Beweeg en dieetprogramma’s - Het Female Fat Loss Camp Auteur: Floor Hendriks Telefoonnummer: 06-40702323 E-mail: Floorhendriks88@gmail.com Studentnummer: 12089249 Klas: Compact VD3 B1 Vakcode: VD-H800-14 Individuele opdracht De Haagse Hogeschool Johanna westerdijkplein 75 2521 EN Den Haag Co-Auteur: Maartje Hommeles Naam docentbegeleider: Aukje Steensma Datum: 22/06/2015
Beweeg en dieetprogramma’s – Het effect van het Female Fat Loss Camp F. Hendriks 1 2 3, M. Hommeles 4 Samenvatting Bekend is dat lichamelijke activiteit bijdraagt aan gewichtsreductie tijdens een dieetperiode. Diëtisten streven vaak naar één gedragsverandering tegelijk en focussen daarom vaak alleen op voeding. Onderzocht wordt wat het effect is van een 12 weken durende beweeg- en dieetinterventie op lichaamsgewicht (kg), vetpercentage (%), vet massa (kg), spiermassa (kg), en heup- middel- borst- en schouderomtrek (cm). Het onderzoek is uitgevoerd bij Evolve Personal Health Institute, onder 15 vrouwen (N=15). Er heeft een voor en nameting plaatsgevonden bij de deelneemsters. kwantitatieve data is met behulp van een gepaarde T-test geanalyseerd in SPSS statistics 20 (p <0,05). Dit onderzoek is vergeleken met gelijksoortige literatuur. Uit de resultaten van de gepaarde T-testen van de gemiddelden bleek dat alleen de schouderomtrek geen significant verschil opleverde (M=2,33; s = 5,47), t(14) = 1,65, p = 0,121. De overige gemiddelde verschillen tussen de metingen bleken wel significant, met een significantie p < 0,05. De resultaten van dit onderzoek komen overeen met resultaten uit vergelijkende onderzoeken. Het effect van een dieet gecombineerd met lichamelijke activiteit zorgt voor positief gewenste resultaten betreffende lichaamsgewicht. Er is echter onderzoek op grotere schaal nodig om deze uitkomsten te bevestigen. Inleiding De prevalentie van overgewicht in Nederland is hoog; 48,3% van de Nederlanders van 19 jaar en ouder heeft overgewicht (inclusief obesitas) (Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu, 2014). 53% van de mannen en 43,7% van de vrouwen heeft matig overgewicht. Meer vrouwen (13,9%) dan mannen (11,3%) hebben obesitas (Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu, 2014). Afvallen, gewichtsbeheersing, diëten en bewegen zijn begrippen die bij veel 1 Diëtist in opleiding. 2 Haagse Hogeschool, opleiding Voeding en Diëtetiek. 3 Correspondentieadres: Floor Hendriks, Goudsbloemstraat 118C, 1015JT, Amsterdam. Email: floorhendriks88@gmail.com, telefoonnummer: +31 640 70 23 23. 4 Diëtist in opleiding, Haagse Hogeschool opleiding Voeding en Diëtetiek.
mensen tot dagelijkse gespreksstof leiden. Zorgprofessionals gaan samen de strijd aan tegen overgewicht, zorgcentra worden ontwikkelt en sportscholen hebben vaker intern een diëtist in dienst (Huiskamp, Van Loon, Reitsema, 2007). Ook online afvallen en afvallen in groepsverband is populair en blijkt succesvol (Svensson, Hult, van der Mark, Grotta, Jonassa, 2014). Er is een groeiend bewustzijn bij de Nederlandse bevolking over de positieve effecten van lichaamsbeweging en gezond eten op lichaam en geest (Roeykens, 2010). De overheid, artsen, diëtisten, personal trainers en ieder ander die geïnteresseerd is in voeding probeert het groeiende overgewichtprobleem onder de Nederlandse bevolking onder de aandacht te brengen. Met interventies proberen professionals Nederland naar een gezondere levensstijl te coachen. Lichamelijk activiteit is een belangrijk onderdeel in het proces van gewichtsreductie. Diëtisten en trainers werken samen en ontwikkelen leefstijlinterventies waarbij voedingsadvies gecombineerd wordt met een sportprogramma (Benyamini, Geron, Steinberg, Valinsky, 2013). Vaak duren deze interventies tussen de 10-15 weken. Deelnemers geven zich volledig over, zij moeten 3 tot 4 keer in de week matig/intensief bewegen en dienen opgestelde dieetregels te volgen. De algemene richtlijnen voor gewichtsreductie gelden als volgt: eerst dieetadvies, gedragsverandering, en daarna verhoging van de lichamelijke activiteit (Roeykens, 2010). Eén leefstijlverandering tegelijk, maar de aanpak veranderd en professionals worden creatiever en daardoor wellicht ook effectiever. De effecten van lichamelijke activiteit in combinatie met een dieet worden veel onderzocht. Het lijkt een positief effect te hebben op verschillende lichamelijke factoren, onder andere op; het behoud van gewichtsverlies op lange termijn, een beter rustmetabolisme en een verlaagde kans op welvaartsziekten (Cantenacci, Wyatt, 2007) (King, Hopkins, Caudwell, Stubbs, Blundell, 2008) (Adegboye, Linne, 2013). De hoofdvraag van het onderzoek is: wat is het effect van het 12 weken durende Female Fat Loss Camp (FFLC) op lichaamsgewicht (kg) vetpercentage (%), vet massa (kg), spiermassa (kg) en heup- middel- borst- en schouderomtrek (cm) van de deelneemsters? De volgende deelvraag wordt beantwoord: Is afvallen effectief als je lichamelijke activiteit combineert met voedingsadvies? Het doel van het onderzoek is: onderzoeken of afvallen door middel van een combinatie van dieetadvies met lichamelijke activiteit, inzetbaar is als methoden voor diëtisten en toekomstige diëtisten. Het subdoel is de resultaten van het FFLC inzichtelijk maken voor Evolve Personal Health Institute (EPHI), zodat zij hierop mogelijk de interventie kunnen aanpassen.
Methoden Voor het literatuuronderzoek werd gebruik gemaakt van de volgende databases: Cochrane Libary, PubMed, Medline, ScienceDirect, SpringerLink. Op basis van titel en samenvatting is gekeken naar de relevantie. De volgende zoektermen werden gebruikt: sport en afvallen, sport en voeding, leefstijlinterventie en sportprogramma, lichaamsbeweging en afvallen, lifestyle changes and intervention program, sport and dieting, physical activity and bodyweight, weight loss program and diet, weight loss intervention, physical fitness, lifestyle intervention, maintaining weight loss, weight loss programs and long term effect, physical activity interventions. De volgende inclusiecriteria werden opgesteld: Het artikel is niet ouder dan tien jaar en geschreven in het Nederlands of Engels. Er is gestreefd naar zo veel mogelijk gebruik van evidence based practice level van literatuur A1: systematische review, A2: gerandomiseerd placebogecontroleerd dubbelblind onderzoek of B: vergelijkend onderzoek. In samenwerking met Evolve Personal Health Institute (EPHI) werd overeengekomen dat het Female Fat Loss Camp (FFLC) mag worden gebruikt als experimentele meting om het effect van deze sport en dieet interventie te meten. De drie trainers die het FFLC begeleiden hebben iedere week, gedurende12 weken, acht metingen uitgevoerd om de veranderingen onder de deelneemsters te registreren. De vetmetingen in procenten werden opgemeten met een huidplooitang (Harpenden – skinfold caliper) op 12 punten. Het gewicht werd gewogen in kilogram op een normale personen weegschaal (de Tanita innerscan V), omtrekmetingen in centimeters werden gemeten op de heupen, middel, borst en schouders met een Seca cm. Vetmassa in kilogram werd bepaald aan de hand van de formule: (vetpercentage/100)*lichaamsgewicht= vetmassa. Spiermassa in kilogram werd bepaald met de formule: lichaamsgewicht-((vetpercentage/100)*lichaamgsgewicht) = spiermassa. Deze resultaten zijn ingevoerd in het software programma van EPHI door de personal trainers. De deelneemsters volgden een opbouwdieet waarbij iedere drie weken een nieuw voedingsschema werd geïntroduceerd. Het dieet begon heel basaal met de focus op groenten, vis en vlees. Vervolgens werden daar fruit en melkproducten aan toegevoegd en als laatst kleine porties graanproducten. De deelneemsters diende zich geheel op eigen verantwoordelijkheid aan het dieet te houden. De deelneemsters werden aan de hand van een clustersteekproef geselecteerd uit de database van EPHI, voorwaarde voor deelname aan het onderzoek was dat er is deelgenomen aan het FFLC. Één focus groep bestaande uit N=15 vrouwen voldeed aan de inclusiecriteria.
De metingen uitgevoerd in week 1 en 12 zijn gebruikt om het effect van het FFLC te meten ten tijde van de interventie. De data is met behulp van een gepaarde T-test geanalyseerd in het statistische programma SPSS statistics 20 (p <0,05). Deze uitkomsten zijn verwerkt in een overzichtstabel. De data per individuele meting zijn gebruikt om staafdiagrammen te maken in Excel versie 14.5.0. Resultaten Uit de gepaarde T-testen van de gemiddelden bleek alleen de schouderomtrek geen significant verschil op te leveren (M=2,33; s = 5,47), t(14) = 1,65, p = 0,121. De overige gemiddelde verschillen tussen de metingen bleken wel significant, met een significantie p < 0,05. Tabel 1. Resultatenoverzicht Gemiddelde afname/toename
SD
95% Betrouwbaarheidsinterval
P-waarde
Gewicht KG
-4,87 4,76
2,23
7,5
0,001
Vetmassa %
-13,33 7,19
9,35
17,31
<0,001
5,3
4,12
10,07
<0,001
+2,33 5,47
-0,69
5,36
0,121
Borstomtrek CM
-6,2 7,73
1,92
10,48
0,008
Middelomtrek CM
-10 6,68
6,3
13,7
<0,001
-7,33 5,38
4,35
10,31
<0,001
Vetmassa KG -12,33 7,4 8,23 * SD: Standaard deviatie * P-waarde <0,05: Significantie (2-tailed)
16,43
<0,001
Spiermassa KG Shouderomtrek CM
Heupomtrek CM
+7,13
Vergelijkende interventies laten zien dat een dieet in combinatie met lichamelijke activiteit resulteert in positief gewenste effecten bij de deelnemers op lichaamsgewicht, middelomtrek en vetpercentage (Washburn, Szabo, Lambourne, Willis, Ptomey, Honas, Herrmann, Donnelly, 2014). Conclusie en Discussie De conclusie van dit onderzoek is dat een interventie waarbij meerdere leefstijlveranderingen tegelijk plaatsvinden, in dit geval een aangepast voedingspatroon en een actievere leefstijl, resulteren in positief gewenste resultaten. Het gewicht is bij de deelneemsters met gemiddeld 4,87 kg afgenomen in 12 weken. Tijdens het FFLC verlaagt het vetpercentage (â&#x2C6;&#x2019;13,3%) en de vetmassa (â&#x2C6;&#x2019;12,3kg) significant, de spiermassa (+7,1kg) stijgt significant. Deze resultaten hebben een positief effect op het metabolisme (Cantenacci, 2007) (King, 2008) (Adegboye, 2013). Tevens is dit positief voor de weerstand, fitheid en cardiovasculaire functies van de deelneemsters (Adegboye, 2013). Borstomtrek (-6,2 cm), middelomtrek (-10 cm) en
heupomtrek (-7,3 cm) nemen allemaal significant af, schouderomtrek neemt niet significant af (-2,3 cm), dit is te verklaren doordat de deelneemsters niet eerder zo exponentieel de armen hebben getraind. Hierdoor neemt de spiermassa sterker toe dan de vetmassa afneemt. De resultaten geven weer dat een dieet in combinatie met lichamelijk activiteit een significant verschil laat zien op lichaamsgewicht, vetpercentage, vetmassa, spiermassa en heup- borstmiddelomtrek. De standaard werkwijze van de diëtist kan door bovengenoemde onderzoeken in twijfel getrokken worden. Normaal hanteert een diëtist de richtlijn voor gewicht reductie als volgt; reductie van 500 kcal per dag levert 0,5 kg gewichtsverlies per week (Roeykens, 2010). Dit betekent theoretisch dat de gemiddelde cliënt 6 kilo afvalt in 12 weken door aanpassing van het voedingspatroon. Uit onderzoek blijkt dat dit in de praktijk echter niet het geval is (Washburn, 2014). Washburn et al. publiceert in 2014 een systematic review waarbij 20 onderzoeken worden vergelijken met betrekking tot methoden van gewichtsreductie. Parameters zijn: verandering in gewicht, lichaamssamenstelling en het risico op chronische ziekten. Uit de vergelijkingsresultaten dieet vs. dieet en beweging blijkt dat er een significant verschil is op gewichtsreductie in de dieet en beweeg groep, dit geld ook voor de afname van de middelomtrek en het vetpercentage (Washburn, 2014) (Cantenacci, 2007). Het volgen van alleen een dieet zorgt vaker voor afname van de spiermassa, wat negatief werkt op het metabolisme (Washburn, 2014). Voor diëtisten zou dit een belangrijke parameter kunnen zijn bij het opstellen van het behandelplan voor een cliënt. De resultaten van Washburn et al. en Cantenacci et al. ondersteunen de uitkomsten en resultaten van het FFLC. Rekening moet gehouden worden met mogelijke invoerfouten van de metingen door de trainers in het software programma. Daarnaast kunnen ongelijkheden ontstaan als verschillende trainers verschillende deelneemsters meten, resultaten zijn meer valide als de deelneemsters altijd door dezelfde trainer gemeten worden. Het FFLC is uitgevoerd op een kleine populatie (N=15), een grotere steekproef zou de betrouwbaarheid van het onderzoek vergroten. Een aanbevelingen voor dit onderzoek is om te onderzoeken of een dieet met lichamelijke activiteit op lange termijn een beter effect heeft op behoud van gewichtsreductie dan alleen het volgen van een dieet. Het gebruik van een controlegroep bij een vervolgonderzoek is waardevol om het effect van de interventie te meten, een groep die alleen een dieet volgt en een groep die alleen het bewegingsprogramma volgt zijn hierbij een optie.
Bibliografie Adegboye, A. L. (2013). Diet or exercise, or both, for weight reduction in women after childbirth. The Cochrane Library (7), 1-74. Benyamini, Y. G. (2013). A Structured Intentions and Action-Planning Intervention Improves Weight Loss Outcomes in a Group Weight Loss Program. American Journal of Health Promotion , 28, 119128. Catenacci, V. W. (2007). The role of physical activity in producing and maintaining weight loss. Medscape (3), 518-529. Huiskamp, K., van Loon, L.J.C, Reitsema, J. (2007). Sportcentra: een markt voor diëtisten. Voeding & Visie (2), 25-26. King, N. H. (2008). Individual variability following 12 weeks of supervised exercise: identification and characterization of compensation for exercise-induced weight loss. International Journal of Obesity (32), 177-184. Washburn, R.A., Szabo, A.N., Lambourne, K., Willis, E.A., Ptomey, L.T., Honas, J.J., Herrmann, S.D., Donnelly, J.E. (2014). Does the Method of Weight Loss Effect Long-Term Changes in Weight, Body Composition or Chronic Disease Risk Factors in Overweight or Obese Adults? A Systematic Review. PLoS One (10), 1-35. Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu. (2014, 06 23). Hoeveel mensen hebben overgewicht. (C. e. gezondheidsmonitor GGD, Producent) Opgeroepen op 02 12, 2015, van nationaal kompas volksgezondheid: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/persoonsgebonden/overgewicht/hoe veel-mensen-hebben-overgewicht/ Roeykens, J. (2010). Zin en onzin over sporten en afslanken. Bijblijven (26), 32-37. Svensson, M. H. (2014). The Change in Eating Behaviors in a Web-Based Weight Loss Program: A Longitudinal Analysis of Study Completers. Journal of Medical Internet Research (11), 1-16.
Niveaus van Evidence volgens Evidence Based Dietetiek Verwijzingen
Level of Evidence
Resultaten
Adegboye, A. L., Linne, Y.M. (2013)
A
N= 910, 14 trials. Women who exercised did not lose significantly more weight than women in the usual care group (two trials; n = 53; MD -0.10 kg; 95% confidence interval (CI) -1.90 to 1.71). Women who took part in a diet (one trial; n = 45; MD -1.70 kg; 95% CI -2.08 to -1.32), or diet plus exercise programme (seven trials; n = 573; MD -1.93 kg; 95% CI -2.96 to -0.89; random-effects, TÇ = 1.09, IÇ = 71%), lost significantly more weight than women in the usual care group. There was no difference in the magnitude of weight loss between diet alone and diet plus exercise group (one trial; n = 43; MD 0.30 kg; 95% CI -0.06 to 0.66).
Benyamini, Y., Geron, R., Steinberg, D.M., Valinsky, L. (2013)
A
N=632 (divided in 3 groups) N=190 (CC), N=203 BIC, and N=239 in IIC. Participants in the BIC and IIC lost 40% more weight during the 10-week program than those in the CC(1.10 and l.ll BMI points compared with .79; ts<-2.76, p<0.01). Weight loss goals interacted with implementation intentions (t= 2.98, p <0.01). Self-efficacy was unrelated to weight loss. No differences were found between conditions at 3 and 12 months after the program.
Catenacci, V. W., Wyatt, H.R. (2007)
B
Describes the effect of exercise on- and preventing of weight loss in 16 selected randomized trials (RCT’s).
King, N. H., Hopkins, M., Caudwell, P., Stubbs, R.J., Blundell, J.E. (2008)
B
Thirty-five overweight and obese sedentary men and women (body mass index, 31.8 ± 4.1 kgm -2; age, 39.6±11.0 years) were prescribed exercise five times per week for 12 weeks under supervised conditions. Measurements: Body weight, body composition, resting metabolic rate (RMR), total daily energy intake (EI) and subjective appetite sensations were measured at weeks 0 and 12. N= 35. Mean reduction in body weight (3.7±3.6 kg) was significant (P<0.0001)
Washburn, R.A., Szabo, A.N., Lambourne, K., Willis, E.A., Ptomey, L.T., Honas, J.J., Herrmann, S.D., Donnelly, J.E. (2014).
A
Describes the effect of diet, exercise or diet and exercise intervention of 20 selected articles. Forty percent of trials reported significantly greater long-term weight loss with diet compared with only aerobic exercise. Diet+aerobic exercise resulted in significantly greater weight loss than diet alone in 50% of trials. Fat-free mass tended to be preserved when interventions included exercise.
Svensson, M.H., Hult, M., van der Mark, M., Grotta, A., Jonasson, J. (2014)
B
Start N= 23.333. In total, 22,800 individuals participated (females: 19,065/22,800, 83.62%; mean age 39.6, SD 11.4 years; BMI 29.0 kg/m; males: 3735/22,800, 16.38%; mean age 43.2, SD 11.7 years; BMI 30.8 kg/m ). Over time, completers (n=620) decreased their uncontrolled eating score (from 56.3 to 32.0; P<.001) and increased their cognitive restrained eating (from 50.6 to 62.9; P<.001). Males decreased their emotional eating (from 57.2 to 35.9; P<.001), but no significant change was found among females. The baseline cognitive restrained eating score was significantly and positively associated with weight loss for completers in both men (P=.02) and women (P=.002).