Dagkrant 29/08/2016

Page 1

MA 29 AUG 2016 DAGKRANT #HTF16 © Sanne Peper

Waarom is Sadettin nooit geradicaliseerd? Filosoferen met Michiel Vandevelde Hoe moet het verder met Circuit X? Reacties uit De Biechtstoel

Danny Ronaldo, een eenzame circusheld

De cijfers achter Mount Olympus © Wonge Bergmann

ny en ©B De v ro G e

www.theaterfestival.be


Š Benny De Grove


ma 29 aug 2016   3

F idelis Fortibus C ircus Ronaldo

“Natuurlijk kan het circus de wereld redden” Danny Ronaldo over Fidelis Fortibus

Eerste primeur: er is een circus neer­ gestreken op het plein voor deSingel. Tweede primeur: het betreft de aller­ eerste circusvoorstelling die ooit gese­ lecteerd werd voor het TheaterFestival. In Fidelis Fortibus staat Danny Ronaldo van het legendarische Circus Ronaldo solo in de piste, met rondom hem de graven van alle andere overleden circusleden. Enkel de clown is over­ gebleven en hij weigert te vertrekken. The show must go on! Els Van Steenberghe Waarom is het circus uw leven?

Danny Ronaldo: Omdat ik mensen gelukkig wil maken. Hen heel blij zien worden tijdens een voorstelling, daarvoor doe ik het. Circus is een van de mooiste manieren om mensen blij te maken en iets bij hen los te maken. In de Middeleeuwen kwamen circusmensen het plein op en hadden anderen geuren en kleuren mee. Ze raakten de mensen. En ik houd van het circus omdat ik van het reizen houd. Reizen is voeding, het geeft me energie om te spelen en laat me toe vanop een afstand naar de voorstelling te kijken. Als acteur groei ik intenser als ik me verplaats. Eens alles van tafel vegen, doet goed. Van nature ben ik daar niet goed in. Ik laat de dingen moeilijk los. En reizen, dat is afbreken, verplaatsen en op een maagdelijk veld terug opbouwen. Daar begint iets opnieuw. Dat letterlijk loslaten vergemakkelijkt het proces vanbinnen. Reizen maakt vrij. Daarom ging ik niet graag naar school. School betekende ‘niet meekunnen met het circus’. Dat waren wondjes. En, ten derde, het circus zit in mijn genen. Net als het theater. Ik stam uit een theaterfamilie die haar gouden jaren in het theater beleefde in de jaren ’10 en ’20 van de vorige eeuw. In de crisis van de jaren dertig ging het mis tot en met de Tweede Wereldoorlog.

Na die oorlog kwam er een ‘comeback’ die meer richting variété en revue ging. Maar wat mijn grootouders in het theater mee­ maakten, is ingeschreven in mijn DNA. Toen ik als achttienjarige voor het eerst naar het theater ging, ging er vanbinnen een wereld in me open. Iets in mij herkende die plek.

In Fidelis Fortibus staat uw personage moederziel alleen in de piste, omringd door graven van familieleden die hem letterlijk en figuurlijk belemmeren om te schitteren.

Maar dat is een levensinstelling. Het personage – een jong­ lerende, acrobatische clown met faalangst – laat toe dat het verleden hem belemmert. Daarom is deze voorstelling ook een stuk therapie. Het is een poging tot loslaten, tot niet verbonden willen blijven met iedereen die ik liefhad en liefheb. Circus leent zich daartoe omdat circus een wereld van verbinding is. Een wereld waar het verleden dichtbij is. Ik heb altijd het gevoel dat mijn voorouders in de tent hangen terwijl we spelen. Je bent intens met hen verbonden omdat je iets doet wat zij ook deden. Bakkers- of chocolatierfamilies herkennen dat gevoel. Dat is een positief gevoel. Maar je kunt er ook onder lijden. In het gastenboek van Fidelis Fortibus staat een reactie in een kindergeschrift: ‘Ik vond het heel mooi. Maar het was nog mooier geweest als alle artiesten nog hadden geleefd.’ Dat kind begreep onbewust het gevoel waaruit dit stuk is ontstaan. De clown die ik in Fidelis Fortibus speel, lijkt alleen. Maar zijn overleden familieleden spelen in elke handeling mee.

Net zoals uw vader en oprichter van Circus Ronaldo altijd meespeelt?

Mijn vader heeft me geleerd om door de dingen heen te kijken en in het concrete het universele te zien. Hij bouwde zijn levens­ filosofie met citaten en wijsheden die hij verzamelde en aan ons doorgaf. Wat een cadeau. En hij prentte ons in dat als je echt iets wilt bereiken, je dat ook zal lukken. Ik vergeet nooit hoe een van onze woonwagens crashte toen we onderweg waren. ’s Avonds, in de gietende regen. De woonwagen was tegen een paal uiteengespat. De hoop schroot werd in een container gestort. ’s Avonds bedacht vader dat het plechtige communiekruisje van mijn broer – dat altijd aan de schouw hing – ook tussen het schroot lag. Hij wilde dat terug. Dus stapte hij naar de politie, legde alles uit en werd naar de container gebracht. In de gietende regen heeft hij dat kruisje gezocht én gevonden. Als je echt gelooft dat je iets zal vinden, dan vind je het.


4   ma 29 aug 2016

F idelis Fortibus C ircus Ronaldo

© Sigrid Spinnox

Al leerde ik ook dat de wereld continu verandert en je die citaten en levenswijsheden uit het verleden aan de werkelijkheid moet toetsen. Dat geldt ook voor voorstellingen. Per keer moet je proeven of het nog werkt. En net als mijn vader had ik vroeger, net voor ik op moest, vaak een donker gevoel. Ik twijfelde aan mezelf. Dat gevoel herkende ik in Edward Runci’s schilderij Showtime, dat aan de wand van mijn woonwagen hing. Je ziet een clown. Hij zit in een zwart pak op een stoeltje en kijkt heel terneergeslagen terwijl zijn hondje tegen hem opspringt. Na de renovatie van mijn woonwagen heb ik het schilderij bewust niet teruggehangen. Misschien toont dat ook een loskomen van en wat minder gehecht zijn aan mijn vader en mijn verleden?

U bent ook vader.

(Zijn gezicht klaart helemaal op) “Ja! Mijn drie zonen houden van het circus. Mijn dochter is nog maar een jaar. Mijn oudste zoon is net twintig en begeesterd door het spelen en alles wat erbij komt kijken. Hij is ook gefascineerd door de technische kant. Hij is fel geïnteresseerd in vrachtwagens. Voor Fidelis Fortibus verzorgt hij de techniek. Mijn zeventienjarige zoon is gebeten door het optreden en volgt les in twee circusscholen tegelijkertijd. En mijn jongste zoon – hij is zeven – gaat als een kind om met het circus. Speels en gretig. Toen ik aan Fidelis Fortibus begon, zag ik aan zijn gezichts­ uitdrukking dat hij het heel heftig vond om mij tussen die graven in de piste te zien staan. Intussen maakt hij ’s namiddags samen met mij de graven.

Wat u als kind kreeg en u aan uw kinderen geeft, geeft het publiek aan het personage uit Fidelis Fortibus: helende aandacht.

Door het publiek bestaat hij en groeit hij. We willen allemaal liefde, aandacht en begrip. Elkaar willen begrijpen is de noodzaak van het leven. Dat lukt niet alleen door te discussiëren met elkaar. Integendeel. Er zijn vormen nodig om in elkaars wereld te komen. Vormen zoals literatuur of theater. In 2013 speelden we Amortale in Bonheiden. Dat is vlakbij Muizen, waar onze roots liggen, en dus maakten we er iets speciaals van. We nodigden alle schepenen en burgemeesters uit de omgeving uit. Maar ook kansarmen en mensen uit afkickcentra. Schouder aan schouder op de tribune – wrakken van mensen naast politici die hun aanzien hoog moesten houden – lachten ze op exact hetzelfde moment

met dezelfde grappen. De mensen herkennen de situaties én elkaar. Dat is de kracht van circus. Circus verbindt.

Kan het ook de samenleving verbinden die momenteel kreunt onder de terroristische aanslagen en de vluchtelingen?

Circus kan dat oplossen. Dat klinkt cru maar ik geloof dat oprecht. Circus is een eeuwenoude kunstvorm die amuseert en dus de gevoelige snaren raakt. Denk aan een klassiek clowns­ nummer waarin de ene clown eerst opkomt en ‘zijn’ piste – zijn heilige wereld – betreedt en op zijn saxofoon een mooi stukje muziek wil spelen. Dat stukje wordt verstoord door een tweede clown die iets later opkomt. Met een bombardon. Ook hij beschouwt de piste als zijn wereld. In de finale beseffen de clowns dat ze ondanks hun verschillende muziekinstrumenten op hun best zijn als ze samenspelen. Ik zou onze politici willen meenemen naar die act en hen duidelijk maken dat de bevolking wacht op hun finale. Het is een utopie, maar ik zou zo graag de ganse wereld samenbrengen in een heel groot circus en hen laten ervaren hoe iedereen lacht om dezelfde grappen op exact hetzelfde moment. Ik noem dat ‘een raampje openzetten’. Het grootste geluk in een leven is dat iemand een raampje openzet waardoor je alles waar je van overtuigd was, moet herzien en uit je falen leert.

Zijn we allemaal falende acrobaten, net als het personage in Fidelis Fortibus?

Het doet deugd dat de mislukking een deel van de voorstelling werd. Mensen zitten vol angst. Als ik niet alert ben, overwoekeren mijn angsten me. Zoals de angst om te spelen. Die wortelt in iets wat momenteel gaande is in het circus: de vluchtigheid verdwijnt. Het publiek verwacht een perfecte voorstelling met perfecte acts. Dat beklemt me. Fouten maken is niet erg, dat is een deel van het leven en dus van het circus. In het circus – ook in Fidelis Fortibus – en in het theater worden vaak en graag ganse liefdesdrama’s opgevoerd. Als je dan naar die drama’s kijkt, zie je het vluchtige ervan en besef je dat het eigenlijk zo erg niet is. Zulke inzichten maakt het spelen los.


ma 29 aug 2016   5

F idelis Fortibus C ircus Ronaldo

? r e g hon

mmmmmm

m

© Sigrid Spinnox

m

mm m m

mmmm

Menu Festivalcentrum Lara kookt voor u Gevulde paprika met tabouleh Goulash met aardappel Pasta Pesto Pudding Meloen

12 13 10 3 2

Suggesties Grand Café deSingel Carpaccio van octopus met aïoli en citrus crème Tompous met houmous, slaatje met olijven en feta Videe van hoevekip, frietjes Griekse quinoasalade Pompelmoescannelloni met mascarpone, chocolade en espuma van Ouzo

Dat zijn hoopvolle inzichten. Inzichten die je verwacht van kunstenaars. Maar onlangs vertelde Peter Verhelst dat hij betwijfelt of hij zijn kinderen wel goed heeft opgevoed. ‘Had ik hen moeten leren met een wapen omgaan?’, vroeg hij zich af. Begrijpt u dat?

Ik begrijp dat erg goed. Ik heb het geluk gehad opgevoed te zijn door een vader die een cowboy is en een wapen­ fanaat. Hij gelooft in het wilde westen en in de verdediging. Tegelijkertijd is hij een heel vredelievend, respectvol mens. Hij is een kind van de oorlog. Tussen zijn zeven en zijn elf jaar maakte hij de Tweede Wereldoorlog mee. De leeftijd waarop je beseft wat er gebeurt, maar het nog niet kan begrijpen. Vier jaar bang zijn. Daardoor vindt hij verdediging belangrijk. Maar hij is ook tegen het aanvallen. Ik ben daar tussenin opgegroeid. Als ik een agressieve mens ontmoet, vraag ik me af wat ik nog moet leren omdat ik zo iemand ontmoet… Is dat de juiste houding? Voor mij wel. De oorlog is de uitvergroting van wat op microniveau in elk individueel leven gebeurt. In elk leven woedt een oorlog.

over waar we in het leven mee worstelen: loskomen van ons verleden dat ons zo dierbaar is. Ik houd zo veel van het circus waar mijn familie zo veel lief maar ook veel leed deelde. Dat maakt die plek beladen en het spelen van Fidelis Fortibus mentaal zwaar. Ik heb altijd een gewirwar van emoties gevoeld in die beladen cirkel, maar tegelijk ook een enorm spelplezier gehad. En dat plezier steeds meer toela­ ten, kostte moed en hulp van mensen die voor mij een raampje openzetten. Geluk is iets dat naar je toekomt en dat je doet opengaan. Je moet het geluk wel willen ontvangen. In Fidelis Fortibus brengt het publiek geluk en moed tot bij het personage. Ik hoop en geloof dat die momenten van geluk ook onze beleidsmakers overkomen. En dat ze dan inzien dat circus nodig is voor de wereld en dus eindelijk recht heeft op adem, op structurele subsidies. Dan zou er ruimte komen om andere projecten te realiseren. En om nog meer mensen heel heel blij te maken. En met hen de wereld.

Fidelis Fortibus is ook een oorlog.

Een innerlijke oorlog van een man die strijdt tegen zijn verleden om zichzelf te kunnen zijn. Lotte van den Berg – met wie ik de voorstelling maakte – begrijpt dat als dochter van de voormalige poppenspeler Jozef van den Berg ontzettend goed. We ontmoetten elkaar enkele jaren geleden na een opvoering van Cucina dell’Arte tijdens Wintervuur. Het babbelen over het leven werd samen een voorstelling maken

Dit interview werd eerder al gepubliceerd in CircusMagazine #44, verschenen in september 2015.

14,00 12,50 14,90 15,50 8,00


6   ma 29 aug 2016

“Ik ben minder vergeeflijk geworden” Theatermaker en acteur Sadettin Kirmiziyüz werd voor zijn voorstelling De Radicalisering van Sadettin K. genomineerd voor het TheaterFestival. De voorstelling vormt het laatste deel van zijn drieluik Hollandse Luchten, waarin hij een antwoord zoekt op de vraag: ‘Waar staan we nu in Nederland?’ De redactie ging met Sadettin in gesprek over de stand van zaken nu. Xandry van den Besselaar

H L3: De Radicalisering van Sadettin K. T rouble Man/Frascati Producties

In De Radicalisering van Sadettin K. laat je de zelfrelativering die je vorige voorstellingen zo kenmerkten los. Hoe komt dat?

Sadettin Kirmiziyüz: Ik had het gevoel dat die zelfrelativering niet meer werkte. Daar moet ik misschien even wat bij vertellen… Ik had net een zoontje gekregen en op een bepaald moment stelde ik me voor dat hij me later zou vragen: “Papa, je had een platform als theatermaker, je was bezig met onderwerpen zoals identiteit, integratie en migratie. Maar wat heb je er eigenlijk echt mee gedaan?” Vanuit de angst dat mijn zoon mij over twintig jaar zou verwijten dat ik te weinig actie ondernam, besloot ik de opsmuk en het ‘pleasende’ uit mijn vorige voorstellingen weg te halen. De Radicalisering is harder en bozer. Het maakt me niet meer uit of de mensen het een goede voorstelling vinden of niet. Ik wil dat elk woord waar is. Ik spreek me veel meer uit in dit stuk en laat meer het achterste van mijn tong zien. Zo vertel ik bijvoorbeeld hoe ik als enige Turk op een witte school zat. Veel mensen dachten toen dat ze met mij konden lachen. Ik lachte ook om mezelf. Maar ik ben ondertussen gestopt om hier de spot mee te drijven. Tegenwoordig denk ik sneller: “Dat is een leuke mop die je mij vertelt. Maar laten we ook even naar de Turkse bakker om de hoek gaan en luisteren wat hij ervan vindt.” Ik ben minder vergeeflijk geworden. In al de voorstellingen die ik de voorbije jaren maakte, trippelde ik altijd een beetje om het pijnpunt heen. Ik had het wel over bepaalde zaken maar nooit ging ik er met mijn duim op wrijven: “DIT IS ECHT NIET GOED”.

Waarom vermeed je dat in je vorige stukken?

Ik wilde niet moraliserend zijn. Ik wilde vooral dat het publiek dat zelf zou bedenken. Hoewel ik niet denk dat De Radicalisering wel moraliserend is: ik zeg nog altijd niet wat goed of fout is.

Heeft deze voorstelling dan meer invloed op de toeschouwers?

Ja, dat denk ik wel. Ik hou het publiek een spiegel voor. Iedereen krijgt ervan langs. Het is de hand in eigen boezem steken. Niemand wordt gespaard. Ik ook niet. Mensen komen me vertellen: “Jij zegt wat we allemaal denken, maar niet durven zeggen”.

‘Het personage Sadettin lijkt veel meer op de echte Sadettin dan in mijn vorige voorstellingen” Hoe heeft de komst van je zoon je veranderd?

Je wordt opeens overvallen door een onverklaarbaar verant­ woordelijkheidsgevoel. Ik denk dat veel jonge ouders dit gevoel hebben: je plots zorgen beginnen maken over vragen waar je op voorhand niet mee bezig was. In wat voor wereld leven we? In welke toestand gaan we die wereld achterlaten? En hoe willen we dat de samenleving er over twintig à dertig jaar zal uitzien voor de volgende generatie? Ik heb Nederland de afgelopen vijftien jaar snel zien veranderen. Het is allemaal veel harder geworden: er wordt meer geschreeuwd, de vrijheid van meningsuiting wordt vaak misbruikt om dingen te zeggen die vroeger niet toelaatbaar waren. Ik vind het een stuk onaangenamer dan pakweg tien of vijftien jaar geleden. Dat heeft veel redenen natuurlijk: 11 september en de nasleep daarvan, de polarisering in de samenleving, de toestand in het Midden-Oosten, de nasleep van de Arabische lente, de economische crisis en de vluchtelingenstroom.

Zijn jouw voorstellingen voorgoed veranderd of is dit een eenmalige verharding in je discours?

De eerstvolgende voorstelling die ik zelf zal maken is in de zomer van 2017. Over een jaar pas. Dus dat kan ik nu moeilijk zeggen. Misschien dat ik tegen dan wat rustiger geworden ben (lacht). Ik weet niet of mijn werk militanter zal worden. Een half jaar geleden had ik hier waarschijnlijk ‘ja’ gezegd, maar nu weet ik het niet zo zeker.

In een eerder interview zei je: “Ik ben me ervan bewust geworden dat alles wat ik doe invloed heeft op het leven van een ander”. Hoe beïnvloedt dit je werk?

Je gaat de dingen in een grotere context zien, binnen een bepaalde stroming of tijdsgewricht. Ik hoop dat mijn werk in het verlengstuk ligt van een maatschappelijk debat. Ik ben zeker bezig met wat er gebeurt in de samenleving en hoe ik in mijn theater daar op kan reageren. Het één is met het ander verbonden. Voor De Radicalisering hebben we bijvoorbeeld met geld van


ma 29 aug 2016   7

H L3: De Radicalisering van Sadettin K. T rouble Man/Frascati Producties

het fonds The Art of Impact een maatschappelijk project opgezet. Zo hebben we een website gemaakt (www.hoeradicaalbenjij.nl, red.) met een quiz voor leerlingen die ook naar de voorstelling kwamen kijken. Dan heb je een grotere armslag dan als je bijvoorbeeld voor tachtig man in de kleine zaal van Frascati (Amsterdams kunstencentrum, red.) speelt.

Waarom kies je dan toch voor het theater om je uit te spreken?

Omdat ik dit het beste medium vind. Theater is een luidop uitgesproken gedachte die je deelt met het publiek, dat op zijn beurt weer de moeite neemt om met jou in gesprek te gaan. Een heel gek gesprek natuurlijk, want zij worden wel geacht om stil te zijn. Ik denk dat theater een van de laatste rituelen is die we in het Westen hebben. Een ritueel dat bij uitstek geschikt is om mensen nieuwe dingen te laten inzien: een plek om prikkelende, stuitende of provocerende ideeën met elkaar te delen. Die grote invloed als theatermaker brengt ook een gevaar met zich mee, maar volgens mij geldt dat voor ons allemaal. Iedereen draagt bij aan hoe de wereld eruit ziet. Dat geloof ik echt! Hoe klein het steentje ook is dat je in die vijver gooit. Dat gevaar moet je erkennen. Want anders ga je nooit ergens voor staan. Dan kun je net zo goed niet leven. Dan ben je hier alleen maar om je voort te planten en te sterven, toch? Mijn manier om daarmee om te gaan is voorstellingen maken, columns schrijven en zo eerlijk en oprecht mogelijk te leven.

‘Ik geloof dat engagement altijd persoonlijk is’

Het luistert daarom heel nauw om deze voorstelling te spelen. Het is heel uitputtend! Ik open de vierde wand en sluit hem weer. Ik erken het publiek: ik doe niet alsof ik in mijn eentje in een andere wereld ben. We zijn in het theater en ik gebruik theatrale middelen zoals licht, decor en muziek om mijn verhaal kracht bij te zetten. En soms sluit ik even die vierde wand: dan ben ik even ergens anders. Hoewel dat in deze voorstelling veel minder het geval is. De Radicalisering lijkt voor veel mensen meer op een conference of op stand-up comedy dan mijn eerdere voorstellingen. Hoewel het veel minder grappig is.

Dus je bent echt boos?

(stilte) Ja.

Naast je eigen voorstellingen speel je als acteur ook in andere voorstellingen. Heb je die afwisseling nodig?

Ik ben opgeleid als acteur aan de Toneelacademie Maastricht. Ik vind zowel spelen als maken heerlijk om te doen. Maar beiden niet leuk genoeg om alleen maar daarmee bezig te zijn. Soms is het heel fijn om binnen een gezelschap een rol te kunnen spelen. Dan ga ik om vijf uur ‘s avonds naar huis, haal mijn zoontje van de crèche en ben met nergens anders meer bezig dan hem in bad te steken en met een flesje melk naar bed te brengen. Dat is een verlossing van de druk om zelf een voorstelling te maken. Daar ben ik echt 24 uur per dag mee bezig! Dan lig ik in mijn bed te malen en sta ik geregeld op omdat ik vind dat ik nog iets moet opschrij­ ven (lacht). Als je in een regie van een ander staat, is de druk toch minder groot. Dan moet je alleen maar goed spelen en er een geweldige voorstelling van maken. Terwijl als je het zelf gemaakt hebt, heb je er alles ingestoken, alles wat je over het onderwerp te zeggen hebt.”

En stel nu dat je zoon over twintig jaar werkelijk zegt “Papa wat heb je gedaan?”. Wat ga je hem dan antwoorden?

Ben je hoopvol?

Jazeker, maar ik ben ook realistisch hoor: het gaat niet gemak­ kelijk zijn. Ik denk dat er nog veel moet gebeuren. Zolang we elkaar maar zo open mogelijk benaderen en in gesprek blijven gaan. Als we elkaar niet wegduwen of afstoten, komt het echt wel goed. Ik ben pessimistisch. Maar hoopvol pessimistisch!

Dat moet je even uitleggen.

Als ik naar het journaal kijk, denk ik soms dat de wereld een zieke en verdorven plek is. Maar ik bedenk me dan ook: ik heb net een kind gekregen. Ik heb de kans om een steentje bij te dragen aan een goed verloop van de gang der zaken. Om al de idealen die ik koester door te geven aan mijn zoon. Dat stemt mij hoopvol: ik kan echt wel iets doen, al is het maar op microniveau. Ik denk dat alles klein en persoonlijk begint, om daarna groot en universeel te worden. Engagement is altijd persoonlijk.

Je stelt jezelf tijdens de voorstelling de vraag: “Waarom ben ik niet geradicaliseerd?” Heb je een antwoord gevonden? Ik leg die vraag neer bij het publiek. Tijdens de voorstelling zeg ik een aantal keer – en misschien is dit een milde spoiler – de zin “het is maar theater”. Ben ik nu Sadettin of speel ik Sadettin? Het is weliswaar mijn monoloog, maar tegelijkertijd zijn het ook gewoon 28 pagina’s tekst die ik uit mijn hoofd moet leren en waarvan mijn regisseur Sarah Moeremans me heeft gezegd hoe ik die moet spelen. Het is maar een rol, ook al ligt die erg dicht bij mezelf. Ik gooi een aantal vragen op tijdens het stuk. Op een aantal daarvan heb ik een antwoord gevonden, maar een aantal andere beantwoord ik niet. Er is geen pasklaar antwoord.

Hoe ga je om met die dunne scheidslijn tussen je (privé-) persoon en het spelen van een personage?

Ik heb tot nu toe altijd een gechargeerde versie van mezelf gespeeld. En afhankelijk van welke voorstelling werden bepaalde kenmerken van mezelf meer in de verf gezet. Nu is dat minder. Het ligt dichter bij mezelf: het personage Sadettin is in deze voorstelling veel meer de echte Sadettin dan in de voorstellingen ervoor.

© Sanne Peper

Dan hoop ik dat ik ergens nog een registratie van deze voorstelling heb. En dan zeg ik: “Kijk maar naar deze voorstelling. Dit gaat een beetje over jou.” Ik weet niet in wat voor een wereld hij gaat leven. Weet je dat ik me gisteren afvroeg hoe de wereld er zou uit gezien hebben mocht 11 september niet gebeurd zijn? Ik had geen idee, ik kon me er helemaal niets bij voorstellen! Net zo kan ik me weinig voorstellen bij hoe de wereld er over twintig jaar zal uitzien.


8   ma 29 aug 2016

Antithesis, the future of the image Michiel Vandevelde

Naakt

Michiel Vandevelde is een jonge kun­ stenaar die ons observatievermogen als toeschouwer sterk uitdaagt. Zijn choreografie Antithesis, the future of the image stelt de vraag naar wat beelden met ons doen. Met zijn bewerking van bekende videoclips, popmuziek en het klassieke, naakte lichaam laat hij ons beseffen dat de beeldcultuur van vandaag lang niet zo onschuldig is. Of hoe een dansvoorstelling een politieke en filosofische impact kan hebben, gewoon door ernaar te kijken. Mia Vaerman

Van Michelangelo tot Gangnam Style Choreograaf Michiel Vandevelde doet in Antithesis, the future of the image iets uiterst ongewoons: hij overlaadt de toeschouwer met tekst. Die tekst vormt een tegenstelling met zijn dans. Het opzet van de jonge choreograaf is enerzijds om teksten te herwaarderen. “Het gegeven dat die tekst samen gelezen wordt, is een soort gemeenschappelijk gebeuren”, zegt hij. Anderzijds krijgt de toeschouwer ook gedanste beelden te ‘lezen’. Zijn bewegingen zijn overgenomen uit muziekvideo’s. “Het zijn videoclips die bestaan en die onze publieke sfeer in zekere zin overheersen, of die daar alleszins heel erg aanwezig zijn.” Door zich de dansclips toe te eigenen wil Michiel evengoed de beeldtaal herwaarderen. Naarmate de voorstelling vordert, vermengen de clips zich met schilderijen uit de kunstgeschiedenis. Henri Matisse met La danse en Michelangelo met Creatione di Adamo, bijvoorbeeld. Daarmee gaat de choreograaf terug naar oudere beeldcultuur. De naak­ theid in de voorstelling is voor hem puur een kostuum om beelden van het naakte lichaam – vaak met het pornografische verbonden - te revaloriseren. Blote torsos refereren immers ook naar de naaktcultuur van de Grieken. Een van de vertrekpunten voor de voorstelling is het kannibalis­ tisch manifest van Oswald de Andrade, een Braziliaans theoreticus en kunstenaar. Dit belangrijk manifest in de kunstgeschiedenis van Brazilië gaat erover dat ze de invasieve cultuur, van de toenmalige kolonisators, niet willen afstoten, maar juist opeten. Dat ‘kannibal­ iseren’ staat voor het verteren en het uitscheiden ervan in een totaal andere vorm. Michiel gebruikt liever de term re-appropriatie, her-toe-eigenen, omdat het kannibalistisch manifest ook met de geschiedenis van de kolonisering te maken heeft en Europa daar net aan de andere kant van het verhaal staat. “Wat is invasie in mijn, in ons leven? Dat is de popcultuur.” In zijn selectie videoclips zitten bewegingen die velen bekend zijn: Gangnam Style van Psy, Single Ladies van Beyonce, Harlem Shake van Baauer.

Een extreem getimede voorstelling Geen enkel materiaal in Antithesis is origineel. Alle tekst komt uit bestaande teksten, alle choreografie komt uit bestaande dans. Door de choreografische operaties die Michiel erop uitvoert – vertragen, versnellen, vergroten, verkleinen, herhalen, achterste­ voren dansen,... – ondergaat het materiaal een transformatie. Het resultaat is een extreem getimede voorstelling. Kern van deel I van Antithesis is dat we ons niet bewust zijn van het samenspel tussen beeld, ideologie en technologie. Die drie elementen vormen de basis van het hedendaags kapitalisme volgens Michiel. Maar de boodschap is veel meer gelaagd. Er is ook nog de re-appropriatie van bekende muziek – Adele, LMFAO , Lady Gaga en Miley Cyrus. Op een gegeven moment klinkt zelfs Dance macabre van Camille Saint-Saens – binnen de muziekges­ chiedenis beschouwd als een soort popmuziek van de klassieke muziek. Alles wordt omgezet naar het geluid van orgel in de kerk,


ma 29 aug 2016   9

Antithesis, the future of the image Michiel Vandevelde

© Clara Hermans © Noortje Palmers

en daarmee teruggebracht naar een analoge manier van muziek maken. Dat komt dan weer overeen met de natuur van theater: die is zelf ook analoog. “Al het digitale wordt in de voorstelling omgezet naar een analoge vorm. Behalve de tekst, gek genoeg, want die is geprojecteerd via een machine.” Deel II van de voorstelling vormt de antithese voor deel I. Het eerste is meer lineair, het tweede meer fragmentair - meer de conditie van Facebook. Deel II begint met een fragment uit L’historie du cinema van Jean-Luc Godard, en is een tekst van Victor Hugo over de oorlog in Servië. Het gaat over conflictsituaties. Hiermee keert de danser/cho­ reograaf terug naar een soort basisconditie ten opzichte van de technologie. Het valt hem op dat er nog altijd oorlogen zijn, ondanks de technieken die we uitvinden. Misschien is technologie niet per se de kern van het probleem? Een concreet antwoord erop ziet Michiel in de Koerdische enclave Kobani, waar een lokaal, direct democratisch bestuur de samenleving vormgeeft. Dit soort bestuursvormen sluiten voor Michiel aan bij het analoge model. Waarmee zijn antithese de technologie achterwege laat en teruggaat naar de (naakte) mens.

De kracht van de black box Veel informatie om te verwerken in één voorstelling. Maar gelukkig kan de toeschouwer gewoon in de publieksstoel plaatsnemen: het kijken gebeurt vanzelf. En analoog. “Het analoge is voor een jongere generatie misschien de dood van het theater, omdat jonge­ ren door het digitale zowat gestopt zijn met naar theater gaan. Het is zo’n saaie bedoe­ ning!” Maar misschien maakt dat dan juist ook de kracht ervan uit: in z’n ‘ouderwetsheid’ is er in het theater nog een subversieve breuk mogelijk ten opzichte van de openbare ruimte. “Lange tijd dacht ik: theater is een burcht, waarom trekken we niet de straat op?” Tijdens z’n opleiding bij P.A.R.T.S. experimenteerde Michiel daar al mee. Hij bouwde een tent in een park, samen met het publiek, om een openbare discussie op te zetten. Maar hij merkte dat de concentratie vaak zoek was. Mensen werden afgeleid door wat er rondom gebeurde. In PUBLICOPENSTUDIOSPACE repeteerde hij een maand lang in de openbare ruimte. Met scenograaf Jozef Wouters en Menno Vandevelde bouwde hij een toren langs de spoorweg. Bedoeling was om een trein te doen stoppen - een verhaal over traagheid en snelheid. De impact was groot. “Maar het was vooral circus, omdat er drie jongens ‘iets leuks deden’. Mijn conclusie was dat we vooral meededen aan de spektakelmaatschappij.” Dus trok Michiel terug de zaal in. In 2013 werkte hij voor fABULEUS met jongeren aan de voorstelling Love Songs. Toen ontdekte hij de kracht van die ruimte: er was veel meer concentratie. “Met een beperkte groep van toeschouwers samen kijken naar een voor­ stelling, er een uur lang over nadenken, en misschien zelfs discussiëren erna... daar zit een enorme kracht in, denk ik.” Wat Jana Tupivic ‘Het theater als negatieve ruimte’ noemt, biedt bovendien precies het tegengestelde van de publieke ruimte, waar alles positief moet zijn en happy voorgesteld wordt. “Om te verkopen, mag er in de Nieuwstraat geen negatieve sfeer hangen...” De black box van het theater kan precies het tegen­deel bieden.

Lees op theaterfestivalblog.be de tekst Het theater als negatieve ruimte van Jana Tupivic.

Iedere dag kiest een prominente figuur uit de theatersector zijn of haar favoriete boek of theatertekst uit de collectie van de Buchbar, te vinden in het festivalcentrum. Wie?

Warre Borgmans (acteur)

Favoriete boek?

Het is een beetje gek, ik geef het toe. Het boek dat ik ga aanraden, heb ik zelf nog niet gelezen: de tekstbundel Komt op. Rookt wat. Gaat af van Ko van den Bosch. Ko was een van de leden van Alex D’Electrique, een Nederlandse cabaret­ groep met een hoek af. Hun stijl was brutaal en gedurfd, hun shows waren zeer scherp en weinig gestroomlijnd. Bijna een voorloper van de performance. Ik ken Ko persoonlijk niet zo goed, maar hij blijkt een veelschrijver te zijn. Ko schrijft ook theater­ stukken, die niet zonder rimpelingen voorbij gaan. Het gekke is ook dat ik nog nooit een voorstelling van hem gezien heb. Hoe ik dan toch bij dit boek terechtkom? Ik ben momenteel zelf aan het spelen op het Zeeland Nazomer Festival in Nederland. Mijn tegenspeler Wendel Jaspers heeft dit boek bij. En omdat ik Wendel zo vertrouw, durf ik op mijn beurt dit boek aan jullie aan te raden. In deze bundel staat onder meer een bewerking van Cyrano de Bergerac en ik heb zelf al ettelijke versies van dit stuk gezien. Het gaat over een man met een grote neus en ik voel me daar uiteraard door aangesproken (lacht). Ik droom er al lang van deze rol eens te kunnen spelen. Dus als een regisseur dit interview leest…

Favoriete koffie?

Een americano met honing

Check de volledige lijst van boeken en theaterteksten uit de Buchbar op: theaterfestivalblog.be/buchbar


10   ma 29 aug 2016

ABC Na een deugddoende zomervakantie lijkt het afgelopen theaterseizoen plots wel erg ver weg. Omdat het Theater­ Festival een terugblik is op de meest belang­ wekkende voorstellin­ gen van het voorbije jaar, richten we nog even de focus op het spannende, verrassende en niet snel te vergeten theaterseizoen 2015-2016. Vandaag deel één: van de A van ‘aanslagen’ tot de M van ‘marathonvoorstellingen’!

Aanslagen Hoe de wereld het afgelopen jaar het meest zal herinneren? Ongetwijfeld als het jaar van de aanslagen in Parijs, Brussel, Istanbul en Nice. Ook het theater bleef niet gespaard: aangezien cultuur en entertain­ ment na de Bataclan een ‘target’ bleken voor terroristen, moesten theaters en concertzalen verplicht de deuren sluiten tijdens de lockdown in Brussel in november. Geen avondje uit meer in KVS, Kaaitheater of de AB: het was best schrikken – om van de financiële gevolgen voor de cultuurhui­ zen nog maar te zwijgen.

dans, sloeg de danssector de handen in elkaar om op zaterdag 23 april de eerste Dag van de Dans te organiseren. Haast alle cultuurhuizen in Vlaanderen en Brussel programmeerden voorstellingen, work­ shops en dansfilms. Anne Teresa De Keersmaeker, de onbetwiste godmother van de hedendaagse dans, bleek pas helemaal ontembaar. Overdag bege­ leidde ze een Slow walk in Brussel en een massaworkshop op de Grote Markt, en om 20u stond ze doodleuk Fase te performen in CC Sint-Niklaas. Respect. © Kurt Van der Elst

van het afgelopen theater­ seizoen deel 1

ABC theaterseizoen

Ensor Benny Claessens We konden er niet omheen het voorbije jaar: Benny Claessens is back in Belgium, en hoe! Bij NTGent toonde hij het naakte duet Spectacular lightshows of which u don’t see the effect (samen met Risto Kübar) en de vier uur durende vrijheidsstrijd in Learning how to walk, waarvoor hij zowaar steractrice Elsie De Brauw liet plassen op het podium. Maar het strafst was toch zijn solo Hello useless (for W and friends). Hierin heroverde Bennie de vrijheid op scène in zijn eigen, onnavolgbare stijl – waarbij hij terloops ook een vriendelijke sneer gaf aan Wouter Hillaert (de W uit de titel).

Belgica was – hoewel een fantastische trip – niet bepaald het grootste kassasucces van cineast Felix Van Groeningen. Misschien wordt Ensor dit wel, zijn nieuwste filmproject gebaseerd op de gelijknamige voorstelling van Cie Cecilia. Met Arne Sierens, regisseur van het theaterstuk Ensor, werkte Felix al samen voor het scenario van Dagen zonder lief en Belgica, maar nu bewerkt hij voor het eerst een toneelstuk van hem. Johan Heldenbergh zal na The Broken Circle Breakdown zeker opnieuw schitteren op het witte doek, maar wie weet maakt ook die andere Ensor-ster Danny Ronaldo wel kans op een Oscar?

Filip Tielens

Circus Deze editie zijn er zowaar voor het eerst twee circusvoorstellingen te zien op het TheaterFestival. Had de jury hiervoor dan amper aandacht voor deze kunstvorm of was het gewoon een grand cru jaar voor het circus in Vlaanderen? Beide. Toptalent Alexander Vantournhout creëerde samen met dramaturge Bauke Lievens zijn voorlopige magnum opus, waarvan een try-out (!) eind 2014 zelfs al het lijstje van beste voorstellingen in Circusmagazine haalde. En Danny Ronaldo, tja, hij is natuurlijk een circusfenomeen op een­ zame hoogte. In Fidelis Fortibus zelfs letterlijk.

Dag van de Dans Omdat er nog veel clichés de ronde doen bij het brede publiek over hedendaagse

Fabrice Murgia Bij de Vlaamse en Nederlandse theaters vond al een heuse stoelendans plaats in het seizoen 2014-2015. Afgelopen jaar was


ma 29 aug 2016   11

ABC theaterseizoen

zijn Toneelgroep Amsterdam maakte hij De stille kracht en De andere stem, hij regis­ seerde op vraag van de betreurde David Bowie himself de musical Lazarus en bespeelde afgelopen maand op hoogst indrukwekkende wijze de Cour d’Honneur in Avignon met de productie Les Damnés bij de legendarische Comédie Française. Bovendien won hij twee Tony Awards en twee Olivier Awards, en plaatste de Nederlandse krant NRC de Belg Ivo Van Hove zelfs op nummer één in haar vader­ landse cultuurlijst.

© Stephan Vanfleteren

Guilty Landscapes Dries Verhoeven is van geen kleintje vervaard: op NEXT-festival in Kortrijk plaatste hij iedere dag een taboedoor­ brekend tableau vivant in het straatbeeld (een transgender! een zwarte piet in de boeien! een kinky dwerg!), wat tot heel wat verhitte maar boeiende gesprekken leidde. De nieuwe installatie van deze Nederlandse theatermaker is ook weer een onvergetelijke ervaring. Individueel betreed je tien minuten lang een lege ruimte, waar je stoot op een videoprojectie van het puin in Aleppo. Plots verschijnt er een jongen die je indringend aankijkt. Wat er dan gebeurt kunnen we niet verklappen, maar beklijvend is het wel. De wereld was nog nooit zo klein en verbonden!

HETPALEIS Een paleisrevolutie die niet zonder slag of stoot verliep in het grootste Antwerpse jeugdtheater: Barbara Wyckmans verliet haar troon, na twintig jaar carrière en succesvolle samenwerkingen met o.a. de Kakkewieten, Sien Eggers, Piet Arfeuille, Stefan Perceval, Hanneke Paauwe en Dimitri Leue. Het duo Els De Bodt en Tom Rummens neemt vanaf nu de artistieke leiding waar en trekt een heel nieuw blik aan jeugdtheatermakers open voor de komende jaren. De fantastische afscheids­ show voor Barbara Wyckmans zal nog jaren dé standaardreferentie blijven in het vreemde genre der pensioenvieringen.

Jan Fabre Eind juni 2015 ging Fabres Mount Olympus in première in Berlijn en een week later in Amsterdam, waarna de hype helemaal ontplofte met lyrische recensies en enthousiaste publieksreacties. Het Belgische publiek moest nog wachten tot december (Concertgebouw) en januari (Bourla) om Mount Olympus te aanschou­ wen. In het voorjaar belandde Fabre in een stevige rel nadat hij door de Griekse Minister voor Cultuur aangeduid werd als artistiek leider voor het Athens and Epidauros Festival, maar na een rampza­ lige persconferentie en een motie van wantrouwen door de Griekse artiesten alsnog de laan uitgestuurd werd.

Kunstenpunt De voortschrijdende fusie tussen het Vlaams Theaterinstituut (VTi), BAM en Muziekcentrum Vlaanderen. Verhuisde dit jaar van het Kaaitheater aan Sainctelette naar de Galerie Ravenstein aan de BOZAR. Op podiumvlak bracht Kunstenpunt opgemerkte analyses en online dossiers uit over internationale spreiding (Vlaamse gezelschappen toeren steeds meer in Frankrijk en minder in Nederland), heden­ daagse dans en de cultuursubsidies. Daarnaast organiseerde Kunstenpunt internationale activiteiten in o.a. New York, Montréal, Birmingham en later deze week op de Tanzmesse in Düsseldorf.

Ivo Van Hove De grootste Belgische theaterster afgelo­ pen jaar was zonder twijfel Ivo Van Hove. Zijn productiviteit is onevenaarbaar: met

© Patrick De Spiegelaere

het de beurt aan hét Franstalige instituut bij uitstek om van artistieke leiding te wisselen. Fabrice Murgia wordt met zijn 32 lentes de jongste directeur ooit van het Théâtre National. Na het gezamenlijke Toernee Capitale-jaar van KVSopperhoofd Jan Goossens (ondertussen Festival de Marseille) en National-directeur Jean-Louis Colinet (naar Festival de Liège), mogen Michael De Cock (KVS) en Fabrice Murgia het Brusselse theaterlandschap de komende jaren bepalen.

Luk Perceval Na jaren bij het Thalia Theater in Hamburg en enkele occasionele gastregies bij NTGent en Toneelgroep Amsterdam, keert de voormalige Blauwe Maandagsterregisseur binnenkort terug naar België. In de KVS in Brussel zal hij bouwen aan een pan-Europees en meertalig theatergezel­ schap, waarop ook Johan Simons aan het broeden is. Luk Perceval viel afgelopen seizoen op met twee boekbewerkingen: Het Jaar van de Kreeft naar Hugo Claus en Oogst van de wrok naar John Steinbeck, wat Evelyne Coussens in Etcetera tot een laudatio verleidde, getiteld: ‘Waarom ik Luk Perceval geloof (en de anderen niet)’.

Marathon­ voorstellingen Het 24 uur durende Mount Olympus van Jan Fabre en de acht uur bingetheater in Borgen hebben de selectie van het Theaterfestival gehaald, maar zij waren lang niet de enige marathonvoorstellingen van afgelopen seizoen. Performance­ collectief Schwalbe startte om midder­ nacht en bouwde een kleine zes uur lang het ene decor na het andere op en af in Schwalbe speelt een tijd. In Avignon herwerkte opkomend talent Julien Gosselin met zijn Rijselse gezelschap het boek 2666 van Roberto Bolaño tot een epische voorstelling van twaalf uur. En voor wie er echt niet genoeg van kan krijgen: vanaf februari 2017 is er Odysseus in KVS, een voorstelling van ‘meer dan 24 uur’, oftewel 12.000 verzen in 1440 minuten.

Morgen in de festivalkrant: deel 2 van dit ABC van afgelopen theaterseizoen!


12   ma 29 aug 2016

Is een ecotheaterstuk dan altijd een geslaagd kunstwerk? Rudi Laermans

State of the Union verdeelt: © Karolien Wilmots / Veto

respons van Rudi Laermans De State of the Union van Wouter Hillaert weekt duidelijk heel wat los. Met maar liefst 4500 views (and counting) is het veruit het meest gelezen artikel op onze blog. Heel wat journalisten en theaterma­ kers kropen bovendien in hun pen om te reageren. Cultuurliefhebber en socioloog Rudi Laermans schreef dit felle opiniestuk dat vandaag in De Standaard verscheen.

Is een ecotheater­stuk dan altijd een geslaagd kunstwerk? Discussies over kunst vervelen vaak vanwege de platitudes, genre ‘kunst grijpt je aan’ of ‘kunst doet nadenken’. Wouter Hillaert grossiert als criticus gewoonlijk niet in clichés, maar in zijn State of the Union voor het TheaterFestival pakt ook hij uit met de tearjerker dat kunst ontroert en dat dit, jawel, haar ‘grootste wapen’ is. Helaas is het niet de enige dooddoener die zijn bevlogen betoog ontsiert. Erger, en ook ergerlijker, is het moralisme dat zich ent op de gedebiteerde gemeenplaatsen over de podiumkunstensector. Het eerste truïsme dat Hillaert opdist, legt de bal in het kamp van ‘de instellin­ gen’. Zij lijden aan sclerose en hebben nood aan een flinke shot radicalisering. Deze diagnose is haast even oud als het eerste podiumkunstendecreet. Zo publi­ ceerde het Vlaams Theaterinstituut al in 1999, goed zes jaar na de stemming van dat decreet, een lijvig boek over de kunstencentra met de veelzeggende titel Alles is rustig. Net als de toenmalige lamentatie varieert Hillaert de bekende melodie die grote spelers tegenover kleinere, het centrum tegenover de marge, gevestigden tegenover buitenstaanders plaatst. De eersten zouden, voorspelbaar, de artistieke bezieling kwijt zijn waar de tweeden nog van overlopen. In een ruk door formuleert Hillaert enkele flauwe schimpscheuten richting ‘Grote Talenten’, waarmee hij overduidelijk de voortrekkers van de jaren tachtig viseert. Zij koesteren nog steeds het ideaal

van artistieke vrijheid en zitten de jonkies in de weg die de zaal voor de straat verruilen, liever ‘wij’ roepen dan ‘ik’ stamelen. Ziehier cliché nummer twee: de avant­ garde van toen is de arrièregarde van thans omdat ze zich nog steeds opsluit in het reservaat van de autonome kunst dat de nieuwe generatie kunstenmakers massaal gedag zegt. Want die omarmt de Echte Problemen van vandaag: artistiek zelfbewustzijn maakt plaats voor sociaal en ecologisch engagement. Oh ja?

Centrum en periferie

Het mag kloppen dat ‘de tachtigers’ nog sterker in het model van de artiestauteur zitten en aan een oeuvre bouwen, terwijl vele van hun nazaten volatiele projectannex netwerkers zijn die zich liever niet willen vastpinnen op een welbepaalde stijl of thematiek. Dat is evengoed een zaak van individualisme: je wisselt van kompanen in functie van momentane interesses. En vooral maken niet alle nieuwkomers geëngageerde kunst: er zitten legio artiesten tussen die – vooruit dan maar – in Schoonheid geloven. Tegelijk is het een gotspe dat het gros van de gevestigde instellingen en kunstenaars aan artistieke navelstaarderij lijdt. Het Kaai­theater focust al jaren op de ecologische problematiek, tevens een weerkerende bezorgdheid in het werk van iemand als Anne Teresa De Keersmaeker. En de KVS trok onder Jan Goossens meermaals de stad in, zowel in Brussel als Kinshasa. In termen van erkenning en overheids­ middelen bestaan er binnen de Vlaamse podiumkunsten uiteraard een centrum en een periferie, met daartussen een erg brede middenberm. Anders dan Hillaert suggereert, maken evenwel niet alleen spelers uit de generatie van de jaren tachtig in het centrum de dienst uit. Of wie is thans bijvoorbeeld de institutioneel machtigste actor binnen de Vlaamse danswereld omdat hij zowel zijn eigen compagnie als het Ballet van Vlaanderen leidt? Juist: de in 1976 geboren Sidi Larbi Cherkaoui.

Het klein pastoorke

Transformeer een festival in een tijdelijk vluchtelingenkamp of eis dat iedere witte

bezoeker zich door een anders gekleurd iemand laat vergezellen: dit soort voor­ stellen moet volgens Hillaert ‘de sector’ leren radicaliseren. Ze doen behalve onbeholpen vooral hypermoralistisch aan. In een passage van zijn State of the Union die niet is opgenomen in de verkorte versie in De Standaard typeert Hillaert zichzelf dan ook ironisch als ‘een klein pastoorke’. De zelfkennis siert hem, maar de zelf­ scherts moet ook twee problemen toedekken. Allereerst: mag het soms nog over artistieke kwaliteit gaan? Hillaert mijdt die notie als de pest, maar ondertussen foefelt hij volop. Want impliciet promoveert hij sociaal of ecologisch engagement tot het doorslaggevende criterium om tussen goede en slechte voorstellingen, interes­ sante en oninteressante kunstenaars te onderscheiden. Geëngageerde kunst bestaat, uiteraard. Maar wat maakt bijvoorbeeld een ecotheaterstuk tot een geslaagd kunstwerk? Toch niet enkel ontroering, mag ik hopen? Hillaert-de-moralist trakteert ons tevens op een pleidooi voor meer solidariteit. Daar is op zich natuurlijk niets mis mee. Maar hoezo kunnen artistiek establishment en periferie elkaar om de hals vallen wanneer het om twee volstrekt uiteen­ lopende werelden gaat? Il faut le faire: eerst met opgeheven vingertje aan de hand van belegen clichés links en rechts harde tikken uitdelen en vervolgens pleiten voor meer verbinding. Van meet af aan insinueert Hillaert overigens dat er pecuniaire en andere belangentegen­ stellingen spelen. Dat zal kloppen, en het brengt ons meteen bij de hamvraag: welke belangen kunnen voor eenheid zorgen binnen de podiumkunsten en, breder, tussen dat artistieke veld en bijvoorbeeld het maatschappelijk middenveld? Hillaert lijkt te geloven dat het preken van solidariteit volstaat om te ‘amper­ sanden’. Je moet toch geen sociologie hebben gestudeerd om te beseffen dat duurzame saamhorigheid niet kan zonder gedeelde belangen?

Rudi Laermans


ma 29 aug 2016   13

Circuit X / Mount Olympus Troubleyn/Jan Fabre

Hoe moet het verder met Circuit X?

Mount Olympus in cijfers

28 7 20 Aantal performers?

Aantal nationaliteiten?

tech

krijgers van de schoonheid

nationaliteiten

r lite tal d? n a e A blo nep

Daan Borloo

“We worden met Circuit X nu haast gedwongen om geld te zoeken in de projectenpot van het Kunstendecreet, precies de pot waar ook de jonge makers in strijden om een habbekrats. We moeten dus eigenlijk kannibaliseren op de mensen die we willen ondersteunen,” legt coördinator Lore Missinne uit. “Dat is een beetje wrang, maar het is onze enige uitweg.” Zoveel onzekerheid, dat moet toch op het gemoed wegen? Lore staat echter stevig in haar botten. “We geloven in het belang en de noodzaak van wat we doen met Circuit X en zijn dan ook niet van plan ons project zo vroeg te stoppen. Met gepaste trots mogen we bijvoorbeeld Sadettin Kirmiziyüz tot de poulains van Circuit X rekenen. Sadettin zat in de selectie van het seizoen 2011-2012 en zijn nieuwe voorstelling De Radicalisering is nu zelfs officieel geselecteerd door de jury van het TheaterFestival.” Ook de huidige selectie van Circuit X is naar jaarlijkse gewoonte te zien op het festival. Antithesis, Scheeps-Horeca, Forever Young, HonderdHuizen, Kokokito, ONE.: ze werden allen geselecteerd door een professionele jury die het Nederlandse taalgebied afschuimt, op zoek naar ‘avontuurlijk’ jong werk. “Met ‘avontuurlijk’ bedoelen we ‘niet vanzelfsprekend’ en ‘verrassend’. Voorstellingen die uitdagen en volgens ons door een groot publiek moeten worden gezien.” Geen sinecure, want dat ‘niet vanzelfsprekende’ werk vraagt vaak om een duwtje in de rug. Daartoe voorziet Circuit X ook inleidingen en nagesprekken, in de hoop mensen warm te maken voor kunstenaars die nu nog in de marge werken, maar straks de nieuwe standaard zijn. “Maar het is heel lastig om op de lange termijn in te zetten wanneer je als organisatie geen vooruitziend plan kan maken omdat het van vandaag op morgen afgelopen kan zijn met Circuit X. We zijn voorbereid op een worst case scenario, maar hopen uit de grond van ons hart dat we dat kunnen afwenden.” Laten we vooral hopen dat er zich snel een nieuwe piste aandient, opdat Circuit X niet ondergesneeuwd geraakt in een onvoorspelbare lawine van marktdenken en kortetermijnvisies. Mogen mecenassen zich niet onthouden.

niek ers

Aa pe ntal Co r v lite ma nsta oorst r ko ar nt ell ffie ge voo e str ing? mb ra oo ert l ve m, he rse e!

2 1 42 280 600.0 00 400 32 10 0 0 5 . 8 165 3 3 6 5 Aantal uren opbouw?

Na de veelbesproken subsidieronde van eind juni is het voornamelijk wonden likken, niet in het minst voor Circuit X. Het doorstromingsmodel dat de brug wil slaan tussen beloftevolle podiumkunstenaars en het brede publiek werd genadeloos gepasseerd en zoekt nu vers voedsel om op te overleven. Maar dat voedsel is schaars, en ook de jonge wolven moeten eten.

A tech antal niek ers?

lite

r

Aantal pagina’s in het script?

uur

Aanta

l view

s voo r pagina’s Meer de livestr eam? dan

Aa per ntal tog voor a stell ’s ing?

Hoe lang duurt het wassen van de kostuums?

lake

ns

Aantal toiletbezoeken door de acteurs?

uur

chte l verko Aanta t nu toe? to tickets

per uur

Aa n hero tal uren p Voor pfrisre p e er elke voor titie? stell ing

Aantal liter verf per voorstelling?

liter

in

kleuren

dag en , d us

uur


14   ma 29 aug 2016

De Barbaren

ook dat nog

Gisteren gehoord op Radio 1: jurylid Els Van Steenberghe omschreef het juryweekend als een “soort orgie”. Wat ze daarmee precies bedoelde, werd niet bevraagd door de presentator. Gelukkig zendt Radio 1 zijn culturele bericht­ geving op een erg vroeg uur op zondagochtend uit, zodat niemand uit de theatersector zich het hoofd hoeft te breken over wat er zich nu precies afspeelde tussen Els, Johan, Guido, Karel, Samme, Pieter, Marijn, Liv en Wouter. Telkens wanneer één van de actrices uit Het Hamiltoncomplex – jeweetwel, die ene met de Engelse speech – langs ons redactie­ raam passeert, breekt bij redac­ teur D.B. het angstzweet uit. Niet omdat hij blond haar en zwarte wenk­ brauwen angstaanjagend vindt, maar omdat het meisje als twee druppels water op de dertien­ jarige versie van zijn lief lijkt.

Jerry Aerts, directeur van deSingel, mocht vandaag 61 kaarsjes uitblazen en vierde dit met taart voor iedereen. Kijk, dat vinden wij nu nog eens een gebaar van solidariteit tussen de Grote Instellingen en de kleinere organisaties!

fABULEUS stuurt 8 moedige, nieuwsgierige jongeren met een missie naar Het Theaterfestival. Hun opdracht: word hier en nu verliefd. Zij zijn De Barbaren. Vandaag: Lore Laisnez over Het Hamiltoncomplex Daan Borloo Lore is 18 en studeert voor opticien, dus ze kijkt met een zeer heldere bril naar theater. Dat blijkt ook uit ons late night gesprek, eens we allebei Het Hamiltoncomplex een beetje hebben verteerd. “Ik was eerst wat afwachtend, want het leek me niet echt een voorstelling waar ik zelf snel tickets voor zou kopen, maar ik ben echt van mijn sokken geblazen,” geeft Lore toe. “Ik zou Lies Pauwels zo graag bedanken, maar ik heb haar nog niet ontmoet. Misschien moet ik vanavond maar eens op haar afstappen.” “Ook mijn mede-Barbaren waren ontzettend onder de indruk, al waren er een paar die sommige stukken wat langdradig vonden. Ikzelf had daar weinig last van. De gedachte­ gang van een 13-jarig meisje springt van de hak op de tak, en laat zich niet zo makkelijk aan de leiband leggen. Daarom vind ik het zelfs zeer goed dat ze niet te veel in die lange stukken hebben geknipt: het geeft veel beter weer wat er in de hoofden van die meisjes omgaat.” Vijf jaar geleden was Lore zelf nog maar dertien. Een onbehouwen puber of toch niet? “Ik heb altijd in de klas gezeten met mensen die een jaar ouder waren dan mij, omdat ik een jaartje heb overgeslagen. Toen ik elf was, begon iedereen rondom mij volop te puberen, maar bij mij kwam dat nog niet zo meteen. Ik denk eerlijk gezegd dat ik mijn apenjaren ook heb overge­ slagen (lacht). Daarom was het stuk voor mij niet altijd even herkenbaar.” Zou ze zich dan ook niet herkennen in de Matteo Simoni-manie die de Hamilton-meisjes overvalt? Dat is moeilijk te geloven. “Om eerlijk te zijn: ik ben écht geen tv-kijker. Safety First en de hype rond ‘de Smos’ zijn volledig aan mij voorbijgegaan. Ik heb Matteo Simoni wel al op het theater gezien, in de voorstelling Hechten van De Speelman. Tja. Wat moet ik over hem zeggen? Da’s een knappe man, hé!” © David Hamilton

Jan Fabre is blijkbaar nog niet helemaal up-to-date. Tijdens de boekpresentatie stelde hij Kathleen Treier tot drie keer voor aan anderen als “Da maske hier is de nieuwe direc­ teur van het TheaterFestival”. Maakte wel een betere beurt: het nieuwe redactielid A.B., want hij informeerde onmid­ dellijk naar het speciale type Nikes dat Kathleen droeg. Nog geen half uur later had hij zijn eigen Lunarglides al online besteld. Zo snel gaat dat bij de jeugd van tegenwoordig.

De Barbaren

Ander onderwerp! David Hamilton! De fotograaf die aan de basis lag van de voorstelling, en er ook zijn naam aan heeft geschonken. Zijn foto’s zijn nogal controversieel. Wat vindt Lore daar­ van? “In het begin van mijn zoektocht kon ik die moeilijk plaatsen. Maar die foto’s zijn vijftig jaar geleden genomen, lang voor het hele Dutrouxgebeuren. Die geportretteerde meisjes staan daar niet tegen hun goesting. De maatschappij

heeft ons misschien geleerd om daar anders naar te kijken, maar ik weet niet of dat zo’n goede evolutie is.” Heeft ze het gevoel dat ze opgroeit in een samenleving die iets te streng geregulariseerd is? “Tja, zo gaan we over de maatschappij beginnen, he … Oké, dan. Neem nu die boerkini’s en die hetze daarrond. ‘Als ze zoiets toestaan, zullen wij niet meer in onze bikini mogen rondlopen,’ hoor ik dan. Maar dan denk ik onmiddellijk: nee. Laat hen gewoon in hun boerkini lopen en mij in mijn bikini. Dan is er geen probleem en hebben we elk ons ding. Dat is toch eerlijk?” © David Hamilton

Drie redacteurs woonden afgelopen weekend Mount Olympus bij. “Craaaaaazy”, zo krijste X.v.d.B. toen ze de voorstelling uitkwam. Ze beleefde ook een romantisch momentje toen ze de roos opving die ‘krijger van de schoonheid’ Marc Moon Van Overmeir (de posterboy uit het hoofdartikel in onze weekendkrant) haar toewierp in de zaal. Redacteur A.B. overweegt om zich in te schrijven voor een twerkshop: “Mijn bil­ len waren aan het trillen”, zo formuleerde hij het extatische gevoel in zijn onderlichaam tijdens de endtwerk. Derde reporter J.v.d.H. nam dan weer iets te veel hooi op zijn vork: hij wou de volle 24 uur wakker blijven, maar begon uiteindelijk te knikkebollen en snurken tijdens de finale.

We klinken op die uitkomst. Lore, opticien in spe, heeft duidelijk ook een heel heldere kijk op de wereld waarin ze leeft. Morgen gaat ze naar Fidelis Fortibus van Circus Ronaldo. “Van Circus Ronaldo heb ik al veel voorstellingen gezien. Ik heb ook een enorme voorliefde voor straat­ theater. Tot dit jaar organiseerde mijn straat zelfs een straattheaterfestival. Dat is heel klein begonnen – ons dorp is maar een postzegel groot – maar op den duur kwam daar tweeà drieduizend man op af! Het is jammer dat we het moeten laten varen, er is geen opvolging verzekerd.” En op het moment dat ik die zin neerschrijf, staat ze tegen het raam van de redactieruimte te tikken. “Raad eens wie ik net heb gesproken? Lies Pauwels! Die is nog toffer dan ik had gedacht!”

Lees alle blogposts van De Barbaren op barbaren.tumblr.com!



Lees de artikels uit deze festivalkrant en andere artikels op theaterfestivalblog.be en discussieer mee via #HTF16! f Het TheaterFestival t @theaterfestiva1 en #HTF16 www.theaterfestivalblog.be

Biechtstoel Kom biechten bij deze voorstellingen in het festivalcentrum:

ma 29 aug / 21u – 22u30 Antithesis, the future of the image Fidelis Fortibus Check de reacties uit De Biechtstoel op www.zendelingen.be

S T E K

TIC INF

O

tickets en info: theaterfestival.be

redactie Jonathan van der Horst, Xandry van den Besselaar, Daan Borloo, PhĂŠline Thierens, Bart Van Gyseghem, Katrien Van Bael, Arno Boey, Anke Van Meer, Eva Decaesstecker, Margot De Boeck, Mitch Van Landeghem, Stefan Moens, Mia Vaerman hoofdredactie Filip Tielens grafisch ontwerp Laura Bergans V.U het TheaterFestival Vlaanderen, Kathleen Treier, Jan Van Rijswijcklaan 155, 2018 Antwerpen

ma 29 augustus

di 30 augustus

20u00 20u00

20u00 20u00

20u30 21u30

Fidelis Fortibus Circus Ronaldo deSingel Plein Antithesis, the future of the image Michiel Vandevelde deSingel Theaterstudio HL3: De Radicalisering van Sadettin K. Trouble Man/Frascati Producties Monty Nagesprek Fidelis Fortibus

20u00

Fidelis Fortibus Circus Ronaldo deSingel Plein Scheeps-Horeca Frascati Producties/Jan Hulst & Kasper Tarenskeen deSingel Theaterstudio Poepsimpel Compagnie Cecilia deSingel Rode Zaal

theaterfestivalblog.be heater


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.