STAAT VAN DE PUBER (Puber komt op... met brief) Beste mensen, Welkom allemaal. Eerst en vooral sorry aan de mensen die nu een beetje ontgoocheld zijn. Ik neem aan dat jullie vooral gekomen zijn voor de State of the Union van Stef die na mij komt. Of dat jullie liever eerst de mening van de jury gehoord hadden. Ik stel jullie alvast gerust: ik mag het minst lang spreken van iedereen deze avond. Dus hopelijk stoort het niet té hard dat ik die eerste 7 minuten in beslag neem. Misschien eerst even mezelf kaderen. Dat lijkt me wel logisch en nogal handig. Ik ben een jongere, en ik hou nogal wat van theater. Ik heb jullie trouwens allemaal een brief geschreven. Aan de mensen die nu schrikken, ik ben sommige theatergezelschappen vergeten. Excuses. 150 handgeschreven brieven, dat lijkt bijna op strafwerk. Echt zeer vermoeiend werk. Ik ben daar ook bijna 5 maanden mee bezig geweest. Ik heb dus 150 brieven gestuurd naar bijna alle theatergezelschappen, huizen, festivals, programmatoren, zakelijk leiders, curatoren, organisatoren, politici en andere artistiekelingen om jullie uit te nodigen op mijn theaterfestival. Ik organiseer zelf een festival omdat ik graag iets wilde vertellen en een statement wilde maken. Zelf een theaterfestival organiseren bleek de beste vorm, maar daarover later meer. Jullie moeten weten dat ik - nu al - van de verloren generatie ben. Ik ben opgegroeid met i en Pod met tv en bluetooth, met Netlog en vtm. De meesten onder jullie waren nog van de X- of de Ygeneratie, ik ben nu al verloren. Ik ga geen pensioen meer hebben, al mijn vrienden zullen werkloos zijn, wij waren op ons 12 jaar al ontmaagd, op ons 15 gaan wij al uit tot 6u ‘s ochtends in Café d’Anvers, wij hebben allemaal anorexia, wij zijn niet gemotiveerd of geëngageerd, wij willen liever naar TSO of BSO, wij vinden alles stom, saai en vervelend maar liken alles. Mijn generatie zit op Facebook, Twitter, Youtube, Facebook, Twitter, Itunes, Linked in, msn, Netlog en Hotmail. Wij lezen geen kranten en gaan graag in de clinch met iedereen die ouder is. Wij hebben nog nooit een cd gekocht en een videorecorder is voor ons een monsterachtig ding. Onze idolen zijn Justin Bieber, Lady Gaga en Apple. Jullie bouwden nog kampen, speelden nog buiten, aten nog fruit en haalden nog grote onderscheiding. En toch wil ik dit alles even nuanceren. Als 16-jarige groei ik op in een wereld die sneller dan snel verandert. Elke seconde is er een nieuw nieuws nieuwtje, er is hongersnood, ruzie, revolutie, crisis, crisis met geld, crisis met cultuurgeld en met winkelcentra. Er zijn politieke spanningen. Er worden homo’s in elkaar geslagen en vrouwen op straat worden lastig gevallen. En ja, natuurlijk, ik heb over dit alles een mening en ik lig daar soms wakker van. Natuurlijk houdt dat mij bezig en denk ik daar wel eens over na. Ik probeer echt wel elke dag de krantenkoppen te lezen en op de hoogte te blijven. En iedereen roept maar meningen in de vervuilde lucht, maar niemand luistert nog. Wie luistert er nog naar elkaar? Wie begrijpt er nog de mening van de ander?
En dus, beste mensen, daarom wil ik theater maken. Omdat ik aan het publiek wil tonen waar ik als 16-jarige mee bezig ben. Omdat ik wil tonen welke dingen mij omringen. En omdat ik soms niet goed weet hoe mij daar tegenover te verhouden. Al wil ik geen mening opdringen. Ik wil geen mening in de gezichten van de kijkers smeren. Ik wil gewoon de dingen tonen zoals ik ze ervaar, voel en zie. En daar doen ze dan maar mee wat ze willen. Maar ik wil wel voorstellingen maken die gaan over dat wat ik onaangenaam of interessant vind in de wereld. En omdat ik het belangrijk vind het daarover te hebben. En dan nu, die brief. Die brief was, uiteraard, een soort stunt op zich. Ik schreef hem expres nogal rechtuit, sprak jullie aan met naam en toenaam en ging misschien nogal kort door de bocht. Dat was vooral om reactie uit te lokken. Dat blijkt gelukt. Ik kreeg heel veel fijne reacties: “Er spreekt veel passie en levenslust uit uw brief” of “That's the spirit. Ik kom af.” En minder fijne reacties: “Uw brief is goed aangekomen, ligt in een bakje”. Maar ik voel dat er binnen de sector een soort debatje over is ontstaan. Maar wat wilde ik nu écht zeggen? Ik wilde vooral duidelijk maken dat het nogal lastig is om als jongere theater te maken. “Amai amai,” zal u denken, “zo’n jongen krijgt een eigen theaterfestival, heeft een eigen theatergezelschap en mag ons aanspreken op de opening van Het Theaterfestival en dan komt die hier een beetje zagen.” Uiteraard. En ik ben ook zeer blij dat ik hier mag staan. Maar het heeft net te maken met het feit dat je als jonge maker al meteen in een hokje gestopt wordt. Laat ik de woorden van Dirk Pauwels gebruiken: “Laten we jonge kunstenaars afschaffen”. Ik wil als theatermaker gewoon graag theater maken. En ik wil graag ondersteuning van een cool kunstencentrum. En ik wil graag veel kunnen spelen. Maar ik wil vooral niet dat mensen met een andere bril komen kijken dan bij een professionele maker. Als Jan Decorte een nieuwe voorstelling maakt, staat er dan bij hoe oud die man is? Als ik een voorstelling maak, is mijn enige troef het feit dat ik als jongere AL een voorstelling maak. Het gaat niet over de inhoud. Het gaat over het feit dat dat wel charmant is. SCHATTIG dat een jongere zo geëngageerd is en in zijn vrije tijd dat wil doen. Maar het gaat niet over hoe straf of niet straf de voorstelling an sich is. Recensenten willen er niet over schrijven omdat het werk nog te pril is, omdat het nog niet af is. En dat is ook zo. Laat mij aub nog een beetje klungelen. Mijn voorstelling was ook echt nog niet straf genoeg om als jong werk op TAZ te zetten. Natuurlijk ben ik daar een paar dagen slechtgezind over geweest. Want als jonge maker wil je toch op TAZ spelen? Maar uiteindelijk heb ik foert gezegd. En blijf ik knoeien en zwoegen en hopen dat ik dit seizoen een betere voorstelling maak dan de vorige. Want ik ben nog volop aan het leren en proberen. En het is zo fijn hier vandaag te staan en dit allemaal te kunnen zeggen, terwijl ik niet weet of ik dit binnen 5 jaar nog allemaal wel waar vind. Want door dit te zeggen leer ik ook veel bij. “Amai amai”, zal u denken, “zo’n 16-jarige die ons even de les komt spellen.” Wel nee, beste mensen, misschien is het ook maar onzin, wat ik hier kom vertellen. Het zijn gewoon de dingen die mij bezighouden en waar jullie rechtlijnig tegenover mogen staan. Misschien denk ik te groots. Mensen vinden het soms ambetant als je ambitieus bent. Sommigen vinden dat negatief. Sommigen vinden ambitieus een negatief woord. Weer anderen vinden negatief dan weer een negatief woord. Ze vinden dat je moet wachten tot de tijd rijp is, wachten tot het vanzelf komt. Ik wil altijd meer en verder en groter. Ik ben gulzig en ongeduldig op dat vlak, maar dat houdt me wakker en alert. Dat zorgt ervoor dat ik elke dag opnieuw kan nadenken over
de dingen en steeds meer goesting krijg om in mijn leven nog veel theater te maken. En laat het dan maar mislukken. Dat kan toch ook wel schattig zijn? Beste vrienden van het theater, laat deze speech een uitnodiging zijn om nog meer te investeren in jonge mensen. Op gebied van cultuur, maar ook op gebied van sport, tuinbouw, wetenschap, onderwijs, politiek, milieu, ruimtelijke ordening, jeugd, economie, justitie, leefmilieu en gelijke kansen. Laten we massaal naar jonge mensen kijken en er iets van leren. Want misschien kunnen jullie ook nog iets bijleren van de verloren generatie? Maar steek ons aub niet in een apart hokje. Laat ons aub toe tot jullie wereld en laten we ons mengen. Mogen wij aub ook deel uitmaken van het ‘culturele landschap’ in Vlaanderen? Want jullie waren vast ooit zoals ik en binnenkort ben ik vast zoals jullie. Dus zoveel verschillen we niet van elkaar. Ik steek alvast mijn hand uit. Bedankt. (Puber kruipt de zaal in. Geeft handen. Geeft kussen. Geeft de laatste brief af) Louis Janssens State of the Youth Naar aanleiding van het Theaterfestival 2012 http://www.facebook.com/destudiolargetheaterfestival http://www.studiovillanella.be/