Dagkrant 30/08/2016

Page 1

DI 30 AUG 2016 DAGKRANT #HTF16 © Kurt Van der Elst

Robrecht Vanden Thoren over Poepsimpel Op scheepstocht met Jan Hulst en Kasper Tarenskeen Het ABC van afgelopen theaterseizoen

© Benny De Grove

de as ©B e w ou Br r

Coach Lotte van den Berg over Fidelis Fortibus Het ideale festivalcentrum volgens Michiel Van Cauwelaert Summerschool dans & Bar vol met boeken

www.theaterfestival.be


Š Kurt Van der Elst


P oepsimpel C ompagnie Cecilia

di 30 aug 2016   3

er nd Va urt ©K

t Els

“Ik ben een gigantische familieman”


4   di 30 aug 2016

P oepsimpel C ompagnie Cecilia

Vanavond kruipt Robrecht Vanden Thoren voor Poepsimpel in de huid van Benoit en Caro, maar nu is hij nog even zijn excellente zelve. Ik tref hem op de Gentse Korenmarkt, en van daaruit kan het alle kanten op. We springen gezwind op onze stalen rossen en rijden ridderlijk een openhartig gesprek tegemoet. Daan Borloo

Onze queeste naar een plek waar het – eerst en vooral – rustig zitten is, voert ons langs café Ventura op de Vrijdagsmarkt, niet onbekend omwille van haar incidentele dj: Arne Sierens. “Wist je dat Dino en Elsie, het koppelke uit Altijd Prijs, genoemd zijn naar uitbater Lino en zijn vrouw Els?” In dat geval zitten we aan de bron, me dunkt! Altijd Prijs was de eerste samenwerking tussen Sierens en Vanden Thoren, Poepsimpel ondertussen de vierde. Helaas geraken we niet verder dan de dorpel: café Ventura is vandaag gesloten. De Charles Quint dan maar, juist tegenover het stadhuis. Er staat ook een combi van VRT Nieuws opgesteld. “Dat ze Daniël Termont eindelijk eens met rust laten, Djeezes,” sneert Robrecht. Zolang ik hém mag bestoken met vragen is het goed. De Ice Tea en de Pepsi worden aangeleverd en de werkkraan van Michielsens NV houdt voor even op met boren. In de verte huilt een kind.

© Kurt Van der Elst

Ik had je een diepgaand interview beloofd, Robrecht. Bij deze: hoe is ‘t?

Robrecht Vanden Thoren: De relativerende persoon in mij moet die vraag onmiddellijk pareren met een andere vraag. Bedoel je: hoe is het in het ‘nu’ of hoe is het in het algemeen?

Een wreed belangrijke filosoof heeft ooit gezegd dat er alleen maar een ‘nu’ is.

Goh, ‘nu’. We zitten in de zon. Ik word geïnterviewd. Hetgeen natuurlijk mijn ego streelt (lacht). In onze professie is het niet onbelangrijk dat er interesse is naar wie je bent. Vaak kan het er ook voor zorgen dat je voor jezelf de dingen nog eens op een rij zet, en da’s nuttig. En om dan toch op je vraag te antwoorden: het is eigenlijk goed. Met mij. Het is wel hectisch geweest, nu het KIP op een zeer merk­waardige manier uit de boot is gevallen. Heel mooie projecten komen daardoor op de helling te staan. Ik moet voor mezelf nu ook een nieuw plan opstellen en collega’s laten gaan met wie ik heel graag samenwerkte. We waren echt nog niet klaar. Integendeel, we stonden nog maar aan het begin. Naast de Compagnie (Cecilia, red.) zorgde het KIP, voor mij persoonlijk, voor noodzakelijke afwisseling. Die afwisseling zorgde ervoor dat ik actief bleef switchen tussen twee werelden, en nu moet ik die noodgedwongen ergens anders zoeken.

Tenzij je de projecten die op de helling staan op een of andere manier van een gewisse dood kunt redden?

We zouden wel het een en ander kunnen opvissen, maar ’t is als een familie die uit elkaar valt. Je kunt elkaar wel nog opzoeken, en met heel veel plezier zelfs, maar die unieke band zal nooit meer hersteld worden. ’t Is sowieso teleurstellend als je heel veel energie investeert voor heel weinig financiële return, maar wel tevreden bent met de resultaten die je boekt, en dan in zo’n subsidieronde zo ondermaats gewaardeerd wordt. Dat steekt zo ontzettend af tegen de positieve feedback die we in de loop der jaren gekregen hebben. Ik heb het gevoel alsof het KIP nu een patiënt is in de palliatieve zorgen, en dat we op een bepaalde manier de stekker er moeten uittrekken. Hoe onnatuurlijk dat ook aanvoelt.

Een diepgaand interview behoeft een grondige research. Mag ik je met de volgende woorden confronteren, die je ooit in De Standaard hebt gezegd? “Zelfs al zouden we met het KIP geen subsidies meer krijgen en heb ik geen nagel meer om mijn gat te krabben, ik zou nog theater spelen, desnoods in mijn living voor een handvol mensen.”

Die mentaliteit heb ik meer dan ooit tevoren, om eerlijk te zijn. Maar dat neemt niet weg dat ik écht teleurgesteld ben. Ik heb zo’n kaalslag ook in Nederland meegemaakt, toen ik daar werkte na mijn studies. Op die leeftijd had ik daar weinig gevoelens over. Maar ondertussen ben ik 34 en voel ik mij écht kwaad.

“Een subsidie kan je niet gaan afdwingen: als je eruit valt, val je eruit” Heb je het gevoel dat je die kwaadheid ooit zal kunnen omzetten in creativiteit, of is het toch vooral wind tegen? Dit is écht een diepgaand interview (lacht).


di 30 aug 2016   5

P oepsimpel C ompagnie Cecilia

Ik kan het ook ontzenuwen. Wat vind je van de nieuwe bondscoach van de Rode Duivels?

Oei! Daarmee ben je bij mij aan het verkeerde adres, vrees ik. Nee-nee. Ik denk dat heftige emoties door situaties die je meemaakt je als mens kunnen verrijken, maar voor een organisatie is dat iets anders. Ik heb nu vooral het gevoel dat ze mij een deel van mijn identiteit hebben ontnomen. Ik voel mij een beetje bestolen. Een subsidie kan je ook niet afdwingen: als je eruit valt, val je eruit. Je kan dan nog proberen met lange armen aan wat touwen te trekken, maar dat brengt weinig zoden aan de dijk. We zijn misschien ook te stil, als sector. Misschien moeten we wat meer lawaai maken.

Moet de sector aan hetzelfde zeel trekken? Een beetje zoals Wouter Hillaert beargumenteert in zijn State of the Union: l’union fait la force?

Ik denk dat we sowieso meer solidair moeten zijn dan we nu zijn.

Dan gaat het ook een beetje over perceptie, en mijn perceptie van jou is de vrolijke spring-in-‘t-veld die met zijn beide benen in het leven springt. Zit hier nu een andere Robrecht Vanden Thoren voor mij?

Dat krijg je als je diep wil gaan (lacht). Nee, ik ben wel heel veerkrachtig, da’s juist. Maar anderzijds ben ik ook niet meteen de vrolijke frans waarvoor veel mensen mij aanzien. Ik kan heel diep en zwaar over de zaken nadenken. But I will survive! Soms moet ik mij wel echt inspannen om mijn vrolijkheid te zoeken, bijvoorbeeld voor de rol van de onbekommerde tiener. Niet dat ik een depressieve mens ben, verre van, maar ik moet mij soms echt verplichten om de schoonheid te zien. Ik kan mij wel eens verliezen in de vieze praktijk van het leven. Ik leef ook heel gejaagd, van project naar project. Zonder veel structuur. Al moet ik toegeven dat ik wel iets gestructureerder leef nu ik vader ben. Mijn nachtleven is gesneuveld (lacht).

“Titus en ik zijn beter geschikt om een vrouw te spelen. Tom heeft daar te zware benen voor” Ben je een vader zoals Benoit, één van je personages in Poepsimpel?

Benoit heeft het niet gemakkelijk met zijn lief, dat is de grote lijn. Maar hoe hij is als vader, dat heb ik zelf niet al te dwingend ingevuld. Wij werken vanuit improvisatie, en daardoor is Benoit tijdens het creatieve proces zowel een te kwade als een te lieve vader geweest voor zijn twee dochters. Het beeld dat van hem als vader overschiet, is dus heel schizofreen. Maar hij is sowieso wel een familieman.

Dat ben jij ook wel?

Ik ben een gigantische familieman. Mijn lief zegt dat ook altijd. Mijn moeder was met elf thuis. Ik heb dus neven en nichten bij de vleet, maar toch zijn we allemaal zeer verbonden. Ik probeer er altijd bij te zijn als er ergens een telgje wordt geboren.

Hoe is je verhouding tot Caro, je tweede personage in Poepsimpel?

For the record: ik houd zielsveel van hen allebei. Maar Benoit is natuurlijk een beetje een lompe hond, terwijl Caro een soort venijnige, vrouwelijke wittiness over zich heeft. Ik vind het toch fantastisch om gestalte te geven aan zo’n arrogante …

… trut?

Ja, je kunt haar wel ‘trut’ noemen. Of ‘vrouw’ (lacht). De eerste keer dat ik mij écht mocht uitleven als vrouw, was als Dina Van Daele in het tv-programma Magazinski. Bij Poepsimpel was dat vooral op vraag van Arne, en we ontdekten snel dat Titus (de Voogdt, red.) en ik daar beter toe geschikt waren dan Tom Vermeir. Die heeft daar te zware benen voor. Als die een jurk aantrok, dat zag er niet uit! En hij maar proberen om toch lichtvoetig te zijn (lacht)!

Met Titus de Voogdt en Joris Hessels sleutel je momenteel ook aan een nieuwe voorstelling voor Compagnie Cecilia, Cabane. Wat mogen we daarvan verwachten?

Ik ben vooral zelf heel benieuwd. Vanaf 6 september gaan we er weer aan werken, en ik tel af met een kinderlijk ongeduld! Ik denk écht dat we iets in handen hebben, iets dat weer helemaal anders is dan wat Compagnie Cecilia al heeft gebracht. Jeroen Theunissen heeft een prachtige tekst gepuurd uit onze improvisaties en ik sta te popelen om met die tekst aan de slag te gaan.

Maar eerst nog even die jurk aantrekken.

Iedere dag kiest een prominente figuur uit de theatersector zijn of haar favoriete boek of theatertekst uit de collectie van de Buchbar, te vinden in het festivalcentrum. Wie?

Steve Aernouts (acteur)

Favoriet boek?

Het stuk dat het meeste indruk op mij maakte, is De Meeuw van Anton Tsjechov. Toen ik negentien jaar was, was ik enorm onder de indruk van de grote hoeveelheid Russische namen. Ik wist niet zo goed hoe ik al die personages uit elkaar moest houden! Tot ik plots op een foto stootte van Tsjechov, die zijn stuk voorlas aan zijn acteurs. Bij het zien van die foto besloot ik Tsjechov toch nog eens te lezen. En las de namen gewoon niet mee! Ik werd onmiddellijk meegezogen in, leek wel, een innerlijke monoloog van de schrijver. Ik werd omver geblazen! Het cliché dat toneel en drama vooral bestaat uit roepende mensen werd ontkracht. Dat stemde mij gelukkig. Er is al genoeg ruzie in de wereld! Het drama bij Tsjechov gaat over een groot existentieel, innerlijk conflict. Daar herkende ik me veel meer in. De zachtmoedige, hartverscheurende eerlijkheid van de schrijver tot zichzelf en de wereld greep me enorm aan. De ruimte tussen hoe het leven is en hoe het leven zou kunnen zijn, is tot op de dag van vandaag de ruimte waar ik me wens op te houden. Dank aan de heerlijke dokter, goede man en prachtige schrijver Anton Tsjechov. In mijn verbeelding zouden Anton en ik het goed met elkaar kunnen vinden (lacht).

Favoriete koffie?

Echt een ordinaire zwarte koffie.

Check de volledige lijst van boeken en theaterteksten uit de Buchbar op: theaterfestivalblog.be/buchbar


6   di 30 aug 2016

S cheeps-Horeca J an Hulst & Kasper Tarenskeen/Frascati Producties

“Scheeps-horeca is een coming of age-drama over drie vrienden in een heel extreem tijdperk” Jan Hulst (28) en Kasper Tarenskeen (27) maakten de afgelopen twee jaar voorstellingen aan de lopende band. Metamodernisme, spelen met identiteit en zelfverkozen naïviteit: het zijn maar enkele van de termen waarmee hun werk omschreven wordt. Via Skype had ik een fijn gesprek met de Amsterdamse heren over Scheepshoreca, hun voorstelling in het Circuit X-luik op het TheaterFestival. Danny De Jong Dag Jan en Kasper. Vanavond spelen jullie voor de allereerste keer in Vlaanderen. Hoe voelt dat?

Jan Hulst: Vorig jaar liep ik stage als regieassistent voor Guy Cassiers, bij de productie Macbeth van Toneelhuis. Toen heb ik een paar maanden in Antwerpen gewoond. Ik ben erg blij om nu terug te zijn en hier met onze eigen voorstelling te kunnen spelen! Kasper Tarenskeen: Eigenlijk vind ik het altijd leuk om in het buitenland te komen. Dit voelt dus een beetje als een minivakantie voor ons (lacht).

Kunnen jullie iets meer vertellen over hoe Scheeps-horeca tot stand kwam?

Kasper: Scheeps-horeca is de tweede voorstelling die we zelf hebben geschreven. Meestal vertrekken we in onze eigen stukken vanuit een personage dat we interessant vinden of een ‘arena’ die ons inspireert. En in dit geval was dat een Indonesische wok-kok. We wilden een voorstelling maken over een kok die op weg was naar het oosten om daar lekkere specerijen te vinden. En dan kwamen we al snel terecht in de tijd van de ‘Verenigde Oost Indische Compagnie’ (de bekende Nederlandse koloniale handelsorganisatie uit de 17de en 18de eeuw, red). We ontdekten dat die wok-kok gewoon Conimex was, jeweetwel, de grond­legger van de lekkere Nederlandse smaakjes in de Nederlandse supermarkten. Dus maakten we van die Conimex een personage. Jan: En dat was het begin. Vervolgens kwamen we er via wat ge-Wikipedia achter dat Jan Pieterszoon Coen een behoorlijk interessant figuur is geweest uit de Nederlandse koloniale tijd, maar we wisten tot dan toe weinig van hem. Hij was de grond­ legger van de connectie tussen Nederland en Indonesië. Hij was de eerste die daar handelsposten opende en eigenlijk ook de architect van de hele VOC. Die ‘Verenigde Oost Indische Compagnie’ heeft de hele handelsroute geïnstalleerd. Die Coen is dus een belangrijke meneer geweest, want zijn verhoudingen kun je nu nog steeds terugvinden in West en Oost. Coen is het tweede personage uit Scheeps-horeca.

Kasper kan heel goed Indisch koken en Jan is één twaalfde Indisch. Wilden jullie per se iets met hun roots doen?

Kasper: Nee, het was toevallig, en het is vooral ook voor de PR goed gebleken.

Hoe kwamen jullie op het idee om een voorstelling te maken rond een Indonesische wok-kok?

Kasper: Het kwam voort uit een improvisatie van Jim Deddes, een van de acteurs met wie we vaker samenwerken. Tijdens de repetities van onze vorige voorstelling, De rekening, stonden we buiten en hadden we het over chefs in de VOC-tijd. We beseften hoe dom dat geweest moest zijn: chefs die met beperkte middelen een gerecht lekker probeerden te laten smaken. 1000 variaties maken met enkel meel, een aardappel en een tulpenbol ter beschikking. We waren daarover aan het freestylen en dat vonden we heel grappig om naar te luisteren. Vanuit die sketch zijn we scènes gaan creëren en toen ging het al snel over kolonialisme en het marktwezen. Jan: Eerst heette de voorstelling nog ‘Haute Tosti’s’ (croque madames in het Vlaams, enfin, in het Frans, red.) Dat was lang de titel, totdat we Scheeps-horeca nog beter vonden.

“Een huiskamerdrama schrijven op een VOC-schip is een succesformule” Waarover gaat Scheeps-horeca volgens jullie?

Kasper: Scheeps-horeca is coming of age- drama over drie vrienden in een heel extreem tijdperk. Drie vrienden zijn op weg naar ‘de Oost’, elk met een ander motief. Een van de jongens is gewoon een heerlijke romantische flierefluiter die zijn liefje achterlaat in Amsterdam om op zoek te gaan naar avontuur. Daarnaast heb je Coen, die een stad in ‘de Oost’ start. Conimex, tot slot, wil er gewoon lekkere smaken zoeken. We hebben geprobeerd om drie jongens zoals onszelf en onze vrienden neer te zetten, alleen dan in heel extreme omstandigheden, namelijk onderweg op een groot zeilschip naar onbekend terrein. Uiteindelijk branden ze een heel eiland plat, om de peperhandel een beetje in toom te houden en er zo voor te zorgen dat de markt niet overspoeld wordt door alle Engelsen en Portugezen. Niet meteen wat ze in het begin voor ogen hadden. Jan: Scheeps-horeca gaat eigenlijk over hoe we allemaal onderdeel zijn van grote historische bewegingen, met alle morele gevolgen van dien. Of het nu kleren zijn die door kinderen gemaakt zijn of chocolade waarvan de cacao door slaven gewonnen wordt: als mens zijn we non-stop onderdeel van gigantische bewegingen. Daar zijn we het vaak niet mee eens en dat is toch verdraaid pijnlijk. En daar komt onze romantische hoofdpersoon, de flierefluiter, dan ook achter. Die was op zoek was naar avontuur en verhalen en vond die in het universum van de VOC, zoals in het boek Scheepsjongens van Bontekoe. Maar ze ontdekken uiteindelijk dat ze naar het oosten gaan om een halve genocide te plegen en een eiland leeg te roven. Een hele zwarte pagina uit de geschiedenis.

Hoe komt het dat jullie als duo samenwerken?

Kasper: Jan zat op de regieopleiding (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunstenschool, red.), ik studeerde klassieke zang en opera op het conservatorium. Jan vroeg mij een keer - want hij kende mij van de straat - of ik niet een ‘usb-stickie’ had waarop ‘moeilijke klassieke muziek’ stond, zodat hij zijn voorstelling pretentieuzer kon maken. Dat stickie is nooit tot bij hem gekomen, maar ikzelf wél om muziek te maken bij zijn voorstellingen. Dat is een beetje uitgegroeid tot een gelijkwaardige samenwerking waarin we samen voorstellingen maken.


S cheeps-Horeca J an Hulst & Kasper Tarenskeen/Frascati Producties

Waarom werken jullie vaak met dezelfde acteurs?

Kasper: Omdat we elkaar zo goed kennen, kunnen we makkelijk elkaars publiek zijn wanneer we nieuwe ‘shit’ willen maken. Bovendien helpt werken met dezelfde acteurs ook om een eigen stijl te ontwikkelen. Zij zijn ook leeftijdsgenoten in plaats van leraars of recensenten. Dat vinden we ook belangrijk.

Wat is de rolverdeling tussen jullie twee?

Jan: Kasper is meer de schrijver, hij is beter met woorden. Tijdens de repetities doe ik de acteursregie, terwijl Kasper in een hoekje zit te schrijven – hij is veel beter met woorden dan ik. Daarnaast verzorgt hij ook vaak de muziek van de voorstellingen.

Pas jij dan ook jouw skills met muziekcompositie toe tijdens het maken van theater, Kasper?

Kasper: Ik schrijf zoals ik improviseer met muziek. Het zijn gewoon flarden tekst die ik maak. Ik denk niet echt na over wat de inhoud moet zijn. De inhoud en de thematiek proberen we vaak later te maken, samen. Ik werk vanuit muzikaliteit, intuïtie en improvisatie. Andersom werkt het ook. Bij het componeren van muziek probeer ik vaak meer vanuit tekst of vanuit een tekstueel concept te werken.

Jullie maakten 4 voorstellingen in 1,5 jaar tijd. Wat verbindt deze voorstellingen?

Kasper: Sinds dit jaar schrijven we zelf. In het schrijven zijn we ons nu aan het ontwikkelen. Ons eerste werk was meer een montagevoorstelling, maar nu zijn we steeds meer echte ‘stukken’ aan het schrijven. We proberen steeds vaker van te voren te bedenken waar een stuk over moet gaan. Ik denk dat daar wel een stijgende lijn in zit en dat willen we graag doorzetten: zelf schrijven en alles zelf doen. Bij onze eerste Frascati-voorstelling The woods gingen we gewoon de bib in en daar zochten we naar een stuk dat bij ons paste, wat telkens toch een vrij krampachtige zoektocht was. We zochten naar een vet stuk dat we actueel konden maken. Nu kunnen we gewoon from scratch beginnen en echt doen waar we zin in hebben in plaats van dat we over een bestaand stuk nog een radicale bewerking heen moeten gooien. Nu beginnen we gewoon bij nul en dat is wel een heel bevrijdend gevoel. Jan: Je zou kunnen zeggen dat onze stukken eigenlijk gewoon altijd gaan over jonge mensen die op zoek zijn naar een plek, een thuis – of zich dat nou afspeelt tijdens de Trojaanse oorlog of op een VOC-schip of in een afkickkliniek. Die thuis kan liefde zijn, of vriendschap. Het gaat eigenlijk altijd over jonge mensen die een plekje proberen te vinden voor zichzelf.

di 30 aug 2016   7 allemaal. Omdat die ‘arena’ al vrij gigantisch is en die teksten zelf expres knullig of absurdistisch zijn. Jan: Ik denk dat we ook wel altijd ergens de hak nemen met de vorm van theater of toneel. We zijn niet zo’n fan van ‘toneel-toneel’. We proberen het gewoon concreet te houden en dat geeft misschien een realistisch gevoel. Van het concreet houden van de tekstzegging, juist omdat die tekst zo abstract is, wordt de tekst hopelijk nog veel meer vervreemdend.

“Een Trojaanse oorlog naspelen is een beetje een uitvlucht van het hier en nu. Onze volgende stukken worden oprechter en gaan meer over ons” Jullie hebben voor jullie laatste voorstelling crowdfunding gebruikt.

Jan: We hebben nu het geluk gehad dat we onze voorstellingen – ook Scheeps-horeca – altijd onder de vlag van productiehuis Frascati hebben mogen maken. Bij De Ilias kwam Toneelgroep Oostpool daar ook bij als producent. We hebben echt het geluk gehad dat we tot nu toe nog geen subsidie­ aanvraag hebben moeten schrijven.

Wat zijn jullie toekomstplannen?

Kasper: In januari komt onze eerstvolgende Frascativoorstelling uit. Maar daar hebben we nog geen titel voor, we zijn het stuk momenteel nog aan het schrijven. De werktitel is Brexitbody language. Dat is een hele slechte titel, maar ik mag hopen dat we een betere titel kunnen verzinnen tegen dan.

Gaat Scheeps-horeca aanslaan in België volgens jullie?

Kasper: Ik hoop het heel hard. Inclusief de Hollandse humor en directheid! (lacht)

Jullie hebben al vaker rond klassieke verhalen gewerkt, waar komt die fascinatie vandaan?

Voelen jullie de noodzaak om te blijven maken?

Kasper: Omdat we toch enigszins vertrouwen beginnen te krijgen in ons eigen schrijven, willen we nu wel gewoon een keer proberen het echt over het nu, over onszelf te hebben. Of over wat ons echt bezighoudt. Jan: Zo’n Trojaanse oorlog zoals in De Ilias (te zien op Oerol, red.) is natuurlijk leuk en daar kun je eindeloos leuke en grappige voorstellingen over schrijven, maar het is ook wel een beetje een uitvlucht van het hier en nu. Dus we gaan nu proberen om het nog oprechter te spelen. Onze eigen binnenwereld – om het met een chique woord te zeggen – serieuzer te nemen. En om ons heen te kijken, gewoon nu.

Simon van den Berg omschrijft de speelstijl van Scheepshoreca in het zomernummer van Theatermaker als “realisme wordt spel”. Zijn jullie het daarmee eens?

Kasper: De teksten zijn vrij retarded (stompzinnig, red.), en daarom is het fijn dat de acteurs het allemaal concreet nemen

© Pieter van den Boogert

Jan: Het is vaak gewoon een goede kapstok, en het zijn thematieken die bij iedereen meteen een fantasie oproepen, dus ook bij ons. Er zit al heel veel body in klassieke stukken en wij kunnen er dan een draai aan geven. We zijn nu iets aan het schrijven wat zich helemaal in het nu afspeelt, zonder bron­ materiaal, en dat blijft toch lastig. Kasper: Wat gewoon heel fijn is en wat eigenlijk ook heel leuk schrijven is - daarom zijn er ook zoveel van - dat zijn huiskamer­ dramaatjes. Maar het is nog veel leuker om een huiskamerdrama te schrijven op een VOC-schip. En laat dat nu net een hele goede succesformule zijn (lacht). En dat is ook wat Jan bedoelt met de uitdaging om het idee van een ‘arena’ los te laten en veel meer op een inhoud te focussen bij de komende voorstellingen. Maar dat is ook meteen het wegvallen van iets heel inspirerends.


8   di 30 aug 2016

ABC theaterseizoen

ABC van het afgelopen theater­ seizoen deel 2

Na een deugddoende zomervakantie lijkt het afgelopen theaterseizoen plots wel erg ver weg. Omdat het TheaterFestival een terugblik is op de meest belangwekkende voorstellingen van het voorbije jaar, richten we nog even de focus op het spannende, verrassende en niet snel te vergeten theaterseizoen 20152016. Vandaag deel twee: van de N van ‘Nwe Tijd’ tot de Z van ‘zigeuners’! Filip Tielens

Queeste De Queeste uit Hasselt fusioneerde op Valen­tijns­dag 2015 met Braakland/ ZheBilding uit Leuven tot Het Nieuwstedelijk, het enige regionale en structureel gesubsidieerde theatergezelschap in het oostelijk deel van Vlaanderen. Kende een vliegende start met publiekssucces Hoop, waarin de politieke filering van Stijn Devillé een opvallende scheut extra drama meekreeg, maar helaas ook een te moraliserend einde om de selectie van het TheaterFestival te halen. Het Nieuw­stedelijk kende een stevige stijging in de voorbije subsidieronde en heeft dus de wind in de zeilen.

Nwe Tijd Volgens Wouter Hillaert was het dé move van afgelopen theaterseizoen: de stap opzij die Lucas Vandervost zette om zijn gezelschap De Tijd over te dragen aan Freek Vielen, Suzanne Grotenhuis en Rebekka De Wit. De Nwe Tijd reisde in het najaar meteen naar IJsland en Groenland voor het fel geanticipeerde Heimat 2, dat volgens de ene de hoge verwachtingen wel waarmaakte en volgens de andere helemaal niet. Hun nieuwste voorstelling ON ICE is deze week te zien op het TheaterFestival. Ook opvallend en beslist het lezen waard: de afhankelijkheidsverklaring waaraan Freek Vielen momenteel werkt voor De Correspondent.

Radio Gaga Ola Mafaalani Borgen-regisseur Ola Mafaalani stond een heel jaar lang in the picture bij onze noorderburen. Haar Staat van het Theater op het Nederlands Theaterfestival ontlokte een golf aan kritiek omdat ze een groep vluchtelingen mee op het podium nam, maar deze nooit het woord gaf. Haar idee om Borgen naar theater te vertalen leverde aanvankelijk ook veel scepsis op, die helemaal verstomde na de première en de ongeziene theaterhype die daarna ontstond. Mafaalani maakt dit najaar nog één afscheidsproductie bij het Noord Nederlands Toneel en wordt daarna opgevolgd door Vlaming Julie Van den Berghe en Guy Weizman.

Peter Verhelst Kende een veel minder succesvol jaar in het theater: schrijver en NTGent-regisseur Peter Verhelst. Zijn Absence, een coproductie met CREW en met Frank Focketyn en Fumiyo Ikeda op het podium, was ronduit snertvervelend. Een heel stuk toegankelijker maar nog steeds erg mager was opvolger Liefde, waarin moeder Els Dottermans en dochter Ann Miller op de thuiskomst van hun vader uit de oorlog wachten. Viel al meer in de smaak: de tekstbewerking van Zonder bloed van Alessandro Barrico die hij voor Inne Goris en LOD maakte. Peter Verhelst neemt nu een sabbatjaar in het theater.

Niet alleen een oorwurm van Queen, maar ook de televisierevelatie van het afgelopen jaar. Een pluim op de hoed van het nog zoekende Canvas om theatermakers Joris Hessels en Dominique Van Malder de kans te geven hun radiofascinatie, zoals eerder al te zien in De Radioloog (Kopergietery) en projecten in Dr. Guislain, ook in primetime te laten beoefenen. Nog nooit werden we zo geëmotioneerd door Ik hou van jou van Dana Winner. Top-tv die dit najaar een vervolg krijgt en waarin Joris en Dominique zelfs naar Benidorm afreizen.

Subsidiestress Deze zomer sloeg de koorts in het hoofd van zowat alle theatermakers. De ravage is groot en de discussie nog lang niet ten einde. Integendeel. De State of the Union van Wouter Hillaert heeft veel losgemaakt en luidt een nieuw begin in voor de theatersector. Strijdvaardigheid en samenwerking geboden. Buigen maar niet breken. Indien u een zomerslaap hield, lees dan alles bij op storify.com/zendelingen/cultuursubsidies!

Tom Vermeir “Wat the fuck goa’k ik vandaag nog allemaal verkeerd doen?” vraagt Tom Vermeir zich af in Belgica. Niet te vele, antwoorden wij in een al even sappig West-Vlaams. Vermeir was niet alleen de ster van Van Groeningens bitterzoete ode


di 30 aug 2016   9

Wim Vandekeybus

© Sigrid Spinnox

aan het Gentse nachtleven, hij was ook niet weg te denken van de Vlaamse theaterpodia. Chet, zijn “concert met lange bindteksten” ter ere van al zijn destructieve muzikale helden, is een voorstelling die onder de huid kruipt en haar laatste noot nog lang niet heeft uitgeblazen. Daarnaast gaf hij ook gestalte aan Roger, de baron der berusting uit Poepsimpel. “We wachten allemaal.” Zo luiden diens laatste woorden. Wij doen dat ook. Op alweer een nieuwe Tom Vermeir.

Vlaanderens meest artistieke paardenfluisteraar werkte afgelopen seizoen zijn lang­verwachte film af. Galloping Mind is genomineerd voor heel wat Ensors en werd geroemd omwille van haar visuele flair. Daarnaast draaide Lut Vandekeybus, zijn zus, een documentaire over hem waarin hij zich helemaal bloot geeft. In het theaterbedrijf werd de grond even heet onder zijn voeten, subsidiegewijs, maar Ultima Vez werd uiteindelijk opgevist door de minister. Na meer dan 15 jaar werd ook In spite of wishing and wanting hernomen, een van de absolute succesvoorstellingen van Ultima Vez.

X tot de zoveelste Compagnie Frieda maakte een voorstelling met ‘X tot de zoveelste’ mogelijkheden. Een wonderlijke theatertrip waarin het publiek wel degelijk iets in de pap te brokkelen heeft. Compagnie Frieda legt ook de vinger aan de multidisciplinaire pols: het collectief bestaat uit makers van diverse pluimage die hun tentakels in de wereld willen slaan en met veel verwondering in het leven staan.

Until our hearts stop Ontroerende voorstelling van Meg Stuart die geselecteerd werd voor het Theater­ Festival, maar helaas niet kon spelen. De jury schreef: “Je raakt er nooit echt uit hoe je dit werk finaal moet duiden, maar onvergelijkbaar is de avontuurlijkheid waarmee Stuart je meeneemt op een trip door onze fysieke en psychische existentie, en daarbij elke gemeenplaats vermijdt. Haar performers dansen, zingen, vloeken en flirten alsof hun laatste uur geslagen is. Zelf breekt Stuart haar taalidioom hier open tot lyrisch danstheater dat performers en toeschouwers verenigt in bewondering en, welja, liefde. Het maakt van Until our heart stop de ultieme, roezige expressie van waar een wereld in brand naar hongert: geloof in verbeelding en in elkaar.”

You are not alone De voorstelling van Kim Noble won in 2014 de Total Theatre Award in Edinburgh en werd vorig seizoen met veel tromgeroffel naar België gehaald. Volgens David Bauwens van Ontroerend Goed en de programmatoren van CAMPO is dit één van de beste voorstellingen ooit. Eén jaar later zindert ze nog steeds na.

Vluchtelingen Tijdens het vorige TheaterFestival in Brussel bevond er zich 100 meter verder dan het Kaaitheater het tijdelijke tentenkamp dat asielzoekers optrokken in het Maximiliaanpark. Overschotten van eten en dekens werden naar ginds gebracht voor de vluchtelingen. Maar ook de podiumsector liet zich niet onbetuigd: vele huizen zetten hun deuren open voor asielzoekers, de Facebook-groep Cultural Welcome Refugees bundelt alle initiatieven en studenten van het Conservatorium Antwerpen speelden de voorstelling Johakyu (regie: Dimitri Leue) uitsluitend voor een publiek van asielzoekers.

Zigeuners Voor zijn voorstelling Troje leefde Maarten Ketels van Het Nieuwstedelijk een jaar lang bij zigeuners aan de Leuvense Vaartkom. Zijn caravanervaringen en zijn langzame toenadering tot de gypsies vertelde hij ondersteund door live-muziek van Geert Waegeman en een Berlin De Bruyckereachtig dood paard ondersteboven hangend in de achtergrond. Troje werd al goed onthaald op Theater Aan Zee en toert nog door Vlaanderen en Nederland in het komende na- en voorjaar.

m

mm m m

? r e g hon

mmmmmm

m

ABC theaterseizoen

mmmm

Menu Festivalcentrum Lara kookt voor u Pasta pesto met parmezaan en rucola Kokossoep met knapperige groenten en rijst Goulash met rundsvlees en ovenaardappelen

10,00 12,00 13,00

Suggesties Grand Café deSingel Carpaccio van octopus met aïoli en citrus crème Tompous met houmous, slaatje met olijven en feta Videe van hoevekip, frietjes Griekse quinoasalade Pompelmoescannelloni met mascarpone, chocolade en espuma van Ouzo

14,00 12,50 14,90 15,50 8,00


10   di 30 aug 2016

F idelis Fortibus Circus Ronaldo

“Je mag in het circus je publiek niet afvallen” We zitten in een bomvolle circustent voor Fidelis Fortibus van rasartiest Danny Ronaldo. Klein probleem: de voorstelling lijkt nooit te beginnen. Want wat doe je als clown als je alleen achterblijft in een grote circustent? Een gesprek met Danny Ronaldo en zijn coach Lotte van den Bergh. Filip Tielens, Danny de Jong, Xandry van den Besselaar

“Als ze zeggen dat je oud bent, dan zijn we op de goeie weg”

© Benny De Grove

Danny: Ik had dit zonder Lotte nooit durven maken! Ik heb vaak tegen haar geroepen: “Ik doe het niet!” (lacht) Het was voor mij een hele stap om de voorstelling te maken, omdat het heel fel over mij gaat. Ik kwam tijdens de repetities mezelf vaak tegen. De angsten van het personage zijn ook mijn angsten! Ik was bang dat de mensen zouden zeggen: “Goh, die Danny Ronaldo is oud geworden, het jongleren gaat niet zo goed meer.” En omdat ik dat dacht, vonden mensen dat ook. Ik speelde try-outs voor mensen die me al jaren volgen en die zeiden: “Je bent oud geworden”. Op zulke momenten had ik Lotte echt nodig. Ze had niet alleen oog voor de dramaturgie, maar gaf me ook vertrouwen. Dan zei ze bijvoorbeeld: “Daar gaat het juist over, als ze dat tegen je zeggen, zijn we op de goeie weg”. Lotte: (knikt) Het spelen van een solo binnen een circustraditie omringd door een grote circusfamilie is heel ingewikkeld. Het betekent dat veel mensen niet mee mogen doen. Letterlijk. Terwijl dat de gewoonte is, altijd met mensen samen te werken. Het is dan heel belangrijk dat de mensen om je heen de voorstelling dragen.

Tijdens de voorstelling zag ik je genieten, Lotte. Hoe kijk je er nu naar? Is de voorstelling nog geëvolueerd?

Lotte, hoe zou je je rol in Fidelis Fortibus omschrijven. Was je coach, regisseur, dramaturg?

Lotte: Het begon met Danny die mij een mailtje stuurde. Hij zei dat hij graag een solo wilde maken, en of hij daar eens over mocht praten. Mijn rol was toen vooral dat ik enthousiast was over dat plan. (Lacht) We hebben mijn rol niet eindregisseur genoemd, omdat Danny zelf de regie doet. Hij maakt gaandeweg, al spelend, zijn voorstelling. Daarvoor heeft hij ook een publiek nodig. En ik kwam af en toe langs om te reageren.

Lotte: Ja, ik vond het heel fijn! Ik had Fidelis Fortibus al lang niet gezien, dus het was een beetje alsof ik een cadeau kreeg. Danny: Het is in een circustraditie niet evident om een solovoorstelling te maken. Dat was voor mij een moeilijk stap. Daarin zit ook de absurditeit van de voorstelling: want in een circustent hoort een voorstelling met veel volk. Op een van de eerste try-outs die ik in Nederland speelde was er een tentenbouwer die vroeg: “Laat je dit nu allemaal bouwen voor jou alleen?” Normaal zou ik heel aarzelend ‘ja’ hebben gezegd, maar toen ging ik de voorstelling echt verdedigen. In het gastenboek staan ook veel reacties van kinderen die schrijven: “Het was heel mooi, maar het was nog mooier geweest als alle artiesten nog hadden geleefd”. Kinderen kunnen heel adequaat beschrijven hoe mijn personage zich voelt. (lacht) Lotte: Dat is de dramaturgie, of het verhaal van de voorstelling. Ik zei telkens tegen Danny: “Als speler moet je alleen op het podium staan. De piste is van jou. Je hoeft niet voortdurend naar anderen te verwijzen.”

Danny, je werkt soms in een theatercontext: met Arne Sierens speelde je Ensor, en met Ensemble Leporello Minnevozen. Zijn dat voor jou twee verschillende werelden?

Danny: Ja, dat is voor mij echt iets anders! Als ik spreek, zoals in Ensor, voel ik veel meer schroom. Ik heb in het circus al jaren quasi non-verbaal gespeeld. Ik ben het gewoon om op die manier te communiceren met het publiek. Lotte: Ook in Fidelis Fortibus was verstaanbaar Italiaans spreken een hele grote stap! Danny: Ja klopt, normaal brabbel ik echt (lacht) Lotte: Dat heeft lang geduurd! Ik heb echt moeten aandringen, voordat het minder gebrabbel werd. Danny: We veranderden ook zeker vijf keer het begin. Dat had veel te maken met mijn traditie van ‘stille clown’. Zoals iemand die nooit zijn spieren gebruikt. Dan is het ook lastig om aan een trapeze te gaan hangen. Maar ik ben er meer en meer van gaan houden. Soms vind ik het begin zelfs het leukste! Hier in Vlaanderen is het publiek heel stil. Maar ik kom net uit Kopenhagen, waar de mensen de eerste drie minuten zaten te kletsen. Dan moest ik de communicatie met mijn stem stil leggen: dat is wel kicken als dat lukt!

Lotte, Heb jij ook iets opgestoken van deze samenwerking? Is er een wereld met nieuwe inzichten opengegaan?

Lotte: Wat ik vanavond zag gebeuren in het publiek neem ik zeker mee. Iedereen was echt mee. Dat het publiek nog eens open mag lachen! Er is een scène met een kanonskogel, die tegen Danny’s hoofd ketst. Het publiek reageert daar altijd enorm op. Als theatermaker was mijn voorstel meteen om die scène te herhalen, en boos te worden op het publiek. Maar toen zei Danny: “ Dat mag niet, je mag in het circus je publiek niet afvallen om het feit dat ze lachen. Dat er gelachen wordt in het circus is altijd goed.” Danny: Dat is inderdaad een regel in het circus! In de circuswereld moet je je publiek behagen. Je geeft het publiek wat ze verlangen, waar ze voor gekomen zijn. Je mag geen pijn doen of choqueren. Terwijl Lotte me telkens zei: “Dat moet je net wel doen! Mensen komen daar ook voor: dat je ze met een ander gevoel naar buiten stuurt, dan waarmee ze binnen­ kwamen”. Maar dat is in mijn wereld de doden uitdagen!

Bekijk op theaterfestivalblog.be de integrale captatie van het nagesprek met Danny Ronaldo en Lotte van den Berg na de voorstelling van 29.08.


De Biechtstoel / Laura Bergans

De sores van een biechtvader

di 30 aug 2016   11 De Zendelingen is een multimediaal collectief dat focust op alternatieve kunstkritiek. Eén van hun projecten is een blauwroze installatie die ook op het TheaterFestival staat neergepoot: een heuse Biechtstoel die openstaat voor eenieder die net een voorstelling heeft gezien en daarover van gedachten wil wisselen met een biechtvader of -moeder. In volstrekte anonimiteit, dat spreekt. Ik moet eerlijk bekennen dat ik het een hele eer vond om die biecht eens te mogen afnemen. Ik ging er zelfs van blozen! Vooral omdat het zo warm was in dat biechthoekje uiteraard, maar ook wel door het haast spirituele contact met de steeds wisselende en onzichtbare persoon aan de overkant. Ik sprak in totaal vijftien vrouwen (geen mannen, how come?) over Het Hamiltoncomplex van Lies Pauwels en haar dertien jonge muzen.

Wat hebben ik daarbij allemaal geleerd, tv-kokgewijs?

In een samenleving die alle Grote Idealen van zich heeft afgeworpen en niet meer onder de knoet leeft van de Heilige Drievuldigheid die ooit bestond uit Kerk, Staat en Gezin, is het soms moeilijk eenheid creëren. Vraag dat maar aan Wouter Hillaert. Gelukkig hebben de heilige huisjes de biechtstoel niet in hun val meegesleurd, want die staat nog steeds garant voor hartelijke gesprekken en zeldzame ontboezemingen. Dat is althans het uitgangspunt van De Zendelingen. Daan Borloo

Laura designt het TheaterFestival

Punt 1. Dat Matteo Simoni boven alle andere mannen staat. Daarover valt zelfs niet te discussiëren. De redenering van zowat elk dertienjarig meisje: liever een onbereikbare stroomstoot dan een degelijke buurjongen. Punt 2. Dat theater troost kan bieden. Daar heeft Freek Vielen al mooie dingen over gezegd, in zijn State of the Youth van twee jaar geleden. Herlees die tekst en kom dan biechten bij De Zendelingen. Ik zal op u wachten. Punt 3. Dat er wel degelijk eenheid te ontwaren valt in een samenleving die alle Grote Idealen van zich heeft afgeworpen. Of toch in de microkosmos die gisteren verenigd was in de Rode Zaal van deSingel. Punt 4. Dat die eenheid vooral besloten ligt in het gesprek dat zich pas buiten die Rode Zaal ontspint. Naar het theater gaan is één ding, maar erover durven raisonneren maakt het pas echt de moeite waard. Hoor mij preken. Ik zou echt nog voor een priester kunnen doorgaan! Oh-oh, heerlijke miswijn, ik kom mij laven aan uw bron.

De Biechtstoel is iedere avond geopend na de voorstellingen in deSingel. Kom gerust uw hart luchten, uw ziel zal gezalfd zijn. En u krijgt er bovendien een aflaat voor de theaterhemel bovenop.

Hoe is kersvers directeur Kathleen Treier bij jou terechtgekomen?

We hebben allebei ons kantoor in deSingel. Ik werk er als freelancer. Tijdens een lunch in de foyer van deSingel hebben we elkaar ontmoet. Een jaar later vroeg Kathleen me of ik geïnteresseerd was om samen te zitten en over de huisstijl te praten. Dat ging heel vlot. We hebben het eerst over de vorige huisstijl gehad. Ik vond die heel mooi en herkenbaar, maar omdat het al langer bestond, was het misschien wat minder fris. Daarom wilden we iets nieuws. En bij een nieuwe directeur en een nieuwe visie, was een nieuwe wind in de vormgeving wel gepast.

Hoe ben je aan het werk gegaan?

Laura Bergans. We willen haar graag aan u voorstellen, maar eigenlijk behoeft deze jongedame geen introductie. U kent haar immers al. U heeft haar zonet, nu u aan het einde van deze festivalkrant bent gekomen, ontmoet. Een aangename kennismaking, zonder twijfel. Ze is de sterke vrouw achter de vormgeving van het TheaterFestival. Wat wil u nog weten? Laura is verzot op desserts. Ze is net verhuisd. Haar lievelingsgetal is 16. Of 24 (dat wisselt). Dan nu: skip the smalltalk en op naar the real thing. Laura werkte al voor onder andere Design Vlaanderen, kunstencentrum Z33 en deSingel. Nu geeft ze het TheaterFestival vorm. Arno Boey

Bij de vorige huisstijl was er een grote herkenbaarheid, dus dat moest zeker blijven. In het algemeen mocht het voor mij allemaal wat speelser. Daarin kwamen Kathleen en ik goed overeen, zij wilde ook een zekere speelsheid bereiken. We hebben gekozen voor tekeningen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, uit de geselecteerde voorstellingen komen. Zo is er bijvoorbeeld het paard uit Het Hamiltoncomplex en een zuil die verwijst naar Mount Olympus. De spiegel die Peter Van den Eede in Beckett Boulevard gebruikt, komt ook terug. Die tekeningen kenmerken de nieuwe huisstijl wel. Als contrast hebben we gekozen voor een strakke, zwarte typografie, zodat het nooit te kinderlijk wordt. Het uitdagende aan deze opdracht is het bewaren van de eenheid. Niet alleen het drukwerk, maar ook de inkleding van het festivalcentrum en bijvoorbeeld de T-shirts van de medewerkers moeten binnen dezelfde stijl blijven.

Heb je al reacties gekregen op je vormgeving?

Er zijn mensen die na een voorstelling komen vragen of een bepaalde tekening uit die voorstelling kwam. Soms herkennen ze andere dingen dan ik. Die ruimte tot interpretatie is wel fijn. Veel mensen vinden het podium in het logo heel leuk. Het is zowel een podium, een tribune als een ereschavot. Op de bühne van het TheaterFestival spelen enkel de besten van het voorbije jaar. U weet het: zestien éclairs en een complimentje over het podium in het logo, en het hart van Laura Bergans is geheel het uwe.


12   di 30 aug 2016

De vakantiejob van Michiel Van Cauwelaert Het is al de vierde keer op rij dat Michiel Van Cauwelaert de sceno­ grafie voor het TheaterFestival op zich neemt. Op het terras, aan een van de felgekleurde tafeltjes, drink ik een koffie met hem, terwijl we praten over recup-materiaal, totem­ palen en zomerkampen. “Voor mij is het TheaterFestival ondertussen een soort van vakantiejobje geworden.” Eva Decaestecker “De eerste keer dat ik het TheaterFestival inrichtte, was op vraag van Els De Bodt, de vorige directrice van het festival,” herinnert Michiel zich. “Zij wou meer festivalstemming brengen in het Kaaitheater, omdat dat een minder evidente locatie is. In deSingel heb je een grote tuin met plaats voor een terras. In het Kaaitheater zit je meteen op straat. Voor de scenografie was toen bijna geen budget voorzien. Ik vond het wel een uitdaging om in de loop van het jaar aan de slag te gaan met oude decorstukken of het afval van net gemaakte decors die ik in het theater vond. Ik wilde iets bouwen dat feestelijk is, aantrekt, het theaterbezoek anders maakt dan normaal, zodat het iets uitbundigs krijgt. Met die vraag is het begonnen en sindsdien probeer ik er elk jaar iets nieuws van te maken.”

Recyclage Recuperatiemateriaal staat centraal in het opbouw van de festivalcentra. Dat heeft enerzijds met de beperkte financiële tegemoetkoming te maken, maar bevat even goed een ecologisch aspect. Ook de onderdelen van het festival zelf worden vaak gerecupereerd: “Voor mijn eerste editie, maakte ik uit gerecupereerde decorpanelen een gigantisch billboard met de letters van Het TheaterFestival. Dat is drie jaar meegegaan: twee keer in het Kaaitheater en een keer in deSingel. Net zoals de vormgeving veranderde het ieder jaar van kleur: van rood naar blauw naar goud.” “Het TheaterFestival is een soort van samenvatting van het voorbije seizoen. Daarom wou ik zelf ook eens kijken wat er gedaan kan worden met het feit dat er elk jaar opnieuw decors worden gemaakt, dat tournees aflopen, dat sommige decorstukken niet meer gebruikt worden. Er wordt op zich sowieso wel vrij veel hergebruikt in de podiumkunsten, maar je zit telkens toch ook met afval en overschot. En dat is fijn materiaal om mee aan de slag te gaan, omdat het je soms in een bepaalde vorm dwingt. Het stimuleert de creativiteit.”

Nieuwe jasjes en teasende totems Dit jaar is het een beetje anders. Een nieuwe directrice brengt een ander verhaal en dus ook andere vragen met zich mee, legt Michiel uit. “Specifiek in deSingel gaat het om de infrastructuur. Iedereen weet wel wat hij moet doen om een voorstelling te zien: theater binnengaan, tickets kopen of afhalen en dan doorwandelen naar de zaal. Maar hoe krijg je die mensen via een ander pad in het festival? Hoe krijg je een andere circulatie in het festival en laat je het publiek kennismaken met het festivalcentrum? Veel mensen weten waarschijnlijk niet dat hier in de artiestenfoyer een bar is. Ik probeer het publiek naar het festivalcentrum te begeleiden door vooral alle deuren van het festival open te zetten die normaal gesloten zijn, zoals de deuren naar de fietsenstalling.

Scenografie festivalcentrum

Er staan teasende totems die van buiten al zichtbaar zijn en de bezoeker naar het centrum lokken. De belichting is ook wat veranderd, waardoor er extra licht valt op de site.” “De huisstijl van het TheaterFestival is dit jaar ook veranderd en dat wilden we extra in de verf zetten. Ik heb daarom de vele kleuren van de website overgenomen en met het logo gespeeld in mijn aankleding. Laura Bergans heeft een straf en strak nieuw logo ontworpen. Heel erg passend in de traditie van deSingel. Ik wou daar iets feestelijker en losser mee omgaan. Ik heb haar strakke, zwarte blokken gerespecteerd, omdat ik ze sterk vind, vooral hoe ze dat strakke doorprikt met dat podiumpje erboven. Met een simpele vernislaag heb ik de blokken een extra dimensie gegeven: het is een 3D versie geworden die 2D is uitgevoerd. Ik noem het totems die de festivalbezoeker doorheen de tuin naar het centrum lokken. De blokken lijken door de tuin te slingeren!”

Ancien met vakantiejob Hoe moet een ideaal festivalcentrum er volgens Michiel uit zien? “Bestaat zoiets wel? Vorig jaar werd ik een paar keer geconsulteerd door Publiek Aan Zet. Zij hadden in de voorbereiding van het festival ook een paar specifieke vragen gesteld die ik dan scenografisch heb opgelost. De tribune voor de deur en een grote feesttafel voor het Kaaitheater zijn bijvoorbeeld mee op vraag van hen tot stand gekomen.” Michiel en het Theaterfestival gaan way back. Eigenlijk zou hij al een ancien genoemd kunnen worden, want een tiental jaar geleden vroeg toenmalig festivaldirecteur Roel Verniers aan Michiel om een scenografie te maken en in het seizoen 2012-2013 zat hij ook in de jury. “Voor mij is het TheaterFestival ondertussen een soort van vakantiejob geworden. Iets kleins dat ik er altijd graag bij doe. Dan kan ik zelf nog eens volledig in werkplunje schaven en schuren. Meestal ontwerp ik decors, die dan in decorateliers worden uitgevoerd. Vandaar dat het fijn is om af en toe nog eens zelf iets te kunnen schilderen en zagen. Was er meer budget, dan zou ik liefst elke keer iets totaal nieuws willen doen! Het TheaterFestival heeft ook een leuke sfeer, ik ken de techniekers die in het Kaaitheater en deSingel werken ondertussen ook. Een festivalsite heeft een beetje dezelfde sfeer als een zomerkamp dat opgebouwd wordt. Het zijn late avonden met fijne ontmoetingen. En bij het TheaterFestival is het nog eens extra fijn dat ik een aantal producties kan inhalen die ik doorheen het jaar gemist heb. Zeker de Circuit X-voorstellingen vind ik meestal echt ontdekkingen!”


di 30 aug 2016   13

Summerschool & Nelsons Dansboek Dafne Maes

Wat Wouter Hillaert is voor theater en activisme, is Dafne Maes voor dans en kunsteducatie. Net zoals die andere krullebol is ook Dafne omnipresent op het TheaterFestival. Zo begeleidt ze vanuit Mooss en in samenwerking met HETPALEIS en Daci NL een summerschool dans voor zestien Vlaamse en Nederlandse jongeren. Daarnaast vindt zaterdag ook de presentatie van Nelsons dansboek plaats, een doe-boek om gezinnen aan het dansen te krijgen, bedacht door journaliste en schrijfster Laura Van Bouchout en illustratrice Emma Thyssen. Bovendien geeft Dafne dan ook twee gratis dansworkshops voor kinderen en volwassenen! Arno Boey

Dafne Maes: Bij de kunsteducatieve orga­nisatie Mooss zijn we gestart met een internationaal parcours omtrent dans­ educatie. In een voorafgaande, meer theoretische bijeenkomst met verschillende Europese partners werkten we een theoretisch framework uit rond danseducatie. We gingen op zoek naar de gelijkenissen en/of verschillen in het werken rond dans met kinderen en jongeren. We dachten al snel: het is fijn om erover te spreken, maar laten we ook gewoon aan de slag gaan. Vorige zomer en deze zomer volgden dan actieve summerschools rond hedendaagse dans in België en in Finland. Vanaf 24 augustus gingen we aan de slag in HETPALEIS en vandaag sloten we de summerschool af met een toonmoment.

Hoe verliep de week?

Dafne: Tijdens de eerste paar dagen gaven we de jongeren heel veel inspiratie vanuit workshops gegeven door diverse coaches. Contactimprovisatie, circus, floor work… het kwam allemaal aan bod. Op zondag vroegen we de jongeren wat ze allemaal geleerd hadden, door wat ze geprikkeld waren en wat ze de volgende dagen wilden uitwerken. Anja Geuns (HETPALEIS): Die dag was een kantelpunt. De jongeren kregen heel veel input en hadden vanaf dan echt zin om zelf verder te gaan en zich zelf te kunnen verdiepen. Ook al zijn de jongeren erg divers, verschillen ze in leeftijd tussen 15 en 25 jaar en hebben ze elk een ander niveau in hun parcours, toch delen ze een honger naar verdieping en een groot respect voor elkaar. Dafne: Een ruime blik kan zoveel teweegbrengen, zoveel groei veroorzaken. Mooi om te zien.

Dafne, je doet ook onderzoek in dans. Hoe heb je deze week ervaren vanuit jouw onderzoekersblik?

Dafne: Deze week is zowel voor de jongeren als voor de coaches een oefening in loslaten. Als de jongeren vastzitten, trekken sommigen al gauw aan de mouw van hun coach, maar tijdens deze week moeten ze echt zelf proberen verder te zoeken naar oplossingen. Ook voor ons als begeleider is het een oefening in het leren loslaten. We mogen niets opleggen, moeten mee zoeken en tussen hen staan. Je zou kunnen zeggen dat ik mezelf ook als deelnemer zie. Eén van de jongeren zei deze week tegen me dat ze het zo fijn vond dat we zelf ook mee dansten. Iedereen is op zoek, en dat is het fijne aan deze week.

Jullie bezoeken met de jongeren ook het TheaterFestival?

Dafne: Klopt. We zijn bijvoorbeeld met de jongeren naar de opening geweest en hebben de speeches gehoord. Dat heeft echt een indruk op hen nagelaten. We zagen ook twee voorstellingen en voerden een nagesprek met Pieter T’Jonck. Ik ben blij dat de jongeren kunnen voelen dat dans niet enkel actief is, maar ook spreken, nadenken, en beschouwen. Anja: Het is belangrijk dat je de jongeren wegtrekt uit de repetitieruimte en meeneemt naar de context van de sector, de stad, de samenleving.

Zaterdag wordt Nelsons dansboek voorgesteld. Het is het derde boekje in de reeks van Laura Van Bouchhout, na Nelsons acrobatenboek en Nelsons yogaboek. Hoe is Laura bij jou terecht­gekomen?

Dafne: Laura vroeg mij of ik mijn expertise op het vlak van danseducatie in haar nieuwe boek wilde delen. Voor mij was dat het ideale uitgangspunt om de oefeningen die ik door de jaren heen verzameld had en onder andere op de danseducatieve website www.dansendansen.be verzameld staan, nu te vertalen naar kleuters en volwassenen. De Nelson-reeks is gestoeld op de Sherborne-methodiek die stelt dat het samen bewegen tussen kinderen en volwassenen veel positieve effecten heeft. Via heel speelse en creatieve oefeningen hopen we dat mensen het boek een vijftal minuutjes per dag vastpakken en simpelweg samen bewegen. En lachen! We hopen dat er fijne bewegingsmomenten ontstaan tussen volwassenen en kinderen. Een beetje zoals de summerschool, waar diverse mensen van uiteenlopende leeftijd van elkaar kunnen leren.

Nelsons dansboek wordt op zaterdag 3 september om 11u en 15u voorgesteld in deSingel, tijdens twee workshops voor vijftien duo’s. Inschrijven via: www.theaterfestival.be De summerschool dans was een organisatie van Mooss, DaCi (Dance and The Child International, Nederland), dansen dansen en HETPALEIS (Antwerpen, België), met steun van Erasmus+/Youth in Action en JINT.


14   di 30 aug 2016

ook dat nog “Wie is die jongen die mij straks komt interviewen?” In tijden van genderconfuse voornamen is het niet altijd gemakkelijk, dus vergeven we het Suzanne Grotenhuis graag dat ze redacteur X.v.d.B. vanmorgen aanzag voor een man in plaats van een vrouw. Na een rondje schaatsend interviewen op Suzannes ijspiste waren de plooien echter gladgestreken. Heet van de naald en een update voor de paparazzidatabase van Dag Allemaal: Titus de Voogdt en Robrecht Vanden Thoren, straffe tisten en gezellige Poepsimpeltravestieten, worden binnenort buren. Vanaf dan kunnen ze dus ook in het écht over de haag badmintonnen. Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden en vooral een ontoelaatbare verstrooidheid kwamen redacteurs A.B. en D.B. (géén broers!) een halfuur te laat aan in de Gentse Bar Bidon, waar ze hadden afgesproken met Louis Vanhaverbeke. “Ik ben jullie daar eigenlijk dankbaar voor,” liet die laatste achteraf weten. “Zo heb ik eindelijk nog eens de tijd kunnen nemen om gewoon te kijken, en dat deed deugd.” Geen dank, Louis!

De Barbaren fABULEUS stuurt acht moedige, nieuwsgierige jongeren met een missie naar Het Theaterfestival. Hun opdracht: word hier en nu verliefd. Zij zijn De Barbaren. Vandaag: Margo Welsch over Fidelis Fortibus Daan Borloo Not only it gives you an advanced form of dementia (Dementia affects the brain’s ability to think, reason and remember clearly. The most common affected areas include memory, visual-spatial, language, attention, and executive function (problem solving) – Wikipedia) after a while, your normal brain functions come back and you realize your stupidity Zo klinkt Margo’s artistieke interpretatie van Les amants 2, het beroemde doek van René Magritte. Want met dat hele idee van ‘liefde’ worstelt ze een beetje. “Wil ik wel ‘liefde’?” vraagt ze zich af op haar blog. “Want wie zich afschermt van de liefde, wordt minder snel gekwetst,” legt ze uit aan de telefoon. De verbinding is niet super, maar dat geeft niet. We hebben dezelfde voorstelling gezien en gesprekken over de liefde zijn altijd in ruis gehuld. “De eenzame circusartiest in Fidelis Fortibus lijdt heel erg onder het feit dat al zijn geliefden overleden zijn. Al zijn collega’s, naasten, zijn hele familie: allemaal ‘morta’. Daar sta je dan, helemaal alleen. Liefde - in welke vorm dan ook - kan blind maken.” Op haar blog staat onder het kunstwerk van Magritte een link naar Sadness, een prachtig nummer van Donovan. Margo is overduidelijk bekend met de troostende kracht van schone melancholie.

Maar ze weet ook van wanten. Of beter, van schoenen. Boven haar blogpost over Magritte staat een link naar een filmpje dat ze zelf ineen heeft geknutseld. Ik zie een voet, gehuld in een bijzondere schoen, geschoten vanuit verschillende hoeken. “Het is mijn voet en mijn schoen,” vertelt Margo. “Via mijn zus heb ik het werk van Neri Oxman leren kennen, een jonge designer die een nieuwe, organische methode van produceren predikt. Ze maakt bijvoorbeeld zetels uit één stof, die ze op verschillende manieren aanwendt. Het is een beetje zoals met onze huid, die in se uit dezelfde cellen bestaat, maar die cellen op duizend-en-één manieren inzet.” “Ik denk dat de mensen van fABULEUS mij aan Circus Ronaldo hebben gekoppeld, omdat ook Danny Ronaldo out of the box probeert te denken. Ik denk dat ik zijn visie op de wereld deel. Ik ben er ook van overtuigd dat we te weinig aandacht schenken aan de imperfectie, aan dingen die mislukken. We leven in een maatschappij die alle foutjes of oneffenheden wil uitzuiveren, maar net die foutjes zijn vaak het interessantst.” Voor diezelfde Danny Ronaldo mag ze een schoen maken. Een grote, rode. Volgens de Neri Oxman-methode. Margo heeft al onmiddellijk inspiratie voor haar eerste opdracht van de opleiding werktuigbouwkunde, die ze vanaf september in Nederland gaat volgen. “Of misschien ga ik me wel in iets helemaal anders verdiepen,” zegt ze. “Misschien ga ik mijn roots onderzoeken. Mijn papa heeft een band met Spanje, mijn grootvader had een boerderij in de buurt van waar ik woon, … Of ik ga een oude circusartiest in het rusthuis interviewen, want ik heb dankzij Ronaldo wel een pril boontje voor circus ontwikkeld.” Ah, daar is de liefde weer. © Les Amants 2 / Magritte

Je bent nooit te jong om gehoord te worden. Vandaag dwarrelde een zesjarig ukkie voorbij de redactieruimte, heel overtuigd roepend naar mama even verderop in het festivalcentrum: “Ik kom zo, ik ga hier eerst nog even vergaderen.” Waarop de pagadder in kwestie zich heel bewust neervlijde bij twee theatermakers die duchtig aan het overleggen waren.

De Barbaren

Ook fan van de festivalkrant: Sara De Roo van Tg Stan. Met de staart tussen de benen kwam ze om een ontbrekend exemplaartje bedelen. Wij hebben haar dan maar meteen gestrikt voor de Buchbar-rubriek. Morgen dus, in uw favoriete dagkrant: de favoriete theatertekst én koffie van Sara De Roo.

Lees alle blogposts van De Barbaren op barbaren.tumblr.com!



Lees de artikels uit deze festivalkrant en andere artikels op theaterfestivalblog.be en discussieer mee via #HTF16! f Het TheaterFestival t @theaterfestiva1 en #HTF16 www.theaterfestivalblog.be

Biechtstoel Kom biechten bij deze voorstellingen in het festivalcentrum:

di 30 aug / 21u – 23u30 Fidelis Fortibus Scheeps-Horeca Poepsimpel Check de reacties uit De Biechtstoel op www.zendelingen.be

INFO TICKETS tickets en info: theaterfestival.be

redactie Jonathan van der Horst, Xandry van den Besselaar, Daan Borloo, PhĂŠline Thierens, Bart Van Gyseghem, Katrien Van Bael, Arno Boey, Anke Van Meer, Eva Decaesstecker, Margot De Boeck, Mitch Van Landeghem, Stefan Moens, Mia Vaerman hoofdredactie Filip Tielens grafisch ontwerp Laura Bergans V.U het TheaterFestival Vlaanderen, Kathleen Treier, Jan Van Rijswijcklaan 155, 2018 Antwerpen

di 30 augustus

31 augustus

20u00 20u00

10u00 14u00 18u00

20u00

Fidelis Fortibus Circus Ronaldo deSingel Plein Scheeps-Horeca Frascati Producties/Jan Hulst & Kasper Tarenskeen deSingel Theaterstudio Poepsimpel Compagnie Cecilia deSingel Rode Zaal

18u00 20u00 20u00 20u00 20u00 22u00

Pitch Roel Verniers Prijs deSingel Dag van de Toneeltekst Uitreiking Vlaamse Cultuurprijs voor Podiumkunsten, Taalunie Toneelschrijfprijs en Roel Verniers Prijs deSingel Blauwe Zaal HonderdHuizen Yinka Kuitenbrouwer deSingel Gang Beel niv. 1 Poepsimpel Compagnie Cecilia deSingel Rode Zaal De Meest Zwaarmoedige Voorstelling Ooit (waarvan het hele publiek moet huilen) Theater Artemis & De Warme Winkel DE Studio HonderdHuizen Yinka Kuitenbrouwer deSingel Gang Beel niv. 1 Forever Young Frascati Producties/Marijn Brussaard deSingel Theaterstudio HonderdHuizen Yinka Kuitenbrouwer deSingel Gang Beel niv. 1

theaterfestivalblog.be heater


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.