TheaterFestivalkrant 10/9/2019

Page 1

© Ka rolin aM aru sza k

e

10 SEP 2019 DAGKRANT #HTF19 Hoe gecraqueleerd is Dominique Van Malder? Mathieu Charles en zijn ode aan Frantz Fanon TheaterTinder, pt. II

F

Wat te vinden van Eg er vinden? Kardemomthee en meer inspiratie van Mokhallad Rasem Eerste hulp voor dramaturgen

r

© Phile Deprez

www.theaterfestival.be


Š Phile Deprez


Craquelé Studio ORKA

10 sep 2019   1

‘Springen is altijd goed, je moet alleen zien dat je je knieën niet breekt bij de val’ Studio ORKA hoeft haast geen inleiding. Met hun uniek locatietheater trekken ze overvolle zalen en ze deinzen er niet voor terug om grote levensthema’s op een luchtige manier te brengen naar een publiek, dat al lang niet meer uit enkel kinderen bestaat. Hun voorstelling Craquelé, tijdens het TheaterFestival te zien in de SintMachariuskerk, speelt met thema’s als ouder worden, springen in het diepe en genieten van elke dag. ‘Want de jaren zijn kort, maar het zijn verdomd lange dagen.’ Op de vooravond van de tweede speeldag leggen we een aantal van die thema’s voor aan Dominique Van Malder, die de rol van grafdelver Nestor voor zich neemt. Sanne Stassijns


2   10 sep 2019 Het is niet de eerste keer dat Studio ORKA wordt geselecteerd voor het TheaterFestival. Ook nu was de speelreeks van Craquelé weer meteen uitverkocht. Raak je het succes niet stilaan beu?

‘Oh, maar daar zal ik nooit aan wennen hoor. Ik vind het super dat heel veel mensen het willen zien. Het leuke aan Studio ORKA is dat ik er van bij het begin deel van uitmaak, ondertussen al vijftien jaar. In het begin speelden we ook op locatie, maar waren het heel kleine voorstellingen. Onze eerste echte voorstelling heette Lava en we speelden het zo’n vijf keer per dag voor telkens 35 man. Het is leuk om de voorstellingen en ook ons publiek te zien meegroeien. Kinderen die vijftien jaren geleden in het publiek zaten en toen 8 jaar waren, komen nu soms al kijken met hun eigen kinderen. We hebben echt een publiek dat organisch met ons is meegegroeid, waardoor de vraag naar tickets enorm stijgt en mensen echt heel wat moeite moeten doen om het stuk te kunnen zien. Dat is fantastisch, daar zal ik nooit aan wennen.’ (lacht)

Je gaat door tot de achterkleinkinderen dan?

‘Sowieso, ik ga door tot ik er bij neerval.’

De Acteursgilde heeft afgelopen zondag aan de cast van Craquelé de prijs uitgereikt voor meest gewaardeerde samenspel. Wat is dat voor jou precies, goed samenspel?

‘Samenspel is elkaar ruimte geven. Dat heeft heel veel te maken met een bepaalde dynamiek. Samenspelen is eigenlijk zoals kindjes samen spelen: als het een leuk spel is, dan amuseer je je. Ik vind samenspel eigenlijk de mooiste prijs die je als gezelschap kan winnen, want dat is waar theater over gaat. Je geeft elkaar de ruimte om te shinen of niet te shinen, te ontroeren of te doen lachen. En dat kan eigenlijk alleen

© Phile Deprez

Craquelé Studio ORKA

maar als je mekaar voor 300 procent vertrouwt. Bij Studio ORKA zijn de repetitieprocessen altijd heel heftig en intens, omdat we telkens van niets vertrekken. Behalve dan dat de locatie de hoofdrolspeler is. Nadien verzinnen we er samen personages rond. Dat is een heel lange en intense weg, waardoor je elkaar als ploeg heel goed leert kennen. De meeste acteurs kennen elkaar ook al van vorige producties. Dat maakt het samenspelen heel leuk, je hebt echt samen het verhaal gemaakt.’

Er komt dan toch ook veel zelfvertrouwen bij kijken?

‘Ja, maar tegelijkertijd vind ik het heel mooi dat zelfvertrouwen groeit. Het is door veel te spelen en veel op je bek te gaan dat je dingen leert. Dat is bij alles zo. Maar vergis je niet, tegelijkertijd vraag ik me elke première af: “Waarom heb ik nu weer voor dit beroep gekozen?” Ik vind dat je de twijfel heel hard mag omarmen in dit leven. Dus je moet ook niet té veel zelfvertrouwen hebben. Ook bij Craquelé is het opnieuw een heel spannende tocht geweest. Het is niet dat we van bij het begin van de repetities dachten: “Goh ja, we gaan hier een fantastisch verhaal maken.” Het blijft toch altijd vechten en jezelf tegenkomen.’

‘Negen jaar geleden ben ik papa geworden. Ik ben daardoor een emotioneler mens en ook een emotioneler acteur geworden’

Craquelé heeft in juli ook gespeeld op het Manchester International Festival, maar dan in het Engels onder de titel Tuesday. Hoe was dat?

‘Dat was heel leuk om te doen. Het is natuurlijk een andere manier van spelen, omdat je heel erg gebonden bent aan die taal. Met Studio ORKA werken we heel vaak met "talige toestanden"; zo zitten er vaak wel wat dubbele bodems in onze woorden. Maar gelukkig is het stuk heel mooi vertaald naar het Engels, al hebben we sommige dingen moeten aanpassen.’

Er was ook een hele hetze geweest rond het feit dat het personage van Ilse De Koe, Stella, in een rolstoel zit en men in Engeland vindt dat die rol dan ook door een andersvalide acteur moet worden gespeeld. Hoe kijk jij daar tegenaan?

‘Ik ben de eerste om kansen te geven aan minderheden en kwetsbare mensen. Alleen is de slinger van politieke correctheid in Engeland en Amerika wel heel erg de andere kant op geslingerd. Ik zou het net jammer vinden dat je een rolstoelpatiënt moet vragen om zichzelf spelen. Ik doe namelijk theater omdat ik eindelijk eens iemand anders mag spelen. Daarover gaat spelen ook: iemand anders mogen zijn. En dat begint eigenlijk al bij de theaterschool. Het is niet voor niets dat die scholen bestaan: het is een ambacht en je komt er keihard jezelf tegen. Het waren trouwens dezelfde actievoerders die vonden dat het hoofdpersonage in de film Girl (van regisseur Lukas Dhont, red.) ook moest gespeeld worden door een transgender of die vinden dat Stephen Hawking in de film The Theory of Everything moet gespeeld worden door iemand met ALS. Maar waar zijn we dan mee bezig? Dan zijn we eigenlijk documentaires aan het maken in plaats van fictie. Ik maak zelf al 20 jaar theater in het psychiatrisch centrum Dr. Guislain in Gent en


10 sep 2019   3

C raquelé Studio ORKA

het laatste wat ik doe, is hen vragen om zichzelf te spelen. Want ze moeten al 24 op 24 zichzelf zijn. Ik vond dat dus een héél heftige discussie. We zijn met Studio ORKA gaan praten met rolstoelpatiënten in Manchester en die bleken totaal geen probleem te hebben met het stuk. We hebben de voorstelling uiteindelijk lichtjes aangepast, maar niet helemaal. Ilse De Koe, die het personage in de rolstoel speelt, is een fantastische actrice en we wilden haar niet vervangen, punt. Dus hebben we deels voet bij stuk gehouden en gesteld dat, als het personage van Stella op het einde toch even zou kunnen lopen, Ilse de rol wel moét spelen. Die wijziging in het verhaal vind ik wel jammer hoor, want inhoudelijk vertel je daar iets heel anders mee. Maar we wilden de voorstelling té graag spelen in Manchester.’

‘Ik vind samenspel de mooiste prijs die je als gezelschap kan winnen, want dat is waar theater over gaat. Je geeft elkaar de ruimte om te shinen’

Nestor speelt een grafdelver die een moeilijk relatie heeft met zijn eigen zoon omdat die een zangcarrière wil uitbouwen en hij dat niet ziet zitten. Je zou dus kunnen stellen dat het stuk gaat over dromen najagen en durven springen. Is er een moment geweest in jouw leven dat je hebt moeten springen in het diepe?

‘Ja, kiezen voor de toneelschool bijvoorbeeld. Dat was toch een serieuze sprong omdat uiteraard iedereen in je omgeving zegt: “Ga toch eerst iets echt studeren, je gaat daar toch niets mee verdienen.” Dat heb ik even geprobeerd, maar mijn drang om theater te maken en te spelen was té groot. De tweede grote sprong heb ik genomen toen ik besliste om te scheiden. Dat was een serieuze sprong in het duister, maar je moet soms springen om in andere gebieden terecht te komen waar je anders niet zou komen omdat je ter plaatse blijft trappelen. Dus springen is altijd goed, je moet alleen zien dat je je knieën niet breekt bij de val.’

Craquelé gaat ook over bepaalde personen die een grote, onmisbare rol hebben gespeeld in iemands leven. Je hebt de vondeling Dinsdag en het meisje in de rolstoel Stella, waarmee hij een unieke vriendschapsband opbouwt. Je hebt Nestor en Hildegarde, die al jaren samenwerken en beetje bij beetje toegeven dat ze meer voelen voor elkaar. Heb jij zelf ook zo’n onmisbare persoon in jouw leven? ‘Ik denk dan uiteraard meteen aan mijn zoon van 9 jaar, dat is iemand die ik nooit of te nimmer zou willen of kunnen missen. Maar ook het theater en de mensen waarmee ik het maak, kan ik niet missen. De ploeg van Studio ORKA is echt familie geworden. Wij doen meer dan alleen maar theater maken. Onze kinderen spelen met elkaar en we zijn ook in het dagelijkse leven echte vrienden geworden. Mijn beste maat Joris Hessels (waarmee Dominique onder meer het gelauwerde tv-programma Radio Gaga maakte, red.) kan ik ook niet missen. En mijn lief zou ik uiteraard ook nooit kunnen missen. Maar iedereen komt voor mij op dezelfde plaats hoor.’ (lacht)

Craquelé speelt ook op een mooie manier met het thema ouder worden; zo zien we de personages letterlijk ouder worden. Hoe ervaar jij als acteur het ouder worden?

‘Als acteur is ouder worden eigenlijk heel fijn, want je hebt meer en meer bagage in je rugzak. Dingen die je kan gebruiken, emoties die erbij komen… Negen jaar geleden ben ik papa geworden. Ik ben daardoor een emotioneler mens en ook een emotioneler acteur geworden, denk ik. En dat vind ik net heel fijn. Je techniek wordt met het ouder worden ook beter. Maar je gevoelswereld, waar je toch uit moet putten als acteur, wordt ook veel groter, breder en emotioneler. Minder leuk is dat de eindigheid dan dichterbij komt, maar daar gaan we nu nog niet aan denken.’ (lacht)

© Phile Deprez


4   10 sep 2019

Fanon Mixtape Mathieu Charles

‘I have no language but the language of the oppressor’

What’s your relationship with Fanon’s writing?

‘Growing up in Belgium, I was often the only mixed or non-white kid in school, my father is from Mauritius which was colonized, and Bruges is very white. So there was a lot of identity crises. I was really into independence struggles, colonization, trying to find my place in society. I first read Fanon when I was 17 or 18 and didn’t really understand it but I kept the books. His language is very poetic but intellectual and academic so it’s a very interesting way of writing that really pulled me to it and I wanted to understand it. But he’s always been this presence during all my other readings, all my explorations into this identity. And one day I understood him, I think.’ ‘In the piece I talk about colonization and constructions of whiteness that Fanon talked about. The character dreams and Fanon says to him you have to make me a mixtape but he doesn’t know Fanon very well so he researches and uncovers the whole systematic oppressions and structures and how colonization is still very relevant. There are still colonies but they call them by other names: the departement d’outre-mer, the bijzondere gemeenten. So they’re still the same structures, it’s still built on exploitation.’

Fanon Mixtape is performed in several languages. How does that influence the performance?

‘I started rapping in English, so when I perform in English it’s like a second skin, I’m more energetic. Flemish is more conversational. French is more poetic. Also they’re three colonizing languages and in the piece I say I have no language but the language of the oppressor. In Mauritius you have Creole which is a fighting language: it take pieces of the colonizing languages as a defence but

Along with Short of Lying by Luanda Casella there seems to be a surge in artists of colour working in spoken word, what do you make of that?

‘Disciplines like rap or spoken word require minimal materials and rapping came organically because all I needed was pen and paper. I was more into the poetics than technical elements of rap, so I made a collage of sounds. Everything comes very organically.’ ‘People call it slam poetry or spoken word because poetry has a very elite allure. Slam poetry and spoken word has a roughness, you say what you want to say, you take a position. It’s political. Though spoken word is being appropriated. The money is in the white owned venues so you have to fit into this white gaze and if you don’t fit in that framing you don’t get a platform so easily.’

What’s your image of a decolonized theatre?

'That’s a difficult question because I can’t imagine a decolonized society. I’ve been indoctrinated in this society so I can only try to imagine and think and experiment in what decolonization could fully mean. Decolonized theatre has to look radically different. I can’t say what or how but it has to have way more people of colour and be for everyone. It’s very utopian but the way we’re working at the moment doesn’t work, the people who say it works benefit from the oppression of other people. So how do we move forward where others aren’t victims?’

Kar olina Maruszak

Liam Rees

still keeps some of its original essence. So in the piece shifting languages is natural and it’s a critique of the current climate in which everyone has to speak Flemish, all Flemish culture, Flemish history. It’s so small. It’s in the past. It’s dead.’

©

Frantz Fanon was a major trailblazer in postcolonial literature and his literature about oppression continues to influence people today. One such person is Mathieu Charles, a spoken word artist and rapper whose production Fanon Mixtape was selected as part of het TheaterFestival’s #nieuwjong selection.

© Karolina Maruszak


r II pt. e t a The T inder

Fanon Mixtape Mathieu Charles / TheaterTinder

Wie is Frantz Fanon? Op een dag verschijnen er drie mannen aan de hemelpoort bij Sint-Pieter: een witte man, een mulat en een zwarte man. Ze mogen van de hemelbewaker hun grootste wens uitspreken. ‘Wat wilt u het liefst van al?’ vraagt hij eerst aan de witte man, waarop die antwoordt: ‘Geld.’ ‘En u?’ vraagt hij de mulat. ‘Roem’, zegt die. Daarop keert Sint-Pieter zich tot de zwarte man, die met brede glimlach zegt: ‘Ik ben hier alleen maar om de koffers van beide heren te dragen.’ Die mop (uit Zwarte huid, witte maskers) drukt volgens Frantz Fanon (1925-1961) een wezenlijke gewrongenheid van gekoloniseerde volken uit. Het systeem van kolonisatie heeft ten diepste niet alleen een politieke ondergeschiktheid en maatschappelijke uitsluiting bewerkstelligd, maar een existentiële en psychologische perversie waarbij ook voor gekoloniseerde volken de waarden van de witte kolonist de maat aangeven. Kolonisatie is op het diepste niveau dan ook een zaak voor psychoanalyse. Als psychiater en politiek filosoof gaat Fanon in zijn oeuvre met een superieure ironie en altijd scherp van pen dat gevecht aan met de psychologische trauma’s van de kolonisatie. Daartoe beroept hij zich vaak op literatuur, zoals de semi-autobiografische roman Je suis Martiniquaise van Mayotte Capécia over een jonge zwarte vrouw die met een witte man wil trouwen. De witte man voor wie ze alles over heeft, biedt haar weinig in ruil, behalve ‘een beetje witheid in haar leven’, zegt Fanon. Dit verlangen naar witheid duidt voor hem op een diepe door kolonisatie ingebakken zelfhaat. Afkomstig uit het Franse overzeese gebied Martinique vocht Fanon tijdens WOII voor de Vrije Franse Strijdkrachten (het verzetsleger van Charles de Gaulle). Daarna deed hij in Frankrijk zijn studies in de geneeskunde en de psychiatrie. Het racisme waarmee hij zich in Europa geconfronteerd wist en het schisma dat hij zag tussen Martinikanen die in Frankrijk studeerden en zich van de Martinikaanse gebruiken en levenswijzen afkeerden — die dus een wit masker opzetten — gaven de aanzet voor Zwarte huid, witte maskers. Tot op vandaag inspireren zijn boeken het debat over dekolonisatie in de academische wereld en in de kunsten. Fanon stierf op 36-jarige leeftijd aan de gevolgen van leukemie. Hoewel hij steeds had geweigerd naar ‘dat land van lynchers’ te gaan, moest hij voor de behandeling toch naar de Verenigde Staten. Kort voor zijn dood verscheen nog De verworpenen der aarde, dat hij tijdens zijn ziekte had gedicteerd aan zijn echtgenote Josie Dublé (wat hij wel vaker deed) en waarin hij het revolutionaire geweld bespreekt dat nodig is om tot totale dekolonisatie te komen. Hij stierf onder zijn nom de guerre Ibrahim Fanon, die hij had aangenomen na een verwonding tijdens een missie voor het Algerijnse Front de Libération Nationale. Simon J. Bellens

10 sep 2019   5

Ik heb de oprechte overtuiging dat er meer mensen van theater kunnen genieten buiten mijn kring van vrienden of familie die ik al heb weten te overtuigen door hen uit te nodigen voor voorstellingen. Voor het TheaterFestival heb ik mezelf een missie opgelegd: een onbekend iemand vinden die zelden tot nooit naar het theater gaat, maar er wel voor open staat. Lotte Lola Vermeer

Deel 1 van dit verhaal is te lezen in de dagkrant van maandag 10 september Opgeven is geen onderdeel van mijn vocabulaire. Als ik ergens in geloof dan is dat oprecht en niet naïef. Ik wijd het niet slagen van mijn missie aan de omstandigheden en onderneem een nieuwe poging om iemand op straat te verrassen met een kaartje voor een voorstelling diezelfde avond. Wat doet een mens op een maandagavond? Is er nog ruimte voor iets spontaans? De straten op een maandagnamiddag zijn het tegenovergestelde van zondagvoormiddag. De mensen zijn gehaast, hebben zakken met eten bij zich. De jongeman die met zijn hoofd in een meterkast zat, moest om 20u30 nog altijd werken. Een vrouw had die avond al een afspraak voor de cinema. Door een theaterliefhebber werd ik naar de winkelstraat gestuurd. Daar zou ik de niet-theaterliefhebbers in groten getale aantreffen. Ik besloot een winkel in te gaan. De uitbater is zelf een regelmatige theaterbezoeker, maar ‘haar buurvrouwtje’ niet en die had misschien wel interesse. Ze koppelde ons aan elkaar. Het ging heel vlot. We hadden een date. 20u12: De ingang van Vooruit. Ik denk haar te zien. Ik bedenk me dat ik vergeten ben om haar naam te vragen. Ze ziet mij, maar herkent mij niet. Ik wacht rustig op de juiste vrouw. 20u25: Ik wacht ongeduldig. 20u29: Ik wandel door het onthaal, kijk naar de wachtlijst. Iedereen schuifelt de zaal in. De ingang is leeg. Ik wacht nog voor zo lang het kan. 20u33: Ik ben wederom alleen. 20u40: Moet ik ruimte voor het falen inlassen of voor de onwaarheid? Is het beter dingen verborgen te houden? Welk verhaal wil ik vertellen? Als ik de wereld mooier wil maken, doe ik dat dan door eerlijkheid of door schone schijn? Verzin ik twee mogelijke eindes van deze sage en laat ik de keuze aan u welk einde u wil geloven? 21u05: Ik kan dit verhaal ook overslaan. Wie leest er twee dagen achtereen de dagkrant? Zit er iemand op mijn engagement te wachten? Wil iemand wel weten hoe het afloopt?

21u50: Mijn collega’s komen net terug van True Copy en zien mij zitten naast een leeg glas Saison Dupont. Ze zagen mij niet in de zaal en willen het hier niet bij laten zitten. Ik ben zelf de komende dagen afwezig, dus ik kan de queeste niet voortzetten. Ze zitten met mij in, maar deze missie gaat niet om mijn eigen eenzaamheid, zo blijf ik herhalen. Ik heb de titel niet bedacht. Dit is tinderen voor het theater, niet voor mij. Ik hoef niet gekoppeld te worden. Ik wil enkel de deuren openstellen voor mensen die ze niet weten te vinden. De mogelijkheid geven dat theater hen kan ontroeren, verrassen of verbazen. Om samen even stil te zitten. Om de fantasie in de gehaastheid van alledag ruimte te geven. Om verbinding te maken. Ik ben hier de koppelaar. Ik voel me gefaald. 10u15: De volgende ochtend. Discussies over waarachtigheid en waarheid en de waarde van leugens. 10u55: Ik besluit meer tijd in te ruimen voor spontaneïteit. De komende dagen verloopt het als volgt: mijn collega’s gaan namens mij de straat op en krijgen enkele dagen de tijd om alsnog een onbekende te vinden om met mij naar het theater te gaan. Ik licht mijn collega’s in over de mogelijke fouten die ik heb gemaakt, om hun zoektocht te vergemakkelijken. Ze moeten naar de schoenen kijken die iemand draagt en op basis daarvan proberen af te lezen of iemand daarmee wel eens het theater in stapt. Ze zullen op zoek moeten gaan naar iemand die meerderjarig is, die niet permanent werkt, die gezien de taal van de toekomstige voorstelling Nederlands moet verstaan. Ze moeten iemand zoeken met een bepaalde openheid, maar die je wel op een afgesproken plaats op een afgesproken tijd kunt verwachten. Ik geef de missie nu uit handen. Op wie ik bij de Vooruit zal gaan wachten, blijft voor mij ook een verrassing. Ik heb goede hoop dat ze iemand kunnen versieren voor een voorstelling op zaterdag. Ik zal er zijn. Hopelijk kunnen we elkaar vinden. Het vervolg krijgt u mee op zaterdag 14/09 (tussen 16u—18u) via de TheaterFestival-radio.


6   10 sep 2019

Eg er vinden, ik ben de wind STAN & Discordia

De kracht van het denkbeeldige ‘We kunnen hier toch niet gewoon maar Maandag speelden Matthias de Koning en Damiaan De Schrijver blijven’ Eg er vinden, Ik ben de wind in Het hele stuk voelt als een langgerekte pauze. De twee heren dobberen op zee – wachten ze op iemand? –, kijken naar de kust en proberen CAMPO, vandaag doen ze dat vergeefs vat te krijgen op hun bestaan. Ook in de tekst zelf vallen opnieuw. Het stuk slaagt erin veel geregeld pauzes, die nauwkeurig aangeduid worden in het script. te zeggen met zeer weinig woor- Op de momenten waarop niets gezegd gebeurt het meest. Dan tollen de gedachten van de personaden en middelen. Tenminste, die wordt, ges als het ware voor onze ogen en resoneren ze in nieuwe, onuitgesproken gedachten. Na afloop merk je dat veel van wat je van de indruk krijg je, wanneer tijdens personages denkt te weten, helemaal nooit gezegd is. De stilte wordt ook op een andere manier meer dan een leegte tussen de woorden. de stiltes je gedachten over Ze doet me denken aan de stilte waar Joost Zwagerman naar op zoek elkaar heen blijven tuimelen. is in zijn essaybundel De stilte van het licht. Zwagerman onderzoekt hoe schilders erin slagen de stilte in hun doeken vast te leggen. De stilte die Maar wat zegt het stuk precies? Zwagerman vindt, valt niet samen met een rustpunt, maar integendeel met een dringend gevoel van onbehagen. Een poging tot interpretatie. Emmanuel van der Beek

Op de scène staat bijna niets. Een paar planken suggereren een boot, er zijn twee krukjes. Daarop zitten de twee heren, voorzien van bier, water en sigaren. Ze hebben geen namen en worden in het script aangeduid als de Een (Matthias de Koning) en de Ander (Damiaan De Schrijver). Eg er vinden / Ik ben de wind (2007) is een stuk van de Noorse auteur Jon Fosse (1959). Op basis van de vertaling van Maaike van Rijn maakten De Koning (Maatschappij Discordia) en De Schrijver (tg STAN) hun eigen versie, die dicht bij de oorspronkelijke tekst blijft. Eg er vinden is een sober stuk. Zelden tellen de regels meer dan een handvol woorden. Met die beperkte set woorden bouwen ze de hele ruimte. Buiten de tekst is er bijna niets. De Koning en De Schrijver blijven trouw aan de instructie helemaal vooraan in het script: ‘Ik ben de wind speelt zich af in een denkbeeldige, summier weergegeven boot. De handeling is eveneens denkbeeldig en moet niet uitgevoerd, maar verbeeld worden.’

‘Het zijn maar woorden’ De eerste dialogen hebben iets van een doktersbezoek. De Een, rechts op scène, probeert woorden te vinden om de Ander, links op scène, duidelijk te maken wat er in hem omgaat. Die pogingen draaien op niets uit. Hoe preciezer hij zijn korte omschrijvingen probeert te maken, des te harder botst hij op de limieten van wat hij in woorden kan vatten. Aan de ene kant vindt hij geen woorden om de realiteit te omschrijven (‘daar is immers geen woord voor’), aan de andere kant drukken de woorden die hij vindt nooit uit wat hij bedoelt (‘het zijn maar woorden / gewoon iets dat je zegt’). Ook metaforen schieten tekort. Elk beeld dat de Een opbouwt (hij probeert zijn gemoed te omschrijven als een betonnen wand) wordt topzwaar en valt uiteindelijk om. Hun gesprek is zoals hun eigen boottocht: ze dobberen rond op het water, maar slagen er niet in om aan te meren. In die zin is de enige noot van de vertaler in de tekstuitgave veelzeggend. Van Rijn wijst erop dat veel zinnen beginnen met ‘ja’, maar dat dat woord veel verschillende betekenissen kan uitdrukken. Om maar te zeggen, achter de beperkte set woorden waar de personages zich op beroepen, gaan veel betekenissen schuil. Zo veel, dat er voor de Een uiteindelijk niets meer zal overblijven.

Of hij houdt van de stilte, vraagt de Ander aan de Een, die geen antwoord weet op die vraag. Aan de ene kant vermijdt hij de stilte om niet naar zichzelf te moeten luisteren (‘dan word ik zo zwaar / dat ik me bijna niet meer bewegen kan’), aan de andere kant wordt hij ertoe aangetrokken, omdat de stilte zonder woorden is. Daarom houdt hij van de zee, die volgens hem, ook luid ruisend, stil kan zijn, omdat ze ontdaan is van taal. Dat verlangen naar stilte sluit aan bij wat Zwagerman omschrijft als het verlangen er niet te zijn. Bij de Een lijkt dat verlangen het gevolg van een tragisch inzicht. Hij doorprikt het dunne laagje taal, waardoor de betekenis van de wereld hem ontglipt. Achter de taal vindt hij niets dan een grote, zinloze leegte. Dan is het nog een kwestie van tijd voor hij besluit te doen waar hij altijd al bang voor was: van de boot te springen.

‘Kijk daar / daar verderop’ Of de Ander het inzicht in de zinloosheid deelt, komen we niet te weten. Het hele stuk lang lijkt hij niet echt vat te krijgen op het onbehagen van zijn vriend. Ook hij merkt dat de taal tekort schiet, maar blijft vol overgave proberen zijn vriend te begrijpen en zijn eigen angst onder woorden te brengen. Maar laten we even aannemen dat ook de Ander zich bewust is van de verpletterende leegte die schuilgaat achter het dunne laagje taal. Dan krijgt de Ander plots een andere gedaante: niet die van iemand die vergeefs probeert zijn vriend te begrijpen, maar wel van iemand die, ondanks zijn tragische inzicht, in de taal een bondgenoot ziet om de wereld vorm te geven. Zo bekeken krijgt de Ander de gedaante van de absurde held. Dan wordt hij de Sisyphus die de steen – sigaren rokend als een fabrieksschoorsteen – de berg opduwt, die de absurditeit in de ogen kijkt en zijn middelvinger opsteekt. Beide personages doorprikken de taal, maar trekken daar andere conclusies uit. Gelooft de Een dat achter de taal niets schuilgaat dan een absurde en betekenisloze leegte, de Ander vervangt die leegte door een geloof dat de taal in staat is een vitale illusie staande te houden. Zonder dat geloof zou ook het stuk zelf in elkaar vallen. De illusie die de acteurs scheppen is denkbeeldig en bestaat uit niets dan woorden. Nergens wordt ze ondersteund door handelingen of gebaren. Op die manier viert het stuk de constructie van de taal, die in een denkbeeldige wereld betekenis kan geven aan wat vormeloos is. Misschien schuilt daarin de kracht van het denkbeeldige: ons op afstand te houden van een absurde en betekenisloze leegte.


Eg er vinden, ik ben de wind STAN & Discordia / Platform Dramaturgie

Match made in heaven Damiaan De Schrijver las toneelstukken aan de lopende band toen hij op Eg er vinden botste. De ontmoeting was als kalverliefde. ‘Het is zoals bij mensen: je komt iemand tegen waar je de lelijke en de mooie kanten allemaal graag van hebt en zo word je verliefd op een boek of stuk.’ Dat in zijn privéleven een personage rondloopt dat de suïcidale worsteling van de Ander weerspiegelt, raakte hem dan ook enorm. ‘Het was voor mij de eerste keer dat ik een schriftuur vond met de juiste toon om het daar niét over te hebben.’ Dat het stuk van Jon Fosse op dezelfde manier om zijn eigen inhoud cirkelt als de acteur zelf, droeg voor De Schrijver bij aan de urgentie om dit stuk te

10 sep 2019   7

spelen. Het brengt een lichtheid in het stuk die heel dicht bij huis voelt – een komische noot zo je wil. Matthias De Koning treedt hem bij: ‘Dat gebeurt te weinig, dat mensen echt denken: dit wil ik nú doen.’ Op een zomer vertaalde het tweetal de tekst vanuit het Frans en het Duits. Maaike Van Rijn voegde een rechtstreekse vertaling toe uit het Noors, die strenger en strikter was. 'Alles is eigenlijk een vraagteken’, zegt De Schrijver. De Ander stelt de Een enkel vragen, waarop die antwoordt – zonder echte antwoorden te bieden. Ook in Fosses tekst is geen zekerheid. ‘Hij gebruikt alleen interpunctie en pauzes, en daar hebben we ons aan gehouden’, aldus De Koning. Die pauzes zorgen voor een soort depsychologisering: het is volgens De Koning aan de acteur om zich niet te laten meeslepen, want dan lukt het niet meer om de tekst helder en juist te brengen. ‘Het is heerlijk om een pauze te leggen: we zijn daar veel te zuinig in’, zegt De Schrijver. Wanneer aan het eind van het stuk beelden van Laurel en Hardy worden geprojecteerd, die zich omkleden om te slapen op een nachttrein en hun nachtritueel afronden wanneer ze het doelstation inrijden, reflecteert dat volgens De Schrijver dan ook het leven. Er zit niets achter de woorden, die schieten tekort. Ans Van Gasse Lees het volledige interview op de blog.

#PLATFORM: Bestaat dat, collectieve dramaturgie? Festival Cement uit ’s Hertogenbosch kwam een aantal jaar geleden met Dag Dramaturgie op de proppen. Die ‘Dag’ stelde een gemoedelijke namiddag voor waarop dramaturgen aller lande onder leiding van gastsprekers in een bepaald thema konden wroeten. Na enkele edities kwam vanuit de deelnemers de vraag om een duurzamer gesprek met collega’s. Zo kwam in 2018 Platform Dramaturgie tot stand, dat twee keer per jaar – afwisselend in Nederland en Vlaanderen – dramaturgen samenbrengt om in gesprek te gaan over hun praktijk. Deze namiddag op het TheaterFestival werden de koppen bijeen gestoken omtrent ‘collectiviteit’. Wat is collectiviteit en wie dient in dat collectief opgenomen te worden? In het huidige kunstenveld lijkt die vraag prangender dan ooit. PLATFORM ging vandaag op zoek naar de idee van een collectiviteit in dramaturgie, zonder zich daarbij te beperken tot de dramaturgie van collectieven. Wat betekent het in die zin om een dramaturgie gemeenschappelijk te maken? Gemeenschappelijke dramaturgie brengt ook een vorm van multidisciplinariteit binnen in het kunstenveld: het moedigt makers aan om rekening te houden met de veelheid aan perspectieven in de maatschappij. Gemeenschappelijke dramaturgie gaat immers ook om een vorm van kennisoverdracht en een praktijk van sharing. Wat betekenen de relaties die zo worden aangegaan, en de manier waarop ze worden gestructureerd, voor de makers van vandaag? Kan een vorm van gedeeld auteurschap bestaan? Zorgen de hordes afgestudeerde makers voor eenzaten op zoek naar samenhang of vinden zij een organische manier van coöperatie? PLATFORM ging deze namiddag in dialoog om het organische samenspel van maakproces, maatschappij en cultuurorganisaties te schetsen en verder vorm te geven. Besparingen, non-hiërarchische samenwerkingen, pop-in dramaturgie, stadsdramaturgie, auteurschap: de identiteit van de dramaturg in die veelheid aan (samen)werkvormen staat onder spanning. Op het Platform Dramaturgie leidde dit tot veelzijdige, toekomstgerichte gesprekken. © Tim Wouters

Ans Van Gasse


8   10 sep 2019

De inspiratiebron / Quizvraag van de dag

Mokhallad Rasem?

Acteur, regisseur en documentairemaker Mokhallad Rasem is sinds 2013 als theatermaker verbonden aan het Antwerpse Toneelhuis. Opgegroeid in Bagdad, waar hij ook zijn opleiding in de podiumkunsten kreeg en zijn eerste producties maakte, laat hij zich inspireren door kunst van over de hele wereld, maar nog het meest door alledaagse rituelen.

Er is een openheid in het werk waardoor je er zelf over gaat nadenken.’ ‘Eigenlijk heeft inspiratie een soort onbepaaldheid. Het komt altijd wanneer je het niet verwacht, wanneer je niet precies weet waar je naartoe gaat. Daarom is het ook zo moeilijk om kunstwerken aan te duiden die inspireren. Inspiratie overvalt je op de meest onverwachte momenten. Het is geen machine en je kan het ook niet kopen.’ Voor Dagboek van een leeg bed, zijn volgende voorstelling die op 9 oktober in première gaat bij Toneelhuis, vertrekt Rasem vanuit zijn eigen levensloop die hem door de Irakese oorlog als asielzoeker in België bracht. Al meer dan twintig jaar verzamelt hij persoonlijke dagboeknotities die hij nu tot een voorstelling verwerkt. ‘Wat heeft het leven mij gegeven? Er gebeurt zoveel, maar wat is er precies gebeurd? Dat wil ik achterhalen.’

Simon J. Bellens ‘Het leven inspireert me’, vertelt Mokhallad. ‘Poëzie, beeldende kunst, muziek… ik heb veel inspiratiebronnen. Deze ochtend heb ik naar de muziek van Bach geluisterd, maar gisterenavond dan weer naar een oud Irakees liedje. Dat brengt me ergens helemaal anders. Maar het meest laat ik me inspireren door dagelijkse momenten.’ ‘Als ik bijvoorbeeld op de trein naar buiten kijk, is er een soort repetitiviteit in het landschap die toch ook altijd verschillend is, alsof er iemand voor jou buiten tekent. Of bij het joggen krijg ik plots een heel sterk gevoel in mijn hoofd dat ik iets wil maken, alsof je recht op je doel afloopt.’ ‘Ook thee inspireert me. Als ik ‘s morgens kardemomthee zet, geven de geuren die vrijkomen me zin om aan de dag te beginnen. Het spreekt mijn zintuigen aan en tijdens het zetten van de thee begin ik vaak na te denken. Inspiratie is alles wat je zin geeft om zelf dingen te doen.’

Welk gezelschap dat op het TheaterFestival te zien is reageert vaak snedig op recensies en biedt rekwisieten aan ter adoptie?

A. B.

BERLIN

C.

STAN

D.

FRANKIE

De Warme Winkel

Het juiste antwoord is De Warme Winkel

‘Gisteren speelden we op het Nederlands Theater Festival in Amsterdam onze voorstelling De verse tijd (met Kuno Bakker, red.) en daarna zijn we even naar het Stedelijk Museum gegaan. Als ik daar het werk van bijvoorbeeld Piet Mondriaan in de vaste collectie bekijk, inspireert het me ook. De kleuren, de lijnen… Het zijn onbepaalde beelden. Je moet er zelf mee aan de slag.

z i u ag Qa r v n a ve d g a d

© Kurt Van der Elst

redactie Emmanuel van der Beek, Liam Rees, Simon J. Bellens, Mahdieh Fahimi, Lotte Lola Vermeer, Simon Baetens, Danny De Jong, Sophie van den Bergh, Celine Vermeulen, Ben Ghyselinck, Sanne Stassijns, Ans Van Gasse, Lars Brinkman, Matthias Corneillie hoofdredactie dagkrant en blog Filip Tielens hoofdredactie radio Timon Van De Voorde grafisch ontwerp festival Bureau BoschBerg grafisch zetwerk dagkrant Tijsje Revalk V.U. het TheaterFestival Vlaanderen, Kathleen Treier, Jan Van Rijswijcklaan 155, 2018 Antwerpen


HONGER NAAR THEATER EN DANS BEGINT OP HET THEATERFESTIVAL. EN EINDIGT IN HET KAAITHEATER. 2019-2020. RADOUAN MRIZIGA MICHIEL VANDEVELDE MIET WARLOP KHADIJA EL KHARRAZ ALAMI GORGES OCLOO CHRISTIAN RIZZO DANIEL LINEHAN METTE INGVARTSEN JAN LAUWERS MEG STUART KRIS VERDONCK ANNE TERESA DE KEERSMAEKER MILO RAU DE KOE & MUGMETDEGOUDENTAND ELS DIETVORST SUZE MILIUS BOYZIE CEKWANA JÉRÔME BEL ESZTER SALAMON TRISTERO DORIS UHLICH BORIS CHARMATZ LIGIA LEWIS BENJAMIN VANDEWALLE TG STAN VERA TUSSING FAUSTIN LINYEKULA FORCED ENTERTAINMENT CHRISTOPHE MEIERHANS JAN DECORTE & SIGRID VINKS IGGY LOND & VELE ANDEREN BEELD © LARS MOEREELS

KAAITHEATER SAINCTELETTESQUARE 20 KAAISTUDIO’S ONZE-LIEVE-VROUW-VAN-VAAKSTRAAT 81 1000 BRUSSEL

> www.kaaitheater.be

KaaiAd HTF KRANT.indd 1

04/09/19 12:29

06

07.12

vr & za in copresentatie met NTGent

info & tickets: vooruit.be

ROSAS / ANNE TERESA DE KEERSMAEKER ‘Fase, Four Movements to the Music of Steve Reich’ l and A menta tour de l physicarce!” o f S NY TIME wo

18 t/m zo 22.12

MAMMALIAN DIVING REFLEX / DARREN O’DONNELL ‘All The Sex I’ve Ever Had’ Een open gespre over intimiteit k latere leeftijdop

12

14.12

do t/m za Belgische première / ihkv With Pleasure

PODIUM

Sensuele, speels e en intense dansvoorstelling , straight from Ri o!

© Christopher Shea

© Renato Mangolin

ALICE RIPOLL / CIA SUAVE ‘CRIA’

PODIUM

PODIUM

© Anne Van Aerschot

PODIUM

PODIUM

PODIUM


Lees de artikels uit deze festivalkrant en andere artikels op theaterfestival.be/blog en discussieer mee via #HTF19! f Het TheaterFestival t @theaterfestiva1 en #HTF19 hettheaterfestival

S T E TICK INFO www.theaterfestival.be

Seizoenstip Neal Leemput PERMANENT DESTRUCTION the HM concert Naomi Velissariou Neal Leamput schrijft opiniestukken, maakt voorstellingen, placeert vaak dansjes in die voorstellingen en hij draagt daarbij een blinkend badpak. Als Secretary of Queer Affairs programmeert hij ook in DE Studio. ‘Ik kijk uit naar de nieuwe PERMANENT DESTRUCTION van Naomi Velissariou. Haar concert over Sarah Kane, het eerste deel, vond ik alvast heel fijn. Ook best een queer voorstelling, trouwens. In opvolger PERMANENT DESTRUCTION the HM concert gaat ze aan de slag met de teksten van Heiner Müller. Ik denk dat het wel eens heel tof zou kunnen worden. Moest je dus haar voor het TheaterFestival genomineerde the SK concert gemist hebben, krijg je bij deze een herkansing.’ ‘De teksten van Sarah Kane presenteren als een concert, vond ik een onwijs toffe vorm. Samen met de visuals kreeg het voor mij iets heel ontwrichtends. Daarnaast zag ik die voorstelling ook op een festival. Veel “gewone” festivalgangers wisten niet zo heel goed waar ze naar aan het kijken waren, wat voor een extra dimensie zorgde. Die ervaring zal natuurlijk iets anders zijn in een theaterzaal, maar soit. Écht een hele vette vorm. Ik vermoed dat die ervaring bij haar tweede concert over Heiner Müller niet anders zal zijn.’ PERMANENT DESTRUCTION - the HM concert van Naomi Velissariou is nog te zien op 19 december in KVS in Brussel en op 14 en 15 februari in DE Studio in Antwerpen.

Danny de Jong

di 10 september

wo 11 september

14u00 Platform Dramaturgie #6 Vooruit Dansstudio 19u00 De Grote CultuurQuiz V ooruit Balzaal 20u00 Fanon Mixtape Mathieu Charles KOPERGIETERY 20u00 Zomergasten C AMPING SUNSET De Lübeck 20u30 Eg er vinden, Ik ben de wind STAN & Discordia CAMPO Nieuwpoort

13u00 Roel Verniers Pitch & Prijs 2019 CAMPO Victoria 19u00 Underneath Which Rivers Flow G lobe Aroma & Decoratelier Jozef Wouters Decoratelier (Brussel) 20u00 new skin Hannah De Meyer KOPERGIETERY 20u00 Ouder Kind R aven Ruëll & Bruno Vanden Broecke NTGent Schouwburg 20u00 Zomergasten CAMPING SUNSET De Lübeck20u30 20u30 Craquelé S tudio ORKA Sint-Machariuskerk 20u30 Paradise Now (1968-2018) Michiel Vandevelde Vooruit Theaterzaal

doorlopend Expo LUCA School Of Arts festivalcentrum Vooruit

Bachelor Beeldende Vormgeving

theaterfestival.be/blog


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.