Dagkrant 25/08/2016

Page 1

DO 25 AUG 2016 DAGKRANT #HTF16 © Els De Nil

De Blinde Dichter in Jan Lauwers De staat van het theater volgens Wouter Hillaert en Aurelie Di Marino Highlands from the Lowlands

Theaterfestivaldebuut voor directrice Kathleen Treier

Op zoek naar Beckett met De Koe Probleempje? Bel Wine Dierickx! © Fred Debrock

os ro nB oe ©K

www.theaterfestival.be


Š Maarten Vanden Abeele


do 25 aug 2016   3

D e Blinde Dichter J an Lauwers & Needcompany

“Kunst moet terug in het cen­ trum van onze maatschappij gaan staan”

Eerst puur informatief: kan je iets zeggen over de titel, De Blinde Dichter? Die verwijst naar een Syrische dichter uit de elfde eeuw die echt heeft bestaan? Jan Lauwers: Ja, dat is de basis van de voorstelling. Eigenlijk zijn er veel blinde dichters, maar de Syrische dichter Abdel Al-Ma’arri was wel een heel bijzondere figuur. Op zijn eentje heeft hij de Verlichting in de Islam binnengebracht. Eén van zijn beroemdste uitspraken is: “Ze dwalen allemaal: moslims, joden, christenen en zoroastriërs. Er zijn twee soorten mensen: intelligente mensen zonder religie en religieuze mensen zonder intellect.” De Blinde Dichter is natuurlijk ook een metaforische titel: de poëet als visionair. Eigenlijk ben ik De Blinde Dichter beginnen schrijven na een bezoek aan Córdoba. Ik zag er het religieus conflict weerspiegeld in de Mezquita, een moskee die in de twaalfde eeuw tot kathedraal werd omgedoopt. Zo kwam ik bij de poëzie van die tijd terecht en ontdekte hoe open en vrijzinnig die was. Christelijke vrouwen hadden toen bijvoorbeeld de pest aan moslima’s omdat die té vrij waren. Maar dat weten wij allemaal niet meer... Door mijn nieuwsgierigheid naar het verleden besefte ik dat we te weinig weten van de Islam, zeker wanneer moslims tot staats­ vijand worden gebombardeerd zoals nu het geval is. En bij uitbreiding kennen we soms ook ons eigen verleden te weinig. Dus heb ik aan mijn zeven acteurs gevraagd om hun stambomen op te zoeken en mij over hun leven te vertellen. Ook via interviews met hen heb ik tekstmateriaal verzameld, en op basis daarvan heb ik dan een stuk geschreven. Er is veel verzonnen, maar meer dan de helft van het stuk zijn toch tranches de vie van de acteurs.

Needcompany opent het Theater­ Festival met De Blinde Dichter in de Rode Zaal. Wij vroegen Jan Lauwers naar de plaats van deze voorstelling in zijn oeuvre. “Er is in dit stuk veel verzonnen, maar meer dan de helft van het stuk zijn toch tranches de vie van de acteurs.”

De Blinde Dichter is zeer somber. De muziek, het licht, de verhalen, zelfs het decor… Grote, maar monsterlijke objecten zijn het: een dood paard, een kankercel. Is dat een U-turn in je oeuvre dat verder straalt van positiviteit? Of een tijdelijke dip?

Phéline Thierens en Mia Vaerman

© Maarten Vanden Abeele

Het is wat jij erin leest! Als dat ‘somberheid’ is voor jou, moet dat kunnen. Maar zelf vind ik het helemaal geen sombere voorstelling. Die zogenaamde kankercel is voor mij bijvoorbeeld een druppel die op de grond uiteenspat. In theater gaat het voor mij om poëzie, het gaat om wat het niét betekent: dat is het spannende. Kunst die zichzelf uitlegt vind ik niet interessant. Je moet ook voorzichtig zijn met hoe persoonlijk je in een voorstelling bent. De Blinde Dichter vertelt heel persoonlijke verhalen, maar voor mij staat de materie van het theater centraal. Namelijk: wat betekenen scène, voortoneel en publiek in dit stuk? En hoe kun je die drie lagen in de zaal overbruggen? Vooral de plaats van kunst in deze maatschappij boeit mij enorm. Als kunstenaar moeten we kunst terug in het centrum van de maatschappij krijgen. Eigenlijk is men dat in de 21ste eeuw vergeten, door de conceptuele kunst, door heel veel ‘academisering’… Eén voor één isoleren deze zaken kunst van de maatschappij. Ik kom net uit China waar ik in mei een solotentoonstelling in Shanghai had. Daar ga je dan door de censuurcommissie en moet je praten over de publieke ruimte - in een dictatuur! Ik ben een enorme voorstander van kunstenaars die in China, Israël of Syrië gaan werken: je moet net wél in dialoog gaan met ‘het systeem’. Als je mensen die hun leven riskeren om kunst te maken in de steek laat, ben je fout bezig.

Elk van de zeven geportretteerde acteurs draagt een trauma mee, of een bloederige voorgeschiedenis. Is dat zo voor eenieder van ons? Altijd. Als schrijver hoef ik mijn fantasie bijna nooit te gebruiken omdat ik zoveel verhalen cadeau krijg. Dan ben ik liever een soort spons: verhalen liggen overal op tafel. Iedereen die in zijn eigen geschiedenis duikt, vindt wel een traumatisch of bloederig verhaal. Dat is de schoonheid van het leven: je botst op vergankelijkheid en vroeg of laat ook op de dood. Zonder de dood bestaat het leven niet. En “ook de dood verdient een dansje”, zoals Grace (Ellen Barkey, red.) zegt.

Je toont in De Blinde Dichter dat de hele geschiedenis uit gruwelijke details is opgetrokken. Is er dan geen hoop volgens jou? Globaal gezien leven we beter, maar om nu te zeggen dat er veel hoop is... Ik denk dat de tijden niet anders zijn dan vroeger. Dat is het grootste verwijt naar media, politici en intellectuelen toe:


4   do 25 aug 2016 zij geven aandacht aan het negatieve, waardoor iedereen ook bedrukt dreigt te raken. Mijn werk kan dan wel een soort somberheid in zich dragen, ik probeer daar steeds een levensenergie tegenover te stellen. In De Blinde Dichter zit die energie bijvoorbeeld in de keuze om de muziek live te brengen.

Benoît Gob, een van de acteurs uit De Blinde Dichter, zegt: “Les images historiques montrent toujours les destructions”. Tegenover de kleine geschiedenis met al zijn vernielingen plaats jij de grote liefde. Is liefde altijd het hoofdthema van Needcompany geweest? Liefde en dood, of beter Eros en Thanatos, zijn toch de drijfveer van alle goeie kunst voor mij. Daar raak je aan de essentie van het leven. En theater is bij uitstek een interessant medium daarvoor, net omdat het zo vergankelijk is en - ik heb dat al dikwijls gezegd - omdat het niet kan worden gerecupereerd.

Een ander terugkerend thema van Needcompany is identiteit. Die is gebouwd op drijfzand, laat je in de voorstelling zien. Het thema identiteit fascineert mij omdat er zo’n valse klemtoon op wordt gelegd. Eigenlijk vind ik dat een heel moeilijke discussie. ‘Men is waar men geboren is’. Een kunstenaar die aan de grens met Libanon wordt geboren, denkt anders dan een kunstenaar uit Antwerpen, zoals ik. Maar je geboorteplaats is helemaal geen verdienste, dat is stom toeval! Iets waar je beter over zwijgt, vind ik.

Blijft het meeste van wat je in jouw State of the Union uit 2005 schreef, vandaag nog overeind? Je sprak over theater als miskende kunst, theater dat niet rendabel kan zijn, niet de massa maar het individu moet aanspreken, subsidie nodig heeft om te overleven… Absoluut! Subsidie is er om een minderheid een stem te geven. Ik begrijp echt niet dat er meer subsidies gaan naar de beveiliging van voetballers die miljoenen per dag verdienen, dan naar kunst. Het elftal van Anderlecht, wat zij verdienen… Daar kan je tien jaar theater mee maken.

D e Blinde Dichter J an Lauwers & Needcompany

Bij de laatste subsidieronde is het beschermen van die minderheid mislukt. Kan de kunstensector daar zelf iets aan doen? Met de subsidies voor Needcompany zijn we nu terug op het niveau van 2013. Wij kunnen voort, maar hebben van ons hart een steen moeten maken. Het resultaat is dat er ontslagen zijn gevallen en het ensemble van Needcompany eigenlijk niet meer bestaat. Het moeilijke punt is ook: als wij geld geven aan een andere groep, moeten we bij ons nog meer mensen ontslaan. Je kunt niet sociaal zijn met die subsidies. Je kunt wel samenwerken, maar met een groep die niet meer bestaat, gaat dat ook niet. Het is een patstelling. Meerdere mensen zijn er wel over bezig in de kunstsector, maar het is een heel delicaat en moeilijk probleem.

Je ideeën van elf jaar terug over de scheiding tussen kunst en politiek, sta je daar nu ook nog steeds achter? Politiek theater lijkt vandaag een nieuw elan te beleven, met concrete vragen en een fundamenteel zoeken naar alternatieven. Maar wat is politiek theater, en vooral: wat is de boodschap? Dat is een semantische discussie. Ik denk dat mijn theater absoluut politiek is… maar men verwart politiek met partijpolitiek of het innemen van een duidelijk standpunt. Ik denk niet dat theater die vraag moet oplossen. Gisteren had ik een gesprek Aishti Muat, die ik toch een heel belangrijke schrijver en theatermaker vind. Muat is niet zo bekend in België, hij is twintig jaar geleden uit Libanon gevlucht, heeft een enorme carrière gemaakt, de Palme d’Or gewonnen met zijn film Incendie. Heel politieke dingen allemaal. Maar nu is hij intendant van La Colline, een groot stadstheater in Parijs en krijgt tientallen mails en scripts toegestuurd van Palestijnen en Irakezen die zeggen: “Als Muat daar zit, kunnen wij ons ding er doen.” Maar als zelfs documentairemakers, politici, intellectuelen of filosofen er niet in slagen om daar iets zinnigs over te zeggen, wie zijn dan de kunstenaars? Kunst moet over poëzie gaan, over taal, over bijvoorbeeld een schilderij op zich. Maar ook dat is politiek. En dat vergeet men. Als de vorm niet goed is, is politiek theater gewoon slecht theater. De kunstenaar is met vorm bezig, en die vorm moet een link hebben met de maatschappij. We zitten wel nog altijd met een middenklasse in theater die ik totaal verdedig. En er is een vrijheid van komen en gaan in een zaal, dat is opnieuw een politiek gegeven. Toch moet je kunst autonoom blijven bekijken, anders gaan we allemaal hetzelfde doen en dat zou jammer zijn.

© Maarten Vanden Abeele


do 25 aug 2016   5

Backstage stories

TheaterFestival-debuut voor Kathleen Treier Haar telefoon staat roodgloeiend: de laatste afspraken met de theater­ gezelschappen worden gemaakt, op welke deuren moeten er posters worden geplakt, en hoe sluiten we het espresso­apparaat van de Buchbar aan? Kathleen Treier, sinds september 2015 directeur van het TheaterFestival, is druk in de weer. Vlak voor haar eerste festival is ze zichtbaar zenuwachtig. De redactie zette koffie voor haar en streek neer voor een gesprek tussen alle bedrijvigheden door. Xandry van den Besselaar

Vorig jaar was je door je moeder­ schapsverlof nog bezoeker van het TheaterFestival, al wist je toen al dat je de nieuwe festivaldirecteur zou worden.

Kathleen Treier: In februari 2015, toen de vacature openstond, heb ik gesolliciteerd om Els de Bodt op te volgen als directeur van het TheaterFestival. Op dat moment was ik nog zwanger, begin mei is mijn kindje geboren. Tijdens mijn sollicitatie zei ik al dat ik de job heel graag wilde doen, maar dat voor de editie in september 2015 iemand anders mij zou moeten vervangen (Hendrik De Smedt, red). Ondertussen schreef ik aan het nieuwe beleidsplan van het TheaterFestival en sprak ik heel veel mensen over hoe zij de toekomst van het festival zagen. Om zo’n plan helemaal alleen te schrijven, zowel artistiek als zakelijk, kon ik die tijd wel goed gebruiken.

“Het afgelopen jaar was een kantelpunt in mijn leven” Heeft deze nieuwe job jouw leven ook grondig veranderd afgelopen jaar?

Een van jouw speerpunten is het aanhalen van de banden met de theaterwereld. De hele sector moet zich gerepresenteerd voelen. Hoe doe je dat in een format van ‘best of’ voorstellingen?

Ik vind het belangrijk dat de jury een vertegenwoordiging is van een brede groep mensen. Daarom wil ik proberen om gaandeweg meer mensen met een verschillende achtergrond op te nemen in de jury. In deze editie van het Theater­ Festival kan je al zien dat er breed geprospecteerd is. Zo staat er voor het eerst circus en sociaal-artistiek werk in de juryselectie, wat voor vele reacties en gesprekken zorgde. Het is onze betrachting de hele sector aan bod te laten komen, en bijvoorbeeld niet alleen teksttheater. Maar blijft natuurlijk de vraag: wanneer noem je iets ‘het beste’? Daarom spreken we ook liever van ‘de meest belangwekkende en toonaangevende’ voorstellingen van het voorbije jaar. In de selectie zitten ook een aantal voorstellingen die symptomatisch zijn voor het afgelopen seizoen. Zo zijn er in 2015-2016 een aantal hele lange voorstellingen gemaakt, waar Mount Olympus en Borgen voorbeelden van zijn.

Heeft je voorganger Els De Bodt je nog goede raad meegegeven?

Ik herinner me dat ze me op het hart drukte een mooie balans te maken tussen grote en kleine voorstellingen. En dat je zeker ook een publiekscadeau moet hebben: een voorstelling die een grote verscheidenheid aan mensen echt snoepen vindt. Maar ook dat je sterk in je schoenen moet staan, omdat het directeursschap van het TheaterFestival een functie is waar veel mensen ideeën over hebben.

Je hebt ervoor gekozen om met het TheaterFestival ook opnieuw neer te strijken in Gent, naast Antwerpen en Brussel. Waarom?

Zo krijgt het festival een bredere uitstraling in Vlaanderen. Iedere editie van het TheaterFestival verschilt van stad tot stad, waardoor je telkens ook een deels ander publiek aantrekt. Theatergroepen zullen zich zo meer aangesproken voelen en meer verbondenheid ervaren met wat het TheaterFestival moet zijn.

Onlangs verloor het Nederlands Theater Festival zijn subsidies van het Fonds voor de Podiumkunsten. Wat betekent dat voor de samenwer­ kingen met onze noorderburen?

Bijzonder triest nieuws natuurlijk! Ik heb meteen met Jeffrey Meulman (directeur Nederlands Theater Festival, red) gebeld hierover. Gelukkig valt het festival misschien nog niet helemaal weg, want het krijgt momenteel ook subsidies van de stad Amsterdam. Fingers crossed dat hun nieuwe aanvraag voor tweejarige subsidie bij het FPK wel zal worden goedgekeurd. We zullen sowieso met ons zusterfestival in Nederland blijven samenwerken. Op welke manier zal de toekomst uitwijzen.

Zelf kreeg het TheaterFestival ook minder subsidies van Minister Gatz dan de commissies geadviseerd hebben. Wat heeft dit voor gevolgen?

Ik probeer positief te denken, maar zal wel prioriteiten moeten stellen in de toekomst, wat niet gemakkelijk zal wordt. Met het TheaterFestival hadden we zowel ingediend op de functies presentatie en reflectie. Niet al onze ideeën zullen gerealiseerd kunnen worden. Heel jammer, want ik heb echt heel veel zin om me nog vele jaren vast te bijten in het TheaterFestival!

Fabrice Murgia sprak bij zijn aanstel­ ling als nieuwe directeur van Théâtre National over een mogelijk Waals Theaterfestival. Wat vind jij daarvan?

in e

El

Ik heb dat persbericht onmiddellijk op onze Facebook-pagina gepost en hem uitgenodigd om in gesprek te gaan! Maar tot nu toe heb ik nog geen reactie van hem gekregen (lacht). Ik zou een VlaamsWaalse samenwerking alleszins zeker zien zitten, dat zou denk ik echt fantastisch kunnen worden. Maar ook als onderdeel van het Vlaams TheaterFestival wil ik in de Brusselse edities met het Théâtre National als partner werken.

©

Ja, absoluut. Bij het schrijven van mijn speech voor de openingsavond, overliep ik in mijn hoofd wat er het voorbije jaar allemaal is gebeurd: ik ben verhuisd van Amsterdam naar Antwerpen, heb een kind gekregen, zowel mijn partner (Piet Menu van Het Zuidelijk Toneel, red.) als ikzelf hebben een nieuwe job waarvoor we allebei een nieuw beleidsplan moesten schrijven, we hebben ook samen een huis gekocht… Allemaal ‘eerste keren’! Je kan dus wel zeggen dat het afgelopen jaar een kantelpunt was in mijn leven. Voor de eerste keer in mijn leven werd ik geconfronteerd met een functie waarbij

je de eindverantwoordelijkheid van alles draagt. Ik heb heel veel gesprekken gevoerd met de juryleden, maar ook met theatergezelschappen en journalisten, en daaruit heel wat bijgeleerd. Daarnaast heb ik ook geprobeerd om veel voorstel­ lingen op minder vanzelfsprekende plekken te bezoeken, om voeling te krijgen met wat er allemaal gebeurt in Vlaanderen. Ik vind het belangrijk dat het TheaterFestival er voor iedereen is. Maar dat is natuurlijk een project van lange adem!

Ro s


6   do 25 aug 2016

B eckett Boulevard D e Koe

“Je moet het moment waar­op je je geen waaromvragen meer stelt heel serieus nemen” Willem de Wolf en Natali Broods over Beckett Boulevard van De Koe

Met Beckett Boulevard staat De Koe voor de derde keer op rij op het Theater­ Festival. Na de succesnummers Olga en The Marx Sisters (samen met Tg Stan) gaat het gezelschap rond Peter Van den Eede, Willem de Wolf en Natali Broods ditmaal een meer abstracte tour op. Waar Beckett Boulevard begint en ophoudt is minder duidelijk, misschien omdat de voorstelling vooral over ‘het midden’ gaat. Margot De Boeck en Jonathan van der Horst

gaat dit stuk dan ook niet speciaal over Beckett, maar ik vind het wel fijn dat we door deze titel het verwachtingspatroon van het publiek doorbreken en hen verrassen. Natali: Nochtans vertelde een vriendin me achteraf dat de voorstelling volgens haar wel degelijk over Beckett ging. Ook recensenten zoeken graag naar een betekenis achter de titel. Soms lezen we een interpretatie die we eigenlijk zelf niet zo bedoeld hadden, maar wel logisch klinkt.”

Beckett Boulevard opent met de vraag waar de voorstelling begon. Tijdens het stuk geven jullie daar geen duidelijk antwoord op. Kunnen jullie hier wel uitleggen wat het beginpunt van deze productie was?

Aan het begin van Beckett Boulevard kondigt de actrice Natali Broods aan dat ze in de politiek gaat. Is de stap naar de politiek er een waarvan je voelt dat je die als actrice ook echt moet zetten?

Willem de Wolf: Ik herinner me nog de allereerste gedachte die ik over de voorstelling zei tegen Peter Van den Eede toen we stonden te wachten voor café Boer van Tienen op het Mechelseplein. Ik vertelde dat ik het raar vond dat alle politici tegenwoordig naar het midden opschuiven, terwijl de middenklasse die ze allemaal menen te verdedigen ondertussen wel aan het verdwijnen is.

Natali: Ik denk dat dit eerder een vraag is waar Willem mee worstelt, zelf heb ik dit nog nooit overwogen. Als kind dacht ik dat de Minister van Landbouw een passie had voor landbouw en de Minister van Cultuur voor cultuur. Ik was gechoqueerd toen ik merkte dat al deze functies allemaal inwisselbaar zijn en politici vooral een bepaald budget willen uitbesteden.

Natali Broods: De thematiek van ‘het midden’ is even weggeweest tijdens het repetitieproces, maar kwam er later weer bij. We wilden sowieso graag een meer abstracte voorstelling maken dan onze vorige stukken en zijn dan beginnen zoeken in de richting van Samuel Beckett en David Lynch.

Hoe kwamen jullie op de titel Beckett Boulevard? Natali: We vonden dat mooi klinken (lacht). Eerst hebben we de titel bedacht, vervolgens hebben we hem ook gegoogeld. Bleek er in Canada echt een Beckett Boulevard te bestaan! Willem: Bij Beckett denk je natuurlijk al snel aan zijn stuk Wachten op Godot. De eerste keer dat zijn naam genoemd wordt in onze voorstelling is wanneer de straatnaam Beckett Boulevard valt, omdat wij daar ons ‘museum’ hebben gevestigd. Voor ons

Willem: Theoretisch is het denkbaar dat je morgen een krant openslaat en daarin leest dat de actrice Natali Broods de politiek ingaat. Ik vind het interessant om na te denken hoeveel invloed je hebt als acteur in de maatschappij. Is het beter om de politiek in te gaan of om politieke voorstellingen te maken? Zelf vraag ik me geregeld af wat er gebeurd zou zijn als ik echt de politiek was ingegaan. Gelukkig is het fijne aan kunstenaar zijn dat je dit kunt praktiseren door in je volgende voorstelling een politicus te spelen (lacht).

“De verhouding tussen filosofische ideeën en grappen zit in dit stuk precies goed” Natali Broods

Tijdens Beckett Boulevard tonen jullie een opname waarin jullie in een talkshow bij Tom Lenaerts over kunst praten. Elke conclusie ontbreekt echter in jullie uiteenzetting. Geven jullie tijdens interviews wel graag extra toelichting over de betekenis van jullie werk? Natali: Dat is een discussie die we met ons drieën geregeld voeren. Als je te veel uitleg geeft, voelen mensen zich kleuters. Maar als je het te abstract houdt, vragen mensen zich af waar ze naar hebben gekeken. Net zoals er in het interview met Tom Lenaerts geen duidelijk antwoord komt op de vragen, praten we in de voorstelling eigenlijk ook voortdurend naast kwestie. Trouwens, we hebben dat interview pas drie dagen voor de première opgenomen. Ik twijfelde eerst nog of we het wel in de voorstelling moesten opnemen. Willem: Jullie stellen ons nu wel vragen, veelal variaties op de vraag waar de voorstelling over gaat, die te voor de hand liggend is. Maar wat is dat, een goede vraag? Het is moeilijk om over de voorstelling te praten als ‘voorstelling’. Blijkbaar moeten wij als makers dingen van de voorstelling begrijpen en jullie denken dat wij die dingen weten. Maar als toeschouwer kunnen jullie dit beter dan wij, vreemd genoeg. Natali: Beckett Boulevard legt zich minder makkelijk uit dan eerdere producties zoals Olga of The Marx Sisters. Nog nooit hebben we zo lang aan een voorstelling gewerkt. We hebben heel wat thema’s en lagen op elkaar gebouwd en dit materiaal vervolgens een zomer lang moeten laten rusten alvorens eraan verder te werken. In onze vorige voorstelling Zwart deden we dat ook zo. Als je er maar voldoende tijd over laat gaan, verdwijnen die problemen vanzelf.

Die gelaagdheid valt inderdaad erg op in Beckett Boulevard. Hoe komt die tot stand? Willem: Oorspronkelijk bestond het hele stuk uit de restaurantscène die nu nog in de voorstelling voorkomt. Maar dat was te filmisch, te veel een dialoog-dialoog. Wel leuk om te lezen hoor, maar op de scène niet zo interessant. Theater moet meer gelaagd zijn dan dit. Natali: Ik herinner me dat Willem zich de dag voor de première afvroeg of het goed was wat we gemaakt hadden. Ik was overtuigd van wel omdat er zo’n goede teksten in dit stuk zitten. Willem: Het moment waarop je geen waaromvragen meer stelt, moet je heel serieus nemen. Dan ‘voelt’ een stuk juist aan. Volgens mij is dat een soort van ‘kunstgevoel’ dat je als maker moet hebben.


do 25 aug 2016   7

B eckett Boulevard D e Koe

Het werk van de Koe wordt vaak omschreven als elitair theater waarbij het publiek zich nooit dom voelt.

“Je kan je afvragen of ‘jezelf’ nog wel een interessant concept is in deze tijd” Willem de Wolf

Waarom hebben jullie het in de voorstelling geregeld over ‘het voorlaatste lied’? Willem: Het voorlaatste nummer op een feestje is telkens een spannend moment. Je bent aan het dansen in de disco, maar bij het laatste nummer gaan meestal de tl-lichten al aan. Het voorlaatste nummer is dat lied waarbij je nog niet weet dat het feestje bijna gedaan is. Natali: Een familielid van iemand uit het publiek die in de zaal zat bij Beckett Boulevard lag op sterven. Die toeschouwer vond dit idee erg aangrijpend. Als gezonde mensen leven we immers altijd in het voorlaatste nummer, terwijl zij die ernstig ziek zijn helaas in het laatste nummer zitten.

Natali: Op een podium vergroot je jezelf voortdurend uit of maak je jezelf kleiner. In Beckett Boulevard spelen we niet echt personages, dus kan je kiezen wat je van jezelf toont. Willem: Ik las een paar weken geleden een tekst van Kierkegaard over een man die in het leven zoveel verschillende figuren had gespeeld dat hij op het einde besloot om zichzelf te spelen. Je kan je afvragen of ‘jezelf’ nog wel een interessant concept is in deze tijd. Je zou evengoed kunnen stellen dat je bent wat anderen over jou zeggen, maar wat dat dan is, weet je vaak niet. Wanneer je op een podium staat, kan je niet jezelf spelen. De lampen en de zaal veranderen alles aan je. Een inter­view kan je vooraf beter inschatten.

Jullie maken theater over theater en geven interviews over interviews. Als gezelschap blijven jullie een kei in de metabenadering van de wereld om jullie heen. Natali: Ik zei nog voor we aan Beckett Boulevard begonnen dat ik het deze keer niet te veel wilde hebben over theater. In het begin van de voorstelling zeg ik zelfs letterlijk: “Laten we niet praten over hoe we praten, laten we niet luisteren over hoe we luisteren”. Ik moet vaststellen dat dit helaas niet gelukt is in dit stuk (lacht).

Lees deel twee van dit interview morgen in de festivalkrant.

Waarom is het voorlaatste nummer dan een lied van Chic? Natali: Gewoon omdat Willem zo’n grote fan van is van Chic, meer moet je daar niet achter zoeken (lacht).

© Eline Ros

Natali: Beckett Boulevard is er zowel voor de intellectueel als voor de landbouwer. Er is een periode geweest dat onze voorstellingen vooral op hun humor­gehalte vastgepind werden. ‘Als het maar om te lachen is’. Maar in Beckett Boulevard zit de verhouding tussen grappen en filosofische ideeën precies goed, vind ik. Blijft telkens wel de vraag of wat wij intuïtief aanvoelen ook zo begrepen wordt door een publiek. Dat weten we telkens pas na de première.

Sommige zaken in de voorstelling zijn dan toch autobiografisch, niet? Is er eigenlijk een verschil tussen de Natali en Willem op het podium en de Natali en Willem die een interview geven?

Iedere dag kiest een prominente figuur uit de theatersector zijn of haar favoriete boek of theatertekst uit de collectie van de Buchbar, te vinden in het festivalcentrum. Wie?

Jerry Aerts (directeur deSingel)

Favoriet boek?

© Koen Broos

“Uit de lijst van de Buchbar kies ik voor De Meester en Margarita van Michail Boelgakov, omwille van een onvergetelijke ervaring in Moskou ergens eind jaren 80. Het was mijn eerste avond in de stad ooit, tijdens een prospectie van een tiental dagen ter voorbereiding van het festival ‘De Russen Komen’ dat we in deSingel organiseerden in juni 1989. Ik kende het boek en de auteur toen enkel van naam, en wist wel dat het boek lange tijd verboden was, maar had het nog nooit gelezen. Bij aankomst in Moskou ging ik meteen kijken naar een theateradaptie van het boek in het Russisch, met een vertaalster die mij in gebrekkig Engels telkens een korte samen­­vatting van de dialogen influisterde. Tot overmaat van ramp viel na een uur of twee niet ik in slaap, maar wel mijn vertaalster. Het bijwonen van de resterende uren van het stuk kreeg daardoor iets onwezenlijks. Ogenblikkelijk raakte ik in hogere Russische sferen - allicht ook door de overvloedige wodka tijdens de pauze. Ik kreeg zelfs het gevoel dat ik de Russische taal begreep en dat ik doorhad waarom zowat alle Russen De Meester en Margarita zo’n fantastisch boek vinden. Twee weken later stond er een Nederlandse vertaling in mijn boekenkast. Ik lees er heel af en toe soms nog een fragment uit en dan voel ik mij weer helemaal in Moskou. Alleen de wodka heb ik er niet zo graag meer bij.

Favoriete koffie?

Een hete ristretto die net voldoende bitter en zacht is tegelijkertijd, samen met een klein glas water op kamertemperatuur.

Check de volledige lijst van boeken en theaterteksten uit de Buchbar op: theaterfestivalblog.be/buchbar


8   do 25 aug 2016

H elpdesk W underbaum

Op eenzame hoogte met Wine Dierickx Wine Dierickx heeft er net een draai­ dag opzitten in Zottegem voor de tv-serie T., later te zien op één, als we haar ‘s avonds opbellen. Niet voor een dringende vraag of omdat we een luisterend oor zoeken bij haar personage Caren uit de voorstelling Helpdesk, maar voor een hartelijk gesprek met Wine zelf. Haar agenda zit vol, maar schakelen tussen tv-werk en de vele voorstellingen met haar theatergroep Wunderbaum vindt ze niet zo moeilijk. Elk project schept immers toch zijn eigen wereld. In Helpdesk is dat die van de call­ centers: vanuit een hooggelegen kantoorverdiep uitkijkend over de stad, voorziet Caren in haar eentje in vrijwel alle diensten en producten van eenzame bellers. Katrien Van Bael en Filip Tielens

Vanwaar kwam de drang om een voorstelling te maken over een helpdesk?

Wine Dierickx: Het idee is geboren bij mijn collega Matijs Jansen van Wunderbaum, die de voorstelling ook regisseerde. Hij had een documentaire gezien over een gigantisch callcenter in India. Als beller kan je, zonder dat je het doorhebt, ook vanuit België in dit callcenter belanden omdat arbeid in India nu eenmaal goedkoper is dan in Amerika of Groot-Brittannië. Voor zowat alles, echt de gekste vragen, kan je naar dit callcenter bellen: verjaardagsliedjes laten zingen voor andere mensen, in opdracht een relatie verbreken, liefdesboodschappen doorsturen, enzovoorts. Voor Helpdesk inspireerden we ons op deze documentaire, maar de voorstelling hebben we vooral zelf bij elkaar geïmproviseerd. Sommige stukken tekst werden op voorhand geschreven, maar de meerderheid is ontstaan door opdrachten die Matijs gaf aan mij en Rosa Reuten, de actrice die in de voorstelling de rol van de onzichtbare bellers op zich neemt. Rosa en ik hebben tijdens de repetitie dagenlang met elkaar getelefoneerd, zonder dat we elkaar zagen. Zij belde mij op met een bepaald probleem en dan begonnen we te improviseren. Vanuit die hoeveelheid tekst en ideeën zijn we gaan selecteren en bijschrijven. Zo creëerden we een theatrale uitvergroting van een helpdesk waarbij we alle medewerkers verpakten in één vrouw, werkend vanuit een leeg kantoor, uitkijkend over de lichtjes van de stad. Die locatie op grote hoogte versterkt het desolate karakter van de voorstelling. Zowel het hoofdpersonage als de mensen die bellen, zijn eenzaam. Als er niemand belt, heeft Caren niets om op terug te vallen. Er is geen materiële gezelligheid, haar lijfelijke wereld bestaat niet. De bellers willen allemaal stiekem iets delen van wat ze in hun eigen leven niet kwijt kunnen, omdat er een raar of misschien wel pervers kantje aan zit. Door het uitzicht op een grootstad, projecteer je de verhalen van die mensen die geen blijf weten met zichzelf op de hele maatschappij.

“Er bestaat veel eenzaamheid in onze wereld” Welk nut heeft zo’n helpdesk nog in een wereld waarin internet centraal staat?

Kom je met de auto naar Helpdesk? Er zijn verschillende parkings in de buurt van Century Center: Parking Roosevelt & De Keyser, open tot 02u00 Parking Diamand & Station ZOO, open tot 24u00 Parking Astrid, 24/24h, 7/7 Let op! De parking Century Center/Mediamarkt is slechts tot 21u00 open!

Helpdesks zijn nuttig omdat je echt met iemand praat. Je hoort een stem. Rechtstreeks met iemand praten is zinnig omdat het veel intiemer is dan een tekst lezen op een scherm. In onze voorstelling zit bijvoorbeeld een scène over oude mensen die bellen om samen te eten en zij geloven dan ook echt dat ze even met die vrouw aan tafel zitten. Mensen hebben blijkbaar meer behoefte aan contact dan dat er echt contact gemaakt wordt. Er bestaat veel eenzaamheid in onze wereld.

Hoe zit het met eenzaamheid in jouw eigen leven? Heb je zelf nog tijd in je drukke agenda om soms eenzaam te zijn?

Volgens mij kunnen mensen heel sociaal zijn en zich vanbinnen toch eenzaam voelen. Dat heeft te maken met iets existentieels in de mens: het besef dat je uiteindelijk toch alleen op de wereld bent.


H elpdesk W underbaum

do 25 aug 2016   9 © Fred Debroc

Als ik het heel druk heb gehad en er is net een project afgerond, dan voel ik daarna wel een leegte, maar kruip ik niet op de bank of ga ik me niet hullen in eenzaamheid. De enige oplossing is dat gevoel toe te laten. Het is ook niet erg om eens eenzame momenten te hebben, want dat hoort gewoon bij het leven. Nooit het gevoel hebben alleen te zijn, lijkt me juist gek.

“Je verbeelding uiten op scène is ook heel intiem” Is er in onze wereld een gebrek aan empathie?

Zelf mis ik het niet in mijn leven, maar onze maatschappij mist zeker empathie. Ik heb het gevoel dat er in onze maatschappij veel opgelost zou geraken als je je oprechter wil verplaatsten in de ander. Als je de moeite neemt om ook naar de ander te luisteren, ontstaat er meer begrip voor de verschillen die er sowieso zijn tussen mensen. Wat als raar beschouwd wordt, zou zo meer aanvaard kunnen geraken. Ik denk dat theater alle emoties teweeg kan brengen bij de kijker, zowel in positieve als negatieve zin.

Ondertussen maakte je met je lief, Ward Weemhoff van De Warme Winkel, de voorstelling Privacy, waarbij de toeschouwers deelgenoot worden van een stuk van jullie privé-leven. Is er een inhoudelijke link tussen Helpdesk en Privacy?

Het zijn twee verschillende voorstellingen, zowel qua inhoud als werkproces, maar er zijn wel raakpunten. Zo gaat het in beide stukken bijvoorbeeld over het ontwikkelen van meerdere persoonlijkheden, het creëren van maskers. Privacy begint met een tekst van Slavoj Zizek, een Sloveense filosoof, die bevraagt wat het innerlijke zelf is. Hij stelt dat hoe je je presenteert aan de buitenwereld, hoe je jezelf vormgeeft, zoals op internet, misschien zelfs meer het ware ik is dan wat diep vanbinnen in je zit, omdat er vanbinnen bij iedereen toch alleen maar shit zit. Hij draait dat psychologisch vraagstuk dus om. Die vraag over de ware identiteit zit ook in Helpdesk. Mijn personage stelt zich heel de tijd dienstbaar op voor anderen en kruipt voortdurend in een schijnbaar andere identiteit van zichzelf. Zo geeft Caren verschillende leeftijden op aan de bellers, maar ergens klopt dat ook wel: ze is als het ware leeftijdsloos, alsof ze vergeten is hoe oud ze is en waar ze vandaan komt. Ze komt steeds meer los te staan van haar oude ik. Beide voorstellingen schipperen ook de hele tijd tussen werkelijkheid en fictie, een dubbelheid waar we bij Wunderbaum graag mee spelen. Er zit altijd heel veel van onszelf in een voorstelling, maar de vraag blijft steeds wat echt is en wat niet. Het lijkt dat Privacy een intiemere inkijk geeft omdat ik als mezelf op scène sta en omdat je als publiek het gevoel krijgt dat je erg dichtbij mag komen, maar er blijft steeds een afstand door de theatrale vorm.

Ook al ontstond het personage Caren uit Helpdesk al improviserend uit onze koker, toch vind ik dit een even intieme voorstelling omdat je je verbeelding uit op een scène.

Beide producties maken deel uit van het vierjarig project The New Forest waarbij jullie via theaterstukken en happe­ nings maatschappelijke veranderingen verbeeldden. Door middel van nieuwe samenwerkingsverbanden wilden jullie met Wunderbaum bouwen aan de samenleving van morgen. Wat houd je, nu dit project afgelopen is, zelf over aan deze zoektocht?

Ik vind het erg waardevol dat we een grote, diverse groep van mensen rond ons verzameld hebben, gaande van amateurspelers tot filosofen, rechters, schrijvers, architecten,... die samen met ons hebben gecreëerd en veel input hebben gegeven vanuit hun vak. Er ontstond een wisselwerking tussen ons en mensen die niets met theater te maken hebben, waardoor theater ruimer werd dan alleen het spelen zelf en buiten de muren van de repetitieruimte brak. Dat idee wil ik graag bewaren voor toekomstige projecten. Zelfs als je niets gebruikt van wat het oplevert, blijven deze ontmoetingen zinvol. Doordat we met The New Forest een langere weg aflegden, konden we bijvoorbeeld alle afzonderlijke projecten aan elkaar verbinden en ontstonden er grotere golven en nieuwe inzichten. Oorspronkelijk dachten we zelf alternatieven te formuleren voor de toekomstige samenleving, maar gaandeweg stuurden we ons opzet bij omdat we uiteindelijk geen antwoorden wilden vinden. Die antwoorden zouden steeds onvolledig en onjuist zijn en we willen met Wunderbaum geen visionair theater maken, maar gewoon voorstellingen creëren die je aanzetten om anders te denken over de wereld. Daarom verlegden we de focus gaandeweg van grote maatschappelijke thema’s naar onderwerpen die ons persoonlijk bezig houden op dit moment. The New Forest werd zo een platform, een plek om de dingen in vraag te stellen.

Wat brengt de toekomst voor Wunderbaum na dit groot­ schalige project?

De eerste voorstelling op het programma heet voorlopig Cruise en handelt over onze absurde geluksmaatschappij. We spelen een groep entertainers op een cruise en tonen mensen die denken op zo’n boot geluk te vinden. Het is gebaseerd op het boek Super leuk, maar voortaan zonder mij van David Foster Wallace, die in opdracht van een tijdschrift zeven dagen lang op een cruise vertoefde. Hij beschrijft het deprimerende van die trip en hoe hij er helemaal gek van werd en de dieperik in dook. Zelf willen we het niet zo zwart-wit brengen in onze voorstelling. We gaan zelf ook op onderzoek en nemen bijvoorbeeld interviews af van mensen aan boord. Cruise wordt opnieuw een locatieproject waarbij we nog eens met z’n vijven aan de slag gaan. Het is al een hele tijd geleden dat we dit met Wunderbaum nog eens deden.


10   do 25 aug 2016

State of the Union

Pleidooi voor de radicalis ering van theater Waar theater is, daar is Wouter Hillaert. Het TheaterFestival, toch het meest prestigieuze theaterfeestje van het jaar, kan hij dan ook moeilijk overslaan. Wouter is niet alleen betrokken bij maar liefst drie verschillende programma­ onderdelen in de rand van het festival, hij zal daarnaast ook de State of the Union uitspreken. Toen ik hem dinsdag belde, moest hij met spijt bekennen dat zijn State nog niet klaar was. Geen probleem natuurlijk, want met Wouter Hillaert aan de andere kant van de lijn is er altijd wel genoeg gespreksstof. Jonathan van den Horst

Heb je getwijfeld toen festivaldirec­ teur Kathleen Treier je vroeg om de State of the Union uit te spreken? Wouter Hillaert: Eerlijk gezegd heb ik wel even getwijfeld, ja. Ik vind dat de State of the Union eigenlijk toebehoort aan mensen die minder vaak een publieke stem hebben. Ik maakte zowel in De Standaard als via Rekto:verso al wel vaker mijn klein ‘staatje van het theater’. Uiteindelijk heb ik er toch voor gekozen om ja te zeggen, omdat ik ook zelf de nood voelde om een overzicht te maken van wat ik nu precies te zeggen heb. En omdat er genoeg te zeggen blijft.

Wist je ook al meteen over welke onderwerpen je het wou hebben? Nee. Dat is het lastige als je vaker je mond roert. Dan is het zoeken of je nog eens op dezelfde nagel slaat of je net probeert om onverwacht uit de hoek te komen. Ik hoop dat het een combinatie van de twee is geworden. Maar mensen die volgen wat ik schrijf, zullen wel veel van mijn thema’s en standpunten herkennen.

Waar zit de verrassing dan in jouw betoog? Ik hou een pleidooi voor radicalisering in het theater. Dan bedoel ik niet zo zeer radicalisering op het podium, maar eerder in de werking van heel het theaterlandschap. Hoe functioneren wij als organisaties? Hoe staan wij in het veld en in de wereld? Onze daden stroken niet altijd met onze woorden en waarden. Ik mis verrassing, verbeelding en durf, wat ik een beetje vreemd vind voor zoiets als de culturele sector, die juist creatief zou moeten zijn. En ik beweer dat dit gemis samenhangt met een soort verstarring van de erfenis van de jaren ’80. Als we in de kunstensector het woord ‘radicaal’ in de mond nemen, dan wordt dat vaak toegepast op de radicale keuzes die kunstenaars zouden moeten maken. Bijna tegen het publiek in. Maar de radicalisering die ik voorstel gaat meer over verbinding en samenwerking, ook met krachten van buiten de kunstensector.

Met welk gevoel hoop je dat de mensen de zaal verlaten? Moeilijk in te schatten. Ik hoop dat de perspectieven die ik probeer aan te reiken, het winnen van de kritiek. Ik hoop vooral dat mijn State of the Union mensen zin geeft om eraan te werken. Mocht mijn speech op tafel komen te liggen bij de eerste teamvergaderingen van culturele organisaties voor het aankomende seizoen, dan zou mijn opzet geslaagd zijn.

Vanuit Rekto:verso organiseer je dit jaar op het festival ook Het Grote Participatiedebat. Wat houdt dit precies in? Het Participatiedebat is eigenlijk de finale van een onderzoeksreeks van Ciska Hoet, die we deze zomer gepubliceerd hebben in Rekto:verso. Zij maakte een doorlichting van de ongeveer 80 organisaties die de functie ‘participatie’ aanvinkten in hun subsidiedossier voor het Kunsten­ decreet. Het viel ons op hoeveel verwarring er bestond over wat ‘participatie’ juist inhoudt, zowel bij organisaties als bij de commissies die de subsidies moesten uitreiken. Dat vroeg om een live moment om er samen over door te praten. En die nood blijkt ook groot. Er zijn blijkbaar al honderd mensen ingeschreven voor dit debat.

Waarom is participatie zo belangrijk binnen de kunstensector? In mijn State of the Union heb ik het er ook over, maar dan impliciet. Participatie binnen de kunsten bestaat op zich al langer, maar in bepaalde delen van het veld is het nog niet echt binnen gesijpeld. Bij vele culturele organisaties bestaat er nog een heel klassiek beeld over wat participatie kan zijn, bijvoorbeeld door enkel mensen uit moeilijke doelgroepen een rondleiding te geven achter de schermen. Het heeft bij velen nog niet dezelfde kwaliteit als hun andere functies. Maar het is hoopgevend dat er ook een aantal meer klassieke organisaties uit de kunstensector zich hebben aangemeld voor Het Grote Participatiedebat. Alle organisaties zijn meer en meer bezig met hoe ze zich tot hun publiek moeten verhouden. De tijd dat theater er enkel uit bestond om als artiest vanuit je


do 25 aug 2016   11

State of the Union

eigen persoonlijke noodzaak iets te maken en dat dan te presenteren aan een passief publiek, lijkt nu definitief voorbij. Lang is er sceptisch naar participatie gekeken, maar je voelt dat het een langzame kanteling kan betekenen in ons idee over wat kunst is, tot wie het zich richt en op welke manier het zichzelf kan verrijken.

Er zit dit jaar met C’est pas parce que tu t’arrêtes de pédaler que ton vélo va s’arrêter van Forsiti’A ook voor het eerst een sociaal-artistieke voorstelling in de juryselectie. Als jurylid van het TheaterFestival ben jij al jaren een pleitbezorger om telkens een sociaal-artistiek project op het festival te tonen. Heb je hard moeten vechten dit jaar? Ik heb de productie aangedragen bij de jury, maar de rest ging eigenlijk vanzelf, wat gewoon pleit voor de kwaliteit van de voorstelling. Ze staat er niet omdat ze sociaalatistiek is, maar omdat ze het hele seizoen in ons hoofd is blijven hangen, hoewel ze ogenschijnlijk heel simpel is. Het is een koorzang van een twintigtal heel diverse Brusselaars, maar er straalt een enorme levensenergie vanaf. Die energie overtuigde ook mijn collega’s in de jury.

Vlak voor de opening van het TheaterFestival organiseerde je onder de vleugels van burger­ beweging Hart Boven Hard ook een overleg voor de cultuursector rondom de subsidieslag. Waarom onder die koepel? Hart Boven Hard is toch breder dan alleen cultuur? Hart Boven Hard bestaat nu twee jaar en we hebben het gevoel dat we een beetje terug moeten naar de sfeer van het begin. Toen was de cultuursector heel erg betrokken. We zijn de verbeelding en het enthousiasme van de cultuursector in die twee jaar een beetje kwijt geraakt, vind ik zelf. Er is zoveel meer mogelijk, als we die verbindingen kunnen leggen met de rest van het middenveld. We hebben daar ideeën over, maar wilden ze eerst even voorleggen aan mensen uit de kunsten zelf. Wait and see!

Hoe gaat het met Hart Boven Hard? Heb je het gevoel dat je nog vol­ doende aandacht creëert of is het momentum een beetje voorbij? De aandacht is wel oké, denk ik. Maar ik denk dat mensen ons te veel zijn gaan zien als een politieke beweging en niet als het verbindende platform dat we in werkelijkheid willen zijn. Zo verspreiden we op onze lancering een brief over waarde boven winst, die voorgelezen kan worden door iedereen die zich aangesproken voelt, van de aula tot de schouwburg. Zelf zijn we nu volop aan het discussiëren over de toekomst van Hart Boven Hard. In mei kwamen we een evaluatieweekend tot de conclusie dat we te veel een ‘actiemachine’ geworden zijn. We willen weer meer gaan werken op verbinding, en op de lange termijn, rond een paar specifieke ‘strijdperken’. Alles hangt met alles samen, maar sommige uitdagingen zijn meer prangend dan andere, en raken iedereen.

Moet Hart Boven Hard niet de politiek in? Een politieke partij zullen we niet worden. We zijn politiek in die zin dat we nadenken over hoe we de samenleving anders vorm kunnen geven. Ik denk dat de kracht van Hart Boven Hard er net in ligt dat we geen politieke partij zijn. We inspireren liever politieke partijen dan dat we de boel nog meer versplinteren.

Op de laatste dag van het Vlaamse en in de eerste week van het Nederlandse Theaterfestival organiseert Rekto:verso voor de tweede keer Het Cultuurparlement van de Lage Landen. Wat hoop je daarmee te bereiken? Enerzijds willen we de Nederlandse cultuursector en de Vlaamse wat dichterbij elkaar brengen, omdat we geloven dat er aan beide kanten van de grens veel potentieel ligt om wat meer dynamiek op gang te brengen. Anderzijds focussen we voor deze ontmoeting voornamelijk op nieuwe voorstellen voor de cultuursubsidies. Dat debat woedt niet alleen in Vlaanderen maar sinds kort ook bij onze noorderburen. Het concept dat we hebben bedacht voor deze tweede editie van Het Cultuur­ parlement is licht utopisch. We gaan er geen super becijferde voorstellen op tafel gooien, maar het zou fijn zijn als we één of twee ideeën ook echt kunnen uitvoeren. Op het einde wordt er gestemd en de voorstellen die dan uit de bus komen, hopen we te kunnen verfijnen en verscherpen. Wie weet zit er een voorstel tussen om van onze twee cultuursystemen één groot cultuursysteem te maken!

History of the States Nog even uw geheugen opfrissen? Hieronder vindt u een overzicht van alle vorige States of the Union/Youth sinds 1990. Een reis door de (theater)tijd… STATE OF THE YOUTH 2015 E-tcetera 2014 Freek Vielen 2013 Hof Van Eede 2012 Louis Janssens

STATE OF THE UNION

Absoluut. Nu mijn State nog afwerken en dan kan het beginnen.

2015 Barbara Van Lindt 2014 Ann Olaerts 2013 Jos Verbist 2012 Stef Lernous 2011 Pascal Gielen 2010 Benjamin Verdonck 2009 Tim Etchells 2008 Sidi Larbi Cherkaoui 2007 Bart Meuleman 2006 Guy Cassiers 2005 Jan Lauwers 2004 Wayn Traub 2003 Anne Teresa De Keersmaeker 2002 Oscar van Woensel 2001 Clara van den Broeck, Adriaan van den Hoof, Wouter Hendrickx, Domien Van Der Meiren 2000 Klaas Tindemans 1999 Jan Ritsema 1998 Johan Simons & Paul Koek 1997 Mike Pearson & William Kentridge 1996 Jean Louvet 1995 Willy Thomas & Rob Klinkenberg 1994 Janine Brogt & Marianne van Kerkhoven 1993 Hugo De Greef & Gerardjan Rijnders 1992 Dirk Pauwels 1991 Theo Van Rompay 1990 Pol Arias

Lees de State of the Union van Wouter Hillaert op theaterfestivalblog.be

Op theaterfestivalblog.be kan u alle speeches integraal herlezen!

Heb je tussen al die andere activiteiten die je doet nog wel tijd om naar theater te gaan? Ik zie nog altijd drie à vier voorstellingen per week. Ik heb ook best wat festivals gedaan deze zomer. Als ik het zo aan het opsommen ben, worden het inderdaad wel tien drukke dagen op het Theater­ Festival. Ik doe immers ook nog de Summerschool Kunstkritiek met Rekto:verso, waarbij we met tien jonge critici voorstellingen bekijken en daar dan over schrijven en discussiëren.

Heb je er nog wel zin in?


12   do 25 aug 2016

State of the Youth

“Wie de gewoonte doorbreekt, stoot vaak op onvoor­ ziene vreugde” Aurelie Di Marino brengt de State of the Youth

Aurelie woont en werkt in Brussel maar is – misschien net daardoor – vooral een vrouw van de wereld. Ze kwam twee jaar terug al uitgebreid onder de aandacht met de voorstelling Valley of Saints die ze samen met Michael Bijnens maakte bij BRONKS en De Theatermaker. Een aangrijpend portret over de strijd in Syrië en de grens tussen schuld en onschuld. Daarnaast is ze stichtend lid van K.A.K., de Koekelbergse Alliantie van Knutselaars, ontstaan in de slipstream van het RITCS. “Wij, ‘kakkers’, zijn met heel uiteenlopende dingen bezig,” aldus Aurelie. “Maar één ding hebben we gemeenschappelijk: we werken allemaal met materiaal dat we om ons heen vinden in de stad en in de wereld.”

Engagement met mensen En dan stuit je op veel verrassingen. Daarover gaat ook haar State: over de noodzaak van verlangen en over de theatermaker als ontdekkingsreiziger, die niet te beroerd is om verder te kijken dan zijn eigen fijne eiland. Aurelie: “Het plaatje opentrekken, de openbare ruimte in: ik merk dat veel theatermakers momenteel met dit soort zaken bezig zijn. Ikzelf vind engagement met andere mensen van cruciaal belang, maar dat kan zich op veel verschillende manieren uiten.” Aurelie herinnert zich nog de markten bij het Slachthuis van Anderlecht, waar het volgens haar fantastisch spelen is als acteur. “Die omgeving spreekt echt tot de verbeelding. Je komt op een site terecht die de gewoonte doorbreekt. Dan stoot je vaak op onvoorziene vreugde, maar ook op nieuwe vragen. Op mensen die niets met theater hebben, maar wel uit het lood geslagen worden door wat je op die plek aan het doen bent als theatermaker.”

“Ik ben geen fundamentalist” Toch is haar State geen wervingstekstje. “Ik ben geen fundamentalist. Iedereen moet vooral zijn of haar ding doen. Ik heb gewoon geprobeerd om zo goed mogelijk te formuleren wat ik vanuit mijn eigen kleine ervaring heb geleerd, in de hoop dat iemand anders er iets aan heeft. Eerst had ik er ook niet zoveel zin in, want ik schrijf niet gemakkelijk, maar toen beschouwde ik het toch ook als een soort verantwoordelijkheid ten opzichte van andere kunstenaars.” Wat ze vanavond op de lessenaar legt, en hetgeen u in gedrukte vorm kunt koesteren, is het resultaat van volgeschreven boekjes. Een resultaat dat een lans breekt voor het proces, eerder dan een te dwingend productdenken. Al moet gezegd: het uiteindelijke product mag er zijn.

’t Is goed in ’t eigen hert te kijken, nog even voor het slapen gaan. Of bij het opstaan, in het geval van Aurelie Di Marino. Vanavond al brengt ze haar State of the Youth, dus belden wij haar op een onchristelijk vroeg uur wakker voor achtergrond­ informatie bij haar speech en een sessie mentale peptalk.

Lees de State of the Youth van Aurelie Di Marino op theaterfestivalblog.be

Daan Borloo

© Patrick Florin


do 25 aug 2016   13

Verdieping

Interna­tio­naal speeddaten tijdens HIGH­LIGHTS FROM THE LOW­LANDS Tijdens het TheaterFestival ben je als programmator podiumkunsten op het juiste moment op de juiste plaats. Net vóór het nieuwe theaterseizoen van start gaat, biedt het festival een uitgelezen kans om de meest spraakmakende voorstellingen en de tendensen van het voorbije jaar te (her)ontdekken. Maar voor buitenlandse programmatoren doet het TheaterFestival in samenwerking met Kunstenpunt en Dutch Performing Arts graag iets extra: voor de tweede maal organiseert dit triumviraat een internationaal bezoekersprogramma getiteld Highlights from the Lowlands. Van 25 tot en met 27 augustus verzamelen de artistieke leiders van verschillende kunstencentra en zo’n 37 genodigden uit Europa, Canada, Verenigde Staten en zelfs Taiwan in en rond het festivalcentrum. Het doel van de driedaagse: ruchtbaarheid geven aan een brede waaier Vlaams en Nederlands talent over de landsgrenzen heen. Daarnaast willen de organisatoren met dit meeting point vooral (inter)nationale samenwerkingen of coproducties inspireren, zo vertelt Kathleen Treier, directeur van het TheaterFestival.

Op het programma Marijke De Moor van Kunstenpunt licht verder toe dat een evaluatiemoment na de eerste editie in 2014 deze tweede Highlights from the Lowlands mee heeft helpen vormgeven. Anders dan vorige keer, toen er met verschillende parcours gewerkt werd, zijn alle activiteiten dit jaar samengebald in één stevig programma. Deze theatrale uitwisselingsmarathon opent op donderdag met een dag vol pitches en showcases van nieuwe projecten van kunstenaars. Op dag twee stellen enkele kunstencentra uit Vlaanderen en Nederland één van hun poulins in residentie voor – elk in exact 6 minuten en 40 seconden om precies te zijn. “Normaal pitchen de meeste artiesten hun eigen voorstellingen zelf, maar deze keer experimenteren we met een ander format”, legt Marijke uit. Ook nieuw dit jaar is een namiddag in Het Bos, een kunstencentrum in het hartje van Antwerpen. Speciaal voor deze editie nodigde curator Matthieu Goeury vier kunstenaars uit die de publieke ruimte en sociaal engagement centraal stellen in hun werk en die hun projecten zullen voorstellen aan de internationale bezoekers. Tussendoor en ’s avonds staan er nog heel wat voorstellingen gepland, zoals speciale hernemingen van internationale succesnummers als A reason to talk, The Great Downhill Journey of Little Tommy en TO BREAK – The Window of Opportunity.

Win-winsituatie Het drukke schema laat toch genoeg ruimte om de nodige netwerken op te bouwen of bestaande banden aan te halen. Zo besluit het internationaal bezoekersprogramma met een informele ‘speed dating lunch’. Marijke De Moor: “Belangrijke spelers uit het internationale professionele veld worden hier samengebracht, iets wat veel makers op eigen houtje moeilijker kunnen verwezenlijken. De meeste gezelschappen vinden dit dan ook de ideale context om op korte tijd veel contacten te leggen. Aan de andere kant kunnen programmatoren zich aan een gevarieerd theateraanbod tegoed doen. Een win-winsituatie.”

mm

m

? r e g n ho mmmm

m

mmmm

Menu Festivalcentrum Lara kookt voor u Wrap met kip tikka, groentjes en yoghurtsaus Wrap met tofu tikka, groentjes en yoghurtsaus Bordje kip tikka met biryani rijst en slaatjes Bordje tofu tikka met biryani rijst en slaatjes Watermeloen

€6 €6 €12 €12 €2

Suggesties Grand Café deSingel

Carpaccio van octopus met aïoli en citrus crème Tompous met houmous, slaatje met olijven en feta Videe van hoevekip, frietjes Griekse quinoasalade Pompelmoescannelloni met mascarpone, chocolade en espuma van Ouzo

Woensdag 31 september – 18u Blauwe Zaal, deSingel Als u dit leest, behoort u waarschijnlijk tot de feitelijke vereniging die men wel eens ‘de sector’ pleegt te noemen. U weet wel, het amalgaam van acteurs, toneelmakers en theaterdirecteuren dat elkaar ieder jaar op de opening van het TheaterFestival, na een hele zomer braden op buitenlandse stranden, voor het eerst weer aantreft en gezamenlijk het glas heft op wat ongetwijfeld alweer een sprankelend nieuw cultureel seizoen wordt. Mocht u als ‘sectorlid’ na de spetterende openingsceremonie en de daaropvolgende zonovergoten receptie van vanavond al heimwee voelen naar een nieuwe verbroedering met uw culturele strijdmakkers, biedt het TheaterFestival dé oplossing. Volgende week al, op woensdag 31 augustus, wanneer echtgenootlief na alweer een vergane zomer de barbecue het tuinhuis binnenrolt en de kleine pagadders het op een huilen zetten wegens het aanstormende schooljaar, kan u onder gelijkgestemde zielen een drievoudige laudatio (lofprijzing) van collega-theaterlieden bijwonen. Ook present op dit sectorfeestje: grote vriend/boeman (schrappen wat niet past) Sven Gatz. Onze Minister van Cultuur reikt de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor de Podiumkunsten uit. Als u ondertussen nog niet bent gecontacteerd, mag u er zeker van zijn dat u ook dit jaar opnieuw naast de prijzen hebt gegrepen. Vooraleer Gatz deze gouden medaille uitreikt, is er nog een hele award show met ook een zilveren plak voor de winnaar van de Taalunie Toneelschrijfprijs (the nominees are: Barbara Claes voor Akaaremoertoe Bahikoeroe, Magne Van den Berg voor Ik speel geen Medea en Rik Van den bos voor Een coming of age voor bejaarden). Brons gaat naar de winnaar van de Roel Verniers Prijs, dit jaar omgevormd tot een pitch waarin acht prille - en volgens de pitchers voor de theatersector onmisbare ideeën - worden voorgesteld.

Geef toe, dit wilt u als ‘sectorlid’ toch niet missen?

m

m

mm

m

m

Prijsuitreikingen

14,00 12,50 14,90 15,50 8,00

P.S.: Ook ‘gewone’ toeschouwers zijn uiteraard van harte welkom. Het TheaterFestival is er immers voor iedereen.


14   do 25 aug 2016

ook dat nog Smurfte op maandag Nafi Thiam-gewijs door de gangen van deSingel in haar blauwe jumpsuit: festivaldirecteur Kathleen Treier. Of ze deze opmerkelijke outfit ook droeg tijdens haar openingsspeech, was bij het ter perse gaan van deze krant nog niet bekend. Maar let op onze woorden: haar blauwe onesie wordt een absoluut collectors item in de kleerkast van iedere zichzelf respecterende fashionista. Hipsters, hou je smartphone maar op zak. De paard- en mondachtige figuren die je aantreft op de ramen van het festivalcentrum, zijn geen Pokemon, maar creaties van ontwerpster Laura Bergans. Op subtiele wijze hint zij met deze tekeningen naar ele­ menten uit de geselecteerde voorstellingen (voor de aan­ dachtige lezer: op de cover van iedere festivalkrant kan u iedere dag zelf de verbanden proberen vinden). Gotta catch ‘m all, zouden we zo zeggen. Iemand nog een tube zonne­ crème over voor Michiel Van Cauwelaert? Onze arme festi­ valscenograaf werkte zich zo uit de naad onder een loden hitte, dat hij zich vergat in te smeren en zijn marcelleke ste­ vig gebrand staat in zijn gespierde bovenlijf. Redacteurs D.B en P.T. deden een vreemde ontdekking in hun logeerhuis. Het orgel waarlangs ze hun matrasje gedrapeerd hebben, bleek in een vorig leven zowaar eigen­ dom te zijn van niemand min­ der dan Jan Fabre. Of het hen ’s nachts ook inspireerde om samen tot hogere sferen te komen, is niet voor publicatie vatbaar.

in de media Vijf tips van Kathleen Treier voor een beter leven, vandaag in De Standaard: Leer leven met jezelf “A ship is safe in harbour but that’s not what ships are for” Zeg tegen iedereen goeiendag Leef nu Je hoeft niet over alles een mening te hebben

De Barbaren

De Barbaren getemd Al voor de zevende keer zetten De Barbaren hun tanden in het TheaterFestival. Wie, vraagt u? De Barbaren: acht jongeren tussen de 14 en 21 jaar die door productiehuis fABULEUS op een selectie voorstellingen van het TheaterFestival werden losgelaten. Actrice Wanda Eyckerman en ex-Barbaar Hestia Perkisas volgen als coach alles op de voet vanaf het prille begin. We polsten even naar hun ervaringen. Phéline Thierens

Wanda Eyckerman Eerst en vooral, wie zijn De Barbaren en wat doen ze op het TheaterFestival?

De opdracht van De Barbaren is simpel: word hier en nu verliefd op een voor jou uitgekozen voorstelling en bijhorende maker. Daarna ging ieder voor zich aan het werk. Ze verzamelden, schreven, interviewden, tekenden en zoveel meer, allemaal in het teken van hun voorstelling. Als houvast hebben we een blog opgestart: daar kunnen De Barbaren hun gekke kronkels, twijfels en bedenkingen kwijt.

Wat hopen jullie met dit project bij de jongeren los te maken?

We hopen dat er intussen een haast fatale aantrekkingskracht tussen de Barbaar en zijn voorstelling is ontstaan. Als dat niet het geval is, hopen we dat de voorstelling op zijn minst iets voor hen is gaan betekenen. Bloggen was eigenlijk geen doel op zich. Ontdekken wat deze jongeren nu precies bindt met een maker of voorstelling des te meer. De zoektocht is even belangrijk als het resultaat. In het beste geval verrassen De Barbaren zichzelf.

Vanwaar de naam De Barbaren?

De naam van dit project verwijst naar het boek De Barbaren van de Italiaanse auteur Alessandro Baricco. Hij beschrijft hoe jongere generaties cultuur op een andere manier beleven dan oudere generaties. Hoe jonge mensen liever aan de oppervlakte surfen, in plaats van de diepte in te duiken. Maar dat hoeft in onze ogen niet negatief te zijn.

Wat is jouw aanpak als coach?

Enthousiasme en interesse. Tot aan het zien van de voorstelling – en eigenlijk ook daarna – probeer ik De Barbaren te prikkelen. Ik hou het meest van onze ontmoetingen: de meningsverschillen over een voorstelling, verschillende smaken, voorkeuren en emoties die een voorstelling kunnen oproepen… Van die momenten probeer ik steeds het beste te maken door vragen te stellen en goed te luisteren.

Welke vorm neemt de opdracht ‘word verliefd op’ het meest aan?

In het verleden leidde dit project onder meer tot briefwisselingen, eigen teksten, voorstellingen of filmpjes, ontmoetingen en soms zelfs vriendschappen tussen de jongeren en hun makers. Twee jaar geleden legde een Barbaar bijvoorbeeld contact met choreograaf Alain Platel van les ballets C de la B. Ze mocht de hele dag een repetitie bijwonen, kon hem alles vragen en ‘s middags deelde hij zijn broodje met haar.

Loopt dat ‘verliefd worden’ soms ook uit de hand?

Amoureuze praktijken zijn nog niet gesignaleerd. Wel was er bijvoorbeeld een Barbaar die het stalken zo letterlijk nam dat ze naar het huis van de maker in Amsterdam trok. Via zijn voordeur spande ze toen een rode draad die hij moest volgen om te achterhalen wie er achter hem aanzat en waarom.

Hestia Perkisas In 2012 en 2013 dompelde jij jezelf als Barbaar nog onder in stukken van De Koe en Studio Orka. Hoe is het om nu zelf De Barbaren onder je vleugels te nemen als coach?

Vooral een eer. Superzalig dat ik zulke kanjers mag coachen. Het is trouwens een slimme zet om iemand die het proces al eens heeft mee­ gemaakt opnieuw bij het project te betrekken. Ik herken immers de vragen, twijfels, drempels, etc. waar de jongeren nu mee zitten.

De voorbereidingen van De Barbaren zitten erop, hoe ziet een dag op het TheaterFestival er nu voor jou uit?

Ik spreek vooral met de rest van het team af, ga voorstellingen bekijken en laat graag alles bezinken tijdens een goede babbel. Daarnaast ben ik altijd op zoek naar hoe De Barbaren fysiek aanwezig zijn, naar hoe ze hun stempel op het festival drukken.

Hoe zou jij het vinden om aan een maker die jouw ‘type’ niet is te worden gekoppeld?

Een uitdaging. Back in the day kwam ik in het begin echt niet vooruit, maar de opdracht zette me aan om uit mijn comfortzone te komen. Eerst maakte ik allerlei stomme momenten mee, zoals die keer toen ik in Monty ging koken voor De Koe maar toen eigenlijk op krukken liep en zelfs geen bord kon vasthouden. Of toen ik in 2013 bij Duikvlucht van Studio Orka backstage een soort van tentoonstelling had opgezet en hun eerste reactie heel droog luidde: “Wie ben jij en wat doe jij hier?”. En ik maar hopen op applaus … (lacht)

Wat zou jouw reactie zijn wanneer je zelf door een jongere wordt ‘gestalkt’?

In het kader van dit project zou ik het best cool vinden. Ik weet hoe het voelt als een maker positief reageert – of überhaupt al reageert – op waar je als Barbaar mee bezig bent. Ik zou hen zeker dicht betrekken bij wat ik doe, al zou ik het hen ook niet té gemakkelijk maken.

Welke theatermaker zou je zelf nog eens willen stalken?

Volgens mij zijn ze allemaal wel ‘stalk­waardig’ … Theater FroeFroe in ieder geval. Hun vakmanschap is een documentaire waard. Daarnaast zou ik graag mijn vorige Barbaarprojecten opnieuw volgen, enkel en alleen omdat ik wil zien of ik nu anders tegenover hun stukken zou staan. Als laatste kies ik voor fABULEUS. Die denken er slim vanaf te komen, maar na zeven edities wordt het wel eens tijd om in eigen huis te gaan kijken hoe de tafel gedekt wordt.

Een uitgebreide versie van dit interview kun je vinden op theaterfestivalblog.be



Lees de artikels uit deze festivalkrant en andere artikels op theaterfestivalblog.be en discussieer mee via #HTF16! f Het TheaterFestival t @theaterfestiva1 en #HTF16 www.theaterfestivalblog.be

Biechtstoel Kom biechten bij deze voorstellingen in het festivalcentrum:

do 25 aug 2016 21u30 – 23u30 18u30 – 20u

Beckett Boulevard De Blinde Dichter State of the Union & Youth

Check de reacties uit De Biechtstoel op www.zendelingen.be

T

S T E K IC INFO

tickets en info: theaterfestival.be

redactie Jonathan van der Horst, Xandry van Besselaar, Daan Borloo, Phéline Tierens, Bart Van Gyseghem, Katrien Van Bael, Arno Boey, Anke Van Meer, Eva Decaesstecker, Margot De Boeck, Mitch Van Landeghem, Stefan Moens, Mia Vaerman hoofdredactie Filip Tielens grafisch ontwerp Laura Bergans V.U het TheaterFestival Vlaanderen, Kathleen Treier, Jan Van Rijswijcklaan 155, 2018 Antwerpen

do 25 aug 2016

vr 26 aug 2016

17u30 20u00

14u00

20u00 20u30

Opening deSingel Blauwe Zaal De Blinde Dichter Jan Lauwers & Needcompany deSingel Rode Zaal Beckett Boulevard De Koe deSingel Theaterstudio Helpdesk Wunderbaum Century Center

16u30 20u00 20u00 20u00 20u30 20u30

De Man door Europa Lucas De Man/HZT/ Nieuwe Helden Monty TO BREAK – The Window of Opportunity Robbert&Frank Frank&Robbert/CAMPO deSingel Zwarte Zaal De Blinde Dichter Jan Lauwers & Needcompany deSingel Rode Zaal Beckett Boulevard De Koe deSingel Theaterstudio A reason to talk Sachli Gholamalizad/kunstZ deSingel Muziekstudio De Man door Europa Lucas De Man/HZT/ Nieuwe Helden Monty Helpdesk Wunderbaum Century Center

theaterfestivalblog.be heater


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.