Dagkrant 1/09/2016

Page 1

DO 1 SEP 2016 DAGKRANT #HTF16 © Yuri van der Hoeven

Het huis van Yinka Kuitenbrouwer Potje huilen met Anneke Sluiters en Vincent Brons Geert Belpaeme wint Roel Verniers Prijs Magne van den Berg wint Toneelschrijfprijs

Aangrijpende speech van Barbara Raes aan Sven Gatz

Soloslim met Lisa Verbelen en Louis Vanhaverbeke © Jolien Fagard

s em Da lex ©A

www.theaterfestival.be


Š Kurt Van der Elst


D e Meest Zwaarmoedige Voorstelling Ooit… Artemis & De Warme Winkel

di 1 sep 2016   3

“Lekker samen zwelgen. Daar hadden we zin in.” Om precies vijf uur ‘s middag betreed ik het tranendal dat De Studio heet. In deze voormalige toneelschool wordt voor de komende dagen een gymzaal gebouwd, waarvan de vloer het beslist niet lang droog zal houden. De Meest Zwaarmoedige Voorstelling Ooit (waarvan het hele publiek moet huilen) is immers neergestreken in Antwerpen. Zoals de titel doet vermoeden, zullen de toeschouwers hun tranen snel voelen opborrelen. Ik sprak met de initiatiefnemers van deze voorstelling, Anneke Sluiters en Vincent Brons, over hoe zij hun publiek aan het huilen proberen krijgen. Jonathan van der Horst


4   di 1 sep 2016

D e Meest Zwaarmoedige Voorstelling Ooit… Artemis & De Warme Winkel

Hoe zijn jullie op het idee voor deze voorstelling gekomen?

Anneke Sluiters: Vincent en ik zaten bij elkaar in de klas op de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Op een gegeven moment werden we los van elkaar gevraagd om een idee voor een jeugd­voorstelling te pitchen. Toen hebben we besloten dat we dat samen zouden doen. We hadden allebei al een grote bewondering voor de schoonheid van melancholie en treurige liedjes. Dus beelden we ons in hoe het zou zijn als we de meest zwaarmoedige voorstelling ooit zouden maken. Jetse Batelaan, artistiek directeur van Theater Artemis, zag onze pitch en was overtuigd. Vincent Brons: We hadden Ward Weemhoff van theatergezelschap De Warme Winkel gevraagd om mee te spelen tijdens de pitch. Mara Vlijmen kenden we ook al, want zij had onze afstudeervoorstelling Sauvage geregisseerd. Dus eigenlijk was De Warme Winkel al voor onze pitch mee aan boord (lacht). Anneke: Al die mensen vonden het meteen een heel goed idee. Ward Weemhoff heeft toen aan Jetse Batelaan van Theater Artemis gevraagd of hij het zag zitten om een coproductie op te starten. En zodoende mochten wij onder het dak van De Warme Winkel en in coproductie met Artemis deze voorstelling maken. Helemaal fantastisch.

“We voelden bij ons zelf weinig ruimte om soms toe te geven aan het gevoel dat we ons klote voelden” Vincent Brons Hoe hebben jullie de taken verdeeld?

Anneke: We hebben als collectief gewerkt. De vijf spelers die je op de vloer ziet, hebben de voorstelling ook echt met vijf gemaakt. We zijn samen verder gaan brainstormen over het onderwerp, met dat materiaal zijn we toen acts en scenes gaan maken. Vincent: Jetse Batelaan kwam elke vrijdag kijken naar onze weekpresentatie. Dan lieten we hem soms wel drie uur aan improvisaties en scenes zien. Het concept wat wij van te voren hadden bedacht was nog redelijk open. Er was ruimte om te zoeken naar alle mogelijke vormen van zwaarmoedigheid. Wij hebben vrij lang gedacht dat de voorstelling meer performatief zou worden. Maar tijdens het proces is dat helemaal omgeslagen naar personages. Nu hebben we een voorstelling over vijf vrienden die hun zesde lid verloren zijn en proberen te overleven door een ode te houden aan de melancholie.

Wat betekent zwaarmoedigheid voor jullie?

Vincent: Toen we net afgestudeerd waren, werden wij ons opeens heel erg bewust van de hele ‘vind ik leuk’-cultuur. Alles moest leuk en vrolijk zijn. We voelden bij onszelf weinig ruimte om soms toe te geven aan het gevoel dat we ons klote voelden. Er was geen ruimte meer om te kunnen zwelgen. Maar toen herinnerden we ons dat we dat als puber wel deden. Toen konden we nog heel goed op onze kamer zwelgen bij muziek van Kurt Cobain. Maar als weldenkend volwassen persoon zet je dat toch een beetje uit. We vonden het daarom ook interessant om ons te richten op de doelgroep van 13+. Om die pubers eens te omarmen en hen een beetje te steunen in hun zwaarmoedigheid met een voorstelling. Anneke: Lekker samen zwelgen. Daar hadden we zin in.

Waarom is de zwaarmoedigheid uit de samenleving verdwenen?

Anneke: Door het internet en al die sociale platforms, heeft de mens ook een keuze in hoe hij zichzelf naar buiten brengt. Dat kan je heel bewust doen tegenwoordig. Daarin wordt toch vaak gekozen voor een mooie, vrolijke en outgoing versie van jezelf. Vincent: We leven in een beeldcultuur waarin alles verkocht wordt. Dat gaat veel verder dan producten, het gaat ook over jezelf verkopen. En dat doe je toch door leuk te zijn.

Hoe proberen jullie die ‘vind ik leuk’-cultuur op de scene te counteren?

Vincent: We gaan daar in het stuk niet heel letterlijk op in, hoor. Dat is gewoon waaruit het idee is ontstaan. De paradox van de voor­stelling is wel dat ondanks de personages zich volledig op de zwaar­moedigheid storten, het uiteindelijk toch hele grappig en komische scenes zijn geworden. Daardoor bekijk je de voorstelling op meerdere lagen. Je herkent de gevoelens die die personages hebben, maar je herkent ook het absurde en de humor van die gevoelens.

Anneke: We hebben alle clichés rondom zwaarmoedigheid uitgebreid ontleed. Voor deze voorstelling melken we die lekker uit.

Merk je een verschil tussen het spelen voor jongeren en het spelen voor volwassenen?

(In koor) Ja, heel erg! Anneke: Waar volwassen om lachen, dat komt bij de jongeren vaak heel serieus over. En andersom ook. Vincent: Zelfspot is nog niet in heel hoge mate aanwezig bij pubers. Die nemen alles toch wel heel serieus. Wat je ook merkt tijdens die schoolvoorstellingen, zijn de verhoudingen in een klas. Als er bijvoorbeeld een groepje van zes kinderen de klas dicteert, dan durft de rest bijna niet te reageren zonder hun toestemming. Pas als zij beginnen te lachen, lacht de rest ook. Dat is interessant om te zien vanuit de zaal.

Jullie hebben de voorstelling vaak in gymzalen gespeeld. Vanwaar die keuze?

Anneke: We dachten: wat is nu een goede plek om deze voorstelling te spelen? En toen moesten we meteen aan een gymzaal denken. Een gymzaal is een plek waar je vroeger als dertienjarige werd geconfronteerd met je eigen lichaam. Met afwijzing en angst. Een hele treurige plek eigenlijk. Het leek ons grappig om zo’n plek juist om te toveren naar een tranen­ kathedraal. Om er iets mooiers van te maken dan wat het in werkelijkheid is. Vincent: We hebben ook altijd aan de doelgroep gedacht. We dachten: we kunnen zelf wel heel veilig in het theater gaan staan en die scholen naar ons laten komen. Of we betreden gevaarlijk gebied en we gaan infiltreren in zo’n school. Een bekende plek voor de leerlingen, die dan een week wordt overgenomen door vijf van die emo’s.

Is het theater nog een van de weinig plekken geworden waar mensen in het openbaar hun emoties kunnen tonen?

Anneke: Theater is in ieder geval nog een van de weinige plekken waar mensen bij elkaar komen. Waar mensen samen in een zaal met andere mensen zitten en kijken naar mensen die echt voor hun staan. Zonder filters. Zonder photoshop. Dat vind ik sowieso al interessant aan de vorm van theater. En dat er op zo’n plek ook nog ruimte is voor emoties, is natuurlijk geweldig. Dat soort plekken zijn er wel minder, ja. Vincent: Er zijn onderzoeken waarin blijkt dat de gemeenschaps­ plekken, zoals dorps- of stadskernen, langzaam verdwijnen. Ik denk dat het delen van nare emoties inderdaad steeds individueler wordt. Maar aan de andere kant hebben wij ons in de voorstelling ook laten inspireren door gedichten die mensen op www.duizendgedichten.nl hebben gezet, wat ook heel oprechte uitingen van dat soort gevoelens zijn. Of van die meisjes op YouTube die dagboekfragmenten voorlezen. Of Leave Britney Alone. Een groter zwelgen dan dat bestaat er niet. Anneke: Maar er zit wel nog steeds een scherm tussen.

“Waar volwassen om lachen, dat komt bij de jongeren vaak heel serieus over. En andersom ook.” Anneke Sluiters Jullie staan nu als Nederlandse productie op het Vlaamse TheaterFestival. Waren jullie verrast toen jullie geselecteerd werden?

Anneke: Ik was blij verrast dat het stuk hier ook goed in de smaak was gevallen. We hadden de tournee in België afgesloten. De klassen waarvoor we daar speelden, waren ook wel echt super leuk. Heel ontwapenend. Ze gingen helemaal mee in het verhaal en kwamen er heel broederlijk uit. Vincent: We hebben tijdens de tournee wel gevoeld dat het mensen raakt. Zowel de ironische kant als de bloedserieuze kant. We hebben mensen op de tribune gehad die helemaal ontdaan waren. Maar dat wil niet zeggen dat dat bij de jury ook zo was. Die kijken toch op een andere manier naar je voorstelling.

Wat gaan jullie hierna doen?

Vincent: Er komen weer nieuwe dingen aan. Anneke en ik gaan volgend jaar een groot locatieproject doen op Oerol. Het heeft nu als werktitel Indiaan. Het wordt een dansritueel over het verlangen een eigen stam te creëren en terug naar de natuur te gaan. Het hangt ook in de lucht om deze voorstelling nog te hernemen. Maar dat moeten we nog een beetje zien.


di 1 sep 2016   5

Buchbar

Koffie met Kim © Christophe Engels

Actrice en koffie-aficionado Kim Hertogs voorziet in haar Buchbar iedereen van overheerlijk zwart goud en bijpassende theaterlectuur. In het festivalcentrum staat Kim met haar pop up-coffeeshop, in de Scheldestraat startte ze twee jaar geleden de échte Buchbar. We spraken Kim in de late uurtjes van het festival, nadat haar opgepoetste hightech koffiemachine reeds onderdak voor de nacht had gevonden in deSingel en de kopjes koffie aan ons tafeltje plaats ruimden voor glaasjes wijn. Danny de Jong © Charlie De Keersmaecker

Dag Kim. Ik vraag me af: is de horecawereld ook niet een groot theaterpodium?

Kim Hertogs: Buchbar is alleszins een beetje mijn podium, het is echt mijn arena waar ik mag optreden. Ik ben van nature heel aanwezig, en in Buchbar mag dat. Dat vind ik heel fijn. Als er iemand binnenkomt die ik interessant vind, kan ik gewoon meteen naar zijn of haar naam vragen en wat ie doet, zonder dat iemand dat raar vind. Bij het aannemen van personeel merkte ik wel dat die fascinatie niet voor iedereen opgaat. Sommige mensen slaagden daar wel in, maar anderen hadden de neiging om zich ergens achter te verstoppen. Veel klanten komen net om een gesprek te voeren. Zo is er een man uit Roemenië, Razvan, die elke dag met zijn hondje langskomt. Hij komt altijd binnen met de zin “Hello superstar!”. Ik ben de enige actrice die hij kent, dus hij heeft een nogal romantisch, Hollywoodiaans beeld van wat acteren inhoudt. Dan zeg ik: “Maar Razvan! Ik ben niet rijk, ik heb geen limo. Ik doe af en toe een acteerjobke, maar we zijn hier in België, dat is heel klein. We verdienen niet veel.” Maar voor hem blijf ik een superstar (lacht). Veel bezoekers komen naar Buchbar omdat ze weten dat ze daar altijd met mensen een gesprek kunnen aanknopen. Dat zorgt voor fijne ontmoetingen met mensen van totaal verschillende achtergronden.

“Buchbar is een beetje mijn podium” Waarom hou je zo van koffie?

Koffie is iets heel magisch, want koffie is voor veel mensen een begin. Vanuit het idee: “Ik begin aan de dag en heb koffie nodig, om iets los te maken in mijzelf, om actief te worden, om ergens aan te beginnen.” Ik las op een blog voor koffiegeeks dat je mensen moet verzorgen die voor hun eerste koffie langskomen. Het is heel persoonlijk en voor iedereen anders. Koffie is iets metafysisch, het zet iets in beweging bij de mensen. Dat magische moment probeer ik te respecteren. Een koffiebar is voor veel mensen bijna een plek die oproept tot contemplatie. Net zoals het theater (lacht)!

Welk boek zou jij ons willen aanraden?

Ik vind het verzameld werk van Jan Decorte een van de meest bijzondere boeken die ik op het TheaterFestival verkoop. De meeste van zijn teksten zijn fonetisch geschreven, dus je moet het hardop lezen om het te kunnen begrijpen. De teksten zijn uitgegeven in mooie, korte blokjes onder elkaar, zonder hoofdletters. Kinderlijk en poëtisch neergepend, het wordt haast een soort naïeve schilderkunst. Alsof iemand nog niet goed wist wat het perspectief was en zomaar wat ging uitproberen. Maar volgens mij is het net een kunst om het zo te doen.

Iedere dag kiest een prominente figuur uit de theatersector zijn of haar favoriete boek of theatertekst uit de collectie van de Buchbar, te vinden in het festivalcentrum. Wie?

Clara van den Broek (coördinatie acteren Conservatorium Antwerpen en theatermaakster bij SKaGeN)

Favoriete boek?

Ik kies voor Torquato Tasso van Goethe. Het is een stuk dat me reeds lang geleden trof doordat het de benarde positie van de kunstenaar zo prangend weergeeft: zijn relatie met de geldschieter. In het geval van Torquato Tasso gaat het over de relatie van de hofdichter met de mecenas. Vertaald naar vandaag gaat het over de relatie van de kunstenaar met de subsidiegever. Goethe belicht goed de tweestrijd van de kunstenaar tussen enerzijds zijn innerlijke mateloosheid en nood aan vrijheid, kortom zijn kunstenaarschap, en anderzijds de noodzaak van een gematigd en correct uiterlijk gedrag, opdat hij aan het werk zou kunnen blijven. Dat is de vork waarop vele kunstenaars zijn genomen: we dreigen in zekere zin te worden ‘lamgekocht’ door een dan nog beperkt subsidiebedrag dat we bovendien voort­durend dreigen te verliezen. Ik herinner me een pijnlijk beeld uit de Torquato Tassovoorstelling van Jan Decorte, die ik op video zag. Ik weet zelfs niet zeker of het beeld er exact zo in zat, het kan zijn dat ik het zelf heb verbeeld, maar ik draag het in elk geval in me mee: het beeld van de gelauwerde hofdichter op handen en voeten voor de mecenas. Het is erg jammer dat een kunstenaar mogelijk niet de kans krijgt zijn wilde vlucht te nemen. Macht en wantrouwen houden hem vaak, tenminste uiterlijk, gebonden. Ik denk dat de State of the Union van Wouter Hillaert daar ook ten dele over gaat.

Favoriete koffie?

Latte (nu!)

Check de volledige lijst van boeken en theaterteksten uit de Buchbar op: theaterfestivalblog.be/buchbar


Solo 6   di 1 sep 2016

K okokito Louis Vanhaverbeke

met Louis Vanhaverbeke & We zijn laat voor ons interview met Louis Vanhaverbeke. Niet 15u, maar 14u was de afspraak. We haasten ons, onze geest stapt sneller dan onze benen, bewust van het schrijnend gebrek aan professionaliteit. We naderen Bar Bidon, de hippe wielerkroeg in Gent. Louis zit op het terras. Hij is performer, danser, beeldend kunstenaar, muzikant, metro-rapper (dixit Evelyne Coussens), knutselaar. Kortweg, in het theater­ telefoonboek vindt u hem onder ‘manusje-van-alles in de podiumkunsten’. Of in hippere termen: multi-artist. Tijdens ons gesprek komt Louis’ fascinatie voor de term ‘multi’ al gauw bovendrijven. Net als die voor de zintuigen. Ruiken we daar een interessante babbel? Arno Boey en Daan Borloo

af hoe hij rond zijn doek moest bewegen.” Zijn bewondering voor het gevoel dat verscholen ligt in het werk van Pollock brengt ons onmerkbaar bij Louis’ laatste zintuig: de tast. Iets wat hij opentrekt naar voelen in de breedste zin van het woord. “Op jonge leeftijd, ik was twaalf denk ik, ben ik in elkaar geslagen door andere jongens. Dat heeft me sterk fysiek beïnvloed. Ik voelde die angst lichamelijk. Ik was bang, durfde niet meer naar buiten. Die angst nam mijn lichaam over, ik was me er heel bewust van. In de jaren nadien ben ik blijven zoeken naar hoe ik een lichaam kon zijn, in deze wereld, los van angst, los van de greep van anderen.” Na het gesprek bedankt Louis ons omdat we een uur te laat waren. “Terwijl jullie onderweg waren, heb ik eindelijk nog eens de tijd kunnen nemen om gewoon te kijken. Dat deed deugd.”

© Jolien Fagard

Op het TheaterFestival speelt Kokokito van Louis Vanhaverbeke in het Circuit X-programma. Een onderzoek naar taal, zo noemt Louis het zelf. Gemaakt door een jongeman die is opgevoed met popcultuur en toegang heeft tot veel verschillende media. Een jongeman die daarna verzeild raakte in de kunst, een domein dat veel bezig is met schoonheid en esthetiek. Louis Vanhaverbeke: “Soms hoor je de onderverdeling ‘hoge en lage cultuur’. Ik vind het jammer dat we dit onderscheid maken en dat die beide categorieën een heel ander publiek aantrekken. Mijn ambitie ligt er in om minder toegankelijke thema’s in toegankelijke vormen te behandelen op het podium. Ik begrijp niet waarom elk popnummer over de liefde moet gaan en elk existentieel onderwerp ingewikkeld beschreven moet worden.” Terwijl het gesprek vordert, laat Louis af en toe het woord ‘multi’ vallen. “Die term komt hoe langer hoe meer voor. ‘Multi’ is echt hét woord van de afgelopen jaren. Het is een symbool geworden voor de moderne maatschappij. Alles is multimediaal, multi­­cultureel, multidisciplinair… Mijn nieuwste voorstelling ging in première op Theater Aan Zee en heet niet toevallig ook Multiverse.”

Louis’ universum laat zich niet begrenzen. In zijn evenwichtsoefening tussen de verschillende kunstdisciplines blijkt ook hij een kind te zijn van de multimaatschappij. “De groeiende kruisbestuiving tussen verschillende media en kunsten is de voorbije jaren heel zichtbaar. Ik denk niet dat dit iets nieuws is. Het valt nu gewoon meer op door het gebruik van nieuwe technologieën. Kunstenaars denken nu eenmaal in verschillende zintuigen.” Het moet gezegd, Louis’ zintuigen zijn bovengemiddeld ontwikkeld. Zijn woorden over de multi’s van deze wereld zijn nog niet goed droog, of hij ziet in de verte een rode Fiat Multipla voorbijrijden. Hij is zich zeer bewust van het omgevingsgeluid. Hij drinkt met een tederheid die enkel fijnproevers gegeven is. “Ik kook wel graag, maar mijn smaak en reuk zijn niet zo ontwikkeld. Hoewel, misschien moet ik in mijn volgende voorstelling net op die zintuigen focussen (lacht). En tja, mijn gehoor… Tijdens mijn opleiding Beeldende Kunst aan Sint-Lucas werkte ik vaak rond geluid. Het is iets ruimtelijk. Geluid reist door de ruimte, net zoals ons lichaam. Ik vind dat aspect van geluid van essentieel belang in de beschrijving van muziek.” Het antwoord op de vraag wat de meest bijzondere auditieve ervaring is van Louis, doet ons ons even verslikken in onze homemade ice-tea. “Eddy Wally tijdens de Gentse Student Kick-Off. Ik stond er met tranen in mijn ogen. The voice of Europe zong een nummer en ondertussen vlogen er studenten over het plein met een death ride. De impact van zijn nummer met de juichende massa had een erg fysieke impact op mij.” “Een memorabele visuele ervaring benoemen, is niet zo moeilijk. Toen ik zestien was, zag ik voor het eerst een echte Jackson Pollock. Toen ik dat schilderij zag, moest ik even neerzitten: ik was helemaal van mijn melk. Ik begrijp nog steeds niet wat er toen gebeurd is. En dat maakt niet zoveel uit. Het is magie. Ook Pollock had een multidisciplinaire manier van werken. Wanneer hij danste met zijn verf, was hij niet bezig met het beeld, maar met het gevoel, hij vroeg zich


slim di 1 sep 2016   7

O NE. B OG/Lisa Verbelen

Lisa Verbelen Lisa Verbelen zit ons op te wachten op een bankje in de zon. Ze is moe, maar dat is niet aan haar te zien. Lisa is nog maar net terug uit Montréal (zie pagina 10) en heeft voor het eerst in haar leven een jetlag. Maar ze vindt het niet erg om zo vroeg op te staan voor een interview over haar solovoorstelling ONE. ­– vanavond te zien op Circuit X. Lisa vertelt over haar voorstelling, over de start van BOG., het gezelschap, en over de toekomst. En dan loopt het plots mis. Alsof het een plaatselijke regenbui is, doet een vogel zijn behoefte. Op Lisa. Op haar voorhoofd. Op haar tas. En dan heeft ze het nog niet over haar gebroken voet gehad. Maar ze blijft lachen. Anke Van Meer en Xandry van den Besselaar

Over BOG.

Sanne Vanderbruggen, Benjamin Moen, Judith De Joode en ikzelf waren al half vrienden toen we met BOG. begonnen. Ik ging een voorstelling pitchen op Festival Cement in Nederland en schreef de andere drie stiekem mee in, puur intuïtief. Ik won de pitch, waardoor ik hen daarna wel moest bellen en op de hoogte brengen (lacht). We hebben toen afgesproken dat we één voorstelling samen zouden maken en een mogelijk vervolg zouden afwachten. Na onze gelijknamige debuutvoorstelling BOG. hebben we beslist om samen door te gaan als collectief, BOG. Er is dus BOG., de voorstelling, en BOG, het gezelschap. En dat is nog steeds een gelukkig huwelijk.

Over brieven schrijven

Bij BOG. hebben we een ledenbestand van mensen die ‘ervaring’ doneren aan ons via mailconversaties en brieven. Er zijn ongeveer 260 mensen die allemaal iets mogen zeggen over het onderwerp waarover wij een voorstelling willen maken. We vinden het tof om ‘de groep mensen’ te horen over deze thema’s. Dit is allemaal begonnen tijdens onze eerste voorstelling BOG., omdat die echt over het leven ging. En iedereen is natuurlijk expert van het leven.

Over ONE.

Mijn solo ONE. is gebaseerd op mijn afstudeervoorstelling. Ik had dus een concept dat ik verder wilde uitwerken. Tijdens ONE. wordt een partituur van 90 meter geprojecteerd: een vierstemmig koorstuk dat alleen door mij wordt gezongen. De voorstelling gaat over het feit dat alles altijd beweegt. Het begon als een experiment: ik wilde weten hoe het is als het publiek op voorhand al weet wat er gaat gebeuren. Zelf vind ik het bijvoorbeeld ook heel leuk om naar een cd te luisteren en de tekst erbij te nemen. Solo’s gaan voor mij ook altijd een beetje over alleen zijn. Je kan tegen niemand praten en je kan op niets reageren. Ik merkte dat ik tijdens het maakproces vaak op zoek ging naar hoe je met meer kan zijn als je toch alleen bent, wat eigenlijk een beetje het ontwijken van de eenzaamheid is. Ik heb vooral alleen gewerkt. Het was heel

eng om opeens te moeten beslissen welke zin waar moet komen. Tot aan de première wist ik niet hoe mensen op ONE. zouden reageren. Ik ben blij dat dramaturg Roos Euwe en Judith de Joode, die de eindregie deed, er waren om mij aan te moedigen. De partituur die geprojecteerd wordt is handgetekend. Het is geen klassieke noten­balk, maar een zelfgemaakte partituur, zodat die voor mij helder is. Als de beamer goed is, kan je zien hoe ik op sommige plaatsen tipp-ex heb gebruikt (lacht). Het maken van het filmpje was veel werk. Zo moest ik geluid opnemen, filmen, monteren… De film was maar vijf dagen voor de première klaar. Ik vind het heel belangrijk om af en toe alleen en daarnaast ook in groep te kunnen werken omdat ik beide leuk en irritant vind. Als ik te lang het ene doe, krijg ik veel goesting in het andere.

Over gebroken voeten

Op Theater Aan Zee heb ik mijn voet gebroken. De gips is ondertussen weg, maar mijn voet is nog steeds in tape gewikkeld. Heel vies, want ik draag al vier weken dezelfde tape. Vorige keer heb ik de voorstelling zittend gespeeld, maar nu kan ik gelukkig weer staan. Ik mag alleen niet rennen en lopen. De buis waar ik over moet, ga ik wel wat trager laten lopen.

Over de toekomst

Over twee jaar speel ik een nieuwe solo. Die zal ALL. heten. Het wordt een voorstelling over complexiteit en chaos. Verder staan er met BOG. ook nog wat projecten op de planning. Zo spelen we in september volgend jaar de voorstelling KID. Bedoeling is dat we het publiek verdelen: kinderen en volwassenen zitten elk aan een kant, met tussen hen in een muur. Dan spelen we tegelijkertijd een voorstelling voor kinderen over volwassenen, en omgekeerd. De muur kan waarschijnlijk ook omhoog en naar beneden. Ik heb er al heel veel zin in! We maken ook voor het eerst een voorstelling waarvan de titel niet uit drie letters bestaat. Wat we wel willen wordt een voorstelling met twintig totaal verschillende mensen. Daarmee kijken we op een positieve manier naar de maatschappij en hebben het over wat we wél willen. De voorstelling speelt maar één keer.


8   di 1 sep 2016

“Ritme is alles voor mij” Ze was in een Spaans dorpje zonder internet toen ze onverwachts een telefoontje kreeg: haar tekst Ik speel geen Medea was genomineerd voor de Taalunie Toneel­ schrijf­prijs. Ze sprong halsoverkop het vliegtuig in naar Nederland en vervolgens richting deSingel, waar Minister van Cultuur Sven Gatz gisteren de prijs uitreikte aan Magne. Xandry van den Besselaar Gisteren zei je dat Ik speel geen Medea misschien wel het moeilijkste schrijfproces ooit voor je is geweest. Hoe komt dat?

Magne van den Berg: Ik kon geen toon vinden! Ik wist dat ik de tekst zou schrijven voor de actrices José Kuijpers, Raymonde de Kuyper en Ria Marks. Ik had ook al bedacht waarover het stuk moest gaan, namelijk drie actrices op pakweg zo’n anderhalf uur voor aanvang van een voorstelling. Dat is een heel spannend moment, je probeert je voor te bereiden en te focussen, maar tegelijkertijd ontspannen met elkaar te zijn. Alles wat ik schreef vond ik gebabbel, er ontstond niet echt iets interessants en dat leverde op een bepaald moment een crisis op. Als je je toon niet vindt, dan loopt je motor niet. Ik vond lange tijd niet de juiste atmosfeer tussen die drie personages.

En hoe begon die motor uiteindelijk toch te draaien?

Dat ontstond echt uit die crisis. Ik zat in Spanje te schrijven, en op een gegeven moment brak er iets in mijzelf. Ik dacht: “Ik kan het niet. Het lukt me niet!” En dat terwijl de voorstelling al een stuk of 45 keer was verkocht, zonder dat ik ook maar een letter op papier had staan! Er zat dus een enorme druk achter. Op het moment dat ik dacht op te geven, bedacht ik me dat mijn eerste zin misschien maar gewoon “ik doe het niet meer” moest zijn. Mijn crisis kwam natuurlijk door het gevoel dat ik ‘moest’ schrijven. Daar gaat Ik speel geen Medea ook heel erg over. Een toon vinden gaat voor mij over de manier waarop personages met elkaar praten, maar ook over het ritme van de tekst. Het gaat over

Taalunie Toneelschrijfprijs: Magne van den Berg

vorm. Niet alleen wat de personages zeggen, maar ook binnen welke vorm ze het zeggen. De inhoud geeft informatie, maar de vorm waarop je die inhoud vertelt of mededeelt, ook!

Wat maakt voor jou een theatertekst goed?

Wat ik belangrijk vind aan een tekst is dat je erin leest dat een maker diep is gegaan. Dat die niet is blijven hangen in algemeenheden of clichés. Dat je voelt dat iemand iets heeft aangedurfd met zichzelf en dat waarover hij of zij schrijft.

Hoe voel je dat?

Als schrijver merk ik dat bij mijzelf, doordat ik in een gebied kom waarin ik stuit op weerstand. Je bent de schrijver die van alles kan: monologen en dialogen schrijven, maar je bent óók de schrijver die zijn eigen redacteur is. Degene die beoordeelt of datgene wat hij of zij heeft geschreven goed genoeg is naar je eigen smaak en opvatting. Of het ertoe doet. Daarop beoordeel ik mezelf: ga ik ver genoeg? Is dit wat ik wil? Vind ik dit mooi, doet dit zeer, roept dit iets op, ontroert het mezelf? Ik merk dat het niet het geval is, als ik om de brij heen draai of als ik nog niet tot de kern van het drama ben gekomen. Ik vind het heel belangrijk dat er ergens pijn in mijn teksten zit. Dat is voor mij een belangrijke bron. Daarom zijn personages vilein, grappig, achterdochtig of juist scherp.

Voor Ik speel geen Medea moest je je plots verhouden tot de tekst van Euripides. Wat betekende dat voor jou?

Ik vind een titel belangrijk. Deze moet voor mij een bepaalde lading hebben, het moet me inspireren bij het schrijven. Je titel is ook je werktitel, je bron. Je kunt het vergelijken met een appel die naar beneden valt. De titel is het vruchtvlees en je hoopt dat het zaadje dat in die appel zit, gaat ontkiemen en gaat groeien. Mijn titel, daar verhoud ik me de hele tijd toe. Ik vond daarom ook dat ik niet lichtzinnig met de tragedie Medea mocht omgaan. De titel impliceert dat de actrice die opgaat Medea zou gaan spelen die avond. Ik zocht naar een manier om de actrice eenzelfde parcours te laten volgen als Medea in de tragedie. Er zit in zekere zin een spiegeling in, zonder dat je de tragedie als zodanig terugvindt. Maar de wanhoop en het verdriet zitten wel degelijk in mijn tekst. Mijn Medea is een eenzame figuur die een dapper besluit neemt. Maar op een heel ander niveau! Ze is een anti-Medea. In mijn tekst zint de actrice niet op wraak, ze is niet boos op een ander. Ik wilde graag dat ze de verantwoordelijkheid voor zichzelf nam. Dat doet ze door te zeggen dat het hier en nu genoeg is. Dat krijgt ze niet rationeel, ze krijgt het niet onder woorden gebracht, en uit zich in ontkenningen, het is eerder een diep gevoeld besluit in haar, dat ze het niet meer kan opbrengen om op te komen op de scène. Het niet meer kunnen in de tekst refereert onder andere naar de bezuinigingen in de theatersector. Ik benoem dat natuurlijk niet heel letterlijk. De bezuinigingen hebben onze sector geen goed gedaan: je kunt je als kunstenaar in de steek gelaten voelen, door bijvoorbeeld de beleidsmakers. En de politiek.

Niet iedereen leest die aanklacht in je tekst. Is dat een probleem?

Nee, het is een zachte aanklacht, maar het is er wel degelijk één. Het zou ook te eng zijn, als je zegt dat het alleen maar te maken heeft met die theaterpraktijk. Daarom vond ik het juryrapport goed. Zij trekken het veel breder. Het gaat uiteindelijk over een existentiële crisis. Het kan gelden voor een veel grotere groep mensen. Het is een soort burn-out: je plichtsgetrouwheid wordt zo verschrikkelijk op de proef gesteld tot je jezelf afvraagt “Waarom doe ik het eigenlijk nog?” Eigenlijk zegt de tekst tegen iedereen die in het publiek zit: “Waar je ook werkt of wat je ook doet, je kan gewoon op een dag stop zeggen”. Je kan met een huwelijk stoppen. Je kan met een baan stoppen. Je kan de moed vinden om je leven weer in eigen handen te nemen. De actrice zegt op een gegeven moment in de tekst: “Al is het alleen maar om te voelen waar de vrijheid nog zit”.

Je schrijft zowel in opdracht als op eigen initiatief. Wat is het verschil?

Als ik een te strakke opdracht krijg, bedank ik voor het aanbod. Dan doe ik het liever niet. Want als alles al is uitgevonden in mijn plaats wordt het een soort invuloefening. Dat wil ik niet. Ik moet wel vrijheid hebben om mezelf ermee te verbinden. Ik moet de vorm zelf kunnen uitvinden. Die vind ik door te denken, te wroeten en mijn ogen open te houden.

En is het lastig om je tekst los te laten?

Aan de ene kant is dat heel erg leuk. Als ik kan denken: “Het is in goede handen, ik heb er veel vertrouwen in”, dan is dat echt waanzinnig! Aan de andere kant ben ik te veel theatermaker om daar helemaal niks meer van te vinden. Er zit te veel theater­makersbloed in mij, om niet ook een idee te hebben over hoe je spelmatig dingen kan oplossen, hoe het decor eruitziet of waar stiltes zitten. Ik ben opgeleid aan de Mime Opleiding in Amsterdam. Dat is voor mij als schrijfster heel belangrijk: ik zit te spelen achter mijn computer. Ik spreek de zinnen hardop uit.


“Het is een oerinstinct om iets uit het niets te creëren” In de Blauwe Zaal van deSingel kwam gisteren de crème van planeet Theater bij elkaar. In een prijsuitreiking die aan elkaar werd gepraat door de sympathieke spring-in-’t-veld Lucas de Man werden er drie lauwerkransen uitgedeeld. Magne van den Berg ging naar huis met de Taalunie Toneelschrijfprijs, het gezelschap Berlin won de Vlaamse Cultuurprijs voor Podiumkunsten en Geert Belpaeme kwam als beste uit de pitchronde van de vernieuwde Roel Verniers Prijs. Tijdens de receptie achteraf trokken we aan Geerts mouw om hem even uit de massa te sleuren en aan een vragenvuur te onderwerpen. Dat bleek moeilijker dan verwacht, gezien het tig aantal mensen die hem aanklampten voor kussen en felicitaties. Arno Boey Dag Geert, was je verrast dat je de Roel Verniers Prijs won?

Geert Belpaeme: Eigenlijk wel. Ik heb alle voorstellen van de andere makers gehoord en gezien. Ze waren heel uiteenlopend. Ik kon moeilijk inschatten welk project de jury er zou uitpikken. Zo verschillend, je kan dat bijna niet met elkaar vergelijken.

Wat heb jij vandaag voorgesteld?

Ik heb de danssolo voorgesteld die ik wil maken. Het is een filosofisch en choreografisch manifest. Het vertrekt vanuit een essay van Barnett Newman, The first man was an artist. Dat is een pleidooi voor het feit dat de mens via de taal de werkelijkheid creëert. In essentie is de mens dus een kunstenaar die aan betekenisloze ervaringen betekenis toekent. De mens schept zelf. Ik ben al een tijdje met de solo bezig, samen met Mats Van Herreweghe. Wij onder­zoeken wat die taal is waarmee we de werkelijkheid creëren. Het lijkt een oerinstinct om iets uit niets te maken. Daarnaast willen we vanuit beweging een nieuwe taal maken. Als mens kun je een lege ruimte binnenkomen, bewegen en daarmee iets communiceren. Met deze solo wil ik dat onderzoek op de spits drijven.

Een taal wordt gesproken door twee partijen. Hoe wil je het publiek jouw taal laten spreken?

In onze vorige voorstelling Sprachspiel zaten Mats en ik aan een tafeltje tegenover elkaar en probeerden met abstracte handelingen een conversatie te voeren. In deze solo is het de bedoeling dat we vanaf het begin communiceren met het publiek. Ik probeer heel erg een dialoog aan te gaan. Dat is het schone aan het theater. Je kunt samen een wereld scheppen.

Hoe zie je je voorstelling de komende maanden evolueren?

Ik ben er nu al een jaar mee bezig. Dat proces gaat gewoon verder. In april 2017 wil ik me volop op dit project en de repetities focussen. Eind juni mag ik iets presenteren op Expeditie Dansand! in Vrijstaat O. in Oostende; Ik wilde eigenlijk in oktober of november klaar zijn, maar aangezien ik door deze prijs mijn solo volgend jaar op het TheaterFestival mag presenteren, zal het iets vroeger moeten klaar zijn.

In de vernieuwde Roel Verniers Prijs is het de bedoeling dat de voorstellen gepitcht worden. Het concept ‘pitchen’ is niet onomstreden. Ans Van den Eede liet in een pittig opiniestuk reeds haar ongenoegen blijken en ook Yinka Kuitenbrouwer was geen fan van het idee. Hoe ervoer jij het?

Toen ik een voorstel indiende voor deze prijs, vond ik het zeer moeilijk om uit te leggen wat mijn materiaal juist inhieldt. Het is zo abstract. Ik heb voor mezelf beslist om niet te proberen flashy and cool te zijn in de pitch. We kregen elk twintig minuten. Ik heb zeven minuten gedanst, zodat ik vandaaruit kon toelichten waarnaar ik op zoek ben en waarin ik wil verdergaan. Ik vind het vooral een moeilijk woord, ‘pitchen’. Het roept meteen iets flitsend op. Je moet je project zo cool mogelijk voorstellen. Misschien moet er gewoon een andere naam komen.

Een idee?

(denkt na) Iets met ‘voorstel’ in. Je doet een voorstel en je hoopt dat iemand je voorstel wil opnemen, toch? Misschien dit: ‘Een voorstel tot een voorstelling’?

Staat genoteerd, Geert.

di 1 sep 2016   9

m

mm m m

? r e g hon

mmmmmm

m

Roel Verniersprijs: Geert Belpaeme

mmmm

Menu Festivalcentrum Lara kookt voor u Ratatouille met kikkererwten, couscous en feta 12 Jambalaya met kip, koolsla en rijs 13 Crumble met appeltjes 3 Kokosrijstpap 3

Suggesties Grand Café deSingel Carpaccio van octopus met aïoli en citrus crème Tompous met houmous, slaatje met olijven en feta Videe van hoevekip, frietjes Griekse quinoasalade Pompelmoescannelloni met mascarpone, chocolade en espuma van Ouzo

14,00 12,50 14,90 15,50 8,00


10   di 1 sep 2016

Speech Barbara Raes

“Deze Cultuurprijs smaakt bitterzoet. що такі. Zo is het.” Tijdens de uitreiking van de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Podiumkunsten, gewonnen door Berlin, bracht Barbara Raes, op vraag van het gezelschap, een speech. Hier kan u het deel van de speech lezen waarin ze zich rechtstreeks richtte tot Minister Gatz. Barbara Raes

De volledige speech kan u lezen op www.theaterfestivalblog.be © Dries Segers

Beste Minister, Deze prijs heeft Berlin een hele zomer lang bezig gehouden, want moesten zij nu wel of niet gelukkig zijn met die prijs? Hoe cynisch kon dit zijn: een enveloppe krijgen van een regering die net beslist heeft dat ze niet voor de kunsten kiest? Moesten ze in deze context vandaag dit geld wel of niet aanvaarden? Moesten ze het weggeven, door- geven of terug af-geven? Een hele zomer lang… Het werd verwarrend, want een prijs is toch iets wat voluit deugd zou moeten doen en niet zoveel druk zou mogen zetten. Niets is minder waar… Deze prijs smaakt bitterzoet. що такі. Zo is het. Zoet voor de erkenning. Iets waar de Berliners oprecht dankbaar en blij voor zijn. Bitter na de ontgoocheling bij de subsidiebeslissing twee maanden geleden. Ik weet het, wellicht had u gehoopt dat we het er vanavond niet zouden moeten over hebben, want het is toch feest? Maar de essentie van vanavond is dat er niet voluit gefeest kan worden en dat het onze en ook uw taak blijft om het er wél over te hebben. Berlin behoort (net als vele anderen) tot het soort gezelschap dat met een twee keer “zeer goede” codering én een advies om het gevraagde subsidiebedrag volledig te volgen, na 13 jaar een beetje ademruimte zou krijgen om op een meer duurzame manier te kunnen werken. Dit advies niet volgen is snoeien zonder te laten bloeien. Het staat haaks op de waardering die de jury hier uitspreekt over dit werk, haaks op het grote publieksbereik, lijnrecht tegenover de internationale uitstraling en de economische ‘spil overs’ die het gezelschap realiseert door hun lange tournees. De Berliners behoren tot de ‘latere instromers’, zeg maar. Het lagere startbedrag waarmee ze mochten beginnen, slepen ze nu opnieuw voor vijf jaar verder mee en hoewel de perceptie van stijging ervoor zorgt dat er niet geklaagd mag worden, wat ze overigens ook niet doen, wil ik toch graag even benoemen wat de impact van deze beslissing in de praktijk is. Ik zal spreken voor Berlin maar ik ken genoeg kunstenaars die vandaag in een parallelle of nog slechtere situatie zitten. Zoals gezegd is Berlin internationaal een graag geziene gast. Dat is op zich fantastisch en creëert een bron van hun nodige productiebudget, maar in de praktijk is dat gewoon niet haalbaar of houdbaar wegens simpelweg onderbemand. En dan krijg je scenario’s als dat waarin de maker niet aan het maken is, maar zijn vrachtwagenrijbewijs aan het halen is om met het decor naar het buitenland te kunnen rijden. Of je zit na 13 jaar nog steeds in de situatie dat de productieleider ook de communicatieverantwoordelijke is en de verkoop moet doen. Je zou het een gezonde afwisseling in de job kunnen noemen, maar wanneer drie jobs in één persoon worden geperst, voel je mentaal en fysiek dat er iets niet meer klopt. Dit is de reden waarom ik gisteren dus toch besliste dat ik vandaag iets wou zeggen. Omdat ik – en met mij zovelen – me zorgen maak. Niet alleen om mijn geliefde Berlin, maar om de mensen in deze en andere zachte sectoren. Je hoeft geen visionair te zijn om te weten wat er nu gaat gebeuren. Een sector die vol loopt met gepassioneerde, flexibele mensen gaat constructief proberen verder doen, nog harder werken, nog meer op het tandvlees zitten. Alsnog de droom proberen te realiseren. Het is van een schrijnende schoonheid. Het aantal burn-outs is een bekommernis die u ongetwijfeld met mij deelt. Ik wil ze de komende jaren niet te eten moeten geven. De politieke beslissing om 0,46% van de totale Vlaamse begroting aan de kunstensector te spenderen is niet waardenvrij. Het weerspiegelt een maatschappijvisie die alles afbouwt wat bijdraagt aan een solidaire, genereuze en warme samenleving. Een maatschappijvisie waar u zich als Minister van Cultuur, niet alleen vragen bij moet stellen, maar die u ook met al uw politieke kracht en politieke moed moet bekampen. Want zijn u en ik het niet met elkaar eens als het gaat over de noodzaak van de kunsten en cultuur in tijden van crisis? Omdat ze ons terug bij elkaar brengen wanneer de wereld uit elkaar spat. Omdat ze een samenleving nieuwe inzichten, zelfreflectie en debat te bieden heeft. Omdat ze geen compassie hebben met vooroordelen, extremisme, fanatisme en xenofobie, maar dit recht in de ogen kijken en genadeloos weerspiegelen. En omdat ze bovendien doen wat iedereen blijkbaar verwacht in tijden waarin alles nuttig of rendabel hoort te zijn: jobs en economische groei creëren. En daarom ben ik zo benieuwd naar wat u, meneer de Minister, deze zomer hebt bedacht. Of u zich de concrete consequenties in de praktijk van deze beslissing hebt kunnen voorstellen, en wat uw ideeën zijn voor de toekomst in deze precaire omstandigheden? Hoe kunnen wij samen strijden tegen deze trend van flagrante politieke desinteresse voor kunst en cultuur en alle sectoren die staan voor het zorgende en menselijke aspect van deze samenleving ? We willen het er graag met u over hebben, maar écht over hebben. Want wij willen dat terug bij elkaar krijgen: dat ‘samen’ en dat ‘leven’. Het is een vraag, meneer de Minister, die u nu misschien met uw hoofd nog kan weigeren, maar niet met uw hart. що такі.

Barbara Raes


di 1 sep 2016   11

H onderdHuizen Yinka Kuitenbrouwer

Dit is mijn huis Yinka Kuitenbrouwer ging voor haar voorstelling HonderdHuizen bij honderd mensen op bezoek. Ze deelden lief en leed, met het hart op de tong en onder de riem. Voor de krant van het Theater­ Festival draaiden we de rollen eens om. We vroegen haar naar een belangrijk plekje in haar eigen huis.

Dat is het hoofd van Beethoven. Het is van mijn lief. Hij hecht er veel waarde aan, ik vind het redelijk lelijk. Dit is mijn vader. Er zit een heel verhaal achter het waarom van die foto, maar dat maakt niet zo veel uit. Ik vind het vooral fijn dat mijn vader daar hangt. Op de foto is hij eind twintig en lijkt heel echt op mijn broer.

Arno Boey

Een blikje met Wilhelminapepermunten. Met mijn moeder heb ik een soort rare obsessie voor afbeeldingen van koningshuizen. In heel het huis vind je spulletjes met royalty’s op.

© Arno Boey

Dit servies heb ik gevonden op een rommelmarkt in Frankrijk voor heel weinig geld. Het is heel waardevol voor mij, met die kitscherige gouden randjes. Het is voor alle dinertjes die ik graag wil geven, maar nooit geef. De kast komt ook van een rommelmarkt in Frankrijk. Ik heb ze gekocht toen ik voor het eerst op kot ging in Gent, zeven jaar geleden. Ik vind hem niet zo mooi en wil hem altijd wel opknappen, maar dat komt er nooit van.

Deze regenjas droeg ik als kostuum op het Fringe Festival in Edinburgh. Het huisje waarin ik speel stond buiten, het regende er constant en tijdens mijn voorstelling zat het publiek onder dekentjes te kijken.


12   di 1 sep 2016

Blik over de grenzen: theaterfestivals in het buitenland

© Phile Deprez

Janne Desmet schafft das op de Ruhrtriennale

Lisa Verbelen en Arne Sierens in Canada

U dacht dat het TheaterFestival het meest bijzondere was in zijn genre? Think again. Volgens Janne Desmet is de Ruhrtriennale, het festival even over de Duitse grens waar ze in de openluchtvoorstelling Sumpfland van Studio Orka speelt, van een totaal andere orde.

Aan de andere kant van de oceaan, in het beloofde land Canada, vieren ze ook een theaterfestival: ‘Dramaturgies en dialogue’. Een plek waar theatermakers van over de hele wereld elkaar ontmoeten tijdens brunches en diners, om te praten over nieuwe toneelschriftuur en dramaturgieën.

Filip Tielens en Mitch Van Landeghem

Daan Borloo, Anke Van Meer & Xandry van den Besselaar

We zagen Janne Desmet gisteren op het TheaterFestival. Ze had twee dagen vrij in haar Duitse speelreeks omdat Titus De Voogdt, die samen met haar in Sumpfland speelt, eerst nog Poepsimpel moest afwerken op het TheaterFestival. Janne Desmet: “We hebben de Duitse versie van onze nieuwste voorstelling Chasse Patate nu al vijf keer gespeeld. In het Duits kreeg het de titel Sumpfland. Een prachtig woord, maar wel een beetje jammer dat de betekenislaag die de originele titel in zich draagt, verloren gaat.” (Wielerkenner Jonathan van onze redactie wist ons te vertellen dat ‘Chasse patate zijn’ een uitdrukking is uit het wielrennen die zoveel betekent als ‘tussen de kopgroep en het peloton in hangen’. Oftewel: in een neerwaartse spiraal zitten). “Het was wel heel spannend om onze voorstelling in het Duits te spelen, want ik had maar een week de tijd om de Duitse tekst in te studeren. Je moet weten dat Titus De Voogdt en ik nooit Duitse les op school hebben gehad. Voor ons was het dan ook echt zwoegen om de tekst onder de knie te krijgen. Gelukkig past dit ook goed bij onze personages. Titus en ik spelen een broer en zus van eenvoudige komaf en daarom is het niet erg dat ons Duits soms meer op West-Vlaams lijkt. Onze tegenspelers, Dominique Van Malder en Julie Delrue, zijn dan weer heel goed in Duits. Gelukkig ook ideaal voor de rol die zij spelen.” “Het is ongelooflijk hoe professioneel alles eraan toe gaat op de Ruhrtriennale. Er lopen wel vijftig mensen rond die onze voorstelling begeleiden. Dat is niet altijd even efficiënt, maar het maakt wel duidelijk voelbaar welk groot belang hier in Duitsland aan theater en kunst wordt gehecht. Johan Simons, de artistiek leider van de Ruhrtriennale, wordt hier trouwens echt vereerd als een god. Vrijwilligers melden zich echt aan omdat ze die man bewonderen.” Alles is hier ook zo overgereguleerd: als het drie seconden druppelt, springen alle suppoosten meteen recht om de voorstelling stil te leggen. Terwijl ik dan in mijn slecht Duits tegen het publiek zeg: “Wir mussen durchspielen. Wir schaffen das!” (lacht) Daarin voel je toch een cultuurkloof. Maar het Duitse publiek reageert echt superenthousiast op de voorstelling. Erg vreemd ook om de hele tijd ‘open doekjes’ te krijgen: het publiek geeft ons tijdens het stuk geregeld een applaus, wat in Vlaanderen niet gebeurt.” “Dit is mijn eerste voorstelling bij Studio Orka en het is één van die zeldzame keren dat alle puzzelstukjes mooi samenvallen. Ook al ben ik stikkapot na onze speelreeksen in Gent, Genk en nu in Duitsland, toch krijg ik erg veel energie en adrenaline van dit stuk. Volgende zomer spelen we Chasse Patate weer in Vlaanderen. En hopelijk ook op het TheaterFestival (lacht).”

Lisa is één van de vier leden van het theatergezelschap BOG. (zie ook pagina 4). Zij trok samen met kompaan Judith De Joode naar Canada om te luisteren naar een vertaling van hun eerste voorstelling BOG. naar het Frans. “Niet alleen heb ik voor het eerst een jetlag, er werd ook voor het eerst een tekst van BOG. vertaald naar het Frans en voor het eerst zat ik in het publiek terwijl iemand anders BOG. speelde.” “Het Canadees-Franse dialect is superheftig. Moeilijk te verstaan. De manier waarop de Canadese acteurs de tekst brachten was heel anders. Veel dramatischer. Ze speelden echt op de grap. Het was grappig om te zien hoe zij de emoties heel duidelijk probeerden over te brengen. Dat was net wat wij niet deden. Ik vind het belangrijk om niet te veel in te vullen en om ruimte te laten voor het publiek. In het publiek zitten namelijk allemaal individuen die anders denken. Ik ga er graag vanuit dat iedereen gewoon anders is.” “Het was heel interessant om een andere theatercultuur te ontdekken. In Canada gaan ze heel anders om met een tekst. Iemand zei me dat ze ooit een Belg had zien spelen en dat ze dat heel saai vond. Ik heb vooral ontdekt dat we in Vlaanderen en Nederland bepaald hebben wat goed is en wat niet. Ik merkte dat ik met acteurs van België en Nederlands sprak over ‘bij ons’. Maar wat wij vinden is geen waarheid, want aan de andere kant van de oceaan gelden andere regels en smaken. Ieder zijn cultuur. Ik vond dat heel relativerend.” Ook Arne Sierens van Compagnie Cecilia was in Canada. Hij kon dus niet op het TheaterFestival zijn tijdens de speeldata van Poepsimpel. Hij merkte net zoals Lisa op dat ze in Canada op een heel andere manier te werk gaan. Arne Sierens: “Ik heb mij ontzettend geamuseerd in Canada en heb er met enkele mensen samengewerkt die mij met hun talent omvergeblazen hebben, ook al werken heel wat Canadezen ongelooflijk resultaatgericht. Improvisatie kennen ze amper, of schuiven ze van zich af. En de regisseur speelt nog heel vaak voor verkeersagent. We hebben ons stuk De Pijnders (in 2014 op het TheaterFestival te zien, red.) in het Frans gelezen en dan merk je al snel dat acteurs zich onmiddellijk willen vastrijden in een product, zonder de personageopbouw voldoende tijd te gunnen. Maar overall: ‘t was écht fun en leerrijk! Het was een heftige training voor mij.”


di 1 sep 2016   13

ON ICE Suzanne Grotenhuis/De Nwe Tijd

Goochelen op het ijs Start Nederlands Theater Festival: Dit gebeurt allemaal tegelijk… Vandaag start het Nederlands Theater Festival in Amsterdam. Dat betekent ook aan de andere kant van de grens elf dagen lang het beste van het voorbije theaterseizoen: elf voorstellingen in de juryselectie en daarnaast ook tien jeugdtheaterproducties onder de noemer TF Jong. Vanavond werd ook de – nu al ‘bijzondere’ – Staat van het Theater uitgesproken door Bas Heijne. Mitch Van Landeghem

Mitch Van Landeghem Tim Oelbrandt: “Er komt veel meer bij goochelen kijken dan je denkt. Als acteurs goochelen vergeten ze vaak te acteren, of omgekeerd. Maar Suzanne pikte de magie snel op: ze had de afleiding snel door en was meteen mee aan het denken hoe we de truc konden verbeteren. Op twee dagen tijd had Suzanne de truc onder de knie. Ik kan uiteraard niet zeggen wat ze precies doet, maar ik kan wel zeggen dat ze met de voeten van het publiek speelt. Ze doet niet wat ze zegt te zullen doen.”

“Circus en goochelen zijn altijd al theater geweest” Tim is niet enkel betrokken bij ON ICE op het TheaterFestival. Hij verzorgde ook het lichtontwerp bij ANECKXANDER van Alexander Vantournhout en Bauke Lievens. “Maar naast het licht zorgde ik ook voor magische effecten in ANECKXANDER: wat Alexander niet kan doen in het echt omdat hij op de grenzen van het fysiek mogelijke stuit, daar help ik bij door een beetje vals te spelen (lacht).” Beide voorstellingen zijn heel erg verschillend. “Ik ben erg trots dat ze allebei op het TheaterFestival spelen en dat ik zoveel vertrouwen krijg van deze jonge, beginnende artiesten. Circus en theater gaan volgens mij niet gewoon hand in hand, ze zijn hetzelfde. Ik heb daar nooit een onderscheid in gemaakt. Het hele plaatje is belangrijk, alles moet kloppen – kostuums, decor. Ook bij magie is er een theatrale setting. Circus is theater, goochelen is theater. Zo is het altijd al geweest.” © Jeroen Broeckx

Over Borgen van het Noord Nederlands Toneel was de jury van het Nederlandse Theater Festival even enthousiast als de onze. Andere parallellen tussen beide festivals zijn Helpdesk van Wunderbaum en De Man door Europa van Lucas De Man die het Vlaamse TheaterFestival uit de Nederlandse selectie plukten. Volgende genomineerden voor de BNG Bank Nieuwe Theatermakersprijs klinken ons ook bekend in de oren: ONE. van Lisa Verbelen/BOG., Scheeps-Horeca van Jan Hulst en Kasper Tarenskeen, When every­thing is human, the human is an entirely different thing van Wild Vlees (was te zien op Theater Aan Zee) en Dit gebeurt allemaal tegelijk van Eva Line de Boer, waarin we Benjamin Moen en Lisa Verbelen van BOG. kunnen herkennen. Deze laatste voorstelling kaapte de prijs ter waarde van 45.000 euro weg. Hoe het Nederlands Theater Festival er volgend jaar zal uitzien, is nog onzeker. De steun van het Fonds voor Podiumkunsten is weggevallen. Binnenkort zal het TF een aanvraag voor tweejarige subsidie indienen. Gelukkig ondersteunt de Stad Amsterdam ons zusterfestival gelukkig nog wel. Maar vanavond is het feest. En dat feest wordt op gang getrokken door Bas Heijne met zijn Staat van het Theater, de Nederlandse tegenhanger van de State of the Union. Gewoontegetrouw lokt de Staat van het Theater veel controverse op. Of dat ook dit jaar zo zal zijn, daar berichten we u morgen over in de dagkrant. Erewoord. Doei!

Op vraag van Suzanne Grotenhuis ontwikkelde Tim Oelbrandt een goocheltruc die zij uitvoert in haar voorstelling ON ICE. Maar Tim is veel meer dan alleen een goochelaar.


14   di 1 sep 2016

ook dat nog Tot groot jolijt van de redactie blijkt, tijdens het zoeken naar een gepaste titel voor het artikel, de naam Magne van den Berg genoeg stof te bieden tot het maken van woordspelingen. Passeren de revue: Magne-ifiek, Champ-magne, Opus Magne, ‘Waar haalde ze de Magn-o-naise?’ Hebben de selectie gehaald: nul.

De Barbaren

De Barbaren fABULEUS stuurt acht moedige, nieuwsgierige jongeren met een missie naar Het Theaterfestival. Hun opdracht: word hier en nu verliefd. Zij zijn De Barbaren. Robbe gaat naar Poepsimpel: het reisverslag

TURBULENTIE

Wees mee met de hype en gebruik net als de redactie #narwal. Instructies: hou een voorwerp tegen je voorhoofd, als een eenhoorn, en kijk kwaad in de camera. Post dit vervolgens op Instagram. Het woord is ook te gebruiken tegen iemand die een domme mop maakt. ‘Narwal!’ Op die manier.

‘Ik zit in de voorstelling. Poepsimpel is gelukkig minder serieus dan ik had verwacht – de acteurs spelen verschillende rollen en alles op een heel luchtige manier. Wat absoluut niet betekent dat deze voorstelling niet over zware onderwerpen gaat. Zoals dat loslaten, dat gebeurt dagelijks. De Baron in de voorstelling smijt een hele geschiedenis tegen de grond, door de paardenstal af te breken. Zou ik dat ook kunnen? Het huis waarin ik ben opgegroeid, het huis dat er al 65 jaar staat, zomaar met de grond gelijk maken? Zou ik dat kunnen verantwoorden? Ik denk het niet. Ik ben nogal materialistisch, denk ik. Spullen hebben een emotionele betekenis. En dan die dubbelrollen. Daar stond ik aan het begin heel sceptisch tegenover, omdat ik dacht dat de afstand tussen de personages dan zou verdwijnen. Maar de acteurs doen dat zo goed. De metamorfoses die ze ondergaan, de speelstijl: Ik ga er helemaal in mee.’

De vermoeidheid slaat toe op de redactie, waardoor de versprekingen niet langer van de feiten gescheiden kunnen blijven. Knokus Fack, Lisa Vervelen, Kim Kelloggs, Louis Vanhavermout en Yinka Köttbullar zijn maar een paar voorbeelden.

‘Poepsimpel is een voorstelling waar ik goesting van krijg om ze ook te spelen. Ik vind het indrukwekkend als een acteur zich roekeloos durft te smijten, zonder zich tegen te laten houden door wat iedereen denkt of zou kunnen denken. Ik kan dat niet altijd als acteur. Daarvoor ontbreekt het mij nog aan zelfzekerheid. Maar die kan ik nog kweken op het podium, daar geloof ik in.’

Onze livestream maakt school. Ook bij onze noorderburen werd er bij de uitreiking van de BNG Prijs druk genarwald –euh, gelivestreamd. Alleen jammer dat Lisa Verbelen stond aan te schuiven bij het eten en niet doorhad dat de voorstelling Dit gebeurt allemaal tegelijk, waar Lisa in speelt, de prijs wegkaapte. Ook Lisa kan alles tegelijk: eten, juichen en haar bord laten vallen.

© Kurt Van der Elst

BREAKING: Nu het Theater­ Festival bijna is afgelopen en juryvoorzitter Johan Thielemans anders toch maar met zijn vingers zit te draaien, zal hij de langverwachte vervanger worden van Joy Anna Thielemans. Het Thuis-intro­ filmpje wordt vlot aangepast naar Joh Anna Thielemans. Dat verschil ziet toch niemand;

(opgetekend door Mitch Van Landeghem)

LANDING

AANKOMST

VOORBEREIDINGEN

‘Ik bekogel acteurs Robrecht Vanden Thoren en Titus De Voogdt na de voorstelling met vragen over de voorstelling. Dit is wat ik ontdek: Ten eerste is Poepsimpel grotendeels uit improvisatie ontstaan. Arne Sierens heeft dan vervolgens de tekst neergeschreven. Ten tweede had Tom Vermeir te dikke benen om een vrouw te spelen. Als Robrecht en Titus dat doen, gelooft iedereen na tien minuten dat ze vrouwen zijn. Maar bij Tom werkt dat niet. Dat er dubbelrollen zouden zijn, was wel al de bedoeling van bij het begin, trouwens. Eén ding is wel jammer: Arne Sierens zelf is er niet. Hij is blijkbaar op reis.’

VERTREK

‘Nu ga ik nog even heel diep nadenken over wat ik heb gezien. Ik wil nog voor het einde van het TheaterFestival een e-mail sturen naar Arne Sierens met alle vragen die ik nog heb, maar ik ben bang dat hij niet antwoordt.’

REISBESTEMMING

‘Ik ben in de wolken. Ik ben één van de Barbaren van fABULEUS, wat betekent dat ik een theatermaker zal gaan volgen. Laat dat nu net Arne Sierens en zijn compagnie Cecilia zijn. Daar ben ik ontzettend fan van.’ ‘Ik heb de trailer gezien van Poepsimpel, de voorstelling die op het TheaterFestival speelt en waar ik me in zal verdiepen. Het ziet er nogal serieus uit. Over etiquette. En over loslaten. Daar moet ik over nadenken.’ ‘Ik zou zo graag eens in het hoofd van Arne Sierens kruipen.’

VLUCHT

‘Ik heb al veel nagedacht. Waarom moeten we alles zo serieus nemen? Gelukkig studeer ik op het Lemmensinstituut, woordkunst-drama. Hier kunnen we tenminste met z’n allen luid schreeuwen wanneer er iemand jarig is, dat zou op restaurant niet kunnen. Daar kan ik intens van genieten. Waarom kan ik mij niet gewoon op straat leggen en een badmintonmatch houden, wie bepaalt er wat mag en wat niet mag?’

JETLAG

TERUGKEER

‘Poepsimpel zit erop. Nog één opmerking, mensen: doe mee aan de Barbaren! Het is een ongelooflijk grote ervaring en ik heb mensen ontmoet die ik anders nooit zou ontmoeten. En dan nog iets: Ik sta voor dit interview met de dagkrant te bellen op de speelplaats. De directeur was net onze klas binnengewandeld om alle regels van de school nog eens te overlopen. Maar ik moest weg, voor dit interview. Regels zijn er om te breken, toch?’

Lees alle blogposts van De Barbaren op barbaren.tumblr.com!


D e Blinde Dichter J an Lauwers & Needcompany

di 1 sep 2016   15


Lees de artikels uit deze festivalkrant en andere artikels op theaterfestivalblog.be en discussieer mee via #HTF16!

Biechtstoel Kom biechten bij deze voorstellingen in het festivalcentrum:

do 1 sep / 20u45 – 23u30 ONE. ON ICE HonderdHuizen Check de reacties uit De Biechtstoel op www.zendelingen.be

TICK

f Het TheaterFestival t @theaterfestiva1 en #HTF16 www.theaterfestivalblog.be

ETS INFO

tickets en info: theaterfestival.be

redactie Jonathan van der Horst, Xandry van den Besselaar, Daan Borloo, Phéline Thierens, Bart Van Gyseghem, Katrien Van Bael, Arno Boey, Anke Van Meer, Eva Decaesstecker, Margot De Boeck, Mitch Van Landeghem, Stefan Moens, Mia Vaerman hoofdredactie Filip Tielens grafisch ontwerp Laura Bergans V.U het TheaterFestival Vlaanderen, Kathleen Treier, Jan Van Rijswijcklaan 155, 2018 Antwerpen

do 1 september

vr 2 september

18u00

09u00 13u30 20u00

20u00 20u00 20u00 20u00 21u30 22u00

HonderdHuizen Yinka Kuitenbrouwer deSingel Gang Beel niv. 1 De Meest Zwaarmoedige Voorstelling Ooit (waarvan het hele publiek moet huilen) Theater Artemis & De Warme Winkel DE Studio HonderdHuizen Yinka Kuitenbrouwer deSingel Gang Beel niv. 1 ONE. BOG/Lisa Verbelen deSingel Theaterstudio ON ICE Suzanne Grotenhuis/De Nwe Tijd deSingel Zwarte Zaal Kokokito Louis Vanhaverbeke Monty dubbel nagesprek HonderdHuizen Yinka Kuitenbrouwer deSingel Gang Beel niv. 1

20u00 20u00

Het Grote Participatiedebat deSingel Dag van de Programmator deSingel ANECKXANDER Alexander Vantournhout & Bauke Lievens deSingel Rode Zaal nagesprek C’est pas parce que tu t’arrêtes de pédaler que ton vélo va s’arrêter Forsiti’A DE Studio ON ICE Suzanne Grotenhuis/De Nwe Tijd deSingel Zwarte Zaal

theaterfestivalblog.be heater


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.