TheaterFestivalkrant 2/9/2021

Page 1

2 SEP 2021 DAGKRANT #HTF21 © Kurt Van der Elst

© Johan Pijpops

Is het blood, blurb, bleep of toch bitch?

Duik in de Zuid-Koreaanse theaterhistorie

De vier films uit Na de repetitie

Jan Martens over zijn State of the Union

han Pijpops © Jo

Antigone geeft een familiefeest

Productiegeheimen van Wachten op Godot

www.theaterfestival.be


© Kurt Van der Elst


Coupe familiale Theater Antigone & De Bolster

2 sep 2021   3

‘Onze spelers zijn een familiaal leger geworden’ Met de sociaal-artistieke voorstelling Coupe familiale (Theater Antigone & De Bolster) creëerde het regisseursduo Michaël Vandewalle en Silke Thorrez een familie op én naast de scène. ‘Die groep is zo hecht geworden. Iedereen staat voor elkaar klaar, onvoorwaardelijk.’ Jens Dewulf


4   2 sep 2021

Eigenlijk was Coupe familiale al geselecteerd voor het TheaterFestival in 2020. Door de bekende omstandigheden kon het veertigkoppige spelersensemble de voorstelling toen niet hernemen, maar nu is Antigone’s familiefeest weer terug van weggeweest. ‘Alles wat binnen een familie kan gebeuren, gebeurt’. Zo vat Silke Coupe familiale samen. Het publiek maakt kennis met een familie, leert wat die is en kan zijn. Alle ergernissen, drama’s en vetes incluis. Verwijst de titel dan naar een staatsgreep? Michaël moet lachen om die vraag: ‘Nee, de coupe refereert aan het voetbal, de coupe mondiale. Denk dan vooral aan het massale feestgedruis dat met die beker gepaard gaat.’ Michaël, Silke en hun spelersequipe willen het bloedverwantschap dan ook celebreren, in al zijn facetten. ‘En natuurlijk vormt zo’n nationaal elftal een hecht team. Bij een familie is dat niet anders.’

Familie op en naast de scène Dat team is niet alleen op de scène te zien. Ook ernaast zijn hechte banden ontstaan tussen alle medewerkers van de voorstelling. Dat valt al op bij hun aankomst in DE SINGEL: iedereen, jong en oud, schuift samen aan aan de tafels op de binnenkoer voor een hapje en een drankje. Het enthousiasme om weer samen te mogen spelen valt op hun gezichten af te lezen. Silke toont zich een trotse regisseur: ‘Onze spelers zijn echt een familie geworden, ondanks het feit dat hun achtergronden zo divers zijn en het project zo intens is. Ze hebben een band gesmeed.’

‘Ik maak graag een omweg om nog eens in mijn kinderkamer te slapen’ Silke Thorrez Dat herkent Michaël ook bij het spelersensemble. Is iemand ziek? Dan komen alle spelers massaal op bezoek. Moet iemand verhuizen? Dan bieden ze spontaan helpende handen aan. Maar ook op een meer emotioneel niveau is de waarde van het sociaal-artistieke project niet te onderschatten: ‘Een aantal jaren geleden is een van onze spelers tijdens de premièrereeks uit het leven gestapt. Dat was heel heftig. Wij

wisten toen niet goed van welk hout pijlen te maken. Wat er toen gebeurde op die repetitie… Ik krijg er nu nog kippenvel van. Mensen zeiden tegen elkaar: “Jij moet niet alleen naar huis, ik breng je wel.” Of: “Jij moet niet alleen slapen, blijf bij mij logeren.” Op dat waanzinnig heftige moment kwam dat leger tevoorschijn. Een diep tragisch moment, maar prachtig tegelijk.’ Een ijzersterke familieband dus, die ook tijdens de vele maanden van lockdowns en isolatie bewaard bleef. Eerst was er een zeer actieve Facebookgroep en verstuurde iedereen postkaartjes naar elkaar. Toen het weer mocht, werden er samen wandelingen gemaakt. Theater Antigone belde bij iedereen aan met verrassingspakketten. En de groepsband kende een nieuw hoogtepunt toen de repetities voor het TheaterFestival begonnen. Nadat de regisseurs eerst (om veiligheidsredenen) zoveel mogelijk met de individuele spelers aan hun scènes hadden gewerkt, kon de groep na verloop van tijd weer fysiek bijeenkomen. Toen klonk het unaniem in het sappige West-Vlaams van Kortrijk en omstreken: ‘We zin blie da we were meugn’ en ‘Mor ek e da gemist’.

Sociaal en artistiek Coupe familiale is een sociaal-artistiek project. Daar werd in het verleden vaak met gefronste wenkbrauwen naar gekeken, alsof dat werk geen artistieke legitimiteit bezit. Michaël is het daar absoluut niet mee eens. De essentie van het sociaal-artistieke moet volgens hem bij dat tweede liggen: ‘We proberen altijd de best mogelijke voorstelling te maken. Het is via het artistieke dat de voorstelling sociaal wordt, niet omgekeerd. Het is via de liefde voor spelen, bewegen en taal dat we dat sociale aspect kunnen creëren.’ En ook voor de spelers zelf staat dat absoluut voorop: ‘Na onze eerste doorloop – ik noem dat onze sukkeldoorloop – was een aantal spelers absoluut niet tevreden. Het moest beter. Dan moesten wij hen geruststellen dat alles wel goed zou komen. Maar de ambitie die zij toen toonden, vind ik prachtig.’

Soms botst een speler al eens op een persoonlijke grens. De uitdaging is dan om die te overschrijden: ‘Af en toe komt een nieuwe speler heel gesloten binnen. Dan moedigen wij die aan om iets te zeggen, al is het maar iets kleins. Als dat dan ook gebeurt, is dat een eerste kleine overwinning. En zo gaan we verder, soms zelfs totdat die persoon uiteindelijk een volledige monoloog speelt in de voorstelling.’ De spelers van Coupe familiale komen van zeer verschillende achtergronden. Sommigen sleuren een zware rugzak mee, anderen een heel lichte. Dat levert wel eens spanningen op, maar niet meer dan in andere projecten met professionele acteurs, aldus Michaël. Soms heeft een speler gewoon een slechte dag, maar als die dan de vloer op gaat, verdwijnen die zorgen als sneeuw voor de zon. Dat vindt Silke het mooie aan het hele project: ‘De dingen die onze acteurs in hun dagelijkse leven meedragen, kunnen door samen iets te creëren tijdelijk verdwijnen.’ De individuele spelers vormden het vertrekpunt voor de voorstelling. Voordat zij het repetitielokaal betraden, was er nog geen tekst. Michaël en Silke hebben die gebaseerd op wat er uit de groep naar voren kwam. Maar dat betekent nog niet dat Coupe familiale barst van de autobiografische monologen. ‘Er zit geen letterlijk levensverhaal van iemand in de voorstelling’, verklaart Silke. ‘Wel hebben we een heel lang vooronderzoek gevoerd. Daarna zijn we met onze spelers aan de slag gegaan: we hebben samen veel gelezen, films gekeken, geïmproviseerd en talloze gesprekken met hen gevoerd. Met alles wat we in die fase bijeengesprokkeld hebben in het achterhoofd, zijn we beginnen te schrijven. Zo hebben ze wel echt hun stempel op het stuk gedrukt. En zo is de tekst ook “van hen” geworden. Alles wat er op de scène gebeurt, is van hen.’ Hoe verloopt zo’n repetitiedag ten huize Antigone? ‘We beginnen altijd met koffie’, grapt Michaël. ‘We hebben op voorhand bijvoorbeeld afgesproken dat de repetitie om 18u begint. Op dat moment moet iedereen op de speelvloer staan. Maar vanaf 16u komen de eerste vroege vogels al © Kurt Van der Elst

Hoe staan deze makers dan zelf tegenover hun familie? ‘Voor mij is die superbelangrijk’, vertelt Silke. ‘Ik kom uit een heel warm nest. Ik woon ondertussen al lange tijd in Gent, maar ik passeer nog wekelijks in West-Vlaanderen, waar ik vandaan kom. En ik maak graag een omweg om nog eens in mijn kinderkamer te slapen. Mijn familie is zo belangrijk voor mij dat ik er soms zelfs bang van word. Ik besef dat mijn ouders er op een dag niet meer zullen zijn. Dan denk ik: Silke, je moet je nu toch wel een beetje loswrikken.’ Michaël deelt die positieve ervaringen: ‘Ik heb altijd het gevoel dat er vanuit een familie een bizarre, magische kracht kan komen. Als zich een probleem voordoet dat onoverkomelijk lijkt, staat er plots een heel leger voor je klaar.’

C oupe familiale Theater Antigone & De Bolster


2 sep 2021   5

C oupe familiale Theater Antigone & De Bolster

binnengevlogen. Die vragen dan of ze ergens mee kunnen helpen. De grote massa komt meestal rond 17u. Dan drinken we samen onze kop koffie, eten we iets. En dan wordt er natuurlijk veel gepraat. Zo wordt er al veel verteerd.’ En dat laat hen als regisseursduo dan weer toe om het artistieke van de voorstelling te bewaren. ‘Want als je ze op de vloer laat uitweiden over hun beslommeringen, dan ben je soms heel lang bezig’, lacht Silke. De scène mocht geen therapieplek worden, zegt Michaël. ‘Wanneer we repeteren polsen we niet naar persoonlijke miserie. Ik ben geen voorstander van het idee dat “sociaal-artistiek” betekent dat het onze taak is om die individuele problematieken op de scène te brengen. Het therapeutische mag wel een rol krijgen, maar dat is nooit het doel op zich.’ Door het familiethema had het stuk gemakkelijk te ‘zwaar’ kunnen worden. Er was ruimte om over persoonlijke ervaringen te spreken, maar daarna moest daar ook een vorm aan gegeven worden. Het hyperpersoonlijke moest omgeturnd worden in het universele.

Het individu en het collectief ‘Door de kwaliteiten van zowel de individuele spelers als de groep als collectief optimaal te benutten, weten ze een oprechtheid te evoceren die niemand onbewogen laat.’ Dat is slechts een van de lofbetuigingen die de TheaterFestivaljury in 2020 gebruikte om Coupe familiale te prijzen. Hoe is het regisseursduo daarin geslaagd? Michaël vertelt trots over de Excellijst die hij samen met Silke tijdens het repetitieproces heeft opgesteld: ‘Daarin stonden alle spelers en heel het verloop van de voorstelling. Zo hebben we gemakkelijk kunnen zien of iedereen wel zijn shine-momentje had. We vinden het echt belangrijk dat je als publiek je aandacht minstens één keer volledig op iedere individuele acteur kunt vestigen. Dat zijn dan die shine-momenten.’ Die hebben zeker niet altijd met tekst te maken. Silke en Michaël hebben gezocht naar wat de spelers uniek maakt, naar waar ze in uitblinken: iemand die een tekst op

komische wijze weet te brengen, of iemand die leuk danst, prachtig zingt… Silke: ‘We kunnen dat ook alleen maar doen omdat we van Antigone zoveel tijd krijgen om ons stuk te maken. Daardoor begin je de spelers goed te kennen, ontdek je hun krachten en kan je die optimaal benutten.’ Om het collectieve te benadrukken, maakten de regisseurs een ‘stamboomscène’. Die begint met twee oudere echtparen, de padrés en de madrés, waarna er aangetrouwde familie bijkomt, er worden kinderen geboren, koppels scheiden en alleenstaanden vinden elkaar. ‘Daardoor besef je dat elke scène deel is van een veel groter geheel, namelijk die familie’, zegt Michaël.

‘Het therapeutische mag wel een rol krijgen, maar dat is nooit het doel op zich’ Michaël Vandewalle Het regisseursduo hoopt dat Coupe familiale herkenning oproept bij het publiek. ‘Als je iets van jezelf herkent in een voorstelling, dan ben je verbonden met wat daar op dat podium gebeurt’, vertelt Silke. ‘En dan ben je geraakt’, vult Michaël aan. ‘Ik ben iemand die graag geraakt wordt. Misschien ben ik daarom sentimenteel, maar bij een Disneyfilm kan ik echt zitten janken. Je publiek kunnen ontroeren, dat is het mooiste wat er is.’ Hij vertelt over een ontroerend voorbeeld: ‘Er was een poosje geleden een vrouw die naar de voorstelling kwam kijken. Kort voordien was ze haar moeder verloren. Ze vertelde mij dat ze haar verdriet nog geen plaats had weten te geven. Onze voorstelling had haar ontroerd. Zo sterk zelfs dat ze tot een inzicht was gekomen over wat haar moeder voor haar betekend had. Toen dacht ik: wauw… Dat is helemaal niet onze bedoeling, maar dat we iemand zo hebben weten te raken, vind ik prachtig.’ Coupe familiale speelt op donderdag 2 en vrijdag 3 september in DE SINGEL

© Kurt Van der Elst


6   2 sep 2021

T he History of Korean Western Theatre Jaha Koo/CAMPO

‘Hoe herstellen we het verleden? Dat is mijn vraag’ © Leontien Allemeersch

Met de voorstelling The History of Korean Western Theatre toont theatermaker Jaha Koo hoe het Zuid-Koreaanse theater de afgelopen honderd jaar bijna volledig is verwesterd. In een multimediale voorstelling loodst hij de toeschouwer langs vragen over vernietiging, culturele identiteit en het belang van herinneringen. ‘Ik vraag mij af wat er gebeurt met een land waarvan het collectieve geheugen is geamputeerd en vervalst.’ Mona Thijs

Het is half tien ’s avonds wanneer Jaha Koo glimlachend op mijn computerscherm verschijnt. Hij heeft net zijn twintig maanden oude baby, met wie hij samen in Gent woont, te slapen gelegd. ‘In de voorstelling blijf ik over hem spreken als zeven maanden oud’, zegt Jaha. ‘Anders moet ik de ondertitels steeds aanpassen.’ The History of Korean Western Theatre is het sluitstuk van zijn Hamartia trilogy, waarvan Lolling and rolling (2015) – over taalimperialisme – en Cuckoo (2019) – over het effect van de Aziatische financiële crisis in 1997 op de Zuid-Koreaanse samenleving – ook deel zijn. Voor The History of Korean Western Theatre onderzoekt Jaha de verwestering van het Zuid-Koreaanse theater. De beslissing om daarover iets te maken, speelde al lang. In zijn opleiding theaterstudies in Seoel focuste tachtig procent van de lesinhoud op Europees en Amerikaans theater. Maar de echte doorslag kwam er in 2008, toen Jaha met zijn theaterklas een ceremonie in Seoel bezocht, ter ere van het honderdjarig bestaan van het Zuid-Koreaanse theater. Daar zag hij mannen met blonde pruiken en witte maquillage, die Shakespeare en Molière citeerden. ‘Als je in Korea vraagt wat theater is, dan denkt niemand nog aan de oude Koreaanse theatertradities’, legt Jaha uit. ‘Dat waren meer performances dan klassiek theater, veel muzikaler, flexibeler. Het waren dansen of liederen, en ze werden niet op podia gespeeld, maar in de straat of op markten. Begin twintigste eeuw woei er over grote delen van Azië een West-Europese golf van modernisering. Die golf heeft onze herinneringen weggespoeld.’

Pratende rijstkoker Jaha’s kritiek op die overname van de westerse canon resulteerde in een voorstelling waarin hij beeld, tekst en zijn eigen muziek gebruikt. Op het podium wordt hij vergezeld door een grote origamipad en een rijstkoker, die door een hacker zo werd geprogrammeerd dat ze in haar typische hoge robotstem over zowat alles kan vertellen en zingen. ‘Ik vond mezelf geen professionele speler,’ zegt Jaha, ‘dus ik had iets nodig om me te helpen. Als maker kan ik praten over mijn eigen verhaal, maar dankzij de voorwerpen gaat de performance over meer dan dat.’ De rijstkoker gebruikte hij ook al in Cuckoo; het is een high pressure cooker, die rond 1997, het jaar van de Aziatische financiële crisis, op de markt kwam, en staat symbool voor de hoge druk die de Koreaanse samenleving ervaart. Het is een voorbeeld van hoe geen enkel element in The History of Korean Western Theatre zich één op één laat lezen. Alles is een open metafoor, een uitnodiging om zelf linken te leggen, om poëzie te zien.

Berglandschap in zacht blauw Zo ook de tweede verhaallijn in de voorstelling: Jaha’s grootmoeder, bij wie hij opgroeide, kampt op haar manier met een vervagend verleden. Ze heeft dementie. ‘Ik wilde een antwoord op de vraag welke persoon mijn complexe culturele identiteit – die beïnvloed is door zowel Japan als China, door zowel Amerika en West-Europa als Zuid-Korea − het meest symboliseert. Dat is mijn oma. Daarom moet ik over haar praten in dit stuk. Zij verliest haar eigen herinneringen, dat is heel heftig, maar als kleinzoon probeer ik in haar plaats te herinneren.’ Tegen de achtergrond van een virtueel berglandschap, in een zacht blauw, dat langzaam implodeert en dan weer groeit, speelt Jaha tijdens zijn voorstelling cassettes af, waarop zijn dementerende oma te horen is, die haar resterende herinneringen met hem deelt. In ons Skypegesprek wordt het stil. Jaha tilt zijn bril omhoog en wrijft met zijn wijsvinger in zijn oog. Hij heeft de achtergrond van zijn scherm ge­blurred, en het lijkt wel alsof we het vervagen nu niet langer op afstand kunnen houden.

‘De West-Europese golf van modernisering heeft onze herinneringen weggespoeld’ Maar de familielijn in de voorstelling heeft nog andere, hoopvolle vertakkingen; de origamipad op scène staat symbool voor Jaha’s zoontje, de nieuwe generatie, de toekomst. ‘In Korea is de betekenis van een pad heel divers: het dier is het symbool voor een kind, voor moed, voor revolutie. Daarbij is de pad op scène geplooid in onze Koreaanse moderne origamistijl, die geïmporteerd is vanuit de Japanse cultuur. Als de geplooide pad symbool staat voor toekomst, kunnen we hem dan ontplooien, opdat het verleden weer zichtbaar wordt? Dat vroeg ik mij af. En als we hem ontplooien, hoe doen we dat dan? Hoe herstellen we het verleden?’ Ik vraag Jaha hoe het voor hem voelt om The History of Korean Western Theatre in West-Europa te spelen. ‘Dat is eigenlijk mijn vraag aan jou’, zegt hij. ‘Hoe voel jij je als je mijn werk ziet? Zie je enkel mysterieuze, exotische dingen, of kan je jezelf betrekken in de discussie die gaat over de verwestering van Zuid-Korea, over kolonisatie, over het vergeten van een geschiedenis? Ik wacht op het moment dat ik geconfronteerd word met het antwoord.’ Of er dingen zijn die hij bewust wil vergeten, vraag ik tot slot. Hij twijfelt. Na een stilte zegt hij: ‘Ik denk meer in herinneringen dan in dingen die ik wil vergeten.’

The History of Korean Western Theatre speelt op donderdag 2 en vrijdag 3 september om 20u in De Studio


2 sep 2021   7

State of the Union / State of the Youth

‘Een publiek moet zich thuisvoelen in de pluchen zetels’ Elk jaar staat een prominent figuur uit de theatersector achter het spreekgestoelte om een State of the Union uit te spreken: een beschouwing op de huidige sector, maar ook een oproep tot verandering. Op deze openingsdag van het TheaterFestival hoor je die van choreograaf Jan Martens. Ans Van Gasse en Dagmar Teurelincx

Jan Martens studeerde in 2006 af aan dansacademie Fontys in Tilburg. In zijn werk, dat vertrekt vanuit het geloof dat lichamen communiceren, zoekt hij een nieuwe taal om die lichamen met elkaar in contact te brengen. Ondanks tien jaar carrière, heeft Jan toch nog altijd een klein beetje zenuwen in de benen wanneer we hem spreken over zijn State of the Union.

Wat is vandaag het belang van een State of the Union? Jan Martens: ‘Ik denk dat het belang hetzelfde is als altijd; corona heeft dat niet vergroot. Het is belangrijk om elk jaar een

andere visie te horen op de cultuursector. Dat opent een deur naar nieuwe gesprekken en helpt ons om ons te verplaatsen in andere makers. Ik ben zelf een van de jongste kunstenaars die de State of the Union al mocht brengen, dus ik voel me ergens zelf nog een jonge maker. Toch is het mooi dat er een jongere garde kan aanvullen of tegen elementen van mijn betoog kan ingaan in de State of the Youth.’

Je betoog vangt aan met een persoonlijke anekdote over de noodzaak van representatie in kunst. Wat kan dat met iemand doen, zich gezien voelen? ‘Dat is heel simpel: er gaat een wereld open, je voelt je deel van een geheel. Ik spreek over mijn situatie, maar het is makkelijk te transponeren naar andere minderheidsgroepen binnen de maatschappij. We moeten dat blijven benadrukken, want we zijn er nog niet helemaal. Zaken uit de marge moeten naar het centrum komen zonder dat ze daarvoor hun eigenheid moeten opgeven, en daar kunnen grote huizen en spelers nog beter toe bijdragen. Zo bereik je een publiek dat zich thuis voelt in de rode pluchen zetels.’

State of the Youth: wie geeft de jonkies een microfoon? Naast de State of the Union hoor je op het TheaterFestival sinds 2012 ook wat de jonge garde wil vertellen. In het verleden werd die State of the Youth al uitgesproken door duo’s als Aïcha Cissé en Aminata Demba of Martha Balthazar en Khalid Koujili El Yakoubi. Vandaag staan voor u Anna Franziska Jäger en Nathan Ooms. Wie zijn zij? Anna Franziska Jäger is 25 jaar oud en studeerde in 2020 af aan de dramaopleiding van het KASK. Samen met Ooms speelde ze haar Masterproef Bartlebabe, tevens hun derde samenwerking. Daarnaast was ze al te zien als titelpersonage in Eva Cools’ debuutfilm Cleo.

Je beschrijft in jouw speech ook hoe je als jonge danser helemaal meeging in kunstenaars die een totale overgave nastreven – tot in het destructieve. Hoe kunnen we dat vermijden? ‘Dat heeft te maken met je referentiekader. Je ziet wat je ziet en gaat daar in mee. Maar eenzelfde soort overgave valt te bereiken zonder een bepaald tiranniek proces te gebruiken. Dat gaat vooral over tijd vrijmaken om op gezette momenten met je spelers of dansers in gesprek te gaan over hoe comfortabel ze zich voelen. Tijd is cruciaal.’

Je schrijft ook dat makers niet alleen voor zichzelf creëren, maar vooral voor een publiek.

© Stine Sampers

‘De basis van mijn carrière is dat ik eerst toeschouwer was en later maker werd. Die blik helpt om een dramaturgie uit te werken. Ik hield er bijvoorbeeld van om als toeschouwer gekneed en uitgedaagd te worden. Daarom vind ik het nu als maker ook interessant om de verwachtingen van een publiek onderuit te halen. Theater kan ons laten zien wat thuiskomen betekent voor iemand anders, en die blik opengooien leert ons behoorlijk wat. Daarom heb ik het ook graag over educatie. We moeten kritisch blijven, blijven leren, blijven onderzoeken.’

Is dat een visie die naar jouw ervaring wordt gedragen in de kunstensector? ‘Het is een heel moeilijke tijd in Vlaanderen, met dit politieke bewind. In de State probeer ik dat aan te kaarten. Kunstenaar is geen essentieel beroep, we komen niet in de eindtermen voor. Dat stemt onze sector niet hoopvol. Ik vind het belangrijk om het daarover te hebben vanuit het oogpunt van een speler-danser, niet vanuit een leider of een groot kunstenhuis. We moeten uiteindelijk wel naar een herverdeling toewerken. Ik vraag me soms af of we niet gewoon met z’n allen rond de tafel moeten zitten om die problematiek te bespreken.’

Nathan Ooms, ook 25, studeerde dan weer af aan dezelfde richting in 2019. Op dit moment volgt hij het STUDIOS programma in dansschool P.A.R.T.S., een tweejarige residentie om zijn werk als dansant maker uit te puren. Zijn samenwerking met Jäger baseert zich op hun verschillen, maar ze vinden elkaar telkens weer in het lichaam. Dat zetten ze in als een manier om zichzelf en de ander in de wereld te plaatsen. In hun State of the Youth hebben Jäger en Ooms het naar eigen zeggen over waarom theater vandaag nog belangrijk is, en hoe het als medium mensen samen kan brengen, zo vertelden ze in De Morgen.


8   2 sep 2021

Ontdek de vier films in Na de repetitie In Na de repetitie spelen Lien Thys en Tim Bogaerts een hedendaagse versie van Efter Repetitionen, een televisiefilm van de Zweedse regisseur Ingmar Bergman. Wij loodsen je graag door de vele lagen en filmische inspiratiebronnen van de voorstelling. Katrijn Bekers en Dagmar Teurelincx

Rond elkaar cirkelend brengen Lien en Tim een sensuele, suggestieve dans. ‘Vijf, zes, zeven, acht!’ In de laatste pose van de dans steekt Tim zijn duimen op. De muziek stopt. Ze ploffen neer in de tribune – die tribune waar normaal gezien het publiek zit – , halen een flesje water boven en tokkelen wat op hun

Na de repetitie Lien Thys & Tim Bogaerts

smartphone. Dat is de bevreemdende openingsscène van Na de repetitie. Op dat moment begint het ons te dagen: de dans is geen op zichzelf staand product, maar een repetitie voor de opvoering die gemaakt wordt binnen de voorstelling. Na de repetitie onthult een deel van de theaterwereld dat een toeschouwer zelden ziet: het ontstaansproces van een productie. Nonchalant hangend tegen de rand van het podium overlopen Lien en Tim hoe (de personages van) hun personages zich tegenover elkaar verhouden. Met woorden verkennen ze hoe ze hun volgende scène zullen spelen. ‘Oké dus’, denkt Tim luidop, ‘ik sta daar in de deuropening van de kleedkamer (wijst) … en ik hoor…’ Hij bedenkt zich. ‘Nee, ik hoor niks. Ik vind dat niet goed dat gij huilt.’ ‘Nee, ik ook niet’, bevestigt Lien. In de hele voorstelling volgen we het denk- en repetitieproces van twee makers. Met script in de hand proberen ze bijvoorbeeld een fragment uit Baz Luhrmanns Romeo + Juliet (1996). Losse flarden van een onaf stuk-in-het-stuk worden onderbroken door een constante onderhandeling van wat wel of niet past, wat wel en niet werkt. Zelfbewust reflecteren Lien en Tim over het feit dat een voorstelling nooit een definitieve versie heeft. De tekst kan bij elke repetitie en elke opvoering veranderen. Intrinsiek aan theater is dan ook dat het een levende praktijk is. Na de repetitie legt bloot hoe je in een theateropvoering slechts één versie ziet – de duizenden andere variaties blijven achter de schermen. Door spel en overleg, fictie en realiteit naadloos in elkaar te laten overlopen, creëren Lien en Tim een complexe meerlagigheid. Ook de rollen die Lien en Tim spelen zijn complex. De film waarop ze Na de repetitie baseerden, Ingmar Bergmans Efter Repetitionen (1984), gaat over een mature regisseur en een jeugdige actrice die samen repeteren in de aanloop naar een voorstelling en gaandeweg toenadering zoeken tot elkaar. In hun hedendaagse adaptatie kiezen Lien en Tim ervoor die personages te transformeren naar twee jonge

theatermakers. We zien niet langer één individu dat een ander regisseert, maar twee personen die een actieve rol invullen in een samenwerking. Ze doorbreken daarmee de klassieke onevenwichtige machtsrelatie tussen man en vrouw, alsook die tussen regisseur en speler, door hen beide de rol van ‘makers’ toe te wijzen. Zo thematiseren Lien en Tim het feit dat in 2021 de algemene verhoudingen binnen theaterproducties behoorlijk anders zijn dan decennia geleden. Vandaag is bijna elke speler ook maker, en wordt er meer en meer gehamerd op een organische en respectvolle samenwerking op gelijke voet. Het idee van verschillende personages en hun rollen die versmelten, is overigens ook terug te vinden in Bergmans bekendste meesterwerk Persona (1966), nog een essentiële inspiratiebron voor Na de repetitie. In deze film groeien een depressieve actrice en toegewijde verpleegster zo naar elkaar toe dat hun persoonlijkheden in elkaar overvloeien, tot op het punt dat de kijker geen onderscheid meer kan maken tussen de twee. Naast Bergmans oeuvre wist ook Charlie Kaufmans regiedebuut Synecdoche, New York (2009) Lien en Tim te inspireren voor hun voorstelling. Deze film gaat over een toegewijde theatermaker die zodanig opgaat in zijn werk dat de grens tussen realiteit en fictie vervaagt. De ‘synecdoche’ in de titel verwijst naar een stijlfiguur waarbij je door middel van een deel naar een geheel verwijst; ook wel een pars pro toto. Dat is wat Na de repetitie ook doet: Lien en Tim praten schijnbaar over een bepaalde voorstelling, maar refereren eigenlijk aan praktijken in de hele (theater)wereld. Ze lijken te repeteren voor de echte wereld. Na de repetitie speelt op donderdag 2 en vrijdag 3 september om 20u in De Carrousel

© Johan Pijpops


2 sep 2021   9

B**** Yipoon Chiem

‘I am proud to be a bitch!’ Het TheaterFestival selecteerde dit jaar negen opvallende stukken van jonge makers onder de hasthag #nieuwjong. Daaronder zit ook de solodansvoorstelling B**** (uitgesproken als Bitch) van de Belgische/Cambodjaanse danseres en choreografe Yipoon Chiem, over de herinneringen aan haar verleden. ‘Ik wil mijn verhaal delen met het publiek.’ Afra De Hert

Na een aantal valse starts door een slechte internetverbinding springt Yipoon tevoorschijn op mijn computerscherm. ‘We made it on time’, zegt ze vrolijk. Het beeld kraakt nog een beetje, maar Yipoon lijkt er alleszins zin in te hebben, net zoals ze zin heeft om haar solovoorstelling te mogen spelen op het Theaterfestival. ‘Ik hoop op een goede nachtrust: vandaag was de eerste schooldag van mijn dochter en ook ik moet terug in het ritme zien te komen’, lacht ze uitbundig. Uitbundig is een goede omschrijving van haar solovoorstelling B****. De performance is een intense reis door de donkere periodes uit Yipoons verleden. Als kind emigreerde ze met haar ouders van Cambodja naar België, en dat verliep niet vlekkeloos. In B**** probeert ze als volwassen vrouw dichter te geraken bij het kind dat ze ooit was. Zo hoopt ze om licht te vinden in de donkere periodes die haar in het verleden hebben getekend.

‘Alles wat ik ooit heb opgeslorpt, gooi ik er nadien weer uit’, gaat ze verder. ‘Het helpt me om mijn verhaal te vertellen, heb ik gemerkt. Als choreografe heb ik lang gezocht naar mijn eigen stijl. Tijdens het repetitieproces van B**** heb ik geleerd dat het losgooien - of beter gezegd, het eruit kotsen - van mijn herinneringen, interesses en inspiraties door middel van beweging en improvisatie mijn manier is om verhalen te vertellen. Dat is dan ook wat ik hier wilde doen: het verhaal achter de littekens van mijn verleden vertellen.’

Sterretjes na de b B**** bestaat uit verschillende lagen, legt Yipoon uit. ‘Je moet de voorstelling echt gezien hebben om alle lagen te vatten. Zelfs ik moet erover blijven reflecteren om te weten waarover het nu weer exact gaat, daarom dat ik er graag over blijf praten. (lacht) Ik nodig de toeschouwers uit om te kijken naar mijn verhaal, maar ik wil ze zelf nog de ruimte geven om hun eigen verhaal te vormen tijdens de voorstelling.’ ‘Dat is ook één van de redenen waarom ik de voorstelling niet voluit bitch heb genoemd. Ik laat de suggestie aan de toeschouwers door sterretjes na de b te plaatsen. Het publiek kan de titel dan zelf aanvullen. Zo kan het evengoed blood, bleep of blurb zijn! Maar voor mij is het bitch. Ik zie die term ook niet als iets negatiefs. Het is een soort steek naar het patriarchale systeem waarin we leven, maar daarnaast voel ik me ook wel een echte bitch, een crazy bitch. Mijn verleden heeft me gevormd tot de persoon die ik nu ben, and I have to say: I am proud to be a bitch!’ B**** speelt op donderdag 2 en vrijdag 3 september om 20u30 in Arenberg

Alles eruit kotsen ‘Muziek is een belangrijk element in de voorstelling’, vertelt Yipoon. ‘Ik heb samengewerkt met twee muzikanten die de muziek hebben gemaakt. Hun composities hebben mij enorm geholpen om mijn verhaal mee vorm te geven.’ Tijdens het repetitieproces was de muziek dan ook een grote emotionele inspiratiebron voor haar, vertelt ze. ‘De muziek maakte lichamelijk veel bij me los. Ik heb er tijdens de repetities dan ook veel op geïmproviseerd. Naast muziek en hiphop was ook martial arts een inspiratiebron. Het zijn allemaal elementen die ik uiteindelijk verwerkt heb in mijn performance omdat het dingen zijn die me inspireren, ze hebben mee bepaald wie ik nu ben.’

© rr


10   2 sep 2021

W achten op Godot Olympique Dramatique / Toneelhuis

‘Als iedereen goed bezig is, kan ik het me permitteren om met die boom bezig te zijn’ Stefaan Deldaele werkt als productieleider mee achter de schermen van Wachten op Godot. Hij legt uit hoe ook deze achterkant het uiteindelijke stuk beïnvloedt. Elie Agniel

Voor kleinere producties als deze staat Stefaan zowel in voor de technische als de logistieke leiding. Dat is een job zonder einde: tijdens zijn vakanties zoekt hij nog 300 hoofdtelefoons en zelfs tijdens het korte interview regelt hij de nodige parkeerplaatsen. Elke repetitie, aanpassing en voorstelling volgt hij op of achter de scène mee. Of hij Wachten op Godot niet té vaak gezien heeft? ‘Nee. Ook De Geruchten van Olympique Dramatique en Guy Cassiers heb ik ongelofelijk veel gezien. Maar ik kan blijven kijken. Al blijft dat vaak vanuit de praktische kant.’ De tekst leest hij liever ook niet op voorhand. ‘Niet uit principe, maar ik hou me daar minder mee bezig. Je leert de rollen altijd op een praktische manier stapsgewijs wel kennen.’

Column In de bunker van DE SINGEL viel het plots allemaal stil Ans Van Gasse

Oorspronkelijk zou Wachten op Godot op tournee gaan langs kleine zalen in bijna heel Vlaanderen, tot de pandemie nog voor de eerste voorstelling roet in het eten gooide. Om aan de strenge regels te voldoen, ging Stefaan dan maar op zoek naar locaties waar 200 toeschouwers veilig konden samenkomen. Uiteindelijk werd voor de Waagnatie gekozen, een gigantische evenementenhal aan de dokken in Antwerpen. ‘We kwamen daar aan en beseften meteen dat de verstaanbaarheid van de acteurs onder nul zat. Dankzij de gesprekken met de ervaren geluidstechnici bleek de beste oplossing om met hoofdtelefoons te werken.’ Met die gigantische ruimte en het concept van de hoofdtelefoons indachtig bewerkte Olympique Dramatique het stuk voor de eerste maal.

het raam zou kijken. Maar om praktische redenen werd toch voor het comfort van de rode zaal gekozen. De proporties en de lengte van deze ruimte brachten het team van Olympique Dramatique ertoe om de voorstelling weer voor een kleiner podium aan te passen.

Bomen ophangen

Anderhalf uur na de try-out kom ik hem nog kort tegen in de foyer. ‘Die koptelefoons werken goed, he?’ zegt hij opgetogen, bijna fier. Nog voor zijn zin af is, wordt hij nogmaals geroepen. Het werk is ook om elf uur ’s avonds nog niet voorbij.

Toen Wachten op Godot werd geselecteerd voor het TheaterFestival vroeg Stefaan zelf meteen of de hoofdtelefoons zouden blijven. ‘De voorstelling is nu zo aangepast om met een koptelefoon te werken, ook de soundscape is daarop gericht. Ze geven een veel intiemere ervaring die belangrijk is voor de voorstelling. Volgens mij zit daar veel toekomst in binnen het theater.’ Na de beslissing om opnieuw met hoofdtelefoons te werken, werd zelfs het klassieke podium in vraag gesteld: het gezelschap twijfelde even of de voorstelling niet ook in de tuin van DE SINGEL kon plaatsvinden, met publiek dat uit

Woensdagmiddag 1 september. Een stil gangetje in de benedenverdieping van DE SINGEL. Mijn gsm ligt op een vensterbank en staat op luidspreker terwijl ik Jan Martens interview over zijn State of the Union, die hij vandaag ten berde brengt. De gsm van mijn collega-redacteur Dagmar ligt ernaast en legt het gesprek vast. Ik stel een vraag, volgens mij de meest intelligente en spitsvondige die ik heb opgeschreven. Een tuut. En Jan valt weg. Of ik val weg. Het is immers de architecturale bunker van DE SINGEL waar het bereik niet zo super is, zeg ik lachend wanneer hij me vijf minuten later terugbelt. Woensdagavond 1 september. Samen met vier andere redactieleden kijk ik naar een doorloop van Wachten op Godot van Olympique Dramatique. De voorstelling werkt met microfoons waarvan het geluid in een koptelefoon naar je oren reist. Ik hoor even hoe Tom Van Dyck zijn stem in een luchtbel lijkt te zitten en merk dat hij aan zijn nek prutst. De microfoon zit los. Zijn tegenspeler, Tom Dewispelaere, neemt zijn gezicht vast in een beweging die even teder als ingestudeerd lijkt. Hij prutst de klever van zijn eigen microfoontje los en hangt in één bijzonder intiem moment, dat helemaal samenvalt met de tekst die ze zeggen, de microfoon van zijn mede-acteur opnieuw vast. Het is alsof het lot ermee gemoeid is. Het TheaterFestival drijft op techniek en planning. Microfoons nemen onze interviews op, ondersteunen acteurs in grote, holle

De boom waar Vladimir en Estragon onder wachten heeft Stefaan zelf mee helpen ophangen. ‘De boom ziet er goed uit. Ik vond het belangrijk om daaraan mee te helpen. Bij alle belangrijke punten assisteer ik graag. Maar op die momenten is het natuurlijk noodzakelijk dat je een overkoepelend oog hebt op de andere aspecten van de opbouw. Als iedereen goed bezig is, kan ik het me permitteren om met die boom te helpen.’

zalen en laten toe in deze chaotische bijenkorf snel te communiceren door een telefoontje. En dan valt het soms allemaal weg. Wanneer mijn bereik tekortschiet, merk ik dat ik niet meer in mijn rol als interviewer zit, en dat Jan voor mij niet meer enkel die grote kunstenaar is. We gniffelen om het ongemak en spreken elkaar familiair aan over de dikke muren van DE SINGEL, alvorens ons gesprek te hervatten. Hervatten. Of verder gaan. Wachten op Godot lijkt me plots veel diepzinniger. Ik ben ineens helemaal verwonderd aan het kijken. Naar twee figuren die wachten op hun verlosser, maar ook naar twee spelers die elkaar graag zien. Fictie en feit komen plots over elkaar heen te liggen. ‘Dan zie je toch wat voor rasacteurs ze zijn, dat ze dat zó oplossen’, glimlacht een redactielid. Maar volgens mij zie je vooral plots wat er gebeurt wanneer alle ankers wegzakken. Rasacteurs, of vrienden die elkaar uit de nood helpen. Door te lullen over Godot, onder andere. Wanneer de structuur of de techniek wegvalt, moeten we niet hervatten maar openen. Naar de nieuwe dramaturgie die plots komt bovendrijven. De dramaturgie van de menselijkheid. Van de kunstenaars die plots levende wezens worden. Van de verbinding die we plots in elkaar kunnen vinden. Van de imperfectie die alles plots tot leven wekt. Niks valt stil, want we kunnen gezapig volharden in ons mens-zijn.


VR 24 — ZO 26 SEP 2021 HET NIEUWE STADSFESTIVAL VAN DE SINGEL

mediasponsors

DESINGEL is een kunstinstelling van de Vlaamse Overheid

DEAR ANTWERP


‘Mocht u koning zijn, hoe zou uw kroon eruitzien?’ Na elke voorstelling stellen we aan toeschouwers een specifieke vraag. Vandaag: TEN OORLOG III van Camping SUNSET, waarin koning Richard een kroon van perkament draagt. Mona (17): ‘Een stapel pannenkoeken en daarbovenop een leeslampje, zodat ik in de nacht pannenkoeken kan eten en tegelijk mijn boek kan lezen. Dat vat mij zo goed als samen: lekker eten, veel lezen en cultuur. (lacht) Mijn kroon raakt nooit op; er zijn oneindig veel pannenkoeken, dus iedereen die zin zou hebben in iets lekkers mag er eentje komen halen. De mijne zou ik bestrooien met poedersuiker. Onder het leeslampje ligt op dit moment Kafka op het strand van Murakami. Mijn broer heeft het mij getipt. Ik ben nog maar net begonnen, maar Murakami’s schrijfstijl is echt mijn ding, dus ik denk dat ik het wel goed ga vinden.’ Vandaag gaat mijn leeslamp uit om 7 na 12.’

Scan deze QR-code en beluister de podcasts over het TheaterFestival van XL AIR

redactie Elie Agniel, Pauline Augustyn, Katrijn Bekers, Maria De Cort, Afra De Hert, Jens Dewulf, Maria Feenstra, Emilie Frei, Anouk Kellner, Eva Lesage, Johannes Lievens, Emiel Martens, Ellis Meeusen, Jane Stulmacher, Dagmar Teurelinckx, Emma Theunissen, Mona Thys, Ans Van Gasse, Michaël Van Remoortere, Eva Vanderstricht hoofdredactie Filip Tielens grafisch ontwerp festival Bureau BoschBerg grafisch zetwerk dagkrant Tijsje Revalk coördinatie radio Lieve De Maeyer, Jeroen Vandesande, Judith Ameel (RITCS / XL AIR) V.U het TheaterFestival Vlaanderen, Kathleen Treier, Jan Van Rijswijcklaan 155, 2018 Antwerpen

Anna (20): ‘Mijn kroon zou een chinchilla zijn — mijn totemdier. Het is een knaagdier en lijkt een beetje op een aapje. Hij heeft heel grote ogen en een lange staart. Een weetje over de chinchilla: het is het dier met de meeste haren per vierkante centimeter, dus ik zou automatisch ook een mega zachte en warme kroon hebben. Volgens mijn scoutsleiding komen mijn eigenschappen overeen met die van de chinchilla: argeloos, monter, genietend… Ik zou mijn totemtekst eigenlijk nog eens moeten herlezen! (lacht) De chinchilla zou rond mijn nek bungelen; een beweeglijke kroon die nooit zou weglopen.’

do 2 september

vr 3 september

17u30  State of the Union & Youth DE SINGEL 20u00 Wachten op Godot Olympique Dramatique / Toneelhuis DE SINGEL 20u00 The History of Korean Western Theatre Jaha Koo / CAMPO De Studio 20u00 Na de repetitie Lien Thys & Tim Bogaerts De Carrousel 20u30 Coupe familiale T heater Antigone & De Bolster DE SINGEL 20u30 B**** Yipoon Chiem Arenberg

20u00  Wachten op Godot O lympique Dramatique / Toneelhuis D E SINGEL 20u00 The History of Korean Western Theatre Jaha Koo / CAMPO De Studio 20u00 PL3MONS Younes van den Broeck aka Spitler ccBe 20u00 Na de repetitie Lien Thys & Tim Bogaerts De Carrousel 20u00 TEN OORLOG III C amping Sunset Stormkop 20u30 Coupe familiale T heater Antigone & De Bolster DE SINGEL 20u30 B**** Yipoon Chiem Arenberg 20u30 vier sterren herman Monty

doorlopend Espace Fxmme / TALK WITH THE WALLS

DE SINGEL

theaterfestival.be/blog


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.