e
7&8 SEP 2019 DAGKRANT #HTF19
In het atelier van Benjamin Verdonck
© Kurt
Van de rE lst
Verslag over The Pain of Others Pzazz, de redders van de recensie Wat broeit er in cultureel Gent?
hea
Saman Amini en de kracht van humor Aurélie Di Marino over vooroordelen & machtsstructuren
© Bas de Brouwer
Na de Nederlandse nu ook Vlaamse acteerprijzen
va
www.theaterfestival.be
Š Kurt Van der Elst
Aren Benjamin Verdonck
7&8 sep 2019 1
‘Als het vuur er niet is, hoeft het voor mij niet’ We zoeken Benjamin Verdonck op in Kapellen, waar hij sinds drie jaar woont. Zijn verhuis uit Antwerpen en zijn nieuwe leefomstandigheden vormen een rode draad in AREN, de voorstelling die hij dit weekend herneemt op het TheaterFestival. In AREN doet hij aan 'arenlezen': hij raapt verloren voorwerpen op en geeft ze een verhaal. Ook ideeën die in zijn eigen werkprocessen gesneuveld zijn, krijgen in deze voorstelling wél een podium. Wij volgden Benjamin op drie verschillende plekken: in zijn atelier, aan zijn keukentafel en op de trein naar Gent. Lars Brinkman & Danny de Jong
2 7&8 sep 2019
Atelier We staan in het atelier van Benjamin Verdonck. In zijn atelier, dat midden in zijn woonkamer staat, luisteren we naar een elpee die Benjamin net heeft opgezet. Hij leunt tegen de boekenkast, zijn blik omlaag gericht. Op het rustige drumritme loopt een klein wit katje met heldere blauwe ogen door zijn atelier, slaat zijn pootje tegen een glazen vitrinekastje, springt op een vensterbank, gaat liggen. ‘Ik ben drie jaar geleden verhuisd naar Kapellen’, vertelt Benjamin. ‘Van een stedelijke naar een landelijke omgeving is voor mij een grote shift. Het grootste verschil is dat ik hier niet echt in de buurt rondwandel en, zoals ik deed in Antwerpen, spontaan dingen opraap van de straat. De voorwerpen die ik daar heb gevonden zijn inmiddels reeksen, of collecties geworden.’ In de hoek van zijn atelier opent Benjamin een vitrinekast. ‘Dit is een verzameling die ik eind 2017 gestart ben. Ik wilde deze nieuwe omgeving exploreren en ontdekken. Ik heb zo dicht mogelijk rond mijn werktafel gezocht om te zien wat er zich daar bevond.’ Hij pakt twee kersenpitjes en kersensteeltjes uit het kastje, die kregen de titel Zomer in Kapellen. Benjamin: ‘Zoals deze heb ik tientallen werkjes. Ik heb een nogal omvangrijke verzameling, een soort encyclopedisch werk van alledaagsheid. Wetende dat dit werk van gesprokkelde objecten natuurlijk oneindig en nooit allesomvattend zijn.’ Benjamin toont ons nog een collectie die hij niet op voorhand had bedacht. ‘Tijdens het opruimen van mijn atelier kwam ik erachter dat ik van elke verjaardag minstens één cadeau heb bijgehouden. 24 jaar later heb ik een collectie van 24 cadeaus. Het zijn voornamelijk dingen die gemaakt zijn door kinderen of mijn petekinderen, of resten van een feest. Dit is een cadeau dat ik kreeg van mijn vrouw toen ik 37 werd: een vliegenmepper en 37 vliegen.’ ‘Ik droom van een gigantisch huis waar eindeloos veel schabben in passen. Daar kan ik dan al die objecten uitstallen, zodat ik ze voortdurend kan zien. Zo’n huis heb ik helaas niet, dus veel objecten zitten in doosjes met namen erop. Ik probeer wel zoveel mogelijk kijkkastjes en schabbekes te maken. Veel van die verzamelingen groeien eigenlijk gewoon, die beginnen ergens op een vensterbank, en dan vul ik ze aan. Op een bepaald moment voel je dan: Ah, dit is een stukje. Dat gebeurt heel organisch.’ ‘Als die verzamelingen in je leefomgeving blijven, dan hebben ze de mogelijkheid om aan te groeien. Vanaf het moment dat je zegt “Ik heb geen plaats”, omdat de vensterbank vol is, dan gaan ze in een doosje, worden ze geclassificeerd, en dan zijn ze op een of andere manier ook dood. Dan is die collectie plots af, zonder dat er een plek is om hem tentoon te stellen.’ Aan de vensterbank hangt een rijtje touwtjes van allerlei kleuren, texturen en maten. ‘Dat is eigenlijk een heel pijnlijk verhaal. Ik heb al twintig jaar een verzameling van touwtjes die ik van de straat opraap. Dat was een gigantische verzameling, die is kwijtgeraakt bij het maken van AREN. Door de verplaatsingen van stukken van de ene plek naar een andere, zijn die waarschijnlijk in een doos bij het oud papier geraakt. Dat was een bijzonder pijnlijke ervaring, die op den duur ook wel grappig werd, want ik heb heel het Toneelhuis ondersteboven gehaald en iedereen aangesproken die er mogelijk iets mee te maken had. Maar dat is vruchteloos gebleken, en dus ben ik opnieuw begonnen.’
© Kurt Van der Elst
Aren Benjamin Verdonck
Zijn liefde voor verzamelingen is begonnen op het derde middelbaar, bij het zien van een tentoonstelling van Ben Vautier. ‘Een van de werken in die tentoonstelling was een koffer. Rond die koffer zat een ijzeren hangslot waarop stond geschreven: “Si Dieu est partout, il est aussi dans ce coffre”. Dat sprak mij heel erg aan, en dat was de eerste keer dat ik dacht: als dit kunstenaarschap is, zulke dingen maken, zulke dingen vertellen, dan wil ik dat ook. Ik heb toen op straat een hele grote kartonnen doos gevonden en heb die meegenomen naar mijn slaapkamer. In die doos ben ik beginnen te verzamelen. Mijn eerste verzameling bestond uit allemaal dingen die betrekking hadden op mezelf: haar van mezelf, teennagels. Die verzameling heeft twee jaar geduurd, totdat die doos vol was, en toen heb ik die doos weggegooid. Dat voelde als een grote verlossing.’
Keukentafel Benjamin nodigt ons uit om met hem naar de keuken te gaan en biedt ons een kop thee aan. Zijn volgende verzameling ontstond toen hij met zijn broer aan het liften was naar Zuid-Frankrijk. ‘Op een oprit vond ik een ijzeren ringetje, zo’n rondel, en direct daarna hadden we een lift. Vanaf dat moment zocht ik elke keer als we op een liftplaats stonden naar die rondellen. Ik hield ze bij, maar op den duur werden dat er steeds meer, en toen dacht ik: misschien moet ik er iets aan hangen, zodat ik herinner waar ze vandaan komen. Ik heb toen geprobeerd om een zo nauwkeurig mogelijke beschrijving van die plekken neer te schrijven. Waar ik ze vond, en wanneer. Waardoor ik nu, na al die jaren, een soort atlas of encyclopedisch werk heb van momenten en plekken die ik normaal zou zijn vergeten. Het zijn hele banale momenten, zoals: ik die mijn fiets vastmaak aan een lantaarnpaal of ik die een frietje bestel. Een soort van collectie van mediocre herinneringen.’
‘Ik heb nooit de wens gehad om een voorstelling te maken voor 600 mensen met drie trailers en 25 figuranten’ ‘Het soort ziel dat ik wil laten zien in mijn werk neigt veel naar het analoge’, gaat Benjamin verder. ‘Die ziel komt vanuit een goesting, vanuit een metaforische kracht, die voor mij gaat over kleiner worden, terugtrekken, simpeler, met minder. Dat mag je heel letterlijk zien: een groot deel van de werken die ik maak is recup, ik probeer heel hard van vorige voorstellingen alle touwtjes, alle overschotten te hergebruiken. Dat is soms inefficiënt, omdat je soms meer tijd verliest met die dingen te doen. Maar ik zie dat in mijn gesubsidieerde positie bijna als een plicht. Ik probeer die efficiëntie zo veel mogelijk uit de weg te gaan, omdat subsidie volgens mij net bestaat om inefficiënt te werken. Om datgene wat onrendabel is juist bestaansrecht te geven. En dat probeer ik tot in het extreme door te voeren, en te verwerken tot een beeld, en daarmee tot een bericht. De vraag is of individuele actie zin heeft, of recycleren. Het heeft zin in zoverre het een politieke actie genereert. Daarom is vooral het vertellen, het tonen dat je met gerecycleerde middelen werkt, zo belangrijk. Voor iemand die vegetariër is, is het vooral belangrijk dat hij zégt dat die vegetariër is. Vegetarisme op zich heeft op dit moment nog geen echte impact op de bio-industrie, maar het feit dat je erover vertelt en er zo iemand deelachtig aan maakt, wél. Dat is ook waarom ik kies voor analoog, voor gerecycleerd. Omdat je daar een verhaal mee vertelt.’ ‘Harder schreeuwen dan dat er rondom ons geschreeuwd wordt, kan niet. Reclame, media en fake news schreeuwen allemaal harder dan dat de kunst kan schreeuwen. Wij kunnen ons hierin onderscheiden door kleiner, trager en fijner te werken. Ik heb nooit de wens gehad om een voorstelling te maken voor 600 mensen met drie trailers en 25 figuranten. Mijn werk heeft altijd een do it yourselfmentaliteit gehad, misschien omdat ik me vroeger bewoog in niet gesubsidieerde of meer anarchistische milieus. Daar zitten mensen die geen geld hebben, en die fixen het ook. En daar heb ik altijd veel bewondering voor gehad, omdat dat geldgebrek ook het vuur brandend kan houden.’
7&8 sep 2019 3
A ren Benjamin Verdonck
Trein We stappen samen op de trein vanuit Kapellen naar Gent, richting het TheaterFestival. Benjamin vertelt ons over de speciale teksteditie die hij van zijn voorstelling uitgeeft. ‘Het boek bestaat uit twee delen: het ene deel is de tekst van Aren, uitgegeven bij Bebuquin. Ik heb ook een uitgave gemaakt met een aantal van de pancartes die ik toon in de voorstelling. 25 kaarten van karton, replica’s op ware grootte van een aantal van die werkjes.’ Volgens Benjamin draagt deze uitgave ook mogelijkheden in zich, los van de voorstelling. ‘Ik denk dat ook iemand die de voorstelling niet heeft gezien het aangenaam zou kunnen vinden om door de ideeën te gaan en daar misschien zelf geïnspireerd door te raken. Het is een werk op zich, een honderdtal onuitgevoerde ideeën.’ Wanneer we Benjamin vragen of zo’n publicatie te maken heeft met nalatenschap, reageert hij kordaat. ‘Mijn nalatenschap, in de zin van: wanneer ik dood ben? Nee. Ik ben vooral bezig met het schrijven aan één groot verhaal. Alle dingen die ik doe zijn een deel van dat verhaal. En ik ben bezig hoe ik dat verhaal leesbaar kan maken voor anderen. Dat is echt iets anders dan alleen maar archiveren.’ Door de ramen veranderen velden in een steeds stedelijker landschap. ‘De verhuizing naar Kapellen was een opportuniteit die zich voordeed
tussen een aantal families. Het was vooral een sociaal ding, want juist het feit om uit de stad te vertrekken, was iets dat mij enorm tegenhield. Kapellen is fantastisch en ik begin er langzaamaan van te houden, maar ik voel gewoon dat ik niet meer middenin de stad zit.’ We naderen Antwerpen-Centraal. Als we hem vragen of Kapellen het vuur niet bij hem heeft uitgedoofd, antwoordt hij volmondig: ‘Nee! De verhuis is helemaal niet zo belangrijk. Wat dacht je, dat ik hier plots in de zetel ging zitten? Nee. De omstandigheden veranderen: je krijgt andere vrienden en families, maar de goesting blijft. Ik speelde onlangs in Weimar met een viertal werkjes, waaronder een klein kartonnen circus. Toen realiseerde ik me: dit was eigenlijk mijn droom vanaf de toneelschool. Rondtouren met een bus met een paar dingen erin, die er uit halen en dan je werk tonen. Dat was ik aan het doen in Weimar en ik dacht: dit is fantastisch. (lacht) Ja, als het vuur er niet is, hoeft het voor mij niet. Dan doe ik wel een simpelere job. Ik hou hiervan, ik vind het fantastisch dat ik dit kan doen.’
‘Wij theatermakers kunnen ons onderscheiden van de rest van de wereld door trager, kleiner, fijner te werken’ Wat ligt er, na AREN, nu in het verschiet voor Benjamin? ‘Ik maak niet zoveel in het groot, maar mijn volgende voorstelling wordt wel een grote zaalproductie! (lacht) Ik heb eens gehoord dat iemand een grote zaalvoorstelling wilde maken, maar er geen geld voor kreeg. Hij heeft toen zo’n klein voorstellinkje gemaakt (hij beeld met zijn handen de grootte van een kijkdoos uit) en daar moest je als publiek met een verrekijker naar kijken. Terwijl hij uitlegde wat hij allemaal gedaan zou hebben als hij geld had gekregen voor die grote voorstelling. Maar ja, ik (Benjamin Verdonck) héb geld voor een grote zaalvoorstelling. Misschien moet ik dat weggeven... en vervolgens toch een voorstelling in een grote zaal maken.’ (lacht)
Speciaal voor het TheaterFestival verschijnen vandaag twee publicaties over AREN. De ene is een boekje met de tekst uit de voorstelling. De andere is een beeldend werk; een selectie van de beelden die Benjamin in de voorstelling toont. AREN tekstuitgave
een uitgave van Bebuquin en Toneelhuis, €10 kapellen kunstenaarseditie © Kurt Van der Elst
Oplage 200 exemplaren, augustus 2019. De eerste 100 exemplaren werden genummerd en gesigneerd.
4 7&8 sep 2019
The Pain of Others / BNG Bank Theaterprijs
Een kort relaas over de pijn van anderen Vragen na een voorstelling in verslagvorm
Hoort dit wachten erbij? Waar gaan we heen? Moet ik nog naar het toilet? Waar moet ik zitten? Wat staat me te wachten? Wie zouden de anderen zijn? Wanneer zouden zij hun ticket hebben gekocht? Wie zal er beginnen? Gehoorzaam ik? Wat zou er met die boeken gebeuren? Welke positie neem ik in? Heb ik behoefte om te spreken? Kan ik me goed inleven? Heb ik ooit gelogen over pijn? Kan ik me identificeren? Voel ik schildpijn? Hoe lang staan die glaasjes water daar al? Welke houding neem ik aan? Wie is die vrouw? Spreek je dit uit als attitude of attitude? Begrijp ik deze tekst? Zou ik botten voor voorvaderen offeren? Wat weet ik van de Zulu? Wanneer durf ik iets te zeggen? Vind ik het nodig om iets te zeggen? Heb ik mijn telefoon op vliegtuigmodus gezet? Wie verwacht er iets van mij? Hoeveel van jezelf neem je mee naar het theater? Hoeveel van jezelf projecteer je op een ander? Zou het decor nog gaan schuiven? Had ik andere sokken aan moeten trekken? Zou hij spijt hebben van het zichtbare gat in zijn sokken? Wat voel ik? Ziet iemand dat ik frons? Is die vrouw zwanger? Zou er nog muziek worden gedraaid? Waarom heb ik gisterenavond dat laatste pintje gedronken? Hoe deel je wat je ervaart? Waar laat ik mijn handen? Zou die man zich vervelen? Zouden zij een koppel zijn? Praat hij omdat er stilte was of omdat hij iets wilde zeggen? Heb ik het verkeerd begrepen? Wanneer neem ik een slok water? Wat als ik jeuk krijg? Wat verwachten ze van mij? Wat mag ik doen? Wil ik naar de anderen kijken of niet? Heb ik een aangename stem om naar te luisteren? Wat zou er nog in deze zaal spelen? Zou ik een Ayahuasca-sessie doen? Hoe zou hij voor dat ritueel zijn geweest? Voel ik mij verbonden met Het Al? Is dit een nieuwe vorm? Spreekt hij misschien geen Nederlands?
Staat hier een airco aan? Is iedereen mee? Hoe dichtbij wil ik komen? Wat zou ik doen als hier een bekende stond? Hoeveel gesprekken zouden de makers geanalyseerd hebben? Hoe zouden zij buiten deze kubus spreken? Wat vertel ik door afstand te nemen van de groep? Hoe lang mag je naar iemand kijken? Voldoet dit aan mijn verwachtingen? Wat waren mijn verwachtingen? Doen mijn verwachtingen ertoe? Hoe lang mag je zwijgen? Is die rugpijn van het krukje of van te weinig slaap? Hoe zouden andere gespreksperformances gaan? Aan welke designwinkel doet het decor me denken? Beïnvloedt mijn slaap mijn kijken? Gaat het nu over de pijn van de maatschappij of van die persoon zelf? Is er een verschil? Representeert dit de gemeenschap? Is iedereen nog mee? Zit ik teveel in mijn hoofd? Moet ik deze gedachte delen? Wat als ik nu op de grond ga liggen? Hoe laat zou het zijn? Is dit theater? Is dit Twister? Zag iemand mijn gaap? Waarom verstoppen die mensen zich zo achter dat blok? Moet ik iets veranderen? Heeft zij gehuild? Mag ik leunen tegen de muren of vallen ze dan om? Hoe zouden anderen dit ervaren? Ben ik het hiermee eens? Zal ik hierop reageren? Waar leg ik mijn anker neer? Wat zou ik willen veranderen? Geef ik applaus? Ga ik nog nabespreken met de makers? Hoe deel je wat je hebt meegemaakt? Hoe luister je? Welk verhaal vertel je? Hoe doe je verslag? Moet deze tekst in meerdere alinea’s of niet? Wanneer doet iets recht aan een ervaring? Is dat verhaal nu echt gebeurd of niet? Maakt het uit? Hoe maak je zo’n rubberen schijf? Heb ik deze mensen al eerder gezien en herken ik ze nu niet? Hebben ze al die boeken echt gelezen? Vond die man wat ik zei dom? Er zijn toch geen foute antwoorden? Lotte Lola Vermeer & Simon Baetens
Karlijn Kistemaker wint de BNG Bank Theaterprijs 2019 Terwijl wij hier het eerste weekend van het TheaterFestival beleven, is in Amsterdam het Nederlands Theater Festival volop aan de gang. De opzet is hetzelfde: een jury maakt een selectie uit de voorstellingen van het voorbije theaterseizoen, die vervolgens gebundeld en omkaderd nog eens getoond worden. Tijdens het Nederlands Theater Festival worden er ook een aantal prijzen uitgereikt. Eén van die prijzen is de BNG Bank Theaterprijs, een stimuleringsprijs die jaarlijks wordt uitgereikt aan jong theatertalent tot 35 jaar. De eer ging dit jaar naar Karlijn Kistemaker, die met haar gezelschap Kompagnie Kistemaker de voorstelling Missie Márquez in Colombia (deel 7, 8 en 9) maakte. In deze voorstelling brengt ze de veelgeprezen roman Honderd jaar eenzaamheid van Gabriel García Márquez op het toneel. Uit het juryrapport: ‘Het is bijzonder knap hoe werkelijkheid en theater samensmelten in het magisch-realistische universum dat Kistemaker creëert. De spelers transformeren tot personages die zo uit een stripboek kunnen wandelen, maar nergens verliest hoofdpersoon Kistemaker haar integriteit of haar kwetsbaarheid.’ Kistemaker wint een bedrag van 45.000 euro, dat gebruikt kan worden om haar werk verder te spelen of om een nieuwe productie te maken. Naast Kistemaker werden twee makers genomineerd die ook in de juryselectie van het TheaterFestival hier in Gent staan: Charli Chung (Don Caravaggio) en Saman Amini (A Seat at the Table). De andere genomineerden waren Marte Boneschansker (Bloos), Silke van Kamp (Chimo zei Lila), Ariah Lester (The Gate) en Vanja Rukavina (Language). Al deze voorstellingen worden, indien mogelijk, hernomen op het Nederlands Theater Festival. Lars Brinkman
7&8 sep 2019 5
Pzazz, de nieuwe recensiesite
‘Een voorstelling waarover niet geschreven wordt, bestaat eigenlijk niet’ Pieter T’Jonck liep al lang rond met het idee om een nieuw platform op te richten voor theaterkritiek. Nu is dat er, in de vorm van een website. Pzazz. theater is een nieuwe site voor een oeroude vorm, recensies. T’Jonck is ambitieus: hij wil over zoveel mogelijk voorstellingen berichten, liefst meteen de dag na de première. ‘Als je er niet meteen op zit, kan het al voorbij zijn.’ Simon Baetens & Emmanuel van der Beek
Er verschijnen veel stukken over theater. Waarom toch een nieuw medium?
Pieter T’Jonck: ‘Als je vroeger de krant las en naar de radio luisterde, had je een goed overzicht van wat er gaande was. Vroeger verschenen er recensies over zo’n 80 procent van de stukken die speelden. Nu lees je eerder lifestyle-interviews, die over de persoon van de maker gaan. Die artikels geven geen antwoord op de eenvoudige vraag: wat is er nu te zien op het podium?’
Jouw initiatief Pzazz wil daar een antwoord op bieden.
‘Net zoals het nieuws heeft ook theater vandaag een zeer hoge omloopsnelheid. Als je er niet meteen op zit, kan het al voorbij zijn. Dan is de recensie nog interessant voor de geschiedenis, of voor theaterwetenschappers, maar dan heeft ze geen impact meer op een publiek.’ ‘Je kan recenseren of kritiek leveren op veel verschillende niveaus, maar de eerste reactie is heel belangrijk voor zowel de makers als het publiek. Dat is niet noodzakelijk de meest juiste of belangrijkste mening, maar zo’n eerste repliek geeft de voorstelling wel zichtbaarheid. Door een snelle, liefst accurate eerste reflectie verlaat een werk het atelier van de kunstenaar en komt het de wereld binnen.'
Is dat volgens jou de belangrijkste functie van een recensie?
‘Ja, want een voorstelling waarover niet geschreven wordt, bestaat eigenlijk niet. Dat iemand het woord neemt over een voorstelling, is heel belangrijk.’ ‘Daarnaast geven recensies een beeld van wat er te zien is. Ik luisterde vroeger bijvoorbeeld veel naar de recensies van Wim Van Gansbeke of Pol Arias op de radio. Ik was het vaak niet met hem eens, maar omdat het goede recensenten waren, wist je wel om wat voor een voorstelling het kon gaan, en of dat misschien iets voor jou was. Dat is belangrijk. Frie Leysen (festivalorganisator en programmator, red.) zei vroeger altijd dat een slechte theatervoorstelling het theater kapot maakt. Je moet een babysit regelen, je moet je verrot haasten om er te geraken en je bent vervolgens een avond kwijt.'
Naast gevestigde waarden schrijven ook veel jonge mensen voor Pzazz. Is recenseren iets wat je kan leren?
Bij de recensies op Pzazz staan geen sterren. Waarom?
‘Soms is een voorstelling geweldig interessant, maar rammelt er volgens de gangbare criteria van alles aan. Waar moet je dan sterren op geven? De muziek, de belichting, de tekst? Sterren geven is iets voor de Gault Millau.’ Het belangrijkste nadeel van sterren is dat mensen niet meer lezen wat je schrijft, tenzij een beroemde maker slechts één ster krijgt of een onbekende vijf. Maar een recensie is geen consumenten- advies. Het is een poging om erg direct te betrappen wat bijzonder of eigen is aan een voorstelling.' ‘Op het laatste Kunstenfestivaldesarts zag ik bijvoorbeeld de voorstelling Ductus Midi (van Anne Lise Le Gac en Arthur Chambry, red.). Een haast willekeurige compositie van ideeën en beelden, maar toch was het effect fantastisch, omdat het stuk iets zichtbaar maakte dat ik in die vorm nog maar heel zelden had gezien. Ik heb daarom de voorstelling uitgelicht op de site. Daarmee kan je laten zien dat er iets aan de hand is, dat er iets gebeurt. Maar als ik sterren had moeten geven was ik misschien bij drie gestopt.’
‘Sterren geven is iets voor de Gault Millau’ Pzazz werkt momenteel met weinig middelen. Waar kan op termijn de financiering vandaan komen?
‘Over de financiering heb ik tamelijk duidelijke ideeën, maar het is nog een beetje te vroeg om daarmee uit te pakken. (aarzelt) Ik wil eerst ook zeker weten dat er genoeg reactie komt op de recensies. Dat wisselt voorlopig sterk per voorstelling, maar de tendens is stijgend. Er komen steeds sneller lezers bij.’ ‘Pzazz zit nog in een soort testfase, maar het loopt goed. We hebben al veel gepubliceerd. Ik zou die testfase tot het eind van dit jaar willen volhouden. Dan kan iedereen zien dat we pakweg 150 stukken hebben gerecenseerd op zo’n zeven maanden tijd, waarmee we zo ongeveer iedereen kloppen. Als het verder gaat denken we aan 400 stukken per jaar, en in een verre toekomst aan een Europees platform.’ www.pzazz.theater
‘Deze site is geen platform voor mijn meningen, maar voor een diversiteit aan invalshoeken. Er zitten ‘oude rotten’ bij zoals Oonagh Duckworth of Johan Thielemans, maar ik vind het heel belangrijk dat jonge stemmen er aan het woord komen. Bij TAZ had ik een paar getalenteerde mensen die hun debuut maakten als recensent, maar soms nog wat aan koudwatervrees leden. Daar kan je bij helpen. Er zit echt een métier in het schrijven. Je moet in de eerste plaats heel precies kunnen kijken. Maar dan moet je ook nog beslissen hoe je dingen formuleert, wat je precies uit een voorstelling haalt, wat je negeert, hoe je een oordeel opbouwt... Al dat soort vragen vergen toch wel wat techniek. Pzazz biedt jonge mensen de kans om zich daarin te oefenen.’
© Emmanuel van der Beek
6 7&8 sep 2019
Staat van de Stad
Klop op deuren die Vanochtend werd de Staat van de Stad in kaart gebracht, een initiatief dat ieder jaar terugkeert in de stad waar het TheaterFestival zich afspeelt. Na Antwerpen en Brussel ging initiatiefnemer Lara Staal - artistiek curator, onderzoeker en cultuurjournalist - op zoek naar plaatsen waar de verbeelding welig tiert en waar creatieve broeihaarden Gent in beweging brengen. Simon J. Bellens & Lotte Lola Vermeer De Staat van de Stad kadert in Nieuwstedelijke Grond; een onderzoekstraject van Kunstenpunt, waarin het de territoria van nieuwstedelijke creatie wil verkennen. Er wordt gekeken naar interessante kruisbestuivingen, de manier waarop nieuwe plekken ontstaan en welke sociale en artistieke dynamieken misschien niet veel aandacht krijgen, maar wel belangrijk zijn voor de wijk en de creativiteit in de stad. Ook al willen ze die dynamieken en plekken in kaart brengen, toch is Nieuwstedelijke Grond ‘geen exhaustieve, objectieve mapping die plekken vastpint. Het is een zachte cartografie die subjectief peilt naar beweegredenen, dynamieken onderzoekt en daarbij vertrekt vanuit het perspectief van de ervaringsdeskundigen: de betrokken kunstenaars, activisten en burgers. Als wetten, beleid en instellingen de zichtbare harde lijnen zijn, gaan we met dit traject op zoek naar de onzichtbare zachte lijnen, de dynamieken, spanningen en petites histoires,
© Danny de Jong
en bekijken we wat er leeft.’ (Uit: Over Nieuwstedelijke Grond) De dag stond in het teken van een kennismaking met uiteenlopende mensen en praktijken die de stedelijke creatie in Gent bevolken. Op de Staat van de Stad las Lara Staal een brief aan de stad Gent voor, waarin ze achttien ongevraagde adviezen formuleerde om de creatieve bloei en diversiteit die er is verder te stimuleren, en niet te laten kapen door processen van gentrificatie of opwaardering. Ze stipt thema’s aan als subsidies, het dichten van kloven en vrijwilligers. We lichten er vijf uit:
7. Duurzaamheid ‘Tijdelijke invulling’ klinkt geweldig en voor sommigen werkt het gedwongen nomadische bestaan omdat ze altijd in beweging moeten blijven, maar herken op tijd de waarde van een plek die mag blijven. Iedere twee, drie jaar van locatie naar locatie hoppen kan precies niet doen wat het beoogt; namelijk duurzame relaties ontwikkelingen met de buurt en zijn bewoners. Je ergens thuis voelen heeft tijd nodig. Vertrouwen wordt niet in drie maanden tijd opgebouwd.
zichzelf. Een ieder die het gevoel heeft serieus genomen te worden en mede invloed mag uitoefenen zal zich aangesproken voelen.
11. Falen Falen is cruciaal. Topkunst mislukt zogezegd nooit maar moet daarom voortdurend conservatieve keuzes maken. Want alleen door op ‘safe’ te spelen, kan het idee van ‘kwaliteit’ en ‘succes’ behouden worden. Hierdoor circuleren altijd weer dezelfde namen die voortdurend op dezelfde manier gepresenteerd worden aan een publiek. Diepstedelijke praktijken daarentegen moeten kunnen falen. Risico is deel van het proces. Alleen zo kunnen ze direct inspelen op de actualiteit en zoeken naar nieuwe vormen.
12. Onafhankelijkheid Durf initiatieven hun onafhankelijkheid te laten behouden. Probeer niet alle kleinere organisaties onder één gezamenlijke vlag te duwen. Pluriformiteit is wezenlijk. Pas als iemand zijn specifieke zelf mag zijn, is er ruimte open te staan voor anderen.
9. Doelgroepdenken
17. Nieuwsgierigheid
Stop met doelgroepdenken. Gemeenschappen met verschillende culturele achtergronden dienen serieus genomen te worden. Het idee dat er formules zouden bestaan om specifieke groepen binnen te halen is paternalistisch. Iedere gemeenschap is net zo goed divers in
Durf een nieuwsgierige burger te zijn van je stad. Wandel soms in buurten waar je nog nooit geweest bent. Vindt de moed op deuren te kloppen die je nog niet kent. Verlaat met enige regelmaat het stadscentrum. Een stad is alleen divers als je durft je eigen habitat te verlaten.
7&8 sep 2019 7
Staat van de Stad / WISPER
je niet kent in Gent We kunnen geen recht doen aan de veelheid van de creatieve grond in Gent, maar we lichten vijf bijzondere plekken uit:
1. Manoeuvre
is een ‘co-creatieve kunstenpraktijk met o.a. buurtbewoners, kunstenaars’. Als open atelier en kunstenresidentie organiseerde het al Naaisatelier, waar kledij een persoonlijke ‘levensquote’ krijgt.
2. De Koer
maakt vanuit ‘multidisciplinaire, artistieke en sociale werking ruimte voor experiment en inspireert tot spel, reflectie en actie.’ Met muziekprogrammatie, een café, en een zeeptuin om natuurlijke reinigingsmiddelen te maken.
3. Bij’ De Vieze Gasten
dit huis, dat is ontstaan uit het theatergezelschap, wil ‘de meest uiteenlopende sociaal-artistieke projecten en evenementen in het kloppende culturele hart van de Brugse Poort’ stimuleren.
4. Kunsthal Gent
is sinds 2018 gevestigd in een 14de-eeuws karmelietenklooster. Het noemt zichzelf een ‘experimenteel kruispunt voor de presentatie en ontwikkeling van hedendaagse kunst’.
5. In de Ruimte
biedt een concertzaal, expositieruimtes en ateliers aan, om tegemoet te komen aan de nood aan tentoonstellings- of experimentatieplekken van pas afgestudeerde kunstenaars en studenten.
Kijken, werken en verwerken: op ontdekkingstocht door het festival
Lees de volledige brief op theaterfestival.be
In de foyer van de Vooruit doet een groep van vijftien man alvast een voorstelrondje voordat ze het theater binnenstappen. Onder de noemer Kijken, werken en verwerken zullen zij zich drie dagen lang vastbijten in een aantal voorstellingen uit de selectie van het TheaterFestival. De intensieve cursus is een initiatief van WISPER, organisator van artistieke cursussen dans, theater, muziek, kunst en literatuur voor volwassenen in Gent, Leuven en Antwerpen. Dit weekend op hun programma: Studio Shehrazade (Haider Al Timimi & Gorges Ocloo / Kloppend Hert & ARSENAAL), Aren (Benjamin Verdonck / Toneelhuis) en True Copy (Berlin). Eva De Mulder, theaterdocent van WISPER, ontrafelt samen met de deelnemers de verschillende lagen van de voorstellingen. Wat was het idee van de maker(s) achter de voorstelling? Hoe is het maakproces verlopen? Wat is er nodig om een bepaalde rol te spelen? Waar komt de inspiratie achter de inhoud vandaan? Deelnemer Bart Vander Schelde: ‘Omdat je naar een selectie van heel diverse voorstellingen gaat kijken, is het ook een ontdekkingstocht: je leert anders naar theater te kijken.’ ‘We kijken en reflecteren, maar gaan ook zeker actief aan de slag,’ zegt Eva. ‘Het is mooi om te zien dat de voorstellingen deuren openen om zelf te gaan improviseren
en scènes te creëren. Zo kunnen we de technieken en ideeën die we geleerd hebben meteen in de praktijk brengen.’ Deelnemer Thomas Storme is alvast enthousiast. ‘Het bezoeken van voorstellingen en oefeningen doen rond de stukken is de perfecte combinatie. Het is heel waardevol om kijkervaringen uit te wisselen en te improviseren.’ Na de voorstellingen gaan deelnemers in gesprek met makers en spelers. Zo spraken ze vrijdagavond met Haider Al Timimi van Studio Shehrazade. Bart: ‘In zo’n nagesprek is het tof om te horen hoe het maakproces in zijn werk is gegaan. Heel boeiend bijvoorbeeld dat Haider Al Timimi en Gorges Ocloo tijdens het begin van hun repetitieproces alle voorbereiding in de vuilbak durfden te smijten en opnieuw begonnen zijn met improviseren en uitproberen.’ Voorafgaand aan de cursus weten de deelnemers niet wat ze precies moeten verwachten. Ze weten enkel welke voorstellingen ze gaan bezoeken. Bart: ‘Maar door de toegankelijke werkwijze van Eva voelt iedereen zich veilig om actief mee te doen. Ik heb deze cursus al een aantal keer gevolgd en het is opvallend hoeveel deelnemers dit jaar opnieuw erbij zijn.’ Sophie van den Bergh
8 7&8 sep 2019
A Seat at the Table S aman Amini
‘Onbedoeld racisme is de blinde vlek’ Saman Amini is het creatieve brein achter A Seat at the Table, een rake voorstelling over discriminatie en racisme en over wie er plaats mag nemen aan de tafel waar de lakens worden uitgedeeld. Volgens Saman is er nog veel werk aan de winkel, ook in het theater. Emmanuel van der Beek & Mahdieh Fahimi
A Seat at the Table ging in première op Oerol in 2017. Waarom hebben jullie de voorstelling daarna hernomen en herwerkt voor de theaterzalen?
‘Als ik kijk naar de maatschappij waarin we leven en naar de babystapjes die we zetten in onze bewustwording van racisme, dan kan deze voorstelling nog jaren blijven spelen. In het gesprek over integratie zijn nog zoveel blinde vlekken. Deze voorstelling houdt het publiek op een gezonde manier een spiegel voor en geeft stof tot nadenken.’ ‘Ik kan je een concreet voorbeeld geven. In de voorstelling hebben we het over een incident met Humberto Tan, een zwarte man die een talkshow heeft in Nederland. Op een bepaald moment zegt zijn gast, een cabaretier, voor de grap tegen hem: “Je bent niet alleen donker, je bent ook nog dom.” In de Verenigde Staten zou hij hier nooit mee zijn weggekomen, maar in Nederland kan dat dus wel. Dat zegt heel veel over de huidige stand van zaken.’ ‘A Seat at the Table is dus zeker urgent, en ik denk dat het dat de komende tien à vijftien jaar nog zal blijven.’
Aan de grond van de voorstelling liggen persoonlijke anekdotes.
‘Ja, de hele voorstelling is vertrokken vanuit de woede van de cast. De narigheid die ik voelde tijdens de zwartepietendiscussie heeft me doen inzien dat ik een voorstelling moest maken over racisme. De anekdotes hebben we aangevuld met een fictieve lijn. Die gaat over het lijden van Kwame, een zwarte advocaat, een man die voordien nog nooit een probleem heeft veroorzaakt en een perfect voorbeeld is van integratie. Maar op een dag slaat hij een witte man in het gezicht en moet hij daarvoor in therapie. Dat is de rode draad doorheen de voorstelling. Gedurende de vijf scènes die daarover gaan, kom je eigenlijk dichter tot de kern van zijn trauma. Deze verweving van persoonlijke verhalen met die fictieve lijn toont hoe racisme kan leiden tot minderwaardigheidscomplexen. Die zorgen ervoor dat mensen die hier geboren zijn zich niet volledig kunnen wortelen.
Als je zo’n maatschappelijke kritiek formuleert, wordt jullie dat waarschijnlijk niet altijd in dank afgenomen.
‘Ik geloof dat ongemak en confrontatie de sleutel zijn om tot iets nieuws te komen. Ik merk dat mensen soms op hun tenen zijn getrapt, of dat ze zichzelf willen verdedigen. Dat beschouw ik eigenlijk als iets heel goeds, tenzij dat juist de aandacht weghaalt bij wat we eigenlijk vertellen. De voorstelling is uiteindelijk bedoeld om te verbinden. Wij wonen hier uiteindelijk ook, onze kinderen zullen hier ook opgroeien. Wij proberen voor hen een beter Nederland achter te laten.’
Moet je geen onderscheid maken tussen onbedoeld en bedoeld racisme?
‘Tuurlijk! Onbedoeld racisme is trouwens zoveel tragischer dan wanneer het opzettelijk bedoeld is. Als iemand zegt “Ga terug naar je eigen land, jij aap!”, dan keurt bijna iedereen dat af. Goedbedoeld racisme is de blinde vlek. Dat wij het licht daarop laten schijnen, maakt onze voorstelling nieuw.’
Er spelen op het TheaterFestival verschillende voorstellingen over racisme. Waarin is jullie voorstelling uniek?
‘In de eerste plaats omdat het verteld wordt door mensen die dit elke dag zélf meemaken. En in de tweede plaats denk ik dat wij de juiste toon hebben weten te pakken, een waarin veel humor zit. Ik denk dat humor de sleutel is om dit soort thema’s te kunnen bespreken.’
Niet iedereen vindt dat jullie de juiste toon hanteren. In een opiniebijdrage in rekto:verso hekelt Mia Vaerman de manier waarop A Seat at the Table het publiek aanvalt zonder ruimte te laten voor weerwoord. Vaerman vindt woede vaak geen constructieve manier om in debat te gaan, zelfs al is de woede gegrond. Welk antwoord geef jij daarop?
‘Ik denk dat wij helemaal niet op die manier met de vinger wijzen. Ik denk dat die vrouw zich super geconfronteerd voelde. Je komt er niet onderuit als je wit bent dat jij je op je tenen getrapt voelt, en ik kan me heel
© Bas de Brouwer
goed voorstellen dat dat confronterend is. Dat wil volgens mij net zeggen dat de voorstelling gelukt is. Ik vind het verheven dat zij bepaalt wat de juiste toon is. Het gaat over mijn pijn. Net zo goed als zij dat artikel mag schrijven, mogen wij deze voorstelling brengen zoals we willen. Ik hoop dat mensen komen kijken en zelf kunnen bepalen wat de juiste toon is.’
Moet de theatersector zelf ook schuldig pleiten?
‘Ik heb best heftige dingen meegemaakt, ja. Soms probeert iemand een grap te maken over etniciteit om juist dichterbij te komen. Maar die grappen leiden er net toe dat je je de hele tijd anders voelt. En als je je de hele tijd anders voelt, kun je je onmogelijk mengen. Terwijl dat uiteindelijk toch is wat je wil, je thuisvoelen. Je zou denken dat kunstenaars daar een stap in voor zijn, maar zo zie je maar dat kunstenaars ook maar mensen zijn. En dat we allemaal onze blinden vlekken hebben.’
‘Ik denk dat humor de sleutel is om dit soort thema’s te bespreken’ Denk je dat acteurs van kleur evenveel kansen krijgen?
(twijfelt) ‘Kijk, ik krijg in het theater heel veel kansen, ik mag eigenlijk niet klagen. Ik denk dat mijn etniciteit nu eindelijk een beetje in mijn voordeel begint te werken. In de filmwereld zie ik echte tragiek, want mensen van kleur krijgen heel vaak platte rollen, omdat er niet genoeg schrijvers en regisseurs met een migratieachtergrond zijn. De rollen die ik aangeboden heb gekregen zijn voor 90 procent plat en achterhaald. Dat is echt tragisch.’ ‘Bij mij heeft dat dat ertoe geleid dat ik dan maar zelf ben begonnen met produceren en schrijven.’
I f There Weren't Any Blacks You'd Have to Invent Them Aurelie Di Marino
7&8 sep 2019 9
‘Bij alle rollen en posities horen vooroordelen' If There Weren’t Any Blacks You’d Have to Invent Them is de voorstelling die Aurelie Di Marino (K.A.K, TransfoCollect) maakte in samenwerking met Ahilan Ratnamohan, Benjamin Op de Beeck, Nona Buhrs, Farbod Fathinejadfard en Kaat Arnaert. Bij de thee en koffiekoeken hadden we het met Aurelie en Farbod over hun drijfveren om de voorstelling te maken, over machtsstructuren en vooroordelen en over hoe we daar allemaal schuldig aan zijn. Mahdieh Fahimi De voorstelling is gebaseerd op het filmscenario If There Weren’t Any Blacks You’d Have to Invent Them van Johnny Speight. Hoe is dat verlopen?
Aurelie Di Marino: ‘Ik was erg onder de indruk van de originele film. Na afloop heb ik meteen ook het script besteld. Dries (Douibi, die de dramaturgie deed, red.) en ik zijn dat beginnen lezen. Het originele script werd geschreven in 1965 en hekelt het racisme en systematisch geweld in de maatschappij van toen. We hadden niet onmiddellijk het plan om er een voorstelling over te maken, maar waren eerder benieuwd hoe we vandaag de dag met die problematiek omgaan.’ ‘We nodigden tientallen mensen uit om met ons mee te lezen. Zo groeide ook bij anderen het enthousiasme om er effectief mee aan de slag te gaan. Sommigen wilden meteen de scènes beginnen spelen, terwijl anderen zich eerder inhoudelijk verder wilden verdiepen. Zo begonnen we ons onderzoek op de vloer, wat dan uiteindelijk resulteerde in onze voorstelling.’
Farbod, jij bent er pas daarna bijgekomen. Hoe verliep dat? Farbod Fathinejadfard: ‘De voorstelling
was al redelijk uitgewerkt toen ik er van Aurélie over hoorde. Eerst zou ik vooral een ondersteunende functie hebben in het stuk: de microfoon omhoog houden, geluiden maken, ervoor zorgen dat de anderen hun spel konden spelen, dat soort dingen. Maar toen ben ik ook beginnen na te denken over hoe ik mij verhoud ten opzichte van dat script en de actualiteit waarin we vandaag leven. Het bleek het perfecte stuk op het perfecte moment te zijn voor mij.’
Waarin ligt voor jullie de relevantie van het oorspronkelijke script?
Aurelie: ‘Iedereen heeft een rol en positie in de samenleving, waar machtsmechanismen aan kleven die door die persoon misbruikt kunnen worden, bewust of niet. Daar gaat het stuk van Speight ook over. Het is een onderwerp waar we ook vandaag nog mee geconfronteerd worden. In de samenleving die Speight beschrijft, zijn die rollen duidelijk omkaderd: de priester heeft een morele voorbeeldfunctie, de rechter oordeelt of iemand schuldig is of niet, de dokter kan de zieken genezen van de dood, de officier heeft de macht om geweld te gebruiken, etc. Dat is op zich nog hetzelfde vandaag, dachten we. Of zijn we in deze tijden allemaal wel een beetje van alles? Een beetje rechter, een beetje priester, een beetje officier? Wat waarschijnlijk wél veranderd is, is ons bewustzijn over die machtsposities. Maar op welke manier dan? Dat wilden we onderzoeken.’ Farbod: ‘We zijn zelf ook schuldig aan de rollen en posities die we allemaal op een bepaald moment innemen. Ook wij zijn ons dikwijls niet bewust welke consequenties die kunnen hebben en hoe ze bijdragen aan racisme of zelfs geweld. Bij al die rollen en posities horen ook vooroordelen en opportunisme. Met deze groep wilden we elkaar confronteren met onze medeplichtigheid daaraan. Ook ik ben op die manier op mijn eigen blinde vlekken gestuit.’
'Het is juist de herkenbaarheid die humor kwetsend kan maken’ In de voorstelling wordt op een vrij absurde manier gespeeld met die posities.
Aurelie: ‘Die absurditeit is gewoon ontstaan, er zitten zeker zaken in die humoristisch bedoeld zijn. Dat is ook zo in het originele script, Speight was een grote humorist. We zijn dat script beginnen spelen en toen moesten we er zelf ook om lachen. De manier waarop absurditeit werkt, heeft waarschijnlijk veel te maken met herkenbaarheid. Het is ook juist die herkenbaarheid die humor kwetsend kan maken. Die absurditeit hebben we ook vormelijk doorgetrokken. Zo vallen acteurs bijvoorbeeld uit hun rol, onderbreken ze elkaar en komt de regisseur zelfs tussenbeide. Dat laatste is ook een © Wannes Cré
organisch gevolg geweest van ons maakproces. Het was eerst de bedoeling dat ik, als regisseur, gewoon buiten het speelvlak zou blijven. Maar op een bepaald moment kon ik niet langer zwijgzaam toekijken. De andere spelers verwachten van mij dat ook ik mij zou uitspreken. We hebben die tussenkomst van de regisseur niet uit de trukendoos van het theater gehaald, ik wou gewoon een zo open mogelijke inkijk geven aan het publiek over ons maakproces.’
In het originele script zijn er zestien verschillende personages. Jullie cast is veel kleiner en ook diverser. Kunnen jullie zo meer zeggen?
Aurelie: ‘In het begin van de voorstelling richt Kaat (Arnaert, red.) zich tot het publiek en vertelt ze dat er in het originele script inderdaad zestien personages zijn. “Allemaal mannen”, roept ze. “Allemaal witte mannen”, roept Ahilan (Ratnamohan, red.) er nog bij. Daar lachen de mensen meestal mee.’ ‘Voor ons was zo’n cast gewoon geen optie. We hebben er nooit over nagedacht om het op die manier te spelen. Het is ook heel raar dat er enkel witte mannen in die film spelen, toch? We vroegen ons af: hoe kunnen wij daarmee omgaan? Het gaat ons ook niet per se om het privilege van witte mannen. Ik ben een vrouw, betekent dat dat ik me vrij kan pleiten van suprematie? Nee, helemaal niet. Ik ben me net erg bewust van mijn eigen privilege in deze wereld. Daarnaast is het in deze tijd ook niet echt aan de orde om voor elke kleine rol een verschillende acteur in te zetten, er is daar namelijk geen budget voor.’ (lacht)
In de originele film krijgt een acteur, een blanke man, zwarte verf op zijn gezicht. Jullie hebben dit anders aangepakt, waarom?
Aurelie: ‘We weten dat dat die scene vandaag gevoelig ligt, f*cking gevoelig zelfs. Maar als we die scène er gewoon hadden uitgeknipt, dan zouden we niet verteld hebben gekregen wat we willen zeggen. Met de groep hebben we er uitvoerig over gepraat. Het was voor ons erg belangrijk om die scène op een juiste manier aan te pakken. We kozen er uiteindelijk voor om die scène toch te spelen, maar in de plaats van verf gebruikten we tape. Natuurlijk zijn wij niet vrij van fouten, maar we denken dat het wel duidelijk is dat die scène effectief gaat óver die handeling en waarom dat die juist problematisch is. Het is complex, maar ik geloof niet dat censuur daar het juiste antwoord zou zijn geweest. We moeten het toch net hebben over de dingen die gevoelig liggen? Waarom maken we anders theater? Farbod: ‘We moeten meer over die dingen met elkaar in gesprek gaan. We zijn allemaal schuldig aan het hebben van vooroordelen. We dragen allemaal bij aan het systemisch geweld en het institutioneel racisme. In plaats van onszelf te censureren of in te houden uit angst om op tenen te trappen moeten we juist de confrontatie aangaan. Met onszelf en met elkaar.’
10 7&8 sep 2019
Vincent Rietveld gaat voor de Louis d'Or De Warme Winkel
Acteursgilde Theaterprijzen
us rs
ve
Louis d’Or
Edele roem of ijdele nonsens?
‘Je moet een dragende rol spelen en dat indrukwekkend doen. Onontkoombaar. Doorleefd. En genadeloos.’ Het ensemble van De Warme Winkel legt tijdens Vincent Rietveld gaat voor de Louis d’Or nog één keer uit hoe een acteur een nominatie voor een belangrijke prijs in de wacht kan slepen. Zondag worden De Acteursgilde Theaterprijzen uitgereikt op het TheaterFestival. We lichten de genomineerden en de geschiedenis toe van De Acteursgilde Theaterprijzen en de Louis d’Or. Sophie van den Bergh Dit is de eerste keer dat De Acteursgilde, de belangenvereniging voor professionele acteurs en actrices, hiervoor samenwerkt met het TheaterFestival. De prijzen worden uitgereikt aan de beste acteerprestaties.
In de categorie meest gewaardeerde prestatie actrice zijn genomineerd:
Charlotte Vandermeersch voor Buzz (ARSENAAL/LAZARUS & Kopergietery) Evgenia Brendes voor Dounia B (hetpaleis & MartHa!tentatief/ Bart Van Nuffelen) Greet Jacobs voor Misschien Marieke (Greet Jacobs & Lieve Blancquaert) Janne Desmet voor Craquelé (Studio Orka) Kristien De Proost voor All Inclusive (Julian Hetzel/ CAMPO)
In de categorie meest gewaardeerde prestatie acteur zijn genomineerd:
Danny Ronaldo voor Doe de Groeten aan de Ganzen (hetpaleis & De Nwe Tijd/ Freek Vielen) Gorges Ocloo voor Wat is de Wat (hetpaleis/ Simon De Vos) Johan Heldenbergh voor Marx (Stefaan Van Brabandt & Johan Heldenbergh) Michaël Vergauwen voor Who’s afraid of Virginia Woolf (Cie. De Koe) Peter De Graef voor Twee Zielen (Peter De Graef & De Kolonie MT)
De eerste keer dat De Acteursgilde Theater een prijs uitreikte was in 2016. Het ging toen om een lifetime achievement award, die werd gewonnen door Viviane De Muynck. In 2017 was er een samenwerking tussen de Acteursgilde en Film Fest Gent, waarbij ook film- en tv-prijzen werden uitgereikt. Die vallen nu onder de Ensors, de belangrijkste filmprijzen in Vlaanderen. Nu, twee jaar later, werd een partner gevonden in het TheaterFestival voor de enige acteerprestaties die er werkelijk toe doen: die van het theater. De jury van afgelopen jaar bestaat uit twaalf acteurs en actrices, die meer dan 80 voorstellingen hebben bezocht om vervolgens de nominaties voor de meest gewaardeerde acteerprestaties op te stellen. De leden van De Acteursgilde kiezen aan de hand van deze selectie van de jury hun winnaar. Johan Van Assche, gedelegeerd bestuurder bij De Acteursgilde, vertelt: ‘In het verleden werden alle winnaars rechtstreeks door onze 650 leden gekozen, maar we waren bang dat het daardoor meer een populariteitsprijs zou worden.’ Opvallend is de prijs voor het beste ensemblespel. Van Assche: ‘Dit was een voorstel van de jury, die beargumenteerde dat veel sterke voorstellingen bestaan bij de gratie van een collectief acteurs. Het zou absurd zijn om er iemand uit te pikken.’ Zondag 8 september vindt de feestelijke uitreiking plaats in de Balzaal van Vooruit. Professionals uit de theatersector en de leden van De Acteursgilde zijn hierbij aanwezig. Van Assche: ‘We zien de uitreiking als een soort showcase-evenement, en hopen dat het vervolgens wordt opgepikt door grotere organisaties. Zolang het maar op een serieuze manier gebeurt, zijn wij tevreden.’
7&8 sep 2019 11
Vincent Rietveld gaat voor de Louis d'Or De Warme Winkel
Dubbel kans voor Kristien De Proost
Vincent Rietveld: helaas pindakaas
In Nederland worden volgende week de Theo d’Or en Louis d’Or uitgereikt, de prijzen voor de beste dragende vrouwelijke en mannelijke rollen van het afgelopen theaterseizoen in Nederland. Die worden toegekend tijdens het Gala van het Nederlands Theater, dat de afsluiting vormt van het Nederlands Theater Festival. Naast de acteerprijzen worden de andere VSCD-Toneelprijzen uitgereikt, zoals de Mimeprijs, de Regieprijs en de Jeugdtheaterprijzen.
Voor de Louis d’Or zijn dit jaar twee acteurs genomineerd. Ramsey Nasr heeft zijn nominatie te danken aan zijn rol als Jude in Een klein leven (Internationaal Theater Amsterdam), ‘een emotionele en indrukwekkende slijtageslag’, volgens de jury. Joris Smit toonde zich in De wereld volgens John van Het Nationale Theater ‘zowel een begenadigd tekstacteur als een fantastische fysieke speler’.
De Louis d’Or en de Theo d’Or worden sinds 1955 uitgereikt door de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD) en zijn vernoemd naar acteurs Louis Bouwmeester en Theo-Mann Bouwmeester. Ze bestaan uit een gouden legpenning en een portret gemaakt door een kunstenaar naar keuze dat te zien is in de stadsschouwburg van Amsterdam.
Opvallende afwezige bij de genomineerden is Vincent Rietveld, die in de voorstelling Vincent Rietveld gaat voor de Louis d’Or te kennen gaf alles op alles te zetten om te worden vereeuwigd in de galerij van de Stadsschouwburg van Amsterdam. Om dit te bereiken brengt hij in zijn voorstelling de klassieke monoloog De Wereldverbeteraar van Thomas Bernhard ten tonele. Deze monoloog heeft in de theatergeschiedenis de meeste Louis d’Or-nominaties opgeleverd, volgens De Warme Winkel. Maar helaas pindakaas: Rietveld greep naast de nominatie...
Van Assche vertelt dat de Louis d’Or en Theo d’Or oorspronkelijk golden voor acteurs in Nederland én Vlaanderen, in de tijd dat het Theaterfestival nog door beide gezamenlijk werd georganiseerd. ‘Dit stopte toen de samenwerking uiteenviel. Sindsdien waren er in Vlaanderen geen professionele acteerprijzen meer. Daarom hebben wij geprobeerd dit initiatief nieuw leven in te blazen met De Acteursgilde Theaterprijzen.’
Citaten van het koor uit Vincent Rietveld gaat voor de Louis d'Or:
Af en toe wordt de Louis d’Or nog weleens door een Vlaamse acteur gewonnen, zoals vorig jaar door Bruno Vanden Broecke voor zijn rol als militair in Para. Van Assche: ‘Omdat één van de voorwaarden is dat de voorstellingen een minimum aantal keer in Nederland gespeeld moet hebben, is het zeer moeilijk om de prijs als Vlaamse acteur te winnen.’ Voor de Theo d’Or zijn Kristien De Proost, Hannah Hoekstra, Hanne Arendzen en Astrid van Eck genomineerd. Kristien De Proost maakt dus dubbel kans om een prestigieuze prijs te winnen, voor haar rol als museumgids in Julian Hetzels All Inclusive. De Nederlandse Toneeljury is bijzonder onder de indruk van ‘de subtiele details die ze in haar spel legt’ en die blijk geven ‘van een uitmuntende controle over haar personage.’ De jury zegt ook: ‘Het is bijzonder hoe De Proost iedere avond flexibel en overtuigend weet te reageren op de confrontatie met de realiteit.’
©Mirjam Devriendt
‘Het is om verschillende redenen opmerkelijk dat Vincent Rietveld deze poging onderneemt. Op de eerste plaats omdat hij eerder te boek staat als groot organisator en theatermaker, dan als groots acteur. Anderzijds omdat hij al sinds de oprichting betrokken is bij theatergroep De Warme Winkel, dat zegt als collectief te opereren… Maar met deze titel neemt hij wel heel expliciet afstand van gelijkwaardigheid.’ ‘De prijs is genoemd naar de grote toneelspeler Louis Bouwmeester… Uit de tijd dat schouwburgen nog zwakjes met kaarsen verlicht waren en de stem en de voordracht de kwaliteit van het toneelspelen bepaalde. Het moet fabelachtig hebben geresoneerd in ’s lands toneelzalen als Louis zijn klep opentrok.’ ‘De gemiddelde leeftijd waarop acteurs een nominatie in de wacht slepen is 42. En Vincent Rietveld is gisteren 42 geworden! … Al met al lijkt dit een kansrijke timing. Daar komt bij dat meer dan de helft van de winnaars, net als Vincent, de Toneelacademie in Maastricht heeft doorlopen. Dus de vooruitzichten zijn gunstig!’
©Mirjam Devriendt
12 7&8 sep 2019
Wat inspireert
PA\WS?
Tijdens het TheaterFestival neemt gelegenheidscollectief PA\WS, wat staat voor Performative Arts Workspace, zijn intrek in het Paviljoen op de Bijlokesite. PA\WS bestaat uit vier studenten van KASK School Of Arts. Elke avond geven zij een andere kunstenaar vrij spel in het Paviljoen, met de vraag om sporen achter te laten voor wie na hen komt. Wij gingen praten met Iris Donders, Senne Vanderschelden, Judith Dhondt en Marius Lefever over hun inspiraties. Welke kunstenaars, organisaties en initiatieven inspireren hun eigen werk en die van PA\WS? Welke gedeelde interesses verbinden hen? In dit interview spreken ze uit één stem. Simon Baetens
De inspiratiebron / Quizvraag van de dag
‘Eerder dan door specifieke kunstenaars zijn we geïnspireerd door initiatieven zoals CAMPING SUNSET (die met hun stuk Zomergasten twee weken spelen in het off-luik van het TheaterFestival, red.) en PAF (Performing Arts Forum, de residentieplek van Jan Ritsema in het noord-Franse dorpje Erme, red.). CAMPING SUNSET is een groep mensen die zich tijdelijk verbindt om kunst te maken en PAF is een plek die ontmoeting mogelijk maakt. Met PA\WS willen we eigenlijk beide zijn: we plaatsen ons telkens voor bepaalde tijd in een specifieke ruimte en bedenken formats om daar kunstenaars en publiek in dialoog te laten treden.’ ‘We zijn ook geïnspireerd door deze school (KASK & Conservatorium School of Arts, red.). Hier zijn zoveel studenten en docenten met interessante dingen bezig, maar vaak bereikt hun werk enkel mensen binnen hun eigen opleiding. Wij hopen die tussenschotten te kunnen doorbreken.’ ‘We spelen zelfs met het idee om onze scriptie met vier te schrijven. Als experiment.’ ‘Enerzijds staat de school erg open voor samenwerking, maar op jurymomenten wil ze toch graag weten wie precies wat gedaan heeft, ook al is dat flou. Voor echt co-auteurschap is er nog weinig ruimte.’ ‘Misschien komt er ook een PA\WSwoordenboek met termen die we vaak gebruiken. Een woordenboek dat constant kan worden aangevuld. Omdat onze woordenschat voortdurend in beweging is.’
DE LEESTIPS VAN PA\WS De geëmancipeerde toeschouwer Jacques Rancière Precarious Life - Judith Butler Verstrooiingen - Bernard Dewulf New Babylon - Constant Nieuwenhuys Kairos, een nieuwe bevlogenheid - Joke Hermsen
DE MUZIEKTIPS VAN PA\WS
z i u ag Qa r v n a ve d g a d
Welke iconische band trad in 1991 op in de Vooruit?
A. B. C. D.
The Who Led Zeppelin Nirvana U2
Li La Li - Kim Kay The Bay - Metronomy Hounds of Love - Kate Bush Otter Pop - Shawn Wasabi feat. Hollis Artis - Spinvis
Het juiste antwoord is Nirvana © Simon Baetens
redactie Emmanuel van der Beek, Liam Rees, Simon J. Bellens, Mahdieh Fahimi, Lotte Lola Vermeer, Simon Baetens, Danny De Jong, Sophie van den Bergh, Celine Vermeulen, Ben Ghyselinck, Sanne Stassijns, Ans Van Gasse, Lars Brinkman, Matthias Corneillie hoofdredactie dagkrant en blog Filip Tielens hoofdredactie radio Timon Van De Voorde grafisch ontwerp festival Bureau BoschBerg grafisch zetwerk dagkrant Tijsje Revalk V.U. het TheaterFestival Vlaanderen, Kathleen Treier, Jan Van Rijswijcklaan 155, 2018 Antwerpen
06
07.12
vr & za in copresentatie met NTGent
info & tickets: vooruit.be
ROSAS / ANNE TERESA DE KEERSMAEKER ‘Fase, Four Movements to the Music of Steve Reich’ l and A menta tour de l physicarce!” fo S NY TIME wo
18 t/m zo 22.12
MAMMALIAN DIVING REFLEX / DARREN O’DONNELL ‘All The Sex I’ve Ever Had’ Een open gespre over intimiteit k latere leeftijdop
12
14.12
do t/m za Belgische première / ihkv With Pleasure
PODIUM
Sensuele, speels e en intense dansvoorstelling , straight from Ri o!
© Christopher Shea
© Renato Mangolin
ALICE RIPOLL / CIA SUAVE ‘CRIA’
PODIUM
PODIUM
© Anne Van Aerschot
PODIUM
PODIUM
PODIUM
profetische meesterzet
*****
THE GUARDIAN
TICKETS
Ivo van Hove & Comédie-Française Les Damnés wo 18 – za 21 sep 2019 STADSSCHOUWBURG ANTWERPEN
Lees de artikels uit deze festivalkrant en andere artikels op theaterfestival.be/blog en discussieer mee via #HTF19! f Het TheaterFestival t @theaterfestiva1 en #HTF19 hettheaterfestival
Biechtstoel Heb je na een voorstelling ook zo de behoefte om je hart te luchten? Om na te praten over wat je net gezien hebt en je mening te geven over hoe fantastisch of vervelend die productie wel niet was? Kom dan biechten in De Biechtstoel, een installatie van het multimediale kunstkritiekcollectief De Zendelingen. Je vindt De Biechtstoel vandaag bij:
S T E TICK INF O
AREN @Minardschouwburg
Seizoenstip Sarah Moeremans Julian Hetzel & Jetse Batelaan Regisseur Sarah Moeremans opende donderdag het TheaterFestival met haar State of the Union. Ze pleitte onder andere voor meer onwaarachtig theater, dat een beroep doet op het vermogen om te contrasteren, te verbinden, te associëren en tekens te lezen die in een onalledaags verband staan. Op de vraag naar welke productie ze het komende seizoen het meest uitkijkt, heeft ze niet meteen een antwoord klaar. ‘Sowieso ben ik meer geïnteresseerd in het oeuvre van mensen dan in een enkele specifieke voorstelling. Ik zie het werk van makers als verzamelingen. Ik ben zeer benieuwd naar het nieuwe werk van Julian Hetzel (bekend van o.a. The automated sniper en All inclusive, red.). Het is een verwarrende maker. Dat is iets goeds. En daarnaast kijk ik ook uit naar wat Jetse Batelaan (van Theater Artemis, het jeugdtheater uit Den Bosch, red.) nog gaat maken.’ Lotte Lola Vermeer De voorstelling All Inclusive van Julian Hetzel speelt momenteel op het Nederlands Theaterfestival. Na een wereldtournee is de voorstelling terug in België op 26 november op het Next Festival in Ieper en op 13 december in het Leietheater in Deinze. De meeste recente productie van Jetse Batelaan is (....). De Belgische première is op 21 en 22 november in De Grote Post. Daarna nog te zien in DE Studio op 27 en 28 november.
www.theaterfestival.be za 7 september
zo 8 september
10u00 The Pain of Others P eter Aers Vooruit Concertzaal 10u00 Staat van de Stad #3 Gent Bij’ De Vieze Gasten 15u00 Zomergasten C AMPING SUNSET De Lübeck 20u00 AREN B enjamin Verdonck Minardschouwburg 20u00 A Seat at the Table Saman Amini Vooruit Theaterzaal 20u30 Vincent Rietveld gaat voor de Louis d’Or De Warme Winkel CAMPO Nieuwpoort
10u00 The Pain of Others Peter Aers Vooruit Concertzaal 15u00 Zomergasten C AMPING SUNSET De Lübeck 19u00 If There Weren’t Any Blacks Aurelie Di Marino Vooruit Domzaal 20u00 AREN Benjamin Verdonck Minardschouwburg 20u30 Craquelé Studio ORKA Sint-Machariuskerk 20u30 True Copy BERLIN Vooruit Theaterzaal
doorlopend Expo LUCA School Of Arts festivalcentrum Vooruit
Bachelor Beeldende Vormgeving
theaterfestival.be/blog