TheaterFestivalkrant 31/08/2018

Page 1

VR 31 AUG 2018 DAGKRANT NR. 2 © FKPH

© Danny Willems

uri ©Y

n va o rH de

ev en

Reacties op de State of the Youth en de State of the Union Parkinson krijgt Jan De Brabander niet klein Zeg niet te gauw, het is maar een blauw touw

Don Juan: alles over de muziek en de playboy Humans of TheaterFestival: Orlando Verde

www.theaterfestival.be


© Tina Herbots


Reacties op de State of the Union en Youth

31 augustus 2018   1

Reacties op de State of the Union/Youth

The yo uth is c be prep oming, ared Naar goeie gewoonte werd Het TheaterFestival gisteren afgetrapt met een State of the Union en een State of the Youth: activerende speeches over de staat van de podiumkunsten, dit jaar verzorgd door respectievelijk Sara De Roo en het duo Aïcha Cissé & Aminata Demba. Beide States kan je online nalezen. Wij vroegen vier jonge mensen naar hun impressie. Daan Borloo

Mien Bogaert theater- en operaregisseur in opleiding ‘De afgelopen jaren heb ik de theaterscène in Vlaanderen weinig opgevolgd door mijn studies muziektheater- en operaregie in Hamburg. Beide States toonden evenwel aan dat heel wat dingen die momenteel in Duitsland leven ook hier het debat bepalen: het werken in collectief, de eis naar meer diversiteit op scène, zowel wat kleur, geslacht en geaardheid betreft, en het aanklagen van de alsmaar fragieler wordende positie van de podiumkunstenaar. In het praten over ‘spelers’ en ‘makers’ viel me echter de afwezigheid van de term ‘regisseur’ op — misschien is dat het resultaat van het ontbreken van een volwaardige (muziek)theaterregieopleiding in Vlaanderen?’

Oona Goyvaerts programmator theater/dans CC Sint-Niklaas ‘Ik ga vrijwel elk jaar naar de opening van Het TheaterFestival en probeer ook altijd een paar voorstellingen mee te pikken die ik tijdens het seizoen heb gemist. Het is fijn dat beide States elke editie worden uitgesproken door mensen met een ander profiel. Dat geeft een mooi en breed beeld van de verschillende verhalen die leven. Sara De Roo legde de klemtoon op de toneelspeler, bijvoorbeeld op hoe die vandaag de dag verschillende freelanceopdrachten aan elkaar moet rijgen om rond te komen. Dat is een mes dat aan twee kanten snijdt. Er ontstaan steeds nieuwe samenwerkingsverbanden en dat resulteert in frisse voorstellingen, combinaties die je nog nooit eerder zag, maar de fundamenten zijn misschien minder stabiel. Als programmator merk je dat dit weegt op de spreiding: het wordt moeilijker om agenda’s op elkaar af te stemmen.

In de States worden dingen benoemd die je al eerder hebt gehoord, maar die we moeten blijven herhalen. De stap om effectief iets aan bepaalde kwalen te doen, is soms heel moeilijk te zetten. Ik onthoud van de State of the Youth dat we moed moeten tonen om diverser te programmeren om een nieuw, onontgonnen publiek te bereiken, maar dat is in de praktijk minder evident dan het klinkt. Hoe pak je zoiets concreet aan? ’t Is een vraag waar we dagelijks mee bezig zijn, maar in tussentijd stopt de molen niet met draaien.’

Sarah Adams FWO-onderzoeker letterkunde ‘Er was een spanning voelbaar tussen de noodzaak om het over kleur en gender te hebben en het steeds groter wordende verlangen naar een (theater)wereld waarin dat niet meer nodig is. Die spanning werd kort gethematiseerd door Aïcha Cissé en Aminata Demba en schemerde ook door in de keuze van Sara De Roo om het over de ‘toneelspeler’ (m.) te hebben maar die tegelijk een vrouwelijk persoonlijk voornaamwoord toe te schrijven (‘de toneelspeler, zij speelt’). Maar bovenal ging het over onvoorwaardelijke inclusiviteit. De idee dat er zoiets bestaat als ‘zwartevrouwenverdriet’ werd weergaloos getackeld door Aïcha Cissé. Alsof er überhaupt iets bestaat als ‘vrouwenverdriet’: ik eet geen chocolade als ik verdrietig ben, en ik ga al zeker niet sporten.

Louis Janssens acteur ‘Het is zoals Aïcha Cissé en Aminata Demba zeggen: de youth komt eraan, be prepared. Zelf geloof ik enorm in de uitdaging om meer vertrouwen te hebben in elkaar. Om als jonge theatermaker ook je angsten te delen, lief en leed. Dat probeer ik toch in de praktijk te gieten bij Compagnie deSnor, mijn eigen collectief. We zijn in de regel maar met twee, maar ook onze dramaturg, onze techniekster, onze camionettechauffeur,... maken deel uit van wie we zijn. ’t Is zaak om iedereen te betrekken, dat zei ook Sara De Roo, en om als kleine kunstensector één front te vormen tegen de grote, koude wereld. Heel mooi en waardevol vond ik haar pleidooi voor de verbeelding als instrument om een nieuwe wereld te stichten.’


2   31 augustus 2018

Geef mijn hand terug BRONKS

‘Een kind wil zijn vader niet horen spreken over de dood’ © FKPH

Een bende kinderen klopt vanuit de refter in het Brusselse theaterhuis BRONKS tegen het raam. Vettige vingers, platgedrukte neuzen en guitige blikken verdringen elkaar, terwijl de vaste scenograaf en vormgever van het huis, Jan De Brabander, onverstoorbaar verder praat over zijn voorstelling Geef mijn hand terug. Jan maakte de voorstelling (samen met acteur en toneelschrijver Joris van de Brande) naar aanleiding van de ziekte die een aantal jaar geleden bij hem werd gediagnosticeerd. Xandry van den Besselaar Dag Jan, vanwaar de titel van deze voorstelling?

Jan De Brabander: Parkinson is het eerst merkbaar in de hand. Mijn been sleept, maar van je hand heb je toch het meest last. Mijn oude hand had ik toch wel graag terug gewild…

Wanneer hoorde je dat je ziek was?

Daar moet ik even heel hard voor rekenen… Zeven of acht jaar geleden? Nu is het zo dat als de dokter zegt dat je de ziekte van Parkinson hebt, je eigenlijk al een tijdje ziek bent. De ziekte was er al, alleen nog niet merkbaar. Een tekenend moment voor mij was bijvoorbeeld dat mijn vrouw en ik achter de computer zaten. Op Wikipedia staat een man in de typische houding van een Parkinson patiënt: een beetje voorovergebogen, met zijn hand dicht bij zijn lichaam. Ik viel samen met die tekening. Ik wist perfect hoe die man zich voelde, ik voelde dat mijn lichaam hetzelfde meemaakte. En dan bleek dus ook dat het zo was… Plots hangt er een wolk boven je hoofd:

niemand kan je zeggen wat er gaat gebeuren. Natuurlijk is er een standaard verloop van de ziekte, maar toch is dat voor iedereen anders. Er zijn veel erge dingen om naar uit te kijken. (grimast) Al is dat misschien wat raar gezegd, ‘om naar uit te kijken’. Tegelijkertijd moet je ook een beetje doen alsof het niet waar is.

Hoe kwam je dan tot het idee om er een voorstelling over te maken?

Dat weet ik eigenlijk niet zo goed. Ik vond het geen slecht idee om een voorstelling te maken over dit thema: het noodlot of ongeneeslijke ziektes. Je kunt je omringen met zoveel ‘beschermende maatregelen’, maar helemaal veilig ben je nooit. Het kan iedereen overkomen, zonder dat daar een reden voor bestaat, zonder dat je ergens voor gestraft moet worden.

Voelt je ziekte soms als een straf?

Het moeilijkste is dat er dingen veranderen. Ik ben vader van twee kinderen en er zijn een aantal dingen die ik niet meer

zo gemakkelijk met hen kan doen. Als ik bijvoorbeeld ga zwemmen met de kinderen, dan hou ik dat niet lang vol. Omdat zo’n zwembad te druk is. En soms denk ik dan wel: ‘als ik geen Parkinson had, dan zou ik….’

Hoe doe je dat, een voorstelling maken over je eigen ziekte?

Dat is allemaal vanzelf gegaan. Alle eer aan Joris van de Brande! Met hem heb ik veel gepraat en hij heeft me ook veel vragen gesteld. In het begin schreven we nog allebei, tot ik merkte dat ik Joris probeerde na te doen. (lacht) Dat trok op niet veel! Het initiële idee was ook niet per se een theatervoorstelling. Joris heeft zich


31 augustus 2018   3

Geef mijn hand terug BRONKS

het verhaal toegeëigend. De eerste voorstellingen heb ik zelf gespeeld, maar op een bepaald punt heb ik toch gevraagd me te laten vervangen door die andere Joris: Joris Hessels.

Hoe kwam dat?

Ik stond op scène regelmatig met mijn mond vol tanden, bijvoorbeeld omdat ik de tekst vergat. Sommige toeschouwers kwamen na de voorstelling zeggen dat ze het zo mooi vonden net omdat het zo echt en eerlijk was. Maar voor mij is dat ‘echte’ ook écht, dat is niet leuk of aangenaam om te beleven. Het is een theatertekst, je moet die elke keer opnieuw kunnen zeggen, je moet die elke keer weer aan een publiek kunnen geven.

Hoe ga je om met die spanning tussen fictie en harde realiteit?

Fungeert de voorstelling als signaal?

Inmiddels vertel ik het aan mensen die ik beter leer kennen. Temeer omdat het een aantal gevolgen heeft. Soms loop ik over straat en denk ik dat mensen een zatlap in me zien. Ik heb dat al vaker gehoord van patiënten. Als er aan de kassa een man een pintje komt kopen, en die haalt trillend zijn centen uit zijn zak, dan denkt iedereen natuurlijk ‘die heeft dringend zijn shot nodig’. Daar komt de nodige gêne aan te pas.

Waarom de keuze om een voorstelling te maken voor kinderen?

Ik denk eigenlijk niet dat daar zo’n groot verschil in zit. Wel is het belangrijk om er een minimumleeftijd op te zetten. Ik heb een dochter van tien jaar oud en een zoontje van zeven jaar oud. Zij hebben allebei de voorstelling gezien, maar mijn zoon is er toch even niet goed van geweest. Die keek naar mij en tegelijkertijd werd er in de voorstelling gesproken over de dood. Dat wil je als kind natuurlijk niet over je vader horen.

De voorstelling is een gesprek tussen twee vrienden. Vanwaar die keuze?

Ik heb daar niet over nagedacht. Het is voor mij vertrokken vanuit de TsjechoSlovaakse poppenanimatieserie Buurman

© FKPH

Dat komt met vlagen wel terug in mijn gezicht. Maar tijdens het werken had ik daar eigenlijk geen last van, het is natuurlijk ook een manier om er afstand van te nemen. Tijdens het werken keek ik meer als een buitenstaander naar mezelf. Maar we hebben zeker gewikt en gewogen wat er in de voorstelling moest komen! Je bent tenslotte een voorstelling aan het maken, die vraagt zijn eigen verloop. We hadden veel materiaal, sommige dingen passen en sommige dingen niet. Het is trouwens gek om publiek in de zaal te hebben zitten die je kent: dan kijk je een beetje door hun ogen, dat maakt het elke keer opnieuw spannend. Het is natuurlijk een moeilijk onderwerp en niemand weet goed hoe ermee om te gaan: je reageert niet altijd gepast, soms zelfs stuntelig, zo zit de mens nu eenmaal in elkaar. Joris heeft veel van die situaties neergepend. Dat vond ik heel bijzonder, dat er na de voorstelling mensen naar me toe kwamen om me te vertellen hoe ongelooflijk herkenbaar ze het vonden. Mensen wachten op een signaal, om het over de ziekte te kunnen hebben. Zolang je dat niet geeft, reageren mensen niet op je ziekte.

en Buurman. Ik ben daar een enorme fan van. Voor mij vertegenwoordigen zij de wereld van de ‘knutselmens’, die zelf zijn duivenkot in zijn achtertuin bouwt. De mottige achterkanten van Belgische huizen vind ik soms zo ontroerend schoon. Dat moest er voor mij op een of andere manier in. Dat heeft ook met kapot zijn te maken. Herstellen, uw plan trekken, oplappen. Niet een professional bellen die een put graaft voor een stevige fundering zodat het huis er tot in het oneindige staat, maar een kot dat af en toe scheef zakt. Vandaar is dat idee van de twee vrienden vertrokken. En dat is een goede verhouding, vind ik. Het is dicht bij elkaar, maar het heeft niet de emotionaliteit van een ouder-kindrelatie. Met vrienden onder elkaar kan je vrijer met elkaar praten. De voorstelling heeft het gesprek in mijn dichte vrienden- of familiekring een stuk eenvoudiger gemaakt. Omdat ik mijn ziekte zodanig in de kijker zet, kan het niet anders dan bespreekbaar zijn.


4   31 augustus 2018

Kruip niet op de playboy! Pluchen zetels met jachtluipaardprint: geen betere plek voor een interview met Don Juan himself. Dat dit het komende uur het enige clichématige beeld van de opera en het theaterstuk Don Juan zal zijn, blijkt uit dit gesprek met acteur en hoofdrolspeler Mitch Van Landeghem. Xandry van den Besselaar Hoe zou je de voorstelling omschrijven?

Mitch van Landeghem: Ik vind het altijd het leukste om te zeggen dat we een opera spelen, omdat het mensen een verkeerde verwachting geeft. Maar tegelijkertijd ook niet! We volgen de structuur van de opera, maar zonder alle muziek. En het verhaal gaat over Don Juan natuurlijk. Wat leuk is, omdat ik het gevoel heb dat weinigen dat verhaal echt kennen. Iedereen denkt de figuur Don Juan te kennen, maar bijna niemand kent zijn verhaal. Terwijl het al 400 jaar verteld wordt.

Hoe gaat dat verhaal dan juist? Help ons even…

Dat gaat over een hele rijke man, Don Juan. Het verhaal start te midden van zijn dagelijkse bezigheden en avonturen. Don Juan is een vrouwenverleider en heeft ook als enig doel vrouwen te verleiden. Als hij een vrouw heeft verleid, gaat hij naar de volgende: hij begint nooit aan relaties. Dat gaat zo door, totdat hij uiteindelijk gestraft wordt, en naar de hel wordt gestuurd. Want het is eigenlijk een megakatholiek verhaal.

Wat voor Don Juan speel je?

In de bewerking van Tom Goossens is het personage net iets anders dan in het typische verhaal. Een groot verschil schuilt in de leeftijd. Ik weet niet of de leeftijd van Don Juan echt wordt benoemd, maar op een gegeven moment heeft zijn knecht Leporello een aria, waarin hij beschrijft hoeveel vrouwen Don Juan al heeft gehad. Dat zijn absurde getallen. Om die getallen te halen, moet hij toch al een zekere leeftijd hebben. Ik speel bij wijze van spreken een puberale Don Juan. We wilden niet op zoek naar wat iedereen denkt te kennen van Don Juan: de typische lul die vanaf het begin duidelijk slecht is, waarvan iedereen ook weet dat hij slecht is, maar waar je toch graag naar kijkt.

Hoe hebben jullie Don Juan sympathieker gemaakt?

Bij ons is het een jongeman die ervan houdt om verliefd te worden. Maar dat verliefde gevoel houdt op als hij iemand voor zich heeft gewonnen. Dat hoeft niet per definitie slecht te zijn, dat gaat net zozeer over naïviteit of impulsiviteit. Aan het einde van de voorstelling hebben we er zelf een stukje bijgeschreven waarin Leporello zegt dat Don Juan een visie heeft op de liefde die anders is dan die van ons allemaal. Hij zegt daarmee dus niet dat hij slecht is.

Wat betekent dat voor je spel?

Dat was lang zoeken. Ik voelde dat ik snel greep naar hoe Don Juan vaak wordt gespeeld. Ik herinner me dat we keken naar een captatie van een opera-uitvoering met een clichématige Don Juan: een man van middelbare leeftijd, een gemene lach, een sjaaltje om zijn nek,… Een diva, eigenlijk. Ik merkte dat ik in het begin van het repetitieproces ook naar dat cliché greep. Op een gegeven moment was er een keerpunt. Dat had vooral te maken met het inzicht dat ik niet een ouder personage moest willen spelen, maar iemand van begin twintig die de liefde voor het eerst ontdekt en zijn ogen uitkijkt naar al dat schoons om zich heen. Voor mij schuilt het in naïviteit en nieuwsgierigheid. Dat moest ik toelaten in het spel. Ik denk nooit tijdens het spelen: ‘nu moet ik in de rol van een grote vrouwenverleider kruipen’. Een andere doorbraak was op Theater Aan Zee. We hadden de voorstelling al een aantal keer gespeeld en ik realiseerde me plots dat ik het meer als een soort dans moest zien. Ik kwam tot de realisatie dat het een jonge, beweeglijke gast is, die overal tegelijk wil zijn en alles tegelijk wil doen.

Don Juan DESCHONECOMPANIE

Don Juan is een gender stereotype, hoe ga je daarmee om in een tijd dat deze stereotyperingen juist bevochten worden?

Niet alleen zijn figuur, maar het hele verhaal is dat. We hebben het daar tijdens het repetitieproces veel over gehad. Wat mij veel ruimte gaf, was de gedachte dat Don Juan eigenlijk op iedereen verliefd kan worden. Dat hij evengoed op mannen valt. Maar dan zit je met dat eeuwenoude verhaal. Dat baart me soms wel zorgen. We zijn in première gegaan in mei 2017, en nu is dat debat zelfs een stuk heftiger dan toen. Ik hoop dat we dat stereotype beeld van Don Juan genoeg kunnen opentrekken, zonder dat we daar per definitie de tekst voor moeten aanpassen. Want ik moet wel zinnen zeggen als “Zijt eens stil, want ik ruik een vrouw”. Dat is zot heftig om te zeggen. Maar het zwaartepunt van de voorstelling ligt elders, namelijk in de vormelijkheid.

En welke rol speelt jouw eigen mannelijkheid daarin?

Dat heb ik moeten toelaten. Ik ben van nature fladderig en wat losser in mijn fysiek, dat doet natuurlijk minder denken aan stereotiep mannelijk gedrag. Maar hoe meer ik dat kan toelaten in die rol, hoe krachtiger het die rol maakt, heb ik de indruk. Het kan over iedereen gaan: het hoeft niet te gaan over de volwassen, gespierde man die elke vrouw binnenhaalt. Don Juan kan ook iemand zijn die ik ben. Ik hoop dat de voorstelling een verbreding van het begrip mannelijkheid inhoudt. Als ik terugdenk aan het repetitieproces en de eerste voorstellingen, ben ik nu minder en minder bezig met het idee ‘mannelijkheid’ en hoe dat te spelen. Ik heb dat echt kunnen loslaten. Er zit een kort stukje naakt in onze voorstelling, maar de enigen die naakt zijn, zijn Don Juan en zijn knecht Leporello. Toch bijzonder dat in Don Juan geen enkele vrouw naakt is, maar juist de twee mannen! Ik hoop dus dat ondanks het feit dat de voorstelling vooral een mediumonderzoek is naar theater en opera, we toch, als het gaat over mannelijkheid, wel iets hebben aangepakt.


31 augustus 2018   5

Don Juan DESCHONECOMPANIE

Schiet niet op de pianist!

symfonie of een strijkkwartet heb je nu niet echt letterlijke personages. Het publiek voor opera blijft wel heel klein door het oubollige imago. Daarnaast is opera enorm duur. Ik zou het wel leuk vinden als dat anders kon. De drempel om te kunnen genieten van zoiets moois ligt dan toch héél hoog.

Tom Goossens en Wouter Deltour leerden elkaar kennen op Theater Aan Zee. Tom wilde voor zijn masterproef Don Giovanni bewerken naar het theater en vroeg of Wouter niet mee met hem in zee wilde. ‘Tom had Don Giovanni al eens proberen opvoeren’, zegt Wouter. ‘Maar toen zat iedereen op zijn eilandje: de zangers apart van de acteurs, en de pianist die vertrok nadat de laatste noot gespeeld was.’ Samen wilden Wouter en Tom het anders aanpakken.

Waarom kozen jullie er tot nu toe voor om enkel bestaand werk te gebruiken?

Ans Van Gasse Jullie willen met DESCHONECOMPAGNIE opera bij de mensen brengen. Wat is daarvoor je drijfveer, naast je liefde voor opera?

Wouter: Die prachtige muziek van Mozart… Dat speelt zo puur op je emotie. Zelfs na één seconde kan ik al huilen bij mooie muziek. Dat komt bij mij veel sneller aan dan theater. Wat wij maken met DESCHONECOMPAGNIE is ook echt muziektheater. Eigenlijk wil ik klassieke muziek in het algemeen dichter bij de mensen brengen. Met opera heb je een verhaal, wat wel al helpt om op zoek te gaan naar een toegankelijkere vorm. In een

Het was vooral een vormexperiment. Het was fijn om klassieke muziek eens anders te benaderen. We streven wel naar perfectie, maar gebruiken het mogelijke: acteurs hebben ook gewoon heel andere troeven dan een operazanger of -zangeres. Daar kan je ook van alles uithalen. We hebben voor het personage Donna Carina bijvoorbeeld een aria naar het Nederlands vertaalt die zij eigenlijk ‘melodisch’ spreekt. Je hoort de cadans, de hoogtes en de laagtes: de aria blijft herkenbaar. Op die manier, met jonge acteurs en weinig bombast, kunnen we die werken veel toegankelijker maken. Laatst sprak ik nog een componist die radicaal tégen dat ‘herkauwen’ is, wat ik ergens misschien wel begrijp. Toch vind ik dat het niet het één of het ander is: uit dat her-uitvoeren kan je ook heel wat leren. Voorlopig is het gewoon ook nog te vroeg voor eigen werk: we moeten nog wel een paar stappen verder voordat ik me daar klaar voor voel. Een opera voor kinderen schrijven lijkt me echt heel leuk, maar voorlopig gaan Tom en ik de Da Ponte-trilogie afwerken. Als we op deze manier een nieuwe opera zouden willen maken, moeten we naar die vorm componeren: dan moet het toch nog meer in onze vingers zitten.

Wat verlies of win je met jullie manier van uitvoeren?

Het is goedkoper. (lacht) Ik denk dat je je gemakkelijker kan identificeren met één persoon achter een piano dan met een orkest, je kan het ook makkelijker een rol geven. Je verliest wel de ongelofelijke klanken van een orkest, maar je kan wel zeer verfijnd werken.

Op welke manier heb je eigenlijk de bombastische muziek van Mozart omgezet naar deze eenmansuitvoering?

© Yuri van der Hoeven

Om kosten te besparen worden opera’s doorgaans gerepeteerd met een pianoreductie. Er is dan een partituur voor de zogenaamde repetitor. Vandaaruit ben ik vertrokken; af en toe simplificeren, knippen, aanpassen,… Eigenlijk zocht ik vooral naar een manier om het te doen swingen in balans met de uitvoerende acteurs. Indrukwekkendere aria’s vragen wel een meer getrouwe uitvoering: dat moet je natuurlijk uitspelen. De stiltes in muziek zijn ook zeer belangrijk, zeker in die theatercontext. Daarom beslisten we sommige delen niet te overstelpen met pianomuziek. Dat bevordert niet alleen de verstaanbaarheid, maar zorgt ook voor extra sfeer. Als ik daar dan in stilte op scène zit, denk ik ook dat ik een soort rust kan uitstralen.

De piano is bij Don Juan ook fysiek op scène. Dat benadrukt het gespeelde of het artificiële van muziek: we vertellen een verhaal op een manier waarop dat in het echte leven niet gebeurt.

Er wordt op een paar niveaus heel meta gespeeld met de grenzen van theaters. De acteurs stappen ook in het publiek, nemen hun hand vast. Wat ik vooral belangrijk vond is dat in het begeleidend tekstje altijd staat dat er een pianist, drie acteurs en een zangeres zijn. Die pianist zou meestal niet vermeld worden. Nu wordt het dus een officiële rol, één die dan nog beslist wanneer er gezongen wordt — het lijkt wel een soort God-figuur. Ik denk dat veel mensen ook via mij en mijn reacties op de spelers naar het geheel kijken. Mocht ik zowat naar mijn partituur zitten staren zou dat voor het publiek misschien een gespannen sfeer veroorzaken, dus ik reageer best sterk. De acteurs reageren ook, ze kijken naar mij, ze verstoppen zich erachter, ze spelen met de piano. Hij is actief aanwezig in het spel, en ik ben een beetje één met de piano. Wat volgens mij veel doet, is de manier waarop ik opkom. Ik zit bij de acteurs aan een tafeltje en wandel samen met Leperello op scene. Op dat moment maken wij contact — iets waar Tom en ik veel op hebben gehamerd — en met die handeling wordt mijn rol geïnstalleerd. Ik ben een deel van het geheel, aanwezig ín het verhaal. Als ik speel, zeg ik principe iets samen met een acteur.

Wat is voor jou je meest dierbare muzikale herinnering?

Ik ga nooit vergeten dat ik op het Lemmensinstituut jaarlijks een passie van Bach mocht uitvoeren. Zo’n goede dirigent, goede muziek en een geweldig koor. Zalig.


6   31 augustus 2018

INVITED Seppe Baeyens/Ultima Vez & KVS

Rope blauwe vlecht zonder autonome waarde De voorstelling INVITED van choreograaf Seppe Baeyens wordt voornamelijk gecreëerd door de aanwezige toeschouwers, maar een onmisbare rol is weggelegd voor Rope, de hemelsblauwe en bijzonder wendbare

creatie van de Leuvense kunstenaar en scenograaf Ief Spincemaille. Overal waar Rope komt, levert het dialoog en verwondering op — participatietheater bij uitstek. Lieselore Remans Rope op Pukkelpop 2018


31 augustus 2018   7

INVITED Seppe Baeyens/Ultima Vez & KVS

‘I am a rope. I am 65 meters long and 30 cm thick. I weigh 196 kg. It would take eleven people to carry me.’ Waar ontspringt het idee om zo’n groot touw te maken?

Ief Spincemaille: Rope is ontstaan vanuit een design­probleem, wat door budgettaire redenen later is opgepikt door het Europese netwerk N.O.W. Ik wou een werk creëren voor een plein en daarbij de vrijheid van het plein garanderen. Bij een statisch kunstwerk lukt dat niet, bij een activerende vorm wél. Ik zocht een radicaal open monument, een designconcept dat door het te activeren een heel andere invulling krijgt. Het resultaat was een 65 meter lang touw, dat door de enorme uitvergroting zijn oorspronkelijke functie is kwijtgeraakt. Dat maakt van Rope een ‘nulobject’, een blauwe vlecht zonder autonome waarde.

Hoe kan Rope dat functieverlies tegengaan?

Sinds de creatie — de vlechting — in april 2017 begeeft Rope zich in verschillende ruimtelijke contexten; van in-situ improvisaties in Firenze tot de Galerie Pinsart in Brugge of het strand van Oostende tijdens Theater Aan Zee. Uiteraard leent het zich goed om erop te zitten of te staan, maar iedere nieuwe context levert ook extra functies op. Net dat functieverlies — of de functiewinst — is het uitgangspunt van Rope: in de onbestemdheid zit de verbeelding. Rope is in essentie heel afhankelijk van de ander: het treedt in dialoog met de omgeving, creëert interactie en krijgt daardoor betekenis. Dat gebeurt spontaan, zonder dwang.

Dat spontane karakter vertaalt zich min of meer als ‘Do something with me’, zoals online wordt aangekondigd. Hoe vrij is die uitnodiging ?

Je kan niet zomaar binnenstormen en Rope meepakken voor je eigen avontuur. (lacht) Alles gebeurt steeds in overleg. Wanneer we Rope ergens plaatsen, introduceren we het steeds zelf. Het gesprek wordt door ons gestart, maar de eigenlijke dialoog is daarom nog niet voorspelbaar. Iedere locatie heeft tot nu toe een waardevolle ervaring opgeleverd.

Krijg jij als maker nog vat op die verschillende reacties?

Moet die context artistiek zijn of niet?

Rope heeft al op verschillende locaties gestaan, zowel in artistieke als niet-artistieke ruimtes. Rope komt het best tot zijn recht op plekken die ver van mijn vertrouwde habitat liggen, maar waar het toch in een dagelijkse context wordt geplaatst. Dat maakt de spanning en de mogelijke dialoog alleen maar groter. Je kan je als kunstenaar wel een idee vormen van de mogelijkheden en je schept voor jezelf misschien enkele verwachtingen, maar op het moment dat je Rope loslaat in de publieke ruimte zeg je eigenlijk: ‘Het

Hoe gebeurt dat in INVITED?

De voorstelling is gebaseerd op participatie, maar die wordt niet opgelegd. De mensen móeten niet dansen, ze worden getoond zoals ze zijn. Rope brengt hen samen en doet dat op een niet-dwingende manier. De choreografie is ook niet moeilijk. In die eenvoud zit de interactie. Voor de scenografie van Tornar werkte ik al samen met Seppe Baeyens, maar deze keer had ik in eerste instantie niet voor ogen dat Rope kon dienen als dansdecor. Pas nadat Seppe me benaderde met de vraag of hij Rope mocht gebruiken, en nadat ik vele repetities van INVITED bijwoonde, zag ik dat er andere pistes mogelijk waren.

‘Rope treedt in dialoog met de omgeving en laat die resoneren.’ Op zijn blog schrijft Rope: ‘I am traveling to reshape myself’. Zijn er al reizen ondernomen die anders afliepen?

In principe loopt alles anders dan verwacht, aangezien je aangewezen bent op de reactie van de omgeving. De enige context die min of meer voorspelbaar is, is die wanneer Rope in een museum wordt geplaatst — al is het zelfs in die context een redelijk experimenteel werk. Tijdens de afgelopen editie van Theater Aan Zee heeft Rope op verschillende plekken in Oostende gelegen, met elk een ander avontuur: in een café in Oosteroever, over het Zeeliedenmonument, in een moskee, op de dijk en uiteraard ook op het strand. Zeker die laatste onderneming was de moeite. Oorspronkelijk wilden we Rope enkel op het strand plaatsen om beelden te maken met de vloedlijn. Rope is er uiteindelijk een hele dag in interactie gegaan met kinderen en strandbezoekers. Die eerste dag met Rope aan zee was dus zeer geslaagd.

Vorige week was Rope op Pukkelpop, met het plan om drie geometrische figuren uit te beelden. Er is er maar één gelukt, een vierkant van 15 op 15 meter, met moeite dan nog. De Main Stage van Pukkelpop bleek een zeer vreemde plek te zijn, ver buiten de fysieke comfortzone van Rope. Die dialoog was intens en waardevol, maar bleef wel op het fysieke niveau hangen.

Beoogt Rope nog een verdere internationale carrière?

Na de ervaringen in Firenze, Milaan, Berlijn, Potsdam en andere steden willen we alleen nog maar verder reizen. Er is veel vraag naar Rope en het heeft potentieel om naar Afrika of het Oosten te gaan. Daar kan het in nieuwe contexten, in kleine dorpen of in andere tentoonstellingen opnieuw onaangekondigd opduiken en nieuwe functies genereren. Een eindbestemming heeft Rope voorlopig niet. We blijven reizen en het kunstwerk tonen tot de mogelijkheden op zijn. In de nabije toekomst gaat nog mee op tournee met INVITED en zal het in september tijdens het SuperNova festival in Antwerpen voor het MAS liggen, bovenop de Dead Skull van Luc Tuymans.

De avonturen van Rope zijn (voor de afwezigen) steeds te volgen op de blog. Hoe belangrijk is dit schrijven?

Het blogdagboek maakt absoluut deel uit van de installatie, al gebeurt die reflectie natuurlijk pas achteraf. Het schrijfproces is essentieel aan Rope, het is noodzakelijk om de reacties te interpreteren. De ontmoeting van de toeschouwers met Rope is steeds zeer efemeer, het is pas door erover te schrijven dat je die ontmoeting zichtbaar kan maken. Zo lag Rope tijdens de zesde dag van Theater Aan Zee op een plein voor een appartemensgebouw, langs hem stond er in krijt ‘HALLO’ geschreven. Toen is er een bewoner afgedaald om ‘Hallo’ terug te zeggen tegen Rope. Stefaan, zo heette de bewoner, kwam praten en is de hele dag gebleven. Saskia de Coster was toen twee dagen gastschrijver voor de blog en heeft die ervaring neergepend op de website van het festival. Dit was achteraf gezien een perfect voorbeeld van zo’n onverwachte interactie. Wij installeren ergens Rope, en Rope laat op zijn beurt de omgeving resoneren. © Danny Willems

Rope dient als metafoor voor de kunstenaar en diens nooit gedefinieerde taak. Net zoals in mijn vorige kunstwerken pleit ik voor een artist-decentered methode, waarbij de kunstenaar niet meer op de voorgrond treedt. Rope kreeg van mij een basisvorm mee, maar uiteindelijk vormt het zich door de context waarin het zich bevindt.

is niet meer alleen van mij. Nu zijn jullie mede-eigenaars.’


8   31 augustus 2018

Humans of TheaterFestival

Humans of TheaterFestival Wie gisteren present was op de State of the Union, deed dat niet ongemerkt. Boven de hoofden van het receptie crashende, praatjes slaande, avances makende openingsavondpubliek cirkelde een drone die al dat gezuip, gekonkelfoes en geflirt genadeloos registreerde. Het ging er nog net niet zo berucht aan toe als op de befaamde party in zomerbar La Brasa in Langemark, maar de gisteren aanwezige politici houden best toch al even ruggespraak met hun advocaten. Dat er, tussen al dat geschrans en gedans, ook nog ruimte was voor pientere vaststellingen, bewees Guy Cassiers. De artistiek leider van Toneelhuis complimenteerde Leo, de besnorde logistieke manusvan-al van deSingel, met zijn perfect gemillimeterde gazon. Volgens onze verbeelding moet dat ongeveer geklonken hebben als: ‘Goe gedoan mè aaf gràs, Leooooo’. Van Leooooo naar Ferrero Rocher: het is een kleine hap voor deze dagkrant, maar een grote grap binnen TheaterFestival-middens. Een technieker (m/v/x) die anoniem wenst te blijven, slaagt er maar niet in om de naam van stagiaire Lauranne te onthouden. Hij noemt haar de hele tijd ‘het Ferrero Rocher-meisje’. Dus als u een fonkelende, knisperende en krokante verschijning in TheaterFestivalshirt ziet lopen, voor eens en voor altijd: ze heet Lauranne. Over Ferrero Rochers gesproken: de dozen met deze gouden lekkernij staan nog steeds onaangeroerd in ons redactielokaal, aangezien een niet nader genoemde blonde Deense choreografe met een gezonde interesse in de industriële interacties van het menselijke vlees ze wel eens als (Kinderproof?) Surprise in haar voorstelling zou kunnen verwerken. Zeg dat we dit niet gezegd hebben. Zeg Merel dat we in deze dagkrant wél gezegd hebben dat u, tenminste als u Kim Kardashian-waardige Instagram-capaciteiten heeft, een ‘duo Internationaal Theater abo in deSingel’ kan winnen. Wat dat inhoudt weten wij ook niet, maar dat we die gezellige sfeerfoto van ‘jij en jouw vrienden’ van honderden hartjes zullen voorzien, daar mag u van op aan.

Het TheaterFestival bestaat niet enkel uit de voorstellingen die ’s avonds voor het grote publiek spelen, overdag werkt een groot team samen om dit mogelijk te maken. Ze hebben één ding met elkaar gemeen: een hart voor theater. Om u ook hier deel van uit te laten maken, stellen we elke dag iemand voor. Vandaag: Orlando Verde ‘Ik sta aan het onthaal van deSingel,’ zegt Orlando Verde door mijn telefoon. ‘Ik ook,’ antwoord ik. Verder is er niemand anders. We beseffen dat er twee van moeten zijn. Dat er genoeg ruimte voorzien is om mensen te ontvangen. Nadat we elkaar uiteindelijk gevonden hebben, praat ik met Orlando over zijn lopende masterclass theaterkritiek die hij in samenwerking met rekto:verso en Etcetera geeft tijdens Het TheaterFestival. Hij werkt zelf voor Kif Kif, een organisatie die de interculturele samenleving in al haar vormen aanmoedigt. Tijdens het festival schrijven ze met tien jonge mensen over de voorstellingen die ze samen gezien hebben. ‘De jongeren zijn een diverse groep die verbonden zijn door eenzelfde interesse. Er is al een common ground en dat is theater. Dat maakt het makke­ lijker om elkaar te vinden in onze verschillende achtergronden. Dat is ook wat Sara (De Roo nvdr.) gisteren zei: ‘Wij vertegenwoordigen de onenigheid.’ De masterclass beoogt een nieuwe vorm van theaterkritiek. Eén die wil nadenken over hoe de samenleving in kunst verwerkt kan worden. ‘Het vertrekt vanuit de nood aan nieuwe critici. En eigenlijk is het ook een breder traject: het gaat niet alleen over nieuwe critici, maar ook hoe we over nieuwe ontwikkelingen kunnen spreken,’ zegt Orlando zelf. Orlando kwam zeventien jaar geleden van Venezuela naar België. Na vier jaar in dit koude land kreeg hij zin om zelf films te maken. Hij begon zijn opleiding aan het deeltijds kunstonderwijs in Antwerpen en studeerde af met een film over hoe mensen kunnen samenwerken ondanks een verschillende achtergrond. Dit thema blijft hem in zijn Master Filmstudies en Visuele Cultuur achtervolgen. Ook nu nog. De identiteit van een maker, van een criticus, van iedereen die naar iets kijkt, is bepalend voor wat hem bijblijft. En toch voelt Orlando zich niet enkel ‘Venezolaan’ of ‘Belg’, of ‘de Venezolaan die naar België is verhuisd’. Iemands identiteit is volgens hem altijd meervoudig. ‘In de ochtend ben ik een ding, ’s avonds iets

256

anders,’ lacht hij. ‘Als we zeggen dat we vanuit onze identiteit spreken, dan is dat geen belemmering. Kunst is één van de grootste vormen van dialoog tussen mensen. Die dialoog mag niet eenzijdig zijn.’ Ik vraag hem naar welke voorstelling hij zelf het meest naar uitkijkt. Orlando twijfelt niet: Requiem pour L. ‘Die voorstelling belichaamt waar ik in geloof. De klassieke canon die uitgedaagd wordt. Die is niet bedoeld om zuiver te zijn. Het is magisch om te zien hoe barokke muziek met ritualistische muziek samenkomt, want dat is één van de tekorten in kunst: mensen die niet aangesproken worden. Laat ons samen een collectief vormen.’ Orlando denkt groots en ik loop de trap af. De ongemakkelijke treden zorgen ervoor dat ik amper vooruit kom. Misschien moeten we streven naar gebouwen met meer dan één onthaal. Kunnen we dingen als trappen vermijden, obstakels onderweg. Kunnen we kiezen voor een omweg, een gangetje tussendoor. Eender hoe. Overal welkom.

Lotte Ogiers

© Filip Tielens

koorleden passen op het podium van de Blauwe Zaal van deSingel. Helaas telt het koor dat dit weekend Bart Peeters zal begeleiden maar liefst 360 leden. Dat wordt een survival of the fittest...


2018–2019 JULIAN HETZEL

Wie rondloopt op het TheaterFestival, gaat voor het beste van het beste.

KATE MCINTOSH ROSAS & TG STAN PHILIPPE QUESNE

Meer van dat? Welkom in het Kaaitheater! KAAITHEATER IS VASTE PARTNER VAN HET THEATERFESTIVAL

ESZTER SALAMON LAURE PROUVOST MILO RAU/NTGENT METTE INGVARTSEN MICHIEL VANDEVELDE BENJAMIN VANDEWALLE FAUSTIN LINYEKULA/NTGENT LAILA SOLIMAN & STACY HARDY JAN LAUWERS & NEEDCOMPANY CULLBERG BALLET & DEBORAH HAY THIRD SPACE/LOTTE VAN DEN BERG PICHET KLUNCHUN & CHEN WU-KANG ANNE TERESA DE KEERSMAEKER/ROSAS BRUNO LATOUR & FRÉDÉRIQUE AÏT-TOUATI LAURA VAN DOLRON & WILLEM DE WOLF/DE KOE ICTUS, COLLEGIUM VOCALE GENT & SUZANNE VEGA GUY CASSIERS/TONEELHUIS & ARSENAAL/LAZARUS

Ontdek het volledige seizoen op > kaaitheater.be BEELD: JOSH, FROM THE SERIES WILL THEY SING LIKE RAINDROPS OR LEAVE ME THIRSTY © 2014 MAX PINCKERS

KaaiAd TFK.indd 1

28/08/18 17:06


Lees de artikels uit deze festivalkrant en ontdek meer op theaterfestival.be/blog f Het TheaterFestival t @theaterfestival tickets: theaterfestival.be vrijdag 31 augustus 20u00 20u00 20u00 20u30

INVITED Seppe Baeyens/Ultima Vez & KVS deSingel Theaterstudio Para Van Reybrouck, Ruëll & Vanden Broecke/KVS deSingel Rode Zaal Geef mijn hand terug BRONKS De Studio Don Juan DESCHONECOMPANIE Monty

zaterdag 1 september 20u00 15u00 20u00 20u00

INVITED Seppe Baeyens/Ultima Vez & KVS deSingel Theaterstudio Geef mijn hand terug BRONKS De Studio Geef mijn hand terug BRONKS De Studio Daar gaan we weer (White Male Privilege) Wunderbaum deSingel Rode Zaal

Pers en media ‘Ik heb het moeilijk met het idee dat een ethische blik de esthetische zou compromitteren. Beide lopen immers door elkaar. Denk maar aan clichés. Die zijn vanuit ethisch oogpunt laakbaar omdat ze rolpatronen bevestigen die uitsluitingsmechanismes in de hand werken. Esthetisch gezien verwacht je dan weer dat een kunstenaar een originele beeldtaal hanteert.’ Marijn Lems n.a.v. Tweespraak-debat, Rekto:verso, 31 augustus

Expo Biechtstoel De Biechtstoel biedt al vijf jaar een veilige haven voor de ongezouten meningen van het publiek over podiumkunst, wat resulteerde in zo’n honderd online podcasts en tekeningen. In de expo ‘Theater (op)getekend’ brengt kunstkritiekcollectief De Zendelingen twintig memorabele voorstellingen opnieuw tot leven. Ontdek de tekeningen van onder meer Para, Van den vos en Het Hamiltoncomplex door Eva Vaes, Koen Aelterman, Judith Mertens, Jannes De Schrijver, Younes van den Broeck/Spitlart en Dimitri Sakelaropoulos/Jangojim. De expo is doorlopend te bezichtigen tijdens het TheaterFestival in de inkomhal van deSingel.

To watch or not to watch Katelijne Damen Girl Lukas Dhont

Wat moeten we zeker zien dit jaar? Die vraag beantwoordde actrice en theatermaakster Katelijne Damen volmondig: Girl van Lukas Dhont. Het is misschien nog even wachten tot de film in première gaat op het Film Fest Gent, maar Katelijne legt uit waarom we allemaal in oktober meteen naar de cinema’s moeten afzakken om er de debuutfilm van Lukas Dhont te gaan bekijken. Katelijne Damen: ‘Het is misschien wat ongepast om een film aan te prijzen waar ikzelf een rol in speel, maar Lukas Dhonts film verdient het om mijn schaamte overboord te gooien en onsubtiel sluikreclame te maken. (lacht) Girl is een film die weliswaar het verhaal vertelt over het opgroeien en de struggles die daarmee gepaard gaan van Lara, een persoon die toevallig transgender is. Dat weet hoofdrolspeler Victor Polster trouwens op een fenomenale manier te vertolken. Maar Girl gaat over zoveel meer dan dat. De film verhaalt vooral over het feit dat anders zijn kan en mag. Het maakt niet uit wat je huidskleur, seksualiteit, geloof of eender wat dan ook is, we moeten allemaal de moed proberen hebben om te zijn wie we graag willen zijn. Dat is denk ik een belangrijke boodschap voor onze opgroeiende generatie, vandaar dat ik vooral jonge mensen wil oproepen om de film te bekijken.’ ‘En geen paniek: Lukas vermijdt — gelukkig — alle melodramatische valkuilen waardoor het een echte in your face-film is geworden. Een film in een lekker hedendaagse stijl, dus. Ach ja, ik kan mijn betoog alleen maar afsluiten door te zeggen dat de vele prijzen die Girl in Cannes in de wacht heeft gesleept, echt niet voor niets zijn.’

Liessa Huyskens

redactie Lotte Ogiers, Xandry van den Besselaar, Lars Brinkman, Ans Van Gasse, Lieselore Remans, Daan Borloo, Matthias Corneillie, Liessa Huyskens, Dina Dooreman, Lotte Bode, Jonathan van der Horst, Regina Janzen, Eline Van Lancker, Mia Vaerman hoofdredactie Filip Tielens grafisch ontwerp Mies Van Roy identiteit festival Laura Bergans V.U. het TheaterFestival Vlaanderen, Kathleen Treier, Jan Van Rijswijcklaan 155, 2018 Antwerpen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.