© Clara Hermans
SPECIALE EDITIE
© Koen Broos
Snipperdagen
© Fred Debrock
ZIGZAG ZIGZAG
Zoutloos KINDERKRANT
5, 6 en 7 september 2014
Tania Van der Sanden Zoutloos
We zagen Tania Van der Sanden al in honderden verschillende pruiken en outfits. Ditmaal verandert ze zichzelf in een tachtigjarige rusthuisbewoner in Zoutloos van Studio Orka. Een locatievoorstelling in een rustoord. Het publiek zit in een tribune in de cafetaria of animatieruimte en kijkt naar het verhaal van Palmira die een feest organiseert voor haar verjaardag. Tania heeft intussen een groot aantal rusthuizen gezien. Op de vraag welk beroep ze nog zou willen uitoefenen naast acteren, antwoordt ze zelfs: ‘Directeur van een rusthuis.’
Ode aan de verbeelding — Filip Tielens en Mitch Van Landeghem
© Fred Debrock
2
Directeur van een rusthuis: leg dat eens uit. Tania Van der Sanden: “Ik zou graag alles anders willen aanpakken in een rusthuis. Je moet de buitenwereld veel meer binnenbrengen, want anders verlies je de connectie met de maatschappij. De directeur van rusthuis Sint-Monica in Oostende droeg een drieletterwoord hoog in het vaandel: CCC. ‘Communicatie Communicatie
en Communicatie.’ Fantastisch vind ik dat. Diezelfde man zegt tegen de familie van zijn bewoners: ‘Je moet veel nageltjes in de muur slaan. Als de bewoner dan komt te overlijden, moeten wij al die nageltjes er weer uit halen, de gaatjes dichten en de muur herschilderen. Maar dat hebben we er graag voor over.’ Dat is voor mij het voorbeeld van hoe het overal zou moeten zijn. Ik heb nochtans veel
rusthuizen gezien waar geen nageltjes in de muur mogen. Maar daar moet je natuurlijk geld voor hebben en dat is er niet: niet voor cultuur en ook niet voor bejaardenzorg. Een rusthuis is het laatste station van een mensen leven, dus dat zou het beste moeten zijn wat er is. Maar zo is het in de praktijk niet. Een bewoner zei ooit tegen ons: ‘Het is het beste van het slechtste.’ Dat vond ik wel heel cru.”
Kwartier voor aanvang
© Veerle Eyckermans
Op deze foto zie je Tania Van der Sanden een kwartier voor aanvang van Metamorphosen van Malpertuis. Deze en andere acteursfoto's van Veerle Eyckermans zijn op groot formaat te bewonderen in het festivalcentrum.
Wat dacht je toen Studio Orka je vroeg om een tachtigjarige vrouw te spelen? “Ik vond het fantastisch. Het was altijd al een vurige wens van mij om bij Studio Orka te mogen spelen. Zij maken het soort theater waar ik van hou. Iedere keer slagen ze erin om een dubbele laag in hun voorstellingen te brengen. Dat is ook mijn betrachting in het spelen: tragiek en komedie combineren. Bij Studio Orka starten ze van een idee en maken ze de voorstelling uiteindelijk samen vanuit improvisatie en gesprekken. Ik hou erg van die manier van werken.” Is er iemand waar je je personage op baseerde? “Ik heb veel oudere mensen ontmoet tijdens de repetities en van hen heb ik een combinatie gemaakt in mijn hoofd. Zo was er was bijvoorbeeld Jeanneke die altijd fantastische dingen zei. Als ik vroeg hoe het eten was, zei ze: De soep is altijd goed, maar aan de patatten moet ge niet peinzen! Die zin komt ook in de voorstelling. En verder is er veel ontstaan door de juiste bril op te zetten en een permanent in mijn haar te doen. Ik hou er heel erg van om te transformeren voor een rol. Het is mooi om te zien hoe kinderen geloven dat ik echt een vrouw van tachtig ben. Dat is het schoonste compliment dat ik kan krijgen.”
3
Wat vind je van spelen op locatie? “Dat is een meerwaarde. Je gaat misschien wel eens een keer voor je plezier naar een kasteel of wandelen langs
de duinen, maar je gaat niet voor de lol naar een rusthuis. Veel mensen zijn daar zelfs nog nooit geweest. Liefst ligt de ruimte waar we spelen niet direct aan de ingang, zodat het publiek eerst nog een wandeling moeten maken. Je zou de voorstelling ook in een zwarte doos kunnen spelen, maar dat is toch anders. Als we ons omkleden in de animatieruimte of bij de kinesist in een rusthuis, voelen we elke keer weer die speciale sfeer.” Jullie hebben zelfs een nacht doorgebracht in een rusthuis. “We sliepen in een bejaardenkamer. In een appartemèntje, zoals Jeanneke dat noemde. Dominique Van Malder en Steven Beersmans zaten in een rusthuis, en Julie Delrue en ik in een ander. Rond een uur of tien ’s avonds hebben we met elkaar gebeld. Julie en ik waren heel erg onder de indruk van de desolaatheid en het verdriet waar we de mensen over hoorden vertellen. We werden er echt ongelukkig. Maar Dominique en Steven waren net heel vrolijk: ‘We hebben hier een fantastische avond, de mensen zijn hier zo graag!’ Dat was behoorlijk indrukwekkend. De nacht doorbrengen in een rusthuis motiveerde mij des te meer om Zoutloos te spelen. Maar het is zeker geen trieste voorstelling geworden, integendeel.” Hoe reageren de bewoners en verzorgers op de voorstelling? “Ze vinden het heel herkenbaar. En goed. Er waren verzorgers bij die zeiden dat de hele begeleiding van het
rusthuis Zoutloos zou moeten zien. In het begin vroeg ik me af of het wel goed was dat er bewoners zouden komen kijken. Want plots zat er een vrouwtje op de eerste rij, die sprekend leek op mijn personage. Datzelfde haar en diezelfde bril! Maar voor de rusthuisbewoners is het heel plezant om naar de voorstelling te kijken. En soms zelfs troostend. Op een gegeven moment gaat het over mijn hart, en zeg ik: ‘Als het op is, is het op.’ Wanneer ik op dat moment iemand in het publiek die in een rusthuis zit aankijk, krijg ik altijd een ‘ja’ als antwoord. De eerste keer schrok ik daar toch wel hard van.” Ben je bang om oud te worden? “Ik ben op zich niet bang om oud worden, maar wel om niet meer vitaal te kunnen zijn. Als je morgen je heup breekt en een arm of een been verliest, is het heel moeilijk om je verbeeldingskracht te blijven behouden. Daar gaat de voorstelling net over: het is een ode aan de verbeelding. Daarom zeg ik nogmaals: breng alsjeblieft de buitenwereld binnen in een rusthuis. Dat is zo belangrijk. Maar ja, mensen hebben altijd zoveel te doen hé…”
Filip Bilsen Katrien Valckenaers Lisa Verbelen Snipperdagen
Een symfonie van handelingen, een Playmobilversie van het volwassen leven, een sudoku op scène… De bizarre wereld van Snipperdagen laat zich niet gemakkelijk omschrijven. ‘Het is alsof we met zijn drieën een taal aan het uitvinden zijn,’ zeggen Filip Bilsen, Katrien Valckenaers en Lisa Verbelen van fABULEUS.
— Peter Anthonissen ( fABULEUS)
“Snipperdagen is een hersenbreker, een sudoku”
4
Katrien en Lisa, deze voorstelling is een weerzien voor jullie. Waarvan kennen jullie elkaar? Katrien Valckenaers: “Wij hebben elkaar leren kennen tijdens een vakantie van (jeugdwerkorganisatie, red.) Koning Kevin. Toen hadden we een keer een rare avond dat we heel onnozel aan het doen waren, in overdreven Engels. Wij vonden dat zelf hilarisch. En dan hebben we besloten om daar een korte sketch van te maken voor Kunstbende. En dan hebben we dat gewonnen (als Vivey en Debbey in 2007, red.). Dat was voor ons alle twee wel iets belangrijks, omdat het een extra besef gaf van ‘Ik wil hier echt in verder gaan’. In mijn geval naast de producties die ik bij fABULEUS deed. En dan zijn we elk ook theater gaan studeren, Lisa in Maastricht en ik in Gent.” Lisa Verbelen: “En vier jaar later kwamen we voor het eerst terug samen.” Katrien: “Maar we zagen elkaar wel elk jaar, heel kort, om elkaar snel te updaten over hoe het met ons ging. Lisa moest in Leuven overstappen op weg naar Maastricht, en dan vroeg ik haar: ‘Hoe gaat het met uw leven?’ (lacht).” Lisa: “Het is niet dat we elkaar niet meer hoorden… maar je zit in zo’n andere wereld ineens… elk aan een kant van het land…” Katrien: “We hebben toen wel gezegd: ‘Als we afgestudeerd zijn, gaan we samen iets maken. Met de bagage die we dan hebben…’ En Dirk De Lathauwer van fABULEUS heeft toen voorgesteld: ‘Gaan jullie twee nog eens iets doen of zo? Ik heb het gevoel dat dat iets goeds kan zijn.’ Maar dat was ook spannend omdat we elkaar niet meer héél goed kenden. Toen we iets voor Kunstbende maakten, ging dat vanzelf. De vraag was of dat nog zo zou gaan, omdat we nu een totaal andere bagage hadden.” Lisa: “Die opleiding heeft echt veel veranderd. Dat eerste hebben we echt
op een zolderkamer gemaakt. Met nul kennis over dramaturgie.” Katrien: “Het ging ook niet over ‘Wat willen we zeggen?’ We deden het gewoon.” Lisa: “Het was puur vormelijke intuïtie.” Keken jullie bij het werk aan Snipperdagen soms op van elkaar? Of waren jullie voor elkaar nog zeer herkenbaar? Lisa: “Het is wel anders, je merkt dat die scholen ook anders zijn. Ik ben iets meer opgeleid als een maker en minder als een acteur, en Katrien meer als een acteur.” Katrien: “Ik was nog wel naar stukken van Lisa gaan kijken, en wat ik zag, vond ik altijd wel bij Lisa passen, maar dan meer ontwikkeld. En op een juiste manier gevormd zodat het echt haar ding werd.” Lisa: “Dat had ik ook wel, ja. Maar ik weet ook dat ik schrok. Als je iemand na vier jaar terugziet, dan is dat ineens zoveel… rijker en overziener… hoe zeg je dat?… beredeneerder. En van jezelf heb je dat natuurlijk niet zo hard door.” Filip Bilsen kwam er in een later stadium van het werk bij. Hoe is dat gegaan? Filip Bilsen: “Dat had sowieso te maken met het feit dat jullie ineens drie spelers nodig hadden.” Lisa: “Eerst bedachten we dat we iets met zijn tweeën gingen maken. Toen bedachten we dat we een heel ingewikkeld decor met drie verdiepingen wilden, en drie personages. We wilden van een symfonie een voorstelling maken, met verschillende stemmen, en dat aanvankelijk heel letterlijk in beeld brengen.” Katrien: “Als een notenbalk, alsof iedere persoon de stem was van een
partituur. En met twee leek ons dat wel heel weinig. Dus wilden we een derde persoon, voor de basstem.” Lisa: “Eerst wilden we een hele grote brede man.” Katrien: “Iemand die helemaal anders is dan ons. We zijn allebei nogal frêle op scène, we dachten aan een soort beer…” Filip: “Maar alle beren waren uitverkocht.” Katrien: “Het is echt zot hoe Filip daar meteen is ingevlogen en ons ook meteen verstond. Alsof we vanaf dag één op dezelfde lijn zaten. Natuurlijk heeft ieder zijn eigen bagage. Filip heeft veel meer een dansachtergrond dan wij.” Filip: “Ik was vanaf de eerste dag superblij met alles wat ik zag, en ik had ook meteen het gevoel dat mijn fantasie op zo’n manier werd geprikkeld dat ik daar meteen op kon inpluggen. Juist het feit dàt we met zijn drieën een gelijkaardige fysiek hebben, vind ik bijna een soort veruitwendiging van de natuurlijkheid waarmee wij op elkaar inklikken. Ik vind het ook echt iets van ons drie geworden.” Lisa: “Ja, totaal, maar dat is ook het hele concept, en dat vind ik er ook cool aan. De hele voorstelling gaat over het soort spel dat je als kind speelt.” Katrien “(doet een kind na): ‘Gij zijt aan het slapen, en ik ga dan terwijl opkomen, en de planten water geven.’” Lisa: “Het kindje van mijn broer is van die leeftijd dat hij zijn omgeving de hele tijd regisseert. ‘Ja, dan moet gij nu daar zitten en dan krijgt ge één euro, en als ge dat doet, dan krijgt ge uw euro terug.’ Van die hele rare regels… en dat is herkenbaar, want dat is precies wat wij de hele tijd aan het doen zijn.” Was dat ook het vertrekpunt, kinderspel, of ging het om de levens van jullie figuren?
Lisa: “Het vertrekpunt was die symfonie, en dat heeft meteen al iets mechanisch, omdat je denkt vanuit muziek. Daar kwamen al snel hele simpele acties bij, zoals slapen en planten water geven, en van daaruit kwam logischerwijs het gevoel van ‘We zijn grote-mensenlevens aan het naspelen.’” Filip: “Er komt snel een gloed van eenzaamheid bij. Je ziet niet een kindje dat de planten water geeft, maar echt een volwassene die dat al voor de miljoenste keer aan het doen is.” Lisa: “Die eenzaamheid was ook een beginpunt. Dat was ooit de eerste idee: ‘Het moeten drie eenzame lijnen zijn in een flatgebouw.’” De voorstelling zit behoorlijk complex in elkaar. Katrien: “Het is puzzelwerk. Het is heel fysiek intuïtief, en tegelijk ook een hersenbreker, een sudoku.” Filip: “Het zit ook op de grens tussen heel abstract en heel theatraal. En het moet echt daartussen blijven. Dat is een heel moeilijke evenwichtsoefening.” Katrien: “Ik denk dat het vooral samenbrengt wat wij alle drie graag doen. Omdat we alle drie graag
5
bewegen, omdat we alle drie graag een abstracte taal zoeken… Het was ook snel dat we zeiden: ‘Het mag geen gewoon Nederlands zijn, het moet iets anders zijn.’” Filip: “En uit die taal volgden pruiken, en uit die pruiken volgden kostuums, enz…” Lisa: “Ja, dat volgde echt allemaal uit elkaar.” Katrien: “En toen bleek het iets van Playmobil te hebben, maar dat was allemaal niet zo voorbedacht.” Lisa: “Dat is meer ons referentiekader dan bijvoorbeeld andere voorstellingen. ‘Hoe zouden ze het in The Sims doen?’ Daar lijkt het misschien nog het meest op.” Hoe zijn jullie op het Zweeds klinkende brabbeltaaltje gekomen dat jullie in de voorstelling spreken? Katrien: “Bij mij is dat van vroeger. Ik keek graag naar de film Ronja de roversdochter en naar Zweedse jeugdprogramma’s. Ik verstond er niks van, maar ik was gefascineerd door de toonhoogtes, alsof er meer emotie in lag dan in het Nederlands.” Filip: “Dat is ook wel een van Katriens stokpaardjes: spelen met taal.”
Katrien: “Dat is waar. De grote uitdaging van ons brabbel-Zweeds is: hoe kun je een emotie of een sfeer duidelijk maken zonder dat mensen de betekenis begrijpen? Dat vind ik superleuk om te doen en om naar te zoeken.” Lisa: “Je krijgt daardoor door hoeveel er in klank zit. Als we aan het improviseren zijn, merken we het meteen als iets ‘klopt’ in die taal. Er zijn helemaal geen woorden nodig om te begrijpen wat iemand bedoelt.” Filip: “Tegelijk heb je ook direct een andere wereld. Doordat het een andere taal is, komen al de superbanale dingen die wij doen, in een ander daglicht te staan. We zijn ook een beetje aliens.” Katrien: “De taal helpt om de dingen vanuit een ander perspectief te bekijken.” Filip: “Eigenlijk zegt die vanaf het begin: ‘Dit is een wereld met andere regels.’” Katrien: “En dat zorgt ook bij het publiek voor een vervreemding die ik wel belangrijk vind, dat je op een andere manier naar ons kijkt.” — ingekort door de redactie
Inne Goris
Na een doortocht bij BRONKS als educatief medewerker en een opdracht als dramaturg bij Ultima Vez ZIGZAG ZIGZAG richtte Inne Goris haar eigen gezelschap ZEVEN op. Met de gelijknamige eerste voorstelling start haar eigen traject als theatermaker. Sinds 2009 creëert Inne Goris verschillende producties onder de vleugels van LOD. Haar voorstelling ZIGZAG ZIGZAG werd geselecteerd door de kinderjury van Het Theaterfestival.
— Rini Vyncke
“Do you realize that you're in a classroom?”
6
Hoeveel van Het zigzagkind van David Grossman kunnen we nog terugvinden in ZIGZAG ZIGZAG? Inne Goris: “Voor deze voorstelling heb ik mij toegespitst op twee specifieke hoofdstukken uit het boek van David Grossman waarin de vriendschap tussen Nono en Chaim centraal staat. Ook al is Nono nog erg jong, toch heeft zijn vriendschap met Chaim hem erg getekend. Bij BRONKS had ik al eens een eerste bewerking van twintig minuten van Het zigzagkind gemaakt. Nadien is het altijd op mijn boekenplank blijven liggen in de hoop dat ik het later opnieuw zou kunnen oppikken. Er zit een grote dosis jongensachtige energie in het verhaal van die twee verschillende jongens. Terwijl als je vandaag als kind onrustig bent in een klas, krijg je al snel een negatief label opgeplakt. Ondanks hun verschillen kunnen Nono en Chaim elkaar toch vinden en bewonderen ze in de andere wat ze zelf missen. Er zitten veel aanknopingspunten in hun vriendschap waarmee ik met acteurs Adrian Sack en Oscar Willems op de vloer aan de slag ging. Nono noemt Chaim bijvoorbeeld een ‘gestoord kind’, maar hij vertelt eveneens dat hij uren achter de piano kon zitten oefenen. Hoe verzoen je dat met elkaar? Beide kinderen doen ook heel veel dingen samen, zoals door rioolpijpen kruipen of voetballen. Op basis van die aanknopingspunten gingen wij op zoek naar wat die twee jongens nu precies verbindt. Want hoe verschillend we soms ook zijn, we moeten wel allemaal samenleven in onze maatschappij.” ZIGZAG ZIGZAG is ook een ‘classroom performance’. Hoe is het idee gegroeid om een klaslokaal tot scène om te vormen? “Het idee is ontstaan vanuit gesprekken met mensen die op zoek waren naar voorstellingen met een hoge artistieke waarde om in de klas te spelen. Bovendien ging ik toen net in een school in Molenbeek aan het traject beginnen dat tot Ergens hier heeft geleid. Na een paar grote projecten die technisch veeleisend waren, zoals Muur en Hoog gras, had ik
ook zin om terug back to the basics te gaan. Als maker ga ik vaak aan de slag met elke vorm van taal die ik ter beschikking heb: ook het licht vertelt zijn verhaal, of het geluid. In een klaslokaal kon ik het opnieuw kaal maken en mij toespitsen op de twee spelers.” “Toch hebben we van in het begin beslist om de voorstelling niet alleen in klaslokalen te spelen. We wilden het ook voor een ander publiek kunnen spelen en dan vonden we de setting van een klaslokaal eerder vreemd. In vrije voorstellingen werken we dus met grote lege ruimtes waar Nono en Chaim ook onverwachts kunnen binnenvallen, net zoals in een klaslokaal.” Was het wennen voor de acteurs om in de klas tussen een jong publiek te spelen? “Beide spelers vonden dat een heel grote uitdaging. Ze hadden veel zin om in de klas te gaan staan… tot de dag daar was (lacht). We hadden wel al try-outs gedaan in klaslokalen om de ruimte te leren kennen, maar steeds zonder kinderen. Toch waren ze meteen verkocht van zodra ze de eerste keer met kinderen in een klas gespeeld hadden. De uitdaging bestaat er net uit dat je zo dicht bij hen zit. Er is bijvoorbeeld een stuk pianomuziek in de voorstelling dat voor sommige kinderen een mooi en rustig moment is, terwijl anderen dat dan weer saai vinden. Wanneer die muziek voor de tweede keer terugkomt, horen de acteurs soms kinderen verzuchten: ‘Oh nee, toch niet dat weer.’ Maar evengoed hoor je ook aanmoedigingen en positieve opmerkingen. Het feit dat je ‘hun’ ruimte binnendringt, zorgt ook vaak voor reacties. Een van de acteurs heeft op een bepaald moment een stoel nodig en dan gaat hij in de stoel van de meester of de juf zitten. De kinderen schrikken wel dat hij dat zomaar durft. Ik herinner me ook dat tijdens de try-outs in Manchester een van de acteurs op een tafel sprong en een jongentje hem zei: ‘Do you realise that you’re in a classroom?!’ Die interactie geeft natuurlijk een extra lading aan onze voorstelling. We merken
© Koen Broos
ook dat wanneer we in een klas spelen het plezier meer de bovenhand krijgt en in vrije voorstellingen de emotionele laag sterker naar boven komt drijven.”
7
In het kader van een langlopende samenwerking van het Kunstenfestivaldesarts en de Vier Windenbasisschool in Sint- Jans-Molenbeek maakte je Ergens hier. Was dat voor jou een scharnierpunt in je traject als theatermaker? Een ontmoeting tussen zowel je educatieve als je creërende ervaring lijkt zich nu aan te bieden. “Ik heb nu een ontwikkelingsbeurs aangevraagd en gekregen om deze zoektocht te ondernemen. Met de ervaring van Ergens hier en ZIGZAG ZIGZAG wil ik uitzoeken hoe een kunsteducatief project – maar ik noem dat eigenlijk liever niet zo –integraal deel kan uitmaken van mijn artistiek traject. Hoe kan ik mij als artiest koppelen aan een school en welke vorm kan dat krijgen zodat ik toch ook kan blijven theater maken? Want dat is wat ik uiteindelijk het liefst doe. Met Ergens hier had ik het geluk dat ik in een school aan de slag ging die al twee jaar bezig was in het traject met het Kunstenfestivaldesarts. Zij hadden al een bepaalde achtergrond en dat voelde je wel. Inmiddels komen ook de ouders vragen of er volgend jaar nog ‘kfda’ is, zoals zij dat noemen (lacht). Je merkt dus wel dat het stilaan in alle gelederen van die school aan het doorsijpelen is, maar dat vraagt tijd. Ik ben nu opnieuw in gesprek met een andere school in Molenbeek en wie weet groeit daar wel een nieuw project uit. Ik zal alvast kennismaken met de school en zowel met een eerste als een zesde leerjaar een tiental dagen samenwerken. In dat schooltje spreken meer dan 90% van de kinderen thuis geen Nederlands, terwijl ze wel op een Nederlandstalige school zitten. Meer dan 70% van de moeders heeft geen diploma humaniora. Dat roept toch heel veel vragen bij je op. Hoe moet dat nu verder? Is als maker een voorstelling maken en laten touren dan nog wel genoeg voor mij? We onderschatten jongeren systematisch
op verschillende niveaus. Ik soms ook nog. En volgens mij is het daar dat het vaak zo misgaat op school. Dat volwassenen zich blijven met hand en tand verzetten: ‘Het is te moeilijk, dat begrijpen ze niet.’ Daar gaan mijn haren van rechtstaan. Bij Vader, moeder, ik en wij heb ik ooit een vijfjarige de hele voorstelling aan haar oma horen uitleggen.” In 2015 gaat je nieuwe voorstelling Sneeuw in première in een productie van LOD en in samenwerking met LOD-componist Thomas Smetryns. Wat mogen we verwachten? “Sneeuw is een voorstelling waarop ik al jaren broed. Het begon met een zeer persoonlijke herinnering, het gevoel wanneer je ’s ochtends wakker wordt in de winter en zonder dat je je ogen opende al weet dat het gesneeuwd heeft. Als tweede is een uitspraak van Amélie Nothomb me bijgebleven: ‘Si la silence devait s'incarner en une matière, ce serait de la neige.’ Inmiddels ben ik ook te weten gekomen dat er een sprookje bestaat over het sneeuwmeisje: een ouder koppel wil heel graag een kind, maar dat lukt niet. Wanneer de eerste sneeuw valt, maken ze een sneeuwpop die ze volledig aankleden en wanneer de vrouw die sneeuwpop omhelst, wordt ze levend. Uiteraard is dat een heel bijzonder meisje. Ze kan niet binnenkomen, want dan smelt ze. Wat gaat er met haar gebeuren wanneer het lente wordt? Ik wil ook heel graag sneeuw op scène hebben en ik heb al een tijdje zin om eens puur met zang te werken. De scenografen van Ruimtevaarders zijn op zoek naar sneeuw, Thomas Smetryns is zijn eerste muziekstukken aan het schrijven, ik heb de eerste teksten met Scandinavische klanken geschreven. Bovendien is ons sneeuwmeisje al gecast: een jong gekleurd meisje met een achtergrond als ijsschaatser. Weer twee puzzelstukken die alvast in elkaar vallen.”
Bram Kelchtermans Kinderjury
— Rini Vyncke
Bram Kelchtermans: “In vergelijking met vorig jaar is het vlotter gegaan, maar onze juryleden hebben wel hetzelfde proces doorlopen. Ze hebben opnieuw een soort kader gemaakt, een bril waarmee ze naar voorstellingen zouden gaan kijken. Alleen zijn die dingen die zij belangrijker vonden wel net iets anders dan vorig jaar. Vorig jaar vonden de juryleden het bijvoorbeeld heel belangrijk dat er duidelijk afgelijnde, heldere personages waren. Terwijl dat dit jaar minder een kwestie was. Acteurs mochten zonder problemen verschillende personages spelen en bij wijze van spreken enkel een sjaal of een hoed aandoen om
Voor het tweede jaar op rij zette ook een kinderjury zijn kritische bril op. Ze keken en discussieerden over een selectie voorstellingen voor jongeren. Enkel hun mening telde, niet die van volwassenen. het verschil duidelijk te maken. Ik vermoed dat de gemiddelde leeftijd die een stuk hoger lag dit jaar daar wel mee te maken heeft.” “We wisten op voorhand dat we drie voorstellingen zouden mogen selecteren. Uiteindelijk zijn het er vier geworden omdat we er niet meteen uit geraakten en daar ook de tijd niet meer voor was. Er waren bij wijze van spreken twee kampen ontstaan die net een andere nummer drie hadden. Die voorstellingen waren onderling zo verschillend van elkaar dat we bijna puur op smaak gingen discussiëren. Door deze beslissing konden dan toch beide nummers drie in de selectie blijven.”
1
2
3 1 Bij BRONKS was Inne Goris van ZIGZAG 4 ZIGZAG een … medewerker. 2 Wat wil Tania Van der Sanden van Zoutloos graag 5 combineren in het theater: tragiek en …? 3 Op welke taal lijkt het brabbeltaaltje uit Snipperdagen? 4 Waar heeft Katrien Valckenaers van Snipperdagen gestudeerd? 5 Hoe heet het personage van Tania Van der Sanden in Zoutloos? 6 Hoe heet het gezelschap van Inne Goris dat ZIGZAG ZIGZAG maakte? 7 Welk personage in Snipperdagen heeft een naam die begint met een B? 8 Met wie heeft Tania Van der Sanden van Zoutloos een nacht doorgebracht in een rusthuis (enkel voornaam)?
H O O F D R E DAC T I E R E DAC T I E
Filip Tielens
Peter Anthonissen (fABULEUS),
Rini Vyncke, Mitch Van Landeghem VO R M G E V I N G
Mies Van Roy
6
7
8
R E AC T I E S
filip@theaterfestival.be
F E S T I VA L K E U K E N ONLINE
doorlopend geopend van 17u tot 20u in deSingel
www.theaterfestival.be, www.facebook.com/het.theaterfestival
L E E S A L L E DAG K R A N T E N O P
www.issuu.com/hettheaterfestival