfort zone gehaald. Dan leer je de kleine dingen appreciëren. In het Belgisch leger leer je je plan te trekken met een rol duct tape. Daar kan je een huis mee bouwen. Heel veel jongeren kunnen nu ook niet om met hiërarchie, die nochtans ook in het bedrijfsleven nodig is. In het leger is er een heel duide­ lijke chain of command. Misschien moet het niet voor iedereen een dienstplicht van zes maanden worden, maar wel een soort bootcamp van zes à acht weken. Daarbij moet je niet schieten, maar ga je wel back to reality. In de Verenigde Staten zijn er zelfs heel wat mensen die hiervoor betalen. (lacht) Aziz spreekt hier in eigen naam en niet in naam van Defensie.


8   30 augustus 2018

INVITED Seppe Baeyens/Ultima Vez & KVS

‘We nemen elkaar mee met het touw ’ Sommige huizen zijn nooit gesloten. De poort van Ultima Vez staat wagenwijd open in de Zwarte Vijversstraat. Het is een vrijblijvende uitnodiging voor wie passeert, een uitgestoken hand die al dan niet vastgenomen kan worden. Dit eenvoudige gebaar gebruikt Seppe Baeyens in zijn voorstelling INVITED om samen met het publiek de ruimte te delen. Met dans als taal wil hij in een uur tijd een gemeenschap creëren. Ik aarzel niet. Laat me meenemen. Ga naar binnen. Lotte Ogiers Een uitnodiging krijgen is altijd fijn. Je voelt je aangesproken, betrokken met de anderen die aanwezig zijn. ‘Dat samenzijn is speciaal. Dat wou ik in INVITED onder­ zoeken,’ zegt Seppe Baeyens zelf. ‘Het is een oefening. En opdrachten of een eenvoudig spel zoals zakdoek leggen, kunnen een hulpmiddel zijn om dat gevoel te installeren.’ Toen Seppe enkele jaren geleden de tentoonstelling One Minute Sculptures van Erwin Wurm bezocht, werd hij zelf uitgedaagd om deel te zijn van het kunstwerk. ‘Bezoekers moesten de houding van een beeld aannemen, anderen keken. Je kreeg een compositie en het publiek werd een kunstwerk. Dat moet in dans toch ook mogelijk zijn, dacht ik toen.’ De choreograaf kijkt even naar zijn zoon die met zijn speelgoedhamer hard op de grond tikt. Ook de jongen weet dat hij met zijn lawaai iets losmaakt. Aandacht vraagt. Misschien zelfs deelneemt aan het gesprek. Iedereen kan iets teweeg­ brengen. Iets maken gaat voor de choreograaf meer over de tijd die samen doorgebracht wordt, dan over de achter­

grond die zijn spelers hebben. Want zo noemt hij iedereen die meedoet aan de voorstelling. Een jongen van twaalf en de buurman van vijfennegentig. U en ik. Elke zaterdagvoormiddag vind je Seppe Baeyens in het Atelier Quartier dat doorgaat bij Ultima Vez en waar hij workshops organiseert voor iedereen die samen wil dansen. Via die ontmoetingen tijdens de wekelijkse ateliers heeft hij zijn cast kunnen samenstellen. Sommigen zouden het sociaal geëngageerd noemen, anderen plakken er de term ‘participatietheater’ op. Seppe Baeyens wil liever niets benoemen. ‘Het is het dansen zelf waar ik uit vertrek. En vooral de vraag hoe ik van hedendaagse dans iets toegankelijks kan maken zonder dat mensen al gaan lopen van de term.’ Zoals vaak is er nooit een pasklaar antwoord. Deze zoektocht wil Baeyens dan ook tijdens zijn volgende voorstellingen blijven verderzetten. Er is volgens hem zelfs nu al een duidelijke lijn te trekken. ‘In Tornar keek het publiek naar de spelers, in INVITED nemen ze deel. Misschien breng ik mijn

volgende voorstelling wel naar het publiek. Vertrek ik vanuit een parade en dans zo de straten door. En iedereen die zin heeft, doet mee.’ De jongen houdt nu zijn vader in de gaten. Het getik van zijn hamer blijft door de kamer galmen. Het klinkt luider dan de vraag of er toch iemand even naar hem kijkt. Die blik, of een hand die uitgestoken wordt, stelt iemand vaak meer aanwezig dan wanneer hij bij naam genoemd wordt. Seppe Baeyens vertrekt van dit principe om zijn publiek in INVITED aan te sporen om deel te nemen. Ze worden niet te kijk gezet. ‘Bij mij is het zo gewoon dat het ongewoon wordt om niet mee te doen.’ Er is niet echt een afstand tussen het publiek en de spelers. In het begin weet je zelfs niet goed wie de spelers zijn en wie het publiek. Aan de hand van enkele interventies komt de voorstelling op gang en loopt ze naar haar einde. Het verloopt organisch. ‘De dramaturgie is als een blokkendoos. Het zijn allemaal elementen die je kan opbouwen en afbouwen via een open structuur.’ Ook de choreograaf speelt zelf elke voorstelling mee. Hij wordt een deel van zijn eigen creatie, wat voor veel regisseurs niet makkelijk zou zijn. Voor Seppe Baeyens is het evident. ‘Het is mijn taal. Een verlengde van wat ik al jaren doe. Het is een drieledig principe: we demonsteren, we begeleiden, we genereren.’ Door deze dramatur­gische keuzes wordt het publiek nog meer betrokken. Het is een voorstelling die samen gemaakt wordt. In het moment. Op de lege scène. Maar als de maker een medespeler wordt, en ruimte laat aan onbekende mensen, gebeuren er soms onverwachte dingen. Als er een groep ontstaat, komen de persoonlijkheden van mensen snel naar boven. ‘Ja, het is al eens gebeurd dat iemand uit het publiek zijn five minutes of fame neemt’, lacht Seppe Baeyens.


30 augustus 2018   9

INVITED Seppe Baeyens/Ultima Vez & KVS

© Danny Willems

‘In Tornar keek het publiek naar de spelers, in INVITED nemen ze deel. Misschien breng ik mijn volgende voorstelling wel naar het publiek. Vertrek ik vanuit een parade en dans zo de straten door. En iedereen die zin heeft, doet mee.’

En tussen al die mensen hangt het kunstwerk Rope van Ief Spincemaille. Het blauwe koord kleurt de lege ruimte. Er wordt op gezeten, het wordt gedragen, het hangt boven de hoofden. Het is bepalend voor de scenografie. ‘We waren op zoek naar een democratische vorm. In het begin dachten we aan een arena. Iets rondom rond.’ Die zoektocht werd nog uitgebreid. De nood om onbekende mensen samen te laten bewegen was groot. ‘Ze mochten niet gaan zitten.’ Een klassieke opstelling zou niet helpen om het publiek te prikkelen. ‘En toen was Ief daar

met zijn blauwe koord. Het touw verbindt en het zorgt ervoor dat het publiek in beweging blijft. Letterlijk ook. We nemen elkaar mee met het touw.’ De beweging is volgens Seppe Baeyens niet alleen fysiek. Door de reacties achteraf merkt hij dat mensen tijd nodig hebben om uit de ervaring te komen. Het podium wordt een plek waar nog nage­ praat wordt, en er plaats is voor elke vorm van ontlading. Soms hebben mensen zin om mee op te ruimen. Anderen zoeken de spelers op om hen beter te leren kennen. ‘Als je samen op de scène hebt gestaan,

of deel hebt uitgemaakt van een bewe­ ging, dan voelt het als een stap. Het is veel minder anoniem.’ Hoewel we liever vanop een afstand kijken naar mensen die we niet kennen, slaagt INVITED erin om dat op te heffen. En dat doet deugd blijkbaar. ‘Gaat het meisje ons de hele dag blijven volgen?’ vraagt de jongen plots aan zijn vader. Hij eist zijn plek op. Ik zeg dat ik mijn trein moet halen. Door de open poort wandel ik weer naar buiten, naar het station en de sporen die de steden met elkaar verbinden. Ze nemen ons mee. En wij, onbekenden in eenzelfde wagon.


10   30 augustus 2018

Directeur Het TheaterFestival Kathleen Treier

Het TheaterFestival: Treier trapt af Het is haar derde editie als directeur van Het TheaterFestival en achter de schermen lijkt Kathleen Treier alles helemaal onder controle te hebben. Een dag voor de start van deze editie nemen we een moment om even stil te staan bij de kern van het festival en blikken we meteen vooruit op een aantal nieuwe ontwikkelingen. Lars Brinkman en Xandry van den Besselaar

‘Het TheaterFestival bestaat ondertussen 28 jaar’, vertelt Kathleen bij een kop ochtendkoffie in het festivalcentrum. ‘Het is ontstaan om de schijnwerpers te zetten op de beste, mooiste voorstellingen van het voorbije seizoen in de Lage Landen. De laatste jaren spreken we met de jury liever over de meest belangwekkende voorstellingen. Dat is toch net een andere focus. Belangwekkend kan zijn: een voorstelling die inhoudelijk aanraakt wat iedereen aanbelangt en waarbij het echt belangrijk is om dat op die manier te vertellen, te tonen of opnieuw mee te maken. Maar het kan evengoed betekenen dat er iets heel bijzonders ontstaat tussen het publiek en wat er op de scène gebeurt. Sommige voorstellin­ gen zijn ook belangwekkend in het traject van een bepaalde theatermaker, dus daar wil de jury soms expliciet de aandacht op vestigen. Belangwekkend is best een complexe en brede term. Met de jury gaan we daar iedere keer opnieuw over in gesprek.’

© Filip Tielens


30 augustus 2018   11

Directeur Het TheaterFestival Kathleen Treier

De samenstelling van de jury Over de jury gesproken: de afgelopen jaren zetelden voornamelijk journalisten en critici in de jury van Het TheaterFestival. Volgens Kathleen is dat ook een praktische keuze. ‘Journalisten en critici zien beroepsmatig veel voorstellingen en beschikken over een rugzakje van kijkervaringen en kennis. Zo nemen zij hun eigen expertise mee naar de juryvergaderingen.’ Een jury bestaande uit een acteur, kostuumontwerper, regis­ seur, vormgever, schrijver... zou dat ook geen interessante optie kunnen zijn? Kathleen: ‘Er zijn edities geweest waarbij er een acteur of een regisseur in de jury zat. Maar er wordt zoveel geproduceerd in het theater, dat veel makers gewoon niet de tijd hebben om zoveel voorstellingen te zien. Al heeft Het TheaterFestival er misschien wel baat bij dat er opnieuw iemand met een meer onbevangen blik of een iets andere achtergrond of met een verleden als speler bij de jury komt. Dat is zeker bespreekbaar.’ Volgend jaar stoppen er een aantal juryleden. Kathleen heeft alvast één nieuwe naam in petto. ‘Joachim Ben Yakoub heeft bij de Pianofabriek gewerkt en beëindigt volgende maand zijn doctoraat aan de UGent. Hij is iemand die heel kritisch denkt, verbaal sterk staat en zijn argumenten heel schoon en onder­ bouwd kan verwoorden. Hij zal de andere juryleden zeker het vuur aan de schenen kunnen leggen. (lacht) Daarnaast brengt hij ook een andere culturele achtergrond met zich mee. Die expertise kunnen we op dit moment nog meer gebruiken in de jury.’

De keuze van de stukken Eén keer per maand komt de jury samen. ‘We mailen ook veel, juryleden tippen elkaar welke stukken ze zeker moeten zien. Als twee juryleden een voorstelling op de longlist zetten, moet al de rest die in principe ook gaan bekijken. Alleen is dat niet altijd haalbaar: voorstellingen moeten minstens drie keer in Vlaanderen te zien zijn en heel wat voorstellingen spelen gewoon niet zo vaak. Op de maandelijkse jurygesprekken bespreken we welke stukken wel of niet op de longlist terechtkomen. Ik vind het daarbij ook erg belangrijk om de argumentatie van de jury te horen waarom een voorstelling niét gekozen wordt voor de longlist.’ Maar de selectie gaat over meer dan afzonderlijke voorstellin­ gen. ‘We bespreken of er tendensen te zien zijn tijdens het seizoen, zoals bijvoorbeeld theatermakers die met dezelfde thematiek bezig zijn. Of ook vormelijk: zo had ik dit jaar het gevoel dat veel makers een soort ronddraaiend platform op de scène hadden, zoals Ibsen Huis van Toneelgroep Amsterdam, Loopstation van Ontroerend Goed of Romeo en Julia van Toneelgroep Oostpool. Toen er twee jaar geleden veel voorstellingen gemaakt werden over de vluchtelingencrisis, werd dat door de jury zeker aangestipt — al is dat niet per se hét argument om te beslissen of die stukken echt in de selectie moeten. Andere belangrijke criteria zijn uiteraard ook artisticiteit, ambacht, dramaturgie…’

Antwerpen vs. Brussel vs. Gent Sowieso is ieder TheaterFestival uniek. ‘In mijn eerste festival in Antwerpen in 2016 was er een heel diverse selectie, met naast circus (ANECKXANDER en Fidelis Fortibus, red.) ook een sociaal-­ artistiek project (C’est pas parce que tu t’arrêtes de pédaler que ton vélo va s’arrêter, red.) in de selectie. Vorig jaar was mijn eerste editie in Brussel. Toen heb ik veel nagedacht over wat het betekent om een Vlaams festival te organiseren in Brussel. Daar ben je als Vlaming al in de minderheid, het gaat dan ook niet op om zomaar even het beste Vlaamse theater te komen tonen, dat is nogal een arrogante houding. Daarom heb ik met veel verschillende partners en speelplekken in de stad gepraat, om echt op een andere manier met Brussel in gesprek te gaan en het publiek daar mee bij te betrekken.’ ‘Een TheaterFestival in deSingel is heel anders dan in het Kaai­theater of in de Gentse Vooruit, waar we volgend jaar naartoe zullen trekken. Vooruit wordt onze hoofdproducent, maar ook de andere presentatiepartners NTGent, Campo en Kopergietery zijn heel geëngageerd. Ze hebben er allemaal enorm veel zin in! Door Gent erbij te nemen, zal het TheaterFestival meer aanwezig zijn in Vlaanderen. Dan spelen we in de drie centrumsteden en leert een breder publiek ons kennen.’

Vlaanderen vs. Nederland Ooit was Het TheaterFestival een gezamenlijke VlaamsNederlandse aangelegenheid, sinds 1991 zijn beide festivals gescheiden. Toch wil Kathleen de band met onze noorderburen niet loslaten. ‘Ik vind het nog altijd heel belangrijk dat er gepros­ pecteerd wordt in Nederland, ook al is dat niet evident. Er wordt heel weinig Nederlands theater getoond in Vlaanderen, en vice versa. Met Herien Wensink (van de Volkskrant, red.) en Simon van den Berg (van Theaterkrant.nl, red.) in onze jury hebben we twee tipgevers voor wat er in Nederland zoal leeft. Daarnaast kiezen we ieder jaar twee à drie voorstellingen uit de Nederlandse selectie (deze editie zijn dat Daar gaan we weer en Para, red.) en zij uit de onze. Voor De Staat van de Theatertekst werken we voor het eerst samen met Nederland. Bij ons zal Stijn Devillé die schrijven en uitspreken, een week later doet Nathan Vecht hetzelfde in Amsterdam. Ook de Toneelschrijfprijs is een Vlaams-Nederlandse samenwerking.’

Circuit X Met het wegvallen van de subsidie voor Circuit X is Kathleen allesbehalve blij. ‘De subsidiecommissies hebben hiermee een cruciale fout gemaakt richting jonge makers, dat meen ik echt. Het is belangrijk dat we een signaal blijven geven naar cultuur­ centra en kunstencentra dat er veel belangwekkende voorstellin­ gen worden gemaakt door jonge theatermakers, die het verdie­ nen om door te stromen en meer te kunnen spelen. Door een selectie voor Circuit X kunnen makers en acteurs groeien en hun eigen artistieke traject verfijnen. Het blijft een sterk label dat programmatoren over de schreef trekt. De vijf geselecteerde gezelschappen krijgen dankzij Circuit X toch heel wat extra speelbeurten.’ Daarom wil Kathleen met Het TheaterFestival Circuit X blijven ondersteunen. ‘Twee leden van onze jury, Evelyne Coussens en Charlotte De Somviele, maakten samen met twee programma­ toren van cultuurcentra en Lisa Wiegel van De Brakke Grond de selectie van dit jaar. Voor 2019 ga ik proberen om een nieuw subsidiedossier in te dienen voor Circuit X, zodat we op een andere manier kunnen werken, want het is nu niet zo evident om dit project er nog bij te nemen. Het is toch een beetje de ziekte van onze sector om te veel op je bordje te willen nemen, omdat je nu eenmaal denkt: het is zo belangrijk en het zou zo jammer zijn als het zou stoppen.’

De toekomst Wanneer we haar vragen of ze zelf veel last heeft van te veel werk op haar bord, zegt ze: ‘Af en toe moet je je knop kunnen uitzetten. Al ben ik nu zelf wel iemand die dat niet heel goed kan, merk ik. (lacht) Ik doe mijn job zeer graag én vind die ook belangrijk. Maar met het krijgen van een kind – hoe cliché – kan je beter relativeren. In een drukke periode als nu zie ik mijn dochter niet zoveel. Als ik merk hoeveel mensen in mijn omgeving uitvallen door een burn-out, denk ik wel eens: Kathleen, toch even kijken of je wel genoeg zorg draagt voor jezelf. En voor je festivalmedewerkers.’ Ziet ze zichzelf nog een tijdje doorgaan als festivaldirecteur? ‘Mijn voorgangers hebben deze job allen vier jaar volgehouden. (lacht) Ik denk dat ik het nog wel wat langer volhoud. Er zijn nog een aantal zaken uit het beleidsplan die ik graag wil ontwikkelen, zoals een voorstelling die het publiek zelf voor het festival kan nomineren. Of de invulling van het festivalcentrum, bijvoorbeeld. Misschien moeten we dat in Gent uit handen geven aan een jonge groep Gentenaren die er helemaal hun eigen ding mee kunnen doen.’


12   30 augustus 2018

Buildings of TheaterFestival

Buildings of TheaterFestival Een Instagram-boomerang? Beter wachten tot hoofdredacteur Filip Tielens in de zaal is. Het nam dan ook meer dan drie pogingen, een stoel en meerdere choreografieën in beslag om deze opener op sociale media vast te leggen. Spontaner kan niet! Uiteindelijk zagen jullie een slok koffie, en haastig telefoontje, een stressdans, hevig typen en een bril die werd opgezet. Als je wil weten hoe het er écht aan toegaat, werp dan een blik door het raam. Dat ons hoofd techniek Jan Geyvaert een bezige bij is, ontdekten we toen hij voorstelde om één van zijn drones aan de redactie ter beschikking te stellen. Boys and their toys, denkt u vast wanneer ze straks over uw hoofden cirkelen. Misschien laat hij ze zelfs wat godendrank over u gieten. Zijn tweede hobby is namelijk het maken van wijn bij Oud­conynsbergh. En deze zeer geslaagde wijnzomer verdient vandaag een feestje! U danst toch ook mee op het oogstfeest?

Temidden van de kunstoase die deSingel heet, klinkt een zacht zinnenprikkelend gekakel. Pina de kip doolt er lustig rond. Naar verluidt kreeg zij haar naam omdat ze ooit figureerde in een dansvoorstelling van de legendarische choreografe Pina Bausch. Hoe cool is dat? Misverstand bij de dagkrant: Pina heet helemaal niet Pina. De originele Pina is enkele jaren geleden naar de straatkant gevlucht. De huidige kippen heten... Brochette en Videe. Ondanks hun licht wrede namen voorzien zij het personeel van deSingel dagelijks van verse eitjes. Videe is zo smakelijk dat ze al eens tussen de tanden van een hond is beland. Ook dat nog: tijdens het weekend van 1 en 2/9 werkt Infrabel aan het spoor tussen Antwerpen en Oostende. Check de routeplanner!

Het brutalistisch gebouwencomplex van deSingel bevindt zich aan de rand van de stad. Hierbuiten zoeft het verkeer op ring en spoorweg, hierbinnen ligt het kruispunt van creatieve zielen. De kunst­­campus vormt een ontmoetingsplaats voor (jonge) kunstenaars uit diverse disciplines — getuige de termen THEATER MUZIEK DANS ARCHITECTUUR die op de houten constructie prijken. Naast een eigen programmatie huisvest deSingel vandaag meerdere bewoners, waaron­ der het Koninklijk Conservatorium Antwerpen, Vlaams Architectuurinstituut, Radio 2, detheater­ maker, Eastman, Studiecentrum voor Vlaamse Muziek, ChampdAction, I SOLISTI, Sabbattini en Spiegel String Quartet. Wat begon als een laat negentiende-­eeuwse droom van de Vlaamse componist Peter Benoit, is ondertussen werkelijkheid geworden: deSingel als plek waar makers, studenten en publiek samen­ komen. De te realiseren opdracht werd gegeven aan architect Léon Stynen. In 1968 opende het Vlaams Muziekconservatorium als een paviljoen met binnentuinen. In 1980 en 1987 kwamen er uitbreidingen bij die de achthoek omsloten, opnieuw naar het ontwerp van Stynen en diens assistent Paul De Meyer, en werd Cultureel Centrum deSingel officieel ingehuldigd. Na een tentoonstelling van de jonge architect Stéphane Beel met de zogenaamde ‘patattendeuren’ (aan de lezers: dit is zeker geen mythe, zoek ze maar op!) stelt die laatste een masterplan in twee fases op voor verdere uitbreiding. In 2000 krijgt de campus extra hoognodige ruimtes en in 2010 een met lariks planken afgewerkte nieuwbouw, onderverdeeld in Beel Hoog en Beel Laag. De stellingen aan de buitenkant doen vermoeden dat aan elke droom nog steeds gewerkt moet worden: vorig jaar onderging de toneeltoren een theatertechnische renovatie, in 2019 volgt de Rode zaal. De hele site beslaat na het werk van architecten Stynen en Beel 46 000 m2. Tussen 2004 en 2014 initieerde de toenmalige deSingel-curator Moritz Küng Curating the campus, waarbij hij elk jaar een kunstenaar uitnodigde om nieuw of bestaand werk in relatie

192

tot het gebouw tentoon te stellen. Het project is uitgegroeid tot een permanent beeldenpark. Blikvangers zijn De man die de wolken meet van Jan Fabre op de verticale toren, de lichtgevende tekst MAAR IK DE WERELD IK ZIE JOU van Rémy Zaugg op de gevel van het binnenplein en het betonnen zwembad met sokkels Ballard Garden van Dominique Gonzalez-Foerster, eindkunstwerk van het project. De veelheid aan kunstvormen echoot na in de kleurrijke naamgeving van de publieksruimte in deSingel. Het vergt misschien enige inspanning om niet te verdwalen door de wirwar van gangen naar de Rode, Blauwe, Zwarte, Witte, Gele of Kleine Zaal, maar dit jaar zal de oriëntatie naar het festivalcentrum alvast een pak vlotter gaan. Een pop-up trap brengt u naar deze oase van rust, ingekleed door scenograaf Dries Otten, diep verscholen tussen de drukke verkeersaders van transport en kunst die haar omsingelen. In dat kloppend hart treft u altijd wel een goede ziel aan die u van eten, de juiste richting of een deugddoend gesprek kan voorzien.

Lieselore Remans

© Tina Herbots

Bent u een onbekende voor redactielid Xandry van den Besselaer? Doop jezelf vanaf nu maar om tot meneer of mevrouw Flapflap. Zo zal Xandry u in ieder geval noemen. Gaat u vanavond helemaal uit de bol? Dan zal Xandry morgen vast mijmeren over hoe crazy in the coconut u wel niet bent!

Vandaag: deSingel Het theater behoeft niet enkel acteurs en publiek, maar ook een plek om te bestaan. Iedere twee dagen zetten we daarom een gebouw in de kijker. Beginnen doen we met Internationale Kunstcampus deSingel: de plaats waar de States vanavond worden uitgesproken, het epicentrum van het TheaterFestival, uw thuishaven voor de komende week.

lampjes zorgen voor een feeëriek avondlicht. Of 162. Of 212. Zoekt u maar uit. Indien u met meer standvastigheid tot een getal komt, laat u het vooral weten aan de redactie.


theater in Rudy Trouvé & Simon Allemeersch Screen vr 14 zo 16 sep 2018

NED

BOG & Het Zuidelijk Toneel Een man die slaapt vr 14, za 15 dec 2018

NED

Aurelie di Marino ENG If there weren’t any blacks you’d have to invent them wo 19, do 20 sep 2018

Mohamed El Khatib & Collectif Zirlib Stadium wo 19, do 20 dec 2018

Ivo van Hove & InternaNED tionaal Theater Amsterdam Een klein leven vr 5 zo 7 okt 2018

Thomas Ryckewaert Move 37 za 16 feb 2019

Walid Raad ENG Preface to the Seventh Edition do 11 okt 2018

Simon Stone & InterNED nationaal Theater Amsterdam Ibsen huis do 21 za 23 feb 2019

detheatermaker Momentum #3 vr 19, za 20 okt 2018

Julien Gosselin & Si vous pouviez lécher mon coeur za 2, zo 3 mrt 2019

Claude Régy Rêve et folie do 8 za 10 nov 2018 Christoph Marthaler & Ruhrtriennale Bekannte Gefühle, gemischte Gesichter za 10, zo 11 nov 2018 Berlin True Copy do 15 za 17 nov 2018

NED

FR

DU

NED

Dimitris Papaioannou The Great Tamer vr 16, za 17 nov 2018 De Warme Winkel & Nederlands Kamerkoor Gesualdo vr 23, zo 25 nov 2018 Amir Reza Koohestani & Mehr Theatre Group Summerless wo 28, do 29 nov 2018 Thorsten Lensing Unendlicher Spaẞ za 8, zo 9 dec 2018

Romeo Castellucci La vita nuova wo 20 za 23 mrt 2019 Josse De Pauw & Kris Defoort A Concert called landscape di 23 do 25 apr 2019

FR

NED

FR

IT

NED

Eric Sleichim, NED Hans Op de Beeck & Muziektheater Transparant Een Apocalyps vr 3, za 4 mei 2019 Els Dietvorst NED Memento Mori! !iroM otnemeM do 9 za 11 mei 2019

NED

FARSI

DU

Roland Gunst Flandria wo 15, do 16 mei 2019

NED

Mariano Pensotti SP Arde brillante en los bosques de la noche za 18, zo 19 mei 2019 Julian Rosefeldt Manifesto wo 12 tem. zo 23 jun 2019

ENG


Lees de artikels uit deze festivalkrant en ontdek meer op theaterfestival.be/blog f Het TheaterFestival t @theaterfestival tickets: theaterfestival.be donderdag 30 augustus 17u30 20u00 20u00

State of the Union Het TheaterFestival deSingel Blauwe Zaal INVITED Seppe Baeyens/Ultima Vez & KVS deSingel Theaterstudio Para Van Reybrouck, Ruëll & Vanden Broecke/KVS deSingel Rode Zaal

vrijdag 31 augustus 20u00 20u00 20u00 20u30

INVITED Seppe Baeyens/Ultima Vez & KVS deSingel Theaterstudio Para Van Reybrouck, Ruëll & Vanden Broecke/KVS deSingel Rode Zaal Geef mijn hand terug BRONKS De Studio Don Juan DESCHONECOMPANIE Monty

Pers en media “Als ik moet bepalen hoeveel ik moet factureren voor een opdracht, vraag ik altijd eerst aan mijn blanke, mannelijke collega’s hoeveel zij krijgen. Het lijkt me maar normaal dat je als vrouw evenveel betaald wordt.” Aminata Demba, De Morgen 27 augustus 2018.

To read or not to read Mia Vaerman

Hope in the Dark Rebecca Solnit What to read? We vroegen het aan Mia Vaerman, jurylid van het TheaterFestival, redacteur van deze dagkrant en Biechtmoeder bij De Zendelingen. We kregen onmiddellijk een bericht in kapitalen terug: ‘BOEKENTIP IS BESLIST: HOPE IN THE DARK VAN REBECCA SOLNIT’. Mia Vaerman: ‘Solnit schrijft dat je niet meer moet geloven in een revolutie om aan het werk te gaan. Je kunt ook geloven in kleine veranderingen die uiteindelijk het verschil zullen maken. Tijdens het lezen van het boek ben ik citaten blijven aanduiden. De kern van het boek valt voor mij samen te vatten in het volgende citaat: “Nobody can know the full consequences of their actions, and history is full of small acts that changed the world in surprising ways”. Een voorbeeld hiervan is volgens Solnit dat viagra indirect de kariboe heeft gered, omdat Aziatische mannen geen kariboe­hoorn hoefden te vermalen tot afrodisiacum. Je hoeft geen beeld te hebben van hoe iets concreet moet verbeteren, om in het donker hoop te hebben. Dat is toch fenomenaal! Je hoeft niet te weten dat het morgen allemaal perfect zal zijn, om vandaag dingen te doen. Solnit is niet de auteur die allemaal nog eens vertelt wat we allang hadden moeten weten. Ze legt het uit en geeft daarbij fantastische voorbeel­ den die staan als een huis. Mag ik nog één citaat meegeven? “I wonder sometimes what would happen if victory was imagined not just as the elimination of evil but the establishment of good.”’

Xandry van den Besselaar

Expo Biechtstoel De Biechtstoel biedt al vijf jaar een veilige haven voor de ongezou­ ten meningen van het publiek over podiumkunst, wat resulteerde in zo’n honderd online podcasts en tekeningen. In de expo ‘Theater (op)getekend’ brengt kunstkritiekcollectief De Zendelingen twintig memorabele voorstellingen opnieuw tot leven. Ontdek de tekeningen van onder meer Para, Van den vos en Het Hamiltoncomplex door Eva Vaes, Koen Aelterman, Judith Mertens, Jannes De Schrijver, Younes van den Broeck/Spitlart en Dimitri Sakelaropoulos/Jangojim. De expo is doorlopend te bezichtigen tijdens het TheaterFestival in de inkomhal van deSingel.

redactie Lotte Ogiers, Xandry van den Besselaar, Lars Brinkman, Ans Van Gasse, Lieselore Remans, Daan Borloo, Matthias Corneillie, Liessa Huyskens, Dina Dooreman, Lotte Bode, Jonathan van der Horst, Regina Janzen, Eline Van Lancker, Mia Vaerman hoofdredactie Filip Tielens grafisch ontwerp Mies Van Roy identiteit festival Laura Bergans V.U. het TheaterFestival Vlaanderen, Kathleen Treier, Jan Van Rijswijcklaan 155, 2018 Antwerpen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.