Dagkrant 26/08/2016

Page 1

VR 26 AUG 2016 DAGKRANT #HTF16 © Phile Deprez

Met Lucas De Man door Europa Duik in de historie met Needcompany Wat is de rol van kunstencentra in de Lage Landen? Het (on)zekere midden van De Koe

Op bezoek bij 1207, een échte helpdesk

A Reason to Break Little Tommy © Fred Debrock

os ro nB oe ©K

www.theaterfestival.be


Š Phile Deprez


D e Man door Europa L ucas De Man

vr 26 aug 2016   3

“ Ik wil geen theater maken voor de incrowd”


4   vr 26 aug 2016

D e Man door Europa L ucas De Man

Lucas De Man is een door Nederland geadopteerde West-Vlaming en maakt met zijn Stichting Nieuwe Helden al acht jaar theatervoorstel­ lingen, performances, installaties en projecten voor een zo groot mogelijk publiek. Ter voorbereiding van zijn solovoorstelling De Man door Europa reisde hij langs 17 Europese steden in 8 landen. Hij interviewde meer dan 20 artiesten die strijden voor verandering om de maatschappij waarin ze leven een betere vorm te geven. De razende reporter spreekt ons toe aan een debiet van 100 woorden per minuut.

Ik maak deze voorstelling niet voor het gesloten wereldje van de theaterliefhebbers. Daarom heeft de voorstelling ook een documentaire stijl. Het is niet alleen een lecture-performance, er zitten ook interviews in met experts. En om de impact te vergroten werd er ook een televisieversie van gemaakt voor de VPRO.

“Deze voorstelling is een eerbetoon aan de onlangs overleden Matthijs Rümke” Je maakte deze voorstelling samen met de onlangs overleden Matthijs Rümke, de artistiek directeur van het Zuidelijk Toneel. Hij stuurde je op pad met deze woorden: “Vergroot je wereld, begrijp de wereld, ga in gesprek met kunstenaars en word wijzer.”

© Phile Deprez

De afspraak was dat hij het verleden zou bestuderen en ik het heden voor mijn rekening zou nemen. Hij las dus heel wat klassiekers uit de zestiende eeuw en vatte die voor mij samen. Vervolgens hadden we discussies over die lectuur. Hij heeft nog net de première van de voorstelling kunnen volgen over de telefoon vanuit zijn ziekbed, maar heeft enkele weken later de strijd tegen kanker verloren. Hij heeft de voorstelling dus niet gezien maar wel gehoord! Matthijs heeft voor mij veel betekend, heeft mij ook heel wat kansen gegeven. Het was mijn uitdrukkelijke wens om met de voorstelling door te gaan: het is een eerbetoon aan deze bevlogen man.

Je wil met je voorstelling het traditionele theatercircuit verlaten. Hoe zou je jezelf professioneel omschrijven?

Ik noem me graag een ‘creator’. Ik wil niet zozeer een betere wereld creëren maar vooral ‘een’ wereld. Ik wil verhalen vertellen en niet uitsluitend spelen voor de elite, of beter de oudere elite. Ik wil geen theater maken voor een gemarginaliseerde sector, binnen een beperkt circuit en voor een publiek met dezelfde sociaal-culturele achtergrond. Ik weet niet hoe de situatie in Vlaanderen is, maar in het traditionele theatercircuit in Nederland bereik je dertien procent van alle mensen. Dertien procent! Dat is toch veel te weinig?

Deze voorstelling begint als een les of een lezing. Is dat een vorm die je goed ligt?

Lucas De Man: Ik zou het zelf eerder een lecture-performance noemen. Het is een vorm die mij toelaat om heel verschillende soorten publiek te bespelen. Met een lezing kan je de hele wereld afreizen. Het is de ideale vorm voor een universitair publiek, maar ook voor politici van de Europese Raad of voor een avond in een buurthuis. Het is bijna een universele vorm van theater. We hebben de voorstelling op de Filipijnen gebracht voor een publiek van 3000 toeschouwers. Natuurlijk heb ik de voorstelling daar wat aangepast aan de historisch-politieke context van het land.

“Ik wil geen theater maken voor een gemarginaliseerde sector” Je trekt heel wat parallellen tussen de zestiende eeuw en de tijd van vandaag. Maar ik kan me voorstellen dat de Filipijnen bijvoorbeeld die zestiende eeuw anders hebben beleefd dan de Europeanen.

Ja, maar toch zijn er veel aanknopingspunten: in de zestiende eeuw deden de eerste Europese ontdekkingsreizigers de Filipijnen aan en dat betekende meteen ook het begin van de kerstening en verspaansing. Die zestiende eeuw hangt in de Filipijnen nog altijd samen met cruciale vragen over hun identiteit.

Waarom is het belangrijk om je voorstelling voor een divers en internationaal publiek te brengen?

Ik moet denken aan wat Wouter Hillaert tijdens een lezing op Theater aan Zee opperde: we moeten misschien wat minder theater maken, maar wát we maken moet meer impact hebben. Dat vind ik belangrijk. Ik wil mensen van allerlei slag bereiken en hen doen nadenken: scholieren en universiteitsdocenten, vluchtelingen en zakenmensen, politici op Europees en nationaal niveau.

Hoe bereik je dan een groter publiek?

Door voorstellingen te maken die ook in andere circuits terechtkomen. Enkele voorbeelden: met de voorstelling Wij Varkenland behaalden we de cover van Varkens.nl, het vakblad voor de varkenshouderij in Nederland en Vlaanderen. Met mijn verhalen wil ik ook de mensen uit de landbouwwereld aanspreken. Onlangs boekte een West-Vlaamse zakenman drie privé-voorstellingen van De man door Europa voor zijn eigen kennissenkring. Fantastisch toch? Deze voorstelling is ook geselecteerd voor het Nederlandse Theater Festival. Ik heb toen geëist dat de helft van de zaal gereserveerd zou worden voor mensen die nooit naar het theater komen, zoals vluchtelingen. Zo probeer ik een ander publiek te bereiken en het lukt: we hebben deze voorstelling ondertussen al tachtig keer gespeeld en er zijn al vijftig voorstellingen gereserveerd voor de toekomst. Als je het niet eens bent met mijn voorstelling, zijn er twee mogelijkheden: je kan weggaan of je kan blijven zitten. Ik wil graag dat wie het niet met me eens is, blijft zitten. Zo kunnen we achteraf in discussie gaan. Tijdens de voorstelling in Brussel was er een dame uit de zaal weggelopen. Achteraf heb ik toch een discussie met haar gehad. Ze vond dat ik de zestiende eeuw belachelijk had gemaakt (de belangrijke denkers worden voorgesteld door Playmobilpopjes, red.). Dat was helemaal niet mijn bedoeling, maar door dat nagesprek is er alsnog een interessante confrontatie.


vr 26 aug 2016   5

H elpdesk W underbaum

1207 zoveel meer dan een nummer

Op visite bij een échte helpdesk Vanuit een goed beveiligde ivoren toren, op een boogscheut van de Meir, staan ze elke dag duizenden mensen te woord. Met raad, daad en vooral vingervlugge informatieverstrekking. Die mogen dan wel even voor het voetlicht, denken wij, vooral nu Wine Dierickx met haar Helpdesk op het TheaterFestival speelt. Daan Borloo en Margot De Boeck

Wij zijn kinderen van het internet. Wij geloven dat melk uit de winkel komt, in plaats van uit de koe, dus wie zijn wij dan om ook te beseffen dat achter het magische nummer 1207 (je weet wel - van het riedeltje) échte mensen schuilen? Véronique, Filip en Guido ontvangen ons met een groot hart. Zij leiden ons rond in de wondere wereld van de telefonische dienstverlening. “31 seconden: dat is de richttijd,” vertelt Filip, teamleider en al een kwarteeuw aan de slag bij 1207. “Je hebt telefoontjes die minder dan tien seconden duren, je hebt er die bijna twee minuten in beslag nemen. Maar met ongeveer 34000 oproepen per dag in de vakantiemaanden, 40000 tijdens de rest van het jaar en pakweg 800 telefoontjes per medewerker per dag is werken bij 1207 wel een vorm van bandwerk.”

Olympische discipline “Mijn persoonlijk record ligt op iets meer dan 1000 calls, over een tijdspanne van 6 uur en 35 minuten. Onze plas- en lunch­ pauzes zijn meticuleus getimed.” Hoe wij dat dan voor ons zien: een uitgekiende competitie zonder einde, met leaderboards en persoonlijke records die bij tijd en wijle sneuvelen met één extra call. Een olympische discipline in wording: helpdesken. En op het podium het kruim van de Belgische operators. Maar in werkelijkheid gaat het hier vooral om de klant, dat willen ze alle drie benadrukt hebben. Met de opkomst van het onpersoonlijke internet, zijn de klanten veeleisender geworden. Ze verwachten de personal touch net iets meer dan vroeger. “Maar op 31 seconden leg je niet zo snel persoonlijk contact,” weet Filip. Sinds een aantal jaar komen de oproepen niet langer per regio maar virtueel binnen, waardoor Antwerpen ook oproepen uit West-Vlaanderen beantwoordt. “Dat kan wel eens voor problemen zorgen. Dankzij mijn ervaring weet ik dat het gehucht ‘Hottem’ volgens onze computer ‘Gottem’ is (lacht).”

Het restaurant van Jerom Mus “Mensen snappen soms niet dat ze on­verstaanbaar zijn,” vult Guido aan. “Zo vroeg er iemand eens naar het restaurant van Jerom Mus. Wij zijn er gelukkig op getraind om aan de hand van allerlei vragen toch genoeg informatie in te winnen. Soms antwoorden mensen op de vraag naar het adres met ‘dat huis met de groene deur’. Daar zijn wij natuurlijk niet veel mee.” De concurrentie van informatiegigant Google is groot, maar de drie zijn overtuigd van het belang van de helpdesk. “Onlangs zaten er twee kindjes in de opvang die maar niet werden opgehaald. Via de buurvrouw hebben we dan toch de ouders kunnen

bereiken. Ik denk dat ne Google zoiets nog niet kan,” zet Veronique uiteen. Of ze al van het stuk van Wunderbaum hebben gehoord? “Het was me niet zo duidelijk of het iets was met prostituees, ‘s nachts krijgen we hier wel regelmatig de vraag waar de rooi meiskes zitten. Meestal zit je hier alleen, waardoor je wel eens vaker dezelfde klant aan de lijn hebt. Dan komt af en toe de opmerking of ze u niet wat gezelschap moeten komen houden.”

Mystery call Van acteren hebben ze wel kaas gegeten. Het valt geregeld voor dat Guido en Filip, in hun hoedanigheid van teamleider/ ancien, de telefoon oppakken om een van hun medewerkers te testen met een zogenaamde ‘mystery call’. “We voeren dan een paar complexe scenario’s uit, situaties die je als operator kunt mee­ maken … Maar we gaan onze stemmen niet vervormen, hoor (lacht)!” Ze gaan er prat op dat het nooit vijf seconden stil is aan de telefoon. Zelfs als de operator een onmogelijke zoek­ opdracht moet uitvoeren, blijft hij in gesprek met de beller. Dat is een kwestie van fatsoen. Het wachtmuziekje wordt pas in worst case scenarios uit de kast gehaald. Hoe dat dan klinkt, vragen wij ons luidop af. En daar grijpt Guido al naar zijn telefoon om zijn eigen dienst op te bellen. Of operator Nina ons even het wacht­ muziekje wil laten horen. En jawel, hoor. Dienstverlener ben je duidelijk ook buiten de uren.


6   vr 26 aug 2016

D e Blinde Dichter J an Lauwers & Needcompany

© Maarten Vanden Abeele

De zeven zelfportretten van Need­company Jezelf zijn op 36 manieren In De Blinde Dichter tonen Jan Lauwers en Needcompany in zeven portretten de eigen lijdensverhalen van de performers. Van het kankergen van Grace Ellen Barkey tot de kannibalenvoorouders van muzikant Maarten Seghers en de hoerenmoeder van Benoît Gob. 70 procent van de levensverhalen zijn waar, aldus tekstschrijver en regisseur Jan Lauwers. Maar hoe pijnlijk is het voor de acteurs om hun persoonlijke trauma’s op scène te brengen? Wij vroegen het aan Grace Ellen Barkey, Hans Peter Melo Dahl, Mohammed Toukabri en Benoît Gob. Margot De Boeck, Phéline Thierens en Mia Vaerman

Grace Ellen Barkey Onze verhalen zijn inderdaad heel persoonlijk. Maar of het al dan niet moeilijk is om als acteur je eigen leed bloot te geven, is niet het centrale punt in deze voorstelling. Waarom mensen hun geschiedenis altijd ontmenselijken, dat is belangrijk. We kunnen niet anders dan naar de geschiedenis kijken als naar een soort abstractie: die persoonlijk zien is moeilijker. Zo kunnen we ook niet kijken naar een vluchteling en onszelf als vluchteling herkennen. Als je naar oude intellectuelen zoals de blinde dichter Abdel Al-Ma’arri kijkt en luistert, kan je wat ze hebben bedacht soms met een soort ‘wauw-gevoel’ herkennen. Wat Jan Lauwers in zijn tekst doet, is die inzichten openleggen. Tegelijkertijd is er de neiging het voort­ durend te hebben over hoe je je nu voelt. Op dat moment kijk je niet meer naar de geschiedenis, maar stel je je vragen over wie jij bent en waar jij vandaan komt. Een manier om in te gaan tegen het radeloze gevoel dat je jezelf niet kent. Na de voorstelling praat ik graag met mensen uit het publiek. Zij vertellen heel direct welk verhaal ze willen vertellen als ze op het podium zouden staan – die zijn vaak erg aangrijpend.


vr 26 aug 2016   7

D e Blinde Dichter J an Lauwers & Needcompany

© Maarten Vanden Abeele

© Maarten Vanden Abeele

© Maarten Vanden Abeele

Hans Peter Melo Dahl

Mohammed Toukabri

Benoît Gob

Mijn portret is gedeeltelijk waar, op het land van mijn vader zijn inderdaad 32 Vikinggraven gevonden. Het verhaal van de drenkeling die ik niet kon redden is ook waar, maar niet precies op die manier. Mijn verhaal doe ik in het Noors en dat is voor mij heel bijzonder. Er is een tijd geweest dat ik nog weinig Noors sprak. Ik moest dus lang naar woorden zoeken en steeds kwamen er Nederlandse woorden boven. Toen had ik het gevoel dat ik mijn identiteit aan het verliezen was. In je moedertaal ligt een groot stuk van jezelf, als een soort vurige massa. Ik speel mezelf, maar eigenlijk is het onmogelijk om over jezelf te spreken alsof ‘jezelf’ echt bestaat. Ik denk dat dat een samenraapsel is van wie je denkt dat je bent en wie anderen denken dat je bent. We zijn wel 36 verschillende mensen: er zijn zoveel facetten aan een persoonlijkheid. Dan te denken dat ik er maar één ben, dat geloof ik niet – maar ik ben wel altijd mezelf hé (lacht).

Ik ben de enige in het verhaal die geen persoonlijk trauma op scène brengt. Daar is echter een praktische verklaring voor: toen ik mijn grootmoeder naar onze stamboom vroeg, kon zij me niet verder helpen. Ik speel dus mezelf in een bewerking van Jan. Ik hou ervan hoe Jan met zijn performers omgaat. Zijn manier van werken is zeer persoonlijk, er is geen echte grens tussen hem en de spelers. Tijdens het creatieproces hadden we veel gesprekken over hoe we sommige dingen zouden doen. Soms zorgde dat voor spanning maar die uitte zich nooit in een conflict, ze voedde zelfs onze gesprekken. Ik word neergezet als De Moslim, al hou ik er niet van om in zo’n hokje te worden geplaatst. We besloten bovendien dat ik mijn tekst in het Arabisch en niet in het Engels zou doen. Daar had ik het moeilijk mee, want dat kwam wel erg dicht bij mezelf. Vooral sommige uitspraken voelden gek aan: op een bepaald moment zeg ik dat mijn moeder de allermooiste is, of dat ik de mooiste lach heb, maar ik hou er niet van om mezelf zo pretentieus voor te doen (lacht).

Ik heb helemaal niet de indruk dat ik mezelf speel, ik zou even goed de monoloog van Maarten (Seghers, red) kunnen doen. Het is – los van een aantal romantiseringen – natuurlijk wel mijn verhaal. Er is een steeds groter aandeel van naturalisme op de scène in het theater, maar dat naturalisme is niet natuurlijk. Op de scène is er geen naturel. Het zit altijd zo: ik ga het podium op om Benoît Gob te spelen. Ik hoor dan wel eens “Aha, je hebt dus niets te doen.” Maar ik speel wel degelijk iets, namelijk een Benoît Gob die door Jan geschreven is. Het is ook heel moeilijk om die tekst dan zo te brengen dat hij daadwerkelijk werkt. Al moet daar niet te precies over worden nagedacht, je gaat de scène op en zoekt uit wat werkt. In feite heb je een filter nodig, want hoe meer je wat je staat te spelen met jezelf gaat identificeren, hoe meer je probeert je goede eigenschappen te benadrukken. Zelf ben ik daarentegen eerder geïnteresseerd in gebreken. In De Blinde Dichter gaat het ook niet om biografieën maar om portretten, wat veeleer een interpretatie is van de werkelijkheid en waarin je dus dingen kan vervormen. Ik denk dat het publiek ook opgelucht is dat er duidelijk 7 portretten zijn. Je weet min of meer waar je aan toe bent. Dat geeft een zekere houvast (lacht).


8   vr 26 aug 2016

B eckett Boulevard D e Koe

De chemie van De Koe Met Beckett Boulevard staat De Koe nu voor de derde keer op rij op het TheaterFestival. Maar zo’n succesvol gezelschap stamp je niet zomaar uit de grond. Daar is tijd en geduld voor nodig. Ondanks een moeilijke start en flink wat tegenslagen met subsidies, wist De Koe uiteindelijk toch zijn succesformule te ontwikkelen. Wij spraken met Willem de Wolf en Natali Broods over hoe de magie van De Koe tot stand komt. Jonathan van der Horst en Margot De Boeck

Hoe beginnen jullie aan het schrijven van een tekst? Natali Broods: De teksten van onze voorstellingen worden vooral geschreven door Willem en Peter (Van den Eede, het derde lid van het gezelschap, red.). Zij schrijven apart, maar we komen wel elke dag samen om commentaar op de teksten te geven. Zo komt het geraamte van de tekst gaandeweg tot stand. Meestal is die wel nog te abstract. Dan weten wij wel wat we willen zeggen, maar spreekt het nog niet genoeg uit de tekst. Humor zit er meestal vanzelf al in. We denken bijna nooit: ‘Oh, we moeten nog wat meer humor in onze tekst stoppen’. Willem de Wolf: Het fijne is dat Peter en ik heel anders schrijven. Ik schrijf vaak iets met een politieke dimensie. Peters teksten zijn ironisch. In mijn teksten kunnen nog wel eens grote idealen voorbij komen, die Peter dan weer ironiseert. Die twee stemmen vormen de basis voor de uiteindelijke tekst. Natali: Er moet soms wat meer spreek­taal in Willems teksten. We maken zijn zinnen vaak iets dommer. Willem is te slim. Willem: Peter ironiseert mijn moralisme en ik politiseer zijn ironie. Natali heeft een heel eigen taak in het proces. Als wij met teksten afkomen, dan is het een beetje zaak om Natali te overtuigen en haar aan je kant te scharen. Natali is niet heel trouw. Ze zegt ronduit wat haar bevalt en wat niet, ongeacht de persoon. Ze is vrij genadeloos. En maar goed ook.

© Koen Broos

Het filosofische in jullie teksten moet dus wel concreet blijven. Waarom is dat noodzakelijk? Willem: Onze teksten moeten geen bewijsstukken worden voor politieke of filosofische stellingen. Het zou goed zijn als dat allemaal zijdelings gebeurt. Je moet er niet de nadruk op leggen. Natali: Je moet als toeschouwer ook wel genot aan het kijken beleven. Dat gebeurt makkelijker als de mensen op scène ook een beetje dom zijn. Als wij te slim zijn, dan wordt het te veel een spelletje onder ons. Dan raakt de toeschouwer ervan afgesloten. Willem: Het gevaar is dat de voorstelling alleen nog maar ironisch wordt en daardoor niks meer zegt. Ik waak er toch altijd wel over dat er nog iets gezegd wordt over de wereld.

Jullie voorstellingen hebben vaak een heel losse stijl. Alsof alles op dat moment gedacht en bedacht wordt. In hoeverre zijn jullie voorstellingen ingestudeerd? Of laten jullie ook dingen aan het toeval over? In koor: Alles is ingestudeerd! Willem: Per voorstelling komen er wel eens een paar nieuwe zinnen bij. Of permitteert iemand zich een grap en dan moeten de anderen daar op reageren. De overgangen zijn soms ook anders. Het gebeurt wel eens dat iemand te

vroeg of te laat opkomt. Maar in principe is alles ingestudeerd.

In Beckett Boulevard spelen jullie opnieuw alleen met de drie spelers van De Koe. Jullie werken ook vaak samen met andere gezelschappen zoals TG Stan en Maatschappij Discordia. Is dit een verschillende manier van werken? Willem: Ik vind het zelf steeds gemakkelijker worden bij De Koe. Ik ben als laatste bij het gezelschap gekomen, dus ik heb een gewenningsperiode nodig gehad. Maar nu voel ik me steeds vertrouwder. We zijn steeds beter op elkaar ingespeeld. Daardoor permitteren we ons meer en durven we meer op het toneel. We zijn ook maar met drie, hé. Dat is wel echt heel specifiek voor ons gezelschap. Twee mannen die om die ene vrouw heen hangen. Daar spelen we iedere keer opnieuw mee in onze stukken. Natali: Het voelt altijd een beetje als thuis komen wanneer we weer eens met zijn drieën aan de slag gaan. Het is frappant dat je hier minder woorden voor nodig hebt dan als je met andere mensen samenwerkt. We voelen elkaar gewoon beter aan. Willem: Bij De Koe heb ik de appreciatie van de anderen het minst nodig. Ik ben mij er niet van bewust als we goed spelen. Dat is ook niet nodig. Bij anderen kan ik nog wel eens denken: wat speelden we goed vanavond of wat was het slecht. Bij De Koe denk ik daar niet over na. Wij doen de dingen gewoon zoals wij ze doen en dat ziet er dan blijkbaar uit alsof we de pannen van het dak spelen.

“Toen Willem bij De Koe kwam, moest ik heel erg wennen.” Natali Broods Natali: We zijn onvergelijkbaar met elkaar. Peter heeft zijn manier van spelen, wij die van ons. Maar we complementeren elkaar wel. We horen vaak dat we een goede match zijn. Willem: Die chemie is er vaak ook meteen. Zelfs als we elkaar een tijdje niet gezien hebben. Onlangs deden we voor het eerst sinds lange tijd nog eens een tekstrepetitie van Beckett Boulevard. Natuurlijk was het niet meteen perfect, maar we voelden wel dat het goed zat.

Hebben jullie een verklaring voor die chemie? Natali: Goh, je kan dat niet uitleggen. Nochtans is die chemie er niet zonder slag of stoot gekomen. Toen Willem bij De Koe kwam, moest ik heel erg wennen. Je gaat niet aan tafel zitten en praten over wie je bent en hoe je werkt, hé. Dat moet je gaandeweg ontdekken en dat is niet altijd even makkelijk. Over de dingen praten in het theater is niet zoals praten over


vr 26 aug 2016   9

B eckett Boulevard D e Koe

wiskunde. Wij hebben elkaar bij onze eerste gezamenlijke voorstelling Wit echt moeten zoeken, maar dat klopte ook bij het thema van die voorstelling. Het dubbeltje had natuurlijk ook de andere kant op kunnen vallen. Voor hetzelfde geld klikte het niet tussen ons drieën. Een Nederlander in het gezelschap maakt ook wel een heel groot verschil. Alleen de vergadercultuur al. Ik weet nog dat we aan het vergaderen waren en dat iedereen gewoon maar wat riep. Willem zat er met grote ogen naar te kijken en zei toe iets van: ‘Zo, dus dit is hoe jullie vergaderen?’ Sindsdien gaat alles punt voor punt. Willem: Het eerste contact was moeilijk. Ik weet nog heel goed welke fouten ik heb gemaakt toen ik bij het gezelschap kwam. Je moet eigenlijk niet mailen. Mails kunnen heel hard zijn. Zeker als je de codes van zo’n groep nog niet kent. Ik was heel andere codes gewend. Wat nu wel heel goed is aan onze samenstelling, is dat iedereen het gevoel heeft dat elke voorstelling van hem of haar is. Bij andere groepen heb je soms nog wel eens het gevoel dat je meespeelt in het idee van iemand anders. Maar Beckett Boulevard bijvoorbeeld is echt iets van ons drieën. Natali: Het enige verschil is wel dat jij en Peter schrijven en ik niet. Soms zou ik het wel leuk vinden als ik dat ook kon.

Jullie hernemen ook vaak voorstellingen. Waarom vinden jullie dat belangrijk? Willem: Dat is heel belangrijk voor de instandhouding van je gezelschap. Er is enorm veel veranderd in de laatste tien jaar. Vroeger deed je een tournee en maakte je daarna iets nieuws. Maar tegenwoordig moet je gewoon gaan spelen waar belangstelling is voor je werk. De trilogie WitRoodZwart is bijvoorbeeld altijd te koop voor wie die 4,5 uur in zijn theater wil hebben. Natali: Van die trilogie hebben we nooit een tournee gedaan. Het is ook niet mogelijk om dit stuk vijf dagen per week, en dat weken aan een stuk, te spelen. We hebben wel wat routine in de trilogie gekregen door hem te hernemen, maar na de eerste voorstelling waren we echt kapot. Alhoewel, als Fabre 24 uur theater kan maken, hebben wij misschien geen recht van spreken (lacht).

Welke evolutie zien jullie voor de toekomst? Willem: Daar moeten we ons nog een beetje over buigen. We hadden voor de komende vijf jaar subsidie aangevraagd om eindelijk nog eens een beetje te kunnen groeien en een middelgroot gezelschap te worden. Zo zouden we iets vaker een grotere voorstelling zoals Olga kunnen maken of nog twee extra mensen kunnen aannemen in de artistieke raad. Maar voor de vijfde of zesde keer achter elkaar mag De Koe niet groeien van de Minister. Natali: De Koe wordt geapprecieerd zoals hij is en moet dus blijven zoals hij is. Ik heb al wel gedacht dat we misschien

gewoon wat minder voorstellingen moeten maken, maar dan wel grotere producties. Willem: Misschien wel, ja. Want we willen echt nog wel eens teksten maken voor meerdere mensen.

“Over vijf jaar zijn Peter en ik bijna zestig. Dan gaat niemand nog zeggen: ‘Nou. Hier is een zak geld.” Willem de Wolf Natali: En met jongere mensen erbij. Dat werd als iets zeer positiefs gezien in ons dossier. Maar als er geen budget voor is… Willem: Dan zullen we iets zuiniger moeten zijn. Het is echt teleurstellend wat dat betreft. Ik dacht: als er zich nou nog een keer een mogelijkheid zou voordoen om te groeien, was het nu geweest. Over vijf jaar zijn Peter en ik bijna zestig. Dan gaat niemand nog zeggen: ‘Nou. Hier is een zak geld. Doe maar.’ Hoewel dat natuurlijk wel leuk zou zijn (lacht). Ik zou graag nog eens met iemand spreken die mij dat goed kan uitleggen waarom De Koe nooit is kunnen groeien. Beckett Boulevard gaat daar ook voor een deel over. Over wat er over je gezegd wordt als je er niet bij bent. Achter je rug om, in commissiezaaltjes bijvoorbeeld. Wie je bent is ook voor een deel hoe er over je gepraat wordt. Maar je weet niet hoe er over je gepraat wordt. Misschien zeggen ze in die vergaderzaal wel: ‘Ach ja, die van De Koe. Laat ze nog maar wat aan sukkelen met z’n drieën.’

Maar jullie zijn nu al voor het derde jaar op rij geselecteerd voor het TheaterFestival. Helpt dat dan niet bij zo’n subsidieaanvraag? Willem: Het maakt allemaal niks uit. De dossiers maken niks uit. De vergaderingen maken niks uit. De dingen die je in het verleden hebt gedaan maken niks uit. De prijzen en de recensies maken niks uit. Je plannen maken niks uit. Het enige wat iets heeft uitgemaakt, is de allerlaatste vergadering van de minister met een aantal andere politici.

Subsidies zijn dus een puur politieke keuze? Willem: Ja. Je wordt echt een rad voor de ogen gedraaid als je denkt dat het om je artistieke plan gaat. Uiteindelijk zijn de beoordelingen van die plannen door de commissies ook helemaal niet belangrijk geweest. Niemand is echt gegroeid en niemand is echt verdwenen. Natali: Jawel, hé. Tristero bijvoorbeeld. Willem: Ja, dat klopt. Maar wat ik bedoel is dat de minister had gezegd dat hij de grote gezelschappen echt groot zou maken en de bezem ging halen door het

middengebied. Dat is allemaal niet gebeurd. Het is gewoon bij hetzelfde gebleven.

Om toch nog een beetje positief naar de toekomst te kijken: Wat zijn jullie plannen voor het komende jaar? Willem: We waaieren weer wat uiteen. Ik ga een project doen bij het staatstheater in Mainz in samenwerking met De Nwe Tijd. Met Myriam van Imschoot maak ik ook een project rondom een koor. Daarnaast gaat Peter samen met Damiaan De Schrijver en Matthias de Koning werken. Natali: Ik ga weer wat filmen dit jaar. En verder hebben we dus nog die plannen voor een grotere productie met meerdere mensen. Die is nog totaal niet begroot, maar ik vind dit eigenlijk wel iets om in het eerste jaar ons geld al direct aan uit te geven. Het is voor ons ook gewoon te belangrijk om voorstellingen met andere mensen te kunnen maken. Willem: Het is zo gevaarlijk voor een gezelschap om teveel op jezelf te werken. Om het dan de hele tijd goed en leuk te houden, dat is heel moeilijk. Willem de Wolf: ‘Het gevaar is dat de voorstelling alleen nog maar ironisch wordt en dat zij daardoor niks meer zegt. Ik waak er toch altijd wel voor dat er nog iets gezegd wordt over de wereld.’


10   vr 26 aug 2016

g n i n e p O ight! n

State of the Youth

do ug 25 a 6 201

© Dries Segers

© Patrick Florin


State of the Union

TheaterFestival vs. Villanova Een theaterfestival feestelijk openen, hoe doe je dat? Op het TheaterFestival in deSingel gebeurde het met grote woorden op een groot, formeel podium. Op Villanova in De Studio werd gestart met een zichzelf opblazend varken. De stijl en context mag dan al danig verschillen, feit is wel dat de in totaal acht States die werden uitgesproken op beide festivals allemaal opstandige en prangende boodschappen bevatten. Een korte samenvatting van alle States of the Union/Youth die gisteren werden uitgesproken, met een sappige quote uit iedere speech als gratis cadeau. Mitch Van Landeghem

vr 26 aug 2016   11

Reacties op de State in de media Evelyne Coussens (De Morgen)

De eerste State of the Youth kwam van de oprichtster van de online community Mvslim, die vertelde hoe ze van een gediscrimineerd schoolmeisje uitgroeide tot een anarchistische betoger. Haar speech was humoristisch én radicaal. Quote: ‘Niet iedereen wilde mij iets leren.’

Te vaak bleven de (vorige, red.) State of the Unions steken in de combinatie van een klaagzang over het verleden - te weinig geld, te weinig erkenning - en vrome maar vrijblijvende wensen voor de toekomst. Dat het dit jaar anders uitpakte, was de verdienste van twee radicale sprekers. (…) In wezen brachten Hillaert en Di Marino dezelfde boodschap: de theatersector is verstard in een onhoudbare status quo, er is een systeem ontstaan van productie en consumptie dat door de ‘instituten’ (zowel mensen als instellingen) wordt in stand gehouden maar - ring ring - de wereld is veranderd. En dus moet de sector zelf veranderen, wil ze niet onzachtzinnig veranderd worden. (…) Hillaert zou echter Hillaert niet zijn als hij aan die negatieve analyse geen constructieve handleiding tot verandering zou toevoegen. Twee zaken zijn volgens hem broodnodig. Ten eerste moet de sector ‘radicaliseren’ - een bewust provocatief woord - en dat betekent: zich engageren, keuzes maken, opnieuw aan politiek doen in plaats van aan boekhoudkunde. Een tweede centrale begrip is verbondenheid - “steek uw ego’s in uw gat” klonk het ferm - en niet alleen tussen de gevestigde gezelschappen, maar ook met de klaarstaande generaties én de makers van andere afkomst, die nu al aan de deur staan te morrelen.

Sara De Roo

Geert Sels (De Standaard)

“En als we het nu eens niet over de subsidies hebben?” zo stak Wouter Hillaert van wal. Opvallend dat ook Marc Verstappen in De Studio ook opende met dat hij het niet over geld wilde hebben. Als radicalisering en verbondenheid de centrale thema’s waren op het TheaterFestival, dan was leermeesterschap de rode draad op Villanova.

het TheaterFestival Aurelie Di Marino

In de State of the Youth richtte Aurelie zich niet alleen op haar eigen zoektocht als jonge theatermaker naar zinvolle projecten, maar had ze het ook over haar geloof in theater als plaats voor ontmoetingen die anders niet zouden plaatsvinden. Theater kan wel degelijk iets veranderen in de maatschappij! Quote: ‘Verlangen is wat mij doet bewegen, wat mij doet leven: wil ik iets, kan ik iets, durf ik iets, moet ik iets?’

Wouter Hillaert

Als klein pastoorke riep Wouter op om te radicaliseren tegen de vastgeroeste structuren in de kunstensector – met en passant ook een sneer naar de Grote Talenten uit de jaren 80. Wouter werd beloond met een applaus dat zo lang en zo luid was, dat zelfs de festivaldirecteur er niet overheen kon praten. Quote: ‘Dien over vijf jaar één subsidiedossier in met de hele sector, ik meen het.’

Villanova-Festival Hanan Challouki

Deze actrice van Tg Stan had zelfs twee toespraken geschreven, maar koos wegens de ‘gortdroogheid’ van de eerste dan maar voor haar tweede speech: een lijstje waarin ze opsomde hoe ze van iedereen en niemand iets had geleerd, maar vooral hoe ze geleerd had zelf haar plan te trekken in het leven. Quote: ‘Ik heb geleerd rijk te zijn. Ik heb geleerd dat ik zal moeten leren arm te leven.’

Moya De Feyter

De huizen hebben zich geprofessionaliseerd tot geoliede machines, maar dat werkt verlammend. Naïviteit, fantasie en een wilde daadkracht om in een avontuur te springen (omdat het moet!) zijn er bij ingeschoten.

Deze jonge dichteres ontroerde met een eerlijke inkijk in het proces van de voorstelling die ze voor Villanova maakte. Via dagboekfragmenten had ze het over de moeizame gezamenlijke zoektocht en de parallelle ontwikkeling die iedere kunstenaar ook individueel doorloopt. Quote: ‘De schoonheid van het theater zit in de verstrengeling.’

Louis Janssens (via Facebook)

Bie Van Craeynest

Goed statement, maar er is een belangrijk misverstand over de zogenaamde “Grote Bevrijding van de jaren 1980”: dit was niet meer en niet minder dan een machtsgreep van de toenmalige dertigers (waar ik toen ook deel van uitmaakte, maar door mijn discipline – videokunst- , enkel aan de rand heb van gestaan ). Het theater zelf moest niet bevrijd worden, daar kon en mocht reeds alles, ook in de bestaande grote huizen. Er was ook het politieke theater van o.a. de Internationale Nieuwe Scène etc… Het feit dat de dertigers van nu daar zo over denken heeft te maken met het feit dat zij opgeleid zijn aan universiteiten en theaterscholen door diezelfde toenmalige dertigers die hun eigen werk zelf baanbrekend vonden en in de geschiedenis hebben ingeschreven.

Bie is coördinator van Jeugdhuis Chicago in Brussel. Zij begon haar betoog met anekdotes over hoe ze de toekomst niet correct kon voorspellen, om te besluiten met hoe je toch moet vasthouden aan je eigen overtuigingen, ook al lijken ze wereldvreemd. Quote: ‘De beste leermeester is een plantenboer: enkel water geven en af en toe wat onkruid wieden.’

Jens Meijen

Tom Lanoye zegt: “Een schrijver die geen helden heeft is een leugenaar”. Deze jonge schrijver daarentegen beweert dat hij geen mensenhelden heeft en alles via het internet leerde. Leermeesters? Helemaal passé! Quote: ‘We zijn allemaal een klein beetje verliefd op de ideale versie van onszelf.’

Seckou Ouologuem

Deze slamdichter nam als laatste het woord, in een deels geïmproviseerde en half ritmische speech. Naast een ode aan de chaos was de toespraak van Seckou vooral een oproep om je eigen persoonlijkheid ten alle tijden te beschermen. Quote: Seckou citeerde de Perzische filosoof Rumi: ‘Raise your words, not your voice. It is rain that grows flowers, not thunder.’ P.S.: Een oproep aan Kathleen Treier en Marc Verstappen: spreek binnenkort eens samen af bij een koffie of twee en probeer ofwel de kalenders van jullie beider festivals meer uit elkaar te schuiven, ofwel helemaal in elkaar op te gaan. Het zou de jonge, theaterminnende redactieleden heel wat agendaproblemen besparen!

De jaren tachtig zijn voorbij. Get over it! #morningafter

Videolepsia (via theaterfestivalblog.be)

Tania De Bruycker (via theaterfestivalblog.be)

SCHITTEREND!!!! Alsof ik even niet meer alleen sta …


12   vr 26 aug 2016

Internationaal

A reason to Iedere dag kiest een prominente figuur uit de theatersector zijn of haar favoriete boek of theatertekst uit de collectie van de Buchbar, te vinden in het festivalcentrum.

We schrijven 2014. Daniel Van Buyten speelt zijn laatste interland, Bart De Wever verkleedt zich in een panda en het Vlaamse theaterlandschap wordt bestormd door een nieuwe garde verbeeldenaars. Twee jaar na hun doorbraak staan Sachli Gholamalizad (A reason to talk), Robbert&Frank/ Frank&Robbert (TO BREAK) en Jonas Vermeulen en Boris Van Severen (The Great Downhill Journey of Little Tommy) opnieuw op het TheaterFestival met het stuk dat voor hen veel (of zelfs alles) aan het rollen bracht. Een flashinterview in vijf bedrijven. Daan Borloo Hoe is jullie voorstelling in de loop van die twee jaar veranderd?

Wie?

Elsemieke Scholte (De Theatermaker)

Favoriet boek?

Uit de lijst van de Buchbar heb ik gekozen voor de theatertekst Uw penis van Bruno Mistiaen. Al moet ik toegeven dat de lijst verleidelijk en lang genoeg was om nog talloze andere fijne namen uit te kiezen, zoals Sam Shepard, Gertrude Stein en Peter Brook om er maar een paar te noemen. Maar toch valt mijn keuze op Bruno Mistiaen, die niet alleen werkt als toneel- en prozaschrijver, maar ook als videokunstenaar, regisseur en vertaler. Misschien eerst even iets over de titel Uw penis. Zijn titels mogen er altijd wel zijn! Oorlog, seks en hulpverlening en De papa, de mama en de nazi zijn twee andere teksten van zijn hand. Peter Anthonissen, dramaturg van fABULEUS en voormalig lid van de adviescommissie van het Fonds der letteren merkte ooit fijntjes op: “Wie in de trein een tekst van Bruno aan het lezen is, verwacht zich best minstens aan één rare blik van een medereiziger. Maar ik kies ook voor Bruno Mistiaen om inhoudelijke redenen. Zijn teksten zijn onbeschaamd direct en ingrijpend. Hij zet de wereld in beweging en als het moet op zijn kop. Maar telkens vertelt hij daar ook echt iets mee. Zijn teksten stinken naar theater, maar zijn ook heel fijn om te lezen. Ik lees ze vaak in één ruk uit. Je krijgt zin om te spelen als je zijn teksten leest. Mijn lief zegt dat Tg Stan misschien eens tekst van Bruno Mistiaen zou moeten spelen. Zelf zou ik daar ook wel nieuwsgierig naar zijn.

Favoriete koffie?

Ice latte

Check de volledige lijst van boeken en theaterteksten uit de Buchbar op: theaterfestivalblog.be/buchbar

Robbert en Frank: is amper veranderd, maar wij staan wel steviger in onze schoenen nu. We kunnen meer relaxed aan een voorstelling beginnen, daar waar we vroeger zaten te stressen over details. ’t Is een voorstelling waarbij er heel veel van afhangt of de rekwisieten op het juiste moment op de juiste plaats liggen, anders ligt het vervolg aan diggelen. Jonas en Boris: Eerlijk gezegd is weinig veranderd. Voor ons blijft het elke keer een zoektocht om het tempo goed te krijgen, maar globaal gezien is de voorstelling één lange compositie en die staat redelijk vast. Sachli: Heel subtiel verandert iedere keer wanneer ik het speel. Ook qua gevoel is het telkens een andere voorstelling, al is het maar omdat ik haar met telkens een ander gevoel inzet. Daarnaast zijn er overbodigheden weggevallen en nieuwe inzichten bijgekomen.

Hoe en waar is voor jullie de internationale doorbraak begonnen?

RF: Een kleine naar CAMPO bij deze, want daar begint alles voor ons. Wij maken een voorstelling, en zij doen de rest. Elke plaats waar we gespeeld hebben – nationaal of internationaal – hebben we aan hen te danken. Toch wat ons theaterwerk betreft, want het management van ons beeldend werk hebben we zelf in handen. JB: Via Theater Aan Zee zijn we geselecteerd voor Big In Belgium. Dat is een programmatie binnen het Edinburgh Fringe Festival, waar allerlei Belgisch werk wordt voorgesteld aan Engelstalig publiek. Onder hen bevinden zich een heleboel programmatoren van over de hele wereld. Op die manier zijn we ook in NieuwZeeland terechtgekomen. S: Edinburgh. Een opent deuren in de Angelsaksische wereld. Verder is alles een mooie samenloop van juiste ontmoetingen gebleken. De sterren stonden juist, veronderstel ik.

Wat is de coolste plaats waar je gespeeld of gelogeerd hebt?

RF: Met ons beeldend werk zijn we bijvoorbeeld al in Hongkong geweest, en daar hebben we ook op het dak van een zeer luxueuze skyscraper een mix gespeeld van en een voorstelling die we nu aan het maken zijn. Een geweldige ervaring! JB: Je kan niet verder reizen dan naar Nieuw-Zeeland, dus dat is ongetwijfeld de coolste plaats. Bovendien is het ook een van de mooiste plekken op aarde. En puur qua locaties hadden we het vooral voor de rauwe plekken, waar we ’s avonds laat konden spelen, zoals de loods van Theater Aan Zee, of een garagezaal in Schaarbeek die was omgebouwd tot theaterzaal. S: Toronto. Alles klopte daar, vooral de nieuwe vriendschappen. De emotionele geladenheid speelde ook een rol. In mijn voorstelling komt namelijk naar boven dat Canada eigenlijk het land was waarnaar mijn moeder en ik op weg waren. Vreemd genoeg voelde daar spelen als thuiskomen.

Reageert het publiek anders op verschillende plaatsen?

RF: Het is moeilijk om Nederlanders naar onze voorstelling te krijgen, maar eens we ze hebben, zijn die wel het meest uitbundig. Soms zelfs zo uitbundig dat je niet meer goed weet of het oprecht is. Applaus maakt natuurlijk deel uit van de code, maar daar veren ze vaak ook allemaal recht. Hier in Vlaanderen zijn mensen op dat vlak gereserveerder, maar daardoor betekent een staande ovatie hier ook iets meer. JB: Afhankelijk van de plaats en het uur kunnen mensen iets luider, stiller of aandachtiger zijn. Het is fijn om te merken dat sommige mensen zich ook maar moeilijk stil kunnen houden. Soms wordt er iets geroepen, zoals bij een concert, of zitten mensen heel erg mee te dansen in hun stoel. En het was al helemaal hartverwarmend als we tegen het einde van onze speelreeks op Theater Aan Zee merkten dat er hier en daar mensen in de zaal zaten die de teksten al konden meezingen. S: Ja en nee. Er zijn verschillen in hoe men reageert maar in essentie waren


vr 26 aug 2016   13

Highlights from the Lowlands

break little Tommy

© Sarah Yu Zeebroek

reacties vaak hetzelfde. In Toronto merkte ik bijvoorbeeld dat mensen veel mondiger waren. Ook tijdens de voorstelling durfden mensen gemakkelijker te lachen met de tragiek van de voorstelling en de ‘personages’, wat me erg opluchtte. Ook waren gesprekken na de voorstelling er zeer interessant en woelig, terwijl men in Vlaanderen vaak meer afwachtend of angstig reageert. Al zorgt dat ook wel voor een mooi geladen energie.

Welk project staat er nu in de steigers? En ligt dat in dezelfde lijn van de vorige voorstelling?

Robbert: was een voorstelling die ontstaan is zoals een beeldhouwwerk uit een gigantische blok klei. Nu zijn we een voorstelling aan het maken die net andersom ontstaat: door iets op te bouwen vanuit het niets. Je kan het vergelijken met een bospad. In hebben we zelf een bospad uit het bos gekapt, en nu willen we bomen planten rond een pad dat er al is. Frank: Cheers op die metafoor!

JB: Wij zijn sowieso los van elkaar erg druk bezig, maar we kunnen wel zeggen dat er volgend seizoen een nieuwe productie aankomt. Daar hebben we een tijd geleden al twee maanden aan gewerkt om te onderzoeken wat en hoe we dat precies willen gaan doen. En nu ligt het plan klaar. We willen er nog niet te veel over kwijt, maar onze zoektocht naar het verenigen van theater en muziek wordt zeker verdergezet. S: Mijn nieuwe voorstelling gaat binnen minder dan een maand in première in KVS. Ik zie het als een vervolg op – maar dan ook weer helemaal anders. Ik wil nog verder graven en het vage begrip ‘familie’ uitspitten.

Big in Belgium Big in Edinburgh Meanwhile in Edinburgh rijgen de Belgen prijzen aan elkaar. Pas sleepte Yinka Kuitenbrouwer met haar voorstelling HonderdHuizen nog de Total Theatre Award als Emerging Artist in de wacht, vanmorgen schoof ze alweer aan bij het Fringe ontbijtbuffet voor een Fringe First Award. En zij is niet de enige Belg waar Edinburgh warm voor loopt. De Total Theatre Award voor Physical and Visual Theatre ging naar Bildraum van Steve Salambier en Charlotte Bouckaert en ook Wij/Zij van jeugdtheater BRONKS kaapte prijzen weg: na een vijfsterrenreview van The Guardian schrijven ze nu de Total Theatre Award voor meest innoverend vormelijk experiment op hun palmares. Phéline Thierens


14   vr 26 aug 2016

ook dat nog Foutje op onze cover gisteren opgemerkt? Nee, de redactie wou met de titel Highlands from the Lowlands niet ver­ wijzen naar de Kemmelberg of de Baraque Friture, dit moest wel degelijk Highlights from the Lowlands zijn. Dat krijg je met die hittegolf. De slepende warmte is overig­ens echt een probleem aan het worden op de redactie. Niet voor de reporters – die houden ondanks de deadline­ stress het hoofd nog behoorlijk koel – maar wel voor de technologie. Vele laptops en MacBooks lieten vandaag de geest en ook onze printers vertonen verhittingsverschijnselen. Misschien moeten we Wine’s Helpdesk even bellen? Alhoewel, blijkbaar was het daar gisteren ook zweten en puffen geblazen. Festivaldirecteur Kathleen Treier en Maarten Seghers van Needcompany gaan long way back. In de lagere school zaten ze samen op de muziek­ academie. Blijkbaar had Maarten, ondertussen huiscomponist bij Jan Lauwers, toen al een fabuleuze stem en veel talent. Hoe het met de muzikale kwaliteiten van Kathleen Treir is gesteld, horen we hier iedere dag in de wandel­gangen. Redacteurs F.T. en J.v.d.H. zijn nog steeds amper bekomen van het culinaire orgasme dat ze beleefden in de keuken van Troubleyn. Na hun interview met Els Deceuckelier en Moon Van Overmeir, morgen te lezen in uw festivalkrant, mochten ze aanschuiven aan de catering van het Mount Olympische restaurant. De restjes kregen ze doggy bag-gewijs mee, waardoor de rest van de redactie ook geen honger hoeft te leiden (mopje, Lara kookt ook voor Ons en Emely is een lunchbuffetten-master, waarvoor hulde). Nog een rechtzetting: gisteren beweerden we dat Willem de Wolf voor het eerst over Beckett Boulevard sprak tegen Peter Van den Eede in café De Boer van Tienen op het Mechelseplein. Het correcte etablissement was visrestaurant Bij Den Boer aan de SintKatelijnekerk in hartje Brussel.

De Barbaren

De Barbaren fABULEUS stuurt 8 moedige, nieuwsgierige jongeren met een missie naar Het Theaterfestival. Hun opdracht: word hier en nu verliefd. Zij zijn De Barbaren. Vandaag: Febe Rimbert over De Blinde Dichter Febe Rimbert had gisterenavond een date met haar vakantielief, De Blinde Dichter van Needcompany en Jan Lauwers. Die avond heeft niet teleurgesteld. Er hangt opwinding in de lucht als we haar spreken. De visuele kracht en de schreeuw om het verleden uit de voorstelling hebben haar verwonderd. Febe licht haar verwondering en Barbaar(s)parcours toe... Bart Van Gyseghem Hoe ben je bij De Barbaren terecht gekomen?

Ik las via via op de website van fABULEUS over het project. Het leek me interessant, vooral omdat je er je eigen persoonlijkheid in kon leggen. Dat je een theatervoorstelling moest volgen, vond ik uitdagend. Zelf heb ik niet zo’n sterke toneelachtergrond, al kijk ik wel graag naar theater. Omdat ik nog maar even de tijd had om me kandidaat te stellen voor De Barbaren, heb ik een kort filmpje gemaakt over mezelf, waarna fABULEUS me vervolgens aan deze voorstelling koppelde.

En hoe duik je dan in die voorstelling?

Ik wist niets over het stuk. Ik had ook nog nooit een voorstelling van Needcompany of Jan Lauwers gezien. Ik ben beginnen opzoeken: recensies lezen, YouTube-filmpjes kijken, de website van het gezelschap uitpluizen. De eerste dagen is dat best eng natuurlijk, maar eens je genoeg denkt te weten, begin je allerlei acties op te zetten. Ik was heel erg blij om gisteren eindelijk de voorstelling te kunnen zien.

Kan je je oordeel over De Blinde Dichter kort formuleren?

Het oversteeg al mijn verwachtingen. Het was beeldend én absurd én komisch én toch diepgaand. Ik moest er erg mee lachen en dat had ik op voorhand niet verwacht. Anderzijds verwachtte ik ook niet dat die zeven portretten me zo diep zouden meesleuren. De spelers en makers geven zichzelf een stukje bloot.

Hebben je voorbereiding en acties je erg geholpen bij het bekijken en beoordelen van de voorstelling?

Dat denk ik wel, ja. De Blinde Dichter heeft zoveel thema’s en die kan je op heel wat manieren benaderen. Ik geloof dan ook echt dat het op voorhand nadenken en lezen over de voorstelling me geholpen heeft om ze zo hard te appreciëren, al wil dat zeker niet zeggen dat ik niet meer verrast was of nieuwe zaken heb ontdekt. Zelfs nu, de ochtend nadat ik de voorstelling zag, ontdek ik nog nieuwe elementen! Sommige acties die ik ondernomen heb, vind ik wel beter bij de voorstelling passen dan andere. Vooral mijn filmpje waarin ik mensen

uitnodigde om hun naam uit te schreeuwen is erg gelinkt aan de openingsscène waarin Grace Ellen Barkey almaar luider en dramatischer haar naam uitschreeuwt. Daarnaast ben ik intensief bezig geweest met ‘portretten’ en ‘zelfverheerlijking’ als thema’s, die ik gisteren ook herkende in het stuk. Vandaag de dag zijn mensen daar erg vaak mee bezig, zeker op mijn leeftijd. We trekken selfies en zetten die vervolgens op onze sociale media, maar het echt over onszelf hebben doen we niet vaak. We schreeuwen het vaak niet uit en kijken niet zo veel achterom. De Blinde Dichter doet dat wel en dat vind ik moedig.

Hoe moedig ben je zelf, Febe? En hoe graag zie jij jezelf?

Het is makkelijker om anderen graag te zien dan jezelf. Het klinkt al snel egoïstisch als je zegt dat je jezelf graag ziet. Het lijkt een contradictie: wel foto’s van onszelf maken, maar dan niet durven zeggen dat je jezelf heerlijk vindt. Ik trek ook selfies, maar dat wil nog niet zeggen dat ik mezelf verheerlijk.

Je bent geïnteresseerd in beeldende kunst en je volgt dit in het deeltijds kunstonderwijs. Hoe ervaar je de visuele vorm van deze voorstelling?

Het beeldende aspect van de voorstelling trekt me meer aan en vind ik inspirerender dan het theater op zich. Ik verwonder me erover dat beeldend werk zo kan gebruikt worden op het theater. Dat wist ik nog niet. Daarnaast onthoud ik zeker enkele sterke beelden zoals het moment met het paard dat op- en neergaat, het schreeuwen van de naam, de grote zwarte ballon, enzovoorts. Allemaal coole beelden die mysterieus werken. Ik ben nogal fan van Anish Kapoor. Zijn werk is erg abstract, maar ook indrukwekkend omdat het zo monumentaal is. En toch is het allemaal erg organisch en verschillend. Dat herken ik ook in De Blinde Dichter, wat anders is maar toch raakvlakken heeft. Een indrukwekkende voorstelling!

Hoe gaat jouw parcours nu verder, als Barbaar en als Febe?

Ik wil graag nog werk van Needcompany zien. Als ze in de buurt spelen, wil ik zeker gaan kijken. Als ik dan Jan Lauwers zou kunnen ontmoeten, zou dat fantastisch zijn. Ik ben erg geïnteresseerd in hoe hij het visuele aspect tot stand laat komen. Ik zou erg graag eens in zijn repetitieruimte willen zijn op het moment dat zoiets ontstaat. Zelf wil ik niet direct aan theater doen, maar eerder beeldend bezig zijn. Ik blijf nu nog een tijdje bloggen, al denk ik dat het goed is om het nu ook even te laten rusten. De vakantieperiode was erg heftig met dit onderzoek en gisterenavond was een indrukwekkend slotstuk. Voor mij persoonlijk dan, want het TheaterFestival is nog maar net begonnen en daar hoop ik nog heel wat voorstellingen van mee te pikken!

Een uitgebreide versie van dit interview kun je vinden op theaterfestivalblog.be



Lees de artikels uit deze festivalkrant en andere artikels op theaterfestivalblog.be en discussieer mee via #HTF16!

Kom biechten bij deze voorstellingen in het festivalcentrum:

vr 26 aug / 21u15 – 23u30 A reason to talk Beckett Boulevard De Blinde Dichter Check de reacties uit De Biechtstoel op www.zendelingen.be

TI

f Het TheaterFestival t @theaterfestiva1 en #HTF16 www.theaterfestivalblog.be

Biechtstoel

CK

O

ET S

INF

tickets en info: theaterfestival.be

redactie Jonathan van der Horst, Xandry van Besselaar, Daan Borloo, Phéline Tierens, Bart Van Gyseghem, Katrien Van Bael, Arno Boey, Anke Van Meer, Eva Decaesstecker, Margot De Boeck, Mitch Van Landeghem, Stefan Moens, Mia Vaerman hoofdredactie Filip Tielens grafisch ontwerp Laura Bergans V.U het TheaterFestival Vlaanderen, Kathleen Treier, Jan Van Rijswijcklaan 155, 2018 Antwerpen

vr 26 aug 2016

za 27 aug 2016

14u00

12u00

16u30 20u00 20u00 20u00 20u30 20u30

De Man door Europa Lucas De Man/ Het Zuidelijk Toneel/Nieuwe Helden Monty TO BREAK – The Window of Opportunity Robbert&Frank Frank&Robbert/CAMPO deSingel Zwarte Zaal De Blinde Dichter Jan Lauwers & Needcompany deSingel Rode Zaal Beckett Boulevard De Koe deSingel Theaterstudio A reason to talk Sachli Gholamalizad/kunstZ deSingel Muziekstudio De Man door Europa Lucas De Man/ Het Zuidelijk Toneel/Nieuwe Helden Monty Helpdesk Wunderbaum Century Center

17u00 20u00 20u30 20u30 22u00

The Great Downhill Journey Of Little Tommy Jonas Vermeulen en Boris Vanseveren HETPALEIS Kleine Zaal Mount Olympus. To glorify the cult of tragedy Troubleyn/Jan Fabre Toneelhuis Het Hamiltoncomplex HETPALEIS & Sontag/ Lies Pauwels deSingel Rode Zaal De Man door Europa Lucas De Man/ Het Zuidelijk Toneel/Nieuwe Helden Monty Helpdesk Wunderbaum Century Center Boekpresentatie Mount Olympus Toneelhuis

theaterfestivalblog.be heater


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.