zondag 1 september 2013
DAG KRANT
www.theaterfestival.be
Š Stef Lernous
A BRIEF HISTORY OF A YEAR Abattoir Fermé heeft er een bijzonder seizoen 2012-2013 op zitten. A Brief History of Hell werd zowel geselecteerd voor het Vlaams als voor het Nederlands Theater Festival, het barokke spektakel Apocalypso over het einde van de wereld was al wekenlang op voorhand uitverkocht en met Ghost maakte het Mechelse gezelschap opnieuw een woordloze voorstelling over de Amerikaanse moerassen. Daarnaast waren er nog tal van kleinere projecten waarmee Abattoir Fermé in the picture kwam. Regisseur Stef Lernous blikt in twee delen terug op het afgelopen jaar. Gisteren las je een overzicht van het najaar van 2012, vandaag vertelt Stef over het voorjaar van 2013.
a brief history of hell © Stef Lernous
videoCLip CapSuLe Stef Lernous: “Voor een single op het nieuwe album van Capsule hebben we een videoclip gemaakt. Dit muziekcombo speelde mee in onze decembervoorstelling Apocalypso. De drie zangeressen van Capsule zijn erg toffe dames. Ze doen me wat aan mezelf denken: altijd maar zoeken en ‘frullen’. Hun muziek is heel eclectisch en stuitert alle kanten op, maar toch is het onmiskenbaar Capsule. Er is niemand die klinkt zoals hen.” viSuaLS en videoCLip voor heLMut Lotti “Plots kreeg ik een mailtje van een man, waarin stond dat hij enkele voorstellingen van ons gezien had en een nieuw muziekalbum ging maken waarvoor hij de donkerte wilde opzoeken die hij ook in onze voorstellingen terugvond. Dat mailtje werd ondertekend 2
door Helmut Lottigiers. Ik dacht: ‘Haha, ha, aha a-ha! Misschien zit daar nog wel iets in’. Ik heb dan twee keer met hem afgesproken om zijn vraag scherp te stellen. Die gesprekken vielen erg goed mee. We hebben de enscenering van zijn liveshow gedaan en een videoclip voor hem gemaakt. Die clip vond ik een heel mooie kruisbestuiving tussen Helmut Lotti – of Helmert zoals ik hem sindsdien noem – en Abattoir Fermé. In het begin van de clip loopt Helmut al zingend rond in een bos: niets atypisch voor hem dus. Maar dan komt hij plots onze actrice Kirsten Pieters tegen met hoorns op haar hoofd. Daarna is er een hele groep ‘wijven’ die als een bezetene achter Helmut aanloopt. Daarin zie ik heel wat parallellen met de hysterische fans die Helmut vroeger had. Voor het einde van de clip schminkten we Helmut als een opgezet lijk. Verschillende mensen vroegen zich af waar we dat beeld laten maken, maar het was dus wel degelijk Helmut zelf. Ik vind het fantastisch hoe hij dit allemaal doet. Hij stapt juist ver genoeg mee in onze freak show zonder zijn eigen publiek af te stoten. We waren allebei erg blij met deze samenwerking. Ik denk dat er zeker nog een vervolg zal komen. Mijn grote droom is trouwens om eens met Laïs samen te werken. Ik ben echt zot van hen.” danSSoLo entranCe “Ik heb altijd al eens iets met dans willen doen, maar tot nu toe bleef dat vooral beperkt tot het bedenken van ideeën. Voor SungIm Her, die ook in onze voorstelling Monkey speelde, heb ik – samen met haar – de solo Entrance gemaakt die tot nu toe enkel nog maar speelde in Seoul. We proberen om de voorstelling ook bij ons te laten zien, want ik ben erg benieuwd naar de reacties over het stuk. Entrance is echt een harde, nietsontziende voorstelling. Sung-Im Her postte op Facebook enkele foto’s van haar blauwe plekken. Toen voelde ik me toch een beetje schuldig (lacht).”
A Brief History of Hell © Stef Lernous
Ghost © Stef Lernous
Ghost in Istanbul
Tourniquet in Edinburgh
“Onze laatste voorstelling van het seizoen was opnieuw een visuele “In augustus stonden we met onze voorstelling Tourniquet op het mini-festival Big in Belgium tijdens het Fringe-festival in productie. Ghost speelt zich af in de moerassen van het zuiden van Edinburgh. Er was ontzettend veel pers daar bij onze voorstelde Verenigde Staten. In juni zijn we met deze voorstelling naar lingen en we werden om de oren geslagen met lovende recensies. Istanbul geweest, net op het moment dat de protesten daar uitbraWist je trouwens dat het sterrensysteem uitgevonden is op de ken. Ik kwam rechtstreeks uit Seoul en kon na 36 uur in Istanbul Fringe? Het quoteren van een recensie bestond niet voordat die alweer opnieuw vertrekken. We hebben Ghost uiteindelijk niet klootzakken daar ons dat hadden aangedaan (lacht). Het was de gespeeld in Turkije. De gedachten van de mensen stonden er niet eerste keer dat we een voorstelling van ons presenteerden in een naar om naar theater te komen kijken en ook onze Turkse acteur Angelsaksisch land, denk ik. Wat we met Abattoir Fermé maken, wilde liever mee gaan betogen, wat erg begrijpelijk is. Het was is iets helemaal anders dan wat men daar gewoon is. Er is wel een raar, maar bijzonder gevoel om in een stad in opstand terecht beeldend theater te zien, maar dat zit meer in de mimetische of te komen. Om negen uur ’s avonds steeg van overal een oorverdode dansante hoek. Ik denk zeker dat we er na onze voorstellingenvend geluid op van mensen die op potten en pannen begonnen te reeks in Edinburgh een schare fans bij zullen hebben. We zaten aan kloppen. Ook de vrouwen deden mee vanuit hun huizen. Dat vond een gemiddelde zaalbezetting van 70 procent, terwijl het gemidik echt een krachtig symbool. Toen we op een terras zaten – niet delde aantal toeschouwers voor een voorstelling op de Fringe naar eens in de buurt van het Taksimplein waar de opstanden plaatshet schijnt drie is! Er is daar dan ook zo’n ontzettend overaanbod vonden – en in de verte betogers hoorden afkomen, deed iedereen teken om gauw naar binnen te gaan. Ik stond daar in de lobby maar te zien.” wat verdwaasd te kijken, tot er onder de deur traangas begon binnen te komen. Er waren ook geregeld black outs van de elektriciteit, Filip Tielens gewoon omdat de overheid bepaalde netwerken afsloot. Die tijd Eline Van de Voorde in Istanbul was best een heftige ervaring. Vooral Nick (Kaldunski, algemeen manager van Abattoir Fermé, F.T.) was er door gepakt. Hij bleef lange tijd nadat we terug waren nog berichten over Istanbul posten op onze Facebookpagina. Nick was ook even op het woelige Taksimplein geweest en is daar ocharme zijn bril kwijt geraakt, wat natuurlijk in het niets valt bij wat anderen daar meemaakten. Uiteindelijk ben ik blij dat we Ghost toen niet gespeeld hebben in Istanbul. Als de inhoud van jouw werk niet aansluit bij de politieke realiteit van een land dat bijna in staat van oorlog verkeert, speel je er beter niet.” Opera Tristan en Isolde “Momenteel werk ik in de Vlaamse Opera aan Tristan und Isolde, na l’Intruse mijn tweede opera. Dat repetitieproces werkt helemaal anders dan bij theater. Om een opera te maken heb je vijf à zes weken, waarvan de laatste twee weken bijna volledig voor de dirigent zijn. Als regisseur heb je dus maar zo’n 15 à 16 werkdagen om de voorstelling te ensceneren, terwijl Tristan und Isolde wel 4,5 uur duurt. Pas twee dagen voor de première zie je alle elementen samenkomen en weet je of de mosterd pakt, maar dan kan je er niets meer aan veranderen. Tristan und Isolde is een heel andere opera dan l’Intruse. Het is ijzeren repertoire, daar kan je geen Cirque du Soleil-achtige enscenering voor maken. Mijn versie zal dan ook niet heel extravagant worden, maar zal wel een enscenering zijn die nog nooit gezien is, wat niet gemakkelijk is bij een stuk met zo’n grote opvoeringsgeschiedenis.”
Stef Lernous: “Weer die vraag naar de betekenis van onze naam (lacht). Mijn vader was een beenhouwer, maar hij is er vroeg mee gestopt om iets anders te gaan doen. Onze eerste repetities waren in de diepvriezers achteraan in het slachthuis. Nee, grapje, dat is een verzonnen verhaal. De waarheid is veel prozaïscher. We waren aan het denken over een naam. ‘Vers bloed’ was niet echt een goede optie. Plots kwam iemand met ‘Abattoir Fermé’ op de proppen en dat vonden we wel goed klinken. Daarvoor hadden we als feitelijke vereniging al een eerste voorstelling gemaakt onder de naam ‘Het Walgen’. Wanneer mensen naar onze naam vragen, vertel ik soms doordat ik een foto van Bataille vond waar ‘abattoir fermé’ op stond. Dat klopt wel, maar die foto zag ik pas nadat we onze naam al gevonden hadden. Oh, misschien moet je in je artikel ook vermelden dat mijn vader toen is moeten stoppen als beenhouwer omdat hij een vinger is kwijtgeraakt onder de snijmachine…” Filip Tielens
3
Pubers bestaan niet in 2007, Teenage riot in 2010 en afgelopen jaar All that is wrong. Een trio van jongerenvoorstellingen, al was dat niet zo bedoeld. Regisseur Alexander De Vriendt over de betutteling van jongeren, busreizen en schooltoneel. Ontroerend Goed maakt vooral voorstellingen met volwassen acteurs. Waarom besloot je om in Pubers bestaan niet met jongeren te werken? “Er zijn veel verschillende redenen. Als ik een idee heb, zoek ik altijd naar de beste vorm om dat idee te communiceren, hoe dat dan ook moge zijn. Joeri Smet en ik speelden al langer met de gedachte om een voorstelling met jongeren te maken. Ik heb ervaring met het regisseren van schooltoneel, dat doe ik echt heel graag. Op woensdagmiddagen met zo’n hele groep, fantastisch gewoon. Met Ontroerend Goed zijn we ook altijd op zoek gegaan naar een soort directheid of naar iets dat je kan beleven. Ook wanneer ik met professionele acteurs werk, probeer ik ervoor te zorgen dat je niet voelt dat ze acteren. Jongeren zijn in dat opzicht speciaal. Ze zijn eigenlijk geen goede acteurs. Jongeren kunnen nog niet zoveel verschillende rollen aan, ze kunnen vooral zichzelf zijn. De eerste voorstelling Pubers bestaan niet ontstond vanuit een gemis. Ik zag niet, of niet genoeg, de rauwe en destructieve energie van pubers op een scène. Ik had altijd het gevoel dat die een beetje in een keurslijf werd geduwd.” “Er zijn ook persoonlijke aanleidingen. Ik zag mijn jongere broertje eens op scène staan en zag dat hij zich echt niet aan het amuseren was. Zelf heb ik ook altijd toneel gespeeld als kind. Als ik in een stuk zat, amuseerde ik mij altijd het meest tijdens de busreis naar de zaal. En als ik ergens mocht blijven slapen na onze voorstelling was het pas echt feest. Ik wou bij Pubers bestaan niet dat de voorstelling zelf het leukste zou zijn. Dat alle jongeren wisten waarom ze ergens waren. Jongeren worden soms op een podium gezet omdat ze zo schoon en authentiek kunnen zijn, zonder dat ze echt weten wat ze daar staan te doen.” “Maar de belangrijkste reden is misschien deze: ik vind dat een jongere een goed zicht heeft op het systeem van de maatschappij omdat hij er nog niet helemaal bij hoort, maar er zich toch al bewust van is. Iemand die naar een systeem kijkt waarvan hij de regels niet of nog niet goed genoeg kent, ziet gemakkelijker wat er aan schort. 4
© Sarah Eechaut
Die blik wou ik gebruiken, en ben ik blijven gebruiken doorheen alle voorstellingen met jongeren.” Zijn de drie jongerenvoorstellingen opgezet als een trilogie? “Een trilogie is een fijn principe. Maar eigenlijk zijn we er bij de jongerenvoorstellingen pas achteraf zo naar beginnen kijken. Pubers bestaan niet heeft voor mij geleid naar Teenage Riot, wat een compleet andere voorstelling was. Teenage Riot leidde naar Audience, Audience naar All that is wrong, en dat dan weer naar Fight Night. Ik heb nooit echt een onderscheid gemaakt tussen onze jongerenvoorstellingen en de andere producties. Alles past binnen één verhaal. Het als een trilogie benoemen is eerder een manier van presenteren. En inderdaad, als ik ze alle drie bekijk, kan het wel kloppen.
Maar het is geen Godfather of Star Wars waarbij de verhaallijnen doorlopen.” Koba Ryckewaert speelde mee in Pubers en Teenage Riot. In All that is wrong staat ze alleen op het podium. Hoe is het derde deel er gekomen? “Koba was de jongste in Pubers bestaan niet. Ze was de stille van de groep en was cool omdat ze een beetje oncool was. In die voorstelling speelden een aantal heel wilde gasten. Daarnaast was er Koba die meer observeerde en keek. Ik heb nooit echt acteurs op het podium gezet, maar eerder persoonlijkheden. Koba was van in het begin iemand die veel schreef, onder andere op blogs. Haar idee voor een eigen voorstelling kwam er na ervaringen die we hadden met de eerste twee stukken. Met Pubers bestaan niet hebben we zo’n 180 keer gespeeld, over de hele wereld. Ik merkte dat
sommige programmatoren dachten: ‘Oh, zo schattig die pubers’. Waarop ik dacht: ‘Nee, dit klopt niet, het mag niet enkel een nostalgisch gevoel uitstralen’. Met de vier jongste spelers van Pubers bestaan niet en vier andere jongeren heb ik toen Teenage Riot gemaakt. Dat is heel duidelijk een kritiek op volwassenen, ook op mij trouwens. In sommige landen, zoals Groot-Brittanië, werd dat niet gepikt. ‘Die gasten hoeven ons niet te bekritiseren’. Of het publiek daar dacht dat ik kritiek aan het geven was en ze geloofden niet dat die jongeren dat zelf zeiden. Koba was iemand die wilde tonen dat het wel de eigen gedachten van de jongeren waren. Ondertussen was ze al achttien geworden en dus zelf geen puber meer. All that is wrong gaat ook over de psychologische stap naar volwassenheid. Op die leeftijd kan je niet meer doen alsof je er geen deel van uitmaakt en gewoon kritiek geven. All that is wrong sluit in die zin aan bij het einde van Teenage Riot. Er staat een kot op scène dat symbool staat voor het zich afzetten tegen de volwassenen. Sommige spelers blijven daar in, andere lopen er uit. In Koba’s voorstelling is dat kot opengeklapt, je kan er in kijken en ze schrijft er op. Toen ze twaalf was, schreef ze in Pubers bestaan niet met krijt op de grond. Die link vond ik ook wel mooi.” Je hebt Koba begeleid van haar twaalfde tot haar achttiende, zie je een evolutie in bijvoorbeeld je communicatie met haar? Ging die vroeger misschien meer via de ouders?
“Zelfs wanneer ze twaalf jaar waren, liep de communicatie toch vooral via de jongeren. Natuurlijk moet je de ouders ook op de hoogte brengen, maar ik vroeg veel verantwoordelijkheidszin van de jongeren zelf. Ook op tournee. Op voorhand was er altijd een samenkomst met de ouders. Zij gaven het vertrouwen om de jongeren te laten meegaan, maar ik ga geen begeleider zijn en aan hun bed zitten. Het is geen kamp. Ik was er natuurlijk voor hen als er een probleem was. Maar als we bijvoorbeeld op een vliegtuig stapten, zei ik ‘hier zijn jullie tickets, trek uw plan en zorg dat je aan de gate staat.’ Het was een evenwichtsoefening: aan de ene kant zorgen dat de structuur heel duidelijk zit en aan de andere kant verantwoordelijkheid geven. Ik merkte dat ze het aankonden en het heel graag zo hadden. Zo is het met Koba altijd geweest. Ik ken haar ouders goed. Het zijn heel fijne mensen, maar ik heb vanaf het begin eigenlijk altijd het meest met haar gecommuniceerd.” Krijgen jongeren die verantwoordelijkheid volgens jou vaak niet? “Ja, absoluut. Dat gevoel is vooral sterk in landen als Groot-Brittanië of Amerika. Eigenlijk worden kinderen daar bijna de mond gesnoerd. Als we met Pubers bestaan niet in Groot-Brittanië waren, merkte ik dat enorm. Ze mochten nergens binnen. Er zijn bijna geen plaatsen waar je als jongere daar naartoe kan, dus spreekt de jeugd maar af in de parken. Daar worden ze dan
© Ronny Wertelaers
gezien als overlast of zelfs als een gevaar. Maar ze moeten wel de volle pot betalen in de metro, want op je 16de ben je volwassen in Groot-Brittanië. Er zit daar voor mij echt iets diep fout.” Hoe was jouw puberteit? Zou je graag opnieuw puber zijn? “Ik ben dat heel graag en heel fel geweest. Maar ik heb er ook enorm van afgezien. Ik vind het vooral belangrijk om die blik te blijven behouden waarmee je als jongere in het leven staat. Er is iets aan pubers dat makkelijk rebels wordt genoemd, maar ik vind dat het wel iets dieper gaat. Bij het ouder worden raak je soms iets kwijt. Ik heb geleerd om om te kunnen gaan met alles wat er mis is in deze wereld en ik heb geleerd om sommige informatie me bijna niet meer te laten raken. Ik zou heel graag teruggaan naar die blik van toen ik 18 was. Ik probeer via een voorstelling die blik opnieuw te openen. Als mens en als theatermaker heb ik ontzettend veel geleerd van onze drie producties met jongeren.” Maak je in de toekomst nog iets met jongeren? “We zouden met Ontroerend Goed graag eens een schooltoneel maken. Misschien werken we volgend jaar al een blauwprint uit voor een schooltoneel en bieden we die aan zoveel mogelijk scholen aan of begeleiden we dat project zelf. Ik hoop zo dat zoveel mogelijk jongeren op die leeftijd met theater in contact kunnen komen. Schooltoneel hoort momenteel op geen enkele manier bij het reguliere theater, terwijl het wel ontzettend belangrijk is voor iedereen die er deel van uit maakt. Veel mensen komen zo voor het eerst in contact met theater of met een creatieproces.” Karolien Byttebier
© Ronny Wertelaers
5
Festivaldirectrice Els De Bodt sprak dit jaar Michiel Van Cauwelaert aan om het Kaaitheater om te vormen tot een echt festivalcentrum: “Bij Het Theaterfestival is het niet gemakkelijk om een echte festivalsfeer te creëren, door de specificiteit van de hoofdlocaties Kaaitheater en deSingel. De afgelopen twee jaar hebben we het sober gehouden, maar ik vind het erg belangrijk dat je langs buiten kan zien dat er binnen een festival bezig is”, aldus Els De Bodt. Michiel Van Cauwelaert ging de uitdaging aan en vond het eveneens belangrijk om naast het creëren van een echte festivalsfeer ook meer buitenruimte te creëren. Een festival is een onderbreking van de gewone gang van zaken en dat moet visueel ook duidelijk zijn. “Els en ik vonden de zichtbaarheid van Het Theaterfestival in de stad erg belangrijk. Vandaar het idee om voor het Kaaitheater een nieuwe gevel te bouwen met een groot billboard als een soort van landmark. De reuzegrote letters van Het Theaterfestival doen denken aan het bekende Hollywood sign. Het is iets dat opvalt voor zowel de passanten in Brussel 6
als voor de gekende theatergangers. Hier aan de invals- en uitvalsweg van de stad valt dat zeker op. Bovendien wilde ik zeker een soort van buitenruimte creëren. Met het billboard en het terras probeer ik het theater ook naar buiten te brengen.” De lampen en letters die Michiel ontwierp zijn zowel binnen als buiten terug te vinden. Op deze manier vindt een zekere continuïteit plaats tussen het interieur en exterieur van het festival, net zoals zijn terras een verlengde is van het Kaaicafé en de theaterbeleving ook naar buiten brengt. Iedereen die voorbij het Kaaitheater komt, kan niet om het feit heen dat hier iets bijzonders aan de gang is.”
“Naast het vergroten van de zichtbaarheid, zit er ook nog een andere gelaagdheid in de houten letters verweven. Uit de praktische overweging om zo weinig mogelijk aan materiaal te spenderen groeide het idee om gerecycleerd materiaal te gebruiken. “Door constructies te bouwen met materiaal dat ik kon recupereren uit andere theaterdecors kon ik Het Theaterfestival, dat een samenvatting is van het voorbije seizoen en zoals ieder festival iets tijdelijk is, ook terughalen in de vormgeving. Ik ben bij verschillende gezelschappen en in depots hout en materiaal gaan halen die nu geen functie meer hebben, maar dat ooit wel gehad heb-
© Jasper Léonard
“Iedereen die voorbij het Kaaitheater komt, kan niet om het feit heen dat er hier een festival aan de gang is”
ben. Zo is de vormgeving eigenlijk ook een samenvatting van het theaterwezen.” Volgend jaar zal Michiel ook in de jury zetelen van Het Theaterfestival. Hierbij wil hij zeker niet bestempeld worden als het jurylid dat enkel op het decor en de vormgeving let. “Oké, mijn achtergrond mag dan wel beeldende kunst of het visuele zijn, maar ik ben inmiddels al zo’n twaalf jaar aan het werk in de theaterwereld en ben ook vaak heel erg betrokken bij het maakproces van een voorstelling. Uiteindelijk is theater toch een totaalervaring. Theater is net zo mooi omdat het heel veel verschil-
lende kunsttakken aanraakt, zowel muziek, literatuur, beeldende kunst en videokunst. Het mooie aan theater is net dat de grens tussen al die verschillende kunsten vervaagt. Daarom werk ik heel graag in het theater en ben ik ook geen puur beeldend kunstenaar geworden, omdat ik net die wisselwerking tussen verschillende kunstvormen zo interessant vind.” Michiel werkte ook samen met De Zende lingen die hier aanwezig zijn op Het Theaterfestival. Hij bouwde met deze enthousiaste jongelingen aan hun biechtstoel en de theatertwitterbox. Een multimediaal
project als dit wil hij zeker aanmoedigen. Maandag is bovendien ook voor Michiel een beetje een eerste schooldag, want dan gaat hij bij BRONKS aan de slag met de nieuwe voorstelling Heft uw voeten op!. “Ik kijk er heel erg naar uit omdat het zowel met Titus De Voogdt is, die een hele goede vriend geworden is (met wie hij onder andere Vorst-Forest bij Compagnie Cecilia maakte, R.V.) en omdat ik Joris Hessels terugzie, die ik al heel lang ken, maar met wie ik al een lange tijd niet meer heb samengewerkt.” Rini Vyncke
7
Bram Kelchtermans volgt een deeltijdse opleiding aan de Toneelacademie Maastricht en is stafmedewerker theater bij de kunsteducatieve organisatie Mooss. In opdracht van Het Theaterfestival begeleidde Bram een groep kinderen die dit jaar één voorstelling selecteerden voor het festival, namelijk Tropoi van FroeFroe.
© bram Kelchtermans
Welke kinderen konden in de jury zetelen? hadden jullie een bepaald profiel voor ogen? “Bij het samenstellen van een kinderjury beoogden wij een heterogene groep, omdat er een groot en divers aanbod is voor kinderen en jongeren. Wie kan er uiteindelijk beter een oordeel vormen over jeugdtheater dan kinderen en jongeren zelf? Omdat het theaterseizoen al een tijdje liep op het moment dat wij een kinderjury wilden samenstellen, zijn wij dit jaar vooral pragmatisch te werk gegaan en hebben we een beroep gedaan op het persoonlijke netwerk van Het Theaterfestival. Op die manier hebben wij een brede groep kunnen samenstellen van zeven à acht kinderen, tussen de zeven en veertien jaar. Er zit dus zeker nog een foutenmarge op, omdat deze kinderen reeds met theater te maken hebben van thuis uit. Naar de toekomst toe wil ik het profiel van de kinderjury dan ook zo breed mogelijk open trekken, qua leeftijd, geografische spreiding, culturele achtergrond, enz. Het lijkt me belangrijk om jongeren heel breed te rekruteren, via scholen of jeugdbewegingen bijvoorbeeld.” Welke methodes of technieken gebruikte je om met de kinderen aan reflectie over theater te doen? hoe ga je verder dan enkel ‘ik vond het goed’ of ‘ik vond het slecht’? “We zijn twee keer bij elkaar gekomen met de kinderen. De eerste keer was vooral om elkaar te leren kennen, want het is niet evident om je mening te zeggen wanneer je met een groep onbekende mensen rond de tafel zit. We maakten toen ook een kader dat we achteraf konden gebruiken om naar voorstellingen te kijken. Op dat moment waren ze al naar een aantal producties gaan kijken, maar hadden ze nog niet alle tien voorstellingen gezien. We hebben toen rond drie specifieke voorstellingen gewerkt waarover we verschillende post-its schreven en plakten. We hebben vragen gesteld zoals: ‘Als jij naar theater kijkt, wat vind je dan belangrijk, leuk, heel vervelend?’ Soms vonden ze het decor heel mooi, of het verhaal heel saai, was het leuk dat het met poppen was, enz. Die post-its hebben we toen gegroepeerd en zo zijn we tot een kader gekomen. Enerzijds heb je inhoudelijke dingen, zoals het verhaal of de personages, waarvan je je kan afvragen of ze helder of eerder abstract zijn. Anderzijds heb je vormelijke dingen, zoals het decor, kostuums, muziek en geluid waar de kinderen op konden letten.” “De tweede keer dat we samenkwamen hebben we de oefening gedaan om het kader dat we de eerste keer opstelden toe te passen op de voorstellingen. Hier werden de kinderen absoluut genuanceerder in hun mening. Daaruit bleek ook heel snel welke twee voorstellingen zeker in de top drie zouden zitten. De onenigheid viel nogal mee, ook omdat een aantal voorstellingen heel gemakkelijk afvielen. Ze zijn in dat opzicht ook redelijk scherp wanneer ze zeggen: ‘Dat vonden we wel oké, maar dit, nee, nee, dat vonden we maar niets.’ Ze wisten dat er van hen verwacht werd om een top drie op te stellen en daar gingen ze ook echt voor. Plaats drie bracht een zware en pittige discussie teweeg met twee kampen die hard tegen hard gingen over een bepaalde voorstelling. Toen dacht 8
ik: ‘Maar jongens, het is nu ook weer niet zo belangrijk (lacht). Als straks de keuze wordt gemaakt voor de andere voorstelling, verlies je niet’. Dat heb ik de kinderen toen ook duidelijk gemaakt. Het ging niet om winnen of verliezen, maar wel om de argumenten die je hanteert om voor een bepaalde voorstelling te kiezen.” uiteindelijk kreeg tropoi van froefroe de wildcard van de kinderjury. Waarom is de jury bij deze voorstelling uitgekomen? “Duikvlucht stond op één, maar deze voorstelling zat ook al in de selectie van de volwassenjury. Tropoi, dat op plaats twee stond, kreeg dan de wildcard van de kinderjury. Vanaf het begin vonden ze Tropoi al een topper omdat het een erg fantasierijk verhaal is dat in een erg fijne taal verteld wordt. Het totaalpakket sloeg ook heel erg aan door de combinatie van figurentheater en acteurs in heel knappe kostuums, terwijl er ook live muziek gemaakt wordt en er gezongen wordt in de voorstelling. Waar ik van geschrokken ben bij het opstellen van het analysekader samen met de kinderen, was dat ze een grote noodzaak hebben aan heel heldere personages en dat heb je duidelijk bij Tropoi.” denk je dat de kinderjury na dit eerste jaar een lange toekomst in zich heeft? “Ik denk dat de kinderjury zeker een toekomst heeft, maar ik denk wel dat we heel goed moeten nadenken over hoe we het zullen organiseren. Dit jaar moeten we nog spreken van een testproject. In de toekomst zullen we nog een aantal vraagstukken moeten oplossen en ik weet niet in welke richting dat zal evolueren: wie maakt op basis van wat de preselectie en wat is daar het criterium voor? Mag een volwassenjury wel bepalen welke tien stukken de kinderjury moet bekijken? Of zou dat ervoor zorgen dat de volwassenjury te gemakkelijk denkt ‘wij hoeven geen jongerenproducties meer te zien, want zij doen dat’? Indien we toch een volwaardige kinderjury zouden hebben, hoeveel stukken mogen zij dan selecteren? Evenveel als een volwassenjury? En wat voor mandaat krijgen zij dan? Het is een moeilijke denkoefening die nog moet gebeuren en die ik graag verder zou onderzoeken.” “Het is bijvoorbeeld een droom van me om een volwassene en een kind samen naar een aantal voorstellingen te laten gaan. Ik denk dat zij elkaar ook anders kunnen doen kijken en het met elkaar daarover kunnen hebben. Zo ontstaat er een nieuwe interactie waar we allemaal beter van worden: zowel de kinderjury, als de volwassenjury en Het Theaterfestival. Dit jaar heeft de volwassenjury toch een eerste selectie gemaakt. Bovendien deden er enkele prognoses de ronde over welke voorstellingen zeker in de top drie van de kinderjury terecht zouden komen. Tijdens de gesprekken met de kinderjury hoorde ik hen over diezelfde voorstellingen dan zeggen: ‘Nee, nee, nee, dat is echt niet goed.’ Ze kwamen buiten met een totaal onverwachte top drie en dat is heel leuk, want het toont net dat we niet het recht hebben om voor hen te bepalen wat goed is en wat niet. Het bevestigt het nut van een kinderjury.” Rini Vyncke
Marc Maillard: “De middeleeuwen vind ik een interessante periode om theater over te maken. Met FroeFroe proberen we sowieso af en toe een verhaal uit de mythologie of de geschiedenis te vertellen, omdat het me verbaast hoe weinig jongeren die verhalen nog kennen. Als ik tegen mijn zoon over de minotaurus spreek, denkt hij dat het een wezen is uit de Harry Potterfilms. Met het boek Melodieën van Helmut Krausser liep ik al een tijdje rond. In de Humo las ik dat Jan De Smet het boek tipte omwille van de combinatie muziekliteratuur. Toen ik het boek las, vond ik het in eerste instantie veel te lang. Maar het bleef wel in mijn gedachten rondspoken. Toen Musica vijf jaar geleden vroeg om op een event van hen iets te doen rond middeleeuwse muziek, bleek de tijd rijp om met het boek aan de slag te gaan. Het boek namen we als leidraad. Melodieën omspant 400 jaar geschiedenis. Er zit zoveel in: hekserijen, pausen, koningen… Sommige elementen kozen we uit, anderen lieten we links liggen. Het leuke is dat iedereen die
Marc Maillard: “Al onze poppen worden eerst in klei geboetseerd. We beginnen bij het hoofd en daarna volgt de rest van het lichaam. Het hoofd maken we in klei en daarna maken we er een mal rond van plaaster – of soms van polyester bij de grote poppen. Daarna doen we er laagjes rubber op: dat is een soort melk die in gedroogde vorm elastisch wordt. De plaatsen waar de pop moet kunnen bewegen, houden we goed elastisch. Op andere plekken combineren we het rubber ook met doeken. Eens je het hoofd hebt, heb je de basis. Het lichaam wordt in schuimrubber gemaakt. Een pop maken is iedere keer opnieuw zoeken. Ik vind het fijn dat het een atelierbezigheid is, het geeft me een echt zengevoel. In zo’n pop komt zowel beeldende kunst als de dramaturgie van je voorstelling samen. Het is toch altijd een beetje magie wanneer zo’n pop tot leven komt.” Filip Tielens
aan de voorstelling meewerkte stukken uit het boek kon suggereren om mee aan de slag te gaan.” “In Tropoi zitten bijvoorbeeld veel zwijntjes. In die tijd werden zwijnen ingezet om etensresten uit de straten te verwijderen. Die zwijnen hadden een brandmerk van de stad, ze waren echt stadspersoneel (lacht). Het gekke was dat het systeem niet werkte: in plaats van de armere, vuile buurten proper te maken, liepen die beesten vooral af op de rijkere buurten omdat het etensafval daar ten minste nog een beetje eetbaar was. Er komt ook een hiphopscène in Tropoi. We hebben ons daarvoor niet speciaal gebaseerd op bepaalde videoclips, maar onze eigen fantasie gebruikt. Het is natuurlijk zo dat als je een voorstelling maakt waarmee je 300 leerlingen van het 6de leerjaar wil boeien, je een aantal zaken nodig hebt waarmee je ‘efkes kan lachen’, om vervolgens de sfeer weer helemaal te kunnen laten omkantelen.” Filip Tielens
© Magda Bizarro
TOONBEELD VAN DE MENSELIJKHEID ‘HEAPS! HEAPS OF MONEY! HEAPS!’ Met grote dramatische kracht schreeuwt Nora het uit. Zij en haar man Torvald hebben geld, zoveel geld dat het niet uit te geven valt. Dat haar vriendin Kristine zo arm is dat ze om werk komt vragen, deert haar niet. Het is haar huis, haar schouwtoneel. Maar wie is zijzelf, dit hoofdpersonage uit Nora, STAN’s versie van Een poppenhuis van Ibsen? Bij aanvang vertolkt een stuiterende Wine Dierickx een neurotische vrouw die belust is op geld en status. Haar gedrag valt te omschrijven als kinderlijk dan wel kinderachtig. TG STAN kiest dan ook voor een vrij kunstmatige vorm van spelen; de vier acteurs beginnen in het Nederlands, om vervolgens aangekondigd over te stappen op het Engels. Zonder veel moeite te doen om hun accent te verbergen, dragen ze de teksten op, soms droog en soms vrij overdreven spelmatig. Alsof ze zichzelf hebben ingezet als poppen en wij met hen in het grote poppenhuis zitten waar het spel plaatsvindt. Het zaallicht dat lang aanblijft, erkent in elk geval onze aanwezigheid, evenals de onderonsjes met de kijker. Lang weet ik niet of deze ‘transparante speelstijl’, de geroutineerde kijker inmiddels zo bekend, het stuk ten goede komt. De licht ironische ondertoon die ik bij de spelers denk te bespeuren, helpt hierbij niet. Ik krijg het gevoel dat Wine Dierickx, Frank Vercruyssen, Jolente De Keersmaeker en Tiago Rodrigues met het stuk aan de haal zijn gegaan, even impulsief en irrationeel als Nora zelf. Daar komt godzijdank verandering in. Het zaallicht dooft en daarmee begint het werkelijke spel. Wij zijn nu gewoon tot toeschouwer geworden. Onze aanwezigheid verdwijnt naar de achtergrond, evenals de lichtvoetigheid van de spelers. Met meer en meer ernst wordt Ibsen nu verorberd, nog altijd gretig, maar meer overwogen. Alsof elke stap de verkeerde kan zijn, elke aanraking een gevaar. De spelers zwengelen tussen groot en klein, hard en zacht. De voorzichtigheid in de prachtige choreografie van het onderdrukte verlangen tussen de twee oude geliefden Kristine en Krogstad staat haaks op de groteske paringsdans van Nora, waarbij de gedachte opkomt dat ze niet meer op zal staan. Waar haar collega acteurs ingetogen spel tonen, blijft Dierickx lang opgewonden en bij tijden zelfs extatisch. Nora wordt enigzins tot een stereotype vrouw gevormd; manipulatief, een verleidster, bewust of onbewust, aanhankelijk en oppervlakkig. Dit clichématige portret van Nora stuit mij meteen tegen de borst. Wellicht is het mijn feministische opvoeding die hier spreekt, wellicht is het de confrontatie die wij als moderne geëmancipeerde vrouwen niet graag aangaan. Want in de 21ste eeuw zijn wij, westerse vrouwen, toch gelijkwaardig aan onze man? Wij zijn on10
afhankelijke wezens, dankzij onze moeders en grootmoeders die de paden voor ons gebaand hebben. Wij zijn eigen baas, in buik en hart en leven. Nora daarentegen is een vrouw die blind is voor de realiteit van zichzelf en haar huwelijk. Deze Nora is de vrouw die je niet wilt – en van je moeder niet mág – worden: de financieel en mentaal afhankelijke vrouw die al haar bestaansrecht ophangt aan haar echtgenoot. Heeft Ibsen haar zo geschreven om de omwenteling in het laatste kwartier meer effect te geven? Want het heeft effect, of dit nou te wijten is aan Ibsen of hoe STAN ermee omgaat. Wanneer Nora zich realiseert dat eer haar man meer waard is dan zijzelf en haar verwachting van Torvald’s liefde niet wordt ingelost, vertrekt zij. Zonder omhaal en buitengewoon kalm verlaat Nora haar huis en kinderen. Het Antwerpse collectief bereidt het publiek al vroeg op subtiele wijze voor op wat komen gaat. Wanneer Nora en Torvald in een innige omhelzing op de bank zitten, weerklinkt de zachte stem van Joni Mitchell op de achtergrond. Just before our love got lost you said: ‘I am as constant as a northern star’ and I said: ‘Constant in the darkness. Where is that at?’ Die voorkennis maakt het uur dat volgt een stuk interessanter. Dat Nora haar man niet kent is schrijnend, en nog schrijnender is dat ze het zelf niet doorheeft. Je voelt empathie opkomen, en zorgen om haar lot. Haar gedrag blijft dramatisch, maar begrip voor haar acties is gemakkelijker geworden. Langzaam daalt het in: ze heeft oprecht uit liefde gehandeld. Misschien lag die liefde ingebed in de ondergeschikte positie waarin ze zich comfortabel had genesteld en waren haar beweegredenen gebaseerd op angst om haar veilige situatie kwijt te raken. Dat doet er miscchien niet eens toe, liefde bij uitstek valt niet te vangen in een ‘waarom’ of een ‘hoe’. Wel zou echte liefde volgens Nora onvoorwaardelijk moeten zijn. En het is precies op dat punt waar ze met haar neus in de boter valt. Waar Nora mij eindelijk helemaal wint. Niet omdat ze voor zichzelf opkomt, niet omdat ze weggaat bij haar man. Maar omdat ze eindelijk ziet wie ze zelf is en zich realiseert dat ze haar man niet nodig heeft om iemand te zijn. In die zin is Een Poppenhuis van alle tijden, zeker in deze uitvoering. Niet alleen om de emancipatie van de vrouw, maar om de emancipatie van de mens. Wij denken vaak een ander nodig te hebben om te bevestigen dat we bestaan; door de ogen van een ander kan ik zijn. Op die diepmenselijke kwestie wijst Nora ons haarscherp. STAN heeft geen voorstelling gemaakt over de vrouw, maar over de mens. Over jou, over mij, over hem en over haar. En dát is misschien nou juist waar theater over moet gaan. Zooey Sternheim
Deze recensie kwam tot stand binnen de summerschool ‘kunstkritiek’ van rekto:verso.
Twee maanden geleden werden 9 jongeren uitgenodigd om zich minstens voor de duur van Het Theaterfestival fataal aangetrokken te voelen tot één van de geselecteerde voorstellingen. Het doel van hun missie is onbekend. Voor de één eindigt het in een ontmoeting. Voor de ander in een vers voetspoor. Volg alles op blog.fabuleus.be. Beste lieve lezer en denker, “IK BEGRIJP WAT IK BEN.”
Samenraapsels van ideeën na een gesprek met veel mensen
Ik citeer uit het interview dat De Zendelingen afnamen met Stef Lernous over Abattoir Fermé. “Mensen denken soms dat het fictie is, maar ik blijf erbij, Abattoir maakt een soort van ‘documentairetheater’. Vaak is de realiteit nog veel grotesker.”
Mensen voelen zich menselijk als zij in de natuur staan. Of als ze op een bepaald punt in het leven staan waarop de natuur de overhand neemt, bijvoorbeeld bij geboorte of sterfte of een trektocht in de bergen. Omdat ze dan pas merken hoe ze ‘natuurdier’ zijn. Wat is natuurlijk zijn? Waar ligt de grens tussen mens en dier? Wat is beschaving? Voelen wij ons pas mens, wanneer deze dierlijke kant – ondertussen min of meer weggestoken – de overhand neemt? Hoe houden we het leefbaar en respectvol? Dienen wij te volharden in onze biologie? Moeten wij hiërarchieën blijven aanbrengen tussen sterken en minder sterken?
Dat is wat mij boeit, wat mij drijft, wat mij helpt en bemoeilijkt. Momenteel voer ik een groots, volstrekt onwetenschappelijk onderzoek naar de mensheid. Een documentaire blog. Precies dat is het. Ik, ik ben onderzoeker. Ten geleide voor diegene die de blog nog niet ontdekt heeft: ik stel mensen allerhande vragen die voor mij nu relevant zijn en die ik aan iedereen zal gaan stellen en al aan veel mensen gesteld heb, such as: Hoe is het om mens te zijn? Welke ervaring heeft u het meest menselijk doen voelen? Kan je me iets geven waarvan je wilt dat het absoluut nooit gevonden wordt? Wat is kunst? Hoe ervaar jij kunst? Deze dagen (weken) heb ik gezocht naar antwoorden op vragen over het mens-zijn. (De andere vragen komen op andere dagen (weken) aan bod, ik neem graag veel tijd.) Mijn voorlopige verzameling ziet er zo uit: briefjes, voorwerpen, geluidsopnames van verhalen en ideeën, filmpjes, … Wat volgt, zijn samenvattingen die ik geschreven heb. Weinig letterlijke zinnen uit gesprekken. Er is over meer gesproken. Ik heb de essentie er min of meer proberen uit te halen. Hoe het is om mens te zijn voor de mensen.
Natuurdieren zijn misschien de puurste vorm waarin een mens zichzelf kan ervaren, momenten van intense pijn, of intense emoties, geluk, woede, of intense eenheid (dit is een heel belangrijke), of intense intimiteit, of intense overlevingsdrang. Natuurdieren volgen de weg naar geborgenheid, warmte, groepseenheid, natuur en houvasten die hen in het nest werden aangeboden. Is dit mens-zijn of dier-zijn? Gaat de kern van mens-zijn niet veeleer over het ontwikkelen van een systeem om samen te kunnen leven en een beschaving op te bouwen? De opkomst van schaamte en schroom. De invoering van normen en waarden, de empathie en het bewustzijn? (Bij het zoeken naar antwoorden bots ik op meer vragen. Maar ik vind het niet erg.)
Na een gesprek met Leen Moens
Je bent je bewust van jezelf. Je ziet veel foute dingen. Vermoeiend? Chaotisch? Soms echt kut. Maar ook wel tof. Je groeit en leert. Misschien ben je mens wanneer je kan wikken en wegen? Wanneer je ervaring hebt met leven? Wanneer er een zorgeloosheid heerst en geruststelling? Wij zien dat de lucht blauw is en genieten daarvan. Misschien genieten vogels hier ook van. Maar wij gaan er bewust mee om. Na een gesprek met Stef Lernous
Welke ervaring heeft u het meest menselijk doen voelen? Het besef dat niet iedereen u graag kan zien. Zo is dat. Sommige mensen zien u niet graag. Deze mantra helpt tegen naïviteit. Een soort droom of ideaalbeeld waarin je gelopen bent die doorbroken wordt. Een bewustwording. Het moment waarop je snapt dat je dat je niet alles moet doen voor ware liefde, dat het niet kan. Dit is een deel van de menswording of volwassenwording. A Brief History of Hell © Stef Lernous
Jilly Lukkesen
11
WORDCLOUD
TELEX
AGENDA
COLOFON
SPONSORS
A Choreographer's Score Bojana CVEJIC & ANNE TERESA DE KEERSMAEKER BOEK ROSAS
Vandaag viert acteur Filip Peeters uit Tropoi zijn verjaardag. Van Het Theaterfestival mag hij alvast een doos pralines en een fles cava in zijn loge in
BRONKS verwachten. — Een zekere Salvatore (@SalvaWater) tweette na het zien van Toestand: “Winnetou heeft plots een nieuwe betekenis gekregen na
het stuk van Tristero”. — Aan de onthaalbalie in het festivalcentrum zijn volgende boeken te koop: A Choreographer's Score van Rosas, een dubbele tekstuitgave
van Abattoir Fermé, Book Burning van Pieter De Buysser, een publicatie van Margarita Production en De wereld bij mij met teksten van vier jonge theaterauteurs.
zondag 1 september 2013 11:00
Expo An Old Monk BenOît VAN INNIS & BACHE JESPERS
KaaitHEATER
16:00
Tropoi FROEFROE
BRONKS
20:30
A Brief History of Hell ABATTOIR FERMÉ
KAAITHEATER
20:30
All That is Wrong ONTROEREND GOED & LAIKA
KAAISTUDIO'S
21:30
Nagesprek KOBA RYCKEWAERT
KAAISTuDIO'S
maandag 2 september 2013 11:00
Expo An Old Monk BenOît VAN INNIS & BACHE JESPERS
KaaitHEATER
20:30
All That is Wrong ONTROEREND GOED & LAIKA
KAAISTUDIO'S
22:00
Zwarte Woud forever SUZANNE GROTENHUIS
KERK MOLENBEEK
Filip Tielens Eline Van de Voorde, Karolien Byttebier, Rini Vyncke, Zooey Sternheim VORMGEVING Mies Van Roy WORDCLOUD Bregt Van Wijnendaele — www.zendelingen.be REACTIES filip@theaterfestival.be
Sainctelettesquare 20, 1000 Brussel Onze-Lieve-Vrouw Van Vaakstraat 81, 1000 Brussel BRONKS Varkensmarkt 15-17, 1000 Brussel FESTIVALKEUKEN doorlopend geopend van 12u tot 20u30 in Kaaicafé ONLINE www.theaterfestival.be, www.facebook.com/het.theaterfestival
HOOFDREDACTIE
FESTIVALCENTRUM KAAITHEATER
REDACTIE
KAAISTUDIO’S
Lees alle dagkranten online op www.issuu.com/hettheaterfestival